Vanmorgen vroeg uit de veren (tent), om in de koelte van de morgen, zoveel mogelijk km's van de 70 die voorzien zijn voor vandaag af te leggen. We vertrekken om 7u45, en nemen pas ons ontbijt na 15 km.
Onder een lichtbewolkte hemel volgen we de kronkelende dode arm van de Po (Po Morte di Primaro), een vroegere bedding van de rivier. Het uitzicht is mooi en vlak, met grote boerderijen. Fruitteelt en akkerbouw wisselen elkaar af. Het valt ons op dat de druiven hier reeds blauw aan het kleuren zijn, en dat het graan reeds binnen is.
We rijden een ietwat vervallen boerderij voorbij waar de boer (Charles uit Jambers) naar zijn kippen op de mesthoop zit te kijken. Na een praatje (bestaat Jean-Marie Paffs-Italiaans ?) wilt de boer maar al te graag op de foto met Jenny uit het land van 'Man Bijt Hond'.
De kilometers fietsen lekker weg, en even verderop komen we juist op tijd voor een wonderbaarlijke visvangst. Een oude vrouw haalt juist een grote vis uit de sloot. Het blijkt echter geen vis te zijn, maar een grote waterschildpad van wel 30cm groot! Weer een uniek fotomoment...
Ondertussen is het middag, de zon brandt genadeloos, de eindbestemming lonkt en de magen knorren. Tijd voor lekkere pasta alla scoglio. Na de middag doemen de Appenijnen op uit de nevel, de volgende te nemen hindernis.
Onze vooropgestelde overnachtingsplaats, die 900m steil bergop ligt blijkt vandaag gesloten te zijn. Pech. We keren enkele kilometers terug en hebben geluk een kamer te vinden in een agritourismo vóór er een onweer losbarst. Tijd voor een dutje dus! We besluiten Bologna (op 20km) te laten liggen waar het ligt, en genieten van onze zachte en gastronomische overnachtingsplaats.
donderdag 28 juli (oma verjaart!) 79 km Warm weder Stadscamping in Ferrara op 2 km van het centrum
Bij het opstaan bleek er geen ontbijt voorzien! Vergeten te vragen. Toch kregen we elk een croissant met marmelade (uit een plastiek zakje) en een koffie (Americano =aangelengd met water) gratis aangeboden door de gastvrouw. We starten met een laatste rondrit rond de vestingstorens van Montagnana. Het is vlak, en we hebben er zin in.
Voor de laatste maal kruisen we de Adige, die nu een hele brede stroom is geworden. Vijf dagen geleden, aan de Rechenpas, was het nog een beekje. We rijden zuidwaarts, op zoek naar de Po.
We fietsen langs kleine dorpjes met mooie kerkjes, met afzonderlijke klokkentorens. Deze wedijveren om de hoogste en slankste toren. Ondanks de bescheidenheid van de dorpjes, zijn hier en daar prachtige villa's van Palladio te bewonderen, alsook villa Badoer in Fratte Polésine. Het landschap blijft zoals gisteren vlak, maar toch is er al meer activiteit te bespeuren onderweg. We hebben het gevoel door Vlaamse Polders te fietsen, wat wel een goed gevoel heeft.
We dwarsen de Po, en volgen die eventjes, om dan aan te komen op de stadscamping van Ferrara. Die blijkt heel ruim en rustig te zijn! De plaatsen zijn vrij te kiezen en de receptionist wijst ons de weg naar een heel hulpvaardige fietsenhersteller. Dit is nodig want het gewicht van de fietstassen aan het voorwiel, en de soms mindere wegen, eisen hun tol! De bagagedrager is reeds op verschillende plaatsen afgebroken en heropgelapt met snelbinders, maar nu zijn ook enkele vijzen afgebroken . Een boormachine en vakmanschap zijn dus nodig.
De stad, rondom versterkt met vestingsmuren (vergelijkbaar met Ieper) heeft een Middeleeuwse kern met versterkte grote paleizen. Het kost ons wat moeite om de toffe plekken in de stad te ontdekken, maar even later genieten we toch van onze apéritivo tussen het jonge volkje van Ferrara!
Vanmorgen verliep alles vlotjes, de achterband van de fiets van Xavier werd vervangen en de fiets loopt weer supersnel.
We zoeken nog even in de binnenstad een internetcafé maar die zijn allen definitief gesloten ( slechte business). Na enkele kopjes sterke koffie zijn we de snurkers van vannacht al vergeten. De tenten stonden zó dicht bij elkaar dat oordoppen noodzakelijk waren! Appels, peren, meloenen en perziken verleiden ons overal op de rit, maar overal staan bordjes: verboden vruchten te plukken! Gisteren zagen we zelfs nog kiwi's groeien!
Het landschap is vlak, landelijke, saai, arm en slecht onderhouden (zo ook de wegen). Alles straalt desolaatheid en armoede uit, en ook het weder bleef grijs!
Het is dus niet onze leukste fietsdag, maar hopen op een toffe eindhalte: Montagnana. Een ommuurde middeleeuwse stad met 24 torens en 4 stadspoorten. Prachtige oude gebouwen, maar ook de stad bruist niet van het leven, en is in verval.
Soulaas vinden we op het centrale marktplein met enkele leuke terrassen en gebouwen met gaanderijen. Morgen waarschijnlijk meer van dat...
Dinsdag 26 juni 2011 86 km lekker warm, halfzonnig weer camping Castel San Pietro
Door het heerlijke bed en de donkere kamer hebben we ons eindelijk eens overslapen. Vakantie!
Ook het ontbijt was in orde. Door een halfplatte band en een slechtwerkende pomp; eerst op zoek naar een tankstation. Na een moeizame start reden we verder zuidwaarts. De appels maakten plaats voor wijngaarden, en het dal werd opnieuw smaller.
Vòòr Rivoli was er geen plaats meer in het dal voor de Adige, de snelweg, de spoorweg, het fietspad en de oude autoweg. Dus moesten wij flink de bergflank op als afscheid van de Alpen. Daarna volgden we een kanaal richting Verona, ondanks een opnieuw leeglopende achterband.
De oorzaak is een beschadigde buitenband die we morgen best zouden vervangen.
De camping in Verona blijkt na enig zoekwerk boven op een heuvel bij Castel San Pietro te liggen. Onze slaapplaats is klein maar ligt knus onder een arcade van wijnranken. Op de camping heerst een gemoedelijke, nonchalante sfeer, die ons wel bevalt. Op verschillende plaatsen zijn er terrassen met stoelen en banken, en een grandioos uitzicht over de stad.
Verona blijkt naast het obligate Romeo en Julia-balkon en de beroemde Arena waar in het zomerseizoen elke dag operavoorstellingen worden gehouden, een erg gezellige stad te zijn. Vanaf nu hebben we pas echt het gevoel in Italìa te zijn, wat ons vakantiegevoel een extra kick geeft. Na het beklimmem van de meer dan 230 treden, schrijven we met een goed gevoel, en in het gezelschap van een lekkere Veronese wijn, met zicht op de lichtjes van deze stad, ons verslag van vandaag.
120 km zon en wolken 's morgens fris, lekker weer in de namiddag
Vanmorgen vlotjes de tent en reistassen op een droge manier kunnen samenpakken en op de fietsen vastmaken. Helaas stond mijn achterband plat toen we wilden vertrekken. Met de nodige ervaring ging het al bij al vlug om de binnenband te vervangen en te vertrekken. Eerst nog eens langs bij een pompstation om de banden, dankzij een speciaal ventiel, onder de nodige druk te zetten om ons en de bagage perfect te kunnen torsen.
Na een paar kilometers eens stoppen voor een italiaans ontbijt (croissants met crème en sterke koffie) en dan richting Bolzano. We volgen de Adige ( of Etsch) en haar dal naar het oosten. Vanaf Bozen rijden we verder naar het zuiden. Het is fris, maar de zon komt tussen de wolken priemen. We fietsen nu in het verlengde van de route van de Brennerpas richting het Gardameer. Het gaat heel vlot, de rustdag van gisteren heeft ons blijkbaar veel deugd gedaan.
Tegen de middag hebben we reeds 70 km gereden en we besluiten om vandaag 2 etappes uit het Reitsma boekje te combineren. Appelgaarden zullen ons gans de route verleiden. Gele, rode en groene appellen hangen hier met tonnen aan de bomen. Iets hoger zijn er wijnvelden en helemaal bovenaan, de laatste ruwe alpentoppen met enkele stoere burchten.
we verlaten Trento, de naar het schijnt eerste echte italiaanse stad, links liggen en trappen naarstig door tot Rovereto (120km) ! Een klein stadje, die op dezelfde hoogte ligt als de bovenzijde van het Gardameer.
Na wat zoeken vinden we een B&B die nog een kamer vrij heeft voor ons, en spoeden ons naar het centrum. Het blijkt een héél oud stadje te zijn met kleine autovrije straatjes en heel charmante pleintjes. Tijd voor een Aperol-Spritz en lekkere maaltijd in een hippe osteria. ( wijnbar- restaurant)
Nog eens contact nemen met het thuisfront, en enkele vrienden en vlug naar bed.
Vanmorgen zijn we opgestaan met zicht op het kasteel van Naudersburg, een paar km vóór de Reschenpas. Na 2 weken zitten we reeds op een zucht van Italië. Het gaat wat vals-plat naar de grensovergang. De Reschenpas heeft een hoogte van 1520m, maar die hebben we reeds achter de rug.
Daarna fietsen we Zuid-Tirol binnen (Trento Alto-Adige) eigenlijk qua sfeer, uitzicht en taalgebruik nog vollop Tirol op zijn Oostenrijks.
Langs een nieuw aangelegde fietspad door de alpenweiden, gaat het gestaag op en neer. We rijden langs de Reschensee, een in 1950 aangelegd stuwmeer. Door de aanleg van het kunstmatige meer verdween een groot deel van Reschen en ook het dorpje Graun onderging het zelfde lot. Alleen het bovenste deel van de kerktoren steekt nog boven het water uit!
Dan gaat het kronkelende fietspad steil (gelukkig voor ons in de goede richting) naar Glurns. Dit is een klein stadje die volledig ommuurd is en enkele mooie versterkte stadspoorten heeft. Voldoende reden dus om er te stoppen voor koffie en krachtvoer.
We volgen de Adige stroomafwaarts. Naarmate de kilometers stijgen op onze teller, wordt de rivier breder en woester. De fikse tegenwind wordt gecompenseerd door de afdalende route naar Meran. Ondertussen moeten we eens schuilen voor een regenvlaag, maar het is toch duidelijk warmer dan aan de andere kant van de pas.
In het dorpje Laas, berucht voor zijn spierwitte Lasa-marmer, stoppen we voor een toast.
Vanaf nu rijden we langs imense appelboomgaarden en enkele wijnvelden, omgeven door hoge bergen, verder naar Meran. Dit chique kuuroord bezochten we reeds vroeger, en dus is het voor ons een beetje thuiskomen. De promenade langs de Passer, met oleanders en palmbomen, geeft deze stad een erg Mediterane sfeer.
We besluiten hier ook morgen te blijven. Ondanks het zogezegde microklimaat zal het vannacht ook weer regenen. Leve de camping.