Inhoud blog
  • 22e dag - donderdag 12 februari 2015 -Koh Samui-Bangkok-Amsterdam
  • 17e t/m 21e dag - zaterdag 7 t.e.m. woensdag 11 februari 2015 Koh Samui
  • 16e dag - vrijdag 6 februari 2015 - Surat Thani-Koh Samui
  • 15e dag - donderdag 5 februari 2015 - Kanchanaburi-Nakhon Pathom-Bangkok-Surat Thani
  • 14e dag - woensdag 4 februari 2015 - Kanchanaburi
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Thailand 2015
    22/01/2015 - 12/02/2015
    12-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22e dag - donderdag 12 februari 2015 -Koh Samui-Bangkok-Amsterdam

    In de ochtend volgt de transfer naar de luchthaven van Koh Samui, vanwaar we naar Bangkok en vervolgens door naar Nederland vliegen. Aankomst in Amsterdam op dezelfde dag.

     Vlucht van Koh Samui naar Bangkok om het uur en duurt 1u5 min (+/- 260€ per man)

     Terugvlucht: Do 12-02-2015, Bangkok - Amsterdam

    Aankomstplaats

    Maatschappij

    Vlucht

    Klasse

    Vertrek Aankomst


    SCHIPHOL

    Eva Air

    BR 075

    Economy

    12:55 - 19:35 uur


    12-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17e t/m 21e dag - zaterdag 7 t.e.m. woensdag 11 februari 2015 Koh Samui

    Vanaf vandaag kunnen wij wat later ontbijten en hier vinden we naast het brood om te roosteren ook ovenvers brood. Nog een primeur deze reis; er staat ook kaas, hesp, salami en spek op het buffet.

    De volgende dagen brengen wij door met wandelen langs het strand, goed ingewreven tegen de zon die fel doorbrand en wandelingen naar het dorpje 3km verderop waar wij wat souvenirs sprokkelen. Ik ben 2 kleedjes rijker en Jean neemt lampjes in kokosnoten mee. Wij drinken af en toe een lekkere cocktail in een bar op het strand en wij laten als masseren.

    Hoewel wij besloten hadden om niet meer rond te reizen, schrijven wij ons de tweede dag toch in om op maandag een boottrip te maken naar Angthong Marine Park.

    Wij zijn een hele dag op zee en varen naar het schitterende Nationaal Zeepark Ang Thong. Bij de eerste aanlegplaats doen wij een klim naar een ingebed meer. Wij hebben hier een schitterend uitzicht op het binnenmeer en de zee met al haar eilandjes. De kalkstenen rotsen op de eilanden zijn weelderig begroeid. Terug beneden varen wij naar een volgende aanlegplaats waar wij via een erg wiebelende steiger naar een parelwit strand gaan. Op de witte stranden staan wuivende palmen en wij kijken uit naar de eilanden die omringd zijn door koraalriffen. De kleur van het zeewater is helder turquoise. Een tropisch paradijs.

    De naam van het park, Ang Thong, oftewel ‘Gouden Kom’, verwijst naar de blauwgroene zeewaterlagune. Het verhaal gaat dat Alex Gardner, schrijver van de bestseller ‘The Beach’, hier op Ang Thong zijn inspiratie opdeed. Het boek is later verfilmd, met Leonardo DiCaprio in de hoofdrol. De beelden voor de film zijn niet geschoten op Ang Thong maar op Ao Maya op Kho Phi Phi.

    De volgende dagen wordt er nog duchtig wat afgewandeld maar ik slaag er toch in om een 4-tal uurtjes aan het zwembad door te brengen. 's Avonds eten wij in een van de omliggende restaurantjes en zoals meestal zijn diegene die langs de baan liggen lekkerder dan die op het strand, maar daar is het natuurlijk veel romantischer. Op één van deze restaurantbezoekjes komen wij in een tumult van bodyguards en security terecht. Blijkt dat familie van de koning in het hotel naar het onze verblijft.

     Accommodatie: Chaba Cabana Beach resort & Spa  160 Moo Bo Phut 2  84320 Koh Samui 

    Tel:    006677231350-9

    11-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16e dag - vrijdag 6 februari 2015 - Surat Thani-Koh Samui

    Om 6u kruip ik tussen de ijzeren ladders en valiezen door om naar het toilet te gaan en Jean is ook al wakker. Buiten is het nog donker en alle groene gordijntjes zijn nog gesloten. Als wij terug bij onze plaats komen, staat dat mannetje van gisteren, naast ons bed. Binnen de kortste tijd zijn onze bedden terug omgevormd tot zitbanken, maar het hierbij gemaakte lawaai is de wekker voor de rest van de nog slapenden in onze wagon.

    Aankomst om 8u30 op het station van Surat Thani en iedereen moet zijn valiezen zelf van de trein sleuren en op het voetpad voor een eethuis op de stoep verzamelen. Hier krijgen we ons ontbijt: brood, roereieren met spek, confituur en thee of koffie. Jean heeft hier thee leren drinken want hij heeft last van zijn maag als hij altijd koffie drinkt, raar maar waar!

    Na het ontbijt worden we door een dubbeldek, discobus opgepikt. Met deze luxebus rijden wij naar de pier bij Don Sak, vanwaar wij per ferry naar het eiland Koh Samui varen in 90 min. Roger gaat niet mee op de ferry en neemt hier afscheid van iedereen. Jean kan hem nog juist op het laatste ogenblik een centje toesteken want het is een man met een peperkoekenhart. Hij is enorm in de weer geweest met al de zieken en zoveel zieken als deze reis hebben wij nog nooit meegemaakt. Niet de gewone diaree maar longontstekingen, griep, verkoudheden ... Er was een dame (Rita) in de groep die alleen de twee eerste dagen goed was en daarna heeft zij altijd in 't ziekbed gelegen. Plezante reis waar je centjes voor betaald hebt en waar je niets aan hebt!

    Als wij van de ferry komen, neemt een dame van de dezelfde firma het van Roger over. Op Koh Samui wonen rond de 40.000 mensen, 90% daarvan is Boeddhist. Het is een ontzettend mooi eiland met veel natuur en variatie. Koh Samui was ooit een eilandje voor de visserslui. In de loop van de tijd is het uitgegroeid tot een toeristische trekpleister. In de vroege jaren ’70 kwamen de eerste backpackers naar het eiland. In die tijd stonden er slechts een paar bungalows en de bezoekers kon je op één hand tellen. Het eiland veranderde in de jaren ’90, toen veel toeristen met boten naar Koh Samui kwamen. Vandaag de dag is Samui na Phuket het tweede meest populaire eiland van Thailand.

    Het is misschien niet het mooiste eiland, maar als je goed zoekt, vind je echt wel witte stranden, helder zeewater met fraai koraal en idyllische watervallen. De ontwikkeling van Koh Samui gaat zo langzamerhand zijn tol eisen en het is hier afgeladen vol. Het weerpatroon op Koh Samui ligt wat anders dan in de rest van Thailand. Van april tot en met september is het meestal droog op het eiland, terwijl de rest van het land dan regenseizoen heeft. Van oktober tot en met december is het juist erg nat op Koh Samui. Het droge en meest aangename seizoen op Samui loopt van januari tot en met maart.

    Op Koh Samui komen we toe in Nathon, de haven van het eiland, waar we door 3 luxe minibussen opgepikt worden en naar het hotel gebracht worden waar we onze 6 laatste nachten in Thailand zullen doorbrengen. Wij krijgen met ons tweetjes een enorme kamer met plaats voor 3 personen en een groot terras. Alleen weten wij dan nog niet dat wij veel last zullen hebben van een airco met kuren. Nadat wij onze valiezen wat opengelegd hebben en een douche gaan wij op zoek naar een restaurantje waar we iets anders kunnen eten dan rijst, bami, mihoen, mie, glasmie....   Wat de verschillende regionale keukens van Thailand met elkaar verbindt is dat zij vijf smaaksensaties met elkaar proberen te verenigen in een maaltijd, en soms ook binnen één gerecht: heet (pittig), zuur, zoet, zout en (optioneel) bitter. Ook het enthousiaste gebruik van grote hoeveelheden verse kruiden in gerechten is wat de regionale Thaise keuken verbindt en apart zet van vele andere keukens. Maar wij zijn het beu. Wij merken onmiddellijk dat het geen probleem zal zijn om hier iets anders te vinden en Jean zweert dat hij de eerste maand niets rijstachtig meer zal eten...

    Accommodatie:  Chaba Cabana Beach resort & Spa       160 Moo Bo Phut 2  84320 Koh Samui 










    06-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15e dag - donderdag 5 februari 2015 - Kanchanaburi-Nakhon Pathom-Bangkok-Surat Thani

    Deze morgen vertrekken we weer om 8u, om een kijkje te nemen op de drijvende markt van Damnoen Saduak, de grootste van Thailand. Via een onvergetelijke boottocht door de kanalen in een grote longtail-boot worden wij naar de drijvende markt gebracht. Hier stappen we in een klein roeibootje over en varen (=wringen) ons tussen de andere boten en verkopers door. Er wordt op gehamerd om onze handen binnen de boot te houden en nu snappen we waarom. Er wordt in de talloze bootjes op het water en in de kraampjes langs de waterkant druk gehandeld en gekookt. Wij zijn hier nog tamelijk vroeg en dat is de beste tijd want dan komen alle bootjes van de lokale mensen om hun waar te verhandelen. Wij zien hier vele exotische vruchten zoals banaan, pomelo, guave, kokosnoot, mango, ananas, doerian, rozenappel en andere lokale vruchten.

    Verder wordt er nog van alles verkocht; alle dagelijkse benodigdheden, handgemaakte producten, groentes en andere etenswaren. Het is prachtig om te zien hoe een complete keuken is gebouwd in een klein bootje! De beste manier om te genieten van een originele Thaise noedelsoep of vers bereide Pad Thai (gebakken noedels) is hier in een bootje op het water. Een deel van de charme is dat de meeste handelaren gekleed gaan in traditionele donkerblauwe kleding met de iconische driehoekige strooien hoed, de favoriet van de Thaise boeren. Nadat we uitgestapt zijn, lopen Jean en ik langs de kraampjes bij het water en tussen de kanalen. Vanop een brug hebben wij een mooi uitzicht en de foto's worden aan hoog tempo opgeslagen.

    Na een koffiestop bij 'Cabbages and condoms'  rijden we verder naar Nakhon Pathom voor een bezoek aan de boeddhistische Phra Pathom Chedi, met 127m de hoogste stoepa van Thailand.  Wat Phra Pathom Chedi, betekent ´de eerste stoepa´ en is niet alleen de hoogste stoepa maar ook een mooi bouwwerk met een boeiend verhaal. Hoewel Boeddha nooit in Thailand is geweest, vertelt een legende dat hij in Nakhon Pathom heeft uitgerust na een lange wandeling. De oorspronkelijk Phra Pathom Chedi zou ter ere hiervan zijn gebouwd. Het eerste bouwwerk leek met zijn omgekeerde komvorm en zijn 39m hoge spits op Ashoka`s stupa in het Indiase Sanchi. Volgens de plaatselijke overleving is de chedi echter in de 6e eeuw gebouwd door de vondeling Phraya Pan, nadat hij de wrede Monkoning had vermoord en ontdekte dat hij zijn zoon was. In de huidige chedi staan beelden van vader en zoon. Door enkele renovaties is de top van de chedi hoger geworden. Allerlei interessante bezienswaardigheden omringen de chedi, zoals Boeddhabeelden, heilige bomen, musea en ceremoniegebouwen. De grootste verrassing is echter de grote hoeveelheden geld die hier in handen van de monniken komt door de offergaven van de pelgrims. Overal waar je kijkt zie je offerbakken en mogelijkheden om geld of levensmiddelen te offeren. Tim en Roger doen hier ook een offerceremonie om te danken voor de goede reis. Zij offeren geld en rijst en er wordt een ceremonie uitgevoerd met een kruikje water terwijl de monnik allerlei onverstaanbare gebeden opzegt via een luidspreker. Een raar zicht om een mooie, jonge Westerling zo te zien opgaan in een godsdienst die zo ver van ons afstaat.

    Na ons laatste bezoek aan een Boeddhistische bidplaats rijden we naar een hotel in Bangkok op 10 min van het station. Wij zijn veel te vroeg maar onze gidsen zeggen dat het verkeer in stad onvoorspelbaar is en de trein wacht niet. We krijgen de tijd om te voet door de stad te kuieren, maar zoveel is er nu ook niet te zien behalve de traditionele eetkraampjes en de mensen met hun plastiek zakjes met eten en drinken in. Het blijft een raar zicht. Jean en ik installeren ons de hall van het hotel voor een gezellige babbel tot aan het diner. Het eten is zeer pikant en niet warm. Tegen als iedereen gedaan heeft, worden er nog schotel bijgebracht. Wat een verspilling!

    Na het diner rijden wij richting station waar we de nachttrein van 19u30  verder zuidwaarts naar Surat Thani nemen. Tim gaat nog mee het station binnen om ons op de trein te helpen en dan neemt hij afscheid want overmorgen vertrekt hij al met de volgende groep. Op de trein heeft iedereen een genummerde plaats; wij zitten per koppel aan weerszijden van de middengang en de bagage staat in rekken in deze gang. Dus als je naar het wc wilt, is het slalommen en wat wringwerk om elkaar te kruisen. Als het donker wordt begint een kerel alle zitplaatsen om te bouwen naar slaapplaatsen en dat neemt maar 2 à 3 min in beslag per 2 slaapplaatsen. Ik zal die groene gordijntjes niet snel vergeten. Ik hoop dat ik deze nacht kan slapen want Jean die boven ligt, zal morgen zeker uitgeslapen zijn.

     Route: 200 km tot Bangkok met bus + ca 550 km met trein tot in Surat Thani

    Periode: van donderdag 05-02-2015 t/m vrijdag 06-02-2015  in de nachttrein van Bangkok naar Surat Thani.

     


































    05-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14e dag - woensdag 4 februari 2015 - Kanchanaburi

    14e dag - woensdag 4 februari 2015 - Kanchanaburi

    Na het ontbijt vertrekken wij voorzien van zwempak, handdoeken, zonne- en muggenmelk naar de Erawan watervallen in het Nationaal Park waar wij na 80km toekomen. Deze watervallen bestaan uit zeven ‘trappen’ die wij  via een avontuurlijk pad door de jungle kunnen bereiken. Niveau 1 is via een wandelpad bereikbaar maar om niveau 2 te bereiken moeten wij al trappen doen. Elk niveau ligt wat verder weg en is moeilijker te bereiken. Jean en ik besluiten om door te gaan tot het ons echt te veel wordt. Middenin een dichtbegroeide, groene jungle, zien wij over de rotsblokken helderblauw water naar beneden stromen. Het water komt uit in verschillende terrassen, waar we de bladeren op de bodem ziet liggen en de scholen vissen voorbij zien zwemmen. Lachende toeristen spetteren in het heldere water en maken selfies in alle mogelijke posities. Bij iedere trap haken mensen af, waardoor het steeds rustiger wordt maar ook steeds mooier. Ook zijn er watervallen met witte kalkafzettingen tegen de rotsen en bomen, waardoor het water een melkachtige, blauwwitte gloed krijgt. En natuurlijk is er de laatste waterval op niveau 7: een grote, waterval die naar beneden klettert over grote, witte rotsen maar die hebben wij niet gezien want wij zijn op niveau 6 op onze stappen terug gekeerd. Ons diploma van berggeiten was ontoereikend: Jean en ik zijn blij dat we hier in gelukt zijn, al is het op ons tragere maar eigen tempo. Wij waren ooit in Plitvice in Kroatië en vonden dit maar een flauw afgietsel. Wij zijn er in elk geval in gelukt om de tocht binnen de voorop gestelde tijd te doen wat niet van iedereen gezegd kan worden (45min vertraging). Er worden dan ook boze opmerkingen gemaakt achteraan in de bus.

    Wij gaan lunchen in een restaurant dat gelegen is tussen de Kwai en het Japanse spoor van Birma naar Thailand. Wij hebben nog even de tijd om een stukje langs de spoorweg te lopen en zien heel goed hoe het spoor uit de rotsen is gekapt en over houten viaducten loopt. Langs het spoor komen wij bij een Boeddha die in een grot staat. Dieper in de grot zouden er kleine vleermuizen moeten zitten, maar omdat er zoveel mensen rondlopen, vinden Jean en ik het niet de moeite om ze te gaan zoeken. Op de terugweg stoppen we even aan een inham om apen te lokken met mais en bananen. De makaken zijn wel heel mak maar ik vertrouw ze toch niet verder dan dat ik ze zie.

    Na 200km komen we terug bij ons hotel aan en iedereen haast zich naar het zwembad want aan een paar uurtjes ‘niets doen’ hebben wij echt behoefte.

    Tim heeft ons al heel de reis beloofd dat hij ons ons terug 18jaar zou doen voelen en nu moet hij zijn woord eer aan doen. Om 19u vertrekken we voor een verrassingsavond. Als wij langs de Kwai rivier stoppen, gaan wij aan boord van een varend restaurant. Zodra we ons welkomstdrankje gekregen hebben, begint een sleepboot ons weg te trekken, de trossen worden losgegooid en het vlees wordt op de BBQ gelegd. Vanaf het midden van de rivier hebben we een mooi zicht op de verlichte gebouwen van Kachanaburi. Als wij uitgenodigd worden aan tafel, begint een DJ oldies uit de jaren 70 en 80 te spelen en zelfs Nederlandstalige songs. Op het einde van het diner varen we tussen onverlichte oevers, maar wij krijgen stilaan een verlichte brug in het zicht. Dit blijkt de ‘Bridge over the Kwai’ te zijn. Romantischer kan het moeilijk. De dansvloer loopt leeg en iedereen staat zich te vergapen aan een brug… Na de brug keert de boot en een beetje later slaagt de DJ er in om een groot deel van ons terug aan het dansen te krijgen. Zelfs ik krijgt Jean op de dansvloer dus dat betekent dat er ambiance is. Dit feestje gaat door tot we terug aangemeerd zijn. Van een geslaagde verrassing gesproken.

    Route: 200 km

    Accommodatie:  Pung Waan Resort en Spa  Moo 2 Tumbol Thamakham 72-1  71000 Kanchanaburi      

     




















    04-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    03-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13e dag - dinsdag 3 februari 2015 - Phitsanulok-Kanchanaburi

    Voor de zoveelste keer wake-up cal om 6u en om 7u30 vertrek naar Kanchanaburi. De voormiddag is rijden en rijden, onderbroken door een koffiestop en een lunch in een zeer mooie omgeving. De prachtig aangelegde tuinen vragen om gefotografeerd te worden. Sabai, sabai zegt onze gids maar wij vinden het toch weer ‘hop, hop’ de bus in en op naar de imposante Wat Muang in Angthong, met het grootste, zittende Boeddhabeeld (92m hoog en 63m breed) van Thailand. De bouw van het standbeeld startte in 1990 en eindigde in 2008. De Grote Boeddha van Thailand is gemaakt van cement, baksteen, beton en is geverfd met goudverf. Binnenin de tempel wordt al 14 jaar in een glazen kist het gebalsemde lijk bewaard van de initiatiefnemer van dit bouwsel.

    Bij het naderen van de tempel valt mij al van ver het enorme beeld op dat boven de bomen uitsteekt. Als wij de tempel binnen komen zegt Jean onmiddellijk:’ Is dit een tempel of een Thaise koppie van de Efteling?’ Het is een nieuwe tempel en een van de weinige die een voorstelling geeft van de hel en de hemel (de Boeddhisten geloven hierin). De hel is voorgesteld met veel folteringen en bloed dat alle kanten uitspuit: ‘een gruwel Efteling’. Het is waarschijnlijk menselijk, maar we willen in alles een ander overtroeven. Waar het in het Westen om de snelste auto, de hoogste parachutesprong, de grootste pizza… gaat, is het in boeddhistische kringen niet anders,.. dat zijn ook maar mensen. Zij willen het grootste Boeddhabeeld. Het Guinness book of records staat vol van onze uitspattingen.

    Na een te kort bezoek vertrekken we naar  Kanchanaburi de hoofdstad van de provincie Kanchanaburi. Deze plaats is vooral bekend door de film "Bridge over the river Kwai". Tijdens Wereldoorlog II werkten duizenden geallieerde soldaten als krijgsgevangenen aan de Birmaanse aanvoerroute. Die moest een verbinding vormen tussen Thailand en Birma. Meer dan 16.000 geallieerde soldaten en zo'n 100.000 Aziatische stierven tijdens de aanleg van deze 415 km lange spoorlijn. Volgens de Japanse ingenieurs zou dit traject slechts na 5 jaar klaar zijn maar het Japanse leger joeg zijn gevangenen zo bruut en onverbiddelijk op dat de spoorlijn na 16 maanden klaar was. Vooral het klimaat, ondervoeding, mishandeling, tropische ziekten en het helse werktempo zorgden voor hoge sterftecijfers. Alle doden werden bij de kampen of langs de spoorlijn begraven en de Thais hebben ervoor gezorgd dat de lijken opgegraven werden en daarna op kerkhoven begraven zijn.

    Eerst brengen wij een bezoek aan het JEATH (Japan, Engeland, Australië, Thailand, Holland) oorlogsmuseum, wat zeker de moeite is. Op een aangrijpende manier wordt deze lugubere periode uit de geschiedenis in beeld gebracht aan de hand van foto’s, tekeningen en krantenartikelen. Wij "voelen" er in welke omstandigheden de soldaten en burgers onder dwang de spoorlijn aanlegden. Het museum is een replica van de bamboe hutten waar de krijgsgevangenen in verbleven. Na nog 10 min rijden komen wij bij de erebegraafplaatsen: 1 voor de Chinese soldaten en 1 voor de geallieerden. Ongeveer 7000 krijgsgevangen soldaten die meewerkten aan de Dodenspoorlijn kregen hier een laatste rustplaats.

    We rijden naar Nam Tok aan het station waar 'de brug over de Kwai' begint. De toen gebouwde metalen brug die op beton pijlers rust, is tijdens de oorlog regelmatig door bombardementen en sabotage vernield, maar steeds door de krijgsgevangenen hersteld. Het zijn steeds de twee middelste stukken die gebombardeerd werden. Deze stukken zijn met vierkanten overkappingen en de anderen zijn rond. De film werd opgenomen in Siri Lanka en geeft een houten brug weer.

    Na een rit van 454km krijgen we een diner in ons hotel ‘De Zoete Bij’. Daarna blijven wij en nog een paar koppels in de bar hangen voor een gezellige babbel en een dansje op de tonen van live muziek. Rond 22u vertrekt iedereen naar zijn bed.

    Accommodatie:  Pung Waan Resort en Spa    Moo 2 Tumbol Thamakham 72-1    71000 Kanchanaburi   

     
































    03-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12e dag - maandag 2 februari 2015 - Chiang Mai-Lampang-Sukothai-Phitsanulok

    Na het ontbijt gaan wij op 8u op weg naar Lampang, gelegen in het noorden van Thailand. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie. In deze drukke stad met veel winkelstraten zien wij veel indrukwekkende tempels met mooie Boeddha beelden. Wij stoppen hier slechts om te lunchen en daarna rijden we verder naar het Sukhothai Historical Park.

    Het eerste Thaise koninkrijk stamt uit 1238 en het werd gesticht na een overwinning op het Cambodjaanse Rijk. Sukhothai betekent: ‘Rising of Happiness’ en was de toen de hoofdstad en het ligt midden in Thailand, ruim 400km ten noorden van Bangkok.  Sukhothai Historical Park heeft binnen de oude muren 21 historische sites waarvan vier grote (het koninklijk paleis is het belangrijkste) en daarnaast nog 70 binnen een straal van 5 kilometer. Het lukt ons absoluut niet om in 2 uurtjes alles te zien zelfs al rijden wij met een fiets. De Wat's (tempels) van Sukhothai zijn minder vervallen dan die in Ayuthaya en liggen er idyllisch bij.  Wij zien immense Boeddhabeelden en restanten van tempels omringd door lotusvijvers. Na een korte rit stoppen we bij Wat Mahatat die te herkennen is aan de grote witte Boeddha met de oranje sjaal. De architectuur van de tempels is voornamelijk gebouwd in de typische klassieke lotus-bud Chedi stijl. Wat Mahathat is voltooid in de 13de eeuw en omgeven met muren; de oppervlakte is 200m breed en 206m lang. De chedi ‘s zijn voorzien van het beroemde lotus motief en een aantal Boeddha’s zitten nog steeds naast de verwoeste kolommen. Er zijn 108 chedi’s binnen de klooster muren, genoeg te ontdekken dus…...

    Vanaf dit punt wordt het een wielerwedstrijd. Als Jean en ik stoppen om een foto te nemen, moet Jean de groep in het oog houden om de achtervolging in te zetten. De Wat Sra Si ligt op een eilandje, en herbergt een zwarte Boeddha. In een straal van 5km rond de oude stad liggen nog eens een 70-tal tempels. In deze periode ontstond ook het Thaise alfabet. Dat dit een gouden periode was, is nu nog steeds te zien aan de glimlach op de Boeddhabeelden uit die tijd. De Sukothai-periode duurde tot het midden van de 14e eeuw. Het was een schitterend park maar de tijd die wij hier kregen was veel te kort: beter een koffiestop minder en hier wat meer tijd spenderen.

    Wij rijden door naar Phitsanulok; de provinciehoofdstad met ca. 100.000 inwoners en het verkeersknooppunt van de regio. Na het diner in het hotel vertrekken we in een lange kolonne riksja’s onder politiebegeleiding naar een marktje waar je schorpioenen, waterkevers, zijdewormen en andere lekkernijen kan eten. Mmm… Ik heb het niet geprobeerd maar anderen hebben een ‘lekkere’ dikke watertor gegeten. Als zij diarree krijgen, zullen zij ten minste weten van wat. Iets verderop lopen we over een plaatselijk nachtmarktje. Meer kleren dan iets anders en overal hetzelfde.  Wat wel opvalt, is dat als wij langs een duikertje van de riolering komen, we achterover vallen van de stank. Wij moeten soms snuiven van de etenslucht die er hangt, maar een lijfreuk zoals bij de Afrikanen ruiken wij hier nooit. Zelfs de armste Thais loopt in schone kleding en onberispelijke staat over straat. Het heeft te maken met beschaving en waardigheid; beide begrippen zijn diep in de samenleving geworteld. De gevolgen daarvan zijn voor westerlingen duidelijk zichtbaar: graffiti zien wij zelden en ook zijn er nergens sporen van vandalisme te zien. Mannen en vrouwen kussen elkaar niet op straat en de ouderen lopen niet hand in hand, maar bij de jongeren is dit al aan het veranderen.                 De snorrende politieagent zorgt dat de rij riksja’s veilig terug aan het hotel geraakt en wij kunnen na een vermoeiende dag van 486km ‘buszitten’ onze beentjes te rusten leggen in een bed.                                Route: 486 km

    Accommodatie: HOTEL Mayflower Grande hotel    Sanambin Road 39   65000 Phitsanulok   

     
























    02-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11e dag - zondag 1 februari 2015 - Chiang Mai

    Vandaag een vrije dag maar als je dacht dat wij eens langer in onze nest mochten blijven liggen ….. Om 8u staan wij al gewassen en gevoed terug op het bordes van ons hotel. (Het taaltje van die Hollanders begint door te sijpelen)

    Wij gaan een fietstocht maken op het platteland. Met minibusjes rijden wij tot buiten de stad. Onze chauffeur was even het noorden kwijt en deed er dus dubbel zo lang over als de andere. Net naast een tempel krijgen wij een Trek mountainbike met verende voorvork en een aërodynamische helm. Elegant …. Met een Engels sprekend meisje als gids fietsen wij zo’n 4u en 29 km langs niet-toeristische plekjes rond Chiang Mai. Wij maken verschillende stops maar echt mooi is het hier niet. Wij komen langs een revalidatiecentrum voor gehandicapten, een hospitaal en traditionele verbrandingsplaats voor overledenen, wat plantages en een paar kleine dorpjes en de lang verwachte rijstvelden, maar dat viel flink tegen want we zien alleen een kweekbed dat nog moet uitgeplant worden. Na Java en Bali zal elk rijsveld voor ons wel een teleurstelling zijn.

    Op de middag krijgen wij een lunch aangeboden van weer gefrituurde kip met gewokte groentjes, rijst en nog twee andere schotels. Sommige Nederlanders eten ervan alsof zij kreeft voorgeschoteld krijgen.  Jean krijgt het stilaan op zijn heupen van al dat Thais eten en als ik nu niet vermagerd ben, is het hopeloos. De wc hier maakt ons weer wat slimmer: als je geen plaats hebt voor een wastafel maak dan een tuinslag vast aan een paaltje. Handig want zo zijn je voeten ineens ook netjes. Tim (reisleider) had gezegd dat het heel goed doenbaar was, maar het is toch ietwat afzien vanwege het glooiende karakter van het landschap en ons gidsje begint almaar sneller te fietsen. Ik tracht haar uit te leggen dat zij op Speedy Gonzales lijkt, maar begrijpen doet ze het niet. De anderen worden door een mooie rode songthaew (taxibusje) naar het hotel gebracht samen met Roger, maar ik mag vooraan in een beest van een Isuzu. De Thaise dame aan het stuur blijkt de echtgenote te zijn van een man uit Peer die hier al 20 jaar woont en de fietsenverhuur doet.

    Tegen 15u zijn we terug aan het hotel en om 17u vertrekken wij met een paar songthaew naar de zondags avondmarkt van Chiang Mai. Aziaten zijn notoir slechte auto-, motor- en brommerrijders, dat is algemeen bekend. De Thais zijn daar geen uitzondering op. Sterker nog, we hebben sterk de indruk dat de Thais op het gebied van slecht en zorgeloos rijden Aziatisch kampioen zijn. Want links rijden is de wet, maar rechts rijden is vaak (tijdelijk) veel makkelijker. Sommige deskundigen zeggen dat het feit dat 97% van de Thais Boeddhist is, daaraan bijdraagt. Boeddhisten geloven immers in reïncarnatie, en als je nog een keer terugkomt om een nieuw leven te leiden, hoef je in het huidige leven niet zo voorzichtig te zijn. Tel daarbij op het sterk hiërarchische respect dat de Thais van kindsbeen af wordt aangeleerd, en je begrijpt de enige voorrangsregel die echt werkt in het Thaise verkeer: hoe groter of hoe duurder, hoe meer voorrang! Dit klikt als een grapje, maar het is de onrustbarende werkelijkheid. Net zoals het standaardgedrag van een Thai bij een aanrijding: hard weglopen en nooit meer terugkomen. In Thailand hebben ze ook 4-persoons-brommers! (en soms zelfs 5-persoons)

    Over de markt ben ik vlug uitgepraat: druk, druk … Al wat je je kan inbeelden wordt hier verkocht. Omdat wij beter weten, proberen wij zo snel mogelijk weg te komen van de rand van de markt en ja: een sjaaltje kost eerst 200 Bath dan 150 en uiteindelijk (een heel stuk weg van het drukste deel) kan ik er eentje kopen voor 90 Bath. Om 18u is het wel even een kippenvel moment want dan valt heel het openbaar leven stil; iedereen stopt letterlijk met praten of al wat hij bezig is en door de luidspreker schalt het volkslied. Moest je bij ons eens proberen?Nog typisch voor al deze marktjes is de Thai met een plastiek zakje met eten of drinken in. Thais denken de hele dag maar aan één ding: eten. Niet omdat het zulke veelvraten zijn, maar omdat ze met hart en ziel houden van lekker eten en ze de filosofie huldigen dat je beter 10 keer per dag ‘klein’ kunt eten dan 3x per dag ‘groot’. Dus eten ze de hele dag door. De Thaise porties zijn daar dan ook op berekend behalve als je met Kras op rondrit bent want dan zijn de porties gigantisch. Echt Thais eten is goedkoop doordat Thailand de grootste rijstproducent van ZuidOost-Azië is en er enorm veel groenten en vruchten in het land zelf geproduceerd worden. Voeg daaraan toe dat veel kruiden en andere eetbare zaken bij wijze van spreken langs de weg groeien, dat transportkosten in Thailand laag zijn en dat de loonkosten er een fractie zijn vergeleken met die bij ons. Natuurlijk als zij de toeristen zien aankomen, denken zij dat de dollars in Europa aan de bomen groeien…

    Moe rondgelopen, stoppen wij een armzalige songthaew waar de banken in rammelen en er zelfs geen baar in staat om je aan vast te houden. Voor 100 Bath brengt de man ons tegen een slakkengangetje terug naar ons hotel. Moe en voldaan kruipen wij om 23u onder ons laken.

    Accommodatie:  hotel Mercure Chiang Mai. Changpuak Road 183   50200 Sri Poom, Chiang Mai  














    01-02-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10e dag - zaterdag 31 januari 2015 - Chiang Mai

    Vanochtend om 7u wake up cal en om 8u op naar de Bo Sang, paraplufabriek. Bo Sang is één van de 'Umbrella Villages'. Dit had ik me iets romantischer voorgesteld dan de grote, overdekte werkruimte waar de paraplu's worden gemaakt en de nog grotere verkoophal, waar veel meer spullen dan alleen paraplu's en parasols worden verkocht. We krijgen wel te zien hoe zo'n parasol wordt gemaakt. De paraplu's hebben een houten handvat, baleinen van bamboe en een scherm van geprepareerd rijstpapier, zijde of katoen waarop een patroon wordt getekend. Wij kopen een waaier en laten er een draakje op schilderen. Dit wordt gedaan met een klein puntzakje verf met onderin een klein gaatje, waarmee ze in korte tijd mooie schilderingen kunnen maken.

    Daarna gaan we naar een zijdefabriekje. We krijgen eerst de zijderupsen te zien die zich in een week volproppen met eten totdat ze een cocon worden. De cocons worden gekookt en hiervan spint men de zijde. De sjaaltjes lokken maar ik hou me sterk.

    Als laatste bezoeken we de grootste edelsteenverwerker van Thailand. Sjiek, sjiek en nog eens sjiek. We worden door een aantal gastvrouwen en heren een bioscoopruimte ingeleid waar een film wordt getoond in het Nederlands over het bewerken van edelstenen. Daarna worden we als een kudde koeien een deur doorgestouwd een edelsmederij in. We zien hoe sieraden en beeldjes van natuursteen gepolijst en gezet worden. Gastvrouwen staan bij je en houden je in de gaten, verder gaat de sliert toeristen. Zoals te verwachten worden wij dan naar de showroom geloodst. Verkoopsters blijven als sticky rice” aan je plakken. Een grote hal vol met vitrines met sieraden van smaragd tot emerald. Een paradijs voor elke vrouw die van juwelen houdt en wie houdt daar nu niet van? We kopen een paar oorbelletjes met 2 pareltjes. Alle mannen moeten hier hun portefeuille boven halen en de dames en heren die de centjes in ontvangst nemen bukken als knipmesjes en doen de ‘wai’ begroeting. 

    De Thais groeten elkaar niet handenschuddend, zoals wij westerlingen, maar met een ‘wai'; een combinatie van gevouwen handen en een hoofdbuiging. Dat lijkt eenvoudig, maar dat is het niet: er gaat een heel ritueel achter schuil met sociaal-culturele regels. Hoe hoger de gevouwen handen, hoe meer respect zij betonen.

    Op de terugweg naar het hotel bezoeken we nog een vlindertuin annex orchideeënkwekerij waar wij volgens Tim frietjes met echte mayonaise kunnen eten en inderdaad vinden wij deze tussen de wel 10 andere Thaise gerechten. Dat Thaise gerechten altijd heet (‘spicy’) zijn is overdreven. Weliswaar eten de Thais graag pittig tot heet. In Thaise restaurants en eethuizen staan altijd schaaltjes ‘nam prik’ en ‘nam plaa’ op tafel, zodat je zelf je eten meer ‘spicy’ kunt maken -of juist niet. Na het eten ga ik nog op fotojacht bij de orchideeën en de vlinders.

    Als we in het hotel aankomen hebben we juist 1u voordat wij naar de Thaise massage vertrekken. We gaan per koppel naar aparte lokalen en krijgen een soort veel te wijde pyjama aan. Dan worden wij letterlijk gekneed en uitgerekt van teen tot kruin. Hiervoor gebruiken de masseuses vingers, ellebogen, knieën en voeten. Ik had verwacht dat ik hier geradbraakt ging buiten komen, maar niets is minder waar. Wij komen als herboren uit het massagesalon en ik moest dringend plassen: een emmertje vol schat ik..

    We zijn juist op tijd terug aan het hotel om met een groepje te voet naar de dagelijkse avondmarkt te gaan, wat volgens Tim in 30 min. moet lukken. Na bijna 2u zijn we in de buurt???? van de markt. Wij gaan eerst iets eten in een prachtig restaurant ‘Teak House’ waar het menu uit Duits/Oostenrijkse gerechten bestaat. Niemand geeft het graag toe maar wij waren met 9 personen en er werd niets anders dan schnitzel en cordon blue besteld: lekker zonder rijst.

    Na het diner trekken wij naar de Night Bazaar en lopen langs de honderden kraampjes met al wat je je kan inbeelden. Op een bepaald ogenblik zie ik onderaan een galerij waar een tekenaar carbontekeningen aan ’t maken is. Het was voor mij liefde op ’t eerste zicht maar de anderen zeiden dat ik mij zou blauw betalen. 10 min. later vertrekt de groep naar ’t hotel en wij zoeken een ATM (geldautomaat) terwijl wij op onze passen terugkeren. Die duivelse machine praat natuurlijk alleen Thais! Wij hebben geen €100 meer op zak en ik zie het somber in maar wonder boven wonder wordt er een deal gesloten na afpingelen van 5000 naar 2800 Bath (78€). Na 20 min inpakken, afstoffen en liefdevolle strelingen, krijg ik mijn kunstwerkje in handen en ik betaal er met veel plezier 3000 Bath voor. Die man heeft het meer dan verdiend.

    Voldaan gaan wij rond 11u30 terug naar ’t hotel maar niet meer te voet. We nemen de rode taxi! Die rijden overal in Chiang Mai en je kunt ze op elk moment van de dag op elk gewenst punt laten stoppen. Zeg waar je heen wilt, spreek vooraf een prijs af en een ritje binnen Chiang Mai kost 40 á 50 Baht per persoon. Om 12u30 doen wij het licht in onze kamer uit.

    Accommodatie:  hotel Mercure Chiang Mai. Changpuak Road 183   50200 Sri Poom, Chiang Mai 
















    31-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    30-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9e dag - vrijdag 30 januari 2015 - Chiang Rai-Chiang Mai

    Om 7u30 nemen we afscheid van Chiang Rai en gaan op weg naar Myanmar. Aan de grens kunnen wij zonder problemen oversteken nadat Tim onze paspoorten had afgegeven en wij een toeristenvisumstempel krijgen. Bij de grensovergang merken wij dat wij in een land komen waar de klok minstens 50 jaar teug gedraaid is. De wegen zijn in erbarmelijke staat, de huizen zijn nog armoediger en de mensen kijken hier een stuk stugger.

    Myanmar of Birma (officieel Republiek der Unie van Myanmar) grenst in het noordwesten aan Bangladesh en het noordoosten van India, in het noorden aan China, en in het oosten aan Laos en Thailand. In het zuidwesten heeft het een lange kustlijn met de Golf van Bengalen en de Andamanse Zee (delen van de Indische Oceaan). De hoofdstad is sinds 2005 officieel het centraal gelegen Naypyidaw (bij Pyinmana). De oude hoofdstad Rangoon (Yangon), de grootste stad van het land, wordt door onder meer België, de Europese Unie en de Verenigde Staten nog steeds als hoofdstad beschouwd.

    Over de grens worden wij door tuk-tuks opgepikt en die rijden als echte snelheidsduivels al hotsend over de putten en bulten in het asfalt (wat er nog van overblijft). Zij brengen ons naar een lokale voedselmarkt. Wat op valt is dat de mensen ingewreven zijn met een bruine vloeistof, tanaka om hun te beschermen tegen de zon en ook omdat zij het mooi vinden.

    De tuk-tuks brengen ons dat naar een klooster waar jonge novicen opgeleid worden tot monnik. De jonge kerels zijn de tempel aan ’t boenen en handwerklieden zijn de pilaren aan het versieren met kleine inlegstukjes. Geduldwerk! Wij brengen een bezoek aan de commune die het voedsel voor de monniken bereidt. Wel 15 vrouwen zijn hier aan ’t werk om een enorme hoeveelheid eten te bereiden. Twee mannen staan aan enorme ketels met kokende olie waar hele tonnen vis in gegooid worden. Wij trekken verder door het dorpje waar de mensen nog in primitieve omstandigheden leven. Een groepje vrouwen zit onder een afdak een soort bingo te spelen voor geld. De honden komen aan onze benen snuffelen en we zien de matten waar de mensen op slapen door de deuropening.

    De tuk-tuks brengen ons nu naar de Shwadegon Pagoda boven op de berg. Wij worden aan de ingang opgevangen door een vrouw en een jongetje. Zij vragen onze welke dag wij geboren zijn en wij hebben geluk dat we allebei op een vrijdag geboren zijn, dus mogen wij alles samen doen. Wij krijgen wat bloemen en wierook in onze handen geduwd, een sarong om ons midden geknoopt, onze schoenen uit en een paraplu boven ons hoofd. Pas dan brengen zij ons naar het vrijdag-boeddha-beeldje. Wij moeten 3 kopjes water over het beeldje zelf gieten, 2 over de voeten en 1 over het varken dat ervoor zit. Dan brengen zij ons naar de andere kant van het plein waar wij in de tempel verschillende gouden beelden zien: 1 Birmese, 1 Chinese en een Thaise. Wij mogen ze eerbiedig groeten en dan halen zij de prullen boven en wij kunnen niet anders dan wat centen achter laten. Terug buiten wordt een vogeltje gelost door een van de Nederlanders voor goed geluk. De tuk-tuks brengen ons nu naar een plaatselijke markt waar we wat rondslenteren voor wij terug naar de grens gebracht worden. Die moeten wij terug te voet over en wij krijgen onze passen terug.

    Op Thais grondgebied worden wij door de bus opgepikt en naar het hotel in Chiang Rai gebracht om broodjes op te halen en de rit gaat tot aan ‘cabbages and condoms’ waar wij een kop koffie drinken.

    Onze volgende halte is de Wat Phrathat Doi Suthep, 15 km van Chiang Mai. Deze tempel is voor de Thai een soort bedevaartsoord. Hij ligt op de top van een ca. 1500 meter hoge berg en vervolgens moet je nog een trap van 309 treden op geflankeerd door slangen met drakenkoppen. Wij geraken boven met een liftje. Boven gekomen blijkt dit een van de mooiste tempels tot nu toe, hoewel alle bezochte tempels wel iets speciaals hebben. Er is weer veel goud en bovendien een mooi uitzicht. Oei, nu zeg ik het weer: 'mooi' betekent in het Thais 'schaamhaar'....

    De Boeddha’s staan hier in alle kleuren en groottes en overal hoort wel een verhaal bij.

    Na een lange dag komen wij in ons hotel aan en na een douche ontbreekt het ons aan moed om nog ergens iets te gaan eten dus trekken wij naar een winkel naast het hotel waar we een Frans brood, wat kaas en een stuk chocolade kopen. Lekker smullen en dan ons bedje in want morgen wacht ons weer een drukke dag.

    Accommodatie:  hotel Mercure Chiang Mai. Changpuak Road 183   50200 Sri Poom, Chiang Mai  































    30-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    29-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8e dag - donderdag 29 januari 2015 - Phrae-Chiang Rai

    Onze gids zegt altijd dat dit een ‘Sabaai, Sabaai’ reis is, maar niemand van de groep vindt ze rustig, rustig. Vanmorgen gaat de wekker weer om 6u en het belooft een pittige dag te worden met een vol programma terwijl de meesten van ons behoefte hebben aan wat vrije tijd.... nog geen keer kunnen zwemmen.

    Vandaag vertrekken we al om 7u30 richting Chiang Rai, via het Phayao meer waar we onze eerste sanitaire stop hebben en wij een prachtige ‘Cafe Latte’ kunnen drinken met een stuk appeltaart. Jean lukt er in om zijn tekening bijna tot het einde intact te houden.

    Daarna vlug de bus en op naar de boeddhistische Wat Rong Khun, ook wel de Witte Tempel genoemd. Deze tempel weerspiegelt de reinheid en de wijsheid van Boeddha. Het is een hedendaagse en onconventionele boeddhistische tempel ontworpen door Chalermchai Kositpipat in 1997. Naar verwachting zal de bouw van het complete tempelcomplex pas rond 2070 volledig gedaan zijn en het zal dan uit 9 gebouwen bestaan, waarbij ieder gebouw een eigen betekenis heeft. Bij een aardbeving op 5 mei 2014 met een kracht van 6,3 op de schaal van richter in het noorden van Thailand is Wat Rong Khun zwaar beschadigd geraakt. Wauw! Wow! Whoeha! Vergeet alle tempels die wij hiervoor gezien hebben, want Wat Rong Khun blaast ons letterlijk omver. Wij hebben twee mogelijkheden: ervan houden of het kitsch vinden …..   De intens witte kleur die fel afsteekt tegen de blauwe lucht. De gerimpelde weerspiegeling in het heldere water. De flikkerende mozaïekdeeltjes die ons verblinden. De duizenden fraaie, maar ook bizarre versieringen op, rond en in de tempel. Het is de meest veelzijdige tempel die je maar zult aantreffen in heel Thailand en wij waren er…. welgeteld 30 minuutjes.

    De White Temple is gebouwd in een stralend witte kleur om op deze manier de reinheid van Boeddha weer te geven. Het witte mozaïekglas dat gebruikt is, slaat op de wijsheid van Boeddha. Om de tempel zelf te bereiken, moeten wij eerst over een brug die gebouwd is over de ‘put van de hel’. Beneden in de put bevinden zich vele mensenarmen die angstvallig uit de grond omhoog gestoken worden. Binnenin de Wat Rong Khun tempel valt onze mond nog verder open. Niet omdat het binnen nóg mooier is, met een wassen biddende monnik, maar omdat de muren en het plafond beschilderd zijn met Disney-figuren, ruimtewezens, Spiderman, personages van The Matrix, George Bush en de instortende torens van het World Trade Center. Dat verwachten wij niet. ‘Mijn boodschap is dat er in het echte leven geen helden zijn die je kunnen helpen. Je moet je eigen held worden, in je eigen hart op zoek gaan naar moraliteit, goedheid en liefdadigheid jegens de armen en vertrapten.’

     Rond de middag gaan we lunchen in de buurt van de Gouden Driehoek. Dit is het drielandenpunt waar Myanmar (Birma), Thailand en Laos samenkomen. Birma was de grootste producent van opium en Thailand was het smokkelland. De drie landen hadden wel verschillende muntsoorten maar voor de illegale handel in opium werd goud als betaalmiddel gebruikt, vandaar de naam Gouden Driehoek.

    Na de lunch varen wij op de Mekong rivier en meren aan op een groot eiland op grondgebied van de provincie Bokeo in Laos. Wij krijgen hier een welkomstdrankje aangeboden: een Whisky met een Cobra of de geslachtsdelen van een tijger in de fles!! Wij proeven er niet van ….  Laos is een zeer arm land, maar de oevers zijn bezaaid met casino’s die horden Chinezen en Thai lokken omdat in hun land gokken illegaal is. Af en toe zien wij een speedbootje met spleetoogjes die zo op een paar uurtjes vanuit China naar hier zoeven. In Laos komen wij terecht op een lokale markt in een taksvrij gebied. De dames gaan op handtassenjacht en ik heb beet: een fake Gucci.

    Na een uurtje schoppen, keren wij naar Thailand terug en vertrekken ‘chop chop’ naar een longneck stam. Deze giraffevrouwen behoren tot de Padaung, al worden ze liever Kayan genoemd. Twintig jaar terug zijn ze vanuit het nabijgelegen Birma naar Thailand gevlucht. Ze onderscheiden zich van andere vrouwen doordat zij vanaf hun 5 jaar koperen ringen om hun nek dragen. Naarmate de vrouwen ouder worden, komen er steeds meer ringen bij en wordt de nek uitgerekt, zou je denken. Niet helemaal waar, want het zijn de schouders die naar beneden gedrukt worden. Zij dragen niet alleen ringen om hun nek, maar ook om de armen en benen. Dit wordt door buitenstaanders als minder bijzonder ervaren terwijl het voor de Padaung in principe even belangrijk is. Het dorpje dat wij bezoeken is een project ter voorkoming van het verlies van de cultuur. We vinden het een beetje raar en het is niet meer authentiek, wat logisch is omdat men de stammen begeleid. Gelukkig is de rit er naar toe zeker de moeite waard.

    Wij reizen verder naar Chiang Rai waar wij na 428km aan een restaurant gedropt worden voor onze zoveelste Thaise maaltijd. Het begin stilaan tegen te steken. Na het diner worden wij met minibusjes naar een prachtig resort gebracht. Alleen spijtig dat het al donker is en wij er dus niet van zullen kunnen genieten.

    Route: 428 km

     Accommodatie:         La Luna Resort    160 Moo 14 Sanambin Road     57000 Chiang Rai  






















    29-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7e dag - woensdag 28 januari 2015 Loei-Phrae

    Het is vandaag weer vroeg uit de veren want het wordt een lange reisdag. Onze eerste stop is bij het Huay Krating bergmeer, ook wel ‘klein Zwitserland’ genoemd vanwege de prachtige, bergachtige omgeving. Hier dobberen wij een uurtje op een bamboe huisjesraft dat door een longtailboot op het meer wordt gesleept. Onze schipper trekt ons lustig rond, maar van rust is weinig sprake want zijn motor klinkt als een echte mixer! Thai families, vrienden en monniken huren de huisjesraften en proberen zo aan de hitte van de dag te ontsnappen in de prachtige natuur.

    Via Kakhon Thai, met onderweg een lunch, arriveren we na 335km in Phrae. Dit is een karakteristieke plaats, met een vriendelijke sfeer, veel groen, traditionele houten huizen en monniken die het straatbeeld bepalen. Nadat wij onze bagage op de kamer gezet hebben, vertrekt de groep per riksja naar een marktje in het centrum. Dit is eens iets speciaal; we zien hier groenten, specerijen en vissen die wij niet kennen en waarvan wij de naam niet kunnen onthouden. We maken nog een wandeling tot bij de tempel waar onze riksja ons weer oppikken en ons terug naar ons hotel brengen.

    Route: 335 km

    Accommodatie: Phoom Thai Garden Hotel    Sasibutr Road 31   54000 Muang, Phrae   


















    28-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6e dag - dinsdag 27 januari 2015- Khao Yai-Loei

    Na het ontbijt reizen we om 7u30 verder want we moeten vandaag een grote afstand overbruggen. Onze eerste stop is aan de Khmertempel van Prasat Hin Pimai, ook wel de ‘Angkor Wat van Thailand’ genoemd. De tempel is gebouwd in de 11e eeuw na Christus. Het was oorspronkelijk een Brahmaans heiligdom, aan Shiva gewijd en in de 12de eeuw werd het een boeddhistische tempel. Het tempelcomplex is een hoogtepunt in Noordoost-Thailand. De tempel ligt op de vroegere route naar de Khmer-hoofdstad Angkor. Tussen Phimai en Angkor liep een rechte weg van ca. 240km. De eerste restauraties van de ruïne startten in 1901 en nu is men er nog volop mee bezig.

    Ik krijg een groepje monniken in ’t oog en zij lijken wel verstoppertje te spelen maar uiteindelijk vragen zij zelf om een foto van ons te maken met hen erbij op. Rare kerels!

    Via Chumpae bereiken we Suan Hin Ngam, waar we een leuke rit met tractors maken door een mooie omgeving met kalksteen rotsformaties tussen het groen. We worden bij een pad gedropt dat ons over metalen loopbruggen en veel trappen naar een mooi zicht op intrigerend kromgetrokken en geërodeerde kalksteen uitstulpingen: 'Beautiful Rock Garden' brengt

    Terug beneden rijden wij verder naar Loei, omgeven door bergen waar we bij valavond toekomen. We krijgen hier nog een diner hoewel het al tamelijk laat is.

    Route: 134km van Khao Yai tot Baan Dan Kwian + 222 tot Chumpae + 128 km tot Loei  (= 484km)

    Accommodatie:  HOTEL Loei Palace    167/4 Charoenrad Road   42000 Muang, Loei  
















    27-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5e dag - maandag 26 januari 2015 Bangkok-Ayutthaya-Khao Yai

    Om 7u30 verlaten wij ons hotel in Bangkok en gaan op weg naar Ayutthaya, zo’n 80km naar het noorden. Het Koninkrijk Ayutthaya was een historisch Thais koninkrijk dat bestond van 1351 tot 1767. Koning Ramathibodi I stichtte Ayutthaya als hoofdstad van zijn koninkrijk in 1351 en in 1376 nam hij het koninkrijk Sukhothai over. Gedurende de volgende vier eeuwen groeide het land uit tot de natie Siam, die ruwweg het grondgebied van het moderne Thailand besloeg. Met de val en verwoesting van de stad in 1767 door de Birmezen kwam er een eind aan dit koninkrijk. Sommigen noemen Ayutthaya een ruïnestad omdat in 1767 bijna alle tempels zijn vernietigd, maar een groot deel is al gedeeltelijk gerestaureerd.

    Eerst bezoeken wij de Wat Yai Chai Mongkul waar de blikvanger een 7m lange, liggende Boeddha is. Als het ons lukt om een muntje vast te plakken aan de voeten of het hoofd van de Boeddha, zal dit groot geluk brengen. In de tempel wat verderop staat de Boeddha met de glimlach van Phra, de meest heilige Boeddha voor de tempel. Wij zien monniken in oranje gewaad voorbij lopen en veel Thai zijn er aan het bidden terwijl wij bevangen worden door de wierooklucht. Binnen is de tempel zien we terug een enorm grote, gouden, zittende Boeddha. Achter de tempel is er een enorme chedi met 3 kleinere erbij. Jean beklimt de trappen om een fotootje te treken van de omgeving. Rond de grootste chedi staan honderden intacte Boeddhabeelden die allemaal een feestelijke oranje doek om hebben. Een prachtig zicht met daarachter de wat scheefgezakte toren.

    Bij het buiten gaan willen we nog even vlug even naar het toilet. Maar …..de Thai zijn een proper volk, maar hun toiletgewoonten zijn nogal afwijkend van de onze. Alleen in de op westerlingen gerichte guesthouses en hotels vinden wij ‘zit-toiletten’ zoals wij gewend zijn, compleet uitgerust met toiletpapier. Hier maken wij voor het eerst kennis met een echt Thais toilet, en dat is een ‘hurk-toilet': een porseleinen bak met een gat en twee porseleinen ‘voetstappen’ waarop je je voeten moet zetten; vervolgens ontdoe je je van je onderkleding, hurk je en doe je waarvoor je gekomen bent. Voor de gemiddelde westerling (en zeker voor de wat ouderen) vergt dit niet alleen enige lenigheid, maar vooral ook oefening, zodat bij het ontbreken daarvan deze in feite zo simpele onderneming kan ontaarden in een helse nachtmerrie. Het is inderdaad geen feestelijk vooruitzicht om, met je broek op je enkels, achterover te hellen en langzaam maar zeker in het gat te zinken! Op zo’n Thais toilet ontbreekt bovendien toiletpapier. In plaats daarvan staat er een enorme bak met water en een steelpan, waarmee je met dat water kunt doen wat je anders met toiletpapier zou doen. (Het is ons trouwens een raadsel hoe Thais het voor elkaar krijgen na zo’n ‘watersmijt-beurt’ met volstrekt droge kleren weer naar buiten te komen – voor ons één van de grootste mysteries van Azië!). Was ik nu in het begin van mijn uitleg niet vergeten te zeggen dat je je schoenen moet uitdoen voor je aan deze hele onderneming begint????

    Droog bezichtigen wij dan de Wat Phra Si Sanphet met zijn vele chedi's. De fundamenten van de oude muren kunnen wij nog steeds zien en ooit bevatte het een 16m hoge staande Boeddha (Phra Si Sanphet) van 250kg goud. In de hoogtijdagen van Ayutthaya, was dit de grootste tempel in de stad. De drie belangrijkste chedi’s zijn gerestaureerd en bevatten de as van de drie koningen van Ayutthaya. Het is hier rustig en mooi met tussen de chedi's grote grasvelden.

    Op de middag maken wij met 3 longtailboten een tocht rond het eiland Ayutthaya over de Chao Phrava rivier van waar wij de Wat Chai Watthanaram zien liggen op de westelijke oever van de rivier nabij het eiland Ayutthaya. De wat wordt beschouwd als een van de mooiste tempels van Ayutthaya en vormt een belangrijke toeristische attractie. De bouw van de tempel begon in 1630 in opdracht van koning Prasat Thong ter herdenking van het feit dat zijn moeder in het gebied had gewoond. De naam van de tempel betekent letterlijk 'de tempel van de lange heerschappij en het glorieuze tijdperk'. De tempel werd gebouwd in de stijl van de Khmer, die destijds populair was.   Wij zien nog verschillende tempels en ik kan de namen niet meer bijhouden en binnen een paar dagen gaan de tempels aan dit tempo onze strot uit komen. Wat wij wel al door hebben, is dat alle tempelnamen beginnen met Wat (=tempel). Wij meren aan bij een restaurant waar het rustig en gezellig is tot er 'een troep uitgehongerde Aziaten' gelost worden die de oorlog aan het buffel ruimschoots winnen. Even geduld en de vriendelijke Thai vullen alle schotels nog wel eens bij.

    Na de lunch rijden we via Korat naar Khao Yai waar wij na een rit van 288km overnachten in een prachtig resort omgeven door schitterende tuinen, een zwembad en dit helemaal ingesloten door bergen. Wij komen hier tamelijk lat aan en kunnen er zo nog maar weinig van genieten. Wij eten in het restaurant van het hotel en schrijven daarna nog wat aan onze blog die wij vanuit de lobby kunnen oploaden.

    Route: 82km tot Ayutthaya + 133km tot Khao Yai   (=215km)

    Accommodatie: The Greenery Resort  Khao Yai  188/1 Thanarat Road, Moo See 30130 Pakchong, Nakhon Ratchasima   Thailand

     
























    26-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4e dag - zondag 25 januari 2015 Bangkok

    We zijn vanmorgen om 6.30 uur opgestaan en om 8u brengen 2 minibusjes ons naar Co van Kessel want wij gaan fietsen in Bangkok. Dwars door China Town, nou dat hebben we geweten!

    Al in de 14e eeuw zetten Chinese handelaren voet op Thaise bodem. Ze droegen zo sterk bij aan de bloei van de economie van Ayutthaya – destijds de hoofdstad van Thailand - dat ze de enige buitenlanders waren die toegelaten werden binnen de stadsmuren. En omdat er tot het begin van de 19e eeuw weinig Chinese vrouwen mee emigreerden naar Thailand, waren huwelijken tussen Thais en Chinezen heel gewoon. Zo komt het dat bijna elke Thai wel wat Chinees bloed door zijn of haar aderen heeft stromen, ook koning Bhumibol.  Dus waar kunnen wij onze verkenningstocht van Bangkok beter verderzetten dan in Chinatown? Een klamme warmte overvalt ons als wij op de fiets stappen bij Co Van Kessel (een Nederlanders die de Thai leerde fietsen!). Linten met Thaise vlaggetjes en helderrode lampionnen zijn over de straat gespannen. De meeste huizen en winkels tellen slechts een of twee verdiepingen waar airco’s, een wirwar van elektriciteitsdraden en luidsprekers tegenaan zijn geplakt. Veel draait hier om eten en dat wordt meteen duidelijk. Al onze zintuigen worden aan het werk gezet. De lucht is doordrongen met geuren van vers bereid voedsel. De stoep staat volgebouwd met eetstalletjes en kraampjes met groenten en fruit, zoals durians, granaatappels en netjes in kleine torentjes opgestapelde appels, mandarijnen en honderden dingen waarvan we zelfs de naam niet kennen. Voor een winkel staat een tafel waarop pekingeenden liggen uitgestald. En is dat een varkenshoofd dat ernaast ligt…? In enorme, doorzichtige plastic zakken blijken vissenmagen te zitten. We proberen ze maar niet uit. Met onze fiets trachten wij de handwerkers die voor hun ateliertje zitten, te ontwijken en soms moeten wij plots uitwijken voor een stootkar. De temperatuur loopt op naar 33°. Wat een wereld hier in de straatjes die zo smal zijn dat wij er met onze fiets maar net doorheen komen. Na een boeiend uurtje slalommen, halverwege de tocht verlaten wij Chinatown en steken de Chao Phraya rivier over. Met een magistraal uitzicht op de skyline van de stad achter ons fietsen we Thonburi in, dat ooit de hoofdstad van Thailand was (Thonburi was de derde hoofdstad van Thailand, historisch gezien). Dit deel van de stad is veel rustiger. Er is veel meer groen en de mensen zijn er gemoedelijker, vriendelijker. Wij fietsen door woonwijken, zo af en toe begroet door glimlachende bewoners.  Ogen tekort! We trekken onze schoenen nog eens uit maar nu voor een kolossale en glorieuze zittende, gouden Boeddha, die meer dan 15m hoog en 12m breed is en die ons toelacht. Weer wordt overal wierrook gebrand, orakelstokjes geschud en bloemetjes of goudschilfertjes geofferd in de Wat Kalayanamit tempel. Hij is gelegen aan de oever van de Chao Phraya-rivier op de Thonburi kant. Aan de voorzijde is er een klokkentoren die de grootste klok in Thailand herbergt. Wij waren de enige farang daar (Farang is het Thaise woord voor buitenlander)

    De Thai spreken heel slecht Engels en ook nog eens binnensmonds, je kan net zo goed Limburgs met hen spreken; dat verstaan ze ook niet. De Thai die van zich zelf denkt dat hij het Engels wel onder de knie heeft, zoals ons Thaise fietsmeisjes, spreken dan ook met een soort Amerikaans accent om de boel wat vrolijker en interessanter te maken. Enkele voorbeelden van de uitspraak: 

    Aaasase= massage

    Joe si tsaj? = spreek jij Thais?

    Wellie hoet= very good

    lestelee=Yesterday

    Eveliedee=Everyday

    Als onze reisleider zijn doel bereikt, moeten wij elke dag een woordje Thais leren dus binnen 3 weken kunnen zij met ons lachen! Eerlijk is eerlijk. Ik zal jullie dan ook een paar woordje doorgeven als ik erin slaag om ze tot ’s avonds te onthouden. Gelukkig hebben we onze 4 fietsende begeleiders bij om ons door het doolhof van kleine, nauwe straatjes, kriskras door drukke marktstraatjes met pruttelende wokpannen, dampende barbecues en bomvolle straatrestaurantjes te loodsen. Binnen de kortste keren is er wel iemand de weg kwijt, wat helemaal niet zo erg is… de gele gidsen pikken ons weer op. Om 12u leveren wij de fietsen in en eten we naast de dropplaats.

    In de namiddag zijn wij een paar uurtjes vrij en wandelen we naar een schopping mall niet ver van ons hotel; niet dat we iets nodig hebben, maar we liggen te ver van iets anders verwijderd.

    Om 18u stappen we met 8 in een minibus dat ons naar ‘Asiatique’ brengt; een luxe winkelcentrum aan de rand van de rivier. Het doet ons een beetje denken aan Victoria & Alfred Waterfront in Kaapstad. Hier eten we vlug een pizza want onze ogen beginnen al scheef te trekken van al die rijst. We slenteren langs restaurantjes en winkeltjes naar een Moulin Rouge-achtige zaal voor de Calypso Cabaret show. De show is ook een en al van glamour, muziek, dans en kostuums maar alle 'vrouwelijke' artiesten zijn travestiet. Thailand staat bekend om zijn ladyboys; ze zijn getalenteerd en kunnen het publiek uitstekend entertainen. Na de kleurrijke show kan Jean wat onwennig met de bloedmooie ‘vrouwen’ op de foto. Een nachtelijke rit brengt ons terug naar ’t hotel. Wij hadden graag nog iets meer gezien van het nachtleven van Bangkok maar onze gids is ondanks zijn jonge leeftijd zeer strikt. Wij brengen onze laatste nacht door in het Montien riverside hotel.

     Accommodatie:        HOTEL Montien Riverside      372 Rama 3 Road   10120 Bangkhlo




























    25-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3e dag - zaterdag 24 januari 2015 Bangkok

     Om 6u30 gaat er een vervelende bel om ons te wekken en na een vlug maar uitgebreid buffetontbijt pikt de bus ons op om 8u. Onze eerste stop is bij de bloemen- en groentemarkt, Pak Khlong Talat, wat 'de markt aan de monding van het kanaal' betekent en die behoort tot de grootste van Thailand. Wij lopen rond en bekijken de grote bloemenkransen, bloemstukken, bossen rozen, letterlijk zakken vol allerhande soorten kleinere bloemen …. Kortom een heel arsenaal aan bloemen en aanverwante artikelen en dat allemaal tegen prijzen waar je van gaat watertanden. Aan de overzijde van de straat zien wij, als we daar een van de zijstraten induiken, een gigantische groentemarkt. Hoewel de markt veelvuldig voorkomt in de toeristische stadsgidsen zien wij er maar weinig toeristen.

    Wie voor het eerst naar Thailand gaat en een paar dagen in Bangkok verblijft, ontkomt er niet aan: een bezoekje aan het Grand Palace aan de oevers van de Chao Phraya-rivier. Dit gebied wordt gezien als het oude historische centrum van Bangkok. Het ommuurde complex is ongeveer 2,5 km2 en bestaat uit meerdere gebouwen zoals het grote paleis en het tempelcomplex. Zelfs buiten de paleismuren is het eerste aanzicht al spectaculair. Achter een perfect gemillimeterd grasveld en witte muren met rood geplaveide daken, doemen drie enorme, goudgekleurde torens op. Dat belooft veel goeds…

    Wij banen ons een weg langs de chaotische mensenmassa met gekleurde parasolletjes en klikkende fototoestellen en krijgen van onze gids een toegangsbewijs (500 baht). Thai mogen gratis binnen! Door het toegangspoortje komen wij midden in een schitterende binnentuin met gouden Boeddhabeelden en perfect gekapte bonsaibomen. Op de achtergrond zien wij de fonkeling en kleurenpracht van de heiligste tempel van Thailand: Wat Phra Kaew of Wat Phra Kaeo. Hoewel er meer dan 100 gebouwen zijn, eist Wat Phra Kaew bijna alle aandacht op. Eigenlijk valt met geen pen te omschrijven hoe mooi de omgeving is. We weten gewoon niet waar kijken: de gouden tempels, stenen beelden van goden en prachtig versierde torens .... Honderden pelgrims lopen voorbij om wierook en lotusbloemen te offeren. Lachende Chinezen komen vlak voor onze camera staan en bewijzen terug dat zij ‘het Gele Gevaar’ zijn.

    Alleen al de buitenkant van Wat Phra Kaew is sprookjesachtig mooi. De muren zijn versierd met een patroon van glimmende edelstenen en mozaïektegeltjes beschilderd met mooie bloemen. De pilaren zijn afgezet met goud en bedekt met kleine spiegeltjes die het zonlicht weerkaatsen. Aan de rand van het plafond hangen bellen die zacht klingelen door de wind. Bronzen leeuwen bewaken de verschillende ingangen maar de bont gekleurde mythologische figuren die aan de zijmuren staan en de Kon-ventjes rond de stoepa zijn schitterend. (zie foto’s). Rondom de tempel zijn meerdere paviljoenen gebouwd.

    Wij moeten onze schoenen uittrekken en stappen dan de sprookjesachtige tempel Wat Phra Kaew  binnen: over de drempel en niet erop! De wanden zijn volledig bedekt met enorme, gouden muurschilderingen die het leven van de Boeddha uitbeelden. Het rode plafond wordt onderbroken door grote balken met goudkleurige patronen. Voor de enorme, houten troon, die bedekt is met goud, zitten tientallen biddende mensen. Bovenop de troon staat het beeld waar het allemaal om draait: de Smaragdgroene Boeddha. Hoewel alles rondom Wat Phra Kaew groots is, is het Boeddhabeeld zelf maar 66cm hoog. Maar dat maakt het niet minder indrukwekkend. Zijn naam ‘Smaragdgroene Boeddha’ is erg misleidend, aangezien het beeld is uitgehouwen uit een blok jade. Leuk om te weten: drie keer per jaar krijgt het beeld een ander ‘jasje’ dat alleen de koning van Thailand aan mag trekken. De enorme gouden Phra Si Rattana Chedi op het terrein, bevat relikwieën van Boeddha. Deze heilige Chedi zou ook een stuk van het borstbeen van Boeddha herbergen. Het complex is de nummer één toeristenattractie van Bangkok en na vandaag begrijpen wij waarom.

    Hierna doen wij nog iets wat absoluut de moeite waard is, een boottocht op de Klongs – de kanalen – van Bangkok.

    Wij varen met een grotere boot maar op de rivier zien wij veel langwerpige met bloemensnoeren versierde longtailboats die bestuurd worden met een soort roeispaan waar de motor-as met schroefblad aan vast zit, die zeker een meter of 3 achter de boot uitsteekt. Door de spaan te bewegen, verandert de schroef van positie en dus de boot van richting. Die bootjes hebben dan ook geen simpel motortje, maar wij zien er met een heuse vrachtwagenmotor! Je kan je het lawaai al voorstellen en er worden hoge snelheden mee gehaald. Maar de Thai zijn ook hoffelijk zodat er even af wordt geremd als er een tegenligger nadert. De natte broek moeten wij erbij nemen. Vele Tai leven langs de rivier en de woonboten zijn vrijwel zonder uitzondering van hout. Veel zijn de laatste twintig jaar vervangen door woningen op palen langs het water. Wat verveloos zien ze er erg schilderachtig uit. Onze gids vertelt, dat het fantastisch wonen is langs de kanalen. Er is tegenwoordig elektriciteit, stromend water en overal zie je schotelantennes en kleine tempeltjes met voedsel om de goden gunstig te stemmen. Bij een tempel is het water en de daarin zwemmende vissen heilig en mag er niet gevist worden. We krijgen broden, die we in het water gooien om de enorme vissen naar het wateroppervlak te krijgen. Meervallen van een halve meter!

    Hij is overal. Op het vliegveld, in winkels en zelfs metershoog op de gevels van gebouwen. Koning Bhumibol glimlacht ons in Bangkok van alle kanten toe. De 88-jarige vorst van Thailand is niet alleen de langst zittende monarch ter wereld, maar in de Thaise hoofdstad lijkt hij ook nog eens de meest geliefde.

    Om 18u vertrekken we naar het Bayoke sky hotel, het hoogste gebouw in Bangkok. Via 2 liften komen wij aan op de 78ste verdieping waar wij een uitgebreid buffelt krijgen met krab, langoustines, vlees, vis, groenten, sausen,… in alle mogelijke kleuren, smaken en combinaties. Het enige wat echt tegenvalt, is de koffie. Daarna trekken wij naar de 84ste verdieping op 308 m hoogte waar we, vanop een ronddraaiend platform, Bangkok aan onze voeten zien doorschuiven. Ik steek even mijn hoogtevrees in mijn broekzak en geniet van het schitterende lichtjesparadijs. In het hotel aangekomen drink ik nog een Irish koffie en Jean een Mai Thai terwijl een paar van ons gezelschap een dansje wagen. Om 12u lonkt ons bed.

    Accommodatie: HOTEL Montien Riverside    372 Rama 3 Road   10120 Bangkhlo, Bangkok   




































    24-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    23-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2e dag - vrijdag 23 januari 2015 - Bangkok
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Na onze aankomst in Bangkok om 14u15 moeten we eerst een uur aanschuiven om ons visum te krijgen, maar het voordeel daarna is dat onze bagage naast de band op ons staat te wachten. In de aankomsthal haal ik vlug het eerste Thais geld uit de muur, maar wel met de visakaart want de pinkaarten werken weer niet! Dus telefoontje naar Jan en hij mag naar de banken bellen om de kaarten weer open te zetten. Ik heb het nochtans nagekeken via internet maar de banken hebben ons weeeeer liggen! Wij worden door onze Thaise gids Radja opgewacht en de bus brengt ons naar het Montien Riverside hotel waar we de eerste drie nachten doorbrengen. We slapen op de 25ste verdieping met een prachtig zicht op Bangkok en de Chao Phraya rivier.

    Bangkok, oftewel de ’Stad der Engelen’, zoals de Thaise bevolking haar hoofdstad ook wel noemt ligt letterlijk aan onze voeten. De stad is rijk aan historische en culturele bezienswaardigheden en hier ontmoeten moderne, westerse invloeden en oosterse mystiek elkaar. Wolkenkrabbers en tempels bepalen het fascinerende uitzicht van deze bruisende, drukke en stinkende metropool.

    Bangkok is niet de eerste hoofdstad van Thailand. Vroeger heette het land Siam en had het een waas van geheimzinnigheid en ontoegankelijkheid om zich heen. Het land is nooit door enig Westerse mogendheid bezet. Hoewel de grootte van het land sterk varieerde door de eeuwen heen, is het vrijwel voortdurend een zelfstandig koninkrijk gebleven. Delen van Birma, Laos, Cambodja en China hebben er korte tijd deel van uitgemaakt. Bangkok is een jonge hoofdstad gelegen vlak bij de zee ver buiten invloed van de onvriendelijke buren.

    Om 19u vertrekken we met de hele groep (26 man) naar een lokaal restaurant. Ons hotel blijkt aan de rand van de moderne stad te liggen en eens buiten het terrein valt onmiddellijk de stank van afval, urine, uitlaatgassen en allerlei eten op. Dit is weer even wennen en niet nadenken over wat er onder je voetzolen gebeurt. Ons restaurant ligt deels boven de rivier en wij krijgen een mix van 2 vissoorten, scampi’s, gefrituurde kip, groenten en rijst voorgeschoteld. Het is weer even wennen … het eten is lekker maar ook niet om wauw tegen te zeggen behalve de Mai Thai en de Long Beach cocktail vooraf. Voor wij naar onze kamer gaan, maken we nog een wandeling in de prachtige tuin van het hotel. Rond 11u kruipen we onder de wol om wat slaap in te halen want morgen worden we al om 6u30 gewekt.

    Accommodatie:       HOTEL Montien Riverside      372 Rama 3 Road   10120 Bangkhlo, Bangkok 

    23-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1e dag - donderdag 22 januari 2015 - Amsterdam-Bangkok

    1e dag - donderdag 22 januari 2015 - Amsterdam-Bangkok

    Rond 15u sluiten wij onze poort en brengen nog een bezoekje aan oma alvorens naar Schiphol te vertrekken. De files rond Brussel, Antwerpen en Rotterdam vallen heel goed mee en zo zijn wij ruim op tijd om rustig in te checken en nog iets bij Mc Donalds te gaan eten. Kartonnen voedsel: bah! Onze vlucht vertrekt met 15 min. vertraging en onverwacht krijgen wij dan toch al onze eerste keer rijst voorgeschoteld. Daarna trachten wij wat te slapen en dat lukt nog ook wonder boven wonder.

    22-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog een paar nachtjes
    Nog een paar nachtjes en dan is het weer zo ver. Vermits het gevoel van winterdepressie er langzaam aan begint te komen, trekken wij weg uit het koude, natte Belgenland en vliegen de zon na naar het Oosten nl. naar Thailand. Oorspronkelijk lag Vietnam als eerste keuze in onze verlangschuif, maar de oorlog en terreur zijn al zo vaak aanwezig in de nieuwsberichten in ons landje zodat wij geen zin hadden in nog meer gruwelverhalen die we in Vietnam zeker te horen zouden krijgen.. dus is dat verschoven naar een latere datum.

    Voordat we naar Thailand gingen, hebben veel mensen ons gewaarschuwd op te passen dat er geen drugs in de tassen wordt gedaan. We hebben ook verhalen gehoord van mensen die iemand kennen die iemand kennen waarvan een kennis onterecht daar in de gevangenis is beland wegens drugbezit of smokkel. Maar nu ligt alles hier nog mooi uitgestald op een tafel en een bed!

    Dit keer geen geklooi met kaarten en uren voorbereidend lezen in de Lonely Planet, maar gewoon hopen op een bus met airco en maar zien wat er vandaag weer op het programma staat. 17 dagen bezienswaardigheden en dan nog 4 dagen aan het strand. Lekker veilig en overzichtelijk...

    Wat weten we wel al: Thailand wordt in het oosten begrensd door Laos en Cambodja, in het westen door Myanmar en de Andamanse Zee, in het uiterste zuiden door Maleisië en in het zuidoosten door de Golf van Thailand, een onderdeel van de Zuid-Chinese Zee.

    Donderdagavond stijgen wij op vanuit Schiphol.

    17-01-2015 om 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)


    Archief per week
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs