Dag 10 - vrijdag 21 maart
2014
Toubacouta Barra - Banjul
Reisafstand 70 km
Hoewel het maar een korte rit is tot aan de grens met Gambia, ontbijten
wij al om 6u30 en zijn we om 7u op
weg. In de bus geeft Sogui ons de
verklaring voor dat vroege vertrek: "De ferry vertrekt tussen 7u en 10u en
we moeten de grens over, dus vertrek je best op tijd".
Het landshap wordt stilaan groener en er komen meer bomen. Aan de
grensovergang in Karang regelt Sogui alle visum formaliteiten zonder dat wij er
bij moeten zijn. Dat is een luxe die Jean en ik nog niet vaak gehad hebben. We
rijden na een half uur oponthoud The Gambia binnen. Met een oppervlakte van
11300 km2 is Gambia ongeveer één vijfde van Nederland en België samen. In feite
is Gambia een lange strook land, doorsneden door de rivier de Gambia. Het land
is nauwelijks breder dan 30 km, met uitzondering van de kuststrook, die
ongeveer 70 km haalt, de ingang tot de rivier Gambia is daarbij inbegrepen.
Vanaf het uiterste westen tot aan de oostelijke grens met Senegal is de afstand
circa 320 km. Gambia wordt aan drie zijden ingesloten door Senegal, een land
dat ruim 17 keer zo groot is en waarmee nauwe banden bestaan. De munteenheid is
de Dalasi, 53 Dalasi = 1.
Gambia is een vruchtbaar land dat rijk is aan pindas, bananen, mangos,
meloenen en citrusvruchten. Er groeit fruit in overvloed. De traditionele
Gambiaanse gerechten worden meestal bereid met de belangrijkste producten van
het land zoals pindas, rijst, couscous en kip. Je kan er genieten van een
eindeloos aanbod van verse vis. De lokale specialiteiten zijn de Lady Fish en
de Snappers. De inkomsten van Gambia komen van de uitvoer van groenten en
fruit en het toerisme. Er is praktisch geen industrie buiten het in Gambia
gebrouwen bier, Julbrew, dat een vergelijking met de bekende merken goed kan
doorstaan.
De bus brengt ons door een steeds groener landschap naar Barra waar we
de ferry naar Banjul, de hoofdstad van Gambia, gaan nemen. De bus parkeert bij
de toegang naar de ferry, maar de poort is nog gesloten. Wij profiteren hiervan
om onze Fna te wisselen naar Dalasi en met geen enkele van onze kaarten kunnen
wij geld uit de muur halen. Rond 10u komt onze gids voor Gabia aan en de groep
wordt aan hem overgedragen. We nemen nog vlug afscheid van Sogui en Abdoe en
hopen dat wij door de Gambianen even goed verzorgd zullen worden. We volgen
onze gids naar de poort en na wat gepraat, opent de politieman de poort voor
ons en zo kunnen wij rustig ons plaatsje op de ferry uitzoeken. Als de poort
geopend wordt, zien we een mensenmassa op de boot afkomen.
Nu hebben
we wel eens meer een tochtje met een veerboot gemaakt, maar dit slaat werkelijk
alles! Een oude roestige schuit, die in België waarschijnlijk al 25 keer was
afgekeurd en daar gaat werkelijk van alles op. Van gammele vrachtwagens, een
taxi die het niet meer doet en erop en eraf geduwd moet worden, mensen met
allerhande koopwaar op hun hoofd, tot geiten en schoenenpoetsers, een kleurrijk
maar oh zo rommelig geheel, een avontuur op zich! Ondertussen worden Jean zijn sandalen
geplakt, genaaid en gekuist. We kruisen een aantal grote lokale boten die vol
zitten met mensen die allen een oranje reddingsvest dragen, een heel speciaal
zicht. Van de gids komen we te weten dat dit voor de Ganezen een vluggere en
goedkopere manier is om over te steken. Na zon 3
kwartier varen over the Gambia River kwamen we in Banjul aan.
Hier worden we door
een bus opgewacht en hoewel er binnen plaats genoeg is voor de bagage, vliegt
deze toch op het dak. Omdat niemand heeft kunnen pinnen, willen wij alle zes
langs een bank voor we naar ons hotel gaan. We hebben dit bij een bank of zes
geprobeerd, maar nergens werden onze kaarten aanvaard en toch stond er overal 'Visa
accepted'. Dit is geen ramp want elke koppel heeft nog voldoende Euro's en dus rijden
wij uiteindelijk naar het Sunset Beach Hotel waar we 5 nachten zullen
verblijven. In de lounge krijgen wij ons lunchpakket dat Sogui ons nog
meegegeven heeft en de Nederlands vertrekken onmiddellijk naar hun kamers. Wij
moeten nog een uur wachten omdat onze kamer nog gepoetst moet worden. Jean en
ik gaan op verkenning in het hotel en op het strand waar zich een aantal
restaurants en een kraft market bevindt. Wij eten samen met Majo en Aard in het
restaurant van het hotel en kruipen daarna moe in ons bed met het idee dat we morgen
mogen uitslapen. De airco heeft het
lekker koel gemaakt want het is hier warmer dan in Senegal.
Overnachting: Sunset
Beach Hotel Kotu
Stream Road, Kotu Serrekunda The Gambia
|