Senegal en Gambia
Inhoud blog
  • Dag 15
  • Dag 13 & 14
  • Dag 12
  • Dag 11
  • Dag 10

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    12 tot 27 maart 2014
    26-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 15

     Dag 15 - woensdag 26 maart 2014                                                            Banjul - Amsterdam

     Vandaag is het vroeg opstaan want we moeten om 9u op de craft-market zijn voor onze tafeldoek. Als we om 8u45 op de markt aankomen, is de naaister nog aan mijn broek bezig.

    Wij haasten ons naar het stoffenwinkeltje, maar daar moeten we nog wachten want de zuster is met de stof onderweg. Als zij 15 min later aankomt, heeft zij een stofje bij met dezelfde tekening maar in andere kleuren!! Het is niet eenvoudig om uit te leggen dat wij daar niets mee kunnen doen. Als we de lengte van de stof meten is er eentje van 3.6m, dus juist lang genoeg voor de tafel. Het is maar 220 Dalasi en dus neem ik de lap mee: wij zullen thuis wel zien. We pikken vlug mijn broek op die klaar is en past.  Als wij het hotel binnen komen, zitten de Nederlands reeds in de lounge en 20 min later zijn wij er ook gedoucht en al.

    Wij moeten wachten want we worden pas om 13u opgepikt voor de transfer naar de luchthaven voor onze terugvlucht naar Nederland. Dat lijkt ons tamelijk laat want er is een  andere groep die al om 11u30 opgepikt is en die moeten dezelfde vlucht als wij hebben. De rit verloopt vlot en ook het inchecken, hoewel er een rij staat aan te schuiven. Veel is er in de taxfree zone niet te zien en we maken dat we door de veiligheidscontrole zijn. Wij belanden in een grote hal naast het tarmac en Aad heeft een plaats voor ons vrij gehouden. Om onze dalasi op te krijgen, kopen we een broodje en een Cola. De vlucht vertrekt op tijd en in Schiphol pikken wij onze valiezen vlug op. Wij nemen afscheid van de Aad, Majo, Tako en Janneke en nemen de bus naar de parking, betalen en hebben een vlotte rit naar huis.

    Wij zijn weer een ervaring rijker en ik ben gerust gesteld dat de operatie aan mijn been voorlopig niet te veel problemen meer oplevert.


    26-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 13 & 14

    Dag 13 - maandag 24 maart 2014                           Kotu

     Deze morgen bij het ontbijt zien wij Taco en Janneke reeds profiteren van de zon. Omdat wij geen zin hebben om in de zon te gaan liggen, besluiten we om een wandeling langs het strand te maken waar we speciale schelpen zoeken. Langs het strand komen we regelmatig restaurantjes tegen en bestuderen we de menu's want we willen nu wel eens ergens anders eten dan in ons hotel. Eindelijk vindt ik op het menu scampi's en daar het al 13u is besluiten wij iets te gaan eten. De scampi's kunnen we alleen bij het diner krijgen en dus eten we nu maar een slaatje en we komen deze avond wel terug. Het is hier heerlijk zitten op een verhoogd terras met een prachtig zicht op de zee en het strand. Om niet terug door het zand te moeten, keren we langs de straat terug. Wij wandelen via een craft-market en hopen nog een mooi masker te vinden. Tevergeefs maar bij een naaister kom ik te weten dat zij een broek op maat wil maken. Wat verder zie ik prachtige stof voor een tafeldoek maar die is slechts 3.2m, dus niet lang genoeg. Zonder iets te kopen, wandelen we terug naar ons hotel. In de bar komen onze Hollanders tegen en spreken af om 6u naar het restaurant te vertrekken. Omdat we nog voor het eten van de zonsondergang willen genieten, drinken we een aperitief op het terras. Een prachtig zicht met leuke mensen als gezelschap. Het wordt een gezellige avond met lekker eten en drinken.

    Overnachting: Sunset Beach Hotel   Kotu Stream Road, Kotu      Serrekunda The Gambia

    Dag 14 - dinsdag 25 maart 2014                               Kotu

     Omdat ik de schelpen die wij gisteren meebrachten mooi vind, vertrekken we na het ontbijt terug naar het strand. Ditmaal wel in badpak zonder fototoestel maar met plastik zakken. Het is onze bedoeling om genoeg schelpen te verzamelen om thuis een schaal te vullen want aan onze kust zijn er bijna geen meer te vinden. In onze kamer worden de schelpen goed gespoeld en buiten in de zon te drogen gelegd.

    Na de lunch grabbel ik mijn gemakkelijk broek en gaan we naar de naaister. Na wat gepingel, komen wij een prijs van 750 dalasi overeen. Als zij hoort dat de broek tegen de volgende dag 11u klaar moet zijn, tracht zij de prijs op te drijven. Ik hou mijn been stijf en de broek zal gemaakt worden voor 750 dalsi. Vandaar naar het volgende winkeltje om te kijken of we geen 2 stukken stof aan elkaar kunnen laten zetten om zo aan 4m te komen als tafellaken. Het is niet eenvoudig om aan hun verstand te brengen dat we 2 stukken van dezelfde kleur willen maar zij zullen er voor zorgen dat die er morgen om 9u zijn en wij zullen hen dan uitleggen wat ze ermee moeten doen.

    We haasten ons naar het hotel want om 18u hebben Jean en ik een afspraak voor een massage. Na de massage die Jean ook bevallen is, vertrekken we met Aad en Majo terug naar het restaurant waar we gisteren lekker gedineerd hebben. Het wordt onze laatste gezellige avond samen en het eten is weer lekker.












    25-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 12

    Dag 12 - zondag 23 maart 2014                        Kotu

     Om 10u worden we door onze bus opgepikt voor een excursie naar het Makasutu Cultural Forest.  Dit  is gesticht door de Engelsen James English en Lawrence Williams en ligt ten zuidoosten van de internationale luchthaven, rond een van de vele kreken (zijtakken van de Gambia rivier). Makasutu betekent 'heilig bos' in Mandinka, een van de lokale talen. Het cultuurhistorisch park is een plek om kennis te maken met de lokale mensen en cultuur. Het park bestaat uit mangrovebossen, wetlands, savanne, palmbossen en een kleurige fauna van vogels, varanen en bavianen. Na een dik uur draaien we een zandweg in waarover onze chauffeur ons zonder problemen brengt tot aan het park. Te voet trekken wij via smalle paadjes tussen hoge bomen tot wij bij een metalen uitkijktoren met bijhorende bar en zwembad komen. Wij krijgen een welkomstdrankje en Jean klimt naar de top van de 4 verdiepen hoge toren en omdat hij lang wegblijft waag ik mij ook aan de klim. Het uitzicht van hier boven is de inspanning waard. We hebben een zicht over een groot deel van het reservaat en zie mooi de meander in de rivier. Het lijkt immens. Beneden worden we opgewacht door een lokale gids voor een wandeling over een droog deel van het park en wij leren veel bij over de bomen en waarvoor ze door de lokale bevolking gebruikt worden.

    Ik ben verbaast dat veel planten die bij ons ook gekend zijn, hier als medicijnen gebruikt worden. Er zitten  veel vogels hoog in de bomen en ze zijn moeilijk te fotograferen, maar als we plots midden in een grote groep bavianen staan, kunnen de fototoestellen hun werk doen. Omdat we ons niet gerust voelen tussen deze apen vertelt de gids ons dat als wij hen negeren zij ons met rust zullen laten omdat ze ons dan niet als vijand beschouwen.

    We vervolgen onze natuurwandeling op zoek naar apen, mangoesten, vogels, varanen en bavianen. We dringen verder het bos in en ontdekken een kleine boerderij. In een hutje zit een oude man, die volgens de gids 105 jaar oud is. Deze 'holy man' is een van de oudste Maraboes (toekomstvoorspeller en medicijnman) van Gambia. Hij leest de hand van Aad door een spiegeltje te plaatsen in zijn handpalm. Hij brabbelt een paar onverstaanbare zinnen, maar voor de gids is het duidelijk: hij belooft een lang leven vol voorspoed. Natuurlijk is een kleine bijdrage voor dit goede nieuws welkom. We bezoeken de palmklimmers die sap uit de palm verzamelen voor palmwijn, maar we vinden  de klimmer niet dus moet onze gids maar een stukje in de bomen kruipen om te tonen hoe zij daar in klimmen. Natuurlijk mogen we zelf ook een poging doen. Jean onze held wil dat ook wel eens proberen en het lukt hem ook nog, maar hij wordt wel vlug terug gefloten. Zonder palmwijn te proeven gaan wij door het bos tot bij de uitkijktoren.

     Hier stappen we in een pirogue (uitgeholde kano) voor een tochtje door de mangrove. De peddelaar achterop stuurt het bootje behendig door de mangrove, terwijl wij genieten van de natuur. Na een halfuur leggen we aan bij een steiger en lopen we via een bospad naar een kunstnijverheidscentrum. De kunstenaars bieden hier hun zelfgemaakte houtsnijwerk, sjaals, kleden e.d. aan. Wat verder komen we terug bij de centrale ontmoetingsplaats aan. We moeten nog op de lunch wachten en ondertussen komen er verschillende groepen aan. De lunch bestaat uit domoda, een typisch Gambiaas gerecht van rijst met vis en pindasaus.  De bavianen die tot dan toe redelijk op afstand bleven, worden brutaler en rukken langzaam op in de richting van onze tafels.  Als toetje krijgen we een banaan wat niet echt handig blijkt en vraagt om moeilijkheden. De bavianen belagen ons van alle kanten. De Gambianen proberen ze weg te jagen, maar ze dringen toch door tot aan onze tafel en proberen alles te grijpen. Een van de bavianen pakt een bananenschil, een ander heeft bijna een blikje cola te pakken en er drinkt een baviaan aan een flesje. Het eten wordt vlug weggehaald en de Gambianen  gooien de bananenschillen het bos in. De bavianen gaan er achteraan en verdwijnen in de bush.

    Inmiddels hebben leden van de Jola stam plaatsgenomen onder de grote baobab. Zij tonen hun zang en dans en we mogen zelf ook meedoen. Af en toe wordt er met een scheef oog naar boven gekeken waar de bavianen met veel lawaai elkaar achterna zitten tussen de takken. Wij vragen aan onze gids om wat vlugger naar ons hotel terug te kunnen. We zakken af tot bij de bus en brengen nog een bezoek aan een houtbewerkingsmarkt.  Hier zien we mannen houten beeldjes maken met primitieve middelen, er komt geen enkele machinale bewerking aan te pas. Jean koopt hier zijn spelletje nadat hij de prijs meer dan gehalveerd heeft en ik heb wat verder minder geluk bij het pingelen naar een masker. De verkoper  wil het niet laten voor de prijs die ik voorstel en mijn truuk om te vertrekken en het dan toch nog te kopen voor mijn prijs mislukt.  Tijd om terug te gaan heb ik niet meer, want iedereen zit in de bus op mij te wachten.  Ik heb er nog spijt van en hopelijk vindt ik nog ergens een masker dat mij bevalt. Terug in het hotel laat ik mij samen met Majo masseren in het hotel: een meisje met zalige handen en ik geniet...

    's Avonds eten wij samen in het hotel en nu worden wij naar ons bed gezongen door een vreselijke stem.

    Overnachting: Sunset Beach Hotel   Kotu Stream Road, Kotu      Serrekunda The Gambia

     
















    23-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 11

    Dag 11 - zaterdag 22 maart 2014                       Kotu

     Wij verschijnen om 9u aan het ontbijt en zijn nog niet de laatste want 10 min later komen Aad en Majo bij ons zitten. We spreken met hen af om per taxi naar Senegambiastraat te gaan. Om 11 uur vertrekken we en Taco en Janneke gaan niet mee want dat zullen grote zonnekloppers blijken te zijn. Buiten het hotel staan taxi's te wachten en er hangt een prijslijst met de gangbare tarieven. De prijzen zijn altijd voor een heen en terugrit en de chauffeur blijft 2u wachten, maar wij vragen dat hij ons daar afzet en pas om 16u weer oppikt. Het bezoek valt wel tegen want er zijn enkel hotels, cafés, banken en kleine voedingswinkels te zien. Gelukkig vinden we aan het einde van de straat een Craft-market.  Iedereen verzoekt ons om in zijn winkeltje te komen kijken wat niet mogelijk is. Ik laat mij wel verlijden om binnen te gaan in een winkeltje waar veel kinderkleren verkocht worden. Resultaat: een kleedje voor Fien. Wij zien prachtig houtwerk, juweeltjes, stoffen en nog veel meer. Jean speelt wat verder een typisch Afrikaans spelletje met een verkoper maar uiteindelijk vindt hij het zelfs na het afpingelen nog te duur. Ik koop 4 met de hand geschilderde doeken en hoop dat de meisjes ze mooi zullen vinden.

    Wij hebben nog tijd over en gaan  een pizza eten en blijven we nog wat babbelen bij een lekker drankje. De hele discussie gaat er over hoe die oudere mannen/vrouwen aan een mooi jong zwartje geraken. Wie spreekt wie aan; wij zullen het nooit weten want niemand van ons vier wil het uitproberen.

    Terug in het hotel besluiten wij terug samen in het hotel te dineren. Tijdens het eten is er een voorstelling van Ganese dansen. Zij plooien als elastiekjes en zij schijnen een skelet van rubber te hebben. Het is wel enorm veel lawaai waardoor het gesprek stilvalt en wij ons terugtrekken in ons kamer. Om 11u is alle herrie voorbij en kunnen wij van onze nachtrust genieten.

    Overnachting: Sunset Beach Hotel   Kotu Stream Road, Kotu      Serrekunda The Gambia










    22-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 10

    Dag 10 - vrijdag 21 maart 2014                               Toubacouta – Barra - Banjul

     Reisafstand 70 km                                                                                                                          

    Hoewel het maar een korte rit is tot aan de grens met Gambia, ontbijten wij al om 6u30  en zijn we om 7u op weg.  In de bus geeft Sogui ons de verklaring voor dat vroege vertrek: "De ferry vertrekt tussen 7u en 10u en we moeten de grens over, dus vertrek je best op tijd".

    Het landshap wordt stilaan groener en er komen meer bomen. Aan de grensovergang in Karang regelt Sogui alle visum formaliteiten zonder dat wij er bij moeten zijn. Dat is een luxe die Jean en ik nog niet vaak gehad hebben. We rijden na een half uur oponthoud The Gambia binnen. Met een oppervlakte van 11300 km2 is Gambia ongeveer één vijfde van Nederland en België samen. In feite is Gambia een lange strook land, doorsneden door de rivier de Gambia. Het land is nauwelijks breder dan 30 km, met uitzondering van de kuststrook, die ongeveer 70 km haalt, de ingang tot de rivier Gambia is daarbij inbegrepen. Vanaf het uiterste westen tot aan de oostelijke grens met Senegal is de afstand circa 320 km. Gambia wordt aan drie zijden ingesloten door Senegal, een land dat ruim 17 keer zo groot is en waarmee nauwe banden bestaan. De munteenheid is de Dalasi, 53 Dalasi = 1€.

    Gambia is een vruchtbaar land dat rijk is aan pinda’s, bananen, mango’s, meloenen en citrusvruchten. Er groeit fruit in overvloed. De traditionele Gambiaanse gerechten worden meestal bereid met de belangrijkste producten van het land zoals pinda’s, rijst, couscous en kip. Je kan er genieten van een eindeloos aanbod van verse vis. De lokale specialiteiten zijn de ‘Lady Fish’ en de ‘Snappers’. De inkomsten van Gambia komen van de uitvoer van groenten en fruit en het toerisme. Er is praktisch geen industrie buiten het in Gambia gebrouwen bier, Julbrew, dat een vergelijking met de bekende merken goed kan doorstaan.

    De bus brengt ons door een steeds groener landschap naar Barra waar we de ferry naar Banjul, de hoofdstad van Gambia, gaan nemen. De bus parkeert bij de toegang naar de ferry, maar de poort is nog gesloten. Wij profiteren hiervan om onze Fna te wisselen naar Dalasi en met geen enkele van onze kaarten kunnen wij geld uit de muur halen. Rond 10u komt onze gids voor Gabia aan en de groep wordt aan hem overgedragen. We nemen nog vlug afscheid van Sogui en Abdoe en hopen dat wij door de Gambianen even goed verzorgd zullen worden. We volgen onze gids naar de poort en na wat gepraat, opent de politieman de poort voor ons en zo kunnen wij rustig ons plaatsje op de ferry uitzoeken. Als de poort geopend wordt, zien we een mensenmassa op de boot afkomen.

    Nu hebben we wel eens meer een tochtje met een veerboot gemaakt, maar dit slaat werkelijk alles! Een oude roestige schuit, die in België waarschijnlijk al 25 keer was afgekeurd en daar gaat werkelijk van alles op. Van gammele vrachtwagens, een taxi die het niet meer doet en erop en eraf geduwd moet worden, mensen met allerhande koopwaar op hun hoofd, tot geiten en schoenenpoetsers, een kleurrijk maar oh zo rommelig geheel, een avontuur op zich! Ondertussen worden Jean zijn sandalen geplakt, genaaid en gekuist. We kruisen een aantal grote lokale boten die vol zitten met mensen die allen een oranje reddingsvest dragen, een heel speciaal zicht. Van de gids komen we te weten dat dit voor de Ganezen een vluggere en goedkopere manier is om over te steken. Na zo’n 3 kwartier varen over the Gambia River kwamen we in Banjul aan.

    Hier worden we door een bus opgewacht en hoewel er binnen plaats genoeg is voor de bagage, vliegt deze toch op het dak. Omdat niemand heeft kunnen pinnen, willen wij alle zes langs een bank voor we naar ons hotel gaan. We hebben dit bij een bank of zes geprobeerd, maar nergens werden onze kaarten aanvaard en toch stond er overal 'Visa accepted'. Dit is geen ramp want elke koppel heeft nog voldoende Euro's en dus rijden wij uiteindelijk naar het Sunset Beach Hotel waar we 5 nachten zullen verblijven. In de lounge krijgen wij ons lunchpakket dat Sogui ons nog meegegeven heeft en de Nederlands vertrekken onmiddellijk naar hun kamers. Wij moeten nog een uur wachten omdat onze kamer nog gepoetst moet worden. Jean en ik gaan op verkenning in het hotel en op het strand waar zich een aantal restaurants en een kraft market bevindt. Wij eten samen met Majo en Aard in het restaurant van het hotel en kruipen daarna  moe in ons bed met het idee dat we morgen mogen uitslapen.  De airco heeft het lekker koel gemaakt want het is hier warmer dan in Senegal.

    Overnachting: Sunset Beach Hotel   Kotu Stream Road, Kotu      Serrekunda The Gambia


     













    21-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 9

    Donderdag 20 maart 2014                                                            Toubacouta

    Vandaag zijn Jean en ik om 9u als laatsten aan het ontbijt. Ik verheug mij al op een dagje zonder geplande excursie en gewoon wat genieten van de wondermooie omgeving en het zalige zwembad. Na wat aandringen van mijn kant wil Jean wel gaan vissen en Taco is onmiddellijk te vinden om mee te gaan. De prijs is hetzelfde voor 2 of 3 personen en dus kan Sogui ook mee. Om 14u30 vertrekken zij om een paar uurtjes te gaan vissen op de rivier. Janneke en ik gaan hen uitwuiven. Sogui is blijkbaar heel opgetogen dat hij mee mag. De zon is al een poos achter de horizon verdwenen als onze vissers aanmeren. In emmer liggen een 10-tal vissen die ze aan de schipper meegeven. Ik heb de dag met Majo en Aad aan het zwembad doorgebracht, ik ben foto’s gaan trekken van de vleermuizen en heb een hele tijd alleen op de aanlegsteiger gezeten. Zalig: de stilte en een machtig uitzicht om niet snel te vergeten. ’s Avonds heerlijk gegeten en ’t is eraan te zien dat de eigenaar een Belg is want alles is tot in de kleinste puntjes verzorgd.



















    20-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    19-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 8

    Woensdag 19 maart 2014                                              Kaolack - Toubacouta

    Reisafstand 70 km

    Vandaag is een relax dag want we vertrekken pas om 9u. Wij zeulen onze koffers mee naar de uitgang en zoals elke morgen verdwijnen Sogui en Abdoe voor wij ontbeten hebben om de bagage al in te laden. Nu is het tussen de ‘pindavrachtwagens’ niet zo druk en kunnen we even stoppen om foto’s te nemen. Wat verder stoppen we bij de lokale markt van Kaolack. Kaolack is een bruisende stad en de lokale bevolking komt dagelijks naar de markt om verse producten in te kopen. We wandelen door smalle met ijzeren platen overdekte straatjes met allemaal kraampjes waar ik wat foto’s tracht te nemen. Niet zo eenvoudig, want de meeste mensen willen niet op de foto en dikwijls mag ik zelfs hun koopwaar niet fotograferen. Op ons pad zien we zelfs een kanjer van een dode rat liggen: lekker, vers product!! Hoe de mensen zo willen leven, blijft ons nog altijd een raadsel maar ze lachen altijd en zijn meestal zeer vriendelijk en ze schijnen gelukkig te zijn.

    Na ons marktbezoek, rijden wij in zuidelijke richting naar het dorpje Toubacouta, gelegen aan de rand van Delta Saloum National Park. Dit enorme natuurreservaat van 76.000 hectare is een van grootste nationale parken van Senegal. Door het variërende landschap met kilometerslange mangrovebossen, is dit park een thuis voor vele vogelsoorten.

    Rond 13u komen we in ons hotel “Keur Saloum” aan. Machtig mooi gelegen in de delta van de Senegal. Na een welkomstdrankje wordt elke koppel in een huisje, een rond hutje, ondergebracht. Veel tijd om de valiezen open te ritsen, hebben we niet want we worden voor de lunch verwacht. Om 16u vertrekken we voor een boottocht door dit NP om te eindigen bij een eilandje waar honderden vogels hun rustplaats zoeken voor de nacht. De doorgang tussen de mangroven is soms heel groot en op andere momenten kunnen we de planten langs ons bootje horen schrapen. Wij zien een Goliath reiger en wat groene apen. We varen een smal kanaaltje in en zitten ingesloten in de mangrove. Impressionant, de planten lijken wel bovenop hun wortels te staan, geen enkele stam of tak komt lager dan de hoogwaterlijn. Wij leggen aan bij een eilandje dat enkel bestaat uit gemalen schelpjes en maken een wandeling naar het hoogste punt. Van hier hebben we een prachtig uitzicht en krijgen een idee van de uitgestrektheid van de mangroven in dit gebied. Ik luk erin om foto’s te nemen van de kleine groene papegaai die heel moeilijk te vinden is.

    Het is bijna zonsondergang en we haasten ons naar een plaats waar grote witte reigers, aalscholvers, comorans en king fishers komen slapen. Omdat dit gebied helemaal door water omgeven is, hebben ze hier niet veel vijanden te vrezen. Als we uitgekeken zijn op de zwermen vogels die hier landen in de bomen varen we volle gas terug naar het hotel. De Senegalezen zijn niet graag meer buiten als het donker wordt en dat gaat hier vlug. Wij vonden deze tocht nogal teleurstellend: het landschap was prachtig maar van de aantallen vogels die men zegt dat wij hier zouden zien, trekken wij wel een paar nullen af!!

    Na een verfrissende douche vertrekken Jean en ik naar het restaurant voor het diner. Tot nu toe is het eten ’s middags en ’s avonds goed meegevallen, op enkele uitzonderingen na. Omdat we morgen de dag vrij hebben, blijft iedereen, zelfs Sogui nog wat napraten. Ik maak van de gelegenheid gebruik om samen met onze lopende vogel-encyclopedie, de namen van de vogels op te schrijven.

































    19-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 7

    Dinsdag 18 maart 2014                                   Saint Louis - Touba - Kaolack

    Reisafstand 360 km

    Vandaag loopt de wekker af om 6u want we vertrekken om 7u30 naar Touba, waar we de grootste en meest imposante moskee van Senegal gaan bezoeken. Voor we Touba bereiken, stoppen we bij een groep gieren die een geit aan het oppeuzelen zijn. Hoe gieren onderling kibbelen om te mogen eten is wel raar om van zo dichtbij mee te maken. Lelijke beesten met een kale kop en rare oogjes!

    Touba is een heilige stad ongeveer 170 kilometer ten oosten van Dakar. De stad werd in 1887 gesticht door sjeik Amadou Bamba, nadat hij – mediterend onder een baobab – een visioen had. Die boom staat er nog steeds, op de begraafplaats naast de moskee. Bamba stichtte de Islamitische Broederschap der Mouriden. In de eerste jaren was het maar een kleine gemeenschap, maar er kwamen wel veel gelovigen bij Bamba op bezoek. De Fransen waren bang dat Bamba met zijn volgelingen een oorlog tegen hen zou beginnen. Daarom stuurden ze hem in ballingschap, eerst naar Gabon (1895 tot 1902) en vervolgens naar Mauritanië (1903 tot 1907). Bamba was niet van plan geweld te gebruiken tegen de Fransen en toen ze dat doorkregen, gingen de Fransen met hem samenwerken. Vlak voor zijn dood gaf Bamba opdracht een moskee te bouwen, maar die zou pas tientallen jaren later in 1963 af zijn. De hoogste minaret is 87m hoog en van kilometers ver te zien. Na de dood van Bamba in 1927 groeide het aantal aanhangers voortdurend en daarmee ook het aantal inwoner in Touba. De laatste jaren neemt het aantal inwoners zelfs explosief toe. In 1988 woonden er 125.000 mensen in Touba, nu zijn het er naar schatting al 700.000.

    Touba heeft dan ook een speciale status en de Senegalese regering heeft er weinig vat op. De stad wordt bestuurd door afstammelingen van Bamba. De moskee is voor de Mouriden een belangrijker pelgrimsdoel dan Mekka. Ieder jaar trekken 3 miljoen gelovigen naar Touba tijdens het Grand Magal: daarmee wordt de terugkeer van Bamba uit ballingschap gevierd.

    Door de opeenvolgende kaliefs is er gewerkt aan de uitbreiding en verfraaiing van het gebouw. Zelfs nu is men aan het verbouwen: er wordt nog een vijfde minaret gebouwd en van de vier andere heeft men de marmerplaten afgebroken en is men bezig de minaretten met mozaïek te bezetten. Binnen in de moskee wordt op veel plaatsen de mozaïek vernieuwd.

    Na Touba hebben we nog maar een klein stukje geasfalteerde weg en gaat het verder via aardewegen naar het dorpje Ndem waar wij een handwerkcentrum gaan bezoeken. Wij zien een meisjes wol kammen en spinnen tot draad. In een lokaal ernaast staan een paar weefgetouwen zoals bij ons in de middeleeuwen. Buiten onder een afdak zitten een man en een jongen met een heel smal weefgetouw doeken van een 100m lang te weven. Wij zien een man handtassen maken, vrouwen die stoffen olifantjes maken waarop Janneke en ik onmiddellijk verliefd zijn. Hier worden stoffen met natuurlijke grondstoffen gekleurd en gefixeerd. Met een betonmolen wordt een soort ronde briketten gemaakt. Deze mensen behelpen zich met eenvoudige hulpmiddelen maar een commerciële geest hebben ze nog niet. In het winkeltje gaan Janneke en ik naar de olifantjes zoeken, maar die zijn er niet. Als wij ernaar vragen, krijgen we te horen dat ze niet verkocht worden omdat ze bij een bestelling horen. Resultaat: er wordt niets gekocht.

    Wij lunchen bij de Baye Fall gemeenschap: een gemeenschap die ijvert om in de streek gemaakte of geteelde producten aan een eerlijke prijs te verkopen. Hun geestelijk leider, ‘marabout’ is de kok en voor de eerst keer laat iedereen het grootste deel in zijn bord achter: niet te vreten! Aad zijn gezicht spreekt boekdelen.

    We trekken weer verder en na een half uurtje rijden over een bumpy road komen we terug op asfalt terecht. In Kaolack verlaten we de grote baan en rijden tussen met apennootjes geladen vrachtwagens en bergen nootjes. Van hier wordt er jaarlijks 1 500 000 ton nootjes naar het buitenland verstuurd. Juist buiten deze heksenketel komen we op onze verblijfplaats “Le Relais de Kaolack” toe. Voor we gaan dineren, denkt iedereen een duik in het zwembad te nemen, maar niemand doet het omdat er te veel stof van de apennootjes op het water drijft. Het wordt een gezellige babbel bij een glaasje wijn op het terras aan het water. Weer vroeg onder de lakens want morgen hebben we weer een drukke dag voor de boeg.


























    18-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 6

    Dag 6 - maandag 17 maart 2014        Saint Louis - National Park Djoudj - Saint Louis

    Reisafstand 120 km

    Na een vroeg ontbijt om 7u30 vertrekken we naar National Park Djoudj. Dit park is gelegen aan de grens met Mauritanië en is de eerste plaats, na de Westelijke Sahara waar permanent water te vinden is. Hierdoor is het tijdens onze wintermaanden een thuis voor honderden vogelsoorten en staat het bekend als een van de beste parken ter wereld om vogels te spotten. Eens we de grote baan verlaten, rijden we kilometers en kilometers over een onverharde weg tussen niet bewerkte velden. Sogui vertelt dat dit vroeger allemaal rijstvelden waren, die maar 2 maanden in het regenseizoen gebruikt konden worden. Nu is de overheid begonnen met het graven van irrigatiekanalen zodat de plaatselijke bevolking het hele jaar door rijst zal kunnen telen. Wat verder stoppen wij bij een Peul-dorp waar echte nomaden tijdelijk verblijven. We worden door de vrouwen en een bende kinderen verwelkomd en er is slechts 1 man te bespeuren. De anderen zijn bij de kuddes en komen slechts om de 3 à 4 dagen naar huis terug. De huizen zijn hier uit leem en stro gebouwd, in tegenstelling tot de stenen huisjes van eergisteren. Sogui vertelt dat het goed mogelijk is dat deze nomaden hier binnen een maand niet meer wonen en hoe lang ze op één plaats blijven, wordt door de hoeveelheid voedsel voor de koeien bepaald.

    Aan de ingang van het NP kopen we eerst tickets en maken er ook een sanitaire stop van. We rijden nog ettelijke kilometers over onverharde wegen naar het vertrekpunt van een boottocht. Net na het afmeren zitten we al tussen de witte pelikanen. Wat verder begint de pret; we zien verschillende soorten reigers, ibissen, aalscholvers, visarenden, ijsvogels, lepelaars, pelikanen… De pelikanen vliegen mooi in formatie door de lucht, de sternen fladderen rond de boot en vormen een stoet achter ons bootje.  Prachtig om zien in de strakblauwe hemel. We varen naar een inham in de rivier waar de baby pelikanen zijn en we zien er honderden. De baby’s zijn in december geboren en zijn al best groot, maar ze zijn makkelijk herkenbaar doordat ze nog grijs en bruinachtig zijn. In Kenia op het Naivashameer zagen wij ooit enorm veel pelikanen maar dit kan er mee wedijveren. Op de terugtocht zien we nog een krokodil tussen de oeverbegroeiing en die wordt uitgedaagd tot ze het water in gaat. Iets verder zitten er 3 varanen ook goed verscholen tussen de planten.

    Terug aan land spot iemand een rotspython in het gras van de berm. Die zie je hier niet zoveel, we hebben dus geluk zelfs al krijgen wij de kop niet te zien! Omdat we nog wat moeten wachten, loop ik al verder tot op een betonnen brugje van waar ik als enige van de groep een Squacco Heron en King Fishers zie. Het is ondertussen 13u en we stoppen in het restaurant bij de uitgang van het park voor de lunch. Na het eten ga ik hier nog opzoek naar vogeltjes en Sogui wijst mij een Afrikaanse uil aan.

    Deze reis is niet zo druk als onze vorige groepsreizen, maar de gids tracht ons toch op schema te houden. We keren naar Saint Louis terug langs de fameuze dam (die voor de irrigatie bij de rijstboeren zal zorgen). Wij mogen hier geen foto’s van maken omdat dit ook de grensovergang is met Mauritanië. In de stad rijden we via de Eifelbrug en de drukte bij de vissershaven is weer overweldigend. Honderden mensen lopen door elkaar met koopwaren op hun hoofd, de ezelskarretjes worden door de smalste doorgangen gestuurd, de kinderen zitten op de zanderige grond te spelen en de geiten lijken overal te zijn. Indrukwekkend om te zien maar wij prijzen ons elke dag gelukkig dat wij hier niet geboren zijn.

    Terug aan ons hotel is het nog te vroeg voor de lunch en Jean en ik gaan nog wat langs de Senegalrivier wandelen. Sogui heeft ons op het hart gedrukt dat de plaatselijk bevolking niet vijandig of afwijzend staat tegenover blanken. We gebruiken onze vrije tijd om nog wat mooie foto’s te maken van de omgeving. Ik worstel af en toe nog met mijn nieuw toestel maar elke dag leer ik weer wat bij. Terug bij onze kamer profiteer ik nog een uurtje van de zon op ons terras. Een lekkere douche en dan naar het diner en vroeg onder de wol want morgen is het weer vroeg dag.






































    17-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 5

    Dag 5 - zondag 16 maart 2014                                      Lompoul woestijn - Saint Louis

    Reisafstand 150 km

    ’s Morgens loopt de wekker af om 6u45 want de zon komt op om 7u. We trekken vlug onze kleren aan en gaan postvatten op een niet te steile heuvel. Tussen twee hutjes hebben we een prachtig zicht op de opkomende zon. De zon wordt getemperd door lichte bewolking maar als de wolken even verdwijnen, tovert de zon prachtige schaduwen op het zand. Hier genieten we nog een poos van want we moeten pas om 8u aan het ontbijt zijn. Een geluk dat wij hier niet zelf onze valiezen door het zand en de duinen moeten sleuren. De chauffeur van de 4x4 denkt dat hij Parijs-Dakar aan het rijden is en wij worden goed door elkaar geschud in de laadbak, maar we komen toch heel aan bij onze bus.

    Met Abdoe achter het stuur van onze bus rijden wij door een eentonig landschap; droog, zanderig met weinig begroeiing en de niet weg te denken Acacia’s en Baobabs. De dorpjes zijn wel leuk om te zien, maar het is verschrikkelijk om te zien hoeveel afval er langs de weg ligt. Het lijkt wel of de plastiek zakjes hier groeien. Het milieu is blijkbaar niet de grootste zorg voor de Senegalezen.

    We stopten bij een Baobab die volledig uitgehold is. Volgens Sogui, onze gids, zijn alle Baobabs in min of meerdere maten hol van binnen. Deze is volgens de ene groep geleerden 500 jaar oud en volgens een andere groep 800 jaar. Het is in elk geval de oudste van Senegal en wellicht van Afrika. De holle bomen werden vroeger gebruikt om lijken in te begraven.

    Onze eindbestemming voor vandaag ligt helemaal in het Noordwesten van Senegal: St.-Louis, de eerste Franse nederzetting in Afrika, gesticht in 1659. De stad strekt zich uit over een gedeelte van het vasteland, een eiland in de rivier en een deel van de  Langue de Barbarie, een schiereiland tussen de Senegal rivier en de Atlantische Oceaan. Wij bereiken het eiland over de 500m lange Pont Faidherbe, die oorspronkelijk werd gebouwd als brug over de Donau door Eifel. In 1897 werd de brug hier heen gebracht en ze wordt nu nog altijd gebruikt.

    Op het eiland gaan we eten; een stoofpot met rijst en Majo vraagt om alleen maar brood want zij is de eerste die last heeft van diarree. Wij hopen dat wij mogen ontsnappen aan ‘de toerista’. Na de lunch maken we met paard en kar een ritje door het historisch centrum en de vissershaven. Abdou gaat Majo in het hotel afzetten en komt ons later oppikken aan het einde van de vissershaven. Op het eiland bevond zich vroeger het Europese kwartier waar wij nu nog de garnizoensgebouwen en de magazijnen zien. Op de kade staat een in 1864 gebouwde stoomkraan. De vlakbij gelegen kathedraal werd in 1828 gebouwd. Ondanks het moderne voorkomen is het de oudste kerk in Senegal. De rit brengt ons door slecht onderhouden straatjes langs grote, vervallen huizen met smeedijzeren traliewerk, houten balkons en veranda’s. De Senegalezen zijn volop aan het restaureren en de gebouwen die klaar zijn zijn prachtig. Wij rijden langs het paleis van de Gouverneur, een fort dat uit de 18de eeuw stamt maar nu is het een regeringsgebouw en een praktisch herkenningspunt. Aan weerszijde van het stadsplein zijn de kazernegebouwen volop in verbouwing. Aan het einde van het plein steken wij een brug over die ons naar het schiereiland brengt, midden in de vissersgemeenschap, Guet N'Dar genaamd, het levendigste gedeelte van de stad. Van op de brug hebben we een prachtig zicht op de vissersboten die langs de oever gemeerd liggen. De kleurrijke boten steken af tegen het zand en de vissers zijn druk in de weer met hun netten. Door het zeer drukke Guet N'Dar rijden we nog altijd met paard en kar naar de bus die ons naar het hotel Merloz brengt. Wij rijden nog langs het Moslimkerkhof, waar elk graf versierd is met het visnet van de afgestorvene. Saint Louis, een van de eerste koloniale steden van West Afrika en de oude hoofdstad van Frans West Afrika. De stad wordt door velen beschouwd als de eerste Europese stad in West-Afrika, staat op de UNESCO werelderfgoedlijst vermeld en dat mag ook want het is een uniek zicht.

    Wanneer wij in het hotel Merloz aankomen, hebben we nog wat de tijd voor we gaan dineren. Wij willen wat aan het zwembad gaan liggen maar de kussens op de ligstoelen zijn erg vuil. Jean doet wel een duik in het koude water en ik zit nog wat in de zon op ons terras. Janneke en Taco zitten in de kamer naast ons. We krijgen lekker vis te eten maar de graten zijn verschrikkelijk. Rond 10u liggen wij in ons bed onder het muggennet want morgen moeten we om 7u30 al ontbijten.






















    16-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 4

    zaterdag 15 maart 2014                                     Pink Lake - Lompoul woestijn

    Reisafstand 150 km

    We worden wakker met een prachtige zon die opkomt boven het meer. Om 8u30 ontbijten wij in hotel Trarza en hebben terug een prachtig uitzicht op het meer en daarna beginnen we aan onze rit rond Pink Lake. Dit meer is bekend omdat de finish van Parijs-Dakar aan het meer ligt. De wagens moeten nog 1 ronde rond het meer rijden en stoppen nadat ze de grote wit geverfde bak voorbij zijn. Lac Rose of Lac Retba is een zoutmeer dat op 25 km van Dakar ligt en door duinen gescheiden is van de Atlantische Oceaan. Het dankt zijn naam aan de kleur van het water, die rose-achtig tot mauve is al naar het moment van de dag. Dit is te danken aan het feit dat de hoge zoutconcentratie het licht anders breekt en aan de aanwezigheid van rode plankton en microbacteriën. Door de hoge zoutconcentratie (300-480 g/l) is vrijwel geen leven in het water mogelijk en zouden baders blijven drijven in het water net als in de Dode Zee. Wij zien er iemand in zwemmen maar of die meer drijft???  Het meer dat 3 km² groot is, is 3m diep, waarvan anderhalve meter uit zout bestaat en anderhalve meter uit water. Sinds de jaren zeventig wordt hier door de bevolking aan zoutwinning gedaan. Iedereen mag er vrij komen werken op voorwaarde dat hij zich aan bepaalde regels houdt zoals solidariteit en eerlijkheid. Het grootste deel van de arbeiders komen uit het buitenland: Mali, Benin, Niger en Guinee. Zij gaan tot aan hun borst in het water, goed

    ingesmeerd met caroteenboter om zich te beschermen tegen de corrosieve werking van het zout. Zij maken het zout los door met puntige stokken in de bodem te steken, dan binden ze een mand tussen hun enkels die ze vervolgens met het losgekomen zoutblokken vullen. In één bootje kan één ton zout. Het vullen neemt 3u in beslag.

    Het zout wordt gewoon uit het meer geschept en in hoopjes op het strand opgestapeld en ieder heeft zijn eigen zoutberg met daarop een bordje met zijn naam. Daarna wordt het zout aan handelaren verkocht, waarna het grootste deel naar het buitenland gaat. Er zijn drie kwaliteiten: de beste kan als keukenzout dienen, de tweede voor het inzouten van vis en de laatste wordt in Europa gebruikt om de sneeuw te doen smelten. Wij krijgen van iemand een zakje zout als souvenir en een lief meisje geeft mij 2 armbandjes en een briefje met haar adres met de vraag om naar haar te schrijven.

    Ik las ergens “Having been at some point a child, you will certainly have dreamed of a lake made of strawberry milkshake. We can now reveal that it does exist. Okay, so it’s not exactly made of milkshake, but Senegal’s Lake Retba is certainly the right shade of pink.”

    Alleen bij ons kleurt het meer niet echt roze maar heeft het meer een roze gloed. 

    Onderweg naar een dorpje waar de Peul wonen, stoppen we bij de betonnen richel die als aankomst van de Rally dient. Hier zien wij klein stukjes tuin waar constant jongens naar af en aan lopen met 2 gietertjes water die zij uit waterputten scheppen die langs het meer liggen. Raar maar waar; het water uit deze putten op maar 50m van zout meer geven zoet water.

    De grootste bevolkingsgroep in Senegal is de Wolof (ca. 45%) die vooral in de grote steden wonen. De Peul (ca. 12%) waren handeldrijvende nomaden en veehouders die in het noorden, midden en zuidoosten wonen. De meeste Peul trekken nu niet meer rond maar wonen in de Senegal-vallei en de Casamance. Ze vallen op door hun lichte huidskleur. De Toucouleur (ca. 11%) zijn landbouwers en wonen in het noorden langs de Senegal-rivier.

    We stoppen bij een Peuldorpje waar we door de dorpsoverste ontvangen worden en door zijn dorpje geleid worden. De kinderen grijpen onze handen en willen zwieren. Hij vertelt dat zijn stam een nomaden bestaan leidt maar door de droogte een paar jaar geleden, is zijn kudde uitgestorven en is hij en zijn familie nu sedentair geworden. De Peul zijn iets bleker en hebben een scherpere neus dan de Wolof. De vrouwen en de kinderen laten zich graag fotograferen en een dame doet ons voor hoe ze water uit de dorpsput boven haalt en op haar hoofd wegdraagt. Als we weg gaan wuiven de kinderen ons na en wij rijden terug naar hotel Trarza voor een lunch. We pikken onze valiezen op en rijden in noordelijke richting naar de woestijnen van Lompoul. Op een bepaald ogenblik wordt alles en iedereen overgeladen in een grote jeep en rijden wij door een zandvlakte met nog altijd wat begroeiing. Dit is het decor van de Dakar rally. Aan de rand van de woestijn zelf in Lompoul, zien wij de eindeloze zandduinen. We nemen onze intrek in een Mauretaanse tent die nog de luxe van een eigen badkamer met wc heeft en dan haasten wij ons om uit de wind nog een uurtje te genieten van de ondergaande zon. Een unieke ervaring.

    Als de zon onder is, wordt het frisser en de djembees roepen ons naar een kampvuur voor wat traditionele muziek met een paar spectaculaire danspasjes. Daarna worden wij in een grote tent uitgenodigd om soep te eten en daarna een stoofpotje met een pikante saus en de rijst mag natuurlijk weer niet ontbreken. Met dikke buikjes kruipen we rond 11u in ons bed. De kleine lampjes geven een fascinerend schimmen schouwspel op de wanden van de witte tenten, maar de vele impressies zorgen ervoor dat wij snel onze oogjes sluiten.






























    15-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 3

    Dag 3 - vrijdag 14 maart  2014                                              Dakar - Kayar - Pink Lake

    Reisafstand 50 km

    Na het ontbijt om 9u, verlaten we ons hotelletje La Madrague aan de zee en keren onze rug naar het drukke stadsleven om een bezoek te brengen aan het schildpaddencentrum, waar we een rondleiding krijgen. Hier worden honderden gewonde of zieke schildpadden verzorgd en genezen. In de eerste omheinde zone maken we kennis met de Afrikaanse schildpad. De mannetjes wegen zo’n 90 kilo en vrouwtjes ca. 60 kilo en ze kunnen meer dan 100 jaar worden. De oudste schildpad is 105 jaar oud en loopt vrij in het park omdat ze anders gestresseerd raakt. De schildpadden worden altijd met een zelfde aantal mannetjes en vrouwtjes bij elkaar gezet want anders komt het zeker tot een gevecht. Binnen de volgende omheining zien we schildpadden die allemaal een beschadiging of vervorming aan hun schild hebben. Deze komen bv.uit de zoo van Rotterdam waar zij enkel dierenmeel als voedsel kregen: nu krijgen ze sla, tomaten en fruit te eten. Het zal zeker nog 30 à 40 jaar duren eer de meeste vervormingen zullen verdwijnen. Nog wat verder zitten de schildpadden die binnen enkele weken terug in het wild geplaatst worden. Eerst zullen ze nog een paar dagen opgevolgd worden om te zien of zij in het wild kunnen overleven. Met de meeste wordt er gekweekt maar de eieren worden na het leggen onmiddellijk opgegraven en in een speciale kooi terug ingegraven. Ze worden in de vorm van een piramide gestapeld: uit de bovenste zullen mannetjes komen en de onderste de vrouwtjes. Na hun geboorte worden ze in opgroeibakken geplaatst tot ze groot genoeg zijn om veilig te zijn voor de aanvallen van hongerige ratten, roofvogels en andere roofdieren.

    Bij het hoofdgebouw krijgen we een lunch van de streek aangeboden: “ceebu jin” = gebroken rijst met rode kruiden, wortelen, maniok, courgetten en 2 soorten vis waarbij we hibiscus en apenbroodjus drinken. Alles samen in schotel, wij op de grond met een lepel in dezelfde pot en het smaakt heerlijk ook al is het een hele bedoening voor we goed zitten om nog maar te zwijgen van hoe we terug recht kruipen…

    Na de lokale lunch vertrekken we naar Kayar, een van de grootste vissersplaatsen van Senegal. Wat we hier te zien krijgen kan ik echt niet met woorden beschrijven: onvoorstelbaar.

    Een strand waar 1600 kleurrijke boten dagelijks naartoe varen. Zij komen terug van zee om hun vangst aan land te brengen. Onder begeleiding van een lokale gids wagen wij ons op een bomvol strand. Duizenden mensen lopen hier kriskras door elkaar en zeulen bakken vis om hun hoofd rond. De kinderen zitten op de rand van de boten die op het strand liggen. Eentje weent hartstochtelijk omdat zij bang is voor blanken. Zodra een boot in de buurt van het strand komt, wordt hij bestormd door mannen die de oceaan inlopen om de vis in bakken naar land te dragen en bij de vrouwen op het strand af te zetten. Zij zorgen ervoor dat de vis gesorteerd en verhandeld wordt. De kleine bootjes worden daarna met man en macht op boomstammen het strand optrokken en daar op hun plaats neergelegd. De grootste boten zijn daar te zwaar voor en worden aan boeien in zee vastgelegd.

    Alle bootjes zijn mooi beschilderd en steken schitterend af tegen de blauwe zee of het witte strand. Iedereen is hier vriendelijk en wij worden getolereerd als wij voor hun voeten lopen om weer een mooi plaatje trachten te schieten. De dames zijn gekleed in kleurrijke bubu’s; een doek van 4m die ze rond hun lichaam wikkelen en waar ze vaak nog een lange broek onder dragen. Het strand ligt bezaaid met kogelvissen die niet eetbaar zijn omwille van hun vergif en zeepalingen die ons al meer dan groot genoeg lijken maar voor hen niet voldoen aan de eisen. Jean en ik raken aan de praat met een jonge kerel die kassen vol tongetjes heeft: hij krijgt hiervoor €2 per kilogram. Die gast krijgt bijna een beroerte als wij hem vertellen dat ik er vorige week bij ons aan zee nog €25 per kg voor betaald heb. Hij wil onmiddellijk een handeltje opzetten. 

    Met spijt draaien we dit schouwspel de rug toe. Ik vind dit alleen al de moeite om naar Senegal te reizen. De kleurenpracht, het geweld van de zee, de overweldigende visgeur, de lachende kinderen, de visverkopende dikbil vrouwen en de rijzige jonge mannen met de bakken vol vis op hun hoofd zullen ons nog lang bijblijven.

    Van hieruit rijden we naar ons overnachtingshotel nabij Pink Lake. Onze kamer ligt juist naast het meer en is minder mooi maar alles is aanwezig en proper. Bij het douchen, komt er maar weinig water uit de kraan en dus hou ik het maar bij afspoelen zonder veel zeep.

    Om 19u gaan we lunchen, als voorgerecht sla met tomaten en wortelen overgoten met een lekkere mosterddressing. Als hoofdschotel kip met een ajuinsaus met fritten en als dessert pannenkoekjes. Vandaag hebben wij niet lang gestapt maar toch heeft iedereen rond 22u zin om in bed te kruipen en dat doen wij dan ook.

     





























    14-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 2

    donderdag 13 maart 2014                                   Dakar - Île de Goree - Dakar

    Reisafstand 20 km

    Om 7u komen we met kleine oogjes aan het ontbijt dat heel verzorgd en lekker is. We beginnen onze dag om 8u met een stadstoer door Dakar, de hoofdstad van Senegal en tevens het economische centrum van West Afrika. Onze eerste stop is bij “Le Monument de la Renaissance Africaine”; een reuzegroot bronzen beeld van een man, een vrouw met ontblote borst en een kind dat er 5 jaar geleden gemaakt is onder groot protest omdat het zo verschrikkelijk duur was. Taco en Janneke hebben de moed om de 400 trappen naar boven te beklimmen, maar wij bewonderen het van de onderkant. Ik ga mijn net geopereerd been nog niet onmiddellijk tot het uiterste inspannen. Wij zien de moskee de la divinité: wit met enorme groene bollen en dit wordt enkel gebruikt voor het vrijdaggebed. In het centrum van Dakar, ook wel ‘plateau’ genoemd, rijden we langs het elegante treinstation, La Place des Tirre Ailleurs, het onafhankelijkheidsplein, een aantal regeringsgebouwen en zelfs de Belgische ambassade. We rijden naar de meer volkst buurt en stoppen bij een kleurrijke craft-market waar we souvenirs kunnen kopen en gaan te voet verder naar een overdekte vis-, vlees- en groetemarkt. We herinneren ons de overdekte markten in Marokko en deze zijn veel netter en met minder vliegen en reukhinder. De meeste mensen laten zich vlot fotograferen en dit zonder hun hand op re houden. 

    Na de tour door Dakar verruilen wij het levendige en bruisende stadsleven voor het idyllische Île de Gorée. Wij vertrekken per ferry vanuit de haven van Dakar naar dit eilandje op een half uur varen voor de kust van Dakar. Op het eiland, dat vermeld staat op de UNESCO werelderfgoedlijst en dat maar 900 m x 300 m groot is, wonen 1800 mensen: 1000 moslims en 800 christenen (de totale bevolking hier is overwegend moslim). We gaan eerst naar het slavenmuseum. Indrukwekkend wat zich daar in het verleden heeft afgespeeld. We zagen de kleine vertrekken waar de slaven verbleven, “de deur zonder terugkeer” en de bekende dubbele trap waaronder zich de cellen voor opstandige slaven bevinden. Tijdens de slavenhandel zijn er duizenden slaven vanuit dit eiland verscheept naar de Noord en Zuid-Amerika. De groten der aarden waren hier ook op bezoek en ik denk dat deze plaats niemand onberoerd laat.

    Na dit bezoek gaan we op een pleintje aan de rand van de zee een koffie drinken. Net naast het terrasje zitten twee pelikanen die zich graag laten fotograferen. Juist naast het café is een werkplaatsje waar een man schilderijen van zand maakt. Leuk om te zien en mooi. Het ziet er allemaal erg simpel uit hoe die man dat doet, maar wij doen het hem niet na. De wandeling over het eiland die volgt, is erg leuk en we zien vele koloniale gebouwen in bonte kleuren en nauwe straatjes met tropische bloemen. We komen voorbij 2 forten door de Fransen gebouwde om het eiland te verdedigen, de centraal gelegen Sint Charles kerk en het militair hospitaal. Zo belanden we bij een restaurant aan de oceaan waar we weer een heerlijke 3-gangen lunch krijgen, weer vis en lekker. Majo, die geen vis lust, krijgt een vleesschotel. De lange broek verdwijnt in de rugzak en de windstopper verdwijnt van onze schouders die voor het eerst genieten van de zon. Het leven kan toch mooi zijn.

    Het huidige toeristische karakter van het eiland staat in schril contrast met de geschiedenis van het eiland. Goed bewaard gebleven oude gebouwen zijn het bewijs van het turbulente slavenverleden. Om 15u30 stappen wij op de overzet naar Dakar waar we door de bus opgewacht worden. We keren naar ons hotel terug via het commerciële deel van de stad; een winkelstaat zonder einde die overgaat in een lange rij van duizenden stalletjes met straatventers. We stoppen nog even bij het Presidentiële paleis waar een wachter in een mooi rood pak ons al na 2 minuutjes wegstuurt. Terug in het hotel zitten wij samen nog twee uurtjes van de zin te genieten en bekijken de foto’s van de dag. Om 19u dineren wij met ons zessen in het hotel. Advocado met garnaaltjes en terug vis! Ik hoop voor Majo en Jean dat dit wel eens afgewisseld zal worden met iets anders. De dorade die ik op mijn bord krijg is vergeven van de graten en laat zich niet graag bedwingen maar hij proeft wel lekker.

    Morgen hoeven wij pas om 9u te ontbijten dus hebben we tijd om onze blog op te starten en iets na middernacht sluiten wij onze ogen met het gebulder van de golven als slaapdeuntje.

    Overnachting: La Madraue bij Dakar
























    13-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag 1

    woensdag 12 maart 2014                                                  Amsterdam - Dakar

    Reisafstand 15 km

    VLUCHTGEGEVENS  Van/ Naar  AMSTERDAM - DAKAR

    Luchtvaartmaatschappij     Arke Fly      Vluchtnr OR451

    Vertrekdatum 12/03/2014    Vertrektijd   07.00       Aankomsttijd 13.05

    ARKEFLY   AMSTERDAM (AMS) DAKAR (DKR) OR 451 1 2-03-2014 07:00  tot 13:05

    Om 1u30 loopt de wekker af, natuurlijk veel te snel want we liggen nog maar net in bed….. maar het avontuur lokt dus …… ons snel wassen, klaarmaken en alles in de auto steken.

    Om 2u rijden we de thuis weg richting Schiphol maar daar begint het avontuur reeds veel te vlug want we kunnen de parking die we vooraf reserveerden niet vinden.  Omdat de tijd nu wel krap geworden is, rijden we Parking 3 bij de luchthaven binnen, waar gelukkig nog een plaatsje vrij is niet te ver van shuttle. Nadat we ingecheckt zijn, vraag ik aan een balie van Arke of ik iets aan die parkingreservatie kan doen en blijkbaar volstaat een telefoontje m de reservatie te annuleren. Dat lukt vlot omdat vel wegen rond de luchthaven heraangelegd zijn en wij niet de enige zijn met dit probleem. Het vinden van de gate D12, het passeren van de veiligheidscontrole en het aan boord gaan verloop vlot en stijgen we met een kwartier vertraging om 7u30 op.

    Na een 6 uur durende vlucht waar we voor ons eten en drinken moesten betalen, landen we om 13u20 in Dakar (12u20 plaatselijke tijd). Ons vliegtuig parkeert op de tarmac en we worden met een bus naar het hoofdgebouw gevoerd. Hier is er maar een kleine formaliteit voor het krijgen van de visums. Hier worden we door onze gids opwacht en maken we kennis met onze medereizigers: het zijn maar 4 Nederlanders! Wij hebben graag een niet te grote groep, dus klagen we niet. We hal vlug 30000 Fna uit de muur en na 15 minuutjes worden we voor hotel La Madrague aan het stand afgezet. Schitterend zicht op het eiland Ngor en de meest westelijke punt van Afrika: Phare des Almadies. Wij krijgen 3 kamers bij elkaar, met een gemeenschappelijk terras en onze kamer heeft zelfs uitzicht op zee. We spreken om 16u af bij de receptie en gaan onder ons tweetjes een wandeling langs het strand maken. De rust duurt niet lang want na een 50m worden we door een jong, vriendelijk zwartje aangesproken en die geeft ons een rondleiding door het oude vissersdorpje. Hij vertelt honderduit over zijn dorp met de vier grote families, legt uit hoe de viscoöperatief werkt, dat de mannen de vissersboten bezitten maar de vrouwen de kleuren en de naam mogen kiezen. Hij vertelt hoe de coöperatief ¼ van de vis ontvangt om met die centen de ouderen te onderhouden of de beschadigde boten te herstellen.

    Hij vertelt dat de moslims en de christenen in vrede met elkaar leven en elkaar feesten mee vieren, hij laat ons zien hoe de mannen op het strand een boot maken. Hij brengt ons via een labyrint van klein, smalle zanderige straatjes tot bij een heilige baobab waar we een klein stukje van in onze linkerhand krijgen, onze ogen moeten sluiten en twee wensen mogen doen: eentje voor onszelf en een tweede voor iemand die ons dierbaar is. Dan moeten we het stukje schors in onze dominante hand nemen en tegen de boom werpen. Wij mogen ons wens pas na zeven dagen aan onze partner doorvertellen.    Als dat geen prachtige kennismaking is met weer een vreemd stukje ander cultuur weet ik het ook niet meer. Hij brengt ons netjes terug tot aan ons hotel en wij geven hem met veel plezier een tip. We ontmoeten de anderen aan de receptie en trekken terug naar het strand om daar in een kleine boot te kruipen (met natte voeten) die ons naar l’ île de Ngor brengt. We lopen wat rond en bewonderen de buitenverblijven van de rijke Fransen en Senegalezen die daar in de zomer verkoeling komen zoeken. We eindigen onze uitstap met een etentje op het eiland met Dakar op de achtergrond: eerst een lekker slaatje, dan een vis die voor de helft over mijn bord steekt omdat hij zo groot is en dan lekker vers fruit. En we hebben gegeten want we hadden honger. Bij het uitstappen uit de boot aan ons hotel wondt mijn broek nat tot boven toe en kan ik al onmiddellijk beginnen met wassen… Om 9u vallen we als een blok in slaap maar we hebben dan ook een hele lange dag achter de rug.

    Overnachting: La Madraue bij Dakar

     













    12-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog 4 dagen
    We worden stilaan ongeduldig om het westen van Afrika te gaan verkennen.

    15-daagse rondreis    VELE GEZICHTEN VAN SENAGAL & GAMBIA


    08-03-2014, 00:00 geschreven door Jean en Marleen  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Archief per week
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs