Verhalen (15) : Hoe een beroepsdief uiteindelijk in de cel belandde (opgetekend door Gaston Bontinck).
Na de verhalen over onderzoeken naar seksueel misbruik van kinderen door pedofielen (al dan niet-geestelijken), incest en kinderverwaarlozing, een verhaal van een heel andere orde. Heb het onlangs teruggevonden in de notities van mijn vader en besloten het toch maar op mijn blog te plaatsen. Een anekdote mag ook wel eens ! En wie weet volgen er nog !
***
Al enkele dagen was ik als rijkswachter gekazerneerd in de landelijke brigade N. De streek was voor mij volkomen onbekend. De oude gesnorde brigadecommandant was de enige die op de hoogte was van mijn capaciteiten als loper. Op een of andere manier was hij te weten gekomen dat ik al meer dan tien jaar de loopsport beoefende en aangesloten was bij La Gantoise. Ik liep zowel de 1500 meter als langere afstanden, en deed ook geregeld mee aan cross-country. Het toeval wilde nu dat een doortrapte dief de streek al maanden aan een stuk onveilig maakte. Hij stal meestal kippen, konijnen en schapen. Ondanks alle aangewende middelen slaagde de sluwe kerel er steeds in uit de handen van de rijkswachters te blijven. Enkele keren werd hij bijna opgepakt, maar kon hij dankzij zijn behendigheid in het lopen en springen over allerlei hindernissen (afsluitingen, grachten, ...) telkens ontsnappen aan de arm van de wet. Het was zeker geen toeval dat de man in de streek de bijnaam had gekregen van "den hoaze". Het toppunt was, dat hij elke keer dat hij kon ontsnappen aan een arrestatie, triomfantelijk zijn avontuur tussen pot en pint aan de grote klok hing. Zijn verhaal eindigde hij meestal met dezelfde woorden : "Die gendarmen van N. zijn niet rap genoeg om mij te pakken te krijgen. Ik kan veel sneller lopen dan zij !" De commandant kreeg dat te horen en die woorden lagen hem natuurlijk heel zwaar op de maag. Net die loslippigheid zou de dief uiteindelijk duur te staan komen. De oude commandant lag er op gebrand om de kerel binnen de kortste keren eens lik op stuk te kunnen geven. Alleen al om tegenover de plaatselijke bevolking te bewijzen dat er ook rijkswachters waren die sneller konden lopen dan onze dief wel dacht. Op zekere dag diende de kerel aangehouden te worden omdat hij een gevangenisstraf diende uit te zitten van verschillende maanden voor eerder gepleegde misdrijven. Een plan werd uitgedokterd en de commandant stuurde mij met een collega de baan op. De opdracht was duidelijk : De rappe dief moest bij de lurven gevat worden. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat ik er naar verlangde om eindelijk mijn kwaliteiten als loper eens ten dienste te stellen van mijn beroep. Ondanks alle voorzorgen die genomen werden had de sluwe kerel terug lont geroken. Toen wij op ongeveer 50 meter van zijn woning genaderd waren, sprong hij ineens naar buiten, wipte als een haas over een vrij hoge haag ... en zette het op een lopen ... dwars door de velden. Als cross-countryloper was dat voor mij natuurlijk een geliefkoosd terrein. Ik aarzelde geen moment en begon kalm aan de achtervolging. Ik diende op mijn hoede te blijven, want een kerel die dreigt opgepakt te worden is dubbel gevaarlijk. Na enkele honderden meter gelopen en gesprongen te hebben dacht de dief de rijkswachters definitief van zich afgeschud te hebben. Zo was het toch al altijd geweest, moet hij gedacht hebben. Wie zou hem nu wel kunnen grijpen, hij "den hoaze" ? Zijn verbazing moet groot geweest zijn vast te stellen dat hij nog steeds achtervolgd werd door een gendarm. Na ongeveer twee kilometer gelopen te hebben was ik tot op ongeveer een dertigtal meter genaderd. Ik had toen al zijn aarzelende bewegingen in de gaten toen hij over grachten moest springen. Ik liet hem toch maar verder "draven" en volgde aandachtig zoals op training. Begeven wou de man niet, en na meer dan drie kilometer bevonden wij ons al op het grondgebied van een aangrenzend dorp. Maar goed, bevoegd of niet, de dief hoorde nu eenmaal opgepakt te worden. Mijn plan bestond er in dat hoe meer ik hem moe kreeg door het lopen ... hoe minder gevaarlijk hij zou zijn als ik hem bij de kraag zou kunnen vatten. Je weet immers nooit vooraf of zo iemand al dan niet gewapend is. De "loper-dief" liep nu zwaar te zuchten, spuwde, kreunde, struikelde af en toe, maar ik liet mijn "slachtoffer" steeds een dertigtal meter voor mij uit lopen. Na meer dan vier kilometer lopen en achtervolgen zag ik dat hij in een gracht gesukkeld was. Ik gaf hem even de tijd om terug recht te staan ... maar plots ... weg was hij weer ! Op een weide een eindje verderop viel hij tot driemaal toe neer van uitputting. Zijn bobijntje was af, zoveel was wel duidelijk ! Veel weerstand zou hij nu niet meer kunnen bieden. Ik vreesde zelfs een ogenblik dat hij zou doodvallen van moeite en van de schrik. Hij wist maar al te goed dat eens gesnapt hij voor vele maanden naar de 'kostschool' kon ... als intern ;-) ! Ongeveer na 5000 meter op het grondgebied van E., tussen de dennen, stuikte hij plotseling neer. Hij was er blijkbaar heel erg aan toe, doch ik moest kalm en op mijn hoede blijven. Maar de man kon geen woord meer uitbrengen en gaf alleen maar teken om te mogen blijven liggen waar hij lag. Zo bekaf was mijn toevallige 'trainingspartner' dat hij meer dan tien minuten nodig had om op zijn positieven te komen. Van opstaan was nog geen sprake ... krampen in de benen Het moet een potsierlijk tafereel geweest zijn die daaropvolgende minuten : Temidden van een sparrenbos ... een gendarm die vlijtig de benen van een dief aan het masseren was ... om het heerschap daarna in de boeien te slaan, terug op de been te krijgen en naar de kazerne over te brengen. Dat was absoluut geen probleem meer. De kerel was zo tam als een lammetje geworden en liet zich gewillig opleiden.
Hij begreep er helemaal niets van. Hij was altijd al die rijkswachters van N. zonder meer te vlug af geweest ... en nu ineens had hij een rijkswachter achter zich aan gekregen die sneller en langer kon lopen dan hijzelf. Hij zal er dikwijls over nagedacht hebben tijdens zijn vele maanden "celleven".
De gesnorde brigadecommandant was in zijn nopjes. De oversten waren tevreden en iedereen in de gemeente en omliggende wist dat er een gendarm was bijgekomen die rap uit de voeten kon. Dat zal de 'onfortuinlijke' dief maanden later ook wel te te weten gekomen zijn en hij zal zich allicht aan de toog wel gehoed hebben om nog zo hoog van de toren te blazen over zijn loperskwaliteiten.
PS. : Het verhaal heeft zich afgespeeld in de vooroorlogse periode. Rijkswachters gingen op dienst met de fiets of te voet, zoals in dit geval. Vader was trouwens in de jaren voor WOII op zijn best als loper. De oorlog heeft een vroegtijdig einde gemaakt aan zijn loperscarrière.
*** SCANS (3) :
Na een zoektocht in kasten en schuiven bij moeder in Zelzate (91) kwamen deze 'collages' te voorschijn met foto's en resultaten van vader als loper voor Destelbergen en Gantoise . Hopelijk vind ik nog meer krantenknipsels of foto's ... een zoektocht van 'lange adem'. Vandaar dat ik deze foto's en krantenknipsels hier in dit blog wil verzamelen onder het verhaal dat vader ooit geschreven heeft : "Hoe een beroepsdief uiteindelijk in de cel belandde". Mogelijks nogal onduidelijk soms, maar voor de familie blijven ze een kleinood. I.B.
COMMENTAAR BIJ SCAN 1 :
Een verloren gewaande foto !
Les Challenges de cross du Racing de Bruxelles.
Foto die dateert van 5 februari 1933 (80 jaar geleden) : Wegwedstrijd Brussel (Quatre Bras) - Brussel (Ganzenvijver).
Bijtend koud, 10 cm sneeuw, dwars door Terkamerenbos. Afstand : 9 km 83 deelnemers.
Vader (nummer 766 met witte muts) eindigde 15'de en Gantoise won het ploegenklassement.
*****
*******
|