Herneming : Foto's en artikels van "Tuin 2012" Wetteren.
Van vrijdag 14 tot en met maandag 17 september werd het Wetterse marktplein omgetoverd in een reeks prachtige thematuinen die een uniek geheel vormden en van onze markt een oogverblindend pareltje maakten. Een hoogstandje van tuinarchitectuur was het en Tuin 2012 klokte dan ook af op ongeveer 25.600 bezoekers. Menig Wetteraar vond het bijzonder jammer de tuinen alweer te zien verdwijnen uit het "marktbeeld". Daarom heb ik een tweetal artikels, een videoclip en een aantal foto's van dit unieke gebeuren verzameld. Er volgen nog meerdere foto's, want dochter Sofie heeft een resem kiekjes gemaakt tijdens haar bezoeken. Ik hoop er hier een aantal van te kunnen brengen.
Klikken onderaan voor :
1) Selectie uit foto's door dochter Sofie genomen.
2) Geslaagde foto van de Tuin en het Gemeentehuis.
Vanop de pui van het gemeentehuis kreeg je trouwens een enig zicht op de "Verborgen Tuin". Wat die inhield kan je lezen in het artikel waarin de thematuinen beschreven worden.
3) Kleindochter Kim in de Tuin tijdens ons laatste bezoek.
4) Artikel : Tuin 2012 is overrompeling ( + clipje in versneld tempo over de opbouw en een sfeerbeeld onder het artikel). * Bron : Het Nieuwsblad.
5) Artikel : Tuin 2012 zal vorige edities overtreffen (+ overzicht van de thematuinen). * Bron : Het Nieuwsblad.
STUKJE GESCHREVEN NA DE RONDE VAN VLAANDEREN 2012.
In de ban van de Ronde.
Of je dat nu leuk vindt of niet, op zondag 1 april was de Ronde van Vlaanderen "breaking news", van in de vroege morgenuren tot de overwinnaar over de streep kwam gereden. En ook erna, want de 96'ste Ronde veroorzaakte nogal wat controverse vooral omwille van de wijzigingen in het parcours. Stof genoeg voor discussie op de online nieuwssites dezer dagen. Moet daar nu echt zoveel aandacht aan besteed worden, opperen niet-sportliefhebbers. Akkoord, er zijn heel wat belangrijkere dingen in het leven, maar mag het even, zo'n dag ! De Ronde is trouwens niet alleen zomaar een sportief gebeuren ; het is veel meer dan dat. Het is ook een op en top sociaal evenement en dat is het eigenlijk altijd geweest. Het brengt mensen samen, brengt bijwijlen verhitte discussies op gang over het parcours, de valpartijen, de finale, enz... Maar hooliganism zoals in voetbal, neen. Wel mag gewezen worden op de onvoorzichtigheid van sommige kijkers langs het parcours, wat ook vandaag leidde tot de valpartij van een mogelijke kanshebber, noorderbuur Sebastian Langeveld. Jammer ook dat een topper als Fabian Cancellara door een valpartij werd uitgeschakeld, maar het kan elk renner overkomen ... en niet alleen in de Ronde van Vlaanderen. De wet van de sport is hard, en dat heeft de overwinnaar van vandaag ook al ondervonden in het verleden.
Al van kindsbeen af volg ik de Ronde en mij blijft bij dat er weinig wielerwedstrijden zijn die door zoveel mensen gevolgd worden : Jong en oud, al dan niet sport- of wielerliefhebber. Je houdt er van, of je haat het hele gedoe, maar het houdt iedereen wel bezig. Als kind nam een nonkel mij mee naar de aankomst in Wetteren (tot ergens in de jaren '60, dacht ik). Vandaag woon ik in datzelfde Wetteren, op de hoek van de straat waar eertijds de sprint werd ingezet naar de finish.
De Ronde van Vlaanderen is nu eenmaal een heel apart fenomeen. Het verdwijnen van de Muur uit het parcours deed aanvankelijk vrezen dat Vlaanderens mooiste veel aan belangstelling zou inboeten. Niets was minder waar, wat niet uitsluit dat ik het bijzonder jammer vind dat de fameuze Muur van Geraardsbergen uit het parcours verdwenen is. Topsport is nu eenmaal ook grote 'commerce' geworden, en daar is de gewone sportliefhebber meestal het slachtoffer van. Al die VIP-tenten, dat stuit de echte wielerliefhebber wel een beetje tegen de borst, zeker in tijden van crisis. Ze palmen een aantrekkelijk deel in van het parcours en een niet gering deel van de genodigden kent geen bal van koers en interesseert er zich ook niet echt voor. Zich tegoed doen aan champagne, kaviaar en toastjes allerhande ... en tussendoor eens kijken naar de koers op een groot scherm. Maar ja, dat hoort nu eenmaal bij dat grote circus dat elk groot wielergebeuren vandaag geworden is.
Dat Belgisch topper Tom Boonen voor de 3'de keer de Ronde op zijn naam schrijft, dat maakt het allemaal nog mooier op deze zondag 1 april. Het was een koers met veel atletisch vertoon, hectisch , met tragische momenten ook, Een fascinerende wedstrijd, wat criticasters ook mogen beweren. Zeker niet minder zwaar als je de opeenvolging van hellingen even bestudeert. Een moordend parcours en dat werd door het wedstrijdverloop overduidelijk bewezen.
Op sommige nieuwssites (met HLN.be op kop) werd de Ronde nochtans al gedegradeerd tot een kermiskoers. Meestal door mensen die allergisch zijn voor een Belgisch topatleet. We horen er eigenlijk trots op te zijn, maar we weten ondertussen allang dat we in 'afbrekende kritiek' een gouden medaille verdienen ;-) Nu ja, misschien moeten die mensen dan maar eens de laatste 150 km met de 16 'hellingen' uitproberen.
Ik heb in elk geval volop genoten van deze dag en niet alleen omdat een Belg de wedstrijd heeft gewonnen.
Vanmorgen vroeg uit de veren. Om half zeven. Snel een paar boterhammetjes naar binnengewerkt, trein genomen naar Gent iets over zevenen en rond acht uur was ik goed en wel in Brugge aangekomen. Twee uur voor de start, maar ik heb genoten van elk moment. Eerst een koffietje in het stationsbuffet en dan snel te voet naar het centrum van Brugge. Je mag me nu een 'cultuurbarbaar' noemen, maar van die sfeer kan ik intens genieten. De sfeer, dat zijn niet alleen de renners, ook het bonte volkje van het Zand tot op de Grote Markt en in de straatjes rondom. Kleurrijk geklede mannen en vrouwen, iedereen goedgeluimd, af en toe gejuich bij het zien van een favoriet. Ik herinner me, toen enkele jaren terug de start voor het eerst in Brugge werd gegeven, Japanse en andere toeristen met hun fototoestellen en camera's, stomverbaasd toekeken hoe die mensen de mooie historische gebouwen de rug toekeerden om hun wielergoden toe te juichen, terwijl zij alleen aandacht hadden voor 'Brugge die scone'. Vandaag heb ik ook al enkele Aziaten ijverig fotootjes zien maken van renners. Times are changing, Even terug naar 't Zand, waar supporters zich achter hoge hekkens verdringen om een glimp op te vangen van hun idool, die elk moment uit de bus kan stappen. Eentje denkt de neus van Tom Boonen gezien te hebben, en direct ontstaat een gejuich dat zich als een golf uitbreidt tot tientallen meters verder.
Van 't Zand rijden de wielergoden naar de Markt om via het podium naar de tafel te rijden, alwaar ze het startblad moeten ondertekenen en hun rugnummer ontvangen. Hier en daar wordt er eentje (al dan niet bekend) opgevangen door de presentatoren en aan een interview onderworpen. Ben even tot aan de achterkant van het podium komen piepen en hoorde dat Michel Wuyts nummer 111, de Italiaanse renner Daniele Righi van Lampre aan het interviewen was. Hij vroeg hem net in het Italiaans (met daarna de nodige vertaling voor het publiek) ... of hij gelukkig was hier in Brugge te zijn. Ja, wat antwoord je dan als renner als je even later voor meer dan 250km de weg wordt opgestuurd en in het zuiden van Oost-Vlaanderen zestien hellingen moet verteren ? Enfin, uit de vertaling bleek dat Daniele Righi gelukkig was hier in Brugge. Hij kon daar moeilijk staan grienen, hé !
Telkens een grote naam het podium komt opgereden stijgt een oorverdovend gejuich uit het publiek op. Dat moet toch frustrerend zijn voor die vele andere jongens die ook deze harde Vlaamse klassieker het hoofd willen bieden ... en daar misschien ook in slagen. Ik ben nu ook wel fan van enkele 'groten', maar ik zou mij even gelukkig voelen moest de Ronde gewonnen worden door een nobele onbekende.
We begeven ons richting Gruuthusemuseum. Even voorbij de Grote Markt staan de motards en wedstrijdwagens al klaar. Sommigen inspecteren voor de zoveelste keer allicht hun zwaar vehikel ... een vrouw klampt één van de motards aan. Ik dacht een moment dat ze achter op de motor wou springen, maar ze wou alleen een kiekje nemen van die moedige man die ook de Ronde diende mee te rijden. We wandelen voorbij het standbeeld van 'Guido'. Die heeft nu al enkele keren de Ronde zien passeren, maar hij blijft er rustig en onbewogen bij. Nostalgie maakt zich van mij meester en ik denk terug aan een spreekbeurt die ik ooit in het 4'de middelbaar heb gegeven over het leven en werk van Guido Gezelle. Had ik toen moeten vertellen wat we nu allemaal over hem weten ... het had mij alvast een onvoldoende voor Nederlands opgeleverd.
Afgedwaald ... bij de Ronde blijven. Toch Guido Gezelle maar het beste gewenst ... want het is even voor tienen ... en ginds is de wagen van Rooodaaaniaaaa op komst. Mens, wat word ik daar zenuwachtig van . Luister daar nu eens een godganse dag naar. Een kleuter op de rug van papa huilt teleurgesteld omdat hij net de wagen van Rooodaaniaaa heeft gemist. Ik kijk even op mijn uurwerk ... Rodania ... ze moeten gaan komen, de renners ! Daar zijn ze, rustig keuvelend onder elkaar, want de officiële start is eigenlijk een beetje verder aan de Gistelsteenweg. Ja, Johan Van Summeren heb ik weeral gezien. Die steekt met zijn lengte immers een koplengte boven de rest uit. Zo, dat hebben we dan weer gehad. In staptempo terug naar het station toe. In de drukte vraagt iemand me de weg naar het station in gebroken Engels. Ik zeg : "Follow me". Ja, met duizenden trekken ze terug naar het station. Ofwel om naar huis terug te sporen (zoals ik) om het koersverloop verder op het scherm te volgen, of zoals de jongeman die met mij "meebeent" naar het station, om een plaatsje ergens op het parcours van de Ronde uit te zoeken. Als je denkt dat alleen mensen van bij ons op de Ronde afkomen, dan heb je het mis voor. De jongeman is een Bask en legt me uit dat hij naar de Koppenberg trekt. Eerst met de trein naar Kortrijk, daarna naar Oudenaarde ...en dan met een speciale bus naar de populaire Koppenberg zeker. Dat hij er zal geraken, daar ben ik zeker van. Naar wielerwedstrijden gaan is zijn hobby zo te horen. Laaiend enthousiast ... wie er ook wint, een Belg, een Spanjaard, een Bask eventueel (we moeten opletten voor het verschil natuurlijk). Echt een tof gesprek gehad met die jongeman ... de Ronde is ook 'socializing', al neem je binnen de twintig minuten alweer afscheid van elkaar en wens je elkaar nog veel koersgenot toe.
Weer in Wetteren iets voor twaalven. De NMBS was voor één keer geen spelbreker vandaag. Zou dat door de Ronde komen ? Tijd voor een aperitiefje en een stevige maaltijd, want vroeg gegeten vanmorgen en mijn maag is opstandig geworden. De commentaar op Canvas is al begonnen. Onze namiddag is gevuld !
En het werd een wedstrijdverloop vol spanning met een 3'de zege voor Tom Boonen, waarmee hij meteen al zijn criticasters de mond heeft gesnoerd. Zo hoort het : Antwoorden met de pedalen ! We worden verwend door onze landgenoten de laatste weken.
Het is weer mooi geweest en volgende week wacht ons alweer een wielerfeest : Parijs - Roubaix.
Opgegroeid in rijkswachtkazernes. ***************************
Van mijn geboorte tot mijn twintigste speelde een groot deel van mijn leven zich af in de rijkswachtkazerne. Kazernes (vier waren het er) waarin zo'n 8-tal rijkswachtersgezinnen woonden. Een "koer" en enkele graspleintjes vormden ons speelterrrein (van de rijkswachterskinderen). Verder had je de bureaus en uiteraard ook het "cachot". Dat alles vormde als het ware een heel eigen gemeenschap. Iedereen, echtgenoten en kinderen werden betrokken bij het leven van de rijkswachter in die tijd. Werd een inspectie aangekondigd, dan dienden de kinderen de fietsen te poetsen ... en die hoorden te blinken ... of met een mesje de grassprietjes van tussen de tegels en kasseien te halen. Dat "meeleven" kende nog andere "minder aangename kantjes". Een dronkeman die opgesloten werd en iedereen de hele nacht wakker hield met "zingen" of "brullen" , of een agressieveling die na een dronkemansruzie werd opgesloten en een hele nacht als een razende met het deksel van zijn WC-pot tegen de deur van het cachot bleef bonken.
Soms maakten we echt knotsgekke toestanden mee.
Zo kwam rond middernacht eens een man aanbellen (Rijkswachtkazerne van Ronse). Hij had zijn hond aan de leiband (het ras herinner ik me niet meer, maar 't was een karaktertje). Iedereen wakker natuurlijk. Eens het bureau binnen met zijn humeurige viervoeter verklaarde hij doodleuk dat hij door het aanhoudende geblaf van zijn hond geen oog kon dicht doen en vroeg hij zonder blikken of blozen of de rijkswachters de hond niet voor een nacht "in den bak" konden stoppen. Kon hij beter de slaap vinden, en zijn viervoeter zou dan misschien wel zijn lesje geleerd hebben. Hoor het mijn pa nog zeggen :"We hebben de man met hond kordaat wandelen gestuurd". Hij was kwaad voor zoveel onwil vanwege de gendarmes. Zij moesten toch voor de rust van de burger zorgen!? Had er toen al ergens een Michel Vandenbosch rondgelopen (hij zal wel ergens rondgelopen hebben dan, maar als puber) ... wie zou hij met de vinger gewezen hebben? ;-)
Wij waren opgroeiende pubers en uiteraard heel nieuwsgierig van aard.
Op een avond (Rijkswachtkazerne Wetteren) werd een zwaar beschonken man binnengebracht. We konden het niet laten van eens te gaan gluren door een raampje van de bureaus. Onze moeders moeten ons allicht even uit het oog verloren zijn. Het tafereeltje dat we te zien kregen, dat was de volgende dagen hét gespreksonderwerp. Op het bureau moest de dronken man zijn bretellen uitdoen en afgeven aan de rijkswachters. Dat moest altijd om poging tot zelfmoord te vermijden. De man weigerde echter halstarrig zijn bezit los te knopen en af te geven. Met enige moeite konden de rijkswachters de bretellen van de man uiteindelijk losmaken en bemachtigen. Tot groot (maar stil) jolijt van onze kant zakte plots de broek van de man af.
De dronkeman had niet eens een onderbroek aan en stond daar waggelend in zijn blote kont voor de rijkswachters.
Ook zij hadden lol en de kerel was blijkbaar ineens gekalmeerd. Wij weg, want enkele ogenblikken later werd hij, met beide handen zijn broek vasthoudend, naar de andere kant van de "koer" gebracht. Daar bevond zich het "cachot" of "den bak". We hebben hem de hele nacht niet meer gehoord.
Maar het leukste voorval (achteraf natuurlijk!), dat ik me ook nog het best herinner, vond plaats op mijn 20'ste.
Ook in de rijkswachtkazerne van Wetteren (waar nu het postgebouw zich bevindt)
Het was augustus 1965.
Mijn vader had enkele dagjes verlof en was met moeder voor enkele dagen naar zee getrokken. Zo kon ik "in alle rust" studeren, want ik had een herkansing aan mijn broek (waarvoor, gelukkig maar, geslaagd in september). Ik voelde me als het ware een soort "kotstudent in een rijkswachtkazerne". Om de innerlijke mens te sterken mocht ik elke dag naar het kruidenierswinkeltje trekken, niet ver van de kazerne gelegen. Mijn ouders kenden de winkelierster goed en ik kon daar dus gedurende drie dagen een warme maaltijd gebruiken. Ze kon koken als de beste. Ik was dus met mijn gat in de boter gevallen.
Op een avond ... ik was naarstig aan het blokken (geen aangename bezigheid in augustus) werd plots aangebeld. Ik had de deur nog niet goed en wel opengedaan ...
of een man, een veertiger moet het geweest zijn, "overviel" me met een verhaal dat ik met steeds groter wordende verbazing aanhoorde.
Geen speld was er tussen te krijgen.
Eens van mijn verbazing bekomen realiseerde ik mij dat de man allicht eerst aan de bureaus had aangebeld.
De planton (rijkswachter van dienst) moet even naar zijn woning getrokken zijn om ... (weet ik veel).
De deur die naar de burelen leidde, was op slot. Alleen de zware rijkswachtpoort stond nog open. Onze woning bevond zich vlak naast de burelen. De ongeduldige man kwam dus op die manier bij mij terecht.
Ik was vrij groot van gestalte en de man, die hyperzenuwachtig te keer ging, zag in mij een rijkswachter in "burgerplunje".
Ik wou hem beleefd op zijn vergissing wijzen, maar verder dan een "Jamaar, meneer, ..." kwam ik niet.
"Laat me nu toch eerst eens uitspreken", blafte hij mij af ... en hij zette zijn relaas verder. Het kwam er op neer dat de man, een vertegenwoordiger die al eens lang van huis weg was,
bij zijn thuiskomst tot de vaststelling was gekomen dat zijn vrouw ... of vriendin (?) met de noorderzon ... of iemand anders vertrokken was. Ik ondernam een tweede poging om er de man op te wijzen dat hij met zijn verhaal niet aan het juiste adres was ... tevergeefs ... en een tweede keer gebood hij mij verder te luisteren ... want dat was nog niet alles. De vrouw of vriendin was er met een grote som geld vandoor ... en ze had ook de juwelen mee die ze van hem gekregen had. Op dat moment zag ik tot mijn grote opluchting de rijkswachter van dienst uit zijn woning komen.
Ik denk dat hij even was gaan verpozen thuis en de telefoon had meegenomen.
Aangezien de poort nog openstond was de man direct aan de burelen gaan bellen ... waar hij dus geen gehoor kreeg. Eindelijk slaagde ik er in de man duidelijk te maken dat daar de rijkswachter aankwam aan wie hij zijn verhaal kwijt kon.
Hij werd rood van colère en snauwde "Kon je me dat nu niet eerder zeggen?" Heb dan maar wijselijk gezwegen. De planton verzocht de man mee te gaan en zo kon de arme drommel
voor de tweede keer aan zijn onfortuinlijk verhaal beginnen. Ik heb toen meteen de deur op slot gedaan. Hier komt niemand meer binnen,
moet ik gedacht hebben, vooraleer me terug aan de geschiedenis van de Middelnederlandse literatuur te begeven.
Gedurende enkele minuten was ik dus voor één keer rijkswachter van dienst ... en daar is het bij gebleven!
Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk.
Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk. *************** Op een vroege morgen rond half zeven komt een meisje van 16 de rijkswachtkazerne van T. binengestapt. Geladen met twee "margarinedozen", waarin blijkbaar haar hele hebben en houden, strompelt ze het bureau binnen. Het meisje ziet er vermoeid uit. We nemen de dozen met de schamele bezittingen over en bieden haar een stoel aan. Gelaten zet ze zich neer en begint te wenen. Wat brengt zo'n jong meisje op dit uur van de dag naar de rijkswachtkazerne, vragen wij ons af? Ruzie thuis en weggelopen ... misschien is het allemaal nog zo erg niet en kunnen de ouders binnen de kortste keren hun tienerdochter komen ophalen. Het zijn gedachten die in ons opkomen, want het duurt een hele tijd vooraleer het meisje haar droevige verhaal met horten en stoten begint te vertellen.
"Ik ben Lena," begint ze aarzelend. "Ik ben helemaal alleen op de wereld. Ik heb nooit een vader of moeder gekend, broers of zussen gehad. Als weeskind ben ik van het ene gesticht en klooster naar het andere gestuurd. Ik ben terechtgekomen in Gent, in Brugge ... Sint-Kruis, enz. Op een dag, ongeveer een maand geleden, dacht ik dat het lot mij nu eindelijk eens gunstig gezind zou zijn. Een dame uit T. was in het gesticht komen vragen of één van de meisjes in hun gezin zou kunnen geplaatst worden om er als meid te werken. Zoiets diende te gebeuren met toestemming van de kinderrechter. Ik was het leven in gestichten en kloosters zo beu en ik wou eindelijk iets van mijn leven maken. Ik stelde dus mijn kandidatuur. Mijn gedrag was altijd goed geweest, dus ik dacht dat ik kans had om gekozen te worden. Enkele dagen later kwam in het gesticht het bericht toe dat ik bij een doktersgezin mocht gaan wonen. om er als meid te werken. Ik was zo gelukkig. Voor mij zou een nieuw leven beginnen, een leven buiten de muren van die sombere kloosters en gestichten. De kinderrechter van Veurne, onder wiens bevoegdheid ik stond, had de beslissing genomen.
* Meneer en Mevrouw S. hadden een zoon, die al aan zijn hogere studies was begonnen, en drie dochters die wat leeftijd niet zo heel veel met mij verschilden.
Eindelijk had ik uitzicht op een beter leven. Het doktertsgezin woonde in een luxueuze villa, net buiten de stad, middenin het groen.
Ik logeerde op een zolderkamertje, piepklein, maar comfortabel. Ik had nog nooit in mijn leven een eigen kamertje gehad en het comfort dat ik hier had ... daar had ik als weeskind alleen maar kunnen van dromen. De dokter was een heel vriendelijke man, maar hij was zelden thuis. De zoon zat op kot in Gent en de drie dochters gingen naar school in T. Vanaf de eerste dag voelde ik dat de vrouw van de dokter op mij neerkeek en ik ondervond al heel snel dat de drie dochters er plezier aan beleefden mij uit te lachen en te pesten. Vooral omdat de dokter weinig thuis was kreeg ik het hard te verduren. Eens vertrokken naar zijn patiënten of naar de kliniek begonnen de pesterijen. Ik dacht dat het wel zou overgaan na een tijdje ... maar het werd alsmaar erger. Soms, in een vlaag van overmoed, dacht ik mij te mogen verdedigen tegenover hun onrechtvaardige behandeling, maar dan kreeg ik telkens te horen : "Gij moet zwijgen. Ge zijt maar een weeskind. Als ge nog tegenwerkt telefoneer ik naar de kinderrechter en dan zult ge terug opgesloten worden in een gesticht." Weken gingen voorbij ... als ik 's avonds, moe van het werken en het getreiter, op mijn zolderkamertje kwam, weende ik urenlang in mijn bed.
Ondanks al mijn comfort voelde ik me opnieuw alleen en door iedereen verlaten. En ik die gehoopt had vriendschap en liefde te vinden in het doktersgezin. Geen uur van de dag ging voorbij zonder dat mevrouw of één van de dochters me de meest onbenullige taken lieten uitvoeren. Soms moest ik terug opstaan om alles op te ruimen na een of andere samenkomst of feestje. De dochters schepten daar enorm veel genoegen in omdat ik terug uit mijn bed moest. Toen ik op een dag uit mijn bed werd gehaald en zei dat ik ziek was omdat ik mijn maandstonden had, lachten ze mij nog meer uit. Madam zei toen tegen mij dat ik er maar geen moest krijgen. Ik moest ook altijd alleen eten in de keuken. Een vriendelijk woord heb ik nooit gekregen, behalve van de dokter zelf. Hij vroeg mij zelfs eens op een dag : "Kunt u het nog uithouden met mijn vrouw en mijn dochters?" Ik durfde niets te zeggen, want dat zou het allemaal nog veel erger gemaakt hebben. Ik was zo bang terug naar een gesticht of een klooster te vliegen. Dat was het enige dat mij tegenhield ... tot gisterenavond. Ik moest van mevrouw terug opstaan, ook al was het al heel laat geworden. Ik moest de salon opkuisen, want er was een fles drank op de grond gevallen tijdens een of andere feestje. De ganse kamer lag er slordig bij en ik was zo moe ... Ik heb toen besloten het gezin te verlaten.
Om 5 uur ben ik opgestaan, heb mijn bezittingen in die dozen hier gestopt en ben stilletjes naar buiten geslopen. Ik kom mij nu bij de gendarmes aangeven om terug ergens geplaatst te worden."
Na dit aangrijpende verhaal van Lena stelden wij ons direct in verbinding met kinderrechter V. van Veurne. Wij vertelden hem wat het meisje was overkomen en stelden hem ook in kennis van het feit dat de doktersvrouw reeds een tiental meiden in dienst had genomen en dat die allemaal binnen de kortste keren ontslag hadden genomen
(een niet onbelangrijk feit dat we via ons onderzoek vrij snel te weten waren gekomen).
Toch nam de kinderrechter enkele uren later al de beslissing het meisje te laten opsluiten in een heropvoedingsgesticht ... te Saint -Servais, in de buurt van Namur. Ongeloof en machteloosheid maakte zich van ons meester, want tegen dergelijke beslissing konden wij niets inbrengen. De man, waarvan je zou denken dat hij beroepshalve alleen het welzijn van een kind voor ogen zou houden, hield hier in de verste verte geen rekening met de situatie waarin het meisje was terechtgekomen. Volgens hem had ze een unieke kans gekregen, en die had ze nu verbrod. Ze had bovendien haar dienst verlaten, het gezin waar ze als weesmeisje werd opgevangen. Zo'n ondankbaarheid, dat moest afgestraft worden.
Toen we Lena op de hoogte brachten van de beslissing van de rechter reageerde ze gelaten. Tranen stonden wel in haar ogen, maar ze zei ons dat ze nu toch "blij" was niet meer naar het doktersgezin te worden teruggestuurd.
Wordt vervolgd.
========
*Hieronder in bijlage de beslissing van de kinderrechter
die per telegram naar de rijkswacht van T. werd opgestuurd.
PS. : Moet toegeven dat ik met tegenzin de naam van de brigade en de kinderrechter
onleesbaar heb gemaakt.
Deze zaak moet bij vader heel wat kwaad bloed gezet hebben,
want dergelijke stukken voegde hij gewoonlijk niet bij de notities.
In het tweede deel komt het nog eens duidelijk tot uiting hoeveel emoties het
tragische verhaal van Lena bij de rijkswachters heeft losgemaakt.
Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk.
Verhalen (9) : Kraaienpoten op de weg naar het geluk.
Het bevel van de kinderrechter diende direct uitgevoerd te worden. Twee gendarmes (collega H. en ikzelf) dienden het ongelukkige meisje over te brengen naar het Rijksopvoedingsgesticht in het afgelegen Saint-Servais. We hadden een lange reis met het openbaar vervoer voor de boeg. We vervloekten de rijke doktersvrouw en haar verwende dochters. Wat stond het 16-jarige weesmeisje ginder allemaal te wachten? We hadden medelijden met haar, maar ze hield zich ongelooflijk kranig. Tijdens de treinreis begon ze zelfs honderduit te babbelen met ons. Ze zag ook wel in dat wij aan haar situatie niets konden veranderen. Ze vertelde ons ook over de ellendige toestand waarin weeskinderen in gestichten en kloosters dienden te leven. Vernederingen, mishandelingen ... het was dagelijkse kost in kloosters en andere gestichten. Enige vorm van menselijkheid had ze nergens ondervonden. Vandaar dat ze zo gelukkig was het weeshuis te kunnen verlaten om in een welstellend doktersgezin te kunnen gaan werken. Ze had er zo hoopvol naar uitgekeken. Het zou haar leven een heel andere wending geven. Dat het op deze manier zou aflopen, dat had ze allerminst verwacht. Ze had geprobeerd te weerstaan aan die dagelijkse pesterijen, maar toen ze haar voor de zoveelste keer uit haar bed haalden om midden in de nacht een smerige boel op te ruimen, toen was het haar te veel geworden.
Lena kende weinig of niets van het leven buiten de muren van kloosters en gestichten, maar wat ze daarbinnen al had meegemaakt, dat tartte elke verbeelding. Pas voor de tweede maal in haar leven zat het meisje op de trein en ze genoot er blijkbaar van ... ondanks al die ellende. In Brussel dienden we over te stappen en hadden we even tijd vooraleer de trein naar Namur te nemen. We gingen een luchtje scheppen en we kochten haar een pakje friet. Het was alsof we haar een briefje van 1OOO frank hadden gegeven. ... In Namen was het nog even wachten op de bus die ons naar Saint-Servais zou brengen. Daar wachtte ons nog een voettocht van een viertal kilometer om het oude gesticht te bereiken. Een versterkte burcht leek het, verscholen tussen rotsen en bossen. Mijn collega en ik droegen de pakken van het meisje. Naarmate we het gesticht naderden werd de stemming zwaarmoediger. Er werd bijna niet meer gepraat. Plots, op nog geen kilometer van het gesticht, liet Lena zich in het gras neervallen en barstte in snikken uit. Wij voelden mee met het meisje en bleven een poos rusten. We moesten zelf alle moeite doen om onze emoties te bedwingen. Ook woede maakte zich van ons meester, woede tegenover die hardvochtige doktersvrouw.
Zij was er de oorzaak van dat een weesmeisje van 16 nu tot haar 21'ste zou opgesloten blijven in dit gesticht ... niet veel beter dan een gevangenis was het. ... De poort van het gesticht sloeg automatisch dicht. Het geluid drong door merg en been en we zagen hoe Lena ineenkromp. Eén hoopje ellende. Niets bleef over van het meisje dat zich op de trein nog zo moedig en zelfs levenslustig had gedragen, ook al wist ze maar al te goed wat haar te wachten stond. Toch deed ze haar best zich kranig te houden, maar de luide, kille en gebiedende stem van de moeder-overste ontnam haar blijkbaar het laatste beetje moed en ze begon opnieuw te wenen. In het bureau van de overste dienden nog een aantal administratieve formaliteiten vervuld te worden. Toen we aanstalten maakten om te vertrekken vloog het meisje wenend en met uitgestrekte armen op ons af ... om afscheid te nemen ... of was het een "schreeuw" om hulp van ... neem mij alstublieft mee. Voor mij en mijn collega waren dat de moeilijkste momenten uit onze carrière. Wat daarna gebeurde, dat beeld zal ik nooit vergeten. Op het moment dat het meisje spontaan haar armen naar ons uitstak, trok een zuster haar brutaal weg en duwde haar een andere kamer binnen. We hoorden Lena nog snikken ... daarna niets meer ... Zonder moeder-overste nog een blik te gunnen zijn wij vertrokken. "Zijn dat de mensen die voortdurend orakelen "Bemin uw naaste gelijk uzelf"? Mijn wrok tegenover hen is sindsdien voor altijd gebleven. Vrome geestelijken naar de buitenwereld toe, maar even hardvochtig als die doktersvrouw tegenover de machteloze weeskinderen. Als geslagen honden voelden wij ons tijdens de terugreis. Veel werd er niet gesproken. Het meisje, tot een paar uur daarvoor een volslagen vreemde voor ons, had als mens heel veel indruk op ons gemaakt. Wrok maakte zich van ons meester, wrok tegenover de doktersvrouw en haar dochters, de kinderrechter, voor wie het weesmeisje slechts een nummer bleek te zijn, een meisje dat hij in vijf ambtelijke regeltjes voor jaren naar een gesticht, een gevangenis als het ware, verwees, wrok ook tegenover die norse moeder-overste en de brutale zuster die Lena van ons had weggetrokken.
Als rijkswachter maak je veel mee, je kan hard zijn als het moet, je kan je wapenen tegen de eeuwige kritiek, eigen aan het beroep, maar hiertegen ... nee, daar waren wij niet tegen bestand. Als we ooit de kans zouden krijgen de arrogante doktersvrouw en haar dochters op een of andere manier lik op stuk te geven, we zouden het niet laten. Dat hadden we ons voorgenomen ... en dat is ons korte tijd nadien ook enkele keren gelukt. De drie dochters van de arts reden dagelijks met de fiets naar school, maar stelden zich dikwijls vrij arrogant op en trokken zich helemaal niets aan van verkeersreglementen. Binnen de kortste keren werden enkele PV's opgesteld wegens flagrante overtredingen. In diezelfde periode werd één van de dochters betrapt met een oudere man. De hautaine houding alleen al die ze aannam tegenover ons was voldoende om de vader op de hoogte te brengen. De doktersvrouw probeerde ons de volgende dag nog telefonisch te overtuigen papa niet te verwittigen. De vrouw ving bot en wij dienden haar van antwoord : "Madam, er zijn NOG veel meisjes die wat medelijden nodig hebben, en die het niet krijgen!" Ze had de boodschap begrepen en drong niet meer aan. Het was een kleine, maar toch een zoete wraak tegenover de hooghartige dame en haar kroost. Omwille van hun "stand" waanden ze zich boven iedereen. Het deed ons goed te beseffen dat haar echtgenoot een hartig woordje zal geplaatst hebben. We hadden hem trouwens ook op de hoogte gebracht van wat er met Lena gebeurd was, en dat viel bij de man, die nogal gesteld was op zijn goeie reputatie als arts, niet in goeie aarde.
Hopelijk heeft het meisje na haar 21'ste uiteindelijk het geluk gevonden. Ze zal er in elk geval, zoals die vele andere weeskinderen, een harde en moeilijke weg voor moeten afleggen hebben, een weg bezaaid met "menselijke kraaienpoten".
...
Minderjarigen overbrengen naar een gesticht of klooster, ik heb het jammer genoeg nog enkele keren meegemaakt in mijn loopbaan. Zelfs mijn echtgenote heeft zich ooit nog spontaan als begeleidster opgegeven toen we een drietal nog heel kleine kinderen (verwaarloosd) moesten overbrengen naar een gesticht. Hartverscheurend. Een tweede keer kon ze dat niet meer aan.
PS. : Dit is één van de verhalen die moeder (op 24 juli 2014 op 92-jarige leeftijd overleden) zich nog perfect herinnert.
Ze herinnerde zich nog levendig dat pa na zijn thuiskomst van Saint-Servais
ronduit stelde dat hij niet zou nalaten om de doktersvrouw en haar dochters op een of andere manier te "pakken".
Menselijk als je weet wat hij en zijn collega die dag meegemaakt hadden.
De zoete wraak hebben de "dame" en haar dochters echter zelf in de hand gewerkt.
Lezersbrieven van weleer met een 'vleugje actualiteit' :
Lezersbrieven van weleer met een 'vleugje actualiteit' :
Bijdrage 5 :
Lezersbrief : "Kunst van het schrijven niet verwaarlozen" - Brief van de dag in Dialoog van 26 februari 2009.
"De leerlingen van een basisschool in het Antwerpse zullen hun toetsen voortaan afleggen via afstandsbediening", lezen we in de krant van maandag 23 februari 2009. "Op een digitaal schoolbord worden de vragen geprojecteerd en de kinderen hoeven daarna maar op een knopje te duwen", luidt het verder. Dat klinkt allemaal wel heel aantrekkelijk en kinderen zullen dit leuk vinden, maar een gezonde mix van meerkeuze- en open vragen zal toch een beter beeld geven van de kennis van de leerlingen. Zelf een antwoord bedenken en opschrijven is totaal iets anders dan kiezen uit meerdere antwoorden. Bovendien blijft schrijven - of het nu met potlood of pen is, met een krijtje op het bord, met een griffel op een lei - één van de wonderbaarlijkste vaardigheden die de mens zich heeft toegeëigend. De "kunst van het schrijven" verwaarlozen zou een onvergeeflijke blunder zijn van de moderne mens, die opgejaagd door de digitale evolutie deze basisvaardigheid in een hoekje dreigt te duwen. Vooruitgang is één zaak, maar een mens moet terug kunnen vallen op het geschreven woord. Want .... wat als de techniek faalt ?
****
Nawoordje 12 april 2012 :
Nu Kim in het eerste leerjaar zit
(ondertussen is ze al 10)
ervaar ik
meer dan ooit hoe belangrijk die)
basisvaardigheid wel is, welke immense vreugde elk kind er aan beleeft die eerste woordjes en
zinnetjes correct te kunnen schrijven.
Ook al leren ze al heel wat opdrachten met de computer
oplossen, computerspelletjes populair zijn, het is leuk hen te zien grijpen naar potlood en papier
om enkele woordjes of zinnetjes onder een tekeningetje te plaatsen of als ze je zomaar vragen hen
eens een paar woordjes te dicteren.
De computer mag/moet een belangrijke plaats innemen in ons leven de dag vandaag, daar kunnen
we niet meer omheen. Maar het mag niet het allesoverheersende medium worden waardoor kinderen
in de nabije toekomst meer en meer 'potlood en papier' terzijde zouden leggen en te snel gemakkelijkheidshalve
Oude lezersbrieven met een 'vleugje' actualiteit : Mobutu, de RTT en ik.
Oude lezersbrieven met een 'vleugje' actualiteit.
Het heeft me nogal wat moeite gekost een aantal oude lezersbrieven op te sporen in allerhande mapjes, tussen paperassen op zolder, enz... Vele van die reacties zijn verloren gegaan. Wat ik uiteindelijk heb teruggevonden heb ik zo chronologisch mogelijk gerangschikt. Geen gemakkelijke klus, want dikwijls ging het over vergeelde krantenknipsels waarop geen datum meer te zien was.
Bedoeling : Is er in die reacties van pakweg 10, 20, 30 jaar en meer geleden nog ergens een 'vleugje actualiteit' te bespeuren ? Behoren de kafkaiaanse toestanden of problemen die in de lezersbrieven aan bod kwamen tot het verleden of kunnen we vergelijkingen maken met wat we vandaag allemaal te horen en te lezen krijgen ? De eventueel MET HOOFDLETTERS getypte zinnetjes zijn veelzeggend !
Lezersbrief 1 : Gepubliceerd in "Uw Mening", de voorganger van "Dialoog" vandaag in HLN. -ong. begin jaren '80-
Mobutu, de RTT en ik.
Amper had ik in de krant gelezen over de miljardenschuld van het bevriende staatshoofd Mobutu bij de RTT en mij daarover geërgerd, of mijn vrouw schoof mij volgende aanmaning onder de neus : "Verwittiging : Binnen de twee dagen te betalen of uw telefoon wordt afgesloten." Het is menens, dacht ik. In 12 jaar ben ik precies één keer met mijn povere bijdrage te laat geweest. Ik doe niet aan rassendiscriminatie, maar waarom word ik op mijn plichten gewezen voor 1200 fr., die een paar dagen later werden gestort dan gewoonlijk, terwijl Mobutu jaren de tijd krijgt om zijn verschuldigde miljarden 'bijeen te zoeken' ? Waarschijnlijk heeft hij niet eens een verwittiging gekregen zoals ik. Ze is dan nog opgesteld in een taaltje alsof men mij elk ogenblik kan komen ophalen en voor mijn vermetele daad in de gevangenis gooien. De telefoonlijnen van Sese Seko zullen waarschijnlijk nooit worden afgesloten. Geraakt men er wijs uit ? Mijn schamele bezittingen zinken in het niet in vergelijking met wat Mobutu hier in Europa bezit (NB. : later kwamen we ook een en ander te weten over zijn talrijke bezittingen in ons eigenste België). Toch moet ik TERSTOND betalen ! Proficiat voor ex-minister F. Willockx die president Mobutu daar dringend heeft op attent gemaakt, maar daarom misschien wel voor de rest van zijn leven ongewenst is geworden in Zaïre. Zulke ministers moesten we meer hebben. GEEN POLITICI DIE MET EEN ONECHTE GLIMLACH OP TV KOMEN ZEGGEN DAT WE VAN ONZE ZUURVERDIENDE CENTJES TOT IN HET JAAR 19.. (!!) NOG WAT ZULLEN MOETEN AFSTAAN.
°°°°°°°°°
Per brief opgestuurde reactie met een bijdrage voor Kindergeluk, zoals het destijds de gewoonte was.
Ik ben Ivan Bontinck
Ik ben een man en woon in Wetteren () en mijn beroep is Leerkracht Engels met pensioen..
Ik ben geboren op 13/06/1945 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelsport (lange afstanden) - vreemde talen (o.a.Russisch) - lezersbrieven - geschiedenis - ....