Er is geen enkele twijfel, dat God Zijn woord geopenbaard heeft aan een aantal profeten in de vorm van geschriften. Echter, de geopenbaarde boeken zijn, geen van allen in hun originele vorm gelaten. In de laatste eeuw hebben Joodse en Christelijke Bijbelgeleerden uitgebreid aangetoond dat de Bijbel vele veranderingen heeft ondergaan gedurende de duizenden jaren die voorbij zijn gegaan. De Qor'aan waarschuwt, ten aanzien van de authentieke geschriften, heel expliciet degenen die opzettelijk veranderingen aanbrengen in de geopenbaarde teksten. Allah waarschuwt in de Qor'aan tegelijkertijd ook de gelovigen niet te vertrouwen op de bestaande teksten, die toegeschreven worden aan de eerdere profeten als geopenbaarde boeken.
"Wee daarom degenen, die een boek met hun eigen handen schrijven en dan zeggen: "Dit is van Allah", opdat zij er een onwaardige prijs voor kunnen nemen. Wee hun dan, voor hetgeen hun handen schrijven en wee hen voor hetgeen verdienen."
Aangaande zichzelf, verzekert de Qor'aan zijn lezers, dat het een betrouwbaar boek is, vol geopenbaarde leiding.
"Dit is een volmaakt Boek, waaraan geen twijfel is, een richtsnoer voor de godvrezenden. Die in het onzienlijke geloven en het gebed onderhouden en die weldoen met hetgeen Wij hen hebben geschonken. En die geloven in hetgeen u (O, Mohammed) is geopenbaard en in hetgeen voor u is geopenbaard, en een standvastig vertrouwen hebben in het Hiernamaals. Zij zijn het, die de leiding van hun Heer volgen en zij zijn het die zullen slagen."
"Voorwaar, Wij hebben deze vermaning (de Qor'aan) nedergezonden en voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn."
Men kan er zeker van zijn dat de Qor'aan niet was overgelaten aan vervalsingen en toevoegingen, zoals dit het geval was, en nog steeds is, bij de eerder geopenbaarde boeken, omdat de Qor'aan reeds tijdens het leven van de profeet Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam), van begin tot eind, werd opgeschreven en uit het hoofd werd geleerd. Binnen een jaar na zijn dood, werd de eerste standaard geschreven tekst geproduceerd. En binnen 14 jaar na zijn dood, werden geautoriseerde kopieën, vervaardigd aan de hand van het standaard manuscript, verzonden naar de hoofdsteden van de Moslimstaten. Sinds de dood van de profeet in 632CE, heeft een toenemend aantal mensen in elke opeenvolgende generatie de hele Qor'aantekst van begin tot eind uit het hoofd geleerd. Vandaag de dag bestaan er tienduizenden, zoniet miljoenen, mensen, over de hele wereld, die de gehele Qor'aantekst gedurende de maand Ramadhaan, of tijdens andere gelegenheden, uit het hoofd reciteren. Eén van de voorname oriëntalisten, Kenneth Cragg, zei het volgende over het memoriseren en behouden blijven van de Qor'aantekst: "Dit fenomeen van Qor'aanische recitatie betekent dat de tekst door de eeuwen heen in een ononderbroken levende opeenvolging van vroomheid heeft gereisd. Het kan, daarom, niet als een oudheidkundig voorwerp behandeld worden, noch als een historisch document, dat dateert uit een ver verleden."Een andere oriëntalist, John Burton, verklaarde: "De methode van het doorgeven van de Qor'aan, door de jongeren de orale overleveringen van de oudsten te laten memoriseren, heeft vanaf het begin af aan de ergste risico's, die het vertrouwen op geschreven verslagen met zich meebrengt, gematigd..." De analyseprincipes, die op de Bijbelmanuscripten toegepast waren door Bijbelgeleerden en die de vele fouten en veranderingen aan het licht brachten, zijn ook toegepast op de Qor'aanmanuscripten, die uit de hele wereld bijeengebracht waren. De resultaten van al deze studies bevestigen dat er geen enkele verandering is aangebracht in de tekst sinds de openbaring zo'n 1400 jaar geleden. De veranderingen die in de eerder geopenbaarde boeken waren aangebracht, zijn in de Qor'aan door God gecorrigeerd. Bovendien, schaft de laatste Openbaring (de Qor'aan) enerzijds iets af en anderzijds vervangt hij datgene wat van de vorige openbaringen over is gebleven
"Welk vers (ayat) Wij ook opheffen of doen vergeten, daarvoor brengen Wij betere of daaraan gelijke in de plaats. Weet gij niet, dat Allah macht heeft over alle dingen ?"
Eén van de tekenen dat de openbaringen door mensenhanden zijn aangetast, is de aanwezigheid van vele tegenstrijdigheden. Het feit dat de Qor'aan vrij is van de vele tegenstrijdigheden, behoort tot het bewijs dat het geopenbaard is door God.
"Denken zij dan niet na over de Qor'aan ? Was deze van iemand anders dan van Allah dan hadden zij zeker menige tegenstrijdigheid daarin ontdekt"
Een verder bewijs dat de Qor'aan van God is, is het feit dat de lezers uitgedaagd worden een enkel hoofdstuk gelijk aan dat van de Qor'aan voort te brengen. Natuurlijk verwijst deze uitdaging naar het voortbrengen van een soortgelijk Arabisch hoofdstuk, aangezien dit de taal is, waarin de Qor'aan geopenbaard is.
"En, indien gij in twijfel zijt omtrent hetgeen Wij aan Onze dienaar (Mohammed) hebben geopenbaard, brengt dan een gelijkwaardige hoofdstuk (Soerah) voort en roept uw helpers buiten Allah, als gij waarachtig zijt. Doch, indien gij het niet kunt doen, en gij zult het nimmer kunnen doen, vreest dan voor het Vuur, welks brandstof mensen en stenen zijn, bereidt voor de ongelovigen."
Tijdens het leven van de profeet Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam), waren de heidenen niet in staat de uitdaging aan te gaan, ondanks het feit dat zij bekend stonden als meesters in de Arabische taal en hun mogelijkheid tot het produceren van zeer eloquente dichtkunst. Er zijn nog veel mensen, die (uit onwetendheid of anderszins) denken dat de Qor'aan geschreven was door Mohammed (Sallallahoe aleyhie wa sallam), net zoals de Bijbel door mensen is samengesteld. Deze beschuldiging wordt in de Qor'aan verontwaardigd weerlegd:
"En deze Qor'aan kon door niemand buiten Allah worden voortgebracht. Integendeel, hij is de vervulling van datgene wat er voor was en is een uiteenzetting van de Wet door de Heer der Werelden, daaraan is geen twijfel. Of zeggen zij: "Hij (de Profeet) heeft hem (de Qor'aan) verzonnen ?" Zeg: "Brengt dan een hieraan gelijke Soerah (Qor'aanhoofdstuk) voor en roept buiten Allah wie gij kunt (om hulp aan), als gij waarachtig zijt."
Wat deze verzen uitleggen is dat, als Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) de schrijver was van de Qor'aan, dan kon elk menselijk wezen een gelijkwaardig boek schrijven. Allah heeft zijn uitdaging niet ingetrokken. De uitdaging staat nog steeds, maar niemand is er tot op heden in geslaagd de uitdaging aan te gaan. Bovendien stond de profeet Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) ook bekend als zijnde ongeletterd. De Qor'aan werd hem onderwezen door de openbaring van God, gebracht door de Engel Gabriël. De Qor'aan verwijs naar Moslims als:
"(Zij zijn) degenen die de Boodschapper volgen, de ongeletterde Profeet, die zij (de Joden en Christenen) bij hen, in de Torah en het Evangelie beschreven vinden, ..."
Deze ongeletterdheid van de Profeet Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) is ook voorspeld in het Oude Testament (Torah). In Jesaja 29:12 staat het volgende geschreven: "Of het boek (de Qor'aan) wordt gegeven aan iemand die niet lezen kan, zeggende: Lees dit eens; maar hij antwoordt: ik kan niet lezen." "Ik kan niet lezen", is precies wat Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) bij zijn eerste openbaring in de grot van Hira, genaamd Jabal-an-Noer, antwoordde. De engel Gabriël beval hem in zijn moedertaal:
"Lees!"
In eerste instantie begreep Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) niet wat hem overkwam en gaf als antwoord: "maar ik kan niet lezen". Hierop herhaalde de aartsengel nog een keer:
"Lees! In de naam van jouw Heer, Die heeft geschapen."
En toen begreep Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam), dat hij deze woorden moest herhalen en onthouden. De derde keer vervolgde de engel met:
"Lees! In de naam van jouw Heer, Die heeft geschapen. Hij heeft de mens geschapen uit iets dat hangt (alaqa) Lees! En jouw Heer is de Meest Edele, Degene Die onderwezen heeft met de pen. Hij heeft de mens onderwezen datgene wat hij niet wist."
Dit zijn de eerste vijf verzen die aan Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) werden geopenbaard, welke het begin van hoofdstuk 96 van de Qor'aan vormen. Derhalve moet de Qor'aan niet geschouwd worden als een verhandeling, die geschreven is door Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam). Bovendien, als de linguïstische stijl van de Qor'aan vergeleken wordt met de taal die Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) gebruikte in zijn uiteenzettingen en leerstellingen van de openbaring, is het verschil in kwaliteit enorm. De schoonheid en subtiliteit van de Qor'aanverzen kunnen niet geëvenaard worden door Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam) of door wie dan ook. De Qor'aan is van zo'n kaliber, dat Allah zelf het volgende erover zegt:
" En als er een oplezing (een geopenbaard boek: Qor'aan) was,waarmede de bergen konden worden verzet, de aarde kon worden gespleten, of de doden tot spreken konden worden gebracht, (dan zou dat deze Qor'aan zijn). "Neen, de zaak berust geheel bij Allah!"..."
Tegelijkertijd, moet men de Qor'aan niet bekijken alsof het slechts een literaire klassieker of een fictieve roman is. Het doel van zijn openbaring wordt heel duidelijk uitgelegd in de Qor'aan zelf:
"En Wij hebben hem (de Profeet) het dichten niet onderwezen, noch is het voor hem passend. Deze Qor'aan is slechts een vermaning en een duidelijke verkondiging."
Echter, de mensen, die de Qor'aan verwerpen als één van Gods tekenen, zullen niet in staat zijn te kunnen profiteren van de wijsheid en duidelijkheid van zijn boodschap. Het verwerpen van de Qor'aan geldt voor de mensen van deze tijd, zoals het gold voor de mensen in de tijd van Mohammed (sallallahoe aleyhie wa sallam).
"En wanneer gij (O, Mohammed) de Qor'aan voorleest, plaatsen Wij tussen u en degenen die niet in het Hiernamaals geloven een verborgen sluier. En Wij leggen een bedekking over hun hart en doofheid in hun oren zodat zij het niet kunnen begrijpen. En wanneer gij in de Qor'aan uw Heer, de Enige, noemt, wenden zij u in afkeer de rug toe."
Maar voor degenen, die in God geloven en ernaar verlangen hun levens over te geven aan Hem, is deze Qor'aan een gift en een zegen van Allah, die hen bevrijdt van de onderdrukking van hun eigen begeertes en onwetendheid.
"En voorwaar, het (de Qor'aan) is een leiding en barmhartigheid voor de gelovigen."
"En van de Qor'aan openbaren Wij hetgeen een geneesmiddel en barmhartigheid is voor de gelovigen; doch voor de onrechtvaardigen vergroot het slechts het verlies." |