Muizenisjes Gedachten, gedichten, anekdotes, verhaaltjes, ergernissen, kleine vreugden in het bestaan,
kortom alles wat u kan vermaken, troosten en opbeuren.
Voor op het nachtkastje.
21-07-2012
Een plaatje
Om die vervelende advertentie hierboven kwijt te raken,
installeer Adblock. U bent in één klap verlost van alle internetadvertenties. Of er ook zoiets bestaat voor Internet Explorer weet ik
niet, hieronder twee links, één voor Firefox en één voor Chrome.
Tuinen die volgegooid worden met grind, geheel bestraat worden en binnenkort waarschijnlijk geasfalteerd.
Bijna nog ergere sfeervolle tuinen met banken waar je niet op kunt zitten omdat er al een verzameling pompoenen en een beer van gaas en mos op zitten.
We liepen in de zomeravond naar de spoorwegovergang. Oostindische kers bloeide in de tuin van het huis naast het spoor. Ik probeerde mijn gedachten onder woorden te brengen. Wie weet op hoeveel werelden ? Mijn broer begreep wat ik bedoelde. We hadden dit gesprek al zo vaak gevoerd, als we s avonds buiten liepen. Nu ik eraan terugdenk, en weer voor me zie hoe de wollige bloempjes van de wondklaver, die tussen de spoorrails groeiden, oplichtten in de avondschemering, besef ik pas goed hoe ontoereikend woorden waren. We liepen daar samen met ontelbaar vele anderen als wij. Twee mensen die, in ontelbaar vele, eindeloos verre uithoeken van het heelal, in de zomeravond een oud gesprek voerden. Ze kenden, net als wij, de woorden die de ander zou gaan zeggen. Ze spraken, evenmin als wij, de woorden uit.
Mooi verhaal van M. over haar nieuwe fiets waarvan onderweg het stuur los bleek te zitten zodat ze met het stuur in haar hand op een stuurloze fiets reed. (Moeilijk na te vertellen zonder haar mimiek of liever gezegd haar gebrek aan mimiek en haar zo goed als toonloze herhalingen.) "Ik riep nog : ''Help!'' maar ja, stadsmensen hè?, die helpen niet". "Sturen wou niet. Ik dacht: Remmen, maar dat wou ook niet." "Au! Maar ik dacht: "Ik ben blij dat ik lig." "
Mensen die niet van de citeerfunctie van een website kunnen afblijven en alles en alles gaan kopiëren, die zelfs als ze direct onder een reactie daarop reageren, eerst die hele reactie gaan kopiëren. En dan gaat de volgende klant dát weer allemaal kopiëren, enzovoorts enzovoorts, straks is het hele internet vol met kopieën van kopieën van kopieën enzovoorts enzovoorts. Wanneer zal de mensheid leren dat niet alles wat uitgevonden wordt ook gebruikt moet worden?
Ineke W. tijdens een discussie over schoonmaakmiddelen die onderling op demonstratie-avonden door dorpsbewoonsters aan elkaar worden verkocht: "Ik zeg altijd als ze me uitnodigen: "Ik maak nooit schoon." "
Wie de mooiste tekening heeft gemaakt, of het mooiste boetseerstukje, mag bij het weggaan een extra item uit de snoeptrommel uitzoeken.
Het kan natuurlijk nooit zo zijn dat de kinderen die al het mooiste kunnen tekenen of boetseren ook nog eens de wedstrijd winnen. Dat zou wel heel oneerlijk zijn. Aan de andere kant is het ook weer niet eerlijk dat ze elke keer verliezen, alleen maar omdat ze toevallig zo goed zijn. Het gaat er dus om te zorgen dat alle kinderen regelmatig een keer winnen. Gelukkig melden kinderen die een hele tijd niet gewonnen hebben dit meestal. Dan is het evenwicht snel hersteld.
Zo is alles in orde en iedereen tevreden, behalve Jelle dan. Eén van zijn kleiwerkjes heeft een ereplaats in mijn kamer omdat dat het mooiste boetseerwerkje is dat ik heb. -Het mooiste van álle kleistukjes? -Ja. -Maar die keer deden we wedstrijd en toen had Piter gewonnen!
Liesje is zo lui dat ze tot Slapend Lid is benoemd van de Vereniging Bezint en Sluimert Zacht. Een delegatie van de Vereniging verschijnt aan haar bed om haar het oorkussen te overhandigen, maar slaagt er niet in haar wakker te maken. De Vereniging overweegt haar tot Slapend Erelid te bevorderen. Als het besluit tenslotte is genomen (met alleen de heer Meijer als tegenstemmer, die wordt geroyeerd) zit Liesje al in bad. De leden van de delegatie drogen haar af, kleden haar aan en dragen haar naar het glazen bed op wieltjes dat buiten staat te wachten. Het hele land is op de been. Liesje draagt haar mooiste jurk en gaapt hartveroverend. Alle moeders sporen hun kinderen aan het voorbeeld van Liesje te volgen en te proberen net zo lui te worden als zij. Alle kinderen vallen in slaap. Een slak rent voorbij. Dat komt hem op een forse boete wegens rustverstoring te staan, uitgedeeld door hoofdagent Meijer. Het is de enige wanklank op het feeszzzzzzzzzzzzzzzzzz....
Mijn moeders tweede moeder, Oma J. dus, ging regelmatig met haar man het graf van zijn eerste vrouw verzorgen en mooi maken. Steen schoonmaken, bloemen planten e.d. Ze zei dat ze, als ze zelf aan het einde van haar leven was, gecremeerd wilde worden. Ze vond het niet juist om naast de eerste vrouw van haar man te liggen en ze dacht ook dat er niemand zou zijn die haar graf zou verzorgen. Mijn moeder, toen nog heel jong, voelde dit aan en vroeg aan haar of ze gecremeerd wilde worden omdat ze niet naast de eerste vrouw van Opa J. wou liggen. Probeerde haar gerust te stellen. Maar ze wou toch gecremeerd. Werkte altijd als een paard. Altijd op de achtergrond.
(Dit gedicht moet voorgelezen worden met de klemtoon op de voorlaatste lettergreep van het woord olifantjes, olifántjes dus. Op den duur zal de nieuwe generatie deze uitspraak overnemen en zegt u zelf: een olifánt is toch veel leuker dan een ólifant?)
Kinderen zijn vermoeiend. Hoe heeft Katja die gaten in de sprei geknipt? Nou, met een schaar en dan steeds op een vouw. Waaróm heeft Katja die gaten in de sprei geknipt? Nu ben ik diep van binnen beledigd door deze miskenning van mijn creativiteit. Wat is Katja aan het maken? Pap? Hollen naar de keuken. Wat wóu Katja maken? Rijst.
Alle boeken van Gerald Durrell zijn leuk, maar mijn favoriet is Rosy Is My Relative. Vertaald als Rosie bij Bruna. Het gaat over een jonge man, die een lichtelijk alcoholische olifant erft en 'vele hilarische avonturen met haar beleeft'. Humor, spanning, sfeer, het is alsof je zelf door de idyllische kuststreek van Engeland trekt.
Three Tickets To Adventure staat ook hoog genoteerd bij mij, vooral door de aanwezigheid van Bob, een kunstschilder met weinig affiniteit met dieren, die Durrell op zijn dierenvangersexpeditie in Brits Guyana vergezelde. Indertijd vertaald als Prismaboek met als titel Levend Wild En Gros.
Altijd als Teun Mosterd een wandeling maakt, komen ze hem begroeten. Ze glippen uit spleten in muren, uit bergen zand naast KPN-tentjes en uit afvoerputjes. Ze komen vanonder stoeptegels, vanachter bloembakken op vensterbanken, vanonder dakpannen van schuren, vanachter vuilnisbakken. Ze maken zich los van grote stenen, van grindpaden en lage muurtjes, van standbeelden en stenen kaden. Ze glijden op zijn uitgestoken hand, heffen het kopje op en kijken hem met hun schrandere ogen aan. Maar als dit hun heerser, die met oppermacht over ze regeert, zo ontstemt dat zijn stralende gezicht verduistert en hij zich terugtrekt achter de gordijnen van zijn hemelbed, dan verstijven ze van schrik, dan zijn ze op slag verdwenen, dan komt er geen hagedis meer tevoorschijn. Als ik nooit meer ging wandelen zou de zon heel wat vaker schijnen, denkt Teun Mosterd.
Mijn papier is wit. t Moet vol met heel diepe, onverwachte wijze, leerzame gedachten maar mijn hoofd klinkt aaklig hol
als ik er vergeefs op nasla. Leger is mijn hersenkist dan die van een zenboeddhist die al jaren heeft gegist als de meester kort beslist Weer uw koan, vriend, gemist en dan onverhoeds t nirvana
in stort tot des meesters schrik. Dit gedichtje maakte ik.
Wat voor wedstrijd we ook doen, Willem weet het al van te voren: hij zal verliezen. Deze keer doen we hardloopwedstrijd. Wie het snelst een rondje om het grasveld kan rennen. Liuwe staat met zijn voeten pal op de startlijn, speert er vandoor als ik Pang! roep en neemt direct een forse voorsprong op Willem. De bouvier van de overburen begint te bassen als ze langskomen, Willem op een sukkeldrafje enkele meters achter Liuwe aan. In een flits schiet Willem Liuwe voorbij. Maar goed en wel voorbij de hond valt hij weer terug in zijn oude, slome tempo. Weer verloren, hij wist het wel. Maar bij die hond ging je heel snel. Ja, ik was bang. Je kon wel heel hard lopen. Hij kijkt me even geïntrigeerd aan. Dit is een nieuw gezichtspunt, maar t slaat toch niet aan. Als we Willem eindelijk eens de hardloopwedstrijd willen laten winnen, zullen we die bouvier los moeten laten.
Niets kan mijn achteroudoom Zacharias erger kwellen Dan dat zijn telefoon maar door en door en door blijft bellen. Hij brult dan woedend in de hoorn zolang als ik hem ken: Je hóórt toch, ezelsveulen, karhengst, dat ik er niet ben!
Mijn jongste broer L. lag jarenlang in de clinch met de Gse politie over het feit dat hij zijn honden, tegen de gemeenteverordening in, niet aan de lijn hield. Hij werkte in die tijd in het asiel. Vaak zei hij eenvoudig: Mag dat niet? Goed, neem maar mee die beesten, neem maar mee! De politie nam zijn honden mee en leverde ze af bij het asiel waar L. ze weer in ontvangst nam.
De bekende reiziger en journalist Huib Stavast klopte aan bij de eenvoudige hut. De deur zwaaide open. Tien paar donkere ogen keken hem stralend aan. Acht kinderstemmetjes begonnen te juichen. Vier handen tilden hem op en legden hem voorzichtig in een kleurige hangmat. De heer des huizes, een rijzige verschijning met een markante haviksneus, kliefde een kokosnoot open, voegde welriekende kruiden toe aan de verse kokosmelk en bood hem de godendrank aan, terwijl zijn vrouw het vuur opporde. Stavast voelde de vermoeidheid van zijn tocht door het oerwoud van zich afglijden en gaf zich over aan een verkwikkende slaap. Enige tijd later verbreidde zich een heerlijke geur van gebraad door het zindelijke vertrek. Zestien kindervoetjes repten zich door de kleine, hechte dorpsgemeenschap. Weldra diende de eerste gast zich aan.
De bewoners van de Passewaai-eilanden staan bekend om hun grote gastvrijheid.
Nancy en Klaske en
Sjoerdsje vinden elkaar erg aardig.
Maar
met zijn drieën vriendinnen zijn, dat lukt niet.
Gisteren
waren het Nancy en Sjoerdsje.
Hoe
is het met Klaske?
Ik
vind Klaske niet meer zo aardig. Ze doet soms ráár Nu zijn Sjoerdsje en ik
hartsvriendinnetjes.
Vandaag
zijn het Nancy en Klaske.
Hoe
is het met Sjoerdsje?Ik vind
Sjoerdsje niet meer zo aardig
Sjoerdsje
heeft op school dít gedaan bij Kim!, vult Klaske aan en ze maakt een gebaar
van wurgen om haar keel, begeleid door verstikt gerochel. Kim was bijna dood.
Kim
is er ook. Ze ziet ergezond uit en
onthoudt zich van commentaar.
Sjoerdsje
en Klaske komen zelden meer samen. En toch waren Sjoerdsje en Klaske het eerste
hartsvriendinnen.
Een favoriet boek van mij, dat ik nodig moet herlezen, is Uncle Petros And Goldbachs Conjecture, door Apostolos Doxiades. Spannend, grappig en ook voor alfas goed te doen. Na het lezen kunt u de burgerij epateren met uw kennis van priemgetallen en andere bijkomende wiskundige finesses.
Er worden steriele kastanjes gekweekt opdat kinderen niet met stenen de kastanjes uit de boom gooien.
Een inwoner van O. liet om die reden van zijn grote kastanjeboom de hele kroon afzagen! (Omhakken mocht niet van de wet.) Goed, er sneuvelde weleens een ruit maar dit probleem moet anders op te lossen zijn.
De zesjarige F. over het overlijden van zijn pake (96 jaar), bij wie jaren geleden een been was afgezet: 't Was een lieve pake. Hij was 69 jaar en zijn been was er al af.
Als een dictator mensen in de gevangenis gooit om hun overtuiging spreekt bijna iedereen daar schande van. Maar er zijn Christenen die geloven dat God mensen voor eeuwig naar de Hel verbant om hun overtuiging.
Houdt
Katja van herfsttekeningen? vraagt Nancy. We zitten, vijf famkes en
ik, op de grote bank tegen de schutting en doen tekenwedstrijd. Het is
zonnig octoberweer. Ik verklaar naar waarheid veel van herfsttekeningen te houden. Mijn tante vroeg aan mij of ik een herfsttekening wou maken, dan kreeg ik vijf euro, meldt Kim.
Er bestaan dus nog goede mensen. Ik
droom even weg op het geronk van de maaimachine van Geerlings vanachter
de schutting. Dat is het schoolhoofd en misschien is hij gaan maaien om
geen kinderen te horen. Nancy heeft een mooi nestje met jonge vogeltjes op haar herfsttekening getekend.
want mijn nichtje moest een herfsttekening maken voor school, verduidelijkt Kim haar verhaal. In wat voor tijden leven wij?