Dagboek Maria-Hendrica
Vandenschriek deel 5
Op vlucht 2.
Zaterdag 18 mei 1940
Dezen nacht hebben ze verschrikkelijk
hard geschoten, we hebben allen samen Fam. Maes, Dore en wij beneden in de
plaats bij de stoof blijven zitten. Om 9
uur komt Mme Klettenberg en zegt dat Brussel overgegeven is. Dan zijn er dus nu reeds Duitschers in
Huldenberg. Dore, Nonkel Maes en Pa
treffen allerlei regelingen om eens te gaan zien hoe het ginder gesteld zou
zijn, door vrees voor niet ontplofte bommen en mijnen wordt de terugkeer
uitgesteld tot morgen.
Wat is er nu gedaan geweest met die
tweede versterkingslinie en den dijk van Weert-St-Georges, de Engelschen hebben
er den Duitscher niet kunnen tegenhouden en toen we weggingen uit Huldenberg,
beloofden zij ons na 2 maanden zijt ge hier terug en liggen de Duitschers
platgeslagen.
Zondag 19 mei 1940
Vanmorgen zijn pa, nonkel Maes en
Dore vertrokken om gaan te zien hoe het in de verlaten dorpen gesteld was. Den heelen dag zijn hier Duitsche soldaten de
Chaussée de Ruysbroeck opgereden; zij maken op mij een indruk van een soort
volk dat niet tegen te houden valt; stoer en recht zonder eens aftewijken
steeds maar voort marcheerend, die steken hun duim niet in de lucht zooals de
Engelschen.
Dat is nu het volk waar we na korten
tijd misschien zullen van bestuurd worden.
Roger is veel verbeterd, maar nu
heeft André t zelfde gekregen en die heeft veel hooger koorts, ik heb naar den
apotheker een flesch weest halend ie de dokter voorschreef.
Rond 20 uur zijn nonkel Maes en pa
weergekomen. Dore die bleef weg.
Germaine en ik gingen tegen den avond
voor André naar den dokter ; we moesten er lang wachten daaar hij niet thuis
was, ik kreeg er een flesch voor mijn maag; we moesten te voet terugkomen de
trams reden maar tot 20 uur.
In Huldenberg gaat alles nogal goed
al de bruggen hebben ze doen springen en hierdoor, werden Deonie Sterkses zijn
huis en de meisjesschool er gehavend, in de serrren zijn veel gaten door de
stukken ijzer ; in de huizen is alles tonderste boven geroerd en er werd veel
gestolen, doch verder ging alles goed voorbij.
Bij ons gaat het nog tamelijk goed, de twee varkens werden doodgereden,
doch verder is er niet veel veranderd; iedereen had het erger verwacht. In Duisburg op de baan naar Tervuren is er
een man van Loonbeek met zijn wagen op de ondermijning der straat gereden en
door de ontploffing werd zijn vrouw die er naast ging de beenen afgerukt.
Maandag 20 mei 1940.
Pa is met Marie Eris naar huis
vertrokken. Die van Maes zijn ook af
gegaan behalve Elise en Meter die bleven zooals ik om Germaine te helpen aan
het erpotten van cyclamens. Emilie is
weer veel verbeterd en bij André is er ook het kwade af.
Dinsdag 21 mei 1940.
Meter en Elise zijn weggehaald met
een auto bij hun thuis is er ook niet veel schade; behalve dat er kaseisteen
door het dak en door de zoldering tot op den trap viel, en dat ald de ruiten
van den voor, komt door de ontploffing van een bom, voor het huis van Dr. Heylen,
aan stukken vlogen, er werd ook wat gestolen.
Woensdag 22 mei 1940.
Ik ben met pa afgekomen naar
Huldenberg ; het is er nog altijd aardig gesteld, er zijn nog geen derde van de
menschen thuis; waar zouden de anderen nu nog zitten.
Donderdag 23 mei 1940. Sacramentsdag
We zijn naar Brussel geweest om twee
pakken eetgerief, brood, gist en allerlei welk men in Huldenberg niet kan vinden.. Met een stok moesten we de soep roeren en met
een tas uitscheppen. Marie bleef thuis
alleen, we kwamen goed geladen af.
Duitsche soldaten zijn al het
Engelsche gerief komen weghalen dat hier werd achter gelaten, doch veel werd er
reeds door de menschen van de omgeving weggehaald.
Woensdag 29 mei 1940.
Om 4 uur dezen morgen sprak Koning
Leopold van België, de overgave van het Belgische leger uit.
De Belgen houden dus op met weerstand
bieden; ze hebben tot het uiterste toe gevochten, nu werd het onmogelijk : ze
waren omsingeld en zaten op een klein hoekje van het land met miljoenen samen,
meer vluchtelingen, burgers dan soldaten.
We zijn in Duitsche handen.
Doch de Koning heeft wel
gehandeld. Leve Leopold: hij spaarde
ontelbare menschenlevens door zijn daad, die ze van uit het felle Frankrijk een
verraad durven noemen.
(wordt vervolgd)
|