Mobilisatie-
2
Woensdag
15 november 1939.
Nationale
feestdag. Sergeant Denis die bezeerde
voeten had is de gansche voormiddag hier in huis gebleven. Om 2 uur zijn we samen gekomen om te
repeteren tegen zondag. Met de kostuums
schijnt het stukje vlot te gaan. We
hebben samen de BJB-groep Huldenberg eens hartelijk gelachen. Ik ben kwaad op me zelf: ik heb weer eens
beschaamd voor een heel klein feitje en dan deed ik ook heel kinderlijk, dit
zou zeker moeten beteren.
Donderdag
16 november 1939.- Van morgen stuurde ik een pakje naar Jules
Feytens. Ik plantte een parkje
tulipen. Na den middag kwam Sergeant
Denis op en zette zich aan t schrijven.
Jeanneke is afgekomen. Nu kwam
ook Jozef Van der Meeren, die soldaat uit Boom.
Het is er eene van de 70 geniemannen die hier bleven van de 230, de
anderen zijn in Aerschot, diens vrouw had hier geslapen toen ik in Brussel was
en ik hoorde dus veel van hun spreken doch kende ze niet. J. Van der Meeren is eens komen goedendag zeggen,
het ziet er een goed man uit, maar stil, traag en juist; hij vertelde dat zijn vrouw misschien nog
eens afkomt. Zoo juist hoor ik vertellen
dat de Troupes Auxiliaires weer vertrekken.
Vrijdag
17 november 1939.- De Troupes
Auxiliaires-soldaten vertrekken morgen.
Rond
4 uur komt pa huis en verteld, dat hij Mevr. Van der Meeren in de dreef heeft
gezien. Om 5 uur komt ze binnen met haar
man, op het eerste zicht staat ze mij aan.
We maken kennis en zijn gauw goede vriendinnen. Mevr. blijft hier slapen en Mr. is dan ook op
gekomen.
De twee
sergeanten zijn hun pakken komen maken om morgen te vertrekken. Quenon nam reeds afscheid; hij moet voorop om
plaats te zoeken; Denis zal hier nog slapen.
Zaterdag
18 november 1939.
Quenon
die naar Chartres ging plaats zoeken is teruggekomen; ze zullen niet naar Chartres gaan, maar naar
Beuzet, hij is Denis komen roepen en ook nog eens goedendag zeggen. Te 11 uur is Denis nog rap een boterham komen
halen, om 11.30 uur zijn de Troupes Auxiliaires opgemarcheerd naar Overijssche.
Mevr.
Van der Meeren heeft ons helpen kuischen.
Maandag
27 november 1939.
Een
echt hondenweder was het vandaag. Bliksem, donder en regenen, regenen zonder
eind, voor morgen stelt het zich nog zoo voor.
Het water aan den dijk in Weert is zoo hoog gestegen dat gansch Weert
onder staat; de dijk is naar men zegt doorgebroken.
Maandag
18 december 1939.
Voormiddag
vergadering bij Mr. Pastoor; we hebben er beslist dat er een omhaling zoo gedaan
worden, om tegen Kerstmis en Nieuwjaar een pakket te vormen voor de soldaten
van Huldenberg die gemobiliseerd zijn.
Dezen achtermiddag hebben G. Vanderlinden en ik onze rondhaling begonnen
in Wolfshaegenstraat ; we werden er nog al goed onthaald in de rijkste huizen
onder andere bij de veldwachter kregen we niets. Jef en Michel De Keyser stonden niet weinig
verstomd van ons om 5 uur, t werd dan al donker, nog bij hun te zien
binnenkomen.
Dinsdag
19 december 1939.
Tweede maal
rondgeweest, alles verliep goed, 284 Fr heb ik geteld.
Donderdag
21 december 1939.
We hebben
het omgehaalde geld ingedragen: er was te samen 1966,50 Fr. 24 Fr per jongen, er zijn 89
gemobiliseerden. Bij t mijne was nog
100 franken bijgekomen van het groot Klooster.
We hebben beslist dat de bestuursleden morgen avond in al de winkels
zouden gaan om allerlei te kopen.
Vrijdag
22 december 1939.
Het
was heel koud maar toch hebben we van winkel tot winkel geweest; bij ieder voor
100 Fr gekocht. Kousen, Sjerpen,
chocolade, enz. Alles is nog niet gekocht, morgen gaan we voort in t voorbij
gaan moeten we eens bij Dumortier binnen.
Zaterdag
23 december 1939.- We hebben nog eens met korven op inkoop geweest,
maar er werd niet veel afgedaan; we hebben dezen avond goed doorgebracht bij de
Dumortiers, in de met kinderen volgepropte huiskamer koffie gedronken en wel
peperkoek gegeeten en ook karnemelk leeren koken. Morgen zullen we de pakjes niet bereiden; op
het kasteel zijn ze nog niet klaar met het breiwerk. Tegen donderdag denkt men van in orde te
geraken.
Zondag 24
december 1939.
De
dag voor Kerstmis; het zag er vanmorgen wit uit. Niet van sneeuw maar van den ijsel, t was
dan ook glibberig. Toch zijn in den
namiddag Thérèse en Mariette hier geweest, het was al lang geleden.
Van avond
heb ik het eerste pakje weggedragen naar Louis Hazaert die het morgen als hij
vertrekt kan meenemen. Ze waren er niet
weinig verheugd. Het is nu één uur voor
middernacht, het uur van den vrede. O
mocht de vrede spoedig op ons geteisterd Europa worden hersteld.
Maandag
25 december 1939.
Kerstmis,
Kerstdag. Vrede dag. Stille dag.
Dezen avond Kerstfeest in zaal Mariakring door de soldaten van het 11de
bataljon genie van Loonbeek. Voor een
opgepropte zaal werd er een gezellig en welgelukt stukje voorgedragen. Na de vertooning bal, we zijn naar huis
gekomen. Drie soldaten zijn er binnen
gevallen bij ons, één er van was wel zat, ze vroegene en klein druppeltje, we
hebben er ong veel plezier mee beleefd.
Dinsdag
26 december 1939.
Marie Broes
kwam na den middag binnen. In den
voornoen hebben we wafeltjes gebakken en in den achtermiddag heb ik pakjes
bereid voor J. Feytens, H.Bogaert, F. Boekx en J. Van der Meeren met wafeltjes
er in als Nieuwjaarsgeschenk.
Woensdag
27 december 1939.
We hebben
ons soldaten pakjes verzonden ; ik ben benieuwd wat er wel zal van voort komen.
Donderdag
28 december 1939.
Van
morgen kwam er als aardige verrassing met den briefdrager een kaart toe. Nieuwjaarswenschen van Raymond Van Eyck
soldaat 4de graad chauffeur 14e Artillerie Regiment
B.P.S. 13. En dat voor mij. Dat had ik
in t geheel van Raymond niet verwacht.
Een kaartje
van een andere soldaat zou me misschien wel meer plezier doen; zal die er één
schrijven ? In den namiddag hebben we
het pakket der Huldenbergsche soldaten bereid; wel gevuld voor 25 Fr
ieder. We werden op t einde bij Maria
op een goede koffie kramiek vergast, en dat in haar nieuw huis ; t was fijn.
Vrijdag
29 december 1939.
Van
morgen lang geslapen. Gister een goede
kou gevat een echte kopvalling. Toch
kreeg ik het gedacht van de pakjes rond te dragen. In den achtermiddag over de besneeuwde baan
naar het Wolfshaegen met een korf pakjes.
De
briefdrager kwam dezen morgen weer met aardig briefje aan en nog wel van den
B.L.D. gezonden door Soldaat Roger Verleyen, 3de Carabiniers
Wielrijders Regiment, 7e compagnie B.P.S. 19 aan mejuffer Mariette
Vandenschriek, dat is dus aan mij. Dat
had ik zeker niet verwacht. k Zou liever gehad hebbend at het briefje aan de
familile ware geadresserd in plaats van aan mij alleen. Zoo ware het beantwoordt geworden en nu denk
ik dat er niets van komen zal. Er kwam
ook een kaartje van Estella met wenschen van de Fam. Verleyen-Van de Velde voor
mij. Ik heb vast in mijn gedacht dat die
twee het briefje en de kaart een opgemaakt spel is. Mij dunkt alhoewel het vriefje uit
cantonnement komt dat het door Estellas hand geschreven werd. Ik durf bekennen dat ik blij ben omdat ze mij
niet vergeten hebben.
Zondag 31
december 1939.
Laatste
dag van t jaar 1939. Weer een jaar
verloopen. In t voorbije jaar vind ik
niet veel verandering aan mijn leven.
Dorre van Hoeilaert is hier geweest verteld voor ditjes en datjes, de
tijd was gauw verloopen en Dorre reed weer weg.
Aardig. Vandaag alhoewel ik goed wist dat het niet
kon, zou ik nog wel graag gehad hebben dat Roger ware afgekomen, waarbij het
kwam weet ik niet.
1939
bracht ons de mobilisatie, en dichtbij onder België en op zee oorlog en
menschen slachting.
Wat
brengt ons 1940 het dichtbije nieuwe jaar ?
Bij het begin hoop ik toch geen oorlog, doch zooals men nu veel in radio
hoort.
Morgen gaat het beter ! - Ga het morgen beter !