Foto

Welkom in Huldenberg


Foto
Zoeken in blog

De teksten op dit webblog zijn authentiek.  Mogen wij u dus daarop wijzen dat iedere overname van tekst een schriftelijke toelating vereist van de auteur.
De redactie.

N i e u w
  • De watermolen van Huldenberg
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletje schoolgebouw Elzasstraat
  • Ottenburg : de Tomme
  • O.-L.-Vrouw ten Pui
  • De Casino
  • De kapel Minet
  • Art déco in Loonbeek
  • De boogschuttersgilde
    Geschiedenis
  • Ontstaan van Huldenberg
  • Ontstaan van Loonbeek
  • Ontstaan van Neerijse
  • Ontstaan van St-Ag.-Rode
  • Ottenburg: magische Tomme
  • Koninklijke Filharmonie 1
  • Koninklijke Filharmonie 2
  • Ganspoel
  • De kerk van Sint-Agatha-Rode
  • De kerk van Loonbeek
    Foto
    Monumenten
  • OLV-kerk: vroege gotiek
  • OLV-kerk: Brabantse gotiek
  • De zonnewijzer
  • De pomp is honderd jaar
  • Loonbeek: het Blauwhof
  • Art deco in Loonbeek
  • 50 jaar gedenkenzuil Felix Sohie
  • Meisjesschool Loonbeek
  • Het monument
  • Kapelletjes
    Kunstpatrimonium OLV-kerk
  • Aanbidding der Wijzen
  • Aanbidding der herders
  • Bekering St-Hubertus
  • H. Rosalia gekroond
  • OLV tenhemelopneming
  • Jezus aan het Kruis
  • La Deposizione
  • De graflegging
  • Primaat van Petrus
  • De Heilige Familie en de kleine Johannes
    Kunstpatrimonium 2
  • De klokken van Huldenberg 1
  • De klokken van Huldenberg 2
  • De Mariaklok
  • De angelusklok
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • De kapel Minet
  • Restauratie orgel Neerijse
  • Restauratie orgel Ottenburg
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 1
  • Kruisweg St-Niklaas Ottenburg 2
    Kunstpatrimonium 3
  • Zuidportaal en zijn beelden
  • Historische doopvont in de OLV-kerk
  • Kapelletjes
  • Kapelletjes 1
  • Kapelletjes 2
  • Kapelletjes 3
  • Kapelletjes 4
  • De Heilige Familie historiek
  • Inhuldiging van O.-L.-Vrouw van den Elzas
  • O.-L.-V. van den Elzas
  • Foto
    Monumenten: Keyhof
  • De kloosterkapel - 1
  • De kloosterkapel - 2
  • De kloosterkapel - 3
  • De kloosterkapel - 4
  • De kloosterkapel - 5
  • De kloosterkapel - 6
  • De kloosterkapel - 7
  • De kloosterkapel - 8
  • De boom van Jesse
  • De kruisweg
    Verdwenen erfgoed 1
  • De Stroobants hoeve
  • Pachthof Sneessens 1
  • Pachthof Sneessens 2
  • Pachthof Van Bruystegem
  • Het Hospice 1
  • Het Hospice 2
  • Het Hospice 3
  • De Mariakring 1
  • De Mariakring 2
  • De Mariakring 3
    Verdwenen erfgoed 2
  • Ter Meeren of Roodhof
  • Het Blauwhof - 1
  • Het Blauwhof - 2
  • Het Blauwhof - 3
  • Het Blauwhof - 4
  • Schuur v papiermolen 1
  • Schuur v papiermolen 2
  • Schoolgebouw Elzasstraat
  • De watermolen van Huldenberg
  • Toponymie - 1
  • Straatnamen & betekenis
  • De Zesdagmaalstraat
  • De Korenheide
  • De Billande
  • De Hasselheide
  • De Elzasstraat
  • De Oliestraat
  • Wolfshaegen
  • Loswegstraat
  • Schaveistraat
    Toponymie - 2
  • De Kausdelle
  • Foto
    Bijnamen in Huldenberg
  • Het Gemeenteplein
  • De KVLV in 1958
    Bijnamen in Loonbeek
  • St-Jansbergsteenweg -1
  • De KVLV Deel 1
  • De KVLV deel 2
  • De KVLV deel 3
    Foto
    Bijnamen in Neerijse (1)
  • Foto
    Bijnamen in Ottenburg (1)
  • Foto
    Bijnamen in St-Agatha-Rode
  • Volkse wijsheden
  • Bamis, kermis in het dorp
  • Antonius met het varken
  • Antonius: weerspreuken gezegden
  • De boogschuttersgilde
  • De kribbe Gemeenteplein
  • De Huldenb. processie 1
  • De Huldenb. processie 2
  • De Huldenb. processie 3
  • De Huldenb. processie 4
  • St.-Rochusommeganck
    Verhalen
  • De Jonkvrouw en de kikkers
  • Voor een mot'cyclet
  • Het verhaal van de instrumenten
  • Den Bluts
  • Cafés en handelszaken
  • Cafés in St.-Agatha-Rode
  • Wolfshaegen: cafés & winkels
  • Winkels in St.-Ag.-Rode
  • Uit het dagboek van een pastoor
  • Liefdesverdriet
  • Den drapeau
  • Monsieur Dupont
  • Vergaderen
  • De broek van Juffrouw Linda
  • Kapsalon
  • Kerstvrede ?
  • Dialoog
  • Huisbezoek
  • Uit het dagboek van Mariette Vandenschrieck
  • Inleiding
  • D1 Mobilisatie 1
  • D2 Mobilisatie 2
  • D3 Oorlog breekt uit
  • D4 Op vlucht
  • D5 Op vlucht
  • D6 Oorlogsjaren
  • D7 Voedsel
  • d8 crash
  • Foto

    Lente: Vergeet-mij-nietje

    Natuur 1
  • Langs de IJse - De lente
  • De smeerwortel
  • De stinkende gouwe
  • Langs de IJse - De zomer
  • De klaproos
  • De moerasspirea
  • Langs de IJse - De herfst
  • Het boerenwormkruid
  • De vlier
  • Natuur 2
  • Het koninginnenkruid
  • De paardebloem
  • Het pijlkruid
  • De grote kattenstaart
  • De mispel
  • De hulst
  • De maretak
  • Het sneeuwklokje
  • De IJse in de winter
  • De merel
    Foto
    Natuur 3
  • De koolmees
  • De pimpelmees
  • De staartmees
  • De kuifmees
  • Het roodborstje
  • De groene specht
  • De zwaluw
  • De mus
  • De egel
  • De kalkoen
    Natuur 4
  • De meikever
  • De distelvlinder
  • Het wilgenroosje
  • De wesp
  • De sleedoorn
  • De klimop
  • De brandnetel
  • De dovenetel
  • Het koolwitje
  • De koninginnepage
    Natuur 5
  • De meerkoet
  • De waterhoen
  • Het fluitenkruid
  • De houtduif
  • De meidoorn
  • Brem
  • De robinia
  • De duizendblad
  • De madonnalelie
  • De vos
    Natuur 6
  • De Japanse kerselaar
  • De Boshyacint
  • De kerkuil
  • Het madeliefje
  • Natuurwandelingen 1
  • Rode Bos
  • Huldenberg: 't middenrif
  • Huldenberg: langs kleine weggetjes
  • Huldenberg: langs nieuwe weggetjes
  • Huldenberg: langs de velden
  • Naar het Westen
  • Bij de buren
  • Op 't dak van Huldenberg
  • Op't dak van Huldenberg2
  • De Kapelletjeswandeling
    Natuurwandelingen 2
  • Loonb.-Neerijse-Loonb.
  • Weg en zo terug thuis
  • Huld.-Terlaenen-Huld.
  • De stoomtram
  • Dichtbij wandelen
  • Huldenberg: bergop bergaf
  • Taal
  • De sjup in de sjeu (1)
  • De sjup in de sjeu (2)
  • Gebouwen
  • Het oud gemeentehuis van St.-Ag.-Rode
  • Het nieuw kasteel van St.-Ag.Rode
  • Allerlei
  • KVLV Loonbeek naar Luik
  • In het Nieuwsblad
  • Pastoor Bertmans, 30 jaar in Huldenberg
  • Huwelijk Graaf Rodolphe
  • Loflied voor F. Sohie
  • Schapen door Huldenberg
  • Schapen verlaten Huldenberg
  • Huwelijksverjaardag platina
  • Sofie Van Binnebeek, Laureate beurs
  • Winter in Huldenberg

    Magische Tomme
    Tulpvormige aarden potten

    Foto
    Langs de IJse
    Herfst

    Kardinaalsmuts
    Haagwinde
    Reuzenpaardenstaart
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Zomer

    - reuzenbalsemien
    - moerasspirea
    - kattenstaart
    - wikke
    - wilgenroosje
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Langs de IJse
    Lente
    - Smeerwortel
    - Look-zonder-look
    - Fluitenkruid
    - Witte dovenetel
    - Hondsdraf
    - Vergeet-mij-nietje

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto

    Nest van koolmees

    Foto
    Foto
    HULDENBERG
    Vroeger en nu
    18-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kerstgebeuren in de O.-L.-Vrouwekerk

    Kribben in Huldenberg
    Het kerstgebeuren in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg

                                                          

    Zoals ieder jaar staat in de O.L.Vrouwekerk van Huldenberg de kerststal die geplaatst werd door de leden van de kerkfabriek.

    Opmerkelijk zijn de beelden van de kribbe, uit de hand van May Claerhout.

                                                                        

    May Claerhout (Pittem, 21.2.1939 - Oostmalle, 7.11.2016) is een Belgische artieste die beeldhouwwerken in brons en terracotta creëert.  Ze staat vooral bekend voor talrijke standbeelden die zij maakte voor openbare gebouwen (o.a. voor het Rijksarchief en de gebouwen van de Europese Unie).  Haar atelier staat in Malle en ze werkt samen met haar echtgenoot Armand Storms die instaat voor het gieten van de bronzen beelden en het bakken van de kunstwerken in terracotta.

                                                                                               ---=oOo=---

    In het glasraam van de zuidelijke dwarsbeuk is het kerstgebeuren afgebeeld.  Dit is het grootste glasraam van de kerk.

                                                                     

    De bestelling en de realisatie van het werk geschiedde in de zomer van 1938.   Het werd ontworpen door glazenier Lou Asperslag.

     

    Het glasraam stelt een klassiek kersttafereel voor.  Opvallend zijn wel de expressieve gelaatsuitdrukkingen van de personages.

     

    Centraal wordt de Heilige Maagd afgebeeld met Jezus in de armen.  Met veel moederliefde zorgt ze voor haar pas geboren baby. Rechts zit Jozef biddend, links zien we de os en de ezel.  Boven Maria straalt de ster van Bethlehem tussen twee engelen.  Eén van hen draagt de tekst ‘Gloria in excelsis deo’, ‘Ere zij God in de hoogste hemelen’.  Onderaan links staan  drie herders met een schaap, rechts de drie wijzen.

     

    De inbreng van de grafelijke familie vinden we terug in de vier alliantiewapens onderaan het raam. 

    Het zijn van links naar rechts de wapenschilden van:

     

    1. Baron Theodoor de Baudequin de Peuthy (1800-1863) en zijn echtgenote Philippine de Haultepenne met baronnen kroon met dertien parels.
    2. Baron Gaspard-Bernard de Draeck de Ronsele en zijn echtgenote Marie–Pulcherie de Baudequin de Peuthy (1781-1864) met baronnen kroon met dertien parels.
    3. Graaf Frans-Jozef de Thiennes de Rumbeke en zijn echtgenote barones Astérie de Draeck de Ronsele met kroon van goud met drie fleurons van hetzelfde, wat de kroon van graaf is.
    4. Graaf Thierry de Limburg Stirum en zijn echtgenote Marie-Thérèse de Thiennes de Rumbeke met kroon van goud met drie fleurons gescheiden door twee kleinere fleurons waaruit een muts van keel steekt uitlopend in een steeltje van hermelijn; dit is de kroon van de vroeger regerende graven van het Heilig Roomse Rijk. 

    De bedoeling ervan was de verbondenheid van de adellijke familie de Baudequin de Peuthy met die van de Limburg Stirum weer te geven.  De overgang geschiedde tussen 1863 en 1865.

    Toen men in 1938 besloot de kerk zoveel mogelijk in haar oorspronkelijke staat terug te brengen, deed men een beroep op glasraamspecialist Louis Franciscus (Lou) Asperslag.   Lou Asperslag werd op 12 juni 1893 in Den Haag geboren.  Hij behoorde tot de vooroorlogse school van katholieke glazeniers, waarvan Joep Nicolas en Charles Eyck de kern vormden.  Hij voerde stijlvernieuwing in, die later jongeren inspireerde.  Zijn studie van de ramen in de Franse kathedralen maakten van hem een meester in het toepassen van kleur- en lichtvariaties.  Naast verwezenlijkingen in Nederland was hij ook productief in Vlaanderen.

    Bronnen
    De glasramen in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg. Jean-Pierre Van Binnebeek.  Huldenbergs Heemblad. 2005-3. Blz. 220-234.

    Tekst en foto's: Jean-Pierre Van Binnebeek 


    >> Reageer (0)
    12-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstsfeer in Huldenberg
    Traditiegetrouw hebben tientallen verlichte tractoren op zaterdag 11 december 2021 het gemeenteplein ingepalmd. In de sfeer van kerstmagie op het kasteel gaven ze een voorproefje van het nakende kerstfeest. 












    >> Reageer (0)
    09-11-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gedenksteen oorlogsslachtoffers 14-18
    11 november : wapenstilstand in Huldenberg. De oorlogsslachtoffers worden herdacht. 

    Op 11 november, de laatste dag van wereldoorlog I, worden traditiegetrouw onze oorlogsslachtoffers van de twee wereldoorlogen herdacht. 

    Reeds in 1920 werd in de eerste rechterzuil in de O.-L.-Vrouwekerk een gedenksteen aangebracht voor de soldaten die tijdens de eerste wereldoorlog 1914-1918 gesneuveld zijn. 

    Gedenksteen van de oorlogsslachtoffers 1914-1918 in de O.-L.-Vrouwekerk te Huldenberg. 

    Het is een drieluik met in het midden een piëta : Maria wordt voorgesteld als Moeder van de Smarten ; zij heeft het dode lichaam van haar zoon, Jezus Christus, op haar schoot. In de linkerbovenhoek zien we het Belgische wapenschild, in de rechter het Huldenbergse. 

    Links staan de vijf namen van de oorlogsslachtoffers : Alfons Goossens, Léon Kriegels, René Theyssens, Emiel Vanderkelen en André Van Kildonck. 

    Rechts lezen we de Latijnse tekst : Melius est nos mori in Bello quam videre mala gentis nostrae. Vertaald betekent dit : Het is beter in de oorlog om te komen dan het leed van ons volk te aanschouwen. 

    Onderaan staat geschreven : Aan onze soldaten gesneuveld voor het vaderland 1914-1918.

    Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bron : In en om het kasteel van Huldenberg. J. Vanhoren. 1883




    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het monument

    Het monument


    Op 11 november, de laatste dag van wereldoorlog I,  worden traditiegetrouw onze oorlogsslachtoffers van de twee wereldoorlogen herdacht.

    Op het monument op het gemeenteplein staan de namen van de oorlogsslachtoffers van 1914-18 en 1940-45.

                     

                           Onthulling van het monument op 18 mei 1947 (foto archief Keyhof)


    Dit monument is een driezijdige afgeknotte piramide.   Het monument werd ontworpen door bouwkundige Stanis Van Pee.  Op de eerste zijde staan de namen van de militaire oorlogsslachtoffers,  op de tweede de burgerlijke en op de derde een herdenking aan Generaal Genotte.

    Bovenop prijkt een rechtstaande leeuw (door Daniël Van Huffel) ; hij werd gestolen en door een ander exemplaar vervangen.

    Het  monument stond oorspronkelijk in het midden van een driehoekig parkje op het gemeenteplein. Tijdens de werken van de jaren 90 werd het verplaatst en het maakt nu deel uit van het plein.

                       

                            Het monument in het midden van een driehoekig parkje


    Zijde 1:
    de militaire slachtoffers:

    1914-18

    Alfons Goossens (1895-1919). Hij was beenhouwer van beroep en ongehuwd. Werd ziek tijdens de oorlog door de onmenselijke omstandigheden waarin soldaten moesten overleven. Hij is overleden op 31 januari 1919, dus 81 dagen na de wapenstilstand in het militair hospitaal te Elsene.

    Léon Kriegels (1888-1918).(1889-1914). Hij was ongehuwd en werd gekwetst aan de IJzer. Hij is gestorven op 17 november 1914 in het gasthuis van Calais (Frankrijk).

    René Theyssens (1888-1918). Hij was landbouwer en gehuwd met Hortensia Hendrickx. Hij had twee zoontjes, David en Alberic. Hij kwam in een kamp in Nederland terecht en overleed op 4 januari 1918 in Hardewijk (Nederland).

    Emiel Vanderkelen (1890-1914). Hij was serrist van beroep in de wijk Kaalheide en gehuwd met Maria De Brouwer. Hij had een zoontje Henri en een dochtertje Cecilia Rosina. Hij werd gekwetst te Dendermonde en is overleden op 12 september 1914 in het Krijgsgasthuis te Antwerpen.

    André Van Kildonck (1893-1914). Hij was ongehuwd en woonde onder Smeysberg. Er zijn geen bewijzen gevonden van zijn overlijden. Officieel werd een vonnis uitgesproken van overlijden in Lombardzijde op 20 oktober 1914.

    1940-45

    Emile Gilis (1913-1940). Hij was gehuwd met Germaine Panneels en vader van zoontje Gilbert. Hij sneuvelde op 10 mei 1940, dus op de eerste dag van wereldoorlog II te Veldwezelt. Zijn compagnie van tanks moest een sector, achter het Albertkanaal verdedigen ; dit was één van eerste strategische doelwitten van de Duitsers.

    Georges Steenbeek (1919-1940). Hij woonde in de wijk Wolfshaegen. Zoals Emile Gilis is gesneuveld op de eerste dag van de oorlog, op 10 mei 1940. Hij bevond zich in Bitsingen, in dezelfde streek. Zijn vrachtwagen werd getroffen door de kogels van een Duits vliegtuig, een Messerschmitt.

     

    Zijde 2 : de burgerlijke slachtoffers:

    René Borremans (1932-1940). Hij was 8 jaar toen hij op 14 mei 1940 aan de hand van zijn moeder in de huidige Borremansstraat liep toen hij getroffen werd door de scherven van een Duitse bom. Zij moeder werd zwaar gekwetst en bleef de rest van haar leven de gevolgen hiervan dragen.

    Maurice Cahy (1911-1944). Hij was slachter van beroep en getrouwd met Maria Anastasia De Keyser. Hij had twee kinderen, Alfons en Godelieve. Hij werd getroffen in de Elzasstraat door een obus van de Flak (Duits vliegtuiggeschut) op 23 juni 1944.

    Victor Philips (1887-1944) was brouwersgast en getrouwd met Marie-Josephine Vandenplas. Hij had één dochter, Liza, winkelierster. Hij was naast zijn huis toen hij getroffen is door een obus van het afweergeschut op 23 juni 1944, op hetzelfde moment als Maurice Cahy.


    Zijde 3 :

    Generaal Fernand Genotte Hij was een gepensioneerd generaal. Hij woonde in de woning van Dokter Vanden Bruel in de huidige Borremansstraat. In 1938 werd hij gemeenteraadslid. Als vurige verdediger en verzetsman van ons vaderland werd hij in verdachtmaking gesteld en aangehouden in de woning van de Sint-Rochusbrouwerij op het gemeenteplein. Volgens een overlijdensakte werd hij in Brandenburg (Duitsland) op 10 mei 1944 terechtgesteld. Hij kreeg nadien een straatnaam maar in de jaren 1970 heeft het toenmalige gemeentebestuur van Huldenberg deze geschrapt ondanks verzet van de familie.

    Tekst : Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bronnen:  Heemblad van de Heemkundige Kring. Familienamen worden straatnamen. – Jozef Vanhoren. - 1993
     


    >> Reageer (0)
    23-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kerk van Sint-Agatha-Rode
    De kerk van Sint-Agatha-Rode is gerestaureerd en is in september 2021 opengegaan. 

    Het was al een tijdje dat de parochianen van Sint-Agatha-Rode geen toegang meer hadden tot hun parochiekerk. In september werd de opening na de restauratiewerken een feit. 

    De kerk en de vrijheidsboom (eigen foto) 

    Sint-Agatha-Rode moet in de vroege Middeleeuwen een onherbergzaam gebied geweest zijn van bossen en moeras. De graven van Leuven hebben het hout van het oord tussen Dijle en Lane laten rooien, vandaar de naam Rode. Zij lieten een kapel bouwen toegewijd aan de Heilige Agatha. 

    In die tijd waren zulke heiligen zeer in trek. Agatha van Catania was de dochter van een vooraanstaande Siciliaanse familie. Zij leefde in de derde eeuw na Christus. Zij werd vermoord onder keizer Decius. Haar borsten werden afgesneden maar een engel genas de wonden in haar cel. Zo wordt de heilige zeer vaak afgebeeld met een schaal waarop twee borsten liggen. Ze werd daarna gesleept over brandende kolen met scherven tot ze stierf. Zij wordt aangeroepen tegen borstziekten, kanker, pest en hongersnood. Zij is de beschermster van de klokkengieters, hoogovenwerkers, bakkers, juweliers en de beroepen die met vuur te maken hebben (bijvoorbeeld de brandweerlieden). 

    In de 2de helft van de dertiende eeuw werd begonnen met de bouw van de gotische kerk die haar huidig uitzicht kreeg in de 14e eeuw. Ze werd in witte zandsteen van Gobertange (een plaats in Waals-Brabant) gebouwd. Ze is een driebeukige gotische kerk met een ingebouwde westtoren. Een groot deel is in de vroeg gotische stijl opgetrokken. Het koor is in Brabantse gotiek. De robuuste westtoren bevindt zich tussen twee zijbeuken en dit is de reden waarom het bedehuis deel uitmaakt van het maasromaanse type omdat de toren in het westen staat zoals bij de kerk van Bertem. Maar ze staat wel op de grens van het schelderomaanse type, een grens die gevormd wordt door de Laan ; aan de overkant hebben kerken de toren(s) in het midden zoals in Neerijse en in Huldenberg. Naast de toren vinden we de doopkapel. 


    Tijdens de recente restauratie werd de bevloering uitgenomen . Daardoor ontdekte men de plattegrond en de funderingen in ijzerzandsteen van een romaanse kerk van het jaar 1000. De gotische kerk was errond gebouwd. 


    Tijdens de renovatiewerken zijn de funderingen van een romaanse kerk uit het jaar 1000 blootgelegd. (foto internet) 

    In de Middeleeuwen was de ingang van de kerk aan de zuidelijke kant; het vroegere portaal is nog zichtbaar. In 1760 werd in de westgevel een classicistisch portaal gemaakt dat nu de ingang van de kerk is. 

    In de 15e en 16e eeuw werden schilderingen aangebracht. Sommige zijn nog zichtbaar. Zo merken we er één met Sint-Sebastiaan in goede staat. Een ander uit de 17e eeuw stelt het laatste oordeel voor. Na het wegnemen van de preekstoel werd een prachtige muurschildering van Sint-Pieter ontdekt.

    In dezelfde eeuw werden glasramen geplaatst die tijdens de tweede wereldoorlog beschadigd werden. Het glasraam uit 1871 in de voorgevel van Jean-François Pluys werd bewaard. Het is een afbeelding van de Heilige Agatha. In de doopkapel is er een mooi glasraam dat mooi aansluit bij het doopritueel : het is een tweeluik dat links de erfzonde voorstelt (Adam en Eva worden uit het aardsparadijs verbannen) en de doop van Jezus-Christus door Johannes de Doper. De glasramen in het koor werden in 1940 vernietigd door de ontploffing van de brug over de Dijle. Zij werden in 1962 vervangen door 5 nieuwe. Het middelste stelt een tafereel van de Heilige Margareta van Alacope samen met het Heilige Hart voor. De vier andere tonen vier gebeurtenissen uit het leven van Sint-Agatha. Ze zijn een ontwerp van Jef Colruyt en een uitvoering van Frans David Crickx. 

    De kerk had vroeger al heel wat meegemaakt. In de 16de eeuw is ze afgebrand, vermoedelijk in 1578 door toedoen van de Geuzen. Eind 16de eeuw werd met de herstellingen begonnen. Tijdens de Franse overheersing bleef de kerk gespaard door de gewiekstheid van de toenmalige pastoor, maar werden wel de klokken door de Fransen weggehaald voor oorlogsdoeleinden. In 1802 werden er twee nieuwe klokken in de toren gehangen, gegoten door Andreas Ludovicus van den Gheyn een bekende klokkengieter. Eén ervan verdween tijdens wereldoorlog II maar werd daarna vervangen. 

     Klok door van den Gheyn gegoten.(eigen foto) 

    Op 3 juli 1979 werd de kerk en de omgeving geklasseerd en één jaar later was een dossier klaar voor renovatie dat onlangs werd uitgevoerd. Dankzij de restauratiewerken zijn er archeologische vondsten gedaan. Zo is er ontdekt dat de voorgevel, de grote toren en enkele zijbeuken geen funderingen hadden. Ook werden twee graven blootgelegd. 

    In 1738 hing de Waalse horlogemaker Charles Alexandre Lion een Lion-uurwerk in de toren van de kerk. Hoewel zijn familie ook in enkele Leuvense kerken gewerkt heeft, is dit uurwerk in ons land een zeldzaamheid. Het uurwerk is bijna intact en functioneert zoals vroeger. Alleen het opwinden gebeurt nu elektrisch. Tandwielen zijn verbonden met een ankerrad met slinger. Daardoor draait een as die zowel het uurwerk op de toren van de kerk als het slagwerk van de klokken aandrijft. 



    Het raderwerk van het Lion-uurwerk. (eigen foto) 

    De kerk werd op 18 september 2021 om 11 uur plechtig ingezegend. 

    Jean-Pierre Van Binnebeek 

    Bronnen 
    Internet.- Het archeologisch onderzoek in de Sint-Agathakerk in Sint-Agatha-Rode. Vanessa Vander Ginst & Maarten Smeets. 
    Internet.- Interview van Denise Debrouwer, architecte, in het kader van Open Monumentendag 2020. 
    Internet. Interview van Saskia Martens in het kader van Open Monumentendag 2020.






    >> Reageer (0)
    14-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kapel Minet in Ganspoel 1
    De kapel Minet in Ganspoel is 150 jaar. Haar geheim wordt ontrafeld. (Deel 1)

    Het is nu al 150 jaar dat de kapel Minet sierlijk en eenzaam boven in het veld van Ganspoel staat. Boven de deur staat het bouwjaar vermeld : 1871. Er zijn vele verhalen rond de omstandigheden van de bouw van dit bedehuisje. Maar met de tijd zijn al deze praatjes verwaterd en trekt geen enkele verteller vandaag nog aan het langste eind. Deze unieke verjaardag is dus een enige kans om de waarheid rond de reden van de bouw te onthullen.


    De kapel Minet (eigen foto)

    In de jaren 1860 is Joseph Jules Ernest Minet (1840-1919) zich als pachter komen vestigen in het pachthof Ganspoel dat achter het Hof ten Bosch (het pachthof van de familie Peeters) stond, in het begin van de weg naar het Instituut Ganspoel. Deze weg werd toen de weg van Duisburg naar Loonbeek genoemd zoals men het op dit plannetje merkt.



    Joseph Jules Ernest Minet.  Hij was de bouwheer van de kapel (uit het archief van Jean-Pierre Minet).


    Situatieplan van het pachthof Ganspoel (uit het archief van Jean-Pierre Minet). 

    Het pachthof is inmiddels in 2020 afgebroken. Joseph Minet was een welvarende pachter en tevens een persoonlijkheid in het Huldenbergse verenigingsleven. Hij bracht het later tot burgemeester, tussen 1895 en 1903. Hij was getrouwd met Pauline Albertine Janssen (1841-1912) die afkomstig was uit een Tiense familie, eigenaar van de suikerraffinaderij.

    Pauline Albertine Janssen, de echtgenote van Joseph Minet (uit het archief van Jean-Pierre Minet).


    Het pachthof Ganspoel waar de familie Minet woonde. Later werd het ingenomen door het blindeninstituut. (Oude postkaart) 

    Het jonge gezin kreeg op 2 maart 1867 een dochtertje. Ze noemden haar Maria Phalmire (Palmyre) Kristine. Jammer genoeg overleed het meisje op de leeftijd van 8 maanden op 5 december 1867. In de 19e eeuw was de kindersterfte tijdens de eerste twee jaren van het leven hoog. 

    Joseph en Pauline gaven de moed niet op. Op 20 januari 1869, dus een goed jaar later, werd een tweeling geboren, twee meisjes. Eén ervan werd dezelfde dag als dood, zonder naam, aangegeven op de burgerlijke stand van de gemeente. Het andere kreeg de naam Marie Apoline Ghislaine Palmyre. Deze laatste voornaam, Palmyre, droeg zij verder in het dagelijkse leven.



     Palmyre Minet en het kaartje van haar eerste communie. Ze stierf op 17-jarige leeftijd. (uit het archief van Jean-Pierre Minet).


    In oktober 1871, dus 2 jaar en 9 maanden later lieten de ouders de kapel bouwen. Waarom zouden ze dit gedaan hebben? Hun dochtertje was inmiddels bijna 3 jaar oud. 

    Als we dan verder naar de registers van de burgerlijke stand van Huldenberg kijken, dan lezen wij dat Pauline Janssen op 24 mei 1872 het leven schonk aan een zoon, Joseph Ghislain Marie Félix (1872-1936). Dit betekent dat ze zwanger was toen men met de bouw van de kapel begon. Het is dus duidelijk dat de ouders in de herfst 1871 enerzijds dankbaar waren dat hun meisje Palmyre, na twee overlijdens in de familie, nog in leven was ; anderzijds hoopten zij op een geboorte, liefst van een jongen wat belangrijk was voor een pachter die aan opvolging dacht. Daarom werd de kapel gebouwd. En het werd een gezonde jongen, hun bede werd verhoord.




    Joseph Ghislain Marie Félix Minet op latere leeftijd. Voor hem werd de kapel gebouwd (foto uit het archief van Jean-Pierre Minet). 


    Twee jaar later, op 18 oktober 1874, kregen ze nog een meisje, Maria Josephine Adelia Ghislena genoemd. Op 23 april 1886 overleed Palmyre Minet op 17-jarige leeftijd te Elsene, op Goede Vrijdag. De bouw van de kapel heeft dus niets te maken met haar overlijden want de kapel stond er toen al meer dan 14 jaar. Haar broer, Joseph Ghislain was toen ook 14 jaar oud. 


    Tekst : Jean-Pierre Van Binnebeek met de gewaardeerde hulp van Jean-Pierre Minet. 

    Bronnen : 

    Geboorte- en overlijdensregisters van de gemeente Huldenberg tussen 1860 en 1890. Dank aan Jean Mertens voor de toegang tot deze geboorte- en overlijdensregisters.
    Archief van de familie Jean-Pierre Minet

    (Wordt vervolgd : Deel 2 - De symboliek van de kapel Minet)

    >> Reageer (0)
    13-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kapel Minet in Ganspoel 2
    De doopkapel Minet, een gebouw vol symboliek. (Deel 2) 


    In het eerste deel van de tekst hebben we gezien dat de familie Minet deze kapel heeft laten bouwen om de geboorte van een zoon af te smeken. En het is hen gelukt, hun bede werd verhoord. We zien nu waarom deze kapel een doopkapel is. 

    De kapel is een achthoekige constructie met drie gesloten romaanse venstertjes. Vroeger waren het echte ramen ; ze werden dichtgemetseld omdat ze door vandalisme vaak vernietigd werden. 

    De kapel Minet (eigen foto) 

    Boven de deur, onder een rondboog met sleutelsteen, verlicht een waaiervormig raampje de binnenruimte. De vroegere houten deur is inmiddels door een metalen vervangen. Deze constructie verwijst naar de baptisteria of doopkapellen van de eerste Christenen en die van de middeleeuwen. Een bewijs hiervan is het baptisterium San Giovanni aan de westkant van de dom van Firenze. 


       
    Het achthoekige baptisterium San Giovanni van Firenze (1059 - 1128). (foto’s internet) 


    Ook doopvonten hadden vaak een achthoekige vorm. Dat van de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg is een mooi voorbeeld. 

     De achthoekige doopvont van de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg uit 1621 (eigen foto). 

    Het doopritueel symboliseert de intrede in een geloofsgemeenschap. Vroeger werd men geheel ondergedompeld in het doopbekken, de voorganger van de doopvont. Later werd het hoofd besprenkeld met water om de zonden af te wassen en gezuiverd te worden van de erfzonde. Na het ritueel is men als lid van de kerk aangenomen. 


    Waarom zijn vele van deze gebouwen achthoekig ? De meeste doopkapellen of doopvonten zijn cirkelvormig of achthoekig. De achthoek in de christelijke symboliek verwijst naar het geloof in een andere ruimte. Onze tijd wordt aan het ritme van 7 eenheden aangepast, bv. de dagen van de week, de 7 vruchtbare en onvruchtbare jaren in Egypte, de zeven sacramenten… Maar de eerste christenen vermeldden een andere tijd, die strikt genomen geen tijd was. Zij verwezen naar de eeuwigheid die zij als 8ste dag aanduidden, een tijd die buiten de cyclus van 7 viel. De achthoekige vorm refereerde aan de doorgang die de gedoopte persoon op die dag maakte naar een andere tijd, de eeuwigheid. Voor de christene is het logisch te leven en te geloven in het vooruitzicht van een eeuwigdurend leven. In de wiskunde heeft men het liggende cijfer 8 gebruikt om de oneindigheid uit te drukken. De familie Minet heeft bij de bouw van de kapel duidelijk de wens uitgedrukt om een gezond kind te hebben, liefst een zoon, die bij zijn of haar doop een eeuwig christelijk leven zou kunnen leiden. Een doopkapel was voor hen het gepaste symbool. Wellicht werd Joseph Ghislain Marie hier in deze kapel gedoopt. 


        
    Binnenin de kapel. 

    OLV op een houten altaar waarop geschreven staat OLV van Lourdes BVO (bid voor ons). De diadeem boven het hoofd vermeldt “Ik ben de onbevlekte ontvangenis”. Geknield, aan de voet van het altaar, Bernadette Soubirous (eigen foto’s). Opvallend is ook dat de kapel aan Onze Lieve Vrouw van Lourdes gewijd is. De verschijningen in Lourdes dateren van 1858. Dit betekent dat slechts 13 jaar later, op een ogenblik dat de communicatie met verre oorden moeilijk was, de familie een perfect standbeeld van O.-L.-Vrouw van Lourdes naar hier kon brengen. Hoe konden zij zo goed op de hoogte zijn ? Dit is merkwaardig. 

    Na uitvoerig onderzoek in het familiearchief is duidelijk gebleken dat zij goed geïntroduceerd waren bij de hoogste instanties van het aartsbisdom en werden ook op een perfecte wijze bijgestaan. Zij waren op de hoogte van het dogma van ‘de onbevlekte ontvangenis’ dat op 8 december 1854 afgekondigd werd door een bul (een bul is een open brief van een paus) van Paus Pius IX. Het stelde dat Maria verwekt werd en ter wereld kwam zonder met de erfzonde te zijn bevlekt. Op 25 maart 1858, na drie weken verschijningen en drie weken stilte, kreeg Bernadette antwoord op haar vraag wie de dame was: “Je suis l’immaculée conception” (Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”) was het antwoord. Het verband met de doop van hun nog niet geboren kind was gemaakt. 

     Vaak wordt O.L.V. van Lourdes voorgesteld met een diadeem waarop 12 sterren te zien zijn. Deze voorstelling verwijst naar de zwangerschap. Bij Johannes 12 (1-2) in de Apocalyps lezen we volgende tekst : 1 En er werd een groot teken gezien aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren, 2 en zij was zwanger, en zij schreeuwde in haar barensnood, gekweld in het baren. Als in de kapel Maria deze diadeem draagt, dan is dat geen toeval. Hier wordt duidelijk aangetoond dat deze doopkapel een symbool was voor een katholieke familie die hun kinderen de hemelse vreugde wilde geven. 

     Tekst: Jean-Pierre Van Binnebeek.   Dank aan Jean-Pierre Minet voor de verstrekte hulp.


    >> Reageer (0)
    26-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Tomme

    DE TOMME IN OTTENBURG

     Midden in het gehucht 'De Tomme' in Ottenburg, in het hoekje van de gemeente, staat een aarden ophoping van 140 x 30 x 6 m.  Deze ophoping dateert uit de periode van de Egyptische piramides. Men kan er niet naast kijken.  Is dit een natuurlijk verschijnsel of werd deze heuvel door de mens gemaakt ?   


    In het gehucht "De Tomme" bevindt zich het meest imposante prehistorische monument van Vlaanderen. In het verlengde ervan in de richting van de akkers, evenals langs de steile randen in het bos van Laurensart zien we hoe geweldig groot deze vestiging moet geweest zijn. Hier verheft zich een enige zichtbare lange heuvel. Tal van opgravingen en onderzoeken hebben er plaatsgevonden.  De laatste was in 2013.


    De Tomme, de 140 m lange heuvel (eigen foto genomen rond 2000)

    Deze langwerpige heuvel zou misschien ook aan de basis liggen van de naam ‘Tomme’.  Het woord 'Tomme' zou afgeleid zijn van "tombe" omdat men vroeger dacht dat de enorme aarden ophoging die vrij goed te zien is tussen de huizen van het gehucht, een graf was.  Niets is minder waar.  Het gaat wel om een kunstmatige langgerekte aarden heuvel aangebracht door de Michelsbergers.  In 1974 werd hij beschermd als landschap.

    De Tomme nu (eigen foto)

    De Michelsbergcultuur is een neolithische cultuur, die rond 4400 tot 3500 v. Chr. voorkwam in Zuid-Nederland, West-Duitsland en België. Dit komt overeen met de eerste piramiden in Egypte. De cultuur is genoemd naar de eerste vondst bij Untergombach in 1888 dichtbij de Duitse stad Bruchsal.  Het is een belangrijke site in Duitsland waar men veel materiaal en informatie gevonden heeft van die cultuur.

    De Michelsbergers installeerden zich steeds op een hoogte in het landschap.  Bij voorkeur zelfs op een promontorium of een soort "schiereiland" waarvan de randen langs de omtrek steil waren.  Dit was het geval in Ottenburg.


    Archeologen hebben door middel van digitale hoogtetechnologie vastgesteld dat lang geleden heel het plateau van 90 hectare in Ottenburg waarschijnlijk omwald was.  Men onderscheidt drie archeologische plaatsen : de heuvel, het woongebied en de nog bestaande wal.

    Als deze ophoging geen grafheuvel was, waarvoor diende het dan wel ?

    Deze ophoging is zeker en vast geen overblijfsel van een aarden wal om het plateau af te sluiten, want voor deze functie is de richting van de heuvel verkeerd. Hij zou in de richting noord-zuid moeten staan. Archeologen vermoeden dat deze volumineuze aarden ophoping eerder als verzamelplaats gebruikt werd. De laatste opgravingen hebben voorwerpen aan het licht gebracht die wellicht deel uitmaakten van sommige (religieuze) rituelen. 

    De heuvel stond enkele jaren geleden in de tuin van mensen die de waarde van het monument niet goed konden inschatten. Hij werd ook deels beschadigd en dan verplicht hersteld rond 2010. 

    In het oosten van de heuvel bevond zich het woongebied.  Tegen het bos heeft men via opgravingen in de akkers alle "ingrediënten" van de Michelsbergcultuur gevonden. In het Neolithicum (het steentijdperk) waren zij de eersten om gewassen te verbouwen en vee te houden zodat de vestigingsplaatsen zeer vruchtbaar moesten zijn.  Daarom installeerden de eerste landbouwers in onze gewesten hun nederzettingen voornamelijk op leemplateaus.  De Tomme is gekend als vindplaats van prehistorische artefacten ; dat zijn voorwerpen die door mensenhand en door kunst bewerkt werden. De voornaamste kenmerken van deze prehistorische cultuur zijn tulpvormige aarden potten.  


    Een voorbeeld van tulpvormige aarden pot (afbeelding uit Internet)

    In het bos van Laurensart is er een holle weg die naar beneden gaat. Loodrecht op deze weg is er een aarden wal die op sommige plaatsen 2 à 3 m hoog is.  De wal vertrekt aan de rechter zijde van de weg.  Maar via gesofistikeerde technologieën is men tot de bevinding gekomen dat deze aarden wal doorloopt aan de andere kant van de weg en zelfs tot heel ver de randen van de afgrond volgt.  In het bos langs de steile randen zou er zelfs een gans netwerk zijn van aarden wallen, zo goed als onzichtbaar voor het blote oog. De wal die  wellicht met een houten omheining versterkt werd, diende om indringers uit het Zuiden tegen te houden.  Aan de voet ervan waren er steeds bronnen, beken of rivieren.  Het is een mysterie hoe deze wal die door menselijke handen gemaakt is, duizenden jaren overeind is kunnen blijven.

    Een aarden wal die duizenden jaren oud is, beschermde de nederzetting van de Tomme.

    Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bronnen

    Internet

    www.bloggen.be/huldenberg. De Tomme. – Bernard de Leener.

    Het plateau van Ottenburg – terug in de tijd.  F. François. - 2018

    Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002285, Huldenberg: De Middenneolithische site van Ottenburg. Peter Van den Hove. - 2013te van Ottenburg. Peter Van den Hove. - 2013




    >> Reageer (0)
    21-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Art deco in Loonbeek

    Art Deco in Loonbeek

    De kapel van het Blauwhof

    Huldenberg, en meer bepaald Loonbeek, mag trots zijn op een gebouw dat in het midden van de 20steeeuw in Art Deco-stijl gebouwd werd.
    Het gebedshuis werd in 1954 door de zusters van de Heilige Harten of Picpussinnen in het toenmalige klooster opgericht.

    Art Deco is een kunststroming waarvan de naam is afgeleid van de 'Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes' die in 1925 in Parijs plaatsvond. De stroming volgde, in België althans, de Art Nouveau op, maar zij was, in tegenstelling tot deze laatste, ook terug te vinden in kerken.

    Het is een stijl met geometrische vormen, geïnspireerd op Egyptische en oriëntaalse kunst.De vormgeving is strak en eenvoudig;lange, dunne vormen, gebogen oppervlakten en heldere kleuren.In kerken die meestal in mooie baksteen gebouwd zijn, brengen glasramen een aparte atmosfeer.

    De architecten maakten gebruik van kostbare materialen maar ook nieuwe zoals bakeliet en chroom.Art Deco is een allround-stijl zowel in de architectuur als in de interieurinrichting.

    Art Deco bereikte zijn hoogtepunt in het interbellum maar had ook nog succes na de tweede wereldoorlog: de kapel van het Blauwhof is daar een voorbeeld van.

    De kapel in Loonbeek is merkwaardig door haar eenvoud, haar stijl en haar zuivere glasramen, waarbij symboliek overal aanwezig is.




    Het koor is uiterst sober.Het invallende licht van de zes rechthoekige glasramen brengt tot bezinning en gebed.

    Het hemelsblauw geeft de toon aan.Aan beide kanten ontwaren we één fraaie slanke roos, die staat voor liefde, schoonheid, vreugde, geluk en genegenheid; zij zijn ook een beeld van de eeuwigheid met hemelse volmaaktheid van Christus en van de Kerk.



    Ze wordt omringd door twee sierlijke lelies, die vanuit de grond naar de hemel toegroeien. Deze zijn het symbool van de zuiverheid en de maagdelijkheid ; de lelie vertegenwoordigt beminnelijkheid, vruchtbaarheid, vrouwelijkheid en vergankelijkheid bij verlies of rouw.

    De noordelijke zijde van de kapel is voorzien van kleine glasramen waarop veel dierensymboliek te vinden is.

    Een drinkend hert staat voor snelheid, gratie en rennen naar het ware geluk. Het glasraam verwijst naar psalm 42 uit het Boek der Psalmen waarvan de eerste strofe luidt:´Zoals het hert dorst naar de waterbron, zo dorst mijn ziel, O God, naar U¡.



    De Pelikaan is met zijn drie jongen afgebeeld.Dit is een verwijzing naar het Heilig Bloed.De pelikaan doorboort zich de borst om met zijn bloed zijn jongen te voeden, als symbool van de Christusÿ zelfopoffering aan het kruis.



    Bij de symboliek van het Lam Gods wordt Jezus Christusvoorgesteld als het onschuldige lam, Hij heeft met zijn gewillige lijden en dood op het kruisverlossing bewerkstelligd. Dat wil zeggen dat hij met zijn dood, net als een offerdier, de zonden van de mensen heeft weggenomen, en daarmee de mensen heeft verzoend met God.



    De zuidelijke zijde van de kapel is merkwaardig.Op de vier grote glasramen worden vier van de belangrijkste figuren van de Kerk afgebeeld.Zij verschijnen alle vier op een virtuele wolk.


    - De heilige Augustinus (354-430) wordt voorgesteld als bisschop van Hippo (nu Annaba, stad in het NO van Algerije) met mijter en staf.In zijn rechter hand houdt hij een vlammend hart als symbool van de liefde tot God en de evennaaste.Hij is één van de vier grote westerse kerkvaders (samen met Ambrosius, Hiëronymus en Gregorius de Grote, Paus Gregorius I).



    - De heilige Bernardus van Clairvaux (1090-1153) was één van de belangrijkste (strenge) hervormers van het middeleeuwse kloosterleven bij de Cisterciënzers. We zien hem met boek en schrijfveer, kijkend naar de hemel, in het witte monnikspij van het Cisterciënzersklooster van Citeaux. Hij is o.a. de patroonheilige van de veehoeders, zijn beeld staat ook in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg. De boeren gingen vroeger hier op bedevaart en namen het stuk koord mee, waarmee ze de koe naar de stier hadden geleid opdat hij voor een gezond kalf zou zorgen. Hij wordt dan ook aangeroepen tegen ziekten van hoornvee.



    - De heilige Dominicus Guzman van Caleruega (1172-1221), stichter van de Dominicanen of Predikheren, zit met een boek in de rechter hand en een (groene) lelie in de linker. Boven zijn hoofd prijkt de klassieke gouden ster die zijn peettante tijdens zijn doop op zijn voorhoofd zou hebben gezien. Het woord Dominicus komt van het Latijnse Domini canes (honden van de Heer). Zijn moeder droomde voor zijn geboorte van een hond die met een brandende fakkel door het veld liep en het in brand stak, een voorspelling dat Domenicusÿ orde de wereld zou verlichten. In 1206 kreeg hij van de paus een missietaak in het zuiden van Frankrijk (Albi) waar hij samen met de Cisterciënzers de katharen ketters moest bestrijden. Ook het verder bestaan van de plaatselijke begijnenbeweging moest eronder lijden.


    - De heilige Benedictus van Nurcia (nu Norcia, een stad in het centrum van Italië) (480-547) is de stichter van de benedictijnen.Hij draagt een zwart habijt met kap en abtstaf.Zijn gezicht is bebaard.In zijn rechter hand draagt hij, zoals de twee vorige heiligen, een boek waarop soms de tekst ‘ora et laboraÿ (bid en werk) staat; hij verwijst naar de gestelde regel van Benedictus (540): 8 uur werken, 8 uur bidden en 8 uur slapen werd een voorbeeld voor alle kloosters in Europa.

    De kapel van het Blauwhof is al een aantal jaren een stapelruimte van gemeentelijke diensten geworden.De oorspronkelijke functie is verloren gegaan.Niet alleen verloedering dreigt; de nieuwe bestemming van het Blauwhof en de geplande werken waarbij een gedeelte van het gebouw alafgebroken is, doen twijfels rijzen rond de toekomst van de kapel die niet beschermd is.

    Mogen dit een oproep zijn voor de verantwoordelijken om dit enig gebouw in Art Deco te vrijwaren voor verdwijning.

    Jean-Pierre Van Binnebeek

    Foto's : Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bibliografie

    Sanctus, meer dan 500 heiligen kennen. Davidsfonds Leuven. 2004

    Grote Winkler Prins.-Elsevier 1973



    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze-Lieve-Vrouw-ten-Pui

    Onze-Lieve-Vrouw-ten-Pui in het daglicht.

    Op de hoek van de Kapelweg en aan de voet van de Kapelbergstraat staat de slotkapel van de baronnen van Neerijse. Binnenin, boven het altaar pronkt in normale toestanden Onze-Lieve-Vrouw-ten-Pui. Wat is haar legende ? Hoe zijn de baronnen d'Overschie in Neerijse aangekomen ? Wat was hun aandeel in de bouw van de kapel ? Deze vragen behandelen we in onderstaande tekst.



    O.-L.-V.-ten-Pui in de parochiekerk van Neerijse (eigen foto).

    De kapel heeft haar ontstaan te danken aan een wonderbaarlijke gebeurtenis. Een schaapherder van de hoeve Roodhof (die op de plaats stond van het huidige WZC Ter Meere) trof langs de weg in het struikgewas een houten lievevrouwbeeldje aan. Hij nam het mee en borg het thuis op in een kist. De volgende morgen was het beeldje echter verdwenen en de herder vond het opnieuw tussen de struiken. Dat herhaalde zich nog een paar keer. Tenslotte zette de herder het beeldje bij de vindplaats op een stenen verhoging, een pui. Daar komt de benaming van de kapel vandaan.

    De verering van Maria moet geplaatst worden in een algemene trend van de contrareformatie, een reactie op de reformatie, d.i. het opkomen van het protestantisme. Met de steun van de aartshertogen Albrecht en Isabella kreeg de Heilige Maagd een belangrijke aandacht. Overal werd ze vereerd, soms werden kerken of kapellen voor haar gebouwd, denk maar aan Jezus-Eik, aan de Zoete Waters en vooral Scherpenheuvel.

    Arthur Gottignies, de eigenaar van de hoeve Van Ophem en Corbeye (het huidige Lindenhof) liet in 1611 een eerste kapelletje bouwen waar nu geen sporen meer van zijn.

    Inmiddels was de familie d'Overschie in de streek aangekomen. Ze waren afkomstig van Delft in Holland en vergaarden een fortuin uit de inkomsten van een brouwerij. Zij waren katholiek en moesten na de vrede van Munster in 1648, die een einde maakte aan de godsdienstoorlogen, en onder het dreigend gevaar en de repressie van de protestanten hun land ontvluchten. Ze vestigden zich in het kasteel van Wisbecq te St.-Renelde bij Saintes in Henegouwen. In 1672 verwierf Michiel-Govert de titel van 'vrije baron van Overschie en van het Heilig Roomse rijk'. Zijn zoon, Charles-Joseph d'Overschie, huwde in 1722 met Maria Bouwens van der Boyen die eigenares was van een deel van de heerlijkheid Neerijse. Zeer snel breidden ze hun domein in Neerijse uit door het verwerven van het jachtpaviljoen 'Ter IJse' ook 'Ridderhof' genoemd, de daarbij horende watermolen en een bierbrouwerij.

    Ook de eerste kapel was al in hun bezit. In 1733 liet Charles-Joseph de huidige kapel bouwen. Op de voorgevel, onder het familiewapen verwijst een door de tijdserosie aangetaste Latijnse tekst naar het bouwjaar van de kapel : 1733 ; dit is het beste bewijs van de bouwdatum van de kapel. In de literatuur wordt de datum altijd verkeerd vermeld.

    Op 8 juni 1739 schonken ze het jachtpaviljoen aan hun oudste zoon Jean-Albert d'Overschie. In Brussel werd deze laatste kamerheer van Karel van Lorreinen. Hij liet het kasteel van Neerijse op de plaats van het jachtpaviljoen bouwen en betrok het met zijn broers en later met zijn echtgenote. Door zijn toedoen zou het dorp een drastische metamorfose ondergaan. Vanaf dan kreeg de kapel een aparte aandacht : hij maakte er de slotkapel van de familie van.



    Links : Charles-Joseph d'Overschie naast zijn echtgenote : zij lieten de kapel van O.-L.-V.-ten-Pui bouwen.

    Rechts : hun zoon, de jonge Jean-Albert d'Overschie : hij liet het huidig kasteel van Neerijse bouwen.

    (eigen foto, schilderij uit de collectie van G. de Coune)

    De kapel Onze-Lieve-Vrouw-ten-Pui vertoont duidelijk de overgang van barok naar classicistische stijl. De architectuur van het bedehuis is een mengeling van barokke herinneringen, zoals de klokvormige voorgevel, de vensters met segmentbogen en het klokkentorentje met peerspits, en van classicistische elementen, zoals het driehoekig fronton waarmee de voorgevel bekroond is. De kapel was in het wit gepleisterd zoals het bij een classicistisch gebouw hoorde. Twee verschillende stijlen vullen elkaar aan tot een harmonieus geheel. De fraaie portaalomlijsting die versierd is met een waaiervormig bovenlicht en die aanleunt bij de opkomende rococostijl nodigt de bezoeker uit om naar binnen te gaan ; hij zal er een wit gepleisterd interieur ontdekken met een overheersend altaar in Louis XVI-stijl onder een classicistische halfronde koorsluiting.


    Zo zag de kapel eruit in de tijd van de baronnen d’Overschie: wit gepleisterd en sober zoals het hoorde in de classicistische stijl (postkaart).

    De kapel bezit tevens één van de belangrijkste galerijen obiits of rouwborden van de streek (17). Het aanbrengen van rouwborden in kerken en kapellen vond in Europa ingang in de XVe eeuw. Men wilde aldus overledenen in eeuwige gedachtenis houden. Adellijke families hebben door de eeuwen heen de traditie bewaard. In Neerijse werden de rouwborden niet in de parochiekerk opgehangen maar in de kapel Onze-Lieve-Vrouw-ten-Pui omdat ze de slotkapel van de familie was. Hier vonden dan ook ter gelegenheid van het overlijden van een lid van de familie rouwceremoniën plaats. Zo staat vast dat baron Jean-Albert d'Overschie hier opgebaard werd.

    De kapel werd in de 19e eeuw voor andere doeleinden gebruikt. Zo werd op 17 juni 1838 de zondagsschool opgericht. Volwassenen konden er elke zondag na het lof in de kapel lessen volgen. Het programma bestond uit het essentiële van het lager onderwijs en een godsdienstonderricht. De zondagsschool bleef bestaan tot 1914.

    De prachtige Kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Pui is een beschermd monument sinds 14.9.2009 en wordt tijdens de meimaand opengesteld door de parochieverantwoordelijken. Door de corona-verplichtingen zijn er andere gebruiken in voege.

    Tekst en foto's : Jean-Pierre Van Binnebeek

    Referentiewerk : De getuigen van het verleden van Neerijse. Van Binnebeek & Hallet. H.K. Huldenberg 2005.



    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Casino

    ONDER DE KERKTOREN STAAT VOORLOPIG NOG DE CASINO



    Het café ´De Casino is een monument in het centrum van Huldenberg, meer nog, een begrip voor de lokale samenleving. Het staat al 250 jaar juist onder de kerktoren van de O.-L.-Vrouwekerk.

    Het staat nu vast dat het gebouw gesloopt wordt. Na het Hospice, de hoeve Van Bruystegem, de hoeve Stroobants, het pachthof Sneessens (Pijlijzer), het café van Jef Stoel en de Mariakring is het één van de laatste historische gebouwen die tot nu toe de plaats moet ruimen voor vaak een modern appartementsgebouw.

    Op het dorpsplein van Huldenberg stonden niet alleen historische gebouwen maar ook fraaie huizen die een eenvormige stijl vertoonden. Ze stamden uit dezelfde bouwperiode: op de zijgevel van de Casino lezen we het opschrift A(NN)O 1768, een jaar dat getuige is van een bloeiperiode in ons dorp ; de baronnen de Baudequin de Peuthy zwaaiden hier in die jaren de scepter; ze slaagden erin, na een lange periode van armoede en verwoestende godsdienstoorlogen de Huldenbergse verenigingen nieuw leven in te blazen. Bewijs hiervan is deze oude postkaart uit de periode van voor wereldoorlog I ; ze toont duidelijk dat alle huizen toen gebouwd waren in een eenvormige classicistische stijl. Jammer genoeg zijn ze haast allemaal verdwenen of verbouwd, de Casino wordt één van de laatste.



    Op deze postkaart van voor 1914 ziet men de fraaie uniformiteit van stijl van de huizen op het gemeenteplein. Het centrum van Huldenberg was tot dan gedurende 150 jaar een perfect classicistisch dorp gebleven.

    Classicisme is een stroming afkomstig uit Frankrijk die een terugkeer naar klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden nastreefde, als reactie op de dolle barok- en rococostijl. Dominant aanwezig zijn monumentaliteit, witte gebouwen met duidelijke contourlijnen en vooral symmetrie. Als men de Casino bekijkt, dan merken we dat ramen symmetrisch rond de ingangsdeur ingevoegd werden. De postkaart toont goed aan dat tussen 1768 en 1914 de huizen op het plein hun uniform classicistisch karakter gedurende 150 jaar bewaard hadden. De afbraak begon nadien.

    De Casino speelde in die periode een sleutelrol in de bevoorrading en de sociale contacten van het dorp. Het is voor ons moeilijk te bedenken dat de Casino een afspanning, een ´relais' was voor postkoetsen en diligences. Toen reden er nog geen auto's of motorvoertuigen. Het paard deed het zware werk. Daarom was er trouwens rechtover de kapel van de Heilige Familie aan de ingang van het dorp een pomp waar zowel voetgangers als dieren even konden uitrusten en hun dorst lessen. Vanaf de jaren 1920 stopte hier de autobus van Theo die tussen Overijse en Leuven pendelde. De Casino was het tref- en verzamelpunt van Huldenberg.

    Waarom het café ´De Casino' genoemd werd, blijft nog een raadsel. In Overijse had een herberg een gelijknamige naam. Het woord ´casino' komt uit het Italiaans ; het was oorspronkelijk in Italië een huis waar gezellige bijeenkomsten werden gehouden ; men kon er dansen, naar muziek luisteren, kletsen en een gokje wagen. Het woord is onzijdig, men zegt ´het casino' terwijl het café in Huldenberg ´de Casino' is. De betekenis heeft een evolutie gekend: ´casino¡ is ook het verkleinwoord van ´casa¡ (huis), dus huisje. Maar let goed op de uitspraak in het Italiaans : als je de klemtoon op de ´ i ´ plaatst, dus als je ´casino zegt, dan spreek je over een bordeel. Als je de klemtoon op de ´ o ´ legt, dus als je casino zegt, dan spreek je over een gokplaats. En in Huldenberg zeg je ´de casino ´ met de klemtoon op de ´a´.

    In ieder geval was de Casino voor wereldoorlog I een combinatie van drankgelegenheid, relais, herberg, feestzaal, winkel en misschien ook gokplaats.

    De winkel hebben nog veel Huldenbergenaars gekend ; hij is tot 1969 blijven bestaan. Iedereen wist dat je ´Bij Gilam¡ (een bijnaam voor Guillaume of Guglielmus), een klein winkeltje, veel kon kopen. De ingang van de winkel bestaat nog altijd, aan de zijkant van de Casino, onderaan de trap die naar de kerk leidt.





    Popp-kaart (midden 19e eeuw) Situatieschets van de Casino.


    Postkaart uit de jaren 1947-48. Naast de Casino : een schuur en varkenstallen. De huisjes links zijn afgebroken toen men de weg (toen de Langestraat) rechttrok. Op de muur een opschrift voor de terugkeer van koning Leopold III tijdens de koningskwestie.

    Om het café te betreden heb je enkele treden die toegang geven tot een grote plaats, met een toog waar achteraan gewonnen bekers blinken. In de open ruimte staan tafels en stoelen, tegen de muur banken met tafeltjes. De indeling heeft zijn oorspronkelijk karakter bewaard. Nog altijd mooi is de oorspronkelijke vloer met tegeltjesmotief.

    In de garage ernaast hangt aan het plafond het souffleurshokje, de ´buisschouw¡, dat uitgeeft op de historische zaal van de eerste verdieping, boven het café. Konden de muren hier spreken, dan zouden we geschiedenisboeken kunnen schrijven want deze ruimte was wat men nu pleegt te noemen een ´polyvalente zaal¡. Hier vonden in het verleden allerlei activiteiten plaats : feesten, toneelopvoeringen, repetities, soupers, vergaderingen van verenigingen, hier leefde Huldenberg. Wellicht werd deze zaal reeds gebruikt voor de feestelijkheden van de handboogschuttersgilde die baron de Baudequin de Peuthy als beschermheer had. De Koninklijke muziekmaatschappij ´De ware vrienden heeft er zijn locatie ; hier werd in 1869 het huidige Koninklijke Sint-Ceciliakoor opgericht. En de zaal werd ook de trekpleister voor talrijke andere verenigingen : de Casino Boys, de toneelkring BisArt, de voetbalclub Huldenberg, de vissersclub en zelfs de Spaarkas ´De Vooruitziende Spaarders.

    Maar één mysterie heeft de Casino nog niet prijsgegeven. Onder het café, in een overwelfde kelder, zou er ooit een tunnel uit lang vervlogen tijden vertrokken zijn. Sommigen zeggen naar het kasteel, anderen beweren naar de kerk. Misschien zal met de sloopwerken het geheim van de Casino onthuld worden !

    Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bronnen

    Internet – Café Casino bij Herman.

    Met de hulp van en dank aan Herman Vanderveken, Christiane Vanderveken, Paula Ackermans, Léon Kumps en Jef Dekeyser.


    Christiane en Herman wensen via deze weg iedereen te bedanken die in de loop der jaren bijgedragen heeft tot het succes van de Casino.

    "Vrienden, familieleden en trouwe klanten, we zullen jullie nooit vergeten voor de mooie jaren en de toffe momenten die we samen meegemaakt hebben in ons historische café. Van harte dank voor alles wat u voor ons gedaan hebt."



    >> Reageer (0)
    31-01-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De twee torens van de kerk van Neerijse
    De twee torens van de kerk van Neerijse 
    .
    Waarom heeft de Sint-Pieter en -Pauwelkerk van Neerijse twee torens in het midden van de kerk ? Het oude geheim wordt nu onthuld. Over de oorsprong van de twee torens worden vele verhalen verzonnen. U kent ze wellicht, zij behoren alle tot het rijk der fabelen !


    De twee torens van de kerk van Neerijse (eigen foto)

    - Zo zouden twee edele dames de bouw van de kerk gefinancierd en elk een toren gewenst hebben. Dit kan niet want de torens gaan terug tot ongeveer het jaar 1200, een periode waar in Neerijse geen kasteel en dus geen adellijke familie leefde! Men had het woud gerooid om er de kerk en een abdij te bouwen. 

    - Zo zou men voor ieder patroonheilige een toren gebouwd hebben.  Nee, want er zijn andere kerken die gewijd zijn aan Sint-Pieter en Sint-Paulus en die maar één toren hebben !

    - Zo zou de kerk zowel Neerijse en Huldenberg moeten bedienen. Nee, want er stond al In Huldenberg een romaanse kerk voor het jaar 1000 op de plaats waar nu de gotische staat, dat was dus niet nodig !

    - Zo zouden Niet-Neerijsenaars beweerd hebben dat één toren niet genoeg was om alle uilen erin  te huisvesten.  Dit is vanzelfsprekend een flauwe grap.

    Wel, deze uitleg heb ik al vaak gehoord maar de juiste reden voor de bouw van 2 torens nog nooit.  Het wordt dus tijd om orde op zaken te stellen en de echte oorzaak van de bouw van twee torens te onthullen. De bouw van twee torens aan deze kerk moet in een historisch kader geplaatst worden. 

    In de vroege middeleeuwen waren er in Frankrijk grote abdijen die hun praal en pracht wilden uitstallen.  Nemen we als voorbeeld de benedictijnenabdij van Cluny die het middelpunt was van belangrijke hervormingsbewegingen. De kerk van dit klooster bezat 7 torens.


    Maquette van de vroegere abdij van Cluny met haar 7 torens. (foto internet)

    De Kathedraal van Doornik heeft nog altijd 5 torens. Geen enkele Belgische kerk heeft er meer.  Waarom zoveel ? Dit grote bedehuis was gedurende eeuwen het belangrijkste religieus centrum van Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Henegouwen.  Het was ook de eerste kathedraal op Belgische bodem.

    Toen de Collegiale St-Michiel en St-Goedele van Brussel bijna af was,  dit was rond 1475, besliste men twee torens aan de westkant en een kleine boven de kruising te plaatsen, eigenlijk een nabootsing van Notre Dame de Paris.

    En later in de tijd werd de basiliek van Koekelberg gebouwd met twee torens, de grootste kerk van het land,  een prestigeproject van Leopold II waarvan de plannen na zijn dood in art deco hertekend werden.

    Dit zijn maar enkele kerken die twee of meer torens hebben : al deze bedehuizen moesten pracht, prestige en macht uitstralen.  Het waren belangrijke religieuze gebouwen in de ogen van hun bouwers.

    En Neerijse zal u zeggen ?

    Dichtbij de huidige Belgische grens, niet ver van Amiens, stond de invloedrijke benedictijnenabdij van Corbie die zeer lang een kerk met drie torens had. Corbie was op dat ogenblik oppermachtig.  Zij was het centrum van zowel het religieuze als het profane leven. In 1323 werd zelfs in haar prachtig binnenhof een kruistocht gepredikt.

    Het klooster onderhield voortdurend innige contacten met het Karolingische koningshuis (de familie van Karel de Grote) waarvan sommige leden zelfs abt werden. Zij schonken al hun goederen aan de abdij en die waren omvangrijk vooral gronden. 

    Zodoende kreeg de abdij uitgestrekte gebieden in het huidige Brabant en Limburg.  In Neerijse had ze de belangrijkste vestiging in onze streek.  Na het rooien van een groot stuk woud bouwden ze er een prestigieuze kerk, natuurlijk met twee torens, volgens het cachet dat de orde van Corbie vereiste. Daarnaast hadden ze het pachthof van Ophem en Corbeye, dat in de 20ste eeuw de naam Lindenhof kreeg en wellicht ook andere gebouwen die ondertussen verdwenen zijn.


    Afbeelding van de gevel van de eerste abdijkerk van Corbie uit de 7e en 8e eeuw.  (bron internet)


    Afbeelding van de doorsnede van de eerste abdijkerk van Corbie uit de 7e en 8e eeuw. (bron internet)

     Een kerk die meer dan één toren heeft, is een kerk die toen ze gebouwd werd een belangrijk religieus centrum was. En dat was het geval voor Neerijse. De kerk kreeg een dubbele toren zoals die van de moederabdij. Het merkwaardig document hierboven uit de 7e en 8e eeuw toont de gelijkenis van de eerste abdijkerk van Corbie (uit de 7e  eeuw) met die van Neerijse (uit de 12e eeuw). De torens van deze kerk waren 30 m hoog.


    Afbeelding van de eerste romaanse kerk van Neerijse uit de 12e eeuw. (uit parochiaal archief )

     De eerste kerk van Neerijse die rond 1200 gebouwd werd, werd in haar geschiedenis op twee momenten verwoest maar telkens in de oorspronkelijke stijl herbouwd en de torens bleven bestaan.

    Tot er in de jaren 1860 een nieuwe pastoor kwam, eerwaarde heer Petrus Schmitz, die een baksteen in de maag had omdat hij afkomstig was van een Antwerpse aannemersfamilie en de romaanse kerk wilde afbreken om er een neogotische te laten bouwen. De twee torens moesten daarbij sneuvelen.  Gelukkig maar dat baron August-Jozef d Overschie (die 44 jaar burgemeester van Neerijse geweest is) er een stokje voor stak en de twee torens redde.  Nu kon een gotische kerk tussen de twee torens  ook moeilijk ; de zes meter afstand tussen de twee torens waren onvoldoende om een kruisribgewelf te plaatsen. De pastoor moest van zijn opzet afzien en er werden dan nieuwe plannen gemaakt waarin slechts sprake was van een "vergroting"; er werd gekozen voor een neoromaanse kerk met rondbogen en behoud van de twee torens.

    In Corbie vormden de twee torens de westgevel van de kerk. In Neerijse staan ze in het midden van de kerk.  Waarom is dat zo ?

    In de middeleeuwen liep de grens van het prinsbisdom Luik met het hertogdom Brabant dwars door Sint-Agatha-Rode : de rivier de Laan vormde de grens.  Aan de ene kant werden kerken gebouwd volgens de maasromaanse stijl : dit is makkelijk te herkennen omdat de toren tegen de westgevel staat. Zo behoren de St-Agathakerk in Sint-Agatha-Rode, de Sint-Pieterskerk en de Sint-Veronakapel  in Bertem tot deze stijl.  Aan de overkant van de Laan werd de schelderomaanse stijl toegepast : bij deze kerken staat(n) de toren(s) in het midden. Zo behoren de kerk van Neerijse en die van Huldenberg tot deze stijl. De romaanse kerk van Huldenberg werd in 1251 omgebouwd tot een gotische kerk maar er bestaan nog sporen van de eerste kerk die van voor het jaar 1000 dateerde. De nieuwe gotische toren werd bovenop de vroegere romaanse toren gebouwd, in het midden van de kerk.


    Jean-Pierre Van Binnebeek


    >> Reageer (0)
    07-12-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maskers in de OLV-kerk
    De maskers in de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg. 

    Beknopte historiek van de kerk. 

    U zal ze wellicht opgemerkt hebben, de maskers in het koor van de O.-L.-Vrouwekerk van Huldenberg. Ze zijn merkwaardig. Wanneer werden ze aangebracht ? Door wie ? Waarom ? Op deze vragen geven we u een antwoord. 

    Rond het jaar 1000 stond er op de Heullenberg reeds een romaanse kerk. Heulle (helling) was ook de naam van het plein dat ontstaan was op de kruising van twee wegen, waaruit tevens de naam van de gemeente is ontstaan. De initiatiefnemers hadden deze plek uitgekozen omdat ze uit alle richtingen zichtbaar was. Dit bedehuis had reeds de grootte van het koor en de hoofdbeuk van de bestaande gotische kerk. Een trap die beneden naast de huidige Casino vertrok leidde tot het zuidportaal. 

    In 1251 werd onder impuls van de heren van Huldenberg beslist een nieuwe, modernere, kerk op de grondvesten van de bestaande romaanse kerk te bouwen. Bepaalde bestanddelen van de romaanse architectuur werden behouden, bijvoorbeeld de paradijspoort aan de noordzijde van het koor die nog altijd zichtbaar is. Deze stenen zijn 1000 jaar oud en de oudste van de gemeente.

    Het moest een revolutionair bouwwerk worden die de recente bouwstroming moest volgen, nl. de gotiek. In Brussel was men reeds begonnen (1226) met de bouw van de collegiale St.-Michiel en St.-Goedele onder impuls van de hertogen van Brabant. Dit reusachtig prestigewerk werd in 7 fasen over een periode van 300 jaar rechtgezet. Rond 1250 werden de werken tijdelijk gestopt, wellicht om financiële redenen. De arbeiders, vooral steenkappers, vielen zonder werk. Zij kregen de kans om hier in Huldenberg aan het werk te kunnen. Gedurende enkele jaren bouwden ze het gotisch koorgedeelte van onze kerk dat zodoende het tweede oudste in gebruik zijnde gotische gebouw is van midden België. Deze steenhouwers hadden bepaalde vrijheden en mochten iets persoonlijks achterlaten. Zij plaatsten maskers en andere beelden die de kruisribben van het gewelf ondersteunden. Gelijkaardige maskers zijn ook te vinden in de huidige Kathedraal St.-Michiel en St.-Goedele in Brussel.

    Maskers in het koor


    Masker in de kathedraal St-Michiel en St-Goedele, Brussel.

       Masker in de OLV-kerk, Huldenberg

    Masker in de OLV-kerk te Huldenberg                                

    Deze merkwaardige maskers bevinden zich in het koor.  Waarom werden ze daar aangebracht ?  De verschrikkelijke gelaatsuitdrukkingen van sommigen doen denken aan iets vreselijks.  In die periode wilden de kerkinstanties de gelovigen behoeden voor de afschrikwekkende heltoestanden .  Gelovigen deden er goed aan, een voorbeeldig leven te leiden en zorgvuldig hier tijdens hun aardse verblijf het hiernamaals voor te bereiden.  De steenhouwers die soms ook kunstenaars waren genoten ruime vrijheden en konden hun signatuur achterlaten. Zij lieten wel hun waar gelaat niet zien. 

    Er zijn ook andere beeldhouwwerken te zien die geen maskers zijn, zij zijn neutraler.  Het koor van de kerk biedt op een kleine oppervlakte een uniek ensemble fraaie beelden.    






                                                                                                                                                                                            Maskers in de kruising van de kerk.

    Er zijn ook kleinere, minder schrikwekkende maskers in de kerk te vinden.  Je moet wel eventjes zoeken.  Ze bevinden zich in de kruising van de kerk (dat is de plaats waar koor, hoofdbeuk en dwarsbeuk zich kruisen), ergens tussen een pijler en de kerkmuur of tegen een kolom of in een hoekje verborgen.

    Ook in Brussel, in de kathedraal vind je gelijkaardige hoofdbeelden.  Daar versieren zij de muren van het koor en ondersteunen ook kleinere kolommen. Je moet het weten want ze vallen in dit groot bouwwerk niet zo op.


    Hoofdbeelden in het koor van de kathedraal, Brussel

    Hoofdbeeld in de kruising van de OLV-kerk, Huldenberg

    hoofdbeeld in de kruising van de OLV-kerk, Huldenberg

    Hoofdbeeld in de kruising van de OLV-kerk, Huldenberg

    Hoofdbeeld in de kruising van de OLV-kerk, Huldenberg

                                                                                                                                                                                                                                       Tot slot

    De aanwezigheid van gelijkvormige maskers en andere afbeeldingen zowel in Brussel als in Huldenberg getuigt van een gelijktijdige bouwstroom door dezelfde steenhouwers en/of hun kinderen.  De heren van Huldenberg waren weliswaar de vazallen van de hertogen van Brabant.  Zij leefden in een gebonden afhankelijkheid ; maar aan hen bewezen de hertogen ook als tegenprestatie bepaalde diensten zoals de bouw van een gotisch bedehuis in Huldenberg ; daaraan hebben we nog altijd onze mooie kerk te danken.

     

    Jean-Pierre Van Binnebeek

    Foto’s

    Huldenberg : J-P Van Binnebeek

    Brussel : Michel Govaerts



    >> Reageer (0)
    12-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zonnewijzer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het winteruur heeft zijn intrede gedaan.  Onze uurwerken moeten één uur achteruitgezet worden... maar de zonnewijzer blijft zijn uur behouden.
    Alles over de zonnewijzer van Huldenberg.

    (Als u de foto wil vergroten, klik erop)

    Op de gevel van de dwarsbeuk van de O.-L.-Vrouwekerk werd een zonnewijzer aangebracht die de aandacht trekt van menige voorbijganger.
     

     

    We merken dat deze zonnewijzer niet het officiële uur aangeeft.

    Waarom is dat zo ?

     

    Wat schuilt er achter de spreuk ?

     

    Het gaat hier om een verticale zonnewijzer waarvan de ‘stijl’ (dat is de staaf die de schaduw op de zonnewijzer werpt) schuin over het verticale vlak hangt.  Het uurlijnenpatroon is links en rechts van de 12-uurlijn symmetrisch.  Het gaat van 8 uur tot 4 uur ’s namiddags.  Dit betekent dat de zonnewijzer perfect naar het zuiden gericht is.

     

    Waarom geeft de zonnewijzer niet het officiële uur aan ?

     

    Zonnewijzers geven meestal de ware plaatselijke tijd of de zonnetijd aan, dus niet de officiële tijd. In Vlaanderen loopt de officiële tijd voor op de zonnetijd.  Wat zijn hiervan de oorzaken ?



    1.Onze officiële tijd is afgestemd op de zonnetijd van de 15e oostelijke lengtegraad. Per lengtegraad meer naar het westen loopt de officiële tijd 4 minuten   meer voor op de zonnetijd ter plaatse.

          
    2.Doordat de aardas schuin staat en doordat de aarde in een elliptische baan rond de zon draait, is er een correctie nodig; dit heet de tijdsvereffening. Zij varieert van dag tot dag, in de lente en de zomer tussen +6 en -6 minuten, in de herfst en de winter tussen +14 en -16 minuten.


    3.Met de zomertijd komen daar nog 60 minuten bij.

     

    Bekijken we de foto:

    Het is 7 juli en 14.03 uur.  Huldenberg ligt op 4,5° oosterlengte. 

    Ons uurwerk loopt op de volgende wijze voor:

    Oorzaak 1 :   4 minuten maal 10,5 (15 -  4,5) = 42 minuten

    Oorzaak 2 :  6 minuten

    Oorzaak 3 : 60 minuten

    Totaal =  de officiële tijd loopt 108 minuten (1u48) voor op de ware plaatselijke tijd zoals die op een zonnewijzer is af te lezen.

    Op de foto leest men op het uurwerk van de kerk 14 u 03.  Op de zonnewijzer is het 12 u 15.

     

    Wat is de zonnewijzerspreuk ?

     

    We lezen onderaan de zonnewijzer de zonnewijzerspreuk.


    DE TIJD HELAAS ZIET VERGAET ALS DIT TEECKEN VROEGH EN LAET

    D

     

    De tekst herinnert de voorbijganger aan de vergankelijkheid van het aardse leven.   Zulke boodschappen waren vaak in trek in de 18e eeuw;  zodoende krijgt de voorbijganger de boodschap mee die hem of haar doet nadenken over het gebruik van de tijd, het leven en de dood.  De spreuk op de zonnewijzer van Huldenberg kan dus als een klassiek voorbeeld beschouwd worden.

     

    In de chronogram (dat is de tekst waarin letters anders gedrukt zijn, als Romeins cijfer beschouwd worden) zit het jaartal van de bouw van de zonnewijzer verscholen.

     

    Hoe leest men het jaartal van de bouw van de zonnewijzer ?

     

    We halen de rode letters uit de tekst.  Het zijn Romeinse cijfers.

     

    D I J D L I V L D I C V L

     

    D = 500

    C = 100

    L =  50

    V = 5

    I  =  1

    J = 1

     

    We plaatsen ze in de onderstaande volgorde:

     

    D D D C L  L L V V J I I I

     

    DDD    = 1500

    C         = 100

    LLL     = 150

    V V     =  10

    J I I I    =  4

     

    Totaal = 1764

     

    De zonnewijzer van de O.-L.-Vrouwekerk is in 1764 aangebracht.  Hij is een prachtwerk en kan duidelijk als referentie dienen voor de tientallen zonnewijzers die in ons land op kerken voorkomen.

     

    Bronnen : Wikipedia

    Tekst: Jean-Pierre Van Binnebeek

     


    >> Reageer (1)
    28-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mennekensbrug
    Mènnekensbrug.  

    Wat is de origine van deze idyllische plaats ? De wandelaar komt er voorbij zonder zich rekenschap te geven dat er een fabelachtig verhaal aan verbonden is. 

    Het veld was eigendom van de familie Mennekens, meer bepaald Aleijdt Mennekens die getrouwd was Jan de Bleser uit Loonbeek. 

    Het woord ‘brug’ heeft niets te maken met een bouwconstructie. Wij wonen in een grensstreek waar verschillende talen door mekaar gebruikt werden. Eén van die woorden was in de Gallische taal – die door Asterix gesproken werd -‘bruco’ afkomstig van het Latijn ‘brucus’. In het Frans hebben ze het woord, weliswaar in een afgeleide vorm, bewaard: bruyère. En dat is ‘heide’. Mennekensbrug betekent dus ‘het heideveld van de familie Mennekens’. 

    Sinds de Middeleeuwen is dit landschap wellicht weinig veranderd. En deze plaats is tevens nauw verbonden met de legende van de kabouters. Deze buitenaardse wezens waren zeer behulpzaam en gingen ’s nachts in hoeve Ten Bosch (de huidige boerderij Peeters naast Ganspoel) de huishoudelijke taken verrichten. Als het personeel ’s morgens opstond was al het werk gedaan. Menig Huldenbergenaar hoor ik soms bij het opstaan zeggen als zijn of haar keuken onderste boven ligt na een avondfeest “zouden de kabouters er niet geweest zijn”? Er moet dus toch wel iets blijven hangen zijn in Huldenberg ! 

    Voor wie Mennekensbrug niet situeert : u neemt de weg van Ganspoel, na 800 m in de vallei ligt Mènnekensbrug.

    Bron. J. Vanhoren. Kabouters op het hof ten bos. 

    Tekst: Jean-Pierre Van Binnebeek

    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wolfshaegen
    De hoeves van Wolfshaegen. Waarvan komt de benaming Celongaet? 

    Bij het verlaten van Sint-Agatha-Rode smelten de valleien van de Dijle en die van Laan samen. Het weidelandschap wisselt af met bossen. Als we eventjes terugblikken, zien we het dorp nog een laatste keer prijken op de kam van het heuveltje. De landelijke hoekstraat leidt ons tot een uitgestrekte vlakte waar de landbouw eeuwenlang hoogtij gevierd heeft. Getuige hiervan zijn de drie vierkantige hoeves die mooi op een lijn deel uitmaken van het heuvelachtig landschap. 

    Hinnemeure, Withof, Monmax, het zijn namen uit een sprookje gegrepen en het sprookje is zeer oud. Toen men in de Middeleeuwen de plek uitkoos wist men dat de hoeves uitstekend zouden liggen. Een areaal dat alle onderdelen van de landbouwexploitatie combineert : in de laagvlakte, dichtbij de rivier, uitgestrekt weiland waar het vee aan zijn trekken kon komen; naar de heuvels toe, de teelten van graangewassen die een rijkere ondergrond vergen. 

    Het 'insolite' aspect van deze plek ligt hem in de benamingen. Monmax was de kleinste hoeve. De naam komt van de twee pachters : Maximiliaan, de grootvader, en Edmond Van Pee, de vader. Hinnemeure is de eerste hoeve als men van Sint-Joris-Weert komt. De hoeve is goed gearchiveerd. Het is nog een actieve boerderij en appelfabriek. En we eindigen met de grootste hoeve, het withof dat sinds de recente mooie restauratie Celongaet geheten wordt. De historiek van het gebouw is quasi onbekend door gebrek aan archiefmateriaal. Het elitair karakter van de toenmalige eigenaar komt tot uiting in het torentje boven de ingang dat een duiventil herbergde. Dit bezit druiste weliswaar in tegen de economische exploitatie van het complex want duiven waren niet zo geliefd bij de boeren. De authentieke nu gerestaureerde binnenkoer laat ons een 18e-eeuws woonhuis met Spaanse baksteen bewonderen. Maar wat het meest tot verbazing wekt is het gotisch gebinte van de grote hooischuur: een technisch hoogstandje dat voortvloeit uit lang vervlogen tijden waar kathedralen de horizon van onze landschappen versierden.

    Op de de Ferraris kaart lezen we Ce Celongaet.  'Ce' staat voor 'cense', een Waals woord voor pachthof.  Vandaag nog wordt het woord 'cinsie'(< censier = pachter) in de dagelijkse taal in Wallonië gebruikt.

    Als dit op de kaart staat, dan betekent dat de Oostenrijkers van de Ferraris zich hebben laten bijstaan door Franstaligen om deze kaart op te maken.  Wellicht begrepen deze het woord Celongaet niet.

    Gaet' is een Germaans woord dat in het modern Nederlands verdwenen is maar toch nog voorkomt in toponiemen of straatnamen.  Vleurgat, in Ukkel bv. waarbij gat verwijst naar doorgang of steeg en vleug naar een vogelkooi of duiventil. In Jezus Eik hebben we de Vuurgatstraat, een middeleeuwse weg van Hoeilaart naar Fura, de Latijnse naam voor Tervuren .  Iedereen heeft ook wel eens het vliegtuig genomen en op de luchthaven het Engelse woord 'gate' gehoord, dat betekent 'toegang' (tot de vliegtuigen). Dat is de betekenis van 'gaet' in Celongaet.

    Celon (celen) verwijst wellicht naar de Cellenbroeders die eerst in de Brusselsestraat in Leuven verbleven en daarna verhuisden naar een locatie buiten de stadsmuren  gelegen bij Gasthuisberg. Hun pachthof zou gelegen zijn in Wolfshaegen.

    Wellicht stond hier in 1775 een plaatje (zoals er nu ook één staat) dat een richtingaanwijzer was : Celongaet betekende dus 'toegang of ingang naar de hoeve van de  cellenbroeders'.  En de Franstalige kaartenmakers van de Ferraris zullen gedacht hebben dat dit de naam van de hoeve was. Bij de laatste restauratie heeft men de naam zonder nadenken overgenomen terwijl die nooit de naam van het pachthof zou geweest zijn.

    Withof zou dus hier beter op zijn plaats zijn, een beetje in de verlenging van Blauwhof in Loonbeek, en Roodhof in Neerijse, hoewel het ‘rood’ van het toponiem niet verwijst naar de kleur maar afgeleid is van ‘rooien’ en dateert uit de tijd dat onze streken bedekt waren door de 'Carbonaria Sylva', het kolenwoud.

    Jean-Pierre Van Binnebeek



    >> Reageer (0)
    27-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langs de IJse: de herfst
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Voor onze herfstwandeling wandelen we van Klein Waver tot aan de Wijsbrug. Het mooiste stuk IJse in Huldenberg. Het is het deel dat niet rechtgetrokken is en waar de rivier rustig kan meanderen.

    Foto: Vlier
    (bron Internet)

    U kan zelfs de waterloop helemaal volgen, want  daar waar de  IJse wegdraait van de weg, is gemaaid en kan men dus  langs het water lopen. Dit geeft een rustig gevoel en een heel ander beeld van onze IJse. Bij ons vertrek aan de brug van Klein-Waver valt het paars van de reuzenbalsemien op. Hier en daar pronken nog de gele knopjes van het boerenwormkruid. De berenklauw staat in zaad. Bekijk je zo een zaadje eens van dichterbij dan zie je dat het gemerkt is met bruine strepen. Net een berenklauw. Vandaar de naam.


    De witte bloem van de haagwinde schittert in de zon. De stengel van deze bloem heeft zich rond de bramen gerankt. Tussen de vele brandnetels zie je hier en daar de kleine witte bloempjes van de hennepnetel.


    Langsheen de wandelweg vind je de reuzenpaardenstaart. Dit is een van de weinige plaatsen waar deze voorhistorische plant nog aanwezig is.

    Plots wordt onze neus geprikkeld door een tabaksachtige geur. Het zijn de bladeren van het grote hoefblad. Weliswaar vol gaten. De slakken hebben hun buikje rondgegeten.

    Hier en daar staat de moesdistel te pronken met zijn zaadpluizen. Langs de wandelweg vind je de esdoorn. Elk blad lijkt bespat met zwarte inktvlekken. Inderdaad! De boom is aangetast door de inktvlekkenzwam. De paardekastanje is reeds helemaal roestbruin. Dit is een gevolg van de aantasting door de minneervlieg. Waar we vorig seizoen de heerlijke geur van de moerasspirea opsnoven, vinden we nu bij de plant de gedraaide zaadjes. Tussen het gras bloeit hier en daar nog een vergeet-mij-nietje. In een draai staan een paar dode bomen. Die zullen er nog lang staan. Een liggende boom verrot vlugger dan een staande. Hij heeft meer contact met het vocht en de duizend kevers, mossen en paddestoelen of zwammen. Op een rechtstaande vind je meestal de tondelzwam en langzaam maar zeker zal die zijn werk van afbraak doen. Tussen de bramen schitteren de helrode bessen (giftig) van de gevlekte aronskelk.


    Wanneer we bijna aan de Wijsbrug zijn staan er links op korte afstand van elkaar twee kardinaalsmutsjes. Binnenkort zijn de bessen scharlakenrood en pronken ze als een kardinaalsmuts aan de struik. Onderweg zagen we nog andere rode bessen: de giftige bessen van de Gelderse roos. Zelfs de vogels eten ze niet.


    Terugkeren doen we langs de IJseweg. Aan onze linkerzijde ontdekken we een glashelder beekje. Het wordt gevoed door tal van kleine beekjes die hun bron hebben onder aan de heuvel. Het water kan daar niet meer verder doordringen want het stoot op de harde laag van het Brabants plateau. Als kwelbronnen en –beken komt het naar de oppervlakte. Glashelder en steeds met dezelfde temperatuur. Een goede raad: loop er niet in. Je voetstappen blijven er lang gemerkt. Het is er zeer moerassig. Ook dit gebied is een unicum. Bronbeken en bronbossen zijn er zeer weinig. Wij hebben er hier en in het kasteelpark. Laat ons ze bewaren!

    Hier vinden we de mannetjes- en wijfjesvaren? In het beekje groeit bitter waterkers. Ook de vlier met zijn zwarte bessen is in zijn nopjes. In de bronbossen groeien de elzen. Met hun  bruine propjes van vorig jaar, de groene van dit jaar en de reeds aanwezig zijnde  katjes  van volgend jaar lijken ze wel een kalender. Ook bij de hazelaar zijn de nootjes van dit jaar en de katjes van volgend jaar te vinden.


    Op een  stuk dor hout kruipen langzaam twee wijngaardslakken. Deze beschermde dieren nemen hun tijd om er te geraken.

    Voor het winterseizoen wandelen we van de Wijsbrug naar de molen van Loonbeek.

     

    Norbert Mosselmans


    >> Reageer (0)
    10-06-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.O.-L.-Vrouw van den Elzas


    O.-L.-Vrouw van den Elzas met het kindje Jezus

    Kapelletje van het schoolgebouw in de Elzasstraat.




    Het gebouw dat dateert uit de eerste decennia van de 20ste eeuw werd maandag 18 mei 2015 gesloopt. 

    De Zusters Annonciaden kwamen in het centrum van Huldenberg in 1912 aan.  Het onderwijs werd in het huidig gemeentehuis en in het 'hospis' gegeven.  Daarna breidden ze hun activiteiten uit en betrokken ze de gebouwen in de Elzasstraat.  De schoollokalen achteraan dateren van 1952.

    Het beeldje dat we hier noemen 'O.-L.-Vrouw van den Elzas met kindje Jezus' dateert van het begin van de 20ste eeuw.  

     

    Het gebouw werd in een paar uur met de grond gelijk gemaakt .... maar het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw met het kindje Jezus hebben we op de valreep kunnen redden !!!

     

     

    Het beeld is dat van "OLV van de Overwinning" of "Notre Dame des Victoires" in het Frans (let o.a. op de wereldbol waarop het kindje Jezus staat).  Dit beeld was begin vorige eeuw zeer populair en stond in menig Vlaamse huiskamer onder een stolp.

    Een bedevaartplaats van "Notre Dame des Victoires" is de gelijknamige basiliek in Parijs, aan de Place des Petits-Pères in het Tweede arrondissement. 

    http://www.notredamedesvictoires.com/

    http://www.notredamedesvictoires.com/pourquoi-ce-titre/

    In 1629 vroegen de paters Augustijnen aan koning Lodewijk XIII financiële steun voor de bouw van hun klooster en kapel op deze plaats.  De koning wou dit financiëren op voorwaarde dat de kapel "Notre Dame des Victoires" zou noemen als dank aan Maria voor zijn overwinning op de Protestanten in La Rochelle in 1628.  Zo gebeurde en in 1629 legde hij de eerste steen van de kapel.

    Waarschijnlijk had koning Lodewijk XIII het feest van "OLV van de Rozenkrans" (jaarlijks gevierd op 7 oktober) in het achterhoofd.  Dit feest werd ingesteld door de heilige paus Pius V in 1571. Deze paus had de christelijke overwinning van de Slag bij Lepanto (7 oktober 1571) toegeschreven aan het bidden van de rozenkrans. 

    Sommige bronnen vermelden dat paus Pius V dit feest op 7.10.1571 instelde als het feest van "OLV van de Overwinning".  Het was zijn opvolger paus Gregorius XIII die in 1573 de naam veranderde in het feest van "OLV van de Rozenkrans".

    Dit rozenkransgebed werd gepropageerd door de orde der Dominicanen, waartoe Pius V zelf ook toe behoorde. Volgens een legende was de Rozenkrans een geschenk van de Heilige Maagd Maria aan Sint Dominicus (1170-1221), stichter van de dominicanen. Maria zou de rozenkrans hebben gegeven als wapen in zijn strijd tegen de Albigenzen. 

    Maria die de rozenkrans schenkt aan Sint Dominicus wordt in onze kerk afgebeeld op het processievaandel van de vroegere Broederschap van de Heilige Rozenkrans.

     

    Tekst: Rudy Sterckx en Jean-Pierre Van Binnebeek

    foto's: Norbert Mosselmans en Jean-Pierre Van Binnebeek

    Bronnen: http://www.notredamedesvictoires.com/   www.rkk.nl



    >> Reageer (0)
    08-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De jonkvrouw en de kikkers

    De jonkvrouw en de kikkers.

    Een legende uit Neerijse.



    Er was eens een edele jonker, die het schilderachtige Neerijse had uitverkozen om er zijn sprookjeskasteel neer te zetten voor zijn beeldschone jonkvrouwe, eveneens van adellijke bloede, Anna.

                                    

    Hun  liefdesnest was voorzien van een wagenhuis en paardenstallen, met daarnaast ook een Brabantse vierkantshoeve, bewoond door een pachtersfamilie, om in hun levensbehoeften te voorzien.  Zij woonden temidden van een aangelegd park en hun enige buren waren herten, vogels en kikkers.  En daar leefden ze op hun roze wolk, hoe kon het ook anders, ze waren smoorverliefd.


    Op een herfstdag wandelde Anna door de Doode Bemde, een plaats die haar voorkeur genoot omdat de natuur er op haar mooiste was.  In de verte hoorde zij een gebrul.  Het leek meer op het geluid van een gewond dier dan op dat van een wolf of een wilde hond.   


    Geleid door haar nieuwsgierigheid liep Anna in de richting van het aanhoudend geschreeuw en dat leidde haar naar één van de talrijke vijvers van de Doode Bemde.  Achter het struikgewas ontdekte ze een hond, die alle moeite van de wereld had om zijn kop boven water te houden, omdat hij vast zat in een klem.  ‘Wie weet hoelang dit dier hier al vastzit’, bedacht ze zich, en snel nam ze een stevige tak en liet zich in de vijver zakken.  Het koste haar al haar energie, maar uiteindelijk slaagde ze erin de hond te bevrijden en hem, en haarzelf, op het droge te heisen.  Het beest leek helemaal uitgeput, haar hulp kwam geen seconde te vroeg.


    Anna bracht de hond naar het wagenhuis, legde hem in het hooi, gaf hem iets te eten en droogde hem met een handdoek waarop het dier in een diepe slaap viel.


    Bij het verlaten van het wagenhuis, stuitte Anna op Jules, de jongste zoon van de pachter, die meehielp in de hoeve van zijn vader.  Opgeschrikt door zijn plotse aanwezigheid, besefte ze toen pas hoe onverzorgd ze eruit zag, zij deed haar adellijke komaf op deze manier allerminst eer aan.  Ze mompelde iets wat leek op een verontschuldiging en haastte zich terug naar het kasteel.


    ’s Anderendaags werd aan de deur van het kasteel geklopt.  Anna opende de deur en stond tegenover Jules die haar een boeket zelf geplukte bloemen bracht. 


    Hij had zijn schroom kunnen overwinnen en vertelde haar dat hij zijn hond had ontdekt in het wagenhuis.  Hij wou haar komen bedanken want gezien hij al twee dagen zoek was, had hij alle hoop opgegeven om hem nog levend terug te vinden.  Gevleid door deze spontane toenadering nam ze de bloemen in ontvangst en met een roze blos op de wangen volgde ze hem naar het wagenhuis om te kijken of de hond opnieuw wakker was geworden.


    Aangezien de hond nog vast sliep, besloot Jules ’s namiddags terug te keren. 


    Ditmaal had hij twee trossen druiven voor Anna meegebracht.  De hond was wakker en stelde het goed, Jules nam hem voorzichtig in zijn armen.  Anna volgde dit liefdevolle schouwspel en bij het kruisen van hun blikken, leek de tijd even stil te staan.  ’s Anderendaags gingen ze terug naar de plaats waar Anna de hond had gevonden, op de terugweg naar het kasteel werden zij onverwacht overvallen door een regenbui.  Ze liepen naar het kasteel terug en Jules stak de haard aan om hun kleren te laten drogen.  Laat op de avond verliet Jules het kasteel, de heer des huizes zou immers die nacht nog terugkeren van een verre reis. 


    Sinds die avond leidde Anna een dubbel leven: haar komaf maakte van haar een kasteeldame, in haar hart koesterde zij  echter een passionele liefde voor de pachterszoon.


    Inmiddels waren er schermutselingen ontstaan tussen de Spaanse troepen en lokale verzetstrijders.  Een Spaanse generaal had van het kasteel zijn hoofdkwartier gemaakt. 


    Het werd Anna moeilijker om Jules te ontmoeten.  Zij ontdekte in de vijver onder de hoeve tal van kikkers die iedere avond voor de hele omgeving een overweldigend concert gaven. 


    Hierdoor verzon zij het perfecte excuus om haar minnaar vaker te zien: ze liet namelijk uit alle streken van het land andere kikkers invoeren, van alle rassen en kleuren en groef nieuwe poelen  waar nieuwe inwoners konden gedijen en zich vermenigvuldigen.


    ’s Avonds zaten zij onder hun beide, Jules en zij,  naast het water met hun kikkers.


    Tot het onvermijdelijke gebeurde: Anna werd zwanger.


    Zij kon haar geheim niet meer verborgen houden voor de heer en werd verplicht het kasteel te verlaten.  Verbannen door de hele gemeenschap, die de heer trouw gehoorzaamde, zag zij geen uitweg meer en besloot haar kikkers te vervoegen en verdronk zichzelf in de vijver.


    Ook Jules mocht niet langer in de hoeve blijven en hij besloot toe te treden tot het verzet.  Hij kwam twee jaar later om tijdens een veldslag dichtbij Brugge.  Inmiddels had hij de toenaam ‘Sang Del Toro’ gekregen, omdat hij meer dan 200 Spaanse soldaten met zijn aan twee kanten snijdende mes had omgebracht; het was nog een geschenk van Anna geweest.


    De naam ‘Anna’ zou ergens in één van de balken van het wagenhuis te lezen zijn, wellicht uitgesneden in het hout met een tweesnijdend mes.

    En de kikkers blijven iedere avond, voor hun Anna en Jules,  een overweldigend concert geven. 

                             


    Tekst: Sofie en Jean-Pierre Van Binnebeek
    Naar de tekst van de legende verschenen op www.ranadelrey.com
    foto: Jean-Pierre Van Binnebeek
    Postkaart

    >> Reageer (0)
    05-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De klaproos
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

      De Klaproos

    Wanneer het echt zomer wordt zie je ze overal. Soms alleen, soms met duizenden samen. Als een rode zee deinen ze in de zon. De klaproos is onlosmakelijk verbonden met graanvelden. Vroeger vond men er nog de blauwe korenbloem, maar die is echt raar geworden.

    De vuurrode klaproos is één van de vele papaverachtige. Breekt men ze af dan komt er melkachtig sap uit de wonde.

    Vier tere, zijdeachtige kroonbladeren omhullen een doosvrucht met daar rond de meeldraden. De bloem geurt niet en bevat geen nectar. Maar de felle scharlakenrode kleur trekt de insecten aan. Bijen die blind zijn voor rood worden gelokt door de UV-uitstraling. Er heeft geen zelfbevruchting plaats, wel kruisbestuiving.

    Deze bloem plukken is uit den boze. Na enkel minuten laat ze reeds haar kroonblaadjes vallen. Dan sta je daar nog met de zaaddoos die er uitziet als een Chinees lantaarntje. De zaadjes zien er uit als niertjes. Vandaar dat men van maanzaad spreekt.

    We weten allemaal dat de papaverachtige giftig zijn. De echte papaver ( papaver somniferum, lila of wit) wordt gekweekt. Het sap wordt gebruikt om heroïne, opium,  codeïne( hoestdranken), morfine te bereiden.

    Ook onze klaproos is dus giftig. Zij het niet in de mate van de grote zus. Maar het is toch oppassen geblazen.

    Er zijn duizenden soorten papavers en vele kleuren;

     

    Men gebruikte rode blaadjes om een mooi rood drankje tegen de hoest te brouwen. Ook kleurden ze al eens rode wijn.

    Uit de zaadjes (niet giftig) perst men een fijne tafelolie. De zaadjes zelf worden in de voeding gebruikt al was het maar om broodjes met maanzaadjes te bakken.

                                                                

     

    KLAPROOS: Zo heet ze bij ons. Wanneer de zaaddoos rijp is en men schudt er mee dan klapperen de zaadjes tegen de wand.

    Andere namen:

    q     Kollebloem: Een kol is een heks dus…

    q     Slaaptots: de bloem bevat slaapverwekkende stoffen. Begin 20ste eeuw deed men wat zaad in een voddeke, bond het samen en voor de kinderen werd het een tut. Men gebruikte wel de echte papaver. Gevolg dat er toen wel heel kinderen aan de trage kant bleven. Ze waren gedrogeerd!

    q     Uiltots: uil staat voor olie. Zoals hoger vermeld wordt er een fijn tafelolie uit geperst. De tweede persing leverde een olie voor de verfindustrie.

     

    Dat deze bloem reeds eeuwen verbonden is met onze graanvelden, vinden we terug in de Griekse mythologie. Ceres, de godin van de landbouw wordt steeds afgebeeld met een kroon van klaprozen.

     

    Wanneer men ze rustig laat drogen is het een dankbare bloem voor het herbarium. Beter is een foto te maken en deze dan te bewaren. Zo blijft de bloem staan en heeft iedereen er wat aan.

     

     

    Norbert Mosselmans 

     

    Info:

    Ippa’s natuurgids:    julien Van Remoortere

    Courante veldbloemen:   KBC

    Wilde planten:   Readers Digest

    Kruiden:   Lesley Bremnes


    >> Reageer (0)


    Foto


    Ontdek Huldenberg



    Foto

    Gastenboek


    Blog als favoriet !

    Bijnamen in Ottenburg
    De Leuvense Baan
    De vroegere poel in het centrum van het dorp


    Foto

    Bijnamen in Huldenberg
    Het Gemeenteplein onder de loep

    Foto

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Den Elzas onder de loep.
    Zakke Norekkes voor haar deur.

    Foto

    Bijnamen uit Huldenberg
    Het hospice (voor 1963)
    (foto uit het archief van Keihof)

    Foto



    De pomp,

    van levensbelang !


    Foto

    Loonbeek:
    het klokje klept niet meer


    Foto

    Het Blauwhof:
    binnenkort uit het straatbeeld !

    Foto

    Fraaie glasramen in de Art-Deco-kapel van het Blauwhof in Loonbeek 
    Foto

    Foto

    Foto

    Bijnamen in Loonbeek
    'Bij Kozze'

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    Marieke Flaurius en Witte Lowieke voor hun huis met bakstenen trapgevel

    Foto

    Bijnamen in Neerijse
    De Put
    Tekening van Steven Wilsen


    Foto

    Bijnamen in
    Sint-Agatha-Rode

    De Leuvense Baan

    Postkaart uit 'Dorpsbeelden uit het verleden' - R.Van Hoegaerden


    Foto

    Archief per maand
  • 04-2024
  • 01-2024
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 12-2022
  • 09-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 09-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 10-2019
  • 06-2019
  • 10-2018
  • 04-2018
  • 11-2017
  • 08-2017
  • 06-2017
  • 01-2017
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 04-2016
  • 01-2016
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 02-2015
  • 11-2014
  • 08-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 10-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 11--0001


    Foto




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs