Pollenkrans in stuifmeelkorrels van een sparreboom in de zon (foto: Peter Paul Hattinga Verschure, Deventer)
Hoe hoger de concentratie stuifmeel of ook wel pollen genaamd, hoe meer klachten. De meeste mensen zijn allergisch voor gras dat bloeit tussen mei en augustus. Ook stuifmeel van de berk en de els kunnen voor problemen zorgen. Ongeveer vijf procent van de Nederlanders heeft gedurende een periode van een aantal jaren lichte tot ernstige hooikoortsklachten van hooikoorts. Deze klachten ontstaan bij deze mensen als pollen waarvoor men allergisch is in de lucht voorkomen.

De stuifmeelproduktie vindt plaats op zonnige, droge en warme dagen voornamelijk in de ochtend. Op natte dagen met regen, mist of dauw is de hoeveelheid stuifmeel heel gering.

De wind kan het stuifmeel verspreiden. Vandaar dat ook de aanvoerrichting van de lucht van groot belang is. Lucht die een lange weg over land heeft afgelegd zal in het algemeen meer stuifmeel bevatten dan lucht die over zee wordt aangevoerd. De grootste stuifmeelconcentraties worden in ons land dan ook meestal gemeten bij wind uit oostelijke richtingen. Verder landinwaarts zal de lucht ook bij westelijke wind een lange weg over land afleggen. De ernst van de klachten van verder landinwaarts wonende patiënten van hooikoorts kan verschillen van kustbewoners.

Van belang voor de verspreiding van het stuifmeel zijn ook de vertikale bewegingen in de lucht. Bij een sterke opwaartse stroming kunnen de stuifmeelkorrels tot een paar kilometer hoogte komen, zodat de concentratie bij het aardoppervlak dan iets minder groot is. Waarschijnlijk spelen meerdere factoren op kleine schaal een rol. Dat neemt niet weg dat de hoeveelheid stuifmeel in de lucht sterk afhankelijk is van het weer.

Speciale verwachtingen en informatie over hooikoorts en stuifmeel op de pagina's 709 en 714 van NOS-teletekst. Pollennieuws.nl biedt een vijfdaagse verwachting van de hooikoortsbelasting gebaseerd op gegevens van het KNMI, actuele meldingen ern historische gegevens.