Akasztó. In de omgeving van het dorp liggen nog grote stukken puszta - voor veel bezoekers is dit het beeld van Hongarije dat ze verwachten - meestal behorend tot het Kiskunsági Nationaal Park (Kiskunsági Nemzeti Park - ranger Tamás Sapi). Die gebieden zijn niet noodzakelijk beschermd en dus open voor het publiek en landbouwactiviteiten (begrazing). In die eindeloze "wilde" grasvlakte (definitie van puszta) liggen meestal zandwegen voor lokale exploitatie. Gezien het warme en droge weer (in de zomer) zijn die perfect bruikbaar o.a. als fietsroute. Uiteraard zijn er ook gesloten gebieden o.a. in functie van de Grote Trap (Otis Tarda-Túzok) die dit soort landschap nodig heeft. Andere zgn. puszta's zijn gewoon privé-domeinen met allerlei gebouwen zoals restaurants en/of hotels, stallen, opbergschuren en waar dikwijls een paardenshow doorgaat waar dan bussen vol met toeristen komen van genieten - dit is ook iets waar toeristen Hongarije mee associëren - . Over dit soort domeinen verschenen reeds artikels op deze blog. De puszta is het
graslandschap van de Grote Hongaarse laagvlakte (Alföld) een soort steppenlandschap met een hoog grondwaterpeil. In de winter zijn die gebieden bijzonder nat met zelfs hier en daar echte zilte meertjes. Het
corresponderende Hongaarse woord puszta betekent letterlijk leegte
en is van Slavische oorsprong. Van oudsher werd de puszta gebruikt voor extensieve
veeteelt. Tegenwoordig zijn grote stukken grotendeels ontgonnen voor de akkerbouw. De
laatste resten van de puszta worden als natuurreservaat beschermd. Het grootste
en bekendste daarvan is Hortobágy ten westen van Debrecen.
Een ander gelijkaardig gebied is Bugac. Kenmerkend voor de traditionele puszta
van Midden- en Oost-Hongarije zijn de typische waterputten (reigerputten),
kuddes grijze runderen (szürke marha), schapen met gedraaide hoornen (racka) - meestal enkel in nationale parken - en de langharige Hongaarse herdershonden puli
en komondor (gebruikt door de herders - hierover verscheen reeds een artikel op deze blog -. Wij hebben het hier over de gewone puszta hier in de omgeving. Het is kwestie van die omgeving te kennen of te beschikken over goede stafkaarten van het gebied. Mei en juni zijn de maanden bij uitstek van de bloeiende planten en dan is de puszta zeer kleurrijk. Dit gebied wordt niet bemest wat bijdraagt tot de soortenrijkdom. In de omgeving van Soltszentimre maakten we onlangs een fietstocht door de puszta en stelden een onwaarschijnlijke kleurenrijkdom vast. Die werd op beeld vastgelegd en daarover brengen we een fotoverslag. Gezien wij geen plantenkenners zijn kunnen we deze niet benoemen. We zullen dus een beroep moeten doen op de kennis van de lezers om ons hierbij te helpen. Dus reageren maar! We laten gewoon foto's zien.
Het fotoverslag.
Dit is een algemeen zicht op de puszta in de omgeving van Soltszentimre. Een eindeloze grasvlakte, onbemest enkel dienend voor begrazing hier wel door runderen - bewaakt door een herder, maar soms ook grote kudde schapen -. Als je tot aan de zichtbare horizon komt wacht reeds een nieuwe om naartoe te rijden. Nu begrijpt de lezer wordt dit gebied letterlijk leegte heet. Hier en daar is een natte plek met riet - soms niet door te komen -, of een uitgedroogd kanaal - zeker in de zomer -. Een lichtspel om u tegen te zeggen om nog te zwijgen van het spectaculaire wolkenspel bij regenbuien en de zonsondergang...Een planten -en dierenrijkdom wacht op ontdekking. Dit is ook het terrein waar de Grote Trap (Otis Tarda-tuzok) te spotten is - maar dan vooral in de lente -. Rondom niet de uitgedroogde poelen leven allerlei watervogels. Hier wordt soms ook ringwerk verricht en hangen nestkasten voor vooral roodpootvalken (falco vespertinus-kék vércse). Ook roekenkolonies (Corvus frugilegus-Vetési varjú) in de weinige bomen die er staan zijn hier normaal.
Dit is een zandweg in deze vlakte gebruikt voor lokale exploitatie. Hier loopt de weg wel langs een kanaal. Kurkdroog in de zomer, keihard, dus een ideale fietsweg en zeker in dit vlakke landschap. Deze weg leidt het volgende dorp Füllöpszállás.
Die vlakte kan ook letterlijk geel worden door bloemen. Op de achtergrond enkele bomen met daarin een roekenkolonie (Corvus frugilegus-Vetési varjú).
Kattendoorn (Ononis spinosa) en Geel walstro (Galium verum)...
Kattendoorn, Geel walstro en Slangenkruid (soort)(Echium vulgare).
Geel walstro en Duizendblad (Achillea millefolium).
Geel walstro en Duinriet (Calamagrostis epigejos).
Zijdeplant (Asclepias syriaca) een invasieplant.
Zijdeplant in kleurrijke achtergrond
Een soort Ratelaar.
Kattendoorn en Geel walstro.
Berooide distel?
Italiaans slangenkruid?
Pluis van een Morgenster.
Ridderspoorsoort (wilde ridderspoor?).
Ridderspoorsoort (wilde ridderspoor?).
Tijmsoort.
Een soort ratelaar.
Rode en Witte klaver.
Hauwklaver.
Mariadistel.
Duinriet, Geel walstro en Zijdeplant.
Slangenkruidsoort.
Knikkende distel?
Witte honingklaver.
Witte honingklaver met Lieveheersbeestje.
Mariadistel.
Akkerwinde?
Onbekend (zeker geen Margriet?).
Toorts (zwarte of melige?).
Kruisdistel.
Heemst?
Onbekend.
Onbekend.
Bron: eigen ervaring, eigen foto's en met dank aan Karel De Waele (zie http://vlaamseardennenplus.be of surf eens in www.plantenwerkgroep.be naar plantenwerkgroep Vlaamse Ardennen plus.
|