Deze middag, alweer onder een stralend zonnetje, werden diverse karweitjes opgeknapt. Terwijl Stan zwerfvuil verzamelde en onkruid wiedde, was Dré druk bezig met het aanplanten van rhododendronscheuten aan de straatzijde van het park en wilgenscheuten aan de afvoerbeek achter het voetbalveld.
Hugo, Mark en François zorgden voor het verzagen en afvoeren van het resthout dat na het snoeien van de populieren was achtergebleven.
Daar hoort weer een gedicht bij, ditmaal geschreven door Jobo.
Intussen blijf ik zelf verder werken aan de zandbak van het verspringen. Eerst maar eens zoeken waar die zich juist bevindt... Daarna kan ook hier het overbodige gras verdwijnen.
Tussendoor merk ik een vreemdeling in het park die voorzichtig over de muur wandelt met een zijwaartse blik op mijn activiteiten. Bij zo'n bezoek past dan ook een gedicht over de dieren!
De dieren van het park
In het park heb je dieren, zoals mieren.
De kippen hebben een kippenhok, ik hoor.
Je hebt ook onze konijnen: pas op ze leven niet in ravijnen.