Inhoud blog
  • Hoe het verder loopt....
  • DAG 40: VAN ARZUA TOT SANTIAGO DE COMPOSTELA
  • DAG 39: VAN MIRAZ TOT ARZUA
  • DAG 38: VAN MARTINAN TOT MIRAZ
  • DAG 37: VAN RIBADEO TOT12 KM VOOR VILLALBA
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Harold te voet naar compostela
    de reis van 40 dagen
    21-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe het verder loopt....

    Hallo iedereen!!!!

     

    Na een lange drukke periode ...begin schooljaar, wijdingsretraite en de wijding op 11 oktober tot diaken toch nog even een woordje.

     

    Binnen een 10-tal dagen verwachten we ons nieuw boeleke. Nr 5. (eigenlijk 6 want Joppe is in de hemel) en ‘t zal weerom druk worden...

     

    Ik ben niet zo een goeie schrijver als Nele maar wil toch het een en het ander vertellen...

     

     

    De roes van Compostela blijft. Elke morgen aanbidding in de kerk (6u opstaan)

    en de weg vragen aan de Heer. Ik ben sedert donderdag benoemd tot diocesaan proost van de KAJ west-Vlaanderen. De beweging opgericht door kardinaal Cardijn. “De katholieke arbeidersjeugd”. (zie verder)

     

    Ik had zelf een (grote) persoonlijke intentie mee naar Compostela en deze was: ooit Istvàn Regöczi te mogen ontmoeten. Een Hongaarse priester die te voet van Hongarije naar België (Poperinge) kwam om hier voor priester te leren.

    Zijn levenswandel kan je lezen in het boek. “We kunnen niet zwijgen” of “een zwerver voor God” (te verkrijgen in de abdij van Zevenkerken).

    Die man heeft me al sinds ik 20 was warm gemaakt om iets te doen voor weeskinderen of armen. Hijzelf heeft gedurende de oorlogsjaren in Hongarije honderden weeskinderen opgenomen, weeshuizen en kerken gebouwd en jaren daarvoor in de gevangenis gezeten. Hij had niets qua financiële middelen. Enkel zijn gebed en zijn ongelooflijke vertrouwen in de Voorzienigheid.

     

    “En telkens kwam die op het gepaste moment ter hulpe!!”

     

    Piet Monserez, die de eerste 2 dagen met me meestapte, heeft ervoor gezorgd dat we Istvàn hebben kunnen ontmoeten. In de herfstvakantie zijn we met de auto naar daar gereden.

     

    Waarom vertel ik dat??

     

    Wel.....hier in Beerst staat een oude pastorie te verkrotten (recht voor de kerk). Een gebouw waar nu jongeren drugs nemen, drinken, roken etc....want de deur staat open...

    Die jongeren worden wat bestempeld als ‘krapuul’ van de buurt. Misschien wel in de ogen van de mensen maar niet in de ogen van God. Het zijn zoekende mensen die hun houvast kwijt zijn in deze woelige periode.

    Tijdens Compostela voelde ik een drang om iets te doen met die pastorie. Misschien een soort ontmoetingsplaats maken voor die gasten en anderen?

    Maar die pastorie is nu te koop....ze spreken van 8 miljoen Bfr (200000 €)

     

    Voor een krot waar heel heel veel werk aan is.

     

    Daarom wou ik Istvàn zien. Ik wou een antwoord van hem (na de aanbidding kreeg ik die ingeving).

    Wel, toen we bij hem waren en ik wat viool en Vlaamse Marialiederen speelde, was hij zeer gelukkig en ik ook.

    Zuster Bea die hem helpt,..... (hij is nu 93jaar,doet elke dag zijn mis om 10u30 en 17u, hij bidt de hele dag en op donderdag doet hij nog de mis om middernacht.....) heeft mijn reisverslag voorgelezen van Compostela. Hij was ontroerd en vroeg me veel dingen.

    We hebben toch wat gemeen....

    Ik zei dat ik hem bewonderde voor zijn ongelooflijke vertrouwen en zijn werkkracht voor de weeskinderen etc etc...

     

    En geloof het of niet maar plots uit het niet keek hij me diep aan en zei:

     

    “Je moet er niet meer mee wachten maar je moet er aan beginnen!!!!!!”

     

    Ik heb van de Voorzienigheid mijn antwoord gekregen.

     

    Iets doen voor kansarmen. Samen de handen in elkaar slaan. Op de bureau van de KAJ (ik verwijs naar het begin) groeit er iets dergelijks bij de vrijgestelden en ze beginnen te brainstormen over de A....de arbeiderjongeren van toen zijn nu middenklasse geworden....ze willen de A anders invullen en...het is geworden de A van Armen!! Zij staan te springen om mee te helpen. Zou de Voorzienigheid daar voor iets tussen zitten dat ik proost ben?

     

    Ik ben vol vuur en wil ervoor gaan. En weerom...ik heb geen geld.

     

    Op het parochiefeest heb ik het aan iedereen verteld. Ze hebben al dikwijls gezegd dat ik zot was (zie Compostela) en nu keken velen zo van....’t is toch niet mogelijk....

     

    En de Voorzienigheid? Tijdens de parochiemaaltijd zat er een enthousiaste gepensioneerde naast Nele die aannemer geweest was. Hij vond dat veel parochianen elk met hun eigen talenten konden meebouwen aan dit project...

     

    En een dag tijdens de aanbidding (toen ik een antwoord vroeg) kwam onverwacht de directeur van het VTI in de kerk......en hij is “enthousiast”!!!!!!!

     

    Bij de slager vertelde ik ...”Ik zou graag nog te voet gaan naar Rome en Jeruzalem...ook vertelde ik van onze pastorie en weet je wat hij zei....: “Je moet niet meer zo lang te voet wegzitten, blijf maar hier dan kunnen wij je helpen opbouwen. Da’s beter dan dat je alleen stapt, want daar kunnen we je niet in helpen...”

     

     

    Ik wou dit dus even kwijt en durf zoals naar Compostela ook vragen of ik kan rekenen op jullie gebed?

    Ik geloof in de zaak en het is God die me aanspoort om de handen uit de mouwen te steken.

     

    Ik reken weerom op de Voorzienigheid en hoop dat er misschien ook via de blog mensen kunnen helpen.Men zegge het door!!!!

     

    Een vriendelijke notaris is reeds bezig..... (hoe kwam ik toch direct terecht bij hem??? Het is hij die indertijd die pastorie verkocht heeft aan de huidige (failliete eigenaars)) ..... met opzoekingswerk waar we moeten zijn om de pastorie te kopen.........en er is geen geld. Enkel gebed.

     

    Ik hou jullie op de hoogte!

     

    Mijn leuze naar Compostela was iedere dag “Jezus, ik vertrouw op U!” en dat is nog altijd zo.

     

    Als diaken zegen ik u allen!+

     

    tot gauw

    Harold

     

     

    21-11-2008 om 21:16 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (21 Stemmen)
    07-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 40: VAN ARZUA TOT SANTIAGO DE COMPOSTELA

    DAG 40: VAN ARZUA NAAR

    SANTIAGO DE COMPOSTELA!!!

     

    Gisteren: Uit Harolds dagboek: Ik was onderweg een vervallen boerderijtje tegengekomen en had gedacht: “Hé, in dit huis staan er koeien tot aan de achterdeur. Misschien woont de boer daar verder in die mooie villa.” Die villa bleek ons hotel te zijn: Santa Maria.

    We hebben lekker gegeten: koolsoep of groene bonen als voorgerecht en gamba’s als hoofdschotel, dessert, wijn en koffie.

    Nele en ik in bed en zuster Greta ernaast op de mat. Dé perfecte waakhond. Heel veel regen!! Ik nog in bad, zalig! Na hoeveel dagen? Gaan slapen rond 00.00 u.

    Vandaag: Rond halfacht mochten we genieten van een eenvoudig ontbijt in het gezelschap van een hele meute vliegen. Daarna bracht ik Harold terug naar de plaats waar hij gisteren gestopt was. Gelukkig was het afscheid niet voor zo lang als de vorige keer! Veel mensen mailden ons dat de laatste loodjes het zwaarst zouden wegen en het begon al goed: regen na ongeveer 2 km! Grr. De gps duidde nog 41 km aan. Hoe kon dat nu? Het waren er toch maar 38 meer? Ah ja, hij stond nog geprogrammeerd op de snelste route omdat we hem de vorige avond in de auto gebruikt hadden. Gelukkig telde de wandelroute drie km minder. Na een viertal km stappen, passeerde de Nissan met het vrouwelijke gezelschap. We spraken af om een uurtje later te stoppen bij een café om een koffie te drinken. Harold kon bijna niet door het deurgat met de viool zo horizontaal. Ondanks het muffe koekje bij zusters koffie, deed de stop toch deugd.

    Eventjes verder vond Harold pruimen. (Hoe is het toch mogelijk?)

    Er kwamen ontzettend veel peregrino’s van alle kanten op de weg. In deze streek kwamen de camino Francès en de camino Norte samen. Het was eraan te merken. Van bovenaf gezien zag het er waarschijnlijk uit als mieren in volle actie rond hun nest. Naar Harolds gedacht was er veel te veel toerisme. Hij had het liever rustiger.

    Bewolking, regen en zon wisselden elkaar af.

    Onze Vlaming volgde de grote weg waar de camino vlak naast liep. Af en toe ging die in een lus naar de andere kant van de weg en weer terug.

    Harold had een korte ontmoeting met een man uit Tienen.

    Tijdens het bidden van de droevige mysteries liet Eva hem van weg veranderen, knal in de volle zon. Had iemand een bijzonder offer nodig? Rond halfvier kwam hij na een regenbui weer terecht op de grote weg en af en toe op de camino.

    De eucalyptysbomen verspreidden een zalige geur en het appeltje en de braambessen hielpen een klein beetje tegen de knagende honger. Man man, wat een volk toch!

    Voor tien euro kocht Harold een calebas, een typische Sint-Jacobsschelp om aan z’n stok te hangen en een zonnehoedje.

    Om vijf over zes zette hij eindelijk voet op Sint-Jacobs grond! Nu was het nog 3,8 km stappen naar de kathedraal. Vlug een sms’je naar Leen Pollet die zei dat ze de tranen in de ogen kreeg. Wat een ongelofelijk gevoel van voldoening en dankbaarheid overviel hem toen hij op het kathedraalplein kwam! (Zuster Greta en ik liepen daar al een uur te ijsberen nadat we ons wat beziggehouden hadden met muziek spelen tussen het volk. Een groepje Noord-Koreaanse jongeren had meegezongen en met de glimlach geluisterd en we hadden elk een prachtige zelfgemaakte ring van pareltjes gekregen van een jongen. Dat pakte ons wel. Ondertussen hadden we ook nog het gezelschap gekregen van enkele dronkelappen met hun typische commentaar... Na een uren hielden we het voor bekeken en besloten niets anders meer te doen dan het plein af te turen naar ‘onze pelgrim’. Vermoeiend dat dat was! Tot we hem rond 19.00 u. in onze richting zagen stappen...)

    Harold zag er nog heel monter en kwiek uit! Fier toonde hij ons de aanwinsten aan z’n stok en we besloten onze dankbaarheid te uiten in de kathedraal. Daarna ontmoetten we een jonge priester in zwarte soutane die ons gidste naar het pelgrimskantoor. Een laatste stempel in het credencial, een getuigschrift met vermelding van ‘Haraldum Debusschere’ en de tocht zat er definitief op!  Gelukt! Gelukt! Yes!!! De vreugde kon niet op.

    We vulden onze hongerige magen en vierden met een glas witte wijn. Daarna trokken we naar ons goedkope, piepkleine hotel Nebraska en kregen er van de vriendelijk eigenaar nog een drankje cadeau. We moesten niet veel schaapjes tellen eer het zandmannetje kwam!

     

     

    07-08-2008 om 00:00 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (49 Stemmen)
    06-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 39: VAN MIRAZ TOT ARZUA

    DAG 39: VAN MIRAZ TOT ARZUA

     

    Na een wasje en een plasje, nuttigde Harold een ontbijt van brood en koffie in de auberge. Om tien over acht vertrok hij onder een bewolkte hemel. Na een kleine kilometer besefte hij met een shok dat hij z’n ‘câne’ of ‘bourdon’ (= stok) had laten staan. Dan maar terug...

    Nu volgde hij de camino niet meer strikt. Hij had immers 48 km af te bollen om zuster Greta en mezelf te kunnen ontmoeten in Arzua. Het ging omhoog op kiezelsteentjes tot... de weg WEG was! Er kon niemand meer door, want hij was gedynamiteerd. Hij zocht een uitweg over rotsblokken terwijl Eva compleet de kluts kwijt was. Gelukkig zag niemand hem, want hij mocht hier niet voorbij. De regen kwam en ging en even verder had hij het juiste spoor weer te pakken. Dat ging over boswegeltjes met heel veel piekvliegen. Water had hij nog, maar z’n proviand was op. O ja... nu dacht hij er weer aan... Hij had nog snoepen over die de schoonmoeder van die Engelsman meegegeven had. Dat kwam goed van pas en gaf extra energie. Onderweg vond hij ook nog een peer, twee lekkere appels en wat braambessen.

    Rond tien uur belde hij ons op. (Wij waren net Spanje binnengereden. Het ontbijt in het Formule-1-hotel van Bordeaux had ons gesmaakt en we hadden allebei de kriebels om Harold zo snel mogelijk te zien. Hoe zou hij eruitzien? Zou het nog altijd goed gaan? ...)

    Hij had nog 40,2 km voor de boeg. Zou hij het halen tegen 18.00 u.? Dat zou tof zijn. De rest van de weg ging op en neer. Harold hield maar één pauze om een koffie te drinken, een plasje te maken, pruimen te plukken en steentjes uit z’n schoenen te halen.

    Het weer bleef bewolkt en het was gestopt met regenen. Hij hield een goed tempo aan en de wetenschap dat we elkaar enkele uren later zouden terugzien, gaf hem vleugels.

    Vijf kilometer voor Arzua had hij razende honger en ... jawel... daar had je weer de traditionele pruimen! Hij plukte er wat om mee te nemen en te tonen aan zuster Greta en mij.

    Onderweg rijgde hij de ene rozenkrans na de andere aan elkaar. Dat hielp om de pas erin te houden.

    Om 19.00 u. plofte hij neer in een terrasstoel. Een telefoontje leerde hem dat beide vrouwen nog niet in Lugo waren: veel verkeer, vrachtwagens die inhaalden, enz... Een uur later zat Harold nog altijd ongeduldig op het kerkplein van Arzua te wachten. (Da’s het toppunt, hé: de wandelaar moet wachten op het voertuig!) Spannend! Morgen nog 38 km naar Santiago. Dat was mooi te doen!

    Ondertussen sms’te Leen Pollet (dochter van apothekeres in Beerst die ons in Santiago de Compostela zou ontmoeten met haar Portugese vriend Antonio) dat ze het bijna niet kon geloven dat hij in zo’n korte tijd zo ver geraakt was.

    Hij bekeek zichzelf van top tot teen: mooi bruin met witte ‘sokjes’ en ‘broekje’, het haar een beetje bijgegroeid, gescheurde broek die het hield dankzij drie veiligheidsspelden, nieuwe T-shirt aan in ‘rekstof’ (vond hij niet zo leuk). Iedereen in de omgeving liep in T-shirt en hij had z’n trainingsjas aangetrokken. Hij kreeg het koud en durfde geen risico nemen nu hij zo bezweet was.

    Waauw... het einde kwam in zicht! De originele vijftig euro had hij nog altijd niet aangeraakt... en wat méér was: hij had nog 85 euro over. Not bad!

    Waar bleven die vrouwen nu toch? Spannend! Z’n voeten waren OK maar hadden ferm afgezien met dit hoge tempo! Gelukkig dat er Compeed bestond.

    Morgen dag 40: was dit het einde van z’n woestijntocht of begon het nu pas??!?

    Een dankbaar gevoel ging uit naar alle mensen die al die tijd gebeden hadden in verbondenheid met hem en vooral naar God die hem al die tijd nog niet losgelaten had!

    Ondertussen in de auto: Zuster Greta en ik hielden het bijna niet meer van de spanning nu we zo dichtbij waren. Je zult het nooit anders zien, maar iedereen moest indraaien of inhalen en als wij iemand wilden voorbijsteken, mocht het niet of was er slecht zicht. We hadden het gevoel met een slakkengangetje vooruit te komen. Op de koop toe kregen we een telefoontje dat Harold al ter bestemming was. Nondepietjes toch! Zuster Greta was er niet gerust in dat we juist reden, want de weg waar wij op bolden, had een ander nummer dan die op de kaart. Toch was ik zeker dat het deze baan was. Koortsachtig zochten we naar een kilometerpaaltje of wegwijzer in de hoop dat het juiste nummer zou verschijnen.

    We naderden Arzua en wisten dat we moesten zoeken naar het kerkplein. Ha, een eindje verder zagen we de kerk aan onze linkerkant. Traagjes reden we voorbij... geen pelgrim te zien. Ik versloeg m’n ogen naar rechts en wie stond daar op het trottoir te zwaaien alsof z’n leven ervan afging? Mijn schattelbol! Ik had hem bijna niet herkend!!! Zó bruin en zó mager... waauw... ik zal hem meer laten pelgrimeren!

    We parkeerden de auto en vlogen naar hem toe. Je kunt je niet voorstellen wat er door ons alledrie heenging!

    Vlug legden we z’n boeltje in de koffer en zochten het hotel.

    Daarna genoten we van elkaars gezelschap, van de verhalen, het lekkere eten en de deugddoende nachtrust (eindelijk eens niet buiten op de grond!).

    Yes! Morgen de big day! Hij zal het wel halen, zeker!

     

     

    06-08-2008 om 00:00 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (30 Stemmen)
    05-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 38: VAN MARTINAN TOT MIRAZ

    DAG 38: VAN MARTIÑÁN TOT MIRAZ

     

    De morgenstond had al heel vroeg nattigheid in de mond! De motregen dwong Harold rond halfdrie om uit z’n slaapzak te kruipen en aan z’n nieuwe dag te beginnen. (Dat was ongeveer het tijdstip waarop zuster Greta en ik hetzelfde deden in Beerst.) Zonder water en met een stuk droog brood in de hand trok de pelgrim verder richting Villalba. Om kwart voor zes was hij daar. Er was natuurlijk nog geen drankgelegenheid open in de slapende stad en water vond hij evenmin.

    Om kwart voor zeven kon de slaapwandelaar toch een bar binnenstappen en de 2 grote cafés con leche smaakten zalig. Het buikje van de camelbak werd ook wat aangedikt. Hij profiteerde van de pauze om z’n linkervoet met wat nieuwe Compeed te beleggen. Z’n voeten waren verhit door de vorige dag zo snel te stappen.

    Naarmate de tocht vorderde, klaarde het weer wat op en werd hij opnieuw verwend: af en toe plukte hij een appel, een peer en braambessen.

    Op naar Baamonde! De eerste rozenkrans werd half slapend en weinig geconcentreerd gebeden.

    Daarna ontmoette hij een Oostenrijker die terugkeerde van Santiago de Compostela. Hij was in Spanje vertrokken en keerde te voet naar Oostenrijk terug. Drie maanden was hij al onderweg. Harold genoot met volle teugen van deze ontmoeting! Eindelijk kwam hij een man tegen met dezelfde ideeën en overtuiging: geen geld, geloof in de Voorzienigheid, enz... Een ware zielsgenoot. Hij was helemaal opgekikkerd en stond in een mum van tijd in Baamonde. Toen had hij al 27 km afgelegd en hij dronk nog twee koffies bij z’n brood. Rond kwart voor elf stopte z’n pauze en om de hoek kwam hij twee meisjes tegen. Ze spraken Nederlands, hoewel Astrid van origine afkomstig was uit de voormalige DDR. Jolande voelde zich wat ziek. Harold vertelde honderduit bij... ja, waarom niet... nog een koffietje. Het klikte direct. Het trio besloot de rest van de dag samen te stappen. Tot in Miraz genoten ze van een prachtige camino. Astrid betaalde Harold een koffie en hij kreeg ook nog een wortel. Ze voerden mooie, diepe gesprekken over filosofie, geloof, levenservaringen... Hij had al gedacht: ja, gewoon wat doorstappen, morgen nog 15 km naar einddoel en dat is het dan... Tegen alle verwachtingen in voelde hij dit aan als een extra dag vol mooie momenten. Hij legde 17 km meer af om mee te gaan naar de refugio waar de meisjes zouden overnachten. Ondertussen belde hij naar zuster Greta en mij om verslag uit te brengen van zijn ervaringen en om te zeggen dat hij ook naar Arzua zou komen tegen de volgende avond. Dan konden we daar meteen met drie overnachten, als er nog plaats zou zijn.

    In tussentijd liet de zon zich van haar beste kant zien en verschenen er prachtige bossen op het toneel. Tijdens een korte pauze kreeg hij van Astrid kaas om z’n brood van drie dagen oud mee te beleggen. Zàlig!

    Rond 17.00 u. bereikten ze de auberge. Er was maar één douche... Ze gingen dan maar eerst iets drinken. Deze keer trakteerde Harold. Hij toverde ook nog een liedje uit z’n viool en kreeg van een meneer een cerveza (= biertje). De man was weg van de viool.

    Astrid en Jolande bereidden een eenvoudige, maar smakelijke maaltijd: soep, groenten, brood en kaas (speciaal gekocht voor Harold!). Heerlijk was dat!

    De rozenkrans bidden zat er niet meer in voor die dag. Hij was het nochtans van plan en Astrid vroeg of ze mee mocht doen. Toen hij echter uitlegde wat dat precies inhield, bedankte ze toch. In de plaats daarvan kwam het tot een gesprek over het geloof en dat deed deugd.

    Om 20.30 u. kroop hij al paternosterend onder de wol en sliep in één ruk door tot 6.30 u.

     

     

    05-08-2008 om 00:00 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (32 Stemmen)
    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 37: VAN RIBADEO TOT12 KM VOOR VILLALBA

    DAG 37: VAN RIBADEO TOT TWAALF KM VOOR VILLALBA

     

    Gisteren: Harold is nog doorgestapt tot hij vijftig kilometer had en hij maar 162 km van z’n einddoel verwijderd was. Met z’n zaklamp doorzocht hij een betonnen bushok en volgens hem kon het door de beugel. Het vuil dat er nog lag, schopte onze propere huisvader onder de bank en het gezelschap van enkele dikke, zwarte spinnen nam hij erbij. Er was veel lawaai van voorbijzoevend verkeer omdat het hokje langs de grote baan stond.

    Vandaag: Een zalig, fantastisch, droog sneetje brood diende als brandstof voor de komende trip. Na twee kilometer was zijn camelbak leeg. In een cafeetje kon hij die weer vullen. Onderweg schonk een appelboom hem mooie, rode appels en even verder kon hij een rijpe conférencepeer plukken. Ook bramen, vijgen en mirabellen waren een verrassende aanvulling van z’n karig ontbijt. Rond tien uur had hij 12 km afgelegd en sloeg hij de weg in van Barreias naar het binnenland.

    De bewolking en gemiddelde temperatuur stonden Harold wel aan. Zo was het ideaal stapweer.

    De weg steeg en steeg en als de berg 10 meter hoger geweest was, zat hij in de wolken. Die waren laag gaan hangen en de lucht overtrok.

    Vandaag was een luxedag wat fruit betrof: 10 krieken, grote pruimen, braambessen zó groot dat het wel kleine noten leken, appels, peren, nectarinen en allemaal rijp én lekker! Als dit zo doorgaat, heb ik opnieuw een buik als toen ik vertrok, dacht Harold, maar met al dat klimmen was z’n motor weer rap plat.

    Het uitzicht was mooi en anders dan de kuststreek. Hij verheugde zich om twee vrolijke winterkoninkjes en een grote roofvogel die hem af en toe vergezelden. Dat was gezelliger dan alle dode dieren die hij de laatste week gepasseerd was: doodgereden vleermuizen en slangen, een platgewalste uil, een das zo plat als een vijg en onder een brug een heleboel dode muizen en ratten.

    Hij wandelde van het ene dorpje naar het andere met telkens een tussenafstand van een twaalftal kilometer. Omdat de zon weer het beste van zichzelf gaf, zweette hij zich nu te pletter.

    Het laatste stuk van de middag stapte hij onder het oorverdovende lawaai van vooral vrachtwagens.

    Om halfzes had hij 37 km in de kuiten en was zeven kilometer verwijderd van Abadín. Daarna moet hij nog Martiñán en Villalba aandoen. Dat zal natuurlijk niet meer voor vandaag zijn.

    Verder weet ik niet meer hoe z’n dag verlopen is. Om 19.00 u. ben ik naar de Mokker geweest waar zuster Greta een mis hielp opluisteren ter ere van de Heilige pastoor van Ars. Na de viering hebben we haar valiezen ingeladen en heeft broeder Dirk onze auto en onszelf gezegend. Nu gaan we onder de wol om vannacht fris te kunnen vertrekken. We nemen jullie allemaal in gedachten en in gebed mee naar Compostela. Tot ...

     

    Aanvulling nadien: Harold stapte snel door om een onweer voor te zijn. Hij speelde nog in een bar voor een heel gezelschap mannen en kon z’n portefeuille met 30 euro aandikken. Bovendien kreeg hij brood met ham en bier. De nacht bracht hij door in de open lucht naast een koestal. Mmmm.... De slaap was niet ver te zoeken na 51 km benenwerk.

    04-08-2008 om 00:00 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (31 Stemmen)
    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 36: VAN LUARCA TOT OVER RIBADEO

    DAG 36: VAN LUARCA TOT OVER RIBADEO

     

    Na een schitterende nacht in zijn prinselijke badkamer verscheurde het geluid van de wekker de ochtendstilte. Harold zette hem op een uurtje later en breide er nog een zalig stukje aan.

    Het brood en de lekkere banaan gingen vlot naar binnen. De proviandzak van de vriendelijke gastvrouw verdween in de rugzak en weg was Harold. Het was toen 8.30 u.. Hij besloot z’n dag te beginnen met een dankgebed speciaal voor die vriendelijke, gastvrije familie.

    Het stappen vlotte goed onder de bewolkte hemel. Tijdens de voormiddag wachtte hem al een verrassing: zeven heerlijke perziken aan een boom, niet te groot, maar overheerlijk!

    Op de camino richting Navia ontmoette hij drie jonge gasten, twee Duitsers en één Spanjaard. Ze waren hoogstverwonderd dat Harold in België vertrokken was. Hun startplaats was Bilbao in Spanje. Na een leuke babbel, gingen ze weer elk hun eigen weg.

    Een Frans koppel uit Le Mans dat heel snel stapte, knoopte ook een gesprek aan. Ze wisselden hun visie met die van Harold en die lagen wel ver uit elkaar. De man was niet echt gelovig en als onze Vlaming het over ‘Le bon Dieu’ had, verbeterde hij telkens met ‘Non non, la chance de la vie’. De vrouw praatte niet veel, maar luisterde des te aandachtiger. Harold was in z’n nopjes en vond het leuk om samen te filosoferen. Ze vonden allemaal dat de camino een mens enorm leert relativeren en je dankbaar maakt voor kleine dingen, bv. een simpel glas water. Het echtpaar vond het ook tof om eens 24 uur op 24 samen te zijn en de dingen anders te beleven. Harold hield halt om de kerk te zoeken en ze vroegen hem nog snel het vervolg van de kortste weg met de gps. Om dezelfde redenen als Harold, liepen zij ook dikwijls langs de grote weg afgewisseld met de camino norte. Toen verdwenen ze uit het zicht. Op weg naar de kerk kwam Harold hen echter weer tegen. Ze stopten en kwamen hem tien euro geven omdat ze zo blij waren dat ze hem hadden leren kennen. Ze voegden eraan toe dat ze gepakt waren door de dingen die hij verteld had en dat het een verrijking was voor hun tocht.

    In de kerk aangekomen, was de mis net begonnen. De kerk was toegewijd aan Maria. Er zong een koor à la Bommerskonten. De viering duurde gelukkig niet zo lang, want hij had de hele tijd moeten staan. Na de communie legde Harold zijn viool klaar en toen de mis ten einde was, speelde hij het Ave Maria. Enkele mensen die naar buiten gingen, staken hun duim omhoog of deden teken dat het mooi was, enkele anderen bleven staan om te luisteren. Een oud vrouwtje kreeg tranen in de ogen.

    Na de middag scheen de zon weer in haar volle glorie. Harold bleef nog even in Navia om twee koffies te drinken en de kaart te bestuderen. Daarna ging hij welgezind op weg. Fruit kwam hij niet meer tegen, maar hij vond dat hij sinds gisteravond al genoeg verwend was.

    Tussen 13.00 u. en 18.00 u. stopte hij niet. Daarna begon de honger weer voelbaar te worden. Toch besloot hij om z’n boterhammen pas in het volgende dorp te verorberen en eerst z’n rozenkrans te bidden. Een offertje kon nooit kwaad. Na het tweede tientje kwam hij voorbij een mooi cafetaria. Misschien dat hij toch best even rustte. Een zevental mensen uit Costa Rica zagen dat hij een pelgrim was en spraken hem aan in het Engels. Ze hadden bewondering voor bedevaarders en betaalden hem daarom een koffie. Eén man vroeg: “You play the violin? Show me!” Na het eerste stuk, stak de man twintig euro in Harolds handen. Hij vond het zo mooi en één vrouw weende van ontroering. Een man vroeg: “What do you want to drink? No coffee, it’s  sunday!” Harold koos voor een witte wijn. “I want to hear another piece!” Na Shindlers’ list was iedereen zowat high. Twee vrouwen kwamen elke vijf euro geven. Hij had nu zomaar een hele som gekregen zonder er veel voor gedaan te hebben. Bij z’n vertrek at hij nog het broodje tortilla dat z’n gastvrouw hem gisteren gegeven had. Heerlijk!

    Na een tijdje stappen, kwam hij Galicië binnen. Vijf km vóór Ribadeo waren ze toch weer bezig met een nieuw stuk autoweg, zeker! Een oud ventje wees de weg en stelde voor om toch op de ‘autovia’ te lopen. Tot Ribadeo mochten er geen auto’s op, dus zou hij heel alleen zijn. Inderdaad... een eindje was hij op z’n gemak tot... het boeltje weer geblokkeerd was. Er was een stuk beton weg uit de vangrails en het voetpad was een heel eind verdwenen. Ondertussen reden hier weer auto’s af en aan over de twee smalle rijstroken in het midden. Vierhonderd meter daarlangs lopen, zou veel te gevaarlijk zijn. Harold besloot op een goed ogenblik naar de overkant te crossen in de hoop dat hij daar verder zou kunnen. Inderdaad, daar was een smalle strook voorzien om de wegarbeiders over te laten lopen. Oef! Een eindje verder was de afrit van de N634 al te zien. Die zou hij nemen, maar ... daar kwamen zijn vrienden, de politiemannen, al achter hem aan. Op hun teken dat hij daar niet mocht wandelen, gebaarde hij dat hij de weg net verliet. Dat was O.K.

    Het nieuwe ronde punt waar hij nu terechtkwam, was nog niet geregistreerd in zijn gps. Een man wees hem de juiste weg en daar zag hij al een wegwijzer: Compostela: 155 km!!! (tiens, de gps zei 165... gooiden de Spanjaarden er met hun pet naar of sloeg Eva weer op hol?)

    In een café vroeg Harold een stempel. De man keek heel raar, maar haalde er toch een.

    Harold is nu vijf kilometer verwijderd van Rinlo. Hij weet nog niet of hij hier een slaapplaats zal zoeken of in het volgende dorp.

    Dat zullen we morgen te weten komen...

    De weg van Ribadeo naar Espinera zal naar het binnenland buigen om in Santiago uit te komen.

    O ja... de financiën staan er goed voor: nog een kleine tachtig euro heeft hij bij zich en het geld dat hij gisteren vond, heeft als gelukkige nieuwe eigenaar... een bedelaar.

    03-08-2008 om 23:01 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (22 Stemmen)
    02-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 35: VAN LAMUNO TOT LUARCA

    DAG 35: VAN LAMUNO TOT LUARCA

     

     

    Gisteren: Omdat z’n watervoorraad erdoor zat, moest Harold een drankgelegenheid binnenstappen om hem bij te vullen. Een jongen sprak hem in het Engels aan en vroeg waar hij vandaan kwam. “O, België!” ging de Lillenaar verder en schakelde toen over in het Frans. Hij wou vanalles weten over de tocht. Toen ze een eindje gebabbeld hadden, speelde Harold de ‘Marseillaise’ voor hem. Iedereen vond dit grappig. Het publiek vroeg om meer en er was een toffe sfeer. Gek eigenlijk, Harold kreeg meer en meer de indruk dat veel Spanjaarden nog nooit een viool van dichtbij gezien of gehoord hadden. De baas van het etablissement was tevreden en bedankte Harold met een half stokbrood met gerookte ham en een biertje. Tot twee uur ‘s nachts had hij gemusiceerd en verteld. Toen werd het toch tijd om op te stappen. De pelgrim hoopte heimelijk dat iemand hem zou voorstellen om bij hem thuis te blijven slapen of zo, maar tevergeefs...

    Drie huizen verder vond hij een oprit die afgesloten was met een haag en stenen. Er was een mooie, open sterrenhemel, dus vlijde hij zich daar neer uit de wind.

    Omstreeks 04.00 u. schrok hij wakker van een man die de hele tijd ronddwaalde in zijn nabijheid. Hij merkte ook dat zijn stinksokken, die hij een goeie meter van zich verwijderd gelegd had, nu naast hem lagen. Vreemd... De man riep de hele tijd: “Jésu! Jésu...” en nog wat gebrabbel erachter. Hij liep verder de straat op en schopte tegen een muur. Na zijn “Ai!” vervolgde hij weer met “Jésu...” Harold herkende de man uit de bar. Die was blijkbaar nog enkele uurtjes blijven drinken nadat hij al vertrokken was. Ondanks dit voorval, kon hij snel inslapen, maar werd wel om het half uur wakker.

    Vandaag: Om halfzeven riep de plicht hem en na een kort ontbijt met oud brood en water vertrok Harold om kwart over zeven. Hier in Spanje kon het water zo afschuwelijk slecht smaken, helemaal anders dan elders...

    Toen een bakkerin passeerde, hield hij haar tegen om een vers brood te kopen. Dat smaakte al stukken beter.

    Op de grote, saaie weg die hij een veertigtal kilometer moest volgen, riepen drie arbeiders hem na 1,5 km al terug. Hij mocht daar niet lopen, de baan was onderbroken omdat ze een viaduct aan het bouwen waren. De doorgang was te smal en hij zou er niet doorkunnnen met z’n rugzak. Wat nu? Hij kon toch moeilijk kilometers omlopen voor dit kleine stuk? Uiteindelijk gaven ze toestemming om in het midden te stappen, tussen de twee rijvakken. Dat was niet ongevaarlijk met alle voorbijrazende voertuigen. Spectaculair was het in ieder geval wel! De viaduct had een hoogte van 100 meter en bestond uit holle pijlers waar de mannen in- en uitkropen. Plotseling veranderde de weg in autosnelweg. Weer een probleem! Bij een restaurantje aan een afrit vroeg hij om raad. Men raadde hem aan om toch de autosnelweg te nemen. Het was veel korter en iedereen deed het... Er zou niemand iets zeggen, beweerden ze...

    Een aantal kilometer verder stak het echter zo tegen, dat Harold besloot om er af te gaan. Na enkele mislukte pogingen om over de balustrade te klimmen en op een andere weg te geraken, begon Eva opnieuw door te draaien. Dat ontbrak er nog aan!

    Op een gegeven moment lukte het toch en kwam hij op de camino terecht. Oef! Hij begon met een geruster gemoed de afdaling in te zetten, maar dat was te vroeg gejuicht, het weggetje kwam uit op de zee. Hij kon moeilijk over het water lopen en de rotsen leken gevaarlijk. De dikke keien waren ook niet van de comfortabelste om met versleten schoenen over te wandelen. Na wat zoeken, sloeg hij een geïmproviseerd paadje in met vertrappelde planten en toen was het weer klimmen geblazen. Het zweet droop overvloedig van hem af en hij kon zich goed bezighouden met het wegslaan van vervelende vliegen en ander gevleugeld gespuis. Boven gekomen, zag hij het baantje liggen. Twee madamekes lachten zich een bult toen hij drijfnat bovenkwam. Ze dachten waarschijnlijk dat hij met kleren en al een partijtje gezwommen had.

    Wat was hier weer allemaal de bedoeling van geweest? Harold besloot zich niet dik te maken en af te wachten. Niets was toevallig... misschien werd hij opgehouden om morgen ergens de mis te kunnen volgen.

    Toen hij er een hele lastige beklimming op zitten had, was de hele baan geblokkeerd en met draad afgezet. Eva leidde hem constant naar de nieuw aangelegde autosnelweg. Zou hij over de omheining durven klimmen? Die was wel 1,5 m hoog en hij was zo zwaar beladen... Even verder zag Harold een plaats waar de draad een eind naar beneden geplooid was. Daar hadden waarschijnlijk een aantal mensen voor hem hun kans gewaagd. Zijn voeten stonden nog maar gewillig op de draad of die begon op en neer te veren en onze arme pelgrim vloog met z’n klieken en z’n klakken achterover. Geen nood, bij een tweede poging lukte het wel en hij had enkel een schram op z’n bil. Z’n stok lag nu wel nog aan de verkeerde kant... Na wat gewriemel en geknutsel kon hij ook die weer bemachtigen. Zonder moeite geraakte hij over de vangrails die even verder z’n doorgang versperden en hij vond zelfs weer € 0,32 op de grond. Ze waren al roestig. “Mijn stoel- en schaalgeld voor morgen,” grapte Harold.

    Pff, ’t was weer om dood te vallen van de hitte! Na enkele uren stappen, was er op zijn gps nog geen kilometer bijgekomen. Dat betekende dat hij weer veel in rondjes gelopen had. Je zou er de moed haast bij verliezen. En wat voelde hij daar? Z’n (enige) broek was gescheurd! Een grote winkelhaak versierde zijn achterste.

    Bij een afrit twijfelde hij of hij er nu af moest of beter verderging langs de rechte weg. Dicht bij die splitsing vond hij weer € 1,07 en even verderop 10 cent. Als ik hier overal geld vind, is dit misschien een teken dat ik deze weg moet volgen, redeneerde de gelukzak en zo geschiedde... Had zijn voorganger misschien ook z’n broek gescheurd door over de omheining te kruipen en zo al dat geld verloren? Wie zou het zeggen?

    Een stuk van de afspanning was met braamstruiken begroeid. Hij vond er weer van die heerlijke, grote bramen om ‘u’ tegen te zeggen. Dat was een welkome afwisseling bij al dat brood.

    Scheel van de honger besefte hij even later dat hij langs de autosnelweg geen dorpen zou tegenkomen. Hij hoopte ook om geen politie tegen het lijf te lopen. De gedachten waren nog niet koud of daar kwam een combi aan. Ingehouden adem... gelukkig, ze reden voorbij. Enkele minuten later raasde een tweede politiewagen voorbij met blauwe zwaailichten en een luide sirene. Oef, dat was ook niet voor hem bedoeld...

    De honger dwong hem even halt te houden en wat proviand in z’n rugzak te zoeken: brood, een pompelmoes en een citroen... en niet te vergeten... het afschuwelijke water. Ondertussen lapte hij z’n broekje wat op met een veiligheidsspeld.

    De tocht ging maar niet vooruit en in de verte had hij enkele dorpjes gezien. Hij vond het beter om zo snel mogelijk in die richting te gaan.

    Een kilometer verder zwaaide een man bij een bestelwagen van de servicedienst van de N263 en maakte hem duidelijk dat hij daar niet mocht lopen. Harold probeerde hem aan het verstand te krijgen dat het de schuld was van z’n gps en dat de laatste vernieuwingen er nog niet in zaten. Er was geen lievemoederen aan. Meneer vroeg of hij de plakkaten misschien niet gezien had en dwong hem terug te keren naar de afrit en een hele omweg te maken om op een andere baan te geraken. Alweer! Zou hij toch niet...? Neen, de plichtsbewuste Spanjaard bleef wachten tot hij zag dat de reiziger al zijn richtlijnen opgevolgd had. Daarna verdween hij uit het zicht. Ha, daar was een wegwijzer met als opschrift ‘Luarca 9 km’. Een eind verder aan een rond punt vond hij een wegwijzer met daarop ‘Luarca 10 km’. Nee, hé! Niet weer... Hoe meer hij wandelde, hoe minder route hij inkortte. Er klopte iets niet! Met de moed zowat in z’n schoenen, stapte hij een café binnen om kopje troost. Hij mocht ook z’n watervoorraad aanvullen (net op tijd, want hij zat weer zonder) en kocht een dik stuk brood. Harold liet zich vertellen dat er in Luarca een refugio was. Luarca was een mooie stad, maar Eva dacht daar blijkbaar anders over. Ze stuurde haar begeleider steevast weer naar de autosnelweg en liet hem gedurig rondjes lopen.

    Harolds hart sloeg een tel over toen hij mooie kiwi’s zag hangen. Die had hij nog niet op het menu gehad. Vol vreugde zette hij z’n tanden erin, maar hij brak die bijna. De vruchten waren echt nog niet te eten. Jammer...Enkele braambessen maakten dit later weer goed.

    In Luarca zag Harold een man fietsen met z’n dochtertje achterop en z’n zoontje ernaast op een klein fietsje. Dat laatste riep enthousiast: “Hello!” Onze wandelaar deed hen stoppen en vroeg of ze de uurregeling van de missen kenden. De fietser vertelde dat hij een Engelsman was die gehuwd was met een Spaanse. Hij mocht verderpraten in het Engels. Er bleek de volgende dag op de middag een eucharistieviering door te gaan in het kerkje wat verderop. Toen vroeg hij waar de reis naartoe ging en wat het volgende dorp zou zijn. Ha, Navia? Daar was morgen rond de middag ook een mis! Dat zou nog beter in z’n planning passen. De Engelsman stelde voor om in het dorp te overnachten en de volgende ochtend de 16 km te stappen voor de viering en wenste hem nog veel succes toe.

    Toen ging Harold op zoek naar een auberge om een nieuwe credencial aan te vragen. Hij moest zijn gegevens in het logboek zetten en kreeg er toen een. De andere was al helemaal vol.

    De uitbater van de refugio was verwonderd dat onze Vlaming nog verder wilde stappen na 19.00 u. “Ik ben nog maar goed op dreef,” beweerde Harold. De ander schudde niet-begrijpend z’n hoofd.

    De hongerige pelgrim plukte net een peer van een boom, toen de Engelsman terugkwam. Hij had over de ontmoeting verteld aan z’n echtgenote en die beweerde dat ze Harold ook al gezien had. Ze stuurde haar man terug om te vragen of hij geen zin had in een pintje. Dat had hij wel. De familie woonde in Engeland, maar was momenteel met vakantie bij de ouders die hier woonden. De mama diende een schotel met brood en een soort vis op en een andere met tortilla. Ze legde ook een zak klaar met proviand voor de volgende dag: snoepjes, koekjes, ... Uit dankbaarheid haalde Harold z’n viool boven en de hele familie kwam rond hem zitten. De Spaanse vrouw en haar zoontje waren ook met pianoles begonnen en konden het dus echt appreciëren. De opa sprak behalve Spaans ook Duits en vertelde heel verheugd te zijn nog eens een échte pelgrim in z’n huis te mogen ontvangen. Hij zei dat hij ook gelovig was, elke dag bad en naar de mis ging. Toen stelden ze voor dat Harold in de grote ingerichte badkamer zou slapen in het huisje dat ze naast hun woning gebouwd hadden. Die badkamer – eerder een balzaal – was ingericht als een soort pingpongruimte. Hij mocht vrij beschikken over wc, douche, ... en kreeg een ligzetel om zich te rusten te leggen. Als dit geen prachtig cadeau was voor onze huwelijksverjaardag! Het kon hem geen zier meer schelen dat hij bijna al z’n voorsprong weer kwijt was en meer dan 12 km omweg gemaakt had vandaag. Z’n prima gastenverblijf deed hem alles op slag vergeten.

    Morgen hoopt Harold een eucharistieviering te hebben in Navia op het uur dat de mensen hem gezegd hadden.

    Dankbaar om al het moois van vandaag sloten we ons telefoongesprek af. Weet je dat het maar vijf keer meer slapen is voor we elkaar terugzien? Het begint nu echt wel te kriebelen!

    Maandag komt het laatste verslag op de blog. Dan zal iedereen een beetje geduld moeten uitoefenen tot 13 augustus om het vervolg te lezen. De zussen zullen wel dagelijks een kort berichtje plaatsen...

     

    02-08-2008 om 00:00 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (27 Stemmen)
    01-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 34: VAN GIJÓN TOT LAMUNO

    DAG 34: VAN GIJÓN TOT LAMUNO

     

    Gisteren: Na mijn telefoontje had Harold nog een kilometer of vijf doorgestapt. De barman van een drankgelegenheid waar hij een koffie nuttigde, had enkele jaren geleden nog in Eeklo gewerkt en sprak nog wat gebroken Vlaams. ’t Is te zeggen, wat er uit z’n mond kwam, was van een bedenkelijk alooi: “That’s my best friend... kust me kloaten!” Om het niveau wat op te krikken, wou de muzikant wat ten beste geven, maar aan de eerste tafel waar hij kwam, kreeg hij geld toegestopt om NIET te spelen. Tja... hij stopte zijn instrument weg nadat hij enkel voor de barman een liedje gespeeld had.

    Van een overdekte building (een soort appartementsgebouw met de onderkant helemaal open) kroop Harold over de omheining en na een eerste inspectie was de plaats goedgekeurd als nachtverblijf. De slaap liet niet lang op zich wachten, maar rond 2.00 u. werd onze pelgrim wakker van de kou en de tocht. Met de training aan dommelde hij dan in tot 6.45 u..

    Vandaag: Het ontbijt was weer snel achter de kiezen – droog brood en water – zodat hij om 7.20 u. al aan het wandelen was.

    In het tankstation dat iets verderop lag, begon hij aan de was en de plas, het opladen, scheren enz... Ook genoot hij van twee koffies als brandstof voor wat komen moest. Hij was alweer vijftig minuten zoet.

    Onderweg stak hij twee Poolse meisjes en één Duitse voorbij. Ze waren even het noorden kwijt, maar bleken toen volgens de gps toch juist te lopen.

    Hij haalde ook een Duitse fietser in die even stond te babbelen met een landgenoot. De ene kwam van Compostela, de andere ging er naartoe. Toen raakte Harold aan de praat met de terugkerende. Het was een soort reformist die met veel zaken van het geloof moeite had. Hij was echter laaiend enthousiast over Harolds manier van pelgrimeren. Da’s nog zoals vroeger... De Belg raakte in z’n nopjes en schonk één van z’n twee moussen weg die hij nog als reserve bijhad. Die arme Duitser had heel veel pijn in de schouders van de duwende rugzakriempjes. Toen hun wegen weer scheidden, hield Harold een goed gevoel over aan dit gesprek... en dat primeerde boven het tijdverlies van een uur. Als je op een bedevaart nog niet mag evangeliseren...

    Avilés was al zichtbaar toen hij de twee Poolse meiden weer tegenkwam. Hij plukte net braambessen en ze konden haast niet geloven dat z’n dagrantsoen bijna enkel uit brood en gevonden fruit bestond. Ze vonden dat ze wel een beetje van hun ‘crispy bread’ aan hem konden afstaan en hij bedankte hen hartelijk. De tocht ging al babbelend verder en de meisjes vroegen of hij van plan was om in de toekomst nog zo’n toeren te doen. Hij antwoordde ontkennend en vertelde over zijn toekomstige werk als diaken. Daarna ging het over de manier van geloven in Polen, waardoor ze bijna automatisch uitkwamen bij het bedevaartsoord Czestogowa. Harold vertelde dat hij daar nog eens naar toe wilde, maar nog liever naar Krakau, naar zuster Faustina... “Maar, dat is waar ik woon!” wist Karolina Liszka met een big smile en ze gaf haar adres en telefoon. We mogen eens met het hele gezin overnachten bij haar thuis... Dat lijkt mij een aanlokkelijk voorstel voor de grote vakantie van volgend jaar! Omdat ze de weg niet wisten naar de refugio, wilde Harold een kleine omweg maken om hen met de gps te gidsen. De refugio werd tijdelijk door een Belg opengehouden. Die beweerde dat hij Harold kende ‘van horen zeggen’. Hij was lid van het vennootschap van Compostela. De meisjes waren veilig afgeleverd, dus kon er weer verdergegaan worden. Harold kon maar niet begrijpen hoe ze elke dag al stoppen als ze net goed op dreef zijn. Na 18 tot 20 km houden ze het voor bekeken. De rest van de dag vullen ze in met rusten, telefoneren, genieten... Eén van de meisjes riep hem terug om een rijstkoek met een plakje kaas te geven en een Duits meisje dat er net bijgekomen was, gaf hem ook twee sneetjes van haar brood. Met een dankbaar hart, liep hij de refugio uit.

    Op het einde van de dag dronk hij twee koffies in een bar vol mannen. Ze vroegen hem uit over wat hij aan het doen was en wogen eens aan de rugzak. Van het Spaans verstond hij bijna niets, maar sommige kerels spraken Engels of Frans. Toen hij weer wou vertrekken, moest hij niet meer afrekenen. Dat hadden die mannen al voor hem gedaan. Dank, Voorzienigheid, Je hebt je pluk vandaag!

    De weg in de voormiddag was heel saai geweest. Van Gijón tot Avilés was alles industrieachtig en vuil. De vrachtwagens die voorbijraasden, stonken naar olie en vet. Het was precies of Harolds reukorgaan in die 34 dagen superontwikkeld geworden was.

    Gelukkig bracht de namiddag meer variatie, bos, mooie zichten en lekkere geuren.

    De zon deed haar best vandaag en de lucht voelde niet meer zo zwoel aan. Een fris windje zorgde voor een aangename afkoeling.

    Als vieruurtje kon Harold een lekkere, sappige conférencepeer te pakken krijgen met z’n wandelstok en even verder een grote appel aan een wilde boom.

    Om veel tijd te sparen en de bergen niet over te moeten, koos Harold een stuk voor de route door het dal langs de grote baan. ’s Morgens en ’s avonds was het er druk, maar overdag viel het best mee. Het ging van Avilés over Soto del Barco, langs Muros, naar San Juan en Duenas.

    Nu is hij net toegekomen in Lamuno. Het dorp lijkt niet erg uitnodigend; alles is er afgesloten. Rond elk huis zijn er hoge ijzeren netten gespannen, dus is er geen enkel afdak bereikbaar. Vreest men hier voor inbraken, of zo? Waar zal mijn echtgenoot nu weer terechtkomen? De bar lijkt me niet zo geschikt en voor de rest is alles doods en verlaten...

    Nog 244 km te gaan naar Santiago en al 1505 km gedaan. Hij is nu een goeie 15 km vóór op schema.

    De ribbeltjes van z’n schoenen zijn bijna overal weggesleten. Je voelt de steentjes waar je op trapt al goed door de schoenzool heen. Toch zullen ze het nog 250 km uithouden, meent Harold.

    Toen we telefonisch afscheid namen, wenste mijn schat me nog een gelukkige huwelijksverjaardag voor morgen. Dan zijn we 18 jaar met ons bootje onderweg.

    Hoe attent van hem om daar zo vroeg al aan te denken. Hij was rapper dan ik...

     

     

    01-08-2008 om 23:49 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (24 Stemmen)
    31-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 33: VAN COLUNGA TOT GIJÓN

    DAG 33: VAN COLUNGA TOT GIJÓN

     

    Gisteren: Nog een heel eind bleef Harold in Colunga. Hij wou niet in het centrum slapen wegens te druk en te lawaaierig en hij meed angstvallig tochtige plaatsen omdat hij nat was van het zweet. Even buiten het centrum zag hij een groot gebouw met dieper liggende, grote vensters. De vensterbanken waren breed genoeg om uit de tocht te liggen. Hij installeerde zich rond kwart voor elf en de voorbijgangers moesten lachen toen ze hem zo zagen liggen. Het slapen ging redelijk als hij zich tenminste elk half uur van kant draaide. Dat ging niet zo comfortabel in de smalle slaapzak op een vensterbank.

    Vandaag: Om 6.45 u. ontwaakte hij en een half uur later was hij ribbedebie. Het ontbijten ging supervlot met droog brood van twee dagen oud. Toch smaakte het hem.

    Harold nam weer het voornemen om zo lang mogelijk te overleven op droog brood, water en het fruit dat hij langs de weg vond. Als het niet meer lukte, zou hij een koffie drinken met melk en suiker.

    De morgenstond had duidelijk goud in de mond! Wat is er mooier dan de zon die opkomt in de bergen en die de laatste slierten mist uit het dal verjaagt? Er was bijna geen verkeer, zelfs langs de grote weg, de eucalyptusgeur verrijkte de lucht en af en toe ving hij weer een glimp op van de zee met z’n prachtige rotsmuren met inhammen.

    Wat vond hij langs de weg? Zure appels die gelukkig net eetbaar waren, braambessen, verschillende soorten pruimen en lekkere vijgen. Gelukkig dat hij een goede wandelstok had. Die was ideaal om het onbereikbare fruit toch te kunnen bemachtigen.

    Het werd weer een dag van overpeinzingen. Voortdurend flitsten er uitspraken van vader Bernard door z’n hoofd: “Mediteer regelmatig over de geloofsbelijdenis, het Onze Vader en de tien geboden. Laat zin voor zin voor je geestelijk oog voorbijgaan...” Het was eigenaardig, maar meer en meer begon hij linken te zien tussen de verschillende gebeden en het dagelijkse leven. Ook moest hij denken aan het levensverhaal van zijn geestelijke begeleider. Voordien (d.w.z. voor z’n echte bekering) was hij een gewone priester en als de mensen hem vroegen om voor hen te bidden, antwoordde hij: “Jaja...” , maar hij hechtte daar niet zo uitzonderlijk veel belang aan. Toen hij die vragen meer en meer au sérieux ging nemen en daadwerkelijk voor de intenties van die mensen bad, merkte hij welk een kracht daar van uitging. Plotseling werd de pelgrim van vreugde vervuld toen hij besefte hoeveel mensen er dagelijks voor hem baden. Gelukkig maar, want zoveel intenties van anderen indachtig zijn, is een beetje teveel om alleen te kunnen dragen. Wat is het toch wonderschoon om je geloof te beleven op die manier!

    Het was duidelijk een klimdag. De honger stelde hem danig op de proef bij de ellenlange, steile beklimmingen! Het fruit was meer dan welkom.

    In Villaviciosa vulde hij z’n dagrantsoen van droog brood en fruit aan met 2 koffies. Hij kocht ook twee stokbroden en vulde z’n watervoorraad aan. De wandelkaart beloofde immers een stevige klim en daar had je voldoende brandstof voor nodig. Bovendien gaf de zon verschrikkelijk van katoen. De beambte in het stadhuis keek argwanend toen hij een stempel vroeg en hij moest warempel eerst z’n identiteitskaart laten zien voor hij er één kreeg. Z’n rugzak stond namelijk in het lokaal ernaast en men zag hem waarschijnlijk voor toerist aan.

    Vijf kilometer over Pedroso had hij een adembenemend uitzicht over de hoogste bergtoppen. De weg lag vol afgevallen eucalyptusblaren en door de hitte van de grond die opsteeg, verspreidde zich een heerlijke geur.

    Tot Peón bleef het maar omhooggaan en daarna ging het serieus bergaf. Toen begon het te waaien, werd het bewolkt en uiteindelijk begon het ook te regenen.

    In de hele streek was er niet veel bebouwing, maar net op het goeie moment stond daar moederziel alleen... een restaurantje. Hij kreeg toestemming om er te schuilen. Dat was op het nippertje! Alles werd opeens zo zwart dat je geen bergen meer kon onderscheiden. “ ’t Is toch niet waar, hé...” zuchtte Harold, maar hij slikte de rest in. Misschien had deze pauze ook wel z’n bedoeling. Achteraf gezien was hij er heel blij om. Hij bestelde een koffie en besloot de intenties die hij meehad nog eens door te lezen. Het trof hem dat hij ze de tweede keer ànders las dan eerst. Bepaalde dingen raakten hem waar hij de vorige keer niet echt bij stilgestaan was.

    Waauw, dat was nog eens een verrassing: bij de koffie lagen VIER grote koeken. Hij keek de vriendelijke mevrouw vragend aan en ze glimlachte begrijpend. Na de intentiebriefjes, nam hij het boekje dat deken Wilfried bij de zendingsviering meegegeven had. Wat stonden daar mooie gebeden in. Hij las ze één voor één. Vier uitspraken vond hij heel mooi:

                - Een priester is een optimist. Hij zegt altijd: “Laten we danken!” en hoe ouder ik

                word, hoe meer  ik beken, hij heeft gelijk!

                - God vervult niet al onze wensen, wèl al Zijn beloften. (Dietrich Bonhoeffer)

                - Beste vriend, als ik één ding vragen mag, bid eens voor mij. Als ik nog wat

                vragen mag, laat het me af en toe weten dat je voor me bidt.

                - God, als ik U wil liefhebben zoals Gij mij bemint, moet ik Uw eigen liefde lenen,

                dan alleen vind ik rust. (H. Teresia van Lisieux)

    Bij een volgende koffie (mèt vier grote koeken!) liet hij alles nog eens bezinken.

    Toen het ophield met regenen, vervolgde hij z’n weg. ‘Eva’ sloeg voor de verandering weer eens op hol en zond hem allerlei boswegeltjes in vol lang gras. In een wip waren z’n schoenen doornat. Je kunt de boom in, dacht Harold en hij besloot de grote baan terug te zoeken.

    Tegen de avond begon de lucht weer te overtrekken. Voor de volgende drie à vier dagen werd inderdaad regen voorspeld.

    De 43,7 km van vandaag zijn afgestapt en nu wandelt onze Vlaming nog even verder om een plaats voor de nacht te zoeken. Het is MAAR 299 km meer naar Compostela... dat klinkt nog eens goed! Morgen trekt hij richting Avilés.

    Een tevreden pelgrim blikt terug op de voorbije dag. Na een babbeltje (Laat die ‘tje’ maar vallen! De gesprekken duren meestal drie kwartier!) werd het nut van de regenpauze opeens heel duidelijk. Het is ongelofelijk hoe sommige dingen die Harold beleeft, een antwoord kunnen zijn op vragen van mensen aan het thuisfront. We beseffen allebei niet op het moment zelf welke bedoeling erachter steekt, maar ’s avonds vallen de puzzelstukjes in elkaar. Voor zulke genaden zijn we echt dankbaar!

    Na bijna vijf weken heeft Harolds lichaam zich goed aangepast. De pijnen zijn veel draaglijker geworden en hij slaagt erin om de dag door te komen met brood, water, gevonden fruit en 6 koffies met melk en suiker.

     

    Lieve mensen, jullie hebben nog vier verslagen tegoed vóór ik mijn ventje achterna ga. Daarna zetten de dochters dagelijks een heel beknopte boodschap op de blog. Op 13 augustus krijg je het volledige eindverslag te lezen.

    Blijven we met elkaar verbonden in gebed? Voor wie geïnteresseerd is, volgen hier de intenties waar de negen opeenvolgende dagen speciaal voor gebeden wordt in de noveen van de Barmhartige Jezus: dag 1: de hele mensheid, in het bijzonder alle zondaars/ dag 2: de priesters en religieuzen/ dag 3: alle vrome en trouwe zielen/ dag 4: de heidenen en diegenen die Jezus nog niet kennen/ dag 5: de ketters en de afvalligen/ dag 6: de zachtmoedigen, nederigen en kleine kinderen/ dag 7: de mensen die Zijn Barmharigheid bijzonder vereren en verheerlijken/ dag 8: de zielen die in de gevangenis van het vagevuur zijn/ dag 9: de lauwe zielen.

    Tot later!

     

    31-07-2008 om 00:00 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (24 Stemmen)
    30-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DAG 32: VAN PANCAR TOT COLUNGA
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DAG 32: VAN PANCAR TOT COLUNGA

     

    Gisteren: In het kerkportaal viel Harold redelijk snel in slaap. Om het uur werd hij wakker omdat er één of ander lichaamsdeel sliep door de oncomfortabele houding. De laatste twee uur moest hij met z’n training slapen, want het werd erg wak en koud. Van de mieren en de zilvervisachtige kriebelbeesten geen spoor meer te bekennen. Volgens mijn teergeliefde waren ze bang van z’n stinkvoeten.

     

    Vandaag: Klokslag zeven stond hij op en om kwart voor acht begon hij z’n dagtrip met droog brood en water. Even verder kwam hij voorbij een koffiebar, maar vandaag wou hij geen koffie drinken om z’n noveen kracht bij te zetten. In een tankstation wat verderop kon hij zich wassen, z’n gps en gsm opladen, z’n tanden poetsen en de was doen. Dat nam een klein uur in beslag.

    Na dat karwei kon hij met de noveengebeden beginnen. O, wat hing daar in die boom? Wat een reuzenmandarijnen! Hij plukte er een zevental en toen hij z’n tanden erin zette, proefde hij geen mandarijn, maar pompelmoes! Aangezien Harold liefhebber is van zuur, vond hij ze lekker. Wat hij verder aan fruit tegenkwam, was niet te eten...

    De saaie weg begon danig op z’n zenuwen te werken. Hij begon almaar trager te stappen en voelde z’n krachten minderen. Help, ik heb suiker nodig, dacht de afgematte pelgrim.

    Daar was een kapelletje en – dit was echt uitzonderlijk! – het stond open. Er hing een groot beeld van de gekruisigde Christus en je kon er een noveenkaars laten branden. Je zult het niet geloven, maar van de hele pelgrimstocht was dit de eerste kapel waar dit kon. Vanmorgen had Harold lukraak wat  kleingeld in z’n broekzak gestoken omdat het telkens een hele rompslomp was om geld uit z’n rugzak te nemen. Hij was niet van plan om iets te gaan drinken, maar je wist nooit of hij iets nodig zou hebben... Een kaars kostte € 1,70. Hij gritste in z’n zak en begon te tellen... precies € 1,70!!! Dat kon toch geen toeval zijn!

    Harold voelde dat hij niet meer verderkon. Hij at z’n voorverpakt koekebrood op en goot enkele suikerzakjes (die hij gespaard had van bij de koffie) in z’n mond. Toen viel z’n oog op drie pruimenbomen. De helft van de vruchten was nog onrijp, maar enkele waren toch te eten.

    Dat scheelde al een stuk... hij zag het weer zitten.

    Om 14.00 u. bad hij z’n tientjes en om 15.00 u. het kroontje van de Barmhartigheid. Toen ging alles echt z’n krachten te boven. Hij herinnerde zich de strenge woorden van zijn echtgenote(!) dat hij niet koppig mocht blijven vasten als het echt niet meer ging. Met tegenzin gaf hij toe dat hij aan z’n limiet gekomen was. In Ribadesella dronk hij een grote koffie met melk en veel suiker. Hij gaf € 1,20 aan het vriendelijke meisje, maar ze deed teken dat dit teveel was. Hier kostte het maar tachtig cent. “Geef me er nog maar eentje als het zo zit...” lachte Harold die al helemaal aan het opkikkeren was. Het was toen kwart over drie en hij had toen 27 km in de benen.

    De tocht ging verder over la Playa: het ‘schone’ vlees zat zedig verpakt van deze keer, maar hoe ouder en dikker de mensen waren, hoe bloter ze er bijliepen.

    Daarna volgde de gps 100 % de camino. Wat was het hier fantastisch, prachtig, wonderlijk, supermooi! Hij waande zich in een andere wereld. Je kon het vergelijken met de dagtochten die we in Oostenrijk en Zwitserland deden. Paarden, koeien, huisjes en stallen die op palen gebouwd zijn met een platte steen rond de paal (tegen ongedierte dat zou kunnen binnenkomen)... Alleen stonden hier ook reuzen van eucalyptusbomen, wel 50 à 60 m hoog en met dikke stammen. De geur was onbeschijfelijk en deed z’n longen helemaal openkomen.

    Af en toe had hij zicht op de zee met grote ‘muren’ vol inhammen in het water. Het deed hem denken aan de Noorse fjorden.

    In een klein dorp zag hij een huisje dat potdicht was en omheind met doornloze bramen. Die vonden snel de weg naar z’n mond!

    Heerlijk was het hier en ongetwijfeld het mooist qua natuur van al wat hij op z’n reis al gezien had. De bospaadjes boden weldoende schaduw aan z’n vermoeide leden, want het was vandaag weer snikheet.

    Opeens zag hij iets wat z’n euforie danig temperde! Een groene adder van een halve meter. Harold wierp er stenen naar, maar het beest bleef zitten. Zelfs toen het bijna geraakt werd, verroerde het geen vin. Zou de slang misschien dood zijn? Onze held betrouwde het toch niet helemaal en keilde een grote kei rakelings langs zijn kop. Toen schoot hij weg als een pijl uit een boog. Vanaf dat moment was manlief op z’n hoede!

    Er kwam maar geen einde aan al dat steile klimmen...

    In Colunga werd hij nogmaals geconfronteerd met ‘la vie’! Het café waar hij een koffie wou drinken zat nokvol badgasten. Die bekeken hem of hij een vuilpot was. (was dat niet zo misschien, Harold?) In deze stad wilde hij een slaapplaats zoeken...

     

    Balans van de dag: ongeveer 47 km reisweg ingekort, nog 342 km te gaan. Hij is een beetje voor op schema omdat hij zondag weer naar de mis wil en mogelijks veel tijd zal verliezen.

    Moraal: zg!

    Gaat morgen richting Gijón.

    Van zijn twee kousenparen zitten z’n grote tenen er volledig door. Het hindert hem niet bij het stappen, maar ‘t is grappig als hij z’n schoenen uitdoet. De kousen van Jean-Marie zijn te fijn en spaart hij voor in uiterste nood.

    Z’n kleine teen biedt hardnekkig tegenstand de eerste uren van iedere dag. Daarna betert het telkens.

    Elke dag stapt hij ongeveer 10 uur en pauzeert hij een tweetal uren. Hij drinkt af en toe rechtstaande een koffie aan de toog en doet zelfs z’n rugzak niet af omdat het een verschrikkelijke klus is om zichzelf opnieuw ‘in te pakken’.

    De slijtage van z’n schoenen blijft binnen de perken. Ze zullen waarschijnlijk toch de eindmeet halen!

     

    Wat ik nog moest zeggen over gisteren: Je weet nog wel dat die vriendelijke man met z’n wandelkaarten Harold water gaf? Eerst wilde hij het niet aannemen omdat hij er nog veel bijhad. Gelukkig heeft hij het toch aanvaard, want onder de route is hij droog gevallen. Het waterflesje was meer dan welkom! (Ik val zeker in herhaling als ik over de Voorzienigheid begin?)

     

    30-07-2008 om 22:56 geschreven door nele  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (64 Stemmen)


    Archief per week
  • 17/11-23/11 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs