E. SCHEPENS gaf reeds een aanzet in 'Enige gegevens over de
heerlijkheid Raveschoot' (Castellum, jg. VII, nr. 2, juni 1990): "Het archief van Wetteren, het fonds Piers de
Raveschoot en andere bronnen omtrent de heerlijkheid Raveschoot heb ik bewust
niet geraadpleegd, daar ik met deze bijdrage anderen hoop aan te zetten de
geschiedenis van deze heerlijkheid verder uit de diepen". Zo gezegd, zo gedaan.
De oudste bekende voorouders waren leenmannen in dit gebied dat in 1228 voor het eerst vermeld werd als Rafenscoet (a), in 1296 als Raffenscoet (b), en in een renterol ca. 1400 van de Kalkense Tafel van de Heilige Geest als Raffelscoet. Later kwamen ook de spellingen Raffe(l)schoot, Raeveschoot of Raverschoot voor. Het bestond uit land, meers en bos, lenen,
achterlenen en cijnsgronden. In 1569 bedroeg de oppervlakte "vier ende tsestich bunderen en half ende
hondert roeden lettel min ofte meer", omgezet zo'n 41 ha. Naargelang de bron varieerde die tussen 37 tot zelfs ca. 108 ha.
Het vormde een enclave binnen Kalken. maar was bestuurlijk en rechterlijk afhankelijk van Wetteren, een zgn. aenhangsel (Fr. appendage). De bewaarde Staten van Goed bevinden zich in het Wetterse archief (RAG). Andere stukken zoals landboeken en leenverheffingen zitten dan weer verspreid over het Laarnse en Kalkense archief. Het dagelijks bestuur was in handen van een baljuw, als plaatsvervanger van de eigenaar (:arrow: Jan HAGHENS Generatie IV), bijgestaan door een griffier en ontvanger. Soms werden deze functies gecumuleerd. De topadel had er ooit een verblijf: "Daerenboven zijn hier geweeft verfcheyden Sloten of Caftelen vande welcke twee de voornaemfte zijn geweeft inde geweften Ravefchoot ende Gavere: Ind'eerfte hebben de Graven van Vlaenderen haer lacht-huys gehadt" (c). Deze constructie maakte op een later tijdstip plaats voor een omwalde pachthoeve die nog altijd bewoond is.
Het geestelijke leven speelde zich af in de parochie van Kalken, waar de geboortes, huwelijken en overlijdens staan opgetekend in de registers, ook de heffing en ophaling van de 'tienden' kwam toe aan deze parochie (:arrow:Het landboek / grote tiendenboek van Kalken (1610)). Bij besluit van de prefect van het Scheldedepartment werd het tijdens de Franse periode op 23/08/1806 ingelijfd bij Kalken en deels afgescheiden bij de oprichting van de gemeente Beervelde in 1921. Sinds de fusie van 1976 behoort het definitief tot Lochristi.
(a) F. DE POTTER & J. BROECKAERT, Geschiedenis van de Gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen, vierde reeks, arrondissement Dendermonde, eerste deel, 1889.
(b) F. HOOGHE, De rekening van het Land van Dendermonde van 1295-1296 opgesteld door ontvanger Bardelin de Barde, in Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, vierde reeks, XXVIII (2009), pp. 321-348.
(c) J. MAESTERTIUS, Beschryvinge vande stadt ende landt van Dendermonde, 1646, p. 152.
(De Landelijke Gilden organiseren elke laatste zondag van de Gentse Feesten, de 'Gentse Buitenband', een reeks recreatieve fietsroutes in de groene rand. Op het einde van een tocht kwam ik met vrienden uit op een met bomen geflankeerdpad, toen een vreemde gewaarwording me overviel. Het voelde vertrouwd aan, maar kon het niet meteen plaatsen. Toen we rechtsaf sloegen op de smalle geasfalteerde weg, begreep ik meteen waarom: we bevonden ons in de Raveschootdreef waar ik enkele jaren voordien met de wagen was gepasseerd! De E17 Gent-Antwerpen dwarst de afgebakende heerlijkheid, met links de Rivierstraat, bovenaan Beervelde met de Toleindestraat, rechts de Hanselaarstraat die uitloopt in de Brugstraat, en onderaan de (Kleine) Heistraat.GOOGLE EARTH)
De naam is afkomstig van het Germaanse hrabna (raaf) en skauta (beboste hoek, hoger gelegen land uitspringend in een moerassig terrein). In Oost-Vlaanderen komt de benaming ook voor als de vesting Rave(r)schoot nabij Eeklo, én te Gent (:arrow: Eigenaars van Raveschoot 14de-19de eeuw), waar volgend sterk verhaal een alternatieve verklaring biedt: "De heerlykheyd van Raveschoot, gelegen eertyds op het
Sand buyten en nu binnen Gend, in de S. Lievenstraet, heeft haeren naem
ontleent van eene oude edele familie (*), welke alzoo genoemt wierd, om dat eenen
ridder der zelve, in de tegenwoordigheyd van den graef van Vlaenderen Arnold
den I (10de eeuw) en van eenige opperhoofden der noordmannen, tot een bewys dat zyne behendigheyd
de gene van die barbaeren overtrof, op het Sand, buyten Gend, met zynen schigt (pijl) dry raeven in de vlugt schoot, waer om den graef hem een gedeelte van den grond
schonk, alwaer hy deze daed verricht had en den zelven onder den naem van Raveschoot
tot eene heerlykheyd opregtte, en de heeren van Raveschoot in het vervolg dry
zwarte raeven op een goude veld in hunnen wapenschild gevoert hebben" (M. VAN VAERNEWYCK, De
historie van Belgis, of kronyke der Nederlandsche oudheyd, 1784, p. 110).
(*) een Cono van Raveschoot wordt genoemd als plaatsvervangende getuige in een oorkonde van 22 juli 1205 (C. VLEESCHOUWERS, Het Archief van de Abdij van Boudeloo te Sinaai-Waas en te Gent, Deel II - Regesten en Oorkonden, Brussel, 1983, p. 175).
In 1653
werd Livinus Haghens' zoon Livinus (:arrow:Tak 3) in navolging van zijn vader en oom aangesteld tot baljuw:
"Lieven haghens fs lievens
heeft synen eedt ghedaen als bailliú van de heerlykhede van Raveschoot van Jo(nke)r Remij de Saman heere van de port (d) desen 17 Junij 1653... adriaen baert"
(d) de Heerlijkheid van de Poorte lag te Belsele/Waasmunster.
(:arrow:Eigenaars van Raveschoot (14de-19de eeuw) (g)
(RABW, OAL, Supplement, nr. 511: Register gehouden voor de inschrijving van de wettelijke
passeringen en leenverheffingen van de heerlijkheid Raveschoot (1648-1719),
f15r°)
Aan de hand van voormeld
stuk van E. SCHEPENS (*) en zijn vervolgartikel 'Het leen- en renteboek van het
leenhof en van de heerlijkheid Raveschoot omstreeks 1767' (** Castellum,
nr. 3, 1992) kunnen we erfgronden traceren over verscheidene generaties heen:
- uit de SvG van baljuw Livinus
fs Livinus (1667):
"den clays
ackere up de wyck van raveschoot" (:arrow:De Staat van Goed: een rijke bron I). Deze lag ten westen van
de Rivierstraat en ging via zijn zoon Petrus over op kleindochter Joanna, en
nadien op aangetrouwde familie:
"Bartholomeus Baes te voorent Gillis Baes zijnen vader causa uxoris Janneken Haegens bij versterfte van Pieter Haegens haeren vader ter causen eenen acker landt genaemt de veursten claijsacker" (cijnsgrond **).
"angaende de twee partye landts leen wesende gheleghen up den voorn wyck van raveschoot het eene ghenaempt het poothardeken ende het andere het wulgardeken" (SvG).
Deze gronden gingen over op zijn zoon Andreas uit zijn eerste huwelijk: "Op den 21 novemb 1667 heeft andries haeghens syn leen verheven hem verstorven vuyt de hoofde van synen vader lieven haeghens gheleghen op dheerl van raveschoot in twee stucken de eerste ptije ghenampt het potaerdeken groot vier hondert roen de tweede ptye ghenampt het wulghardeken groot vier hondert roen ten selven daghe soo heeft andries haghens synen eedt ghedaen als manne vande leene der vooy heerl actum" (RABW, OAL, Supplement, nr. 511: Register
gehouden voor de inschrijving van de wettelijke passeringen en leenverheffingen
van de heerlijkheid Raveschoot (1648-1719), folio 96r°).
Nadien vinden we bij: "Dionisius Bracke filius Jacobus
causa matris Livine Haegens bij successie van Lieven Haegens haeren vader (e),
hout een leen bestaende in eenen partije land genaempt het potaerdeken groot ontrent 400 roeden... zuijt de Raveschootdreve... west de wallen van d'hofstede van Raveschoot"
en bij: "Christine
Dauwe filia Lieven weduwe Jacobus Van Damme bij successie van haere moedere
Pietronelle Haegens (f), houdt een leen van desen hove zijnde een partijeken
lants groot vierhondert roeden en volgens metinge Carbonelle 390 roeden
genaempt het wulgaerdeken (g)" (achterleen**)
(e)
:arrow:Tak 3.
(f) Petronella's echtgenoot Livinus Dauwe is doopheffer bij een kind van de
hierboven vermelde Egidius (Gillis)
Baes. Haar ouders zijn onbekend.
(g) vermoedelijk plaats aan de beek waar wol werd gewassen.
"item is den
overledene erfachtych ghestorven was hem competerende eene partye van lande
gheleghen binnen de prochie van calckene ghenaempt dheye" (SvG)
"Jan Hulstaert filius Jacques bij coope van Pieter
Haegens (h) volgens coop ende erfve vanden 31 en decembre 1770, houdt een leen
van desen hove zijnde een partijeken lants genaemt d'heije" (cijnsgrond
**)
(h) het staat niet vast wie deze Petrus was.
- "Op desen 8e january 1663 soo heeft jaquis haghens (i) syn leen verheven hem ghesucqsydeert by coope gillis onghena ghenampt den tarweacker groot vyf hondert roeden Item ter voorz daghe soo heeft jaquis haghens synen eedt ghedaen als man van den leene ter manynghe van den voorz balliu"
(i) wellicht Jacobus, gehuwd met achternicht Joanna Haeghens :arrow:Tak 3 (RABW, OAL, Supplement, nr. 511: Register gehouden voor de inschrijving van de wettelijke passeringen en leenverheffingen van de heerlijkheid Raveschoot (1648-1719), f40r°).
16 jaar later: "Op den 16e december 1679 heeft lauwereys (j) haghens als vocht over de weesen van jaquis haghens het leen verheven ghenampt den tarweacker het selve heml verstorven metten overlyden van hune vader groot vyf hondert roen Ten selven daghe soo heeft lauwereys haghens synen eedt ghedaen als man van leene"
(j) Laurentius trad vaak op als voogd :arrow:(h) Tak 3 (RABW, OAL, Supplement, nr. 511: Register gehouden voor de inschrijving van de wettelijke passeringen en leenverheffingen van de heerlijkheid Raveschoot (1648-1719), f158v°).
Een eeuw later vinden we opnieuw een spoor bij een achterkleindochter van Laurentius: "Geeraert Ferpon causa uxoris Joanne Marie Haegens bij successie van Lieven Haegens haeren vader hout een leen oock genaemt den tarweacker groot ontrent twee gemeten" (achterleen **).
- de "steurtenackere", Pieter Bracke causa uxoris Pieternelle Haegens (zus van Joanna Maria - achterleen uit het landboek 1769)
- "Bartholomeus vanden Bossche filius Bartholomeus houdt een leen van desen hove zijnde een partije land genaemt de kleine warande"... hem competerende bij successie van Livine Haegens sijne moeder die het hadde bij versterven van jacquis haegens en Pietronelle Cornelis haere vader ende moeder" (:arrow:Tak 3/**)
- de "lange veurre", 971 roeden, Andries Haegens (leen- en renteboek). Mogelijk Andreas fs Livinus en Petronella De Wilde (:arrow:Tak 4). Een 'veurre' is een ploegvoor, greppel.
|
Detail van de Popp-kadasterkaart ca. 1860 met aanduiding van enkele lenen (in het midden de Raveschoothoeve, bovenaan de Hanselaarstraat):
27. het wulgaerdeken
37. het potaerdeken
43. de kleine warande
59. de tarweakker
73. de lange veurre
(kaart **)
|