Inhoud blog
  • Pan (woud, herdersleven en de muziek)
  • Pallas Athena (wijsheid, strategie, krijgskunst en het handwerk)
  • iris (regenboog)
  • Hestia (haard en familie)
  • Hermes (handel, verkeer, dieven, boodschapper van de goden)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    griekse goden

    10-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aphrodite (liefde, vruchtbaarheid, schoonheid en beschermster van fauna en flora)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Etymologie

    Apollon met lier (fresco, nu in Palatijn, Antiquarium in Rome, ca. 50).

    De etymologie van de naam « Apollon » is onzeker. Bij de antieke auteurs treffen we echter verschillende volksetymologieën aan. Aldus, brengt Plato de naam in zijn Cratilus in verband met ἀπόλυσις / apólysis, „bevrijding“, met ἀπόλουσις / apólousis, „het afwissen; reiniging“, met ἁπλοῦν / haploũn, „eenvoudig“, waarbij hij in het bijzonder verwijst naar de Thessalische vorm van zijn naam, Ἄπλουν / Áploun, en tenslotte met Ἀει-βάλλων / Aei-bállôn, „de eeuwig werpende“. Plutarchus vermeldt in zijn Moralia (354 f) ook ἁπλοῦν / haploũn, in de betekenis van „enkelvoudig“.

    Oorsprong

    Apollon met pijl en boog (hier afgebroken) (Ashmolean Museum, Oxford).

    Terwijl men in de 19e eeuw nog dacht dat Apollon de god van het licht was, die zijn hoogste ontwikkeling vond in de zon, wordt daar tegenwoordig anders over gedacht.

    Hoewel hij is uitgegroeid tot de meest Griekse van de goden, lijkt Apollon relatief laat naar Griekenland te zijn gekomen. Hij werd mogelijk aan het eind van de Myceense beschaving (ca. 1200-1100 v.Chr.) in Griekenland binnengebracht, door de invallende Doriërs, hoewel het ook mogelijk is dat hij afkomstig was uit het Hettitische Klein-Azië. Men is er intussen van overtuigd dat zijn oorsprong in Centraal-Anatolië ligt (zie Hyperborea).[1] Een aanwijzing is bijvoorbeeld dat in de Homerische hymne aan Apollon wordt verhaald hoe de god over Delos naar Delphi kwam. Zijn epitheton Hekatos (vér treffende) kan men in verband brengen met de Carische Hekate. En ook de op Hettitische spijkerschrifttabletten (het zogenaamde Alaksandusverdrag) voorkomende naam van Appaliunas of Apalunas in verband met de stad Wilusa, dat tegenwoordig door de meeste geleerden wordt beschouwd als gelijk aan het Griekse Ilion, staat waarschijnlijk in nauw verband met Apollon.[2]

    Hij schijnt in oorsprong een god van de kudden (Apollon Karneios en Smintheus) geweest te zijn, die niet enkel de patroon was van de herders (Apollon Agreus en Nomios), maar ook van hun vijand, de wolf (Apollon Lykios). Zijn patronering van het boogschieten (Apollon Hekatos, de geneeskunde (Apollon Paian) en de muziek (Apollon Musagetes), stond waarschijnlijk in verband met zijn functie als herdersgod.

    Geboorte

    Apollon was de zoon van Zeus en Leto, en de tweelingbroeder van Artemis. Wegens zijn uitgebreide en veelomvattende werkkring ontstonden er voor hem langzamerhand zeer vele namen en epikleses. De gewone naam, die bij die van Apollon gevoegd werd was Phoibos, d. i. "de lichte, de heldere, de reine". Toen zijn moeder zwanger was, werd zij door Hera, de jaloerse gemalin van zijn vader, lange tijd vervolgd, en kon ze nergens een rustplaats vinden om de tijd af te wachten, waarop haar kinderen ter wereld zouden komen.

    Uit vrees voor Hera durfde geen land haar op te nemen, tot eindelijk het kleine eiland Delos, dat vroeger dreef en eerst Ortygia (het kwarteleiland, ook een epiklese van Artemis) en later Asteria heette, haar een schuilplaats verschafte. Het eiland werd door Poseidon op vier zuilen in de bodem van de zee gefundeerd. Op dit eiland, aan de voet van de berg Kynthos, bracht Leto, in de schaduw van een palmboom, na negen dagen lijden eerst Artemis en vervolgens Apollon ter wereld.

    De godin Themis reikte de jonggeborene nektar en ambrozijn, waarop hij terstond tot een schone en krachtige jongeling opgroeide en uitriep: "de citer zal mij dierbaar zijn en de boog, en aan de mensen zal ik verkondigen de onbedrieglijke wil van Zeus."[3] Heel Delos schitterde bij de geboorte van de god met een glansrijk licht en droeg van die tijd af zijn naam van Delos, d.i. "het duidelijk zichtbare" eiland te recht; het werd, zoals een dichter het uitdrukt, "het gesternte van de donkere aarde".

    Eredienst

    Wat de invoering en verspreiding van de eredienst van Apollon in het oude Griekenland betreft, zo schijnt zijn verering reeds bij de Grieken wortel te hebben geschoten, vóór zij het land binnentrokken, dat zij later zo beroemd hebben gemaakt. Toen zij zich nu in verschillende streken vestigden en de verschillende delen van het één volk zich onder de invloed van de streek, die zij tot woonplaats hadden verkozen zich verschillend ontwikkelden, kreeg ook de eredienst van Apollon verschillende vormen en wijzigde zich het begrip, dat men zich van de god vormde bij de verschillende stammen, waarin het Griekse volk zich langzamerhand verdeelde naar de verschillende omstandigheden, waaronder zij leefden.

    In twee richtingen scheidde zich de Apollondienst, de één, de Attisch-Ionische, die in Athene en bij de hele Ionische stam inheems was, koos het eiland Delos tot centrum, de andere, de Dorische, die de meeste invloed heeft gehad op de voorstelling, die men zich later van Apollon als de nationale god van het Griekse volk vormde, ging uit van Delphi. Toen echter door allerlei omstandigheden bij de verdeelde stammen van het Griekse volk meer en meer het bewustzijn ontwaakte, dat alle Grieken van één geslacht waren, smolten die beide richtingen, waarvan de eerste zich voornamelijk over de Klein-Aziatische koloniën, de eilanden van de tegenwoordige Archipel en over Attika verspreid had, en de tweede van Delphi uit, in de hele Peloponnesos ingang had gevonden en in alle Dorische staten inheems was, weer tot op zekere hoogte tezamen. Zo vormde zich die eenheid van voorstelling omtrent het wezen van Apollon, die wij bij Homeros en de latere Griekse dichters aantreffen.

    Bijnamen (epikleses)

    Apollon Karneios

    Apollon Karneios, eigenlijk de god van de schaapskudden, ook een verering, die onder de Dorische stammen in zwang was, waaraan zich echter verschillende legenden vastknoopten, bijvoorbeeld dat toen de Doriërs onder aanvoering van de Herakleiden en onder de leiding van Apollon op het punt stonden uit Naupaktos naar de Peloponnesos over te steken, een van de Herakleiden, Hippotes genaamd de ziener Karnos, een lieveling van de god had gedood, dat vervolgens een pest over het leger gekomen was, die eerst week, nadat de toorn van de god door de instelling van een feest, de Karneia genaamd, werd verzoend. De Spartanen vierden deze Karneia als een feest ter herinnering aan de hulp hun door de god bewezen, toen hij hen naar de Peloponnesos geleidde, steeds gewapend.

    Apollon Smintheus

    Hij heeft ook zelf runderen, die weiden in Pierië aan de voet van de Olympos. Ook de velden en de veldvruchten staan onder zijn bescherming. Hij weert de vernielende veldmuizen af (als zodanig heet hij Smintheus) en de zwermen van de sprinkhanen, die de hoop van de landman verijdelen.

    Zo is hij in menig opzicht een zege aanbrengende god, maar voor zijn toorn moet men zich wachten. Zijn boog en zijn pijlen zijn vreselijke wapenen en evenzeer als hij leven geeft, is hij ook een god van de dood. Hij is het, die door zijn zachte pijlen een onverwachte dood toezendt bij een gezond lichaam en in de dagen van de jeugd. Hij doodt aldus de mannen, zijn zuster Artemis de vrouwen.

    Apollon Agreus

    Hij hield zich ook veel bezig met de jacht, die hij gewoonlijk tezamen met zijn zuster Artemis uitoefende. Uit de hoornen van de wilde geiten, die Artemis op de Kynthos gedood had, bouwde hij zich zijn eerste altaar. Beiden geven de jagers geluk op hun jacht, maar beiden beschermen ook het wild, voeden en kweken het, zoals alle leven op de bergen, in de bossen en over de velden zich in hun bijzondere zorg mag verheugen. Als jager heeft Apollon de bijnaam van Agreus.

    Apollon Nomios

    Met het jagersleven is het herdersleven nauw verbonden en zo schept Apollon als Nomios dan ook groot behagen in het groeien en vermeerderen van de kudden. Hij vertoeft graag op de weiden; zelf diende hij als herder bij Laomedon en bij Admetos. Heerlijk groeiden de kudden onder zijn hoede.

    Apollon Lykios

    Apollon Lykios (Romeinse kopie van een 4e eeuws Grieks origineel, Louvre).

    Nog enige oudere vormen van de eredienst van Apollon mogen hier niet onvermeld blijven. Vooreerst die, welke berustte op zijn bijnaam van Apollon Lykios. Deze is de oude licht- en zonnegod, die in vele steden van het Europese Griekenland, maar vooral op de kusten van Klein-Azië werd vereerd. Het Klein-Aziatische landschap Lycië droeg waarschijnlijk naar hem zijn naam. Ook op het eiland Kreta, waar de dienst van Apollon reeds sinds oeroude tijden wortel had geschoten, was deze dienst inheems. Hetzij door een verkeerde uitlegging van de naam, hetzij omdat de verscheurende wolf het symbool is van de verzengende hitte van de zonnestralen, was aan deze Apollon Lykios de wolf geheiligd. (Zie ook Relatie met Artemis).

    Wat de verderfaanbrengende zijde van de god betreft is de wolf als het ware zijn beeld. Maar al kan de zon ook door al te hevige hitte het grootste verderf in elk opzicht verspreiden, het licht, dat zij geeft is een nooit te volprijzen gave. Vandaar dan ook, dat te Athene als symbool van Apollon Lykios voor de gerechtshoven een wolf geplaatst was, om als het ware de god te dwingen in de duisternis van de rechtszaken zijn licht te laten schijnen.

    Apollon Hekatos

    Als boogschutter heette hij gewoonlijk Hekatos, Hekatebolos of Hekabolos (vertreffende) of de door zijn boog beroemde, of de god met de zilveren boog, die hij van Hephaistos had gekregen. Zijn pijlen misten nooit, hij strafte daarmee de overmoedigen, onder andere Niobe en haar kinderen, het leger van de Grieken voor Troje, de Cyclopen, Eurytos, Otos en Ephialtes en de Giganten, die hij met zijn vader bestreed.

    Apollon Pythios

    Reeds kort na zijne geboorte doodde Apollon door zijn pijlen de draak Python, die het heiligdom Pytho nabij de berg Parnassus onveilig maakte, naar welke overwinning hij de bijnaam van de Apollon Pythios (Pythische) verkreeg. Hij zou van dit heiligdom het zijne maken, dat bekend werd als orakel van Delphi (cf. infra). Hij zou op de Pythische Spelen worden vereerd onder deze naam.

    Apollon Paian

    Maar de god die slaat, heelt ook; hij toont zich ook een hulpvaardig geneesheer, doet de wonden genezen of wendt het gevaar van de smekelingen af, die hem onder de naam van Paian (Paean) plechtig aanriepen, zodra aanstekende ziekten of pest het land dreigden te verwoesten, en hem als zodanig lofliederen zongen, wanneer zij geweken waren. Door deze bijnaam wordt Apollon aangeduid èn als de slaande èn als de genezende god.

    Zijn zoon Asklepios was een personificatie van deze trek in zijn wezen. Wegens het tot staan brengen van de pest tijdens de Peloponnesische Oorlog noemden de Atheners hem Alexikakos.

    Doch Apollon is niet alleen een helper bij ziekten van het lichaam, veel schoner nog komt zijn heerlijkheid uit als een arts van de ziel. Als de mens, wiens gemoed door hartstocht beneveld was, tot boze daden is vervallen en hij daardoor zijn gemoedsrust heeft verloren, dan biedt Apollon, die de god is van al wat rein is en licht, wie al wat duister en boos is tegenstaat, hem het middel van verzoening en reiniging aan, waardoor hij van de druk, die hem bezwaart, kan ontheven worden.

    God van de verzoening

    Vooral de misdaad van moord verzoent hij, zoals dit in de mythe van Orestes duidelijk uitkomt. De oude wet, die geen ander voorschrift kende, dan oog om oog, tand om tand en bloed om bloed (ius talionis), werd door hem verzacht en tevens de moord, die oudtijds niet als misdaad gold gebrandmerkt als een overtreding van de heilige wetten van Zeus. Zichzelf sloot hij niet uit van de verzoenende straf, die na het plegen van de misdaad onvermijdelijk nodig was om gereinigd te worden. Nadat hij de draak Python, symbool van vrouwelijke scheppingsenergie en heerschappij onder de Amazonen, had omgebracht ofwel de Kyklopen uit wraak over de moord op zijn zoon Asklepios gepleegd, gedood had, diende hij geruime tijd als herder bij Admetos; toen liet hij zich reinigen in de laurierbossen van het aan de voet van de Olympos gelegen dal Tempe en kwam daarna als een ware Phoibos Apollon, als een reine, zuivere god met de in Tempe geplukte lauriertak als teken van zijn reiniging in de hand naar Delphi, om daar het orakel in bezit te nemen en de bevelen en voorschriften van Zeus, die de hoogste god van de verzoening is, te verkondigen en uit te voeren.

    De verzoenende kracht van Apollon werd niet alleen ondervonden door enkele personen. Ook een schare van mensen, die op de een of andere wijze met elkaar verenigd en verbonden waren, ja ganse steden en staten lieten zich door Apollon reinigen na een zware pestziekte of een hevige burgertwist. Een voorbeeld van zulk een reiniging geeft ons Homeros in de reiniging van het Griekse leger na de pestziekte, waardoor het ten gevolge van Agamemnons overmoed getroffen was. Zelfs zonder voorafgaande buitengewone misdaden of ongelukken had het Griekse volk behoefte om zich nu en dan op gezette tijden te reinigen, zich met de reine god te verzoenen, zich van de last van de zonde te bevrijden. Vandaar, dat van oudsher jaarlijks zulke reinigingsfeesten gevierd werden, meestal in de lente: zo de Daphnephoriën in Tempe en Boeotië, de Thargeliën te Athene. Delos, dat bij uitstek aan deze god geheiligd was, onderging meermaals een reiniging, om hem waardig te blijven.

    Bij die reinigingen speelde de laurier een grote rol. Deze boom was bij uitnemendheid aan Apollon geheiligd, zozeer zelfs, dat men haar Griekse naam Daphne in die van een door de god beminde maagd herschiep.

    God van de voorspelling

    Maar de schoonste en krachtigste werkzaamheid van Apollon openbaart zich in zijn gave van de voorspelling.

    Het Didymaion te Didyma.

    "Ik zal de onbedrieglijke wil van Zeus verkondigen", zo had hij bij zijn geboorte gesproken, en toen nu het monster Python onder zijn pijlen was bezweken, stichtte hij zich de heilige, door de gehele oudheid beroemde tempel te Delphi, en nam aldaar het oude orakel van Gaia (de Aarde) in bezit. Onder alle Griekse orakels is dit steeds het voornaamste geweest en eeuwenlang heeft het op de gang van zaken in gans Griekenland, ja zelfs daarbuiten, een overwegende invloed uitgeoefend. Daar gaf hij zijn geheimzinnige orakelspreuken als plaatsbekleder van Zeus en uit diens naam, want van deze komt alle kracht van de profetie. In die tempel te Delphi was een priesteres, de Pythia genaamd, die, op een gouden drievoet zittende, in vlagen van geestverrukking de godspraak verkondigde. Doch de menselijke geest is niet altijd in staat om de uitspraken van de godheid te vatten; vandaar dat men Apollon soms de bijnaam gaf van Loxias, "de geheimzinnige." Apollon is de god van alle waarzegging in het algemeen en de waarzeggers, die zich in de oudheid een grote naam hebben verworven, worden als zijn zonen of zijn vrienden genoemd, doch voornamelijk is hij de god van die orakels, waar door een uitspraak van de in geestverrukking verkerende priesters of priesteressen en niet door tekenen of dromen antwoord gegeven werd op de gedane vragen, zoals in Delphi, in alle verdere orakels van Boeotië en in zijn beroemde orakels te Clarus nabij Kolophon en dat van Didyma te Milete, beide in Klein-Azië. Ook zijn orakel in Abea in Phokis schijnt belangrijk genoeg te zijn geweest om te worden geraadpleegd door Croesus (Herodotus, I 46.).

    Andere soorten van orakels waren evenwel niet van zijne bescherming uitgesloten, zij bestonden zelfs op sommige van de genoemde plaatsen naast de orakels, die door een in woorden vervatte uitspraak de wil van Zeus verkondigden.

    Apollon Archigetes

    Omdat ten gevolge van die uitspraken van het Delphische orakel zeer dikwijls de stichting van steden of de uitzending van koloniën werd ondernomen, werd hij ook vereerd als Apollon Archigetes (leider van de kolonisten).

    Zo zou Apollon Kretenzische of Arcadische kolonisten geholpen hebben de stad Troje te stichten, wat zijn pro-Trojaanse houding in de Ilias verklaart. Het zou ook Apollon zelf zijn geweest, die de Doriërs op hun tocht door Griekenland naar Lakedaimon, Messene en andere steden van de Peloponnesos geleidde; tal van steden, over de ganse wereld verspreid, beschouwde hem als haar eigenlijke stichter en noemde zich naar hem Apollonia.

    God van de stad

    In de steden zelf baande hij de wegen en straten. Vandaar zijn bijnaam Aguieus. Voor iedere woning stond een vierhoekig steenblok, hem gewijd, en waar de geringe breedte van de straat die plaatsing niet gedoogde, schilderde men het op de muur. Als beschermer van de markten droeg hij de bijnaam van Agoraios. Met Laomedon bouwde hij de muren van Troje, met Alkathoös die van Megara.

    God van de muziek

    Met de gave van de profetie verbond Apollon die van de muziek. De muziek, die aan Apollon geheiligd was, had een reine, stillende, rust aanbrengende kracht; zij bracht de hartstochten tot kalmte, zij deed de smart en de onrust bedaren en gaf verademing aan het benarde gemoed. Zo staat zij tegenover de woeste, opwindende muziek, die aan de Dionysosfeesten eigen was. Bij deze was het gewone instrument de fluit, bij die van Apollon de citer (de kithara), welke hij van Hermes gekregen had in ruil voor de kudden hem door deze god ontstolen. Oorspronkelijk was alleen de muziek onder de hoede van Apollon geplaatst; gezang en dichtkunst behoorden tot het gebied van de Muzen, maar toen èn gezang èn dichtkunst zich meer begonnen te verheffen en te ontwikkelen, toen citerspel en gezang zich met elkaar verbonden, toen werd ook Apollon in nauwe betrekking tot de Muzen gebracht en òf hun vader òf hun aanvoerder (Musagetes) genoemd. Hij zou de Muzen namelijk op de berg Helikon hebben overtuigd niet langer dol te dansen, maar in statige danspassen, naar zijn aanwijzingen, te dansen.

    En wanneer hij met zijn gouden lier in de arm, te midden van de goden op de Olympos verschijnt, staan alle goden en godinnen op en buigen eerbiedig het hoofd; want ook zij eren de verheven god van het licht, die al hun geheimste gedachten kent, en ook zij schuwen zijn wrekende hand.

    Ook anderen gaf hij onderricht in het gezang of in het citerspel. Beroemde toonkunstenaars en dichters zoals Orpheus en Linos worden zijn zonen genoemd. Niemand overtreft hem in bevalligheid van voordracht. Wie het waagt, hetzij mens of god, zich met hem te meten, moet voor hem onderdoen en soms zijn overmoed zwaar boeten (zie Marsyas, Midas, Pan). Orde en regelmaat in het leven, maar geen doodse somberheid, geen verstikken van alle levensvreugde en elk levensgenot, ziedaar wat de heilige en reine god wil. En juist daardoor heeft hij op de geest van het Griekse volk de heilzaamste invloed uitgeoefend. Zelf een jeugdige god, vol van de hoogste levenskracht heeft hij bij de Grieken het bewustzijn van hun levenskracht en hun uitnemende begaafdheid ontwikkeld en hen tot doen, tot handelen aangedreven, hun echte geestdrift ingeboezemd, die boven het aardse verheft, maar daarnaast gematigdheid, orde en regelmaat gepredikt door het opschrift van zijn Delphische tempel: "Ken uzelf" en "Niets in overmaat". Dit waren ook de idealen van de polis. Even als hij zelf de machten van de duisternis bestreden en overwonnen heeft (de draak Python), zo eiste hij van de mens strijd tegen de hartstochten; evenals hij streng tegen zichzelf geweest is, zo eist hij, dat de mens hem ook hierin volge, als een onmisbare voorwaarde om datgene te bereiken, wat in hem te aanschouwen is: de harmonische ontwikkeling van lichaam en geest.

    Apollon Amyklaios

    Verder die van Apollon Amyklaios, een eredienst, die vooral in de Laconische stad Amyklai haar zetel had, welke evenwel niet eerst door de Doriërs in de Peloponnesos was ingevoerd, maar reeds bij de eerste bewoners van Laconië in zwang was geweest, vervolgens op de Achaeërs, die hen hadden overheerst en eindelijk weer van deze op de Doriërs was overgegaan.

    Deze dienst stond in verband met de dood van Hyakinthos, ter wiens ere in de heetste zomertijd, in de hondsdagen door de Spartanen te Amyklai de Hyakinthiën werden gevierd. Hyakinthos, een zoon van Amyklas was een lieveling van Apollon, doch werd door deze bij het spel met de discus (werpschijf) gedood (ofwel door het lot, ofwel door de afgewezen minnaar Zephyros). Zijn graf bevond zich onder het altaar en het beeld van de god. De eerste dag van de Hyakinthiën was een treurfeest aan de herinnering van de treurige dood van Hyakinthos gewijd, de tweede dag een vrolijk feest, daar men dan herdacht, hoe hij door Apollon ten hemel was gevoerd en dus na en door de dood een nieuw, een heerlijker leven was ingegaan.

    Apollon Delphinios

    Apollon Delphinios is de leidsman over zee. Evenals hij als Agyieus (cf. supra) de straten en wegen veilig maakt, zo effent hij als Delphinios de paden van de zee in de lente, het begin van het jaargetijde van het licht. De donkere wolken breekt hij door de kracht van zijn licht en hij zendt de dolfijnen als vriendelijke begeleiders tot de stervelingen, die de zee bevaren, om hun voorspoed te verkondigen. Aan zeekusten werd hij in hoge mate vereerd; zeer vele van de schoonste tempels van Apollon waren in de nabijheid van de zee gelegen.

    Phoibos Apollon

    Vanaf ca. 410-400 v.Chr. ontstond de filosofische gedachte van Apollon als god van de zon, die men als Phoibos beduidde[4]. Deze bijnaam zou hij ook hebben ontleend aan zijn grootmoeder Phoibe en de betekenis van "profeet" hebben gehad[5]. Ten tijde van Homeros was deze functie echter weggelegd voor de godheid Helios, die later zou opgaan in Apollon onder de naam Apollon Helios. Desondanks bleven Apollon en Helios in mythologische en mythologische teksten aparte godheden[6].

    Relatie met goden en mensen

    Artemis Bendis, Apollon, Hermes en een jonge krijger (Apulische roodfigurige buikvormige krater, ca. 380–370 v.Chr., Louvre).

    Er bestonden ook nog sagen, volgens welke Apollon in nauwe betrekking stond tot de in het verre Noorden wonende Hyperboraiërs, ja, dat zijn dienst van daar over Griekenland zou verspreid zijn. Die sagen zijn misschien deels ontstaan door de berichten, welke reizigers meebrachten omtrent de heldere nachten van het Noorden of omtrent de eredienst van de zon, daar inheems. Men dacht zich althans daar een zonnig, warm en vruchtbaar land, bewoond door een rechtvaardig volk, waarbij Apollon graag vertoeft om hun offers en feestliederen aan te nemen. Door zwanen gedragen kwam de god van daar naar Delphi in het midden van de zomertijd en bracht dan de volle, rijpe aren als geschenk mede. Zo kwam men tot de bewering, dat Apollon zijn tijd tussen de Hyperboraiers en de Grieken verdeelde, de winter in het Noorden doorbracht - want dan moest het licht maar al te spoedig in de strijd met de duisternis onderdoen, en de zonnestralen gaven geen koesterende warmte meer -, maar 's zomers tot de Grieken terugkeerde.

    Elders wist men te gewagen van een andere verdeling van het jaar met betrekking tot Apollon. Zo geloofde men op Delos, dat Apollon zich 's winters in Lycië ophield en daar voorspellingen gaf, maar 's zomers naar Delos terugkeerde. Ook werd in Delphi, toen naderhand de dienst van Dionysos en die van Apollon niet meer vijandig tegenover elkaar stonden, maar zelfs punten van aanknoping en verwantschap vonden, het jaar zó verdeeld, dat aan Apollon de zomermaanden en aan Dionysos die van den winter werden toegewezen.

    Relatie met Artemis

    Zo wijzigden zich in de loop van de eeuwen de verschillende begrippen en voorstellingen omtrent het wezen van de god. Een voorbeeld daarvan is nog de nauwe band, die er tussen hem en zijn zuster Artemis bestond. Toen beiden nog geheel en al natuurgoden waren, hij van de zon, zij van de maan, was er van die nauwe betrekking geen sprake.

    Apollon was aanvankelijk een hond of een bewaker met een wolvengezicht (cf. Apollon Lykios) van Artemis van Efeze. Mettertijd kreeg hij veel van haar attributen op zichzelf geprojecteerd en werd Artemis als zijn zuster beschouwd. Hij werd daarna de god van de poëzie, de muziek, magie, therapie en profetie. De priesters van de Apollondienst bij het orakel in Delphi wisten door hun uitgevaardigde profetieën stilaan te bewerken dat meer en meer nadruk kwam op Apollon en het Apollinische aspect in de samenleving. (bijvoorbeeld kreeg Orestes de raad zijn moeder te doden). Dit zou mettertijd er mee hebben toe bijgedragen dat de aanvankelijk matriarchale cultuur stilaan in een patriarchale werd omgezet. Steeds nieuwe patriarchaal geïnspireerde wetten en principes raakten algemeen van toepassing onder het 'stempel' van de voorbeeldige Apollon.

    Amoureuze relaties en kinderen

    Apollon had, als een knappe jonge god, vele liefdesavontuurtjes met zowel nimfen als sterfelijke vrouwen. Eens had hij liefde opgevat voor Daphne, de dochter van de riviergod Peneus, die echter niets voor hem voelde. Terwijl zij eens op de vlucht was om aan zijn avances te ontsnappen, vroeg zij haar vader om haar van gedaante te doen veranderen om van hem af te komen. En zo geschiedde. De nimf veranderde in een laurierboom, die voortaan gewijd werd aan Apollo.

    Hij verwekte de heros Ion, stamvader van de Ioniërs, bij Creüsa, dochter van de Attische koning Erechtheus, die hij had verleid. De heros Asklepios was zijn zoon uit zijn relatie met de Thessalische Koronis. Hij stichtte ook de stad Kyrene, nadat hij de atletische nimf Kyrene, op wie hij verliefd was, had ontvoerd naar die plek in Libië waar deze stad zou worden gesticht. Met haar zou hij een zoon, Aristaios, hebben.

    Behalve zijn avonturen met vrouwen hield de god er ook relaties met mooie mannen op na waarvan de meest bekende die met Hyakinthos en Kyparissos zijn. Toen ze tot grote droefheid van Apollon stierven, veranderde hij de eerstgenoemde in een bloem (gelijkend op onze hyacint), de tweede in een boom (cipres).

    Zijn minst succesvolle avontuurtje was met de Trojaanse prinses Cassandra, die eerst instemde met hem de lakens te delen in ruil voor de gave van de toekomstvoorspelling, maar zodra Apollon haar wens had vervuld, weigerde haar belofte na te komen. Waarop Apollon, die echter een verleende gave niet meer ongedaan kon maken, als straf de beperking dat niemand haar zou geloven wanneer ze een voorspelling deed toevoegde aan haar gave.

    In de beeldende kunst

    De Apollon van Belvedère (Romeinse kopie van een Grieks origineel van ca. 330–320 v.Chr., Vaticaans Museum).

    Apollon wordt gewoonlijk voorgesteld als een jeugdige god, schoon en krachtig, van hoge gestalte, met majestueuze, opgeruimde blik en het hoofd bedekt met rijk golvende, blonde lokken. De oudere kunst gaf hem het uiterlijk van een man van rijpe leeftijd, met krachtige lichaamsbouw en strenge gelaatstrekken, doch baardeloos; de latere Griekse kunst stelde hem meestal voor als een knaap of een aankomend jongeling.

    Het beroemdste beeld van Apollo, dat tot op onze tijd is bewaard gebleven, is de zogenaamde Apollo van Belvedère, in het jaar 1503 bij Antium (het tegenwoordige Nettuno), een aan de kust van Midden-Italië gelegen stad, opgedolven. Onzeker is het of de kunstenaar de god heeft willen afbeelden met een boog in de linkerhand, dan wel met de Aigis en in het midden daarvan de Medusakop. De eerste der beide nevensgaande afbeeldingen geeft van dit beeld een voorstelling. Het wordt thans op het Vaticaan te Rome bewaard.

    Attributen

    Van de bomen was, zoals we zagen de laurier hem boven alle geheiligd; van de dieren: de wolf, de hinde, de zwaan, de dolfijn, de raaf, de kraai en de slang(geneeskunde). Zijn gewone attributen zijn boog en pijlen, een lauwerkrans, de citer en de lier.

    Zijn voornaamste tempels waren de reeds genoemde te Delphi, op Delos, verder te Amyklai en te Klaros nabij Kolophon.

    10-05-2011 om 12:05 geschreven door bjorn21  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zues (oppergod, hemel en aarde, bliksem-slingeraar)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen






    Zeus en zijn adelaar

    Zeus (Oudgrieks: Ζεύς, genitivus Διός of Ζηνος) is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is de oppergod, die heerste vanaf de berg Olympus. Hij was een zoon van Kronos (Lat. Saturnus) en Rheia, twee van de twaalf Titanen, de machtige zonen en dochters van Ouranos, de hemelgod. Kronos was de opvolger van Ouranos. Het equivalent van Zeus in de Romeinse godsdienst is Jupiter.

    De bijnaam Eleuthereus komt bij sommige schrijvers voor als een bijnaam van Zeus.[1]

    De betekenis van zijn naam (Indo-Europees *Djev = stralende, verwant met Latijn dies = dag) duidt op een verwantschap met de verering van het heldere uitspansel; Zeus’ meest wezenlijke functie is die van hemelgod. De natuur en al haar verschijnselen waren aan hem onderworpen. Hij slingerde de bliksems, verzamelde de wolken en dreef ze uiteen; regen en sneeuwval werden door hem veroorzaakt. Daarom golden allerlei hoge bergen als zijn verblijf: de Ida op Kreta, de Lycaeus in Arcadië, maar de bekendste is de Olympus in Thessalië. De adelaar (oorspronkelijk symbool van de bliksem) was zijn heilige vogel, de eik zijn heilige boom, zijn schild was de aegis. Door bliksems, donderslagen, regenboog en de vlucht van vogels gaf Zeus voortekenen aan de mens.

    Al vroeg, wellicht reeds in de Myceense tijd (ca. 1600 tot ca. 1100 v.Chr.), werd hij de centrale figuur van het Griekse pantheon en stelde hij de overige goden op de achtergrond. Naar het voorbeeld van hoofden van aanzienlijke geslachten op aarde stelde men Zeus voor als het hoofd van de godenfamilie. Zijn familie had ook haar verblijf op de Olympus en gehoorzaamde hem. Zo werd Zeus niet slechts de bevestiger van de harmonie in de natuur, maar vooral ook van de maatschappelijke orde. Koningen en vorsten ontleenden hun macht aan Zeus en waren aan hem verantwoording schuldig. Hij was de raadgevende god, de beschermer van de volksvergadering en handhaver van de eed. Ook het gezin stond onder zijn hoede: als Zeus Herkeios (= Beschermer van de hof) had hij een altaar op de binnenplaats van de woning. Vooral gasten en vreemdelingen stonden onder zijn bescherming.


    Herkomst van Zeus

    In de Frygische en Thracische mythologie, die aan de Griekse ten grondslag ligt, was Sabazios de nomadische stormgod en vadergod. In de Indo-Europese talen zoals het Frygisch gaat het '-zios' element in de naam terug op Dyeus, de gemeenschappelijke voorloper van 'dios', 'deus' (god) en ook van de naam Zeus.

    Naar alle waarschijnlijkheid brachten de migrerende Frygiërs de ruitergod met zich mee toen zij zich in Anatolië vestigden rond 1200 v.Chr., terwijl de oorsprong van deze godheid moet gezocht worden in Macedonië en westelijk Thracië.

    Mythische verhalen

    Strijd van Zeus en Kronos

    Zeus

    Zeus was als enige zoon ontsnapt aan Kronos' vraatzucht, die was opgewekt door een orakel dat voorspelde dat een van zijn zonen hem eens van de troon zou stoten. Om dit te voorkomen verzwolg hij al zijn kinderen. Maar de verdrietige Rheia wist de geboorte van Zeus geheim te houden en zij verborg hem in een verafgelegen, donkere grot op Kreta waar hij werd opgevoed door de nimfen. Daar dronk hij melk van de geit Amaltheia en brachten de bijen hem honing. Adriasteia en Ida, dochters van Melisseus, verzorgden hem. Ook de priesters van die streek, de Koureten, hielpen mee de jonge god te beschermen. Ze bewaakten de grot en als hij huilde sloegen ze hard op hun wapenrusting, zodat Kronos het niet zou horen.

    Toen Zeus als volwassen man zijn vader met zijn bestaan confronteerde en van hem eiste dat hij zijn verslonden, maar onsterfelijke kinderen weer terug zou geven, ontbrandde een zware strijd om de macht. Het ging tussen Zeus enerzijds en Kronos met de meeste Titanen anderzijds. Zeus bevrijdde de Cyclopen en de honderdarmige reuzen (de Hekatoncheiren) uit Kronos' gevangenis in de Tartarus en verzekerde zich op die manier van hun hulp. Hij slingerde zijn belangrijkste wapen, de door de Cyclopen gemaakte bliksemschichten, van de Olympus naar beneden en bleef dat net zolang doen tot hij de overwinning had behaald. Zo verkreeg Zeus heerschappij over de wereld. De door Kronos verzwolgen broers en zusters van Zeus (Poseidon, Hades, Hera, Hestia en Demeter) werden uit hem bevrijd. Zo kwam er een nieuwe generatie goden, die van de Olympische goden, aan de macht. Ook werd er een nieuwe god geboren, Aphrodite. Zij 'ontstond' toen Zeus de gonaden van Kronos in zee wierp.

    Zeus en de Giganten

    Een tweede verschrikkelijke strijd om de macht ontbrandde toen oermoeder Gaia van de Aarde niet langer kon aanzien hoe een aantal van haar kinderen in de onderwereld gevangen werden gehouden; Zeus had hen niet vrijgelaten omdat zij hem vijandig gezind waren geweest. Zij stimuleerde de Giganten om de strijd om de hemelheerschappij voor haar met hem aan te binden. Toen braken deze reuzen met veel geweld uit de onderwereld los en trokken woest en opgetogen naar de bergen van Thessalië.

    Iris riep alle hemelingen bijeen en riep zelfs de hulp in van de geesten van de gestorvenen. Alle elementen werden geschud: de hemel donderde en de aarde beefde. Iedere god nam op zijn wijze aan de strijd deel: Phoibos Apollo schoot pijlen af, Hephaistos slingerde gloeiende kolen naar de monsters, Poseidon vocht met zijn drietand, de Moiren (godinnen van het noodlot) zwaaiden met knotsen, Herakles vocht moedig mee en Zeus zelf slingerde zijn verzengende bliksemschichten opnieuw naar beneden. En uiteindelijk, hoewel de reuzen in hun woede hele bergen losrukten en op elkaar stapelden, won Zeus de strijd en werd hij voorgoed en onbetwist heerser van het heelal, als Opperste in de kring der goden.

    Genealogie

    Hera en andere geliefden

    Zeus als Stier die Europa ontvoert

    Zeus' vrouw was zijn zus de godin Hera, de oudste dochter van Kronos. Tot haar grote woede en verdriet werd Zeus echter dikwijls getroffen door de pijlen van de god van de eeuwige liefde Eros, en kon hij de liefde voor andere vrouwen niet weerstaan. Hera was zeer jaloers en trachtte op allerlei manieren Zeus van zijn amoureuze escapades te weerhouden, maar vaak tevergeefs: hij had ten minste negen relaties met godinnen en veertien met sterfelijke vrouwen uit de mensen. Hij verwekte bij hen tientallen kinderen. De lieftallige Europa verleidde hij zelfs door zichzelf in een stier te veranderen en vervolgens te ontvoeren.

    Ook de mannenliefde werd in de Griekse mythologie niet geschuwd. Zo liet Zeus zijn oog vallen op Ganymedes. Het verhaal is vaak besproken met het oog op de rol van homoseksualiteit in de Griekse cultuur.

    Zonen en dochters

    Samen met Hera kreeg hij Ares, de oorlogsgod. Zeus' dochter, de godin van de liefde en de schoonheid Aphrodite, steeg op uit het schuim van de zee. Maar Aphrodite wordt ook vaak gezien als Ouranos' dochter, wiens geslachtsdelen door zijn eigen zoon werden ontnomen en vielen in de zee, waaruit Aphrodite ontstond. Hera schonk hem Hephaistos, de god van de smeedkunst, die de macht van het vuur wist te temmen. Bij Leto, een dochter van de Titaan Koios, kreeg Zeus twee kinderen: Apollo, de god van welvaren en ordening, beschermheer van de wet en van alles wat goed en schoon is in de natuur en bij de mensen, en Artemis, een beschermende en heilbrengende godin van de natuur. Beiden waren zij ongehuwd. Zeus' zoon Herakles werd op aarde geboren. Bij Leda verwekte hij de tweeling Castor en Pollux en hun zusje Helena, die een grote rol speelde in de Trojaanse oorlog. Ook de sterveling Tantalos, koning van Lydië, was (waarschijnlijk) een zoon van hem. Tenslotte was daar Pallas Athene, Zeus' lievelingsdochter, de godin van de wijsheid, want zij was, nadat hij de godin Metis had opgeslokt, uit zijn hoofd ontsproten. Zij was daarom een machtige en wijze leidster en beschermvrouw van staten en steden in oorlog en vrede. Dionysos was ook de zoon van Zeus. Dionysos werd geboren uit de heup van Zeus. Dionysos is de god van de wijn en de ontspanning. Bij de sterfelijke Danaë, verwekte hij Perseus. Deze werd later beroemd door zijn gevecht met Medusa, waarin hij haar onthoofdde.

    De godin Iris was de boodschapster, door wie de communicatie tussen goden en mensen verliep. Hermes was eveneens boodschapper van de goden. Hij escorteerde de geesten van gestorvenen naar Hades.

    Kunst en attributen

    Zeus en Pegasus

    In de beeldende kunst wordt Zeus veelal voorgesteld als een waardig en vorstelijk man met weelderige baard en haardos. In oudere voorstellingen draagt hij een krans van eikenbladeren, later een lauwerkrans. Tot zijn attributen behoren, al naargelang de functie waarin hij wordt uitgebeeld, een scepter, een offerschaal, een adelaar of een kleine Nikè, een bliksemschicht en een wereldbol.

    Het beroemdste beeld van Zeus was in de oudheid het zittende beeld uit goud en ivoor (beschouwd als een van de zeven wereldwonderen, bekend van enkele munten en door een beschrijving van Pausanias; verloren gegaan) dat Phidias maakte voor zijn tempel te Olympia.

    Pausanias heeft ook overleveringen nagelaten, waarin wordt gespeculeerd dat zowel Zeus en zijn zoon Ares beiden rose ( rood van haarkleur) zijn. hoewel dit niet als waar wordt aangenomen komt het nog steeds voor in vele kinderverhalen.

    Zeus bij niet-Griekse volkeren

    In de oudheid waren er veel contacten tussen de diverse zeevarende volkeren, en deze namen veel elementen uit de verschillende godsdiensten van elkaar over.

    Zo was Zeus, reeds voor de Hellenistische tijd, bekend bij de Frygiërs en werd hij als oppergod vereenzelvigd met de god Amon, en werd daarom ook wel vereerd als Zeus-Amon. Amon werd zowel bij de Egyptenaren als bij de Lybische volkeren als god beschouwd, met verschillende interpretaties.

    De Romeinen vereenzelvigden Zeus met Jupiter, de Germaanse volkeren vereenzelvigden hem met Wodan en de Scandinavische volken met Odin.

    10-05-2011 om 11:53 geschreven door bjorn21  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poseidon (zeeën oftewel water en aardbevingen)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Oorsprong

    De naam Poseidon heeft, in tegenstelling tot die van de meeste andere goden, een Indo-Europese afleiding. Het eerste deel van zijn naam is de vocatief van het Griekse πόσις / pósis ("wettige echtgenoot") of Indo-Europese *pot- ("heer"): πόσει / pósei of πότει / pótei. Het tweede deel van zijn naam wordt door sommigen in verband gebracht met δᾶ / dã ("aarde") of -δᾶν / -dãn (cf. Zeus, "god")[2].

    In de overgeleverde Lineair B-kleitabletten komt de naam PO-SE-DA-O-NE ("Poseidon") vaker voor dan DI-U-JA (Zeus), wat erop lijkt te wijzen dat Poseidon in hoog aanzien stond bij de Myceners. Het is echter mogelijk dat we dit moeten nuanceren omdat Poseidon de voornaamste god in Pylos lijkt te zijn geweest, waar een groot aantal van deze tabletten is teruggevonden. Een vrouwelijke variant, PO-SE-DE-IA, is ook gevonden en duidt vermoedelijk op een verdwenen partnergodin. Tabletten uit Pylos melden offergaven die waren bestemd voor "de Twee Koninginnen en Poseidon" en aan "de Twee Koninginnen en de Koning"[3], hoewel wa-na-so-i door Chadwick[4] als een plaats of gebouw wordt beschouwd[5]. Indien de "Twee Koninginnen" slaat op godinnen, gaat het waarschijnlijk om de aardgodinnen Demeter en Persephone of hun voorgangsters, godinnen die in latere perioden niet meer werden geassocieerd met Poseidon.

    Poseidon stond al als "Aardschudder" bekend - E-NE-SI-DA-O-NE[6] - in Myceens Knossos, een machtige eigenschap als men weet dat aardbevingen de ineenstorting van de Minoïsche paleiscultuur hadden begeleid. Opmerkelijk is dat in de zeer zee-afhankelijke Myceense cultuur tot nog toe geen enkele band tussen Poseidon en de zee is teruggevonden. Dit doet vermoeden dat Poseidon in oorsprong een chtonische god (d.i. een god met betrekking tot de aarde) was, die pas later zijn gezag over de zee kreeg.


    Dit blijkt ook uit de mythen. Poseidon werd geboren als zoon van Kronos en Rheia, waaraan hij ook zijn epitheton Kronios ontleende[7]. Hij zou samen met zijn broers en zussen zijn verslonden door zijn vader, die hen uitbraakte toen zijn jongste zoon Zeus hem onttroonde[8]. Volgens anderen werd hij door Rhea, na zijn geboorte, onder een kudde lammeren verborgen en zijn moeder gaf voor te zijn bevallen van een jong paard, dat zij aan Kronos gaf om te verslinden. Een bron in de buurt van Mantineia, waar Poseidon zou zijn verborgen geweest, die Arne of "Lam(sbron)" werd genoemd, zou hieraan haar naam hebben ontleend[9]. Volgens Ioannes Tzetzes[10] droeg de voedster van Poseidon de naam Arne. Toen Kronos naar zijn zoon zocht, zou Arne hebben gezegd dat zij niet wist waar hij was. Aan haar zou de stad Arne zijn naam hebben ontleend. Volgens anderen echter werd hij op verzoek van Rhea door de Telchinen grootgebracht[11].

    Na de overwinning op de Titanen en de vestiging van de heerschappij van Zeus, was bij de verdeling van de wereld door het lot, de zee aan Poseidon toegedeeld[12]. Hij zou dus op een toevallige wijze met dat element in verbinding zijn gekomen. Dit dient echter genuanceerd te worden: hoewel er een belangrijke chtonische component was in het wezen van Poseidon, maakte zijn verbondheid met water in al zijn aardse vormen een even wezenlijk deel van hem uit.

    Eredienst

    De verering van Poseidon in Griekenland was zeer algemeen. Nagenoeg alle Griekse stammen en alle Griekse landschappen stonden, zij het op verschillende wijze, met hem in nauwe betrekking. Vooreerst Thessalië, dat zijn bestaan en zijn vorming als het ware aan grote overstromingen en stormachtige aardbevingen had te danken, waar de god zelf door de bergen vaneen te scheuren aan het overtollige water een doortocht had verschaft naar zee, dan Boeotië, dat zo rijkelijk van water was voorzien en gedeeltelijk in zijn grote waterkommen, zoals het meer Kopaïs, de invloed van de god in hoge mate had ondervonden. Beide landen waren bewoond door de stam van de Minyërs, bekend wegens hun ridderlijke aard en lust naar avontuurlijke zeetochten. Verder in de Peloponnesos, waar op de Isthmos, als het ware voor de zeehandel geschapen, met zijn grote handelsstad Korinthe, de verering van de god, die alle goede gaven kon schenken, maar ook de grootste rampen kon berokkenen, als vanzelfsprekend een voorname plaats in het godsdienstig leven bekleedde. De smalle kuststrook, gelegen aan het noorden van de Peloponnesos, was bijna geheel het eigendom van de god. In de tempel van Poseidon op de Isthmos was ook het eerste schip te zien, dat ooit was gebouwd, de Argo. Daar wijdden de Grieken hem na hun roemrijke overwinningen op de Perzen, die de basis legden voor hun zeemacht, een kolossaal koperen beeld. Maar ook in het binnenland van de Peloponnesos, in Arkadië, waar de rivieren nu eens onder de grond verdwenen, dan plotseling weer tevoorschijn kwamen, waar in diepe holen onderaardse waterbekkens werden aangetroffen, genoot Poseidon grote verering.

    In Troizen werd hij als basileus ("koning") vereerd[13] en het zou daar geweest zijn dat hij Theseus, de latere koning van Athene, zou hebben verwekt[14]. Hij werd ook als wanax ("koning", "leider") vereerd in Korinthe[15].

    Om het bezit van Athene had hij met de godin Pallas Athena gestreden, en al was hij ook door deze overwonnen, toch had hij de sporen van zijn verblijf achtergelaten. Nog wordt de plaats aan de voet van de Akropolis gewezen waar hij met zijn drietand op de aarde heeft geslagen. Doch in de eredienst komt hij voor als geheel verzoend met Athena, en het was bijna alleen het heerlijke beeldhouwwerk op het gevelvlak van het Parthenon dat een herinnering aan die strijd bewaarde. Te Athene werd dan ook een schitterend feest te zijner ere, de Posidea, gevierd.

    Tempel van Poseidon in de Dorische kolonie Poseidonia.

    Evenzeer was de dienst van de god verspreid in de Griekse koloniën. Enerzijds werd hij in de Ionische kolonies gevierd, tijdens de Panioniën, die ter ere van hem op het voorgebergte Mykale in Klein-Azië werden gehouden en waar zich het heiligdom van de Heliconische Poseidon bevindt[16]. Ze beschouwden dit als hun grootste godsdienstig feest. In de Dorische koloniën werd hij eveneens vereerd, maar hierbij valt evenwel inmenging van, en verwarring met, Oosterse erediensten niet te miskennen. Het spreekt vanzelf, dat aan een god die op zoveel plaatsen werd vereerd, zeer verschillende eigenschappen en werkzaamheden werden toegeschreven en dat niet overal dezelfde trekken van zijn wezen evenzeer op de voorgrond traden.

    De maand december, waarin de zee zich in haar meest onstuimige kracht openbaart, heette naar hem Poseideon.

    Eigenschappen

    Poseidon's woning ligt niet op de Olympus, waar hij wel toegang heeft[17], maar met zijn gade Amphitrite hield hij verblijf in zijn gouden paleis te Aigai, dat in de diepte van de zee is gelegen[18].

    Zilveren nomos of stater van Poseidonia met aan de voorzijde Poseidon die zijn drietand heft in zijn rechthand met een chlamys over zijn beide armen gedrapeerd en in de legende ΠΟΜ (= ΠΟΣ) en een incuse versie aan de keerzijde (ca. 530-500 v.Chr.).
    Bron: CNGCoins.

    In de eerste plaats dient hierop te worden gewezen, dat Poseidon tot die goden behoort, die het vroegst hun betekenis van natuurgod hebben verloren. Reeds bij de oudste dichters komt hij voor als de beheerser van de zee, nergens als een personificatie van de zee zelf. Zijn macht is echter beperkt. Volgens Homeros[19] is hij de jongere broeder van Zeus, zodat zijn ondergeschiktheid aan deze overeenkomt met de beginselen van het aartsvaderlijk recht. Daarentegen is bij Hesiodos[20] Zeus de jongste van de zonen van Kronos en Rheia, doch verstandiger en sterker dan de horigen. Poseidon mist de verheven en indrukwekkende kalmte en bezadigdheid van de beheerser van de hemel. Wel is hij machtig en sterk, doch daarbij onstuimig als het element waarover hij heerst. Als hij met zijn drietand, die hij altijd als teken van zijn waardigheid in de hand draagt, in de zee stoot, dan verheffen zich de golven op onstuimige wijze, verpletteren de schepen en overstromen wijd en zijd het land. Met diezelfde drietand kan hij rotsen splijten, aardbevingen verwekken en eilanden uit de zee doen opkomen. Daarentegen is ook één woord, ja, één blik van hem voldoende om de hevigste storm te doen bedaren. Als hij op zijn gouden strijdwagen, met sterke, van koperen hoeven voorziene paarden met de snelheid van de wind voortvliegt over de vlakte van de zee, dan banen zich ook de hoogste golven voor hem als een gladde weg en de monsterachtige gedrochten der diepte duiken op en dansen spelend om zijn wagen. Tot deze trek van zijn wezen behoort ook de strijd die hij met andere godheden over het bezit van landstreken of steden voerde, zo met Pallas Athena over Athene (cf. supra) en Troizen, met Helios over Korinthe, met Hera over Argos. Een bewijs van zijn macht zijn ook de zeemonsters, die hij kan verwekken en die slechts door bloedige offers kunnen worden bevredigd (bv. Hesione en Andromeda.), de wilde stieren, die op zijn bevel uit de zee komen om de velden te verwoesten en de mensen te doden, zoals de Kretenzische en de Marathonische stier of zoals de stier, die de dood van Hippolytos veroorzaakte. Daartegenover staat, dat hij door zijn macht ook de beschermheer is van alle schippers en vissers. Deze bidden tot hem om een gelukkige vaart en een rijke visvangst en zij verzuimen niet hem bij het welslagen van hun pogingen offers te brengen[21]. Ook de zeeoorlog stond onder zijn bestuur. Hij gaf de overwinning in de zeeslag. Daarom pleegden alle zeehelden zich als zijn gunstelingen te beschouwen, soms zelfs als zijn zonen.

    Een tweede trek in het wezen van Poseidon is, dat hij de aarde schokte maar daarentegen haar ook met zijn krachtige armen vasthield en droeg. Toen de goden aan de strijd voor Troje deelnamen, wierp Zeus zijn bliksems van de hemel, maar Poseidon deed de aarde beven, zodat zij op haar grondvesten daverde en Aïdoneus, de vorst van de schimmen, vreesde, dat de zeegod het deksel van zijn duister rijk zou afscheuren en het openstellen voor de blikken van goden en mensen. Alle aardbevingen werden dus aan hem toegeschreven en waar grote scheuren of spleten in de rotsen werden aangetroffen, waar steile klippen zich in zee verhieven, daar meende men de sporen van de drietand van Poseidon te herkennen. Vooral was dit het geval met het eiland Nisyros, wat, naar men beweerde, in de Gigantomachie door Poseidon van het eiland Kos was afgescheurd en naar het hoofd van een van de Giganten geslingerd.

    Athene was niet de enige plaats waar de drietand van de god drie grote openingen in de aarde ten teken van zijn aanwezigheid had achtergelaten.

    Ook dikwijls deed hij eilanden uit zee oprijzen, zoals Rhodos, Anaphe, Delos en als een kundig bouwmeester deed hij ze rusten op vaste fundamenten, die waren gegrondvest in de zeebodem. Zo bouwde hij ook de koperen poorten die de Tartaros sloten, waarin Zeus de Titanen en de Hekatoncheiren had geworpen. Zo was hij ook koning Laomedon van Troje behulpzaam bij het bouwen van de muren van zijn stad en strafte hij hem zwaar, toen hij het bedongen loon voor de arbeid niet wilde uitbetalen[22]. Door die trouweloosheid van de koning werd Poseidon voor altijd de vijand van de Trojanen.

    Poseidon is ook de god die vruchtbaarheid schenkt aan het land, die door de bronnen en rivieren, welke hij doet ontstaan, zegen verspreidt, ja soms bronnen schenkt, waarvan het water de zieken kan genezen. Vooral in streken die doorgaans arm waren aan water, trad deze trek van zijn wezen op de voorgrond; zo in Arkadië en Argolis. Dit laatste landschap miste de gunst van de god, zo heette het in de sage, omdat Inachos het aan Hera en niet aan Poseidon had toegewezen, doch op één plek borrelt nog het heldere water van een bron uit de bodem; het is daar, waar Poseidon de liefde genoot van Amymone, de dochter van Danaos. Wellicht moet men ook uit deze eigenschap het grote aantal kinderen verklaren, dat hem werd toegeschreven (cf. infra).

    De schepping van het paard wordt hem toegeschreven, het fokken van paarden, het paardrijden en alle daarmee verbonden ridderlijke oefeningen stonden onder zijn bescherming[23]. Vooral de weidende paarden, de paardenkudden, stonden onder de hoede van de god, ja dit breidde zich zelfs tot alle kudden in het algemeen uit.

    Er bestaan verschillende legenden over de oorsprong van het paard. Nu eens lezen we, dat Poseidon het tevoorschijn heeft doen komen door met zijn drietand tegen een rotsblok te slaan, dan weer wordt het voortgebracht door de door hem bevruchte aarde. Het eerste paard dat zo ontstaan is, heette Areion, waaraan andere legenden evenwel een andere afkomst toeschrijven. Dit behoorde eerst aan Herakles, daarna aan Adrastos. Over het algemeen achtte men aan hem het temmen van het paard te zijn verschuldigd; hij had geleerd het te leiden en het voor de wagen te spannen. Doch hij moest deze eer delen met andere godheden, vooral met Athena, die ook werd geacht de uitvindster van de teugel te zijn, een omstandigheid te meer die aanleiding gaf tot een gemeenschappelijke verering van de beide godheden, die men zich vroeger als vijandig tegenover elkaar dacht. Doch Poseidon mocht toch in de eerste plaats aanspraak maken op de naam van Hippios, d.i. "de paardengod"[21] en aan zijn lievelingen gaf hij mooie paarden ten geschenke. Zo de paarden waarmee Idas er in slaagde om Marpessa aan de vervolgingen van Apollon te onttrekken, zo volgens sommigen de paarden, waarmee Pelops de overwinning behaalde op Oinomaos, terwijl andere legenden daarentegen juist de paarden van Oinomaos een geschenk van Poseidon noemen, zo vooral Balios en Xanthos, de beide paarden van Achilleus. Deze paarden, die uit Poseidon waren gesproten, of door hem aan zijn vrienden geschonken, waren niet alleen gevleugeld, maar zij bezaten ook het spraakvermogen.

    Het spreekt vanzelf dat de god, die in zulk een nauwe betrekking stond tot het paard, ook de god was van alle wedrennen, hetzij met paarden, hetzij met paard-en-wagens. Daarin uit te munten, mooie paarden te hebben, ze op prachtige wijze uit te rusten voor de optochten die bij sommige godsdienstige feesten werden gehouden, of op doelmatige wijze voor de strijd, was een punt van eerzucht bij de aanzienlijke en rijke Grieken, vooral bij de Atheners. Alles wat daarmee verbonden was stond onder de hoede van Poseidon en het schijnt, dat op alle plaatsen waar de god werd vereerd, op gezette tijden wedrennen te zijne ere werden gehouden. Later zijn twee van die wedstrijden zozeer in aanzien toegenomen, dat zij al de overige verre achter zich lieten, vooreerst die te Onchestos, in Boeotië aan het meer Kopaïs gelegen, een stadje, dat geheel-en-al aan de dienst van Poseidon was gewijd. Daar was een heilig bos, waarin al de wagenmenners hun paarden pleegden uit te spannen, en zelfs het vurigste en wildste paard werd rustig, wanneer het dat bos betrad. Maar nog luisterrijker dan deze wedrennen waren de Isthmische spelen, die een van de vier Panhelleense Spelen van de Grieken zijn geworden. Met Poseidon werd daarbij Melikertes vereerd en diens verering mengde op eigenaardige wijze sommige vreemde, uitheemse gebruiken onder de Griekse Poseidondienst. De Isthmische spelen mochten op een hoge ouderdom bogen. Ze heetten ingesteld te zijn door koning Sisyphos van Korinthe. De Korinthiërs hadden er het bestuur over. De krans die aan de overwinnaars werd gegeven, was oudtijds van klimop, later van dennentakken, beide met de bedoeling om te wijzen op de treurige dood van Melikertes.

    Amoureuze relaties en kinderen

    Zeethiasos voor het huwelijk van Poseidon en Amphitrite, die in een huwelijkswagen zitten getrokken door muzicerende Tritons (detail van het zogenaamde "altaar van Domitius Ahenobarbus", 2e helft 2e eeuw n.Chr.).

    Bij zijn wettige echtgenote Amphitrite had hij een zoon en drie dochters: Triton, Rhode, Kymopolea en Benthesikyme.

    De zonen van de machtige en onstuimige god zijn krachtige en woeste wezens, zo de cycloop Polyphemos bij de nimf Thoosa[24], zo de geweldige Kyknos, die door Achilleus werd verslagen, zo Amykos, die door de vuist van Polydeukes viel, zo Korynetes, Prokrustes, Kerkyon en Skiron.

    Op geen plaats genoot Poseidon verering of men wist te verhalen van vrouwen, hetzij dan van goddelijke of menselijke afkomst, die hem daar hun liefde hadden bewezen en hem kinderen hadden geschonken. Evenwel moet daarvan de reden gedeeltelijk worden gezocht in de zucht om aan de heros, die men als de stamvader van een geslacht of de stichter van een polis beschouwde, goddelijke afkomst toe te schrijven. Zo wordt Poseidon genoemd als de vader van Pelasgos, Hellen, Achaios, Minyas, Boiotos, Doros, Taras, Kalaurios. Naar deze laatste zou het eiland Kalauria zijn vernoemd, waar een heiligdom voor Poseidon was dat het centrum vormde van een vroege amphictionie[25].

    De liefde van Poseidon voor Arne, d.i. "het lam", welke hem Boiotos baarde, en de mythe die verhaalde, dat de god zich in een ram veranderde om zich met Theophane, aan wie hij de gedaante van een schaap had gegeven, te verbinden en bij haar de ram met de gouden vacht te verwekken (zie Phrixos.), zijn voorbeelden van de nauwe betrekking waarin de god tot deze dieren werd gedacht.

    Toen Poseidon liefde had opgevat voor Tyro, de mooie dochter van Salmoneus die zelf de riviergod Enipeus beminde, en de god zich onder diens gedaante met haar had verbonden, baarde zij hem tweelingen Pelias en Neleus, die zij te midden van een kudde weidende paarden te vondeling legde. De eerste werd door een merrie gezoogd, maar beiden werden onder de paarden opgevoed en werden sterke helden, die in alle ridderlijke oefeningen behagen schepten, met de dienst van Poseidon de teelt van zijn lievelingsdier verspreidden, Pelias in Thessalië, Neleus in Pylos, en beide door hun vader in hoge mate werden gezegend[26]. Zo werd ook Hippokoön, de zoon, die Alope, de dochter van Kerkyon, aan Poseidon baarde door haar te vondeling gelegd en door een merrie gezoogd.

    De sage van Melanippe, die de tweelingen Aiolos en Boiotos[27], welke zij de god schonk in een runderstal te vondeling legde, waar zij door een koe werden gezoogd en door een stier bewaakt, doelt in enige mate op Poseidons bescherming van de kudden (cf. supra). De lotgevallen van Melanippe en haar zonen waren een lievelingsonderwerp van de tragische dichters.

    In een in Korinthe inheemse legende is Poseidon de vader van het gevleugelde paard Pegasus, dat hij had verwekt bij de Gorgo Medusa. Toen dat paard naderhand aan Bellerophon ten gebruike werd gegeven, leerde Poseidon hem, hoe het te temmen en te besturen.

    Onder de door hem beminde personen hoorden ook onder andere Libya, Agenor, Belos, Iphimedeia, Aloeus en Molione.

    Attributen en symbolen

    Indo-Grieks stenen palet met Poseidon in het midden (2e-1e eeuw v. Chr, uit Gandhara; Ancient Orient Museum, Tokio).

    De god werd dan ook in nauwe betrekkinggebracht tot de dierenwereld. Die dieren waren hem vooral geheiligd, in wier bewegingen men enige gelijkenis meende op te merken met de bewegingen van de golven van de zee. Zo vergeleek men de golven, die tegen de steile rotsklippen opspatten met geiten, die stoute sprongen waagden om van het ene rotspunt op het andere te komen, en de overige golven met kromgehoornde stieren. Zelfs droegen verscheidene steden, die de god geheiligd waren, daarnaar hun namen, zo Aigai naar het Griekse woord aix, dat geit betekent, en Helike naar helix, d.i. kromgehoornd. Op andere plaatsen weer traden hiervoor stotende bokken en weidende lammeren in de plaats.

    Maar het lievelingsdier van Poseidon is het paard, hetzij omdat het evenals de golven van de zee huppelt, en tevens evenals deze draagt, ofwel omdat het, evenals de god zelf, behagen schept in de vochtige weiden.

    Onder de dieren was hem verder de dolfijn geheiligd, zijn trouwe makker op zee, onder de bomen de den, waarvan de takken tot prijs dienden in de ter zijne ere gevierde wedstrijd en waarvan het hout het timmerhout is voor de schepen. Als offers werden bij zijn dienst gewoonlijk zwarte stieren geslacht, ook paarden, rammen en everzwijnen.

    Hij wordt meestal afgebeeld met een drietand, het wapen dat hij gekregen had van de Cyclopen voor de Titanenstrijd.

    In de beeldende kunst

    Marmeren kopie van een bronzen origineel van Lysippos, dat op de isthmus van Korinthe stond (Vaticaanse musea).

    Wat nu de voorstelling van Poseidon door de beeldende kunst betreft, zo komt deze vrij nauwkeurig overeen met de beschrijvingen van de dichters. Zijn beelden hebben veel gelijkenis op die van Zeus. Een brede borst, lang afhangende lokken en schitterende ogen zijn zowel het kenmerk van de koning van de hemel als van de beheerser van de zee. Maar de kunstenaars gaven aan Poseidon hoekiger gelaatstrekken dan bij Zeus werden aangetroffen en enigszins verward hoofdhaar. De oudere kunst stelde hem gekleed voor; in latere tijd werd het ook bij Poseidon meer en meer gewoonte hem naakt af te beelden. Gewoonlijk heeft hij zijn drietand in handen en is hij vergezeld van een dolfijn. Hij houdt die òf met zijn hand vast, òf zet er zijn voet op. Dikwijls wordt hij ook afgebeeld, rijdende op een stier, op een paard of in een wagen, dikwijls ook door allerlei zeedieren omgeven. Nu eens zit hij op een troon, dan weer wordt hij - en dit is vooral het geval bij de kolossale beelden van deze god, die menigmaal bij havens en op voorgebergten werden aangetroffen - staand voorgesteld. Ook deze kolossale beelden kunnen in twee soorten worden gesplitst: vooreerst die, welke hem voorstelden met opgeheven drietand en aanduidden als de god van de stormachtige zee en de aardbevingen en anderzijds die beelden, waarbij hij, zijn ene been steunende op een rots, op de voorsteven van een schip of op een dolfijn in de verte staart, en de indruk maakt van de god, die met zelfbewuste macht de zee beheerst, het schip bestuurt en het in een veilige haven leidt.

    In het Nationaal Archeologisch Museum van Athene staat het antieke, 2,09 m hoge bronzen standbeeld van de "god uit de zee", vaak de "Poseidon van Kaap Artemision" (gevonden aan het noordelijke punt van Euboea) genoemd. Ondertussen zijn sommige kunsthistorici van mening dat het eerder om een Zeusbeeld gaat, die een bliksembundel horizontaal in de lege, opgeheven hand droeg, aangezien Zeus de enige god was die dit attribuut had. Poseidon hield namelijk zijn drietand niet horizontaal in de antieke voorstelling. Een vergelijking met de gezichten van andere beeldhouwwerken van de strenge stijl van de 5e eeuw v.Chr. ondersteunen deze stelling[28].


    10-05-2011 om 11:51 geschreven door bjorn21  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.overzicht van de goden en andere


    hier heb je alle goden en andere

    De Olympiërs

    • Aphrodite (liefde, vruchtbaarheid, schoonheid en beschermster van fauna en flora)
    • Apollo (orakel, boogschieten, ziekte en gezondheid, muziek en de zon )
    • Ares (oorlog, krijgslust)
    • Artemis (maan, jacht, maagden, wilde dieren en kuisheid, maar ook vruchtbaarheid)
    • Demeter (landbouw en graan)
    • Dionysus (wijn en feesten)
    • Hades (dood, rijkdom, kostbare metalen en god van de onderwereld)
    • Helios (zon)
    • Hephaistos (smeedwerk, vuur en ambachten)
    • Hera (vrouw van Zeus, beschermt het gezin en vrouw en huwelijk)
    • Hermes (handel, verkeer, dieven, boodschapper van de goden)
    • Hestia (haard en familie)
    • Iris (regenboog)
    • Pallas Athena (wijsheid, strategie, krijgskunst en het handwerk)
    • Pan (woud, herdersleven en de muziek)
    • Poseidon (zeeën oftewel water en aardbevingen)
    • Zeus (oppergod, hemel en aarde, bliksem-slingeraar)
    • Ziva (godin van het leven)

    De oer-Goden

    Zee- en Riviergoden

    Elke waterloop, zij het een zee, een oceaan, een rivier of een bron, heeft zijn eigen god. Op deze manier kan een rivier in een bepaalde mythe gepersonificeerd worden.

    Naiaden

    Nereïden

    Oceaniden

    Windgoden

    Gepersonifieerde concepten

    De Charites (Gratieën)

    De Horae (de seizoenen)

    De Moirae (de schikgodinnen)

    De Muzen

    Phorceïden

    De Graeae

    Nimfen

    Titanen

    De Cyclopen

    De Honderd-handigen of Hecatonchiren

    De Giganten

    04-05-2011 om 00:00 geschreven door bjorn21  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)


    Archief per week
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Categorieën



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs