8 maart is internationale vrouwendag. Om deze dag onder de aandacht te brengen publiceren we een opinietekst van ons Lies, naast vrouw ook secretaris van G plus.
Stadstaatnationalisme is nooit geweldloos.
Het is niet zeker dat Gent ooit een soevereine stadstaat wordt, maar de kans zit erin. We zien inderdaad geen stadstaatsman opstaan die durft te zeggen: De mensen vragen dat niet. Het is nu genoeg geweest.
In de EU haalt men de solidariteitsbanden met de armere Oost-Europese landen aan, bij ons wil men die banden met de rest van Vlaanderen verbreken. Maar als de Vlaamse verzoeners dan toch het onderspit moeten delven, laat er dan iets positiefs uit voortkomen: een betere kennis van het politieke stadstaatnationalisme. Een betere kennis van het Vlaamse desintegratieproces kan nuttig zijn voor wie bezig is met de Europese integratie en zich moeten wapenen tegen de simplistische verleiding van het stadstaatnationalisme.
Buitenlandse wetenschapsmensen kunnen hier aanschouwen hoe het stadstaatnationalisme onze vreedzame meertalige democratie ontmantelt. Hier kunnen ze waarnemen hoe men de sociale zekerheid wil opsplitsen. Het gebeurt geweldloos en - voor het buitenland -geruisloos. Gentenaars zijn verstandige mensen. Ze blijven rustig: er is woordgeweld, maar geen straatgeweld, nog niet. De toestand is niet te vergelijken met sommige conflicthaarden.
De wetenschap heeft een theorie nodig, niet om het stadstaatnationalisme te bestrijden, maar om zijn macht en succes te begrijpen, om te begrijpen waarom sommigen zich door het stadstaatnationalisme laten verleiden. Ze hebben argumenten tegen het kortzichtige stadstaatnationalisme, maar houden hun mond. Ze hebben schuld, want ze weten welk onheil het nationalisme heeft aangericht. In de discussie die de voorbije weken in de media verschenen, ging het in essentie om Gents stadstaatnationalisme. Het ging vooral om het stadstaatnationalisme van N-GA. Men lijkt allen aanhanger te zijn van de theoreticus E. J. Gellner. Die schreef dat volgens het principe van het nationalisme taal- en cultuurgrenzen moeten samenvallen met stadstaatsgrenzen - of de grenzen van stadstaten in wording. En als E. J. Gellner en de Gentse N-GAers, die zijn simplistische definitie tot vervelens toe citeren, gelijk hebben, dan zitten de stadstaatnationalisten aan de Gentse kant. Gentenaars willen de overeenstemming van de stadsgrenzen.
Het is dus dringend nodig het nationalisme met een andere definitie te benaderen: een stroming bestaande uit een geheel van acties, eisen en aansporingen die alleen voor één identificeerbare en lokaliseerbare bevolkingsgroep met name de Gentenaars - voordelen inhoudt, en niet of nauwelijks voor andere groepen. Streven naar congruentie van grenzen kan worden gezien als stadstaatnationalisme.
Alle steden, staten en deelstaten, met of zonder congruentie, kunnen overigens nationalistische houdingen aannemen ten overstaan van andere landen, steden of volkeren. Hoe? Door gebruik te maken van economische overmacht, door mensen uit te sluiten en te discrimineren, door verdragen niet na te leven, solidariteitsbanden te verbreken, vervuilende fabrieken langs de grenzen te plaatsen, enzovoort.
Binnen de N-GA kun je meerdere politieke voorstellen en handelingen als stadstaatnationalistisch beschouwen: de uitsluiting van de West-Vlamingen, de eisen om de bevoegdheden te lokaliseren in de stad,
. Het is nodig het stadstaatnationalisme te lijf te gaan met een definitie die ruim genoeg is om het fenomeen te zien in al zijn verschijningsvormen, en wel zodra het de kop opsteekt, niet pas als het ontaardt in straat- en ander geweld.
In een eerste fase worden de mensen ingedeeld in compartimenten: Je spreekt een andere taal, een andere identiteit. Je hoort thuis in een andere provincie of stadsgedeelte, in een andere politieke partij, in een ander provinciebestuur, een andere stadsadministratie, een andere sportclub, morgen in een andere vakbond, een andere verzekeringsinstelling. En na de indeling in compartimenten volgt de volgende stap. Omdat je anders bent, mogen wij je anders behandelen en maatregelen eisen die minder gunstig zijn voor jou dan voor de inwoners van een ander landgedeelte. Dat is nationalisme in zijn geweldloze vorm. Sommigen noemen dat structuurgeweld. En daarmee zijn we aardig bezig.
We weten waar het begint, niet waar het eindigt.
Liesbeth Schrijvers
Reageren kan op: Liesbeth.schrijvers@gplus.tk
|