Gonzo Media
Recensies van films, zowel op het zilveren doek als schijfje, TV, muziek, games, etc.
19-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: The Book Of Knots - Traineater (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De kans is groot dat u nog nooit van The Book Of Knots gehoord heeft. Dat is geen schande, want dit is weer zo'n typische superband die er maar niet in slaagt om boven de radar te vliegen. Aan de indrukwekkende line-up zal het echter niet liggen, want de vier New Yorkers hebben hun sporen verdiend als muzikanten voor onder andere Elvis Costello en Pere Ubu.

Het geluid van The Book Of Knots dan. Post-industrial Americana, zo omschreef iemand het schurende, rauwe geluid op "Traineater", en die beschrijving dekt de lading nog het best. Het viertal zet een indrukwekkende soundscape neer waarmee ze volgens eigen uitdrukken "what it’s like to grow up in a rotting sea town in Massachusetts — staring at the ocean when you’re seven-years-old, cutting bait on a dock for your first summer job and smelling the chum". De uiteindelijke neerslag van dat experiment klinkt als een kruising tussen de dissonantie van Sonic Youth en de oerkreten en metalen percussie van Tom Waits. Ook thematisch neigen de songs fel naar het oeuvre van Waits, wat het dus allerminst verwonderlijk maakt dat hij zelf naast onder andere levende legende Mike Watt een van de gastzangers is op het album.

"Traineater" is een overweldigend album van een geheide supergroep die dringend dient ontdekt te worden. Het is een loodzware plaat die zonder waarschuwing van oorverdovend naar fluisterstil en van folk naar drone kan gaan, een plaat die de luisteraar uitgeput maar gelouterd achter laat. 

19-08-2007 om 11:44 geschreven door Michel  


15-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Silversun Pickups - Carnavas (2006)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Beter laat dan nooit zullen we maar denken, maar soms zijn de gedachtenkronkels van de platenbonzen echt onbegrijpbaar. Bijna een vol jaar heeft het geduurd eer het debuut van het Californische viertal Silversun Pickups onze contreien wist te bereiken. Waarom wij zo lang moesten wachten is een enorm mysterie, want "Carnavas" is een verdomd sterke plaat.

De invloeden van de band zijn op "Carnavas" duidelijk aanwijsbaar, met onder andere Guided By Voices ("Little Lover's So Polite"), Secret Machines (het machtige "Three Seed"), My Bloody Valentine (de alomtegenwoordige feedback en noise en het geflirt met post-rockstructuren) en vooral Smashing Pumpkins. Toen ze nog goede platen afleverden. Maar de songs op "Carnavas" zijn zoveel meer dan doorslagjes van andere bands, met soms ronduit geniale lyrics (lees die van hoogtepunt "Future Foe Scenarios" er maar eens op na) en vooral extreem catchy gitaarpartijen die zich van de eerste beluistering in je gehoorgang vastbijten. Dit is ruige, gelaagde maar evenzeer melancholische en dramatische poprock van een band die heel wat in haar mars heeft.  

Zelf zal hij het ongetwijfeld nooit willen toegeven, maar wij zijn er van overtuigd dat dit stiekem de plaat is die Billy Corgan eigenlijk wou maken toen hij aan "Zeitgeist" begon.  

15-08-2007 om 18:06 geschreven door Michel  


14-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Architecture In Helsinki - Places Like This (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Groepsnamen met verwarrende geografische referenties zijn in. De jongens en meisjes van I'm From Barcelona komen uit Zweden, en de acht leden van Architecture In Helsinki hebben niets met Finland te maken, maar komen van gans down under. Maar het nieuwe album van het springerige octet is niet beperkt tot één locatie, daar een deel van de band tijdens de opnames in New York zat. Resultaat: een plaat die tot stand is gekomen door over en weer gemail. Kan zoiets wel goed komen?

Het antwoord is simpel: ja! Want door de afstand tussen de bandleden kwam er meer ruimte vrij om met het materiaal van hun collega's te experimenteren, wat resulteert in een nog gevarieerder en theatraler klinkend album dan hun vorige "In Case We Die". Toegegeven, de drang naar rare geluidjes gaat soms erg ver (de autocrash in "Nothing's Wrong" klinkt angstwekkend echt), maar gelukkig staan de songs nog meer dan op de vorige plaat centraal voor de acht. En dat "Place Like This" ijzersterke songs bevat, staat als een paal boven water.

Eerst single "Heart It Races" bijvoorbeeld, waar de hoge stemgeluidjes van zangeres Kellie Sutherland worden omgeven door steel drums met een onweerstaanbaar ritme als resultaat. Of het uit zijn voegen barstende "Hold Music" waarin Architecture In Helsinki zowat elk denkbaar instrument heeft proberen te proppen en er toch in geslaagd is daar een aanstekelijk en dansbaar nummer mee te maken. En de bruisende energie van deze twee songs injecteren de Australiërs in elk van de nummers op "Places Like This". Het gevolg is dat dit ook weer een echte love it or hate it-plaat is. Voor al wie al overtuigd was van het talent van Architecture In Helsinki is "Places Like This" een blinde aanschaf, voor wie het niet zo bekeken heeft op wild alle kanten uit stuiterende pop van een band die alle remmen heeft losgegooid zal dit een hypernerveuze trip zijn. Maar dat ze je zullen raken staat vast.  

14-08-2007 om 19:24 geschreven door Michel  


07-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Film: A Prairie Home Companion (2006)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Op 20 november 2006 ruilde Robert Altman op 81-jarige leeftijd onverwachts het tijdelijke voor het eeuwige in, een groot verlies voor de Amerikaanse filmindustrie. Altman schonk de wereld immers meesterwerkjes als "Short Cuts", "M.A.S.H." en "Gosford Park". Een eigenzinnige cineast die zich niets aantrok van wat Hollywood dicteerde en van zijn films ook echt zijn eigen films maakte. Niet alles wat hij aanraakte veranderde in goud ("Prêt-á-Porter" bijvoorbeeld was ronduit slecht), maar met "A Prairie Home Companion" neemt Altman op de meest grootse manier denkbaar afscheid.

Op zich is het verhaal van de film profetisch wat Altman's lot betrof, want alles draait om een afscheid, in dit geval de laatste uitzending van het radioprogramma waar de film naar vernoemd is. Een echt verhaal heeft de film naar goede Altman-traditie niet, het is net zoals in zijn beste werken meer een verkenning van het universum waar de verschillende personages zich bevinden, met af en toe wel wat dramatiek maar vooral veel aandacht voor de figuren op zich. En de personages van "A Prairie Home Companion" zijn schitterend. Zingende cowboys, kwelende zussen en schuine moppentappers, allemaal eenzame zielen die zich maar al te goed bewust zijn van hun laatste optreden. 

Een dun verhaal dus, maar met veel ruimte voor symboliek en een warme boodschap over vergankelijkheid en de levensvreugde die daar uit kan voortvloeien. Want ondanks de thematiek heeft Altman van zijn laatste film geen deprimerend werkstuk gemaakt. De personages gaan zingend en lachend ten onder, en genieten zichtbaar van de tijd die hen rest. Ook het uitzicht van de film is verre van donker, met prachtige, lange camerabewegingen en een warm kleurenpalet.  

Een waardig afscheid van een heel, heel groot cineast. 

DVD extras: een boeiende en lange documentaire over het tot stand komen van de film en een audiocommentaar van Altman die helaas niet erg veel van zeg is.      

07-08-2007 om 17:12 geschreven door Michel  


01-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: AaRON - Artificial Animals Riding On Neverland (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Promotekstjes op cd-hoezen, ze zijn nogal dikwijls een tikje overdreven. Met de nodige argwaan werd het debuutalbum van de Franse band dan ook in de speler geschoven, want een vergelijking met het machtige Archive zoals op de -overigens zeer mooie- hoes te lezen staat is immers een erg boude bewering.

Maar zie, "Artificial Animals Riding On Neverland" grijpt de luisteraar al van bij de eerste noten bij de kladden en laat hem pas dertien wondermooie maar intrieste nummers later los. Hoewel AaRON afkomstig is uit Frankrijk zingt frontman Simon Buret voornamelijk in het Engels, iets wat hem wonderwel afgaat. Van "Allo Allo"-achtige accenten geen sprake, wel van soms erg vreemde maar steeds aangrijpende teksten. Zelfs als de dood van een goudvis wordt bezongen maakt AaRON daar een pakkend epos van, zonder in schmaltz à la Coldplay te vervallen.

De filmliefhebbers zullen "U-Turn (Lili)" zeker herkennen van de fraaie prent "Je Vais Bien, Ne T'en Fais Pas", net zoals het nummer "Mister K" overigens, maar de rest van de songs op "Artificial Animals Riding On Neverland" moet geenszins onderdoen voor deze prachtsingle. Opvallend is hoe de Fransen bij momenten (in "Endless Song" bijvoorbeeld) met verve naar trip-hop en andere elektronische geluiden grijpen om hun composities van een eigen gezicht te voorzien.
     
AaRON is een ambitieus maar nooit pathetisch klinkend duo, dat met hun debuutalbum een sterke, eigenzinnige plaat heeft afgeleverd. Te ontdekken door de liefhebber van dromerige, intelligente maar evenzeer droeve en pakkende popmuziek.   

01-08-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


24-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: 65DaysOfStatic - The Destruction Of Small Ideas (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Net toen iedereen dacht dat de post-rock een beetje op zijn laatste benen liep kwam het Britse 65DaysOfStatic aanzetten met "The Fall Of Math", een alles verzengende combinatie van woeste gitaarriffs, bezwerende pianomelodieën en knetterende electronica. De plaat blies een half dood geacht genre nieuw leven in, en de reputatie van de Britten was gevestigd. Hoewel de line-up van de band sinds hun debuutalbum en de vorige plaat "One Time For All Time" veranderd is, blijft hun monumentale sound ook op hun derde studioalbum staan als een huis.

Wat echter onmiddellijk opvalt is dat er meer rustpauzes zijn ingelast tussen de vonkende explosies van gitaargeweld. Het tempo lijkt wat teruggeschroefd ten voordele van een meer georkestreerd geluid. Opener "When We Were Younger & Better" is al een goede indicatie van de nieuwe richting die de band wil inslaan op deze plaat en ontplooit zich langzamerhand tot een epische post-rocker. Ook opvallend is de prominentere rol van de electronica op "The Destruction Of Small Ideas". Het lijkt bij momenten, bijvoorbeeld in het dreunende "A Failsafe" of het door de synthklanken bijna als new-rave klinkende "The Distant & Mechanised Glow Of Eastern European Dance Parties", wel of de gitaren een bijrol gekregen hebben. Wat niet wegneemt dat de band nog steeds grossiert in rauwe, emotionele lappen withete rock. Het hoogtepunt van de plaat is dan ook niet voor niets het alles verslindende epos "These Things You Can't Unlearn", een weergaloos nummer dat van de twaalf composities op de plaat nog het meest doet terugdenken aan "One Time For All Time".

En dat is meteen ook het minpuntje van deze plaat. In vergelijking met het meesterwerk dat het vorige album was valt deze plaat soms wat licht uit. Wat niet wegneemt dat 65DaysOfStatic momenteel nog steeds de meest getalenteerde bende in de hele post-rockscene is, maar zo perfect als hun vorige album is "The Destruction Of Small Ideas" helaas niet. Daarvoor klinken de songs vaak iets te berekend in plaats van puur emotioneel, maar dat de heren een uniek en urgent geluid produceren blijft een waarheid als een koe. 

24-07-2007 om 15:00 geschreven door Michel  


16-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Elliott Smith - New Moon (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Bijna vier jaar alweer is het geleden sinds die loodnottige dag in oktober toen Elliott Smith zichzelf van het leven beroofde. Een gemis, want de van melancholie overlopende platen die hij in zijn korte leven op de wereld losliet waren van een ongenaakbaar niveau. Prachtige, verstilde popliedjes waarin Smith zijn breekbare ziel blootlegde. De exacte omstandigheden rond zijn tragische dood zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen, maar zijn erfenis staat als een huis. En nu, drie jaar na het postume album "From A Basement On The Hill", wordt door Smith's archivaris Larry Crane de dubbelaar "New Moon" op de markt gebracht. Uitmelkerij of niet, dat is dus de vraag.

Om te beginnen is "New Moon" geen echt nieuw album zoals "From A Basement On The Hill" dat wel was. Deze twee cd's staan vol met b-kantjes, demomateriaal en andere obscuriteiten die Smith in de loop van de jaren 1994 tot 1997, dus tussen de release van zijn titelloze album en "X/O" bij elkaar geschreven had. Het gevolg is dat een groot aantal van de nummers al eens eerder verschenen is, maar de versies op deze twee schijfjes zijn zodanig mooi uitgevoerd dat ze zonder enige problemen naast de albumversies kunnen staan. Opvallend is de ingetogenheid waarmee Smith uitvoeringen van zijn songs ten gehore brengt. Muzikale uitbarstingen zijn schaars op "New Moon", dit is de meest pure en van franjes ontdane songschrijverij die Smith ooit heeft opgenomen en we kunnen Larry Crane dankbaar zijn dat hij dit prachtige materiaal ter beschikking van het publiek en de fans heeft gesteld.  

"New Moon" is dus geen poenschepperij op het graf van een groot singer-songwriter zoals sommige andere verzamelaars (moeder Buckley, iemand?) dat helaas al te vaak wel zijn. Dit is een schitterend eerbetoon dat helaas al te pijnlijk de vraag oproept tot welke grote dingen Smith nog in staat zou geweest zijn. Weergaloos.    

16-07-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


13-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Datarock - Datarock Datarock (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Twee nerds van jewelste zijn het, het Noorse duo Fredrik Saroea en Ket-Ill a.k.a. Datarock. Hoe valt het anders te verklaren dat de twee, steevast gehuld in spuuglelijke knalrode trainingspakken, songs ophangen aan dingen als hun Commodore 64? Een koppel Noorse nerds dus, maar wel verdomd getalenteerde nerds. Eigenlijk is dit album al eens eerder uitgebracht op hun eigen label Young Aspiring Professionals, twee jaar geleden om precies te zijn, maar aangezien het toen de Noorse landsgrenzen amper wist te doorbreken is dit de verdiende tweede kans. Meespringen op de kar van van de new-rave volgens sommigen, maar daar klinkt de muziek te verfijnd voor.

Het geluid van Datarock valt immers nog het best te omschrijven als een soort van indie-dance, of folktronica zo u wil. Ritmisch, dansbaar, terminaal hip, maar toch klinkt het allemaal zeer organisch en warm. Dat is al direct het geval in openingsnummer "Bulldozer", dat naast over een debiele tekst ook over een motherfucker van een baslijn beschikt die perfect weerwerk biedt aan de vervormde gitaarklanken. Single "Fa-Fa-Fa" klinkt even catchy en springerig als de titel doet vermoeden, met een onweerstaanbare floorfiller als resultaat. Hoogtepunt van de plaat is echter "Computer Camp Love", waar de heren "Grease" op hilarische wijze parafraseren in een aanstekelijk rapdeuntje. Enige minpunt is het op een flauwe woordspeling drijvende "Night Flight To Uranus", een plat popliedje zonder meer.

Al bij al een geslaagde herkansing dus voor de heren van Datarock. Nu alleen nog iets doen aan die outfits.

13-07-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


08-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: UNKLE - War Stories (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

In 1994 staken Mo'Wax platenbaas James Lavelle en DJ Shadow de koppen bij elkaar om een soort van elektronische supergroep op te richten. Het resultaat was UNKLE, de plaat het overdonderende "Psyence Fiction". Even krachtig als gevarieerd, met gastoptredens van Thom Yorke, Richard Ashcroft van The Verve, Badly Drawn Boy en Mike D van The Beastie Boys om er maar enkele te noemen. Over opvolger "Never, Never Land" zei James Lavelle dat het 'UNKLE does electronic' was, met gasten als Brian Eno.

'This one is like UNKLE does rock' zei de man over het nieuwe album, en daarmee slaat hij de nagel op de kop. Want "War Stories", mede geproduceerd door Chris Goss die eveneens tekende voor Queens Of The Stone Age en Masters Of Reality, is in essentie een rockalbum. Getuige hiervan is naast het aanwezige gitaargeweld dat de electronica en hip-hopinvloeden naar de achtergrond verdringt ook de alweer indrukwekkende gastenlijst. Josh Homme van de al genoemde Queens was ook al op "Never, Never, Land" van de partij en neemt hier het op een funky baslijn voortstuwende rock-dancemonster "Restless" voor zijn rekening. In "Burn My Shadow" zingt Ian Astbury van The Cult met dreigende subtiliteit de apocalyps in. Minstens even creepy is de zanglijn van Massive Attack's 3D op "Twilight". Liela Moss van The Duke Spirit neemt de vocalen voor haar rekening in de dreunende wilde rit die "Mayday" heet en James Lavelle zelf maakt tenslotte zijn geslaagde debuut als zanger met "Hold My Hand".

Allemaal hoogtepunten, maar helaas staat er ook op "War Stories" weer wat vulsel. Sfeerschepperij die op papier waarschijnlijk beter klonk dan in de praktijk, met niemendalletjes als "Price You Pay" die veel te lang worden uitgesponnen om effectief te zijn. Maar gelukkig wegen de positieve noten veel zwaarder door dan de negatieve en hebben de heren voor de derde keer op rij een album afgeleverd dat weer helemaal anders klinkt dan het vorige maar toch een consequente UNKLE-plaat is. Het prachtige artwork (zeker dat van de speciale editie van het album) is overigens van de hand van 3D.

08-07-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


06-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Interpol - Our Love To Admire (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Sinds hun debuutalbum "Turn On The Bright Lights" is Interpol zowat dé referentie geworden voor hippe gitaarbandjes. Hun hoekige, donkere sound werd met wisselend succes overgenomen door groepen als She Wants Revenge en andere Editors. Maar van zodra de eerste tonen van "Our Love To Admire" door de luidsprekers schallen wordt duidelijk dat Interpol nog steeds in een geheel eigen liga speelt, eentje die een paar divisies boven die van de concurrentie ligt.

'Babe, it's time we gave something new a try' zingt frontman Paul Banks in "No I In Threesome" (geweldige titel overigens), maar gelukkig houdt Interpol zich aan hun beproefde formule van oeverloos droefgeestige, maar instant catchy nummers. Wel hebben de heren uit New York op hun derde album gekozen voor meer subtiliteit in de songs, wat een trager, meer atmosferisch geluid oplevert met een klemtoon die meer op de percussie dan op loeiende gitaren is komen te liggen. Het gevolg is een geluid dat bij momenten aan de betere post-rock doet denken. Zeker naar het einde toe vertraagt het tempo aanzienlijk, met het bijna experimenteel klinkende epos "The Lighthouse" als climax. Wat niet wegneemt dat er ook gewoon up-tempo nummers op de plaat staan. Single "The Heinrich Maneuver" bijvoorbeeld, of "Who Do You Think" dat na het gitzwarte maar bloedmooie hoogtepunt "Rest My Chemistry" de meters even in het rood zet.   

Twee jaar geleden speelde Interpol nog het voorprogramma van U2 en Coldplay, maar die twee hebben ze ondertussen moeiteloos overklast. "Our Love To Admire" is het nieuwe referentiepunt voor hippe gitaarbandjes allerlande, en meteen ook de beste plaat van het viertal tot op heden. Mooie hoesfoto ook.   

06-07-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


05-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Film: Red Road (2006)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Nu Dogma 95 al een tijdje op z'n retour is (Lars Von Trier gebruikte zelfs de hulp van een computerprogramma om "The Boss Of It All" te filmen) werd bij productiehuis Zentropa het tijd voor een nieuw concept. Dat werd het Advance Party-project, een initiatief van Lone Scherfig en Anders Thomas Jensen waarbij aan drie verschillende de opdracht werd gegeven drie afzonderlijke speelfilms te draaien. De voorwaarden waren dat alle films rond negen vaste personages, steeds gespeeld door dezelfde acteurs en actrices, dienden te draaien en zich allemaal in Schotland moesten afspelen.

"Red Road" is het eerste deel van deze conceptuele trilogie, en meteen het regiedebuut van Andrea Arnold. Kate Dickie vertolkt de rol van Jackie, een jonge vrouw die werkt als beveiligingsbeambte en in die hoedanigheid dag in dag uit de monitors van de verschillende bewakingscamera's van de stad Glasgow in de gaten houdt. Wanneer ze een interesse ontwikkelt voor een bepaalde man op het scherm ontspint er zich een zenuwslopende zoektocht naar de ware identiteit van zowel Jackie als haar object van obsessie. Hoewel ze te kennen geeft dat ze de man, ene Clyde, nooit meer had willen zien, doet Jackie steeds meer moeite om dichterbij hem te komen. Tot ze op een bepaald moment besluit de rechtstreekse confrontatie aan te gaan.

Arnold sleepte op het festival van Cannes met "Red Road" de juryprijs binnen, en geheel terecht. De film baadt in een sfeer van mysterie en duisternis, en die wordt nog versterkt door de mistroostige decors van de armoedige achterbuurten waartegen het verhaal van observeren en geobserveerd worden zich afspeelt. Ook de vertolkingen, met name die van Kate Dickie, zijn van een zeer hoog niveau en en leverden Dickie zowel de BAFTA Scotland Award als de British Independent Film Award de prijs voor beste actrice op. Als de twee volgende delen van het Advance Party-project even sterk zijn als "Red Road", dan staan er ons nog twee schitterende films te wachten.    

DVD extras: helaas niet meer dan een trailer voor de film.

05-07-2007 om 19:47 geschreven door Michel  


02-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Film: The Prestige (2006)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Bezig baasje, die Christopher Nolan. "Batman Begins" zat nog maar net te schreeuwen om een sequel of 's mans volgende project "The Prestige" liep al in de zalen. En het strafste van al is dat ondanks de mijlenver uit elkaar liggende thematieken de constante kwaliteit in zijn oeuvre aanwezig blijft.

In "The Prestige" vertolken Hugh Jackman en Christian Bale (niet de enige oudgediende uit "Batman Begins", want ook Michael Caine speelt weer mee) respectievelijk Robert Angier en Alfred Borden, twee goochelaarsassistenten ergens op het einde van de negentiende eeuw die aanvankelijk kameraden zijn. Tot ze elk aan hun eigen carrière beginnen en Angier de dood van zijn vrouw op de bühne in de schoenen schuift van Borden. Wat volgt is een ingewikkeld gestructureerd, maar beklijvend relaas over de aartsrivaliteit tussen twee mannen, waarbij Nolan het slim aanpakt door nooit echt kant te kiezen voor een van de twee goochelaars waardoor de personages een pak dieper worden. Doorheen het verhaal wordt duidelijk dat zowel Angier als Borden hun goede en slechte kanten hebben, en dat ze beiden tot alles bereid zijn om de ander de loef te kunnen afsteken op het podium. Zeker wanneer Borden met zijn naar eigen zeggen ultieme truc op de proppen komt bereikt de rivaliteit zijn hoogtepunt, met dramatische gevolgen. 

De speciale vertelstructuur is meteen ook het meest opvallende aan "The Prestige". Aan het begin van de film zien we namelijk hoe Angier vermoord wordt en Borden veroordeeld tot de doodstraf. Vanaf dat punt gebruikt Nolan kundig opgebouwde flash-backs (en bij momenten zelfs flash-backs in andere flash-backs) die beetje bij beetje het gehele verhaal, inclusief de verrassende ontknoping, uit de doeken doen. Constant bij de les blijven is dan ook aangeraden, want de plotwendingen volgen zich in hoog tempo op. Maar de volhouder wordt zo in het magisch-realistische universum van de film gezogen en ontdekt met "The Prestige" een magische film met ijzersterke vertolkingen en een unieke sfeer, die bewijst dat Nolan een groot talent is. 

DVD extras: aantekeningen van de regisseur, enkele korte making of-filmpjes, productiefoto's en de trailer. Niets bijzonders, maar beter dan niets natuurlijk.

02-07-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


30-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: The Chemical Brothers - We Are The Night (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Als je het als artiest in het van hype tot hype zwevende dancemilieu even lang wil volhouden als The Chemical Brothers, dan moet je ervoor zorgen dat je sound evolueert. Dat je niet altijd dezelfde boem-boem-tsjak maakt dus. De block rockin' beats van de eerste albums hebben de chemische broertjes Ed Simons en Tom Rowlands al enkele jaren ingeruild voor een toegankelijker, meer poppy geluid. Met "Surrender" leverde dat een instant klassieker op, met hun vorige plaat "Push The Button" ging het ze iets minder goed af. Nu, twee jaar later, zijn de heren terug met "We Are The Night".

De vooruitgeschoven single "Do It Again" kent u ongetwijfeld al, en die doet perfect wat hij moet doen: een hypernerveuze zanglijn van opkomend talent Ali Love koppelen aan een onweerstaanbare groove die zelfs de meest overtuigde rocker aan het dansen krijgt. Knap werk dus, en ook de rest van het album moet hier niet voor onderdoen. En zoals het de Chemicals betaamt dragen ook op "We Are The Night" weer een pak bekende gasten hun steentje bij. Klaxons doen hun nu-rave ding op "All Rights Reversed", de walgelijk getalenteerde singer-songwriter Willy Mason zingt op "Battle Scars" en de prachtige aflsuiter "The Pills Won't Help You Know" is eigenlijk een nieuw nummer van Midlake dat door Simons en Rowlands van wat zuinig gebliep wordt voorzien. De enige tegenvaller is de samenwerking met rapper Fat Lip. "The Salmon Dance" is een hip-hop niemendalletje dat even onnozel klinkt als zijn titel doet vermoeden. Maar gelukkig wordt dat snel goedgemaakt met "Burst Generator", dat menig dansvloer in de fik zal steken.   

Kortom: The Chemical Brothers van tien jaar geleden zijn dan misschien dood, maar lang leve de nieuwe Chemical Brothers!

30-06-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


29-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Air Traffic - Fractured Life (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Er lijkt maar geen eind te komen aan de stroom veelbelovende jonge Britse bands. De volgende in de rij zijn de vier jonge honden -gemiddelde leeftijd: 21 lentes- van Air Traffic uit het slaperige badplaatsje Bournemouth, en hun voornaamste troefkaart is de aanwezigheid van een piano in hun instrumentarium. Gelukkig gaat de vergelijking met die andere band-met-piano Keane niet op, want Air Traffic gebruikt het instrument voornamelijk om te rocken en niet om stroperige ballads mee te kwelen.

Wat niet wil zeggen dat die van Air Traffic geen gevoel in hun songs leggen, integendeel. Zelfs de eerste single "Charlotte" barst onder het springerige melodietje en geweldig catchy gitaartje van het liefdesverdriet en melancholie. Ook Coldplay wordt al eens ge-namedropt als referentie, en hoewel de stem van zanger Chris Wall af en toe wel iets wegheeft van die van die andere Chris, maakt Air Traffic liedjes die een pak frisser klinken dan wat Coldplay op hun laatste plaat lieten horen. Waar de heren zelf wel opgezet mee zijn, is de terechte vergelijking met Supergrass. Ook hun muziek haakt zich onherroepelijk vast in het hoofd van de luisteraar, zowel de trage nummers als de opgewekte rockers.  

Wat Air Traffic niet lijkt te schuwen in hun nummers, is het Grote Gebaar. Dramatische songstructuren die aanwellen tot epische climaxen zijn geen vreemden op "Fractured Life", en komen het meest tot hun recht in "No More Running Away" en afsluiter "Your Fractured Life". Hoogtepunt van de plaat is het typisch speels klinkende maar inhoudelijk heel wat donkerder "Shooting Star" dat ongetwijfeld een mooie live-carrière tegemoet gaat. 

Uit het feit dat Air Traffic al van in het begin met andere bands wordt vergeleken kan besloten worden dat dit geen wereldschokkend originele plaat is. Maar met nummers die zo degelijk in elkaar steken als dit elftal hoeft dat ook niet. Dit is oerdegelijke, emotionele Britpop met net genoeg scherpe kantjes om niet in hetzelfde hokje als Keane en Coldplay te worden gestopt. Klasse.  

29-06-2007 om 17:21 geschreven door Michel  


25-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Ryan Adams - Easy Tiger (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Hoewel het het afgelopen jaar een beetje stil was rond Ryan Adams (in de cd-rekken althans, want de man overspoelde de fans met nummers op zijn website), is het wonderkind van de alt.country helemaal terug met zijn maar liefst negende album in zeven jaar tijd. 

Ook dit keer doet hij het zonder The Cardinals, en toch klinkt "Easy Tiger" even country als "Cold Roses" of "Jacksonville City Nights". Dat maakt Adams al duidelijk van bij het begin met openingsnummer "Goodnight Rose". Met zijn jengelende elektrische gitaar had het nummer zo op eender van die twee albums kunnen staan. Ook in de single "Two" trekt hij resoluut de kaart van de melancholische countrymuziek. Het nummer is tevens een duet met Sheryl Crow, en gelukkig levert deze samenwerking een beter resultaat op dan zijn duet met Norah Jones op "Jacksonville City Nights". Het nummer is trouwens net als "Everybody Knows" geschreven voor de film "Elizabethtown", maar uiteindelijk niet in de film verwerkte door regisseur Cameron Crowe. Een mens kan enkel gissen wat de man bezielde toen hij dat besliste, want ook "Everybody Knows" is een prachtig akoestische song.  Een fraaie uitschieter tussen al deze trieste alt.country nummers is "Halloweenhead", een onvervalste rocker (Adams kondigt zelfs luidkeels een gitaarsolo aan) die niet zou misstaan hebben op "Rock N Roll". Na deze geslaagde vingeroefening wordt het tempo weer omlaag geschroefd met het mooie maar korte "Oh My God, Whatever, Etc.". "The Sun Also Sets" wordt dan weer voortgestuwd door een ijzige piano die zo van voorganger "29" lijkt weggelopen. Het mooiste moment van het album heeft Adams echter tot het einde bewaard. Afsluiter "I Taught Myself How To Grow Old" drijft op de melodie van een huilende mondharmonica en akoestische gitaar recht naar het hart.

Ryan Adams levert met "Easy Tiger" een consistent album af, en toch is er constant de neiging de tracks in te delen op basis van 's mans vorige platen. Het valt dan misschien ook nog het best te omschrijven als een soort greatest hits album, maar dan met louter nieuwe nummers. En dat is verre van een slechte zaak. 

25-06-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


24-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Film: The Science Of Sleep (2006)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Regisseurs die de overstap wagen van videoclips naar langspeelfilms, het durft al eens falikant aflopen. Michel Gondry doorbrak de verwachtingen echter met het oogstrelende "Eternal Sunshine Of The Spotless Mind", een melancholische en dromerige trip door een warrige geest vol herinneringen en onvervulde wensen. In het semi-autobiografische "The Science Of Sleep" gaat hij ongeveer dezelfde toer op, en verkent hij de droomwereld van hoofdpersonage Stéphane (Gael García Bernal). Omdat zijn leven van alledag maar saai is en zijn bewondering voor zijn buurmeisje Stéphanie (een rol van Charlotte Gainsbourg) onbeantwoord blijft, vlucht hij in zijn dromen die steeds meer met de realiteit vervlochten raken.

Het verhaaltje is dus zeker aan de dunne kant, Gondry heeft dit keer geen beroep gedaan op de diensten van wonderking Charlie Kaufman maar het scenario zelf geschreven, maar het ziet er ronduit oogstrelend uit. In tegenstelling tot de Hollywood-aanpak waar computergegenereerde achtergronden en special effects de dienst zouden hebben uitgemaakt kiest Gondry er immers voor om de droomeffecten in zijn tweede langspeler met zelfgeknutselde materialen tot stand te laten komen. Dit levert hallucinante beelden op, met hele sets uit karton, stop-motion animatie en andere prachtig gemaakte elementen.

Uiteindelijk komt "The Science Of Sleep" op hetzelfde neer als "Eternal Sunshine Of The Spotless Mind", een liefdesgeschiedenis waar rozengeur al even ver weg is als maneschijn, maar waar nergens de tranentrekkerige toer wordt opgegaan. Integendeel, Gondry weet perfect hoe hij een prachtige sfeer van melancholie en fantasie kan oproepen, waardoor de knappe doe-het-zelf-speciale effecten naadloos deel gaan uitmaken van het geheel. Een prachtig ogende en eigenzinnige film, met net dat tikje te weinig verhaal om even aangrijpend te zijn als zijn vorige prent.

DVD extras: enkel een paar trailers, en dat is jammer want aan een unieke film als deze kan zonder twijfel een boeiende making of gekoppeld worden.   

24-06-2007 om 00:00 geschreven door Michel  


21-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Editors - An End Has A Start (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Dat ze meer waren dan het zoveelste Joy Division-afkooksel bewezen de vier uit Birmingham met "The Back Room", hun eerste album dat behalve barstensvol stond met catchy refreinen en zangpartijen die toch wel erg dikwijls aan wijlen Ian Curtis deden denken ook terecht op raving reviews kon rekenen en bovendien platinum haalde in de verkoop. Met dit zowel kritische als commerciële succes achter de hand werd er dan ook halsrijkend uitgekeken naar de opvolger, en gelukkig trappen Editors niet in de valkuil van de Moeilijke Tweede Plaat. Want "An End Has A Start" kan moeiteloos naast "The Back Room" staan.

Al van bij het begin, met single "Smokers Outside The Hospital Doors", wordt duidelijk dat er geen radicaal nieuwe wegen zullen bewandeld worden op dit album. Alles klinkt misschien een beetje toegankelijker en gladder geproduceerd, maar van bij de eerste noten wordt het duidelijk wie er ten dans speelt. In dat opzicht is "An End Has A Start" nog het best te omschrijven als de grote broer van "The Back Room". De songs zijn op het eerste gehoor inwisselbaar en van even hoog niveau, maar de nieuwe lichting klinkt voller, afkomstig van een groep die beseft dat ze ze in grotere zalen dan voorheen zal moeten spelen.   

Met hun tweede plaat bevestigen Editors wat ze met de eerste al beloofden: dit is geen kloon van Joy Division of aanverwanten, dit is een band met een eigen geluid en de klasse om het Moeilijke Tweede-syndroom moeiteloos te omzeilen.  

21-06-2007 om 19:31 geschreven door Michel  


19-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: Tom McRae - King Of Cards (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

'Geplooid voor de commerce!' 'Schandalig!' Ja, Tom McRae kreeg vanalles te horen bij de release van zijn vierde plaat. En ja, de man heeft zelf meermaals toegegeven dat hij wel eens wou doorbreken bij een breder publiek, maar is dat daarom slecht? Natuurlijk niet, zolang de muziek op hetzelfde hoge niveau blijft. En dat is gelukkigerwijs grotendeels het geval op "King Of Cards".  

De plaat opent verrassend lichtvoetig met "Set The Story Straight", dat lichtjaren verwijderd lijkt van zijn gitzwarte voorgangers op "All Maps Welcome". Toch kan McRae de melancholische knik in zijn stem niet verbergen onder opgewekte tonen. En er staan wel meer van die pseudo-vrolijke  up-tempo nummers op "King Of Cards", "Bright Lights" en "Keep Your Picture Clear" zetten bijvoorbeeld meer aan tot meeneuriën dan tot acute depressies. Maar het blijft Tom McRae natuurlijk, en hoe hij ook zijn best doet, soms kan hij de melancholie niet in elk nummer onder dwang houden. Het verstilde "Deliver Me" zou zo op één van 's mans vorige albums kunnen staan en ook "Houdini And The Girl" en "Got A Suitcase, Got Regrets" (de titel alleen al) drijven op dezelfde intimistische stroom van hartepijn. Meeslepende melodieën, die bekende trieste stem en pikdonkere teksten, McRae is duidelijk nog steeds op zijn best als hij het onderste uit zijn ziel kan pleuren. 

Het mag dus duidelijk zijn dat McRae zijn ziel geenszins verkocht heeft, maar eerder zichzelf heeft heruitgevonden en bewijst dat hij ook opgewektere muziek aankan. Laat de criticasters dus maar kraaien, wie vier prachtplaten op rij kan afleveren zonder zichzelf te verloochenen wensen wij het succes bij het grote publiek van harte toe. 

19-06-2007 om 19:12 geschreven door Michel  


18-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: The National - Boxer (2007)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Geen kat die hun vorige cd, het volgens velen absolute meesterwerk "Alligator", gekocht heeft, en dus geen kat die weet wat voor een ruwe diamant The National is. Hopelijk komt daar met de opvolger en ondertussen al vierde langspeler "Boxer" verandering in, want ook dit is weer een plaat van een eenzaam hoog niveau.

'We're half awake in our fake empire' zingt frontman Matt Berninger in opener "Fake Empire, een brok rauwe emotie die, ook al door het stemgeluid van Berninger onmiddellijk doet denken aan Willard Grant Conspiracy en de toon zet voor de thematiek rest van de plaat: rusteloze zielen, gebroken harten en andere personages die steeds weer de hoofdrollen vertolken in de songs. Daarmee is ook meteen de rustigere aard van het album blootgelegd, zeker in vergelijking met meebrul-rockers als "Abel" op "Alligator". Wat niet wil zeggen dat er niet meegezongen zal worden, verre van, want de refreinen zijn hemelbestormend mooi en bijten zich onmiddellijk vast in de gehoorgang van de nietsvermoedende luisteraar. De aanstekelijke single "Mistaken For Strangers" en het door strijkers en aanwellende drums voortgestuwde "Squalor Victoria" zijn daar perfecte voorbeelden van en bewijzen dat "Boxer" een werkstuk is van een band die weet hoe ze ambachtelijke poprocksongs in elkaar moeten knutselen. 

The National hebben met "Boxer" het quasi onmogelijke gepresteerd en "Alligator" overtroffen. Al is 'overtroffen' misschien een wat ongelukkige woordkeuze, want "Boxer" klinkt heel anders dan zijn ruigere voorganger. Zie het dus meer als een meesterwerk dat naast een ander meesterwerk kan staan en dat toevallig van dezelfde geniale groep afkomstig is.

The National speelt trouwens ten dans (nu ja, ten rock) op Rock Herk, 14 juli.
     

18-06-2007 om 19:11 geschreven door Michel  


17-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Game: The Elder Scrolls - Oblivion (PS3)
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Racespellen en shooters met hopen op Sony's nieuwste console, maar aan een goede RPG ontbrak het bij de lancering. Er was "Enchanted Arms", maar dat was een quasi rechtsreekse overzetting van het XBOX 360 origineel en dat was al geen te beste game. Gelukkig is nu het fantastische "Oblivion" ook overgezet naar de PS 3, en met succes. 

De negatieve punten uit de PC- en XBOX 360-versies zijn zo goed als helemaal weggegwerkt, de framerate is stabieler, de laadtijden korter en de graphics zien er, zeker op een Full High Definition systeem, oogverblindend uit. Meer zelfs, dit spel toont voor het eerst de grafische pracht en praal waar de next gen consoles toe in staat zijn. Daarnaast is het spel nóg gigantischer dan de eerdere versies, door de toevoeging van de eerste uitbreidingsset "Knights Of The Nine". 

Voor de "Oblivion" leken: het spel is een first person action role playing game, wat zoveel betekent als dat je met een zelfgemaakt personage ten strijde trekt tegen de duistere machten van in dit geval Mehrunes Dagon, heerser van de onderwereld genaamd Oblivion. Maar dit is bijlange na niet het enige wat er te doen is in de enorme spelwereld van "Oblivion". Bijna elk van de ontelbare personages die je als speler tegen het lijf loopt in de vele dorpen, steden, grotten, weilanden, noem maar op van de fantasy-wereld Tamriel heeft zo zijn of haar eigen besonges en vraagt je steevast om een gunst. Het gevolg is dat het spel naast de hoofdverhaallijn een schier oneindig aantal sidequests bevat die volledig los staan van het verhaal, maar die het spel een diepgang verschaffen die nooit eerder gezien is in een videospel. De mogelijkheden tot zelfontplooiing zijn dan ook legio. Je kan met andere woorden zelf kiezen of je een ridder, een magiër, een dief, een moordenaar, een vampier of nog iets heel anders wordt waardoor geen enkel spel hetzelfde is.

"Oblivion" is meer dan een spel, het is een levende wereld met realistische personages waar je als speler deel van gaat uitmaken. Uitgestrekt, vol verrassingen en nevenopdrachten, en bovendien bloedmooi. De standaard voor RPG's op de Playstation 3 is gezet.

17-06-2007 om 16:13 geschreven door Michel  




Zoeken in blog


Blog als favoriet !

Archief per maand
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs