DE MAANILLUSIE
Sedert de oudheid hebben wetenschappers zoals Archimedes, Ptolemaeus, Leonardo Da Vinci en Descartes geprobeerd een verklaring te vinden voor het feit dat de maan schijnbaar veel groter is wanneer ze dicht bij de horizon staat. Verschillende foto's bewijzen het bestaan van zo een 'supermaan'.
Volgens een recente theorie zou de illusie kunnen verklaard worden via convergence micropsia. Met deze Engelse term duiden wetenschappers aan dat onze hersenen ons wijs maken dat wanneer de maan dicht bij de horizon staat, ze ver van ons af staat en vrij groot is. Wanneer ze echter hoog aan de hemel staat, 'zien' onze hersenen ze kleiner omdat ze denken dat ze dichterbij staat. De onderstaande figuur verduidelijkt dit: de witte cirkeltjes stellen de maan voor zoals ze werkelijk is en de zwarte cirkeltjes hoe onze hersenen ze 'zien'.
Het volgende Youtubefilmpje behandelt dit merkwaardig fenomeen, waarover het laatste woord nog niet gezegd is.
**************************************************************************************************
Kan je nu ook het onderstaande 'maantjesprobleem' oplossen?
Twee cirkels raken elkaar uitwendig in een punt E.
[AB] en [CD] zijn middellijnen van deze twee cirkels die loodrecht staan op de rechte door hun middelpunten.
Een derde cirkel met middelpunt M gaat door de punten A, B, C en D.
Toon aan dat de oppervlakte van de twee 'groene maantjes' gelijk is aan de oppervlakte van de twee 'blauwe maandelen'.
Oplossing in bijlage!
Bijlagen: OPLOSSING VAN HET MAANTJESPROBLEEM.pdf (184.9 KB)
19-01-2015 om 00:00
geschreven door Luc Gheysens
|