De mannetjes zijn prachtig felrood van kleur. Over hun lijf loopt een soort gespikkelde streep.
Het vrouwtje wordt iets groter en dikker dan het mannetje. Ook zijn de vrouwtjes veel minder felgekleurd dan de mannetjes, ze zitten vaak tegen een beige kleur aan.
Deze kleine barbeel heeft geen groot aquarium nodig, een bak van 60 centimeter breed is voldoende. Aan de inrichting stellen Sherrybarbelen geen hoge eisen, breng wat planten aan en zorg het liefst voor een donkere bodem. Een donkere bodem zorgt ervoor dat de kleuren van de vissen beter uitkomen. Barbus titteya houdt zich meestal in de middelste waterlaag op.
Aan de waterwaardes stelt Barbus titteya eveneens geen hoge eisen. Over het algemeen voldoet het Nederlandse kraanwater prima. De temperatuur hoeft niet hoog te zijn, 24 a 25°C is ideaal. Het water moet het liefst middelhard zijn, de PH tussen 6 en 7,5.
Deze barbelen zijn over het algemeen redelijk vredelievend en zeer actief. Het zijn echte scholenvissen, houdt ze daarom in een groep van minimaal 6 stuks.
Houdt Sherrybarbelen nooit met vissen die lange vinnen of voelsprieten hebben, want hier zullen ze aan gaan knabbelen. Combineer ze dus nooit met Maanvissen of Goeramis. Een combinatie die wel geschikt is, is de volgende:
Qua voeding geeft de Sherrybarbeel weinig problemen. Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer worden allen graag gegeten.
De voortplanting is redelijk eenvoudig, er is wel een kweekbak nodig. De kweekbak moet worden ingericht met fijnbladige planten. Je kunt nu het kweekpaar overplaatsen in de bak. Vang na het afzetten van de eieren de vissen uit, want ze eten soms de eitjes op. Er worden veel eieren afgezet, tot wel 300 stuks. Dit kan echter wel een tijdje duren. Na een dag komen de eieren uit, en na ongeveer vijf dagen gaan de jongen vrijzwemmen. Je kunt nu beginnen met het voeren met stofvoer. Na een kleine week kun je al beginnen met wat groter voer, mits de jongen dit al aankunnen natuurlijk.
Pelvicachromis pulcher - Kersenbuikcichlide
De kersenbuikcichlide is een graag gehouden cichlide, hij is dan ook geschikt voor een gezelschapsbak. Deze vis wordt echter vaak in een te kleine bak gehouden, waardoor hij agressief wordt. De kersenbuikcichlide heeft daarom bij veel mensen ten onrechte een slechte naam.
- Wetenschappelijke Naam: Pelvicachromis pulcher
- Nederlandse Naam: Kersenbuikcichlide
- Familie: Cichlidae (Cichliden)
- Herkomst:Kameroen en Nigeria
Lengte
Tot 10cm (man)
Tot 7cm (vrouw)
Geslachtsonderscheid
Het mannetje is groter dan het vrouwtje en zijn rug- en aarsvin zijn puntiger. De buik is bij de vrouwtjes feller rood dan bij de mannetjes.
Huisvesting
Deze vis moet in een ruim aquarium gehouden worden van minimaal 1 meter lang. Zorg voor een goed beplante bak met veel zwemruimte in de onderste waterlagen. Zorg ook voor een niet te scherpe bodem, zand of fijn grind dus. Schuilplaatsen in de vorm van bloempotten/halve kokosnoten/dichte beplanting zijn essentiëel.
Karakter
Deze vis wordt graag gehouden, ondanks dat zijn karakter niet altijd even goedaardig is. Over het algemeen is de vis niet agressief, behalve tijdens de paartijd en als er jongen zijn. Houdt kersenbuikcichlides in een paartje (man en vrouw) Het komt wel voor dat een paartje elkaar niet ligt, probeer dan een van de vissen te ruilen.
Deze vissen bakenen een territorium af.
Waterkwaliteit
- Temperatuur: 24-26°C
- Ph: 6,5-7
- GH: 8-12
Voeding
Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer. Zorg voor voldoende afwisseling.
Kweek
De kweek is vrij gemakkelijk. Zorg voor een goed kweekstel en een plek waar de eieren in kunnen worden afgezet. Een bloempot is hiervoor geschikt. Na het afzetten worden de eieren door de ouders verzorgd, ook worden de jongen na het uitkomen nog enkele weken verzorgd. De eieren komen na een paar dagen uit. Meestal worden er rond de 100 eieren afgezet.
Het interessante gedrag van dit visje maakt hem tot een populaire Tanganyika-cichlide. Slakkenhuiscichliden komen voor in verschillende kleurvarieteiten en hebben, zoals de naam al zegt, behoefte aan slakkenhuizen in het aquarium.
Wetenschappelijke naam: Lamprologus ocellatus
Nederlandse naam:Slakkenhuiscichlide
Familie:Cichlidae
(Cichliden)Herkomst:Afrika, Tanganyikameer
Lengte
Tot ongeveer 6 centimeter.
Geslachtsonderscheid
De mannetjes zijn wat groter dan de vrouwtjes.
Huisvesting
Deze kleine visjes hebben geen groot aquarium nodig, met 60cm breed nemen ze al genoegen. Het is wel beter om ze in een ruimere bak te houden. Het aquarium moet ingericht worden met een zachte bodem, bij voorkeur zand. Doe verschillende slakkenhuizen in de bak, want deze kleine cichliden verschuilen zich daarin. Zorg ervoor dat je meer slakkenhuizen in de bak doet dan er vissen zijn, zo kunnen de vissen kiezen. Beplanting in het aquarium is niet nodig.
Karakter
Dit kleine visje is territoriaal. Rondom hun eigen slakkenhuis vormen zij een territorium, hierin worden geen andere vissen geduld. Je kunt deze slakkenhuiscichlides het beste in een koppel houden, samen met andere Tanganyika-cichliden. Ze houden zich voornamelijk in de onderste waterlaag op.
Waterkwaliteit
- Temperatuur: 22-25
- Ph: 7 of hoger
- Gh: 12 of hoger
Zorg voor schoon en zuurstofrijk water.
Voeding
Slakkenhuiscichliden nemen vooral levend voer op. Naast de standaard soorten levend voer, houden ze ook van schaaldiertjes en slakken.
Kweek
De eieren worden afgezet in de slakkenhuizen, het vrouwtje vertoont broedzorg. Ze verzorgt zowel de eieren als de jonge visjes. Het is het beste om een kweekbak in te richten en hier een harem naar over te brengen, dat willen zeggen een mannetje met meerdere vrouwtjes. De kweekbak moet minimaal 80cm breed zijn. Na drie dagen komen de eitjes uit, en na nog een week gaan de jongen vrijzwemmen.
De Colisa lalia is een zeer populaire aquariumvis, onder andere door de interessante kweek. Op de foto zie je het mannetje van de Colisa lalia. Dwerggoerami's worden graag en veel gehouden, ook vaak door beginnende aquarianen. Het zijn dan ook geen lastige aquariumvissen, mits je zorgt voor een goede inrichting van het aquarium.
- Wetenschappelijke Naam: Colisa lalia
- Nederlandse Naam: Dwerggoerami
- Familie: Anabantidae (Labyrintvissen)
- Herkomst: India
Lengte
Tot 6cm, de vrouwtjes blijven iets kleiner, tot ongeveer 5cm.
Geslachtsonderscheid
Het mannetje is groter dan het vrouwtje, ook is hij veel kleurrijker. Dit is vooral goed te zien bij wildvangdieren, veel dwerggoerami's die aangeboden worden zijn al te ver doorgekweekt. Er is dan niet veel meer te zien van de mooie rood/blauw gestreepte tekening.
Huisvesting
Deze vis kan in een aquarium van 60cm lengte worden gehouden, maar liever in een groter aquarium. Zorg voor drijfplanten, veel beplanting en een donkere bodem. Veel schuilplaatsen zijn absoluut noodzakelijk door het paringsgedrag van het mannetje.
Karakter
Zeer vreedzame vis, die echter ook wat schuw is. Houdt deze vis in een koppel of in een harem (1 mannetje met 2 vrouwtjes) Houdt ze niet met barbelen, die zullen aan de sprieten van de goeramis gaan knabbelen. Het is ook aan te raden om ze met rustige medebewoners te houden. Het mannetje jaagt bijna constant achter het vrouwtje aan, let er daarom op dat er genoeg schuilplaatsen zijn voor het vrouwtje. Ook om deze reden is het aan te raden om meerdere vrouwtjes te houden.
Waterkwaliteit
- Temperatuur: 24-27°C
- Ph: 6,5-7
- GH: 5-8
Voeding
Alleseter, droogvoer, diepvriesvoer en levend voer. Vooral levend voer nemen ze goed op, wil je gaan kweken met deze vissen dan is een dieet van voornamelijk levend voer aan te raden.
Kweek
Vrij eenvoudig. Het mannetje bouwt een schuimnest, het vrouwtje legt de eieren en vervolgens spuwt het mannetje de eieren in het nest. Na 24 uur komen de eieren uit, de jongen kunnen gevoed worden met vloeibaar voedsel, later kunnen ze ook artemia-naupliën aan.
Poecilia Sphenops - Black Molly
De Poecilia Sphenops, in de volksmond Black Molly genoemd, is al jaren een van de meest geliefde aquariumvissen. Omdat de vis geen hoge eisen stelt aan de huisvesting en de waterwaardes, is het een zeer geschikte beginnersvis.
- Wetenschappelijke Naam Poecilia Sphenops
- Nederlandse Naam Black Molly
- FamiliePoeciliidae (Levendbarende tandkarpers)
- Herkomst Midden- en Zuid-Amerika
Lengte
6cm, mannetje ongeveer 5cm.
Geslachtsonderscheid
Het vrouwtje is wat groter dan het mannetje. Het mannetje is tevens te herkennen aan zijn geslachtsorgaan, het gonopodium. Dit orgaan zit op de plek van de anaalvin, bij het vrouwtje is deze rond, bij het mannetje is deze puntiger. Soms hebben de mannetjes ook een grotere rugvin.
Huisvesting
Black Mollies kunnen gehouden worden in een aquarium van minimaal 60cm lang. De soort stelt verder geen hoge eisen aan de huisvesting, maar houdt wel van veel planten en wat drijfplanten.
Karakter
Zeer vreedzame vis die geschikt is voor een gezelschapsaquarium. De Black Molly is ook zeer actief. Nadeel van deze vis is dat ze vrij witte stipgevoelig zijn, het is daarom raadzaam af en toe wat zeezout toe te voegen.
Waterkwaliteit
- Temperatuur: 18-28°C
- Ph: 7,5-8
- GH: 16-20
Voeding
De Black Molly is een alleseter, van droog- tot diepvriesvoer tot algen.
Kweek
Deze vis is levendbarend, hij plant zich dan ook zeer gemakkelijk voort. Het gaat eigenlijk vanzelf. De jongen kunnen opgefokt worden met stofvoer, maar ze eten vrijwel direct fijngewreven droogvoer. Na een paar weken kunnen ze wat groter voer aan.
Barbus titteya - Sherrybarbeel
Scherrybarbelen zijn zeer sterke aquariumvissen, die heel geschikt zijn voor beginners. Ze zijn geschikt voor het gezelschapsaquarium, en door hun mooie rode kleur zijn ze een kleurrijke aanwinst. De wat meer gevorderde aquarianen zullen zeker plezier beleven aan de kweek van dit levendige visje.
Wetenschappelijke Naam Barbus titteya
Nederlandse NaamSherrybarbeel of Cherrybarbeel
FamilieCyprinidae (karperachtigen)
HerkomstSri Lanka
Lengte
Tot 5cm. De mannetjes blijven iets kleiner.
Geslachtsonderscheid
De mannetjes blijven iets kleiner dan de vrouwtjes en zijn veel feller van kleur. (zie foto)
Huisvesting
Houdt sherrybarbeeltjes in een aquarium van minimaal 60cm lang. Zorg voor een donkere bodem en een dichte beplanting. Schuilmogelijkheden zijn noodzakelijk, creëer deze met planten en eventueel wat kienhout.
Karakter
Een vreedzame en zeer actieve scholenvis. Houdt ze met minimaal 5 exemplaren. Houdt ze niet bij vissen met lange vinnen of voelsprieten (bijvoorbeeld goeramis of de Betta splendens) want daar zullen ze in gaan bijten. Dit geldt overigens voor alle barbelen. Het spreekt voor zich dat je ze niet met grote, agressieve vissen houdt.
Waterkwaliteit
- Temperatuur: 23-26°C
- Ph: 6-7
- GH: 8-12
Voeding
Sherrybarbelen zijn makkelijke eters. Zowel droogvoer, diepvriesvoer als levend voer nemen ze op.
Kweek
Redelijk eenvoudig. Zet een kweekstel in een beplante kweekbak. De eieren worden afgezet tussen de bladeren en komen na 24 uur uit. Verwijder de ouders na het afzetten uit de kweekbak, want ze eten de eieren en de jongen op. Er worden tot 300 eieren afgezet.