Omi, ja, dat klinkt leuk
omi.
Dat vindt mijn vrouwtje althans. Zelf ben ik er nog niet zo zeker van, ik vind omi zo wat
omi-achtig. Gelukkig kunnen we er over discussiëren, gelukkig valt het nog te bekijken, gelukkig zijn er nog alternatieven en gelukkig hoeft het niet echt zo te zijn. Tegelijk weet ik dat discussie zo ongeveer uitgesloten is, dat het niet meer te bekijken valt, dat er geen alternatieven mogelijk zijn, dat omi prachtig klinkt en dat ik het echt nog altijd zo niet weet maar dat mijn vrouwtje er zeker van is: omi klinkt leuk, en geen wetsontwerp kan dit nog veranderen. Volgens Wikipedia is omi zowel een oude Japanse adelijke titel, als een Japans dorp, een Japanse stad, een Japanse provincie, een rotormachine in de cryptografie en een ozon meetinstrument. Dat klink allemaal perfect logisch, vooral dat Japanse er mag wel een mysterieus sfeertje rond hangen - maar dat zij zelf omi wil worden, dat zie ik niet zitten. De daarbij horende gevolgen staan mij namelijk niet aan.
Het begon allemaal een paar weken geleden.
Ze was van slag, ze werd bleek, ze bleef zonder woorden en daarom gaf ze me de telefoon door. Ik hoorde de boodschap aan en sprong bijna een gat in de lucht. Word ik opa ?, zei ik. Ja papa zei mijn dochter, je wordt opa. Vijfentwintig jaar geleden was die dochter, ons eerste kindje, een piepklein boelleke, mijn vrouwtje een trotse moeder en ik een al even trotse vader. Nu lijkt het alsof dit pas gisteren gebeurd is, maar ontelbare herinneringen spreken dit radicaal tegen. Neem nu bijvoorbeeld vijfentwintig jaar terug: haar kirrende lachtje wanneer ik complete onzin uitkraamde bij het verversen van haar Pampers. Op nummer één in de lachparade stond toen met glans het koekeloerepoezewoeveke, een overblijfsel van die flauwe mop over de kruising tussen een haan, een kat en een hond. Wanneer ik dat ritmisch uitsprak, met wat meer nadruk op het einde, dan werd de badkamer gevuld met klaterend lachen van dat kleine ding dat nog geen benul had van een correcte taal. Koe-ke-loe-re-poeze-woeveke, zonder die animale kruising was haar dag niet goed. Herinneringen, wie kan er geen bladzijden vullen met al die te snel voorbij gegane gebeurtenissen?
Maar ze was dus van slag.
Mijn vrouwtje, welteverstaan. Zij wordt grootmoeder terwijl ze gisteren pas moeder geworden is. Zo lijkt het toch, gisteren. Heel misschien eergisteren, maar zeker niet lang genoeg geleden. Om terug met beide voeten op de grond te kunnen komen moesten we de nodige zaken checken en daarom spoorden we richting dochter en vriend om de feiten met eigen ogen vast te kunnen stellen. We zagen een blijde dochter, een blijde vriend en op de computer stonden die harde feiten: een echografie van dat kleine wezentje dat binnen een paar maanden hun wereld totaal zal veranderen. Ik dacht nog te zeggen dat die kleine de neus van zijn vader had maar ik besefte net op tijd dat het nog te vroeg was voor dergelijke levenswijsheden, de toekomstige baby was ocharme pas drie centimeter groot. Echt te vroeg om die standaardopmerking over de neus van de vader in het gesprek te gooien terwijl dat wezentje nog kleiner is dan de desbetreffende neus zelf !
En toen stelden we de uiterst belangrijke vraag.
Hoe willen jullie dat jullie kindje ons zal aanspreken ? Voor een kind is alles logisch, zolang het maar door zijn ouders voorgekauwd wordt. Mijn grootouders werden allemaal met meme of pepe aangesproken. Om onderscheid te maken hadden we een meme en pepe tuinwijk en een meme en pepe mjènde, gebaseerd op de plaats waar ze woonden. De tuinwijk grootouders woonden in de Tuinwijk (tiens, hoe origineel), en meme en pepe mjènde woonden in Menen. Als inwoners van Menen zijn zij trouwens één van de weinige groepen West-Vlamingen die de naam van het stadje uitspreken zoals het hoort. Mjènde, en niet Mjènn, zoals de andere dat doen. Dit terzijde gelaten stelden we dus die vraag: hoe moet dat kindje ons aanspreken?
Dat mogen jullie zelf uitmaken, hoor !
Voilà, een antwoord van de huidige jeugd. En heel subtiel lees je tussen de lijntjes: jullie worden ouder, papa, mama, en jullie mogen zelf beslissen hoe ons kindje die ouderdom benoemen zal. Of hebben we het totaal verkeerd begrepen en was dat onze eigen interpretatie van hun lieve voorstel om zelf iets te kiezen dat niet al te oud klinkt ? We konden onszelf van deze laatste optie overtuigen en dus zijn we er direct aan begonnen, zodra we in de wagen zaten en terug naar huis reden. Het bleek bijna een even zware opdracht te zijn als die van de ouders, die de beste naam voor hun kindje moeten zoeken. We voelen er niet veel voor om meme en pepe te worden. Oma en opa horen wel bij de kandidaten, omoe en opoe al heel wat minder. Mammie en pappie? Nee, die doen me dan weer teveel aan bejaardensloffen doen denken. Moemoe kwam ook even piepen, maar je moet er rekening mee houden dat een beetje alliteratie gemakkelijk is voor een kindje, dus: moemoe is okee, maar poepoe
. nee
echt niet. Nachten lang hebben we er onze slaap voor gelaten, tot onlangs. Het kwam heel spontaan. Mijn vrouwtje zei Omi, ja, dat klinkt leuk
omi. Zelf weet ik het nog niet zo, want de daarbij horende gevolgen staan me niet zo aan. Bij een omi hoort er een beetje alliteratie, en dat wordt dan opi. Opi heeft niets adelijks, niets Japans, het is enkel een gemeente in Italië. Omi en opi
ik weet het echt nog niet.
Getekend: opa filesoof.
PS. Gisteren nog hebben we dit aan onze vrienden verteld. Ze lagen in een deuk van het lachen
O- mietje en o-pietje !