Inhoud blog
  • Froome en Ovalen
  • Opgelet met GPS - Power
  • Teksten in Magazines
  • Tour de France 2012
  • Antidoping manifest
  • Doping en Klimvermogen
  • Rode bieten
  • MTB wielen 26 en 29
  • S78 Standaard Renners
  • Giro 2012
  • Klimmen en laag vliegen
  • Thomas de Gendt op de Stelvio
  • Dames op de muur van Huy
  • Gilbert 8.96 W/kg op de muur van Huy
    Zoeken in blog

    The Power of Cycling

    31-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Teksten in Magazines
    Hier vind je de links naar de .pdf files van mijn schrijfsels, voornamelijk in de tijdschriften Cyclelive Magzine en Cyclelive Plus.
    Wordt regelmatig aangepast!


    De hond van Paillhères
    Fietsen anders bekeken
    Klimmen en fysica -1
    Klimmen en fysica-2, De hybride fietser
    Dalen en Fysica
    Cobo en de Angliru
    Fysica van de wielerbaan
    Klimvermogens van 1985 tot 2012
    Fysica van de Tour 2012
    Het juiste zadel
    Sprinten volgens de fysica
    Interview met Kasseikeizer Museeuw 
    Fysica van de kassei
    Fietsica, in Schamper - Het studentenblad van de Ugent, nr. 507
    Fietsen op de Piste - Magazine WBV, Jaargang 3, nr. 18
    Een ongewenst record - Maas van Beek, Weldra hier

    31-01-2013 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tour de France 2012

    In mijn blog "Doping en Klimvermogen"   heb ik uit de doeken gedaan hoe de evolutie was van de gemiddelde klimvermogens van de winnaars van de TDF in de laatste 28 jaar, en hoe we op basis van deze klimvermogens duidelijk de invloed van de verschillende dopingtechnieken en periodes kunnen aantonen.  In de pre-EPO periode was een gemiddeld klimvermogen van ongeveer  5.45 Watt per kilogram voldoende om op het eindpodium in Parijs te staan, in de EPO-mutantenperiode ontwikkelden Indurain, Riis, Ulrich, Pantani  maar liefst  16% meer vermogen en vlogen ze met 6.35 W/kg de grote cols op.

    In de post-Armstrong periode 2006 tot 2011 volstond opnieuw een gemiddeld klimvermogen van 5.90 W/kg en in 2011 won Cadel Evans een sterk bevochten tour met  klimvermogen van “slechts”  5.80 W/kg. In de loop van de laatste 27 jaar reden 11 winnaars met een klimvermogen minder dan 5.9 W/kg. Daarom stellen we dat een gemiddeld klimvermogen van 5.9 W/kg over aankomsten bergop de bovengrens is voor een dopingarme tour en willen we graag uitrekenen wat het gemiddeld klimvermogen van Wiggins, Froome en co. was in 2012. In het tijdperk waarin bijna iedere renner rijdt met een SRM of Powertap vermogensmeter zou dit een fluitje van een cent moeten zijn maar natuurlijk krijgen we dit soort gegevensbestanden niet te pakken en behelpen we ons met de goede oude en betrouwbare wetenschappelijke methode waarvoor we de live TV uitzendingen registreren en de beklimmingen nauwkeurig chronometreren.  Het is echter niet eenvoudig de klimprestaties over verschillende jaren te vergelijken. Nemen we even de Tour van 2001, gewonnen door Armstrong. Deze tour had maar liefst 5 ritten  met aankomst boven die in aanmerking komen voor onze analyse, namelijk de Alpe d’Huez,  Chamrouse, Ax-les-Thermes-Bonascre, Pla d’Adet  en Luz Ardiden, voor een Total van  60 eindklimkilometers . De tour 2012 had eigenlijk te weinig aankomsten bergop, deze eindklimmen waren bovendien te kort, en tenslotte hebben de toppers nooit met het blanke mes gestreden voor de overwinning.   De overmacht van de complete Sky ploeg was zo groot dat Wiggins bijna nooit echt uit zijn pijp is moeten komen. Een goede vergelijking met de vorige edities is dus niet echt mogelijk.

    Klimvermogen op de onbelangrijke cols.

    Deze tour bevatte maar liefst 17 grote cols waarvan er minstens 13 eigenlijk helemaal niet toe deden omdat zij op een dergelijke plaats in het parcours lagen dat de toppers er relatief rustig en controlerend reden of wandelden. Zij waren dus het terrein waar de kandidaat bolletjestruien hun ding konden doen.  Om de bolletjestrui  te winnen moet een renner vooral drie dingen doen:  er in de vlakke ritten voor zorgen dat hij een grote achterstand op de klassementrijders heeft,  zich afzijdig houden wanneer de topklimmers het mooie weer maken en zijn slag slaan wanneer de toppers niet geïnteresseerd zijn in koersen.  Op die manier heeft Virenque 7 keer de bolletjestrui gewonnen maar geen mens op de hele wereld zal Virenque als topklimmer beschouwen. De sluwe Thomas Voeckler en de vlinderlichte Kessiakoff hebben deze tactiek in 2012 meesterlijk toegepast.  Hun onderlinge strijd was eigenlijk veel interessanter dan de zogenaamde strijd  om de gele trui, die in feite reeds beslist was na de eerste tijdrit.
    In de volgende tabel zien we de klimvermogens in W/kg van Voeckler en Kessiakoff op deze onbelangrijke grote cols vergeleken met Wiggins

    Beklimming
    Voeckler / Kessiakoff
     Wiggins
     Grand Colombier
     5.64  5.68
     Madeleine  5.77 5.48
     Glandon-Croix de Fer
     5.32  5.29
     Aubisque  4.82  4.80
     Tourmalet  5.62  4.62
     Peyresourde  5.77  6.25
     Menté (laatste 6 km)
     6.46  6.35
     Port de Balès
     5.15  5.39
     Gemiddeld  5.49 5.32

    Over deze 8 grote cols reed Voeckler dus gemiddeld met een hoger klimvermogen dan Wiggins en bovendien liggen deze vermogens van 5.49 W/kg en 5.32 W/kg op het niveau van de pre-EPO periode. Geen enkele reden dus om vraagtekens te plaatsen bij hun prestaties over deze cols.

    Was dit een dopingarme ronde ?

    Dit is dus een heel netelige vraag en het is niet onze taak het werk van dopingonderzoekers over te nemen. We kunnen alleen onderzoeken of de geleverde prestaties op een algemeen dopingvrij of dopingarm niveau gesitueerd kunnen worden.  Zien we even de klimvermogens van Wiggins op de cols waar hij tot het uiterste moest gaan, namelijk op de belles Filles, Mur de Péguère, La Toussuire en de klim over de Peyresourde naar Peyragudes.

    Beklimming
    Tijd
     Klimvermogen (W/kg)
     Planche de Belles Filles
     16:31 6.78
     La Toussuire
     41:11  5.77
     Mur de Péguère  28:11 5.87
     Peyresourde-Peyragudes  38:07 6.23
    Gemiddeld
      6.07 (5.95)


    Op Peyragudes is Wiggins tot het uiterste gegaan: we zullen niet licht de beelden vergeten van een Froome die hem schaamteloos uit de wielen reed.  De klim naar de Planche des Belles Filles is een duidelijke uitschieter met 6.78 W/kg, maar zoals we reeds opmerkten is deze klim eigenlijk te kort. Indien we de Belles Filles even buiten beschouwing laten komen we voor Wiggins op het volgende eindresultaat;
    1) Op de klimmen waar hij en zijn ploeg controlerend reden draaide hij gemiddeld 5.32 W/kg hetgeen perfect overeenkomt met de vermogens van pre-EPO kampioenen zoals Hinault en  Lemond. 
    2) Op de drie langere klimmen waar hij voluit ging draaide hij gemiddeld 5.95 W/kg. Dit komt overeen met de prestaties van Contador in 2010 en Armstrong in 2002. Wiggins reed  gemiddeld volle 3% sterker dan Evans in 2011. Wiggins zit dus  boven de grens die we hebben aangenomen voor een dopingarme prestatie. Daarmee vellen we helemaal geen definitief oordeel  over zijn prestatie omdat alle berekeningen toch altijd een foutenmarge van ongeveer 2% toestaan en omdat andere belangrijke elementen zoals strategie, invloed van de wind en het klimmen in groep niet volledig in rekening kunnen worden gebracht. Laten we iedereen tot een eigen besluit komen.

    31-10-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (21 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antidoping manifest
    Op 27/10/2012 komen enkele kranten te voorschijn met een aantal aanbevelingen om de wielersport properder te krijgen.
    Mooie intenties maar veel te weinig doordacht en uitgewerkt.
    Mijn voorstel is dat er een doping Power-Watchdog opgericht wordt  die niet zozeer de biochemische kant controleert maar wel de prestaties zelf evalueert. Urine- en bloedanalyse zullen wel altijd de basis blijven voor het opsporen van residus van dopingproducten,  maar aangezien dopingproducten en praktijken prestatiebevorderend zijn ligt het toch voor de hand dat we de prestatie zelf moeten analyseren. Ik heb het over de methode die hier beschreven werd in de posts "Doping en Klimvermogen" en in de "Tour de France 2012"

    Zoals deze methode vandaag toegepast wordt is zij zeer omslachtig en tijdrovend. De live-uitzedigen van de ritten moeten zo volledig mogelijk geregistreerd worden, alle beklimmingen moeten nauwkeurig getimed worden, de klimprofielen moeten nauwkeurig in kaart gebracht, eventuele windgegevens moeten bekend zijn en vooral moet de onderzoeker lange uren en dagen slijten voor het TV toestel en over de gepaste analyse software beschikken.
    Alles zou echter veel eenvoudiger en nauwkeuriger kunnen.
    In de praktijk zou dit als volgt gaan;

    1. Een onafhankelijke Power-Watchdog wordt opgericht. De leden van deze organisatie mogen geen enkele band hebben met de klassieke organisaties zoals de UCI, WADA, ASO etc...Deze organisaties moeten echter wel de Watchdog financieren.
    2. De onderzoeksmethoden van deze Watchdog beperken zich tot het verzamelen en  analyse van de geleverde vermogens en het rapporteren van de resultaten.
    3. Alle toprenners in de grote rondes worden verplicht te rijden met een  gehomologeerde en regelmatig gekallibreerde vermogenmeter, bijvoorbeeld een SRM, Powertap, Quarg, e.a.
    4. Na alle bergritten met aankomst boven en alle tijdritten moeten deze toprenners en/of de eerste 10 van de rit de betreffende gegevensfiles overseinen naar de centrale database van de Power-Watchdog.
    5. Deze gegevensfiles worden o.a. geanalyseerd door de Power-Watchdog maar moeten ook zonder beperking publiek toegankelijk zijn, voor onafhankelijke onderzoekers en voor de media.
    6. Een wetenschappelijke commisie moet een procedure opstellen en prestatieniveaus vastleggen waarbij de alarmbel af gaat.

    Wat er exact moet gebeuren wanneer de alarmbel voor een bepaalde renner af gaat laat ik voorlopig in het midden.
    Door Meten tot Weten - en zodra we weten kunnen we verder....
    Criticasters en die-hard zullen schamper doen want het absolute niveau van de prestaties zal moeten zakken, zelfs wel terugvallen naar het niveau van de pre-EPO periode.
    Dick Pound verklaarde op TV1 in Panorama van 25/10 dat volgens voormalig UCI voorzitter Hein Verbruggen alles de schuld is van de supporter, die niet zou aanvaarden dat een Ronde van Frankrijk zou gereden worden aan 25 km/h. Kan je nog duidelijker hypocriet en bovendien stompzinniger zijn? In de eerste plaats zou het verschil tussen met en zonder van de orde van 10% vermogenswinst opleveren.Wat is het verschil in spektakelwaarde van een beklimming van de Alpe d'Huez die aan 20 km/h zou bereden worden tegenover dezelfde klim aan 22 km/h? Wat de supporter wil zien is niet snelheid maar wel eerlijke strijd met eerlijke winnaars en verliezers. De supporters zijn ook altijd een beetje sadist; zij willen aanvallers zien en eventueel uitgeputte en "zwemmende" renners en dat zullen we meer zien wanneer er minder doping in het spel is. Wat we ook niet willen zien is een complete ploeg die op miraculeuze manier iedereen naar huis rijdt.
    In een vlakke tijdrit komt een 10% vermogenswinst overeen met slechts 3.5% snelheidswinst. Ziet u het verschil tussen een renner die je aan 50 km/h voorbijflitst en een andere die bijna 52 kmh rijdt?
    Dus wat mij betreft mag de dopingstrijd verder en strenger gevoerd worden en mogen de prestaties een stuk lager waarbij de spektakelwaarde eerder zal verhogen.




    30-10-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (17 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    29-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doping en Klimvermogen
    Lees een uitgebreide versie van deze blog in Cyclelive Plus magazine 2/11

    In een ideale antidoping strategie zouden we eigenlijk het aantal invasieve controles, d.i. bloed- of urineafnames,  moeten kunnen beperken tot renners waarvan we een beredeneerd en ernstig vermoeden hebben van doping gebruik. Bestaat er een goedkope niet-invasieve indicator waarmee we zonder medewerking van de renner zouden weten wie we al dan niet in het oog moeten houden, en bij wie een gerichte bio-chemische controle nuttig en nodig is? Laat ons de vraag anders stellen; Bestaat er een prestatieniveau dat zonder doping onbereikbaar is? De Mont Ventoux op rijden in 30 minuten is duidelijk onmogelijk en hem rijden in 1:30 uur is voor elke eliterenner zonder doping een fluitje van één cent. Ligt daar ergens een duidelijk identificeerbare overgangszone tussen het  mogelijke met en zonder doping? De fysica kan ons een antwoord geven.

    De methode bestaat erin het klimvermogen, dus het ontwikkeld vermogen per kilogram lichaamsmassa als maatstaf te gebruiken. Misschien komen we hier wel op glad ijs want a priori kan geen enkele wetenschapper theoretisch bepalen dat een bepaald klimvermogen al dan niet tot de normale menselijke mogelijkheden behoort.

    We kunnen wel het gemiddeld aeroob klimvermogen van alle winnaars  van de Ronde van Frankrijk sinds 1985 tot 2012 analyseren en daaruit trachten de werkelijke invloed van doping te bepalen.  We kunnen perfect het vermogen van een renner uitrekenen mits we volgende gegevens kennen; Gewicht van de renner, gewicht van fiets en accessoires, lengte van de renner, profiel van de beklimming, starthoogte van de klim en de nauwkeurige tijd van de beklimming. In 2002 beschreven Antoine Vayer en Frédéric Portoleau deze methode in een boekje “Pouvez-vous gagner le tour?” Zij deden dit aan de hand van opnames van rechtsreekse TV-uitzendigen en zij gebruikten alleen beklimmingen langer dan 30 minuten en met aankomst boven op de col. De reden hiervoor is dat de klassementsrenners meestal niet voluit gaan wanneer de aankomst niet boven ligt. Voor elke tour berekenden ze dus het gemiddeld klimvermogen van de eindwinnaar op de beklimmingen met finish boven. Omdat van alle renners niet altijd hun exacte gewicht gekend is worden de berekeningen gemaakt op een S78 – renner, dit is een standaard renner met gewicht 69 kg en 9 kg voor de fiets, kledij en accessoires.

     We bereken dus eigenlijk het vermogen dat de S78 renner moet ontwikkelen om naast de reële renners te klimmen.

     

    De figuur hiernaast leert ons dus alles over het klimvermogen en onrechtstreeks over het dopinggebruik, in de laatste 28 jaar. In de jaren 1985 tot 1991 was het gemiddeld klimvermogen van Bernard Hinault, Greg Lemond, Pedro Delgado en Miguel Indurain (in 1991)  5.45 W/kg. Greg Lemond wordt tot vandaag algemeen beschouwd als een relatief cleane renner. Aangezien Hinault, Lemond en Indurain in deze periode blijkbaar geen superieure prestaties leverden moeten we wel besluiten dat in deze periode hetzij weinig doping werd gebruikt, hetzij dat doping zoals amfetamines en andere stimulantia niet echt efficiënt was voor het lange klimwerk. 


    Deze periode was echter zeker niet  dopingvrij aangezien ook cortison, testosteron en anabole steroïden reeds hun intrede hadden gedaan. In 1988 werd Pedro Delgado "gepakt" voor het gebruik van probenicide, een maskeringsproduct voor anabole steroïden. Hij moest onder zware politieke druk uit Madrid zijn overwinning niet inleveren omdat probenicide wel op de verboden lijst van het IOC stond, maar nog niet op de lijst van het UCI. Daarmee krijgen we een eerste duidelijke aanwijzing dat een gemiddelde klim prestatie van 5.80 W/kg  hoogstverdacht is.  Tussen 1991 en 1995 zien we de 5 overwinningen van Indurain met een gigantische verhoging van zijn klimvermogen tot 6.35 W/kg. Dit is de periode dat EPO zich steeds meer in het peloton nestelde en niemand kan er dus aan twijfelen dat het niveau van 6.35 W/kg voor een mens zonder zware doping totaal onbereikbaar is. Vayer noemt dit een prestatie van mutanten. De hoogdagen van de EPO leverden verdere mutanten zoals Björne Riis, Jan Ulrich en Marco Pantani,  tot de tour van 1998. In de fameuze Festina-tour van 1998 verlieten een aantal ploegen en favorieten al dan niet verplicht de tour. We zien  nu dat Pantani, met alle respect en mijn verontschuldigingen aan zijn die-hard supporters, even goed zo schuldig als de duivel was. De EPO mutanten ontwikkelden 16 % meer klimvermogen dan de pre-EPO renners. Je moet al heel erg naïef zijn om te denken dat in 4 jaar tijd de voeding, de trainingsmethodes en het materiaal zo erg verbeterd waren dat deze progressie van Induraïn en konsoorten “normaal” zou zij.
    Na de Festina tour zat de schrik er bij de renners goed in en inderdaad viel het klimvermogen in 1999 terug tot slechts 5.74 W/kg. In 1999 was Lance Armstrong dus eigenlijk een doetje vergeleken bij Pantani in 1998. Vandaag weten we dank zij de bekentenissen van Armstrong dat hij zelfs in 1999 reeds zijn dopingsysteem had uitgekiend, en dus dat zijn prestatie van 5.74 W/kg onmogelijk is zonder zware doping.
    Na 1999 ging Armstrong opnieuw sterker rijden tot hij in 2004 terug op het niveau van de powermutant met een vermogen van 6.27 W/kg reed. Het verschil tussen de Armstrong van 1999 en de Armstrong van 2004 is 0.53 W/kg. Armstrong reed in 2004 dus ongeveer 9% sterker dan in 1999. Dit zijn natuurlijk zijn twee extreem lage en hoge jaren en daarom kijken we ook even naar zijn gemiddelde evolutie, zoals aangeduid door de rode stijgende lijn. Gemiddeld ging Armstrong 0.055 W/kg of 1% per jaar sterker rijden.
    Tenslotte komen we bij de post-Armstrong periode met Oscar Pereiro die in 2006 slechts 5.75 W/kg ontwikkelde. Ik herinner mij dat de meeste sportcommentatoren de overwinning van Pereiro eigenlijk niet zo hoog inschatten. Pereiro was in hun ogen geen echte kampioen. Aan de hand van wat we nu weten was deze houding bijzonder misplaatst. De prestatie van Pereiro in het hooggebergte staat op het niveau van Indurain (1993) Armstrong (1999) en Evans (2011).
     De drie overwinningen van Mr. Cero-cero-cero Contador in 2007, 2009 en 2010 schieten opnieuw omhoog tot ver boven het menselijk normale. In 2009 haalde Contador absolute mutantenstatus en  zijn overwinning van 2010 werd hem ontnomen ten voordele van Andy Schleck nadat sporen van clenbuterol werden ontdekt. Carlos Sastre haalde in 2008 een gemiddelde van 5.97 W/kg. Tot bewijs van het tegendeel mogen we aannemen dat Cadel relatief clean reed in de tour 2011 en dat zijn gemiddeld klimvermogen van 5.79 W/kg representatief is voor een relatief onverdachte prestatie.
    In de tour 2012 haalde Wiggins een gemiddeld klimvermogen van 5.95 W/kg op de Mur de Péguère, La Toussuire en Peyresourde-Peyragudes. Op de vele andere cols waar hij niet zelf in de aanval moest gaan haalde hij een veel lager vermogen van amper 5.32 W/kg (zie rode punt in de grafiek), waarmee hij zelfs beduidend minder vermogen leverde dan de 5.49 W/kg die Thomas Voeckler (groene punt in de grafiek) draaide in de strijd om de bolletjestrui. (Zie mijn blog over de Tour2012)
    Het valt ons op dat er in de loop van de laatste 28 jaar 5 overwinnaars op een gemiddeld niveau 5.79 W/kg reden (zie groene stippellijn), en dat we van alle 15 winnaars die duidelijk boven dit niveau reden weten dat ze aan potjes en spuitjes hebben gezeten. Alleen in de periode 1985-1991 reden de winnaars systematisch beneden dit niveau. Aangezien ik moeilijk kan geloven dat dit minderwaardige renners zouden zijn dringt een conclusie zich onweerstaanbaar op; we moeten  5.80 W/kg als de absolute bovengrens van het gemiddeld klimvermogen voor de dopingarme renner aanvaarden. Alles dat daarboven zit is hoogstverdacht zelfs indien de dopingcontroles het niet sluitend kunnen bewijzen.
       



    29-10-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (56 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    16-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rode bieten
    In januarie 2010 kreeg ik een eigenaadig berichtje van een even eigenaardige, en eigengereide man. Hij zou even het werelduurrecord achter derny scherper stellen, en het feit dat hij de reeds gezegende leeftijd van 54 had bereikt vond hij helemaal geen probleem. Daarop kwamen we enkele keren samen en bespraken allerlei details om zijn poging te laten slagen. Maas Van Beek is een echte koppigaard en doet dingen die een ander niet doet. Zo rijdt hij met een enorm verzet van 70 x 12  en met extra lange cranks van 190 mm. Volgens alle gangbare regels zouden zijn gewrichten om zeep moeten. Op een van zijn trainingen op de wielerbaan Sloten zie ik hem een hele fles met een donkerrood goedje drinken. Haha man, een nieuwe doping gevonden ? Rode bietensap! Ik had hier nog nooit van gehoord maar Maas is heel stellig en geeft een uitleg waar ik helemaal niks van geloof.  Het rode bieten sap, RBS,  zou  extra zuurstof in het bloed brengen en dus het aëroob vermogen verhogen. Eigenlijk hetzelfde effect dus als EPO. Renners zijn rare vogels en geloven ook alles dat een of andere goeroe vertelt.
    Maar wat doet Maas ? Die gekke hollander breekt het WR op 20/5/2010 en brengt het op 66.288 km/h. !
    En nog straffer! Op 25/10/2012 heeft Maas Van Beek zijn eigen UCI- wereld uurrecord acher derny op de wielerbaan van Moscou scherper gesteld tot 66,639 km.
    Enkele opmerkelijke details zijn ten eerste zijn leeftijd 56  jaar, ten tweede zijn technische vooruitstrevende durf door met een OGIVAL niet-circulair kettingblad van 70 tanden te rijden, en bovendien met VISTA pedalen.
    Klik hier voor meer details over deze uitzonderlijke prestatie.
    Sindsdien volg ik de wetenschappelijke literatuur en alle resultaten bevestigen, RBS werkt echt. In de lente 2011 begin ik elke dag een half litertje RBS te drinken. Het allereerste effect is een schok van paniek wanneer mijn urine rood kleurt. Na een paar weken ga ik samen met vriend Marc enkele bergjes rijden in het zwarte woud. Met elk zijn geheimzinnige donkerrode fles op de ontbijttafel van het hotel trek je wel de aandacht, maar ik kan je verzekeren, het werkt. Misschien zit het ook wel gedeeltelijk tussen de oren maar we rijden heel gezwind. Ook prof. Hespel van de Kuleuven bevestigt het goede effect van het RBS, en die is toch zeker niet lichtzinng in zijn besluit.
    Tenslotte nog een ideetje dat we voorlopig niet kunnen bevestigen; Het effect van RBS werd eerst onderzocht in Engelse Universiteiten waardoor de Britse wielerploegen misschien een stapje vooruit zijn op de rest.
    Wiggins en  Sky laten helemaaal niks aan het toeval over en gaan tot het uiterste in het uitzoeken van details. Zou het mogelijk zijn dat de overwinning in de Ronde van Frankrijk 2012 uit een donkerrode fles is gekomen?


    16-10-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MTB wielen 26 en 29
    In de MTB wereld worden de 29" wielen steeds populairder. De voornaamste reden is dat deze wielen met een grotere diameter inderdaad een kleinere rolweerstand hebben. Daar tegen staat dan dat deze wielen uiteraard zwaarder zijn, en ook een grotere rotatie inertie hebben. De vraag is dan ook of deze wielen niet voor verlies zorgen in de versnellingsfases, bijvoorbeeld bij het optrekken na een obstakel of een scherpe bocht.
    Daarom heb ik aan de hand van een wiskundig model (zie www.fietsica.be/versnellen.htm ) enkele simulaties gemaakt over een 2-tal realistische situaties.
    Er moeten 3 aspecten in rekening worden gebracht;
    1. De rolweerstand van de 29" wielen is een fractie 0.897 kleiner dan van de 26" wielen.
    2. De massa en rotatie-inertie van de 29" wielen is 1.116 maal groter dan de 26" wielen
    3. Verhoogde luchtweerstand van de 29" wielen, eveneens een factor 1.116

    Voor de simulaties gebruikte ik fietsers van 72 kg, met een MTB zonder wielen van 5.4 kg.
    De 26" wielen met banden hebben samen een massa van 3.6 kg. Voor de 29" wielen is dit 4.02 kg
    De rolweerstandcoëfficiënt van de 26" wielen is op een behoorlijk zwaar stukje weg gelijk aan 0.05
    De 29" wielen hebben een rolweerstandcoëfficiënt van 0.448
    Het frontaal oppervlak van de fietser + frame = 0.40 m2.
    Het frontaal oppervlak (luchtweerstand) van een 26" wiel met 42 mm band is 0.049 m2. Voor de 29" wielen is dit 0.066 m2.

    Eerste simulatie; Constant vermogen en snelheid.
       Snelheid km/h
    MTB26"
     24.18
    MTB29"
     25.38
     Hiernaast de berekende snelheid van twee identieke fietsers van 72 kg die rijden met een constant vermogen van 350 Watt.
    De MTB29 wint dus duidelijk bij gelijke omstandigheden en gelijk constant vermogen. Wanneer beide fietsers gedurende 10 seconden naast elkaar strijden zal de MTB29 fietser een voorsprong nemen van 2.2  meter, ruim genoeg om als eerste de volgende bocht in te duiken !! 

    Dit alleen is reden genoeg dus om met 29" wielen te rijden.


    Tweede simulatie ; We vergelijken twee exact gelijke fietsers, met zelfde stuwkracht van 110 N, die naast elkaar zouden versnellen te beginnen bij 15km/h. Hoe zijn hun snelheid en afgelegde afstand na 5 sec inspanning?

       Snelheid in km/h  na 5 sec
     Afstand in meter na 5 sec
     MTB met 26"
     27.77 29.91
    MTB met 29"
     28.37  30.35
    In deze versnellingsfase is het verschil tussen beide wieldiameters dus relatief beperkt omwille van de grotere traagheid van de 29" wielen. De verminderde rolweerstand blijft echter doorslaggevend. Na 5 seconden heeft de 29" rijder een voorsprong van 44 cm
    Het is dus zonder meer duidelijk dat MTB met 29" wielen in alle omstandigheden sneller zijn dan 26" wielen.

     Moeten we dan ook 29" wielen gebruiken op een racefiets?

    Helemaal niet. De racefiets  heeft op goede asfalt een veel kleinere rolweestand dan de MTB, ongeveer 0.004 ipv 0.05, waardoor het voornaamste voordeel van de 29" bijna helemaal verdwijnt. Het kleinere gewicht van de racewielen hebben ook minder invloed op de versnellingsfase. Aangezien de snelheden die met een racefiets gehaald worden meestal tussen 30 km/h en 60 km/h liggen, neemt de luchtweerstand de bovenhand. De hogere luchtweerstand van de 29" wielen leidt onvermijdelijk tot verlies tegenover de 26" wielen.

    05-10-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    27-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.S78 Standaard Renners
    Bij het berekenen van het klimvermogen dat door een renner ontwikkeld wordt moeten we nauwkeurig de klimweerstand, de luchtweerstand en de rolweerstand in rekening brengen. De nauwkeurigheid van het resultaat hangt natuurlijk in grote mate af van de nauwkeurigheid van de gebruikte gegevens zoals massa van de renner en zijn materiaal, zijn lengte en frontaal oppervlak, zijn fietshouding (rechtop of eerder voorover gebogen, staand of zittend). Het is niet altijd eenvoudig deze gegevens voor een bepaald renner te verkrijgen, en daarom kan het nuttig zijn te werken met een hypothetische standaard renner, d.i. de S78 renner.
    De S78 heeft een massa van 69 kg, een lengte van 1.84 m, en heeft 9 kg aan extra materiaal, fiets + drinkbussen, + kledij + Schoenen  + bril etc...
    We kunnen ook een standaard renner ontwerpen die meer overeenkomt met de typische kenmerken van vrouwelijke rensters, de S63 met lichaamsmassa 54 kg en 9 kg extra ballast.
    Wanneer we dus het klimvermogen (in W/kg) van bijvoorbeeld Jurgen Van den Broeck op de beklimming van de Grand Colombier berekenen, kan dit zowel zijn werkelijk klimvermogen zijn, als het klimvermogen van de S78  dat nodig is om gelijke tred met Jurgen te houden.
    De hamvraag is dus ; Hoe groot is het verschil tussen het werkelijk klimvermogen en het S78-klimvermogen? Alleen voor bijzonder lichte of bijzonder zware renners is dit verschil van enige betekenis.
    Nemen we even een beklimming van de Aubisque, 16.4 km aan gemiddeld 7.1% die beklommen wordt in 48:00 min. Volgende tabel toont de respectievelijke absolute vermogens in W, en de klimvermogens in W/kg die door verschillende renners zou moeten ontwikkeld worden.

     
     Renner  Vermogen (W)
     Klimvermogen (W/kg)
     S78  375 5.43
     S63  308 5.60
     Van Den Broeck
    375
    5.43
     Scarponi  342  5.51

    Door het grote verschil in rennersmassa is er ook een groot verschil in de absolute vermogens die moeten ontwikkeld worden, 375 W voor VDB en 308 W voor een S63-renner, of 342 W voor Scarponi.  De klimvermogens in W/kg verschillen echter nauwelijks. Scarponi moet ongeveer 1.5% meer aan klimvermogen leveren dan Van Den Broeck of dan de S78 renner. Deze verschillen zijn te wijten aan het gewicht van de fiets plus kledij en accessoires die voor zware of lichtere renners ongeveer identiek zijn maar die voor de lichtere renner een grotere fractie van zijn eigen gewicht uitmaken. Indien we dus alle berekeningen doen voor een S78-renner zullen we een mogelijke fout van maximaal 1.5% maken.

    27-09-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Giro 2012
    Onderzoeken we even de klimvermogens van enkele renners in de Giro 2012
    Rit 17;  Falzes - Cortina d'Ampezzo, over de Passo Giau
    Volgens Climbbybike is de passo Giau, zuidkant van uit Selva di Cadore, 10.15 km met hoogteverschil van 1314 m tot 2236 m
    Deze beklimming is geen eindklim en we verwachten dus geen uiterste inspanning van de klasementsrijders. Aan de voet v.d. Giau gaat een groep met Baso, Rodriguez, Hesjedahl, Uran, Pozzovivo en Scarponi er nochthans hard tegenaan (waarbij De Gendt laat lopen) maar na 4 km gaat de kopgroep temporizeren, zonder verdere versnellingen. Commentatoren Schotte en De Cauwer spreken over de Giro van het geduld.
    De snelste man op de col is Pozzovivo, in 33:52 met gemiddeld klimvermogen van 5.76 W/kg
    De Gendt komt op 1:50 met gemiddeld klimvermogen van 5.43 W/kg
    Rit 19; Treviso - Val de Fiemme, over o.a. Passo Lavaze en Alpe de Pampeago.
    Wanneer de eindfase ingaat zijn Pirazzi en Sandy Casar ontsnapt en komen alleen aan de voet van de
    Passo Lavaze, 6.3 km van 1276 m tot 1818 m hoogte. Pirazzi en Casar komen boven in 22:27 , met gemiddeld klimvermogen van 5.13 W/kg
    Daarna komt de Alpe di Pampeago, een eindklim waarop de klassementsrenners de degens kruisen.
    Aan de voet (dorpje Tessero) liggen Casar, Pirazzi, Sella en Rohregger voor, Cataldo, Pauwels en Keuziger liggen 0:59 achter en de groep met favorieten volgt op 2:45 van Casar. Kreuzinger voert de forcing en wint de rit met een klimtijd van 26:20, maar Hesjedahl lukt de snelste beklimming met 24:53. Het effectief klimvermogen van Hesjedahl was hier 6.39 W/kg, en Kreuzinger haalde 6.0 W/kg. De Gendt lukt een beklimming in 26:08 met een klimvermogen van 6.06 W/kg
    Rit 20; Over Mortirolo en Stelvio
    Ik heb deze rit reeds eerder besproken . Thomas De Gendt reed de Mortirolo met gemiddeld klimvermogen 5.40 W/kg, en de Stelvio met gemiddeld 5.0 W/kg

    08-07-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Klimmen en laag vliegen
    Ik lees pas een interessant zinnetje van Hans Vandeweghe, Algemeen directeur WBV; 
    "Maar verder moet u weten dat klimmen niks te maken heeft met fietsen, maar alles met het vermogen (watts) dat u kan leveren, gedeeld door uw aantal kilo's"
    Dat klimmen niks te maken heeft met fietsen is wel een originele manier om te zeggen dat dit alles gewoon fysica pur et simple is.
    Ik kan Hans dus helemaal bijtreden en nog een stapje verder gaan.
    Snel rijden op het vlakke heeft niks te maken met fietsen, maar alles met het vermogen (watts) dat u kan leveren, gedeeld door uw frontaal oppervlak.
    Cavendish heeft dit heel goed begrepen. Zonder twijfel is hij een heel sterke en explosieve renner maar in een zij-aan-zij sprint heeft hij een intrinsiek voordeel van meerdere meters net omdat hij door zijn diepe houding een bijzonder klein frontaal oppervlak heeft. In hun typische sprinthouding hebben Greipel en Cavendisch een frontaal oppervlak van respectievelijk 0.424 m2 en 0.314 m2.
    Uiteraard kan Cavendish, een mannetje van slechts 69 kg, niet even veel vermogen leveren als Greipel, een  bonk met 80 kg spieren, maar de verhouding vermogen/frontaal oppervlak is in het voordeel van Cavendisch
    Voor meer detail over deze analyse, zie volgend nummer van het tijdschrift Cyclelive Magazine.

    03-06-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    Tags:Sprinten
    >> Reageer (0)
    29-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thomas de Gendt op de Stelvio
    België juicht want naast Jürgen Van Ben Broeck en Jelle Vanendert hebben we met Thomas De Gendt een derde echte ronderenner.
    Wat Thomas liet zien in de 20° rit van de Giro 2012 was buitengewoon mooi.
    Het is dan in de euforie van het moment not done om zijn prestatie te analyseren in functie van de vraag ; Rijdt Thomas zuiver?
    Ziehier het goede nieuws, volgens de fysische wetenschap rijdt hij inderdaad op een niveau dat geen verdenking toestaat. En het volgende goede nieuws is dat de concurenten zoals Hesjedahl ook zuiver op de graat zijn. Zo lang de UCI en het WADA erin slagen doping effectief te bestrijden, zolang zal Thomas tot de top kunnen behoren. Ik steun hiervoor op de waarde van het vermogen dat Thomas ontwikkelde, eerst op de Mortirolo, dan op de Stelvio, en op de vergelijking met welbekende historische dopingzondaars
    Op de Mortirolo werd actief gekoerst met enkele uitvallen en demarrages, en een finale demarrage van Thomas. Over deze ganse klim draaide Thomas een gemiddeld vermogen van 5.4 W/kg

    Mortirolo

    Hoogtemeters

    Tijd min:sec

    Vermogen W

    W/kg

    km 11.4 - Top

    1194

    46:53

    373

    5.40


    Daarna hebben we de laatste 15 km op de Stelvio in de volgende tabel. Op de Stelvio werd niet echt gekoerst en in feite was dit een tweestrijd tussen Thomas en Christian Vandevelde, die voor zijn kopman Hesjedahl de kastanjes uit het vuur moest halen. De favorieten reden afwachtend en verloren terrein op Thomas. Alleen in de laatste kilometer kwamen Rodriguez en Hesjedahl uit hun pijp en wonnen nog enige tijd op Thomas. Over de ganse klim won Rodriguez slechts 24 s  terug. Thomas reed de ganse Stelvio bijzonder regelmatig, perfect gedoseerd met een gemiddeld  vermogen van 5.0 W/kg . Dit is minder dan op de Mortirolo om 2 redenen; ten eerste door de vermoeidheid van een lange lastige rit, ten tweede door de grote hoogte, tot 2757 meter en de verminderde zuurstofdruk. Op een hoogte van 2500 m verliest een getraind wielrenner ongeveer 10% van zijn vermogen op zeeniveau. Op een lagere col in de pyreneeën b.v. zou Thomas dus equivalent ongeveer 5.50 - 5.60 W/kg kunnen leveren.
    Stelvio Hoogtemeters Tijd min:sec Vermogen W W/kg
    km 15 - km 10 376 16:10 349 5.06
    km 10 - km 5 353 15:52 337 4.88
    km 5 - Finish 396 17:04 347 5.03
    km 15 - Finish 1125 49:06 345 5.00










    Laat 5.45 W/kg nu de gemiddelde waarde zijn waarmee in vroegere, pre-EPO tijden, de Ronde van Frankrijk kon gewonnen worden! We spreken nu over de gemiddelde klimvemogens van Bernard Hinault, Pedro Delgado, Stephen Roche, Greg Lemond en zelfs Indurain in 1991. Welbekende EPO dopingzondaars zoals Riis, Pantani, Ulrich haalden in 1994 tot 1998 gigantische gemiddelde waarden van 6.35 W/kg. Na de Festina tour van  1998 werden de renners iets voorzichtiger en zakte het gemiddelde in de Armstrong periode tot 6.0 W/kg 
    In 2011 won Cadel Evans, een renner van onbesproken reputatie, met een gemiddeld vermogen van 5.8 W/kg op de beklimmingen van  Luz Ardiden, Plateau de Beille, Galibier, Alpe d'Huez
    Het is dus nog steeds mogelijk om de TDF proper te winnen en Thomas De Gendt komt dicht in de buurt !

    29-05-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (46 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dames op de muur van Huy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Een ongelooflijk spannende ontknoping van de Waalse Pijl voor dames in 2012!
    Marianne Vos plaatst een splijtende demarrage op de muur van Huy en lijkt te winnen net zoals in 2011, maar zij valt stil op enkele meters van de streep en de nooit aflatende Evelyn Stevens wint tenslotte. Stevens doet 3:57 min over de laatste kilometer met een gemiddelde stijging van 11.50 %
    Stevens, een meisje van 1.65 m en 54 kg, draaide daarmee een gemiddeld vermogen van 332 Watt op deze kilometer, hetzij 6.15 W/kg.
    Op foto de eerste passage op de muur van Huy met o.a. Evelyn Stevens, Ashley Moolman, MarianneVos, Tiffany Cromwell, Emma Johansson
    Ter vergelijking; Rodriguez zal even later de WP voor mannen winnen met een gemiddeld vermogen van 479 W, of 8.25 W/kg.

    29-05-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gilbert 8.96 W/kg op de muur van Huy
    De laatste kilometer op de muur van Huy heeft een hoogteverschil van 115 meter, dus een gemiddelde stijging van 11.50 %
    In de Waalse Pijl 2011 reed Philippe Gilbert in 2:44 min de laatste kilometer op de muur van Huy, waarvoor hij een gemiddeld vermogen van 618 Watt moest leveren, d.i. een specifiek vermogen van 8.96 W/kg.
    Ook in  2011 werd Jaoquim Rodriguez tweede op slechts 3 seconden. Rodriguez draaide gemiddeld 522 Watt, voor een specifiek vermogen van 8.99 W/kg
    Het grote verschil in vermogens (618 vs. 522 W) is te wijten aan het verschil in lichaamsgewicht, Gilbert weegt 69 kg en Rodriguez 58 kg.
    Rodriguez moest echter een hoger specifiek vermogen leveren te wijten aan het gewicht van de fiets.
    In 2012 waren zowel Rodriguez als Gilbert in mindere doen. Rodriguez won in 3:00 min, dus hij reed 16 seconden trager dan Gilbert in 2011

    29-05-2012 om 00:00 geschreven door Fietsica  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (20 Stemmen)
    >> Reageer (2)


    Foto

    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.



    Mijn favoriete lnks en blogs
  • Fietsica for Die Hards
  • Mieren van de Galibier
  • Maas Van Beek
  • Laser Spoke Power Meter
  • Cyclelive Magazine
  • BIG Challenge
  • Sport Scientists
  • Doping Actualiteit
  • Trainen op Vermogen


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs