Ik ben sacha
Ik ben een man en woon in antwerpen (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 29/08/1996 en ben nu dus 27 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: rekenen,fietsen,computer,naar de kampioenen kijken.
welke aflevering in reeks 2 vinden jullie het leukst ?
FCkampioenen blog bloggen.be/fckampioenen "De beste blog "
Rondvraag / Poll
welke auto zou jij graag willen hebben ?
Rondvraag / Poll
welke auto zou jij graag willen hebben ?
Rondvraag / Poll
wat heb jij thuis ?
Rondvraag / Poll
In welke land zou jij graag willen wonen
Welkom op mijn blog .
12-02-2007
16 feb : dikke trui dag
vrijdag 16 feb 2007 is het dikke trui dag dus allemaal een dikke trui aan doen !! als je een dikke trui aan doet zal de vervuiling dalen van een paar % bericht voor de landen die niet mee doen : waarom doen jullie niet mee waarom ? bv: thailand
ik weet niet als thailand mee doet maar als ze niet
mee doen zullen ze problemen hebben met de vervuiling ging je een keer naar thailand? als je er naar toe ging zag je wel veel vervuiling nee ? ik wel ik ging naar thailand en het was zoals mist zoveel dat er vervuiling was ,dus waarom doen sommige landen niet mee dat weten we niet ? heeft iemand een antwoord stuur me het dan op e-mail mij A.U.B.
dikke trui, een dikke trui moet zeker van wol zijn want we doen de verwarming van 1°C tot 3°C minder .brrrr koud !!!
ik heb (om plannen te doen echte plannen) ik doe het want ik wil zelf later een architect worden. heb je een plan stuur me dan de plan op e-mail mij als je wilt en als je mag want ik wil echt architect worden .
Een hoofdoorzaak van de Tweede Wereldoorlog in Europa ligt bij het einde van de Eerste Wereldoorlog waar na de wapenstilstand het leger van het Duitse Keizerrijk van Wilhelm II snel uiteenviel. In deze chaotische tijd vormden zich vrijkorpsen die zich wilden wreken voor het verraad dat volgens hen aan het thuisfront werd gepleegd door de communisten, de socialisten, de Joden en de republikeinen. Na het einde van de Grote Oorlog hielden de geallieerden nog steeds een blokkade in stand om naleving van de vredesvoorwaarden af te dwingen. De terugkerende Duitse soldaten, die zich in vrijkorpsen lieten inschrijven, weigerden dan ook om hun wapens in te leveren, waarna politiek links en rechts elkaar letterlijk begonnen te bekampen in straatgevechten. De toestand escaleerde richting een burgeroorlog, waarna de Duitse regering uitweek naar de stad Weimar omdat Berlijn niet meer veilig was.
Een andere oorzaak van de Tweede Wereldoorlog in Europa kan men vinden in de Vrede van Versailles, één van de vijf vredesverklaringen die tussen de geallieerden en Duitsland na de Eerste Wereldoorlog werden ondertekend. In dit verdrag werd Duitsland verplicht tot zware herstelbetalingen, het afstaan van Duitse grondgebieden aan buurlanden, de demilitarisatie van het Rijnland en sterke beperkingen die werden opgelegd aan het nieuwe Duitse leger (Reichswehr). De voorwaarden van de vredesverklaring en de uitvoering ervan wogen zwaar op Duitsland en z'n bevolking. In het zog van het lot van Duitsland zouden de andere landen van de Centrale Mogendheden grondgebieden verliezen. Zo werd bij de beslissingen van de nieuwe landsgrenzen in de vredesbepalingen geen rekening gehouden met de etnische woongebieden, waardoor deze minderheden over verschillende landsgrenzen heen woonden en het een smeltkroes van onrust werd. In Hongarije, Oostenrijk en Bulgarije kwamen sterke revisionistische stromingen op om hun oude gebieden te heroveren en deze stromingen maakten dat deze landen de Duitsers zouden volgen in de Tweede Wereldoorlog.
In de rumoerige jaren die volgden op de Eerste Wereldoorlog werd Duitsland geteisterd door regeringscrisissen, hongersnood, linkse en rechtse rebellie, ziekten en een onbeheersbare inflatie. De aan Duitsland opgelegde herstelbetalingen vergden zeer veel van de Duitse economie en na de beurscrisis nam de armoede en sociale onrust toe in Duitsland maar ook in Italië. Deze periode was dan ook een uitstekende voedingsbodem voor extreemrechtse partijen als de DNVP en de DAP (die later de NSDAP zou worden) om de Weimarrepubliek die toch al niet populair was in Duitsland in een steeds slechter daglicht te stellen.
De diepe onvrede die ontstond bij de vrijkorpsen tegen de communisten, de socialisten, de Joden en de republikeinen, samen met de heersende armoede en sociale onrust in het naoorlogse Duitsland, droeg in belangrijke mate bij tot de opkomst van extreemrechtse ideeën en de partijen die deze extremistische ideologie verkondigden. De Duitse Arbeiderspartij (DAP) was zo'n partij met radicale antisemitische en nationaalsocialistische denkbeelden. In september 1919 besloot Adolf Hitler, een korporaal uit de Eerste Wereldoorlog, lid te worden van de DAP. Dankzij zijn nationaal-socialistische toespraken werd hij in 1921 een spilfiguur van de partij, waarvan de naam in 1920 veranderde in NSDAP. Hitler en z'n kompanen werden na de mislukte staatsgreep in november 1923 tot een milde gevangenisstraf veroordeeld, waar hij tijdens zijn gevangenschap het boek Mein Kampf schreef. In dit boek speelt Hitler in op de Duitse lijdensweg na de Vrede van Versailles, de theorieën over de superioriteit van het Germaanse ras, het antisemitisme en het Duits-nationalistisch idee van de drang naar het Oosten (Drang nach Osten). De NSDAP zou tot 1929 nooit een grote invloed hebben in de Duitse politiek en was vooral gekend wegens de brutale publieke optredens van de NSDAP-beschermingsdienst, de zogenaamde bruinhemden uit de Sturmabteilung (SA). Steeds meer mensen die wegens de aanhoudende economische recessie in de armoede vielen, kwamen echter naar de NSDAP-bijeenkomsten te Neurenberg. Hitler sprak er voor enorme massabijeenkomsten, waarna het ledental en populariteit van de NSDAP pijlsnel groeide. Met de verkiezingen voor de Rijksdag in september 1930 werd de NSDAP de tweede partij van Duitsland, met 107 van de 577 zetels. In 1932 verloor Hitler de presidentsverkiezingen van Paul von Hindenburg maar in hetzelfde jaar werd de NSDAP de grootste partij van Duitsland met 230 zetels. Paul von Hindenburg weigerde echter om Hitler te benoemen als Rijkskanselier. Veel kopstukken uit de politiek en het bedrijfsleven wilden desondanks, of wellicht dankzij dat feit, toch met Hitler praten. Men zag een communistische regering als een groter kwaad dan een naziregering. De NSDAP-partijschulden werden door het bedrijfsleven betaald en men startte een lobbygroep ter ondersteuning van Hitlers aspiratie als Rijkskanselier. In januari 1933 raakte Duitsland door een serie complotten bijna onbestuurbaar. Kurt von Schleicher en de communisten loerden op kansen een junta of een radenrepubliek te vormen op legale of illegale wijze, en ieder kabinet zonder de nazi's viel. Na nieuwe verkiezingen werd Adolf Hitler op 30 januari 1933 dan toch aangesteld als Rijkskanselier en werd er een coalitie gevormd tussen de NSDAP en de Deutschnationale Volkspartei. Hitlers eerste politieke daad als Rijkskanselier vond plaats op 31 januari 1933, toen hij de Rijksdag ontbond en nieuwe verkiezingen uitschreef. Door intimidatie en het verbieden van bepaalde politieke partijen behaalden Hitler en de NSDAP de overwinning met 43,9% van de stemmen (~17 miljoen stemmen). Vanaf dat moment heerste in Duitsland de nationaal-socialistische dictatuur en behoorde de Weimarrepubliek definitief tot het verleden. In de daaropvolgende jaren zou Hitler zijn tegenstanders systematisch uitschakelen. Zo zal Hitler de hele top van de SA laten ombrengen door de SS en een groep vertrouwelingen om zich heen bouwen. Het verbieden van alle andere politieke organisaties gebeurde door middel van geweld, intimidatie of verbod. Op 14 juli 1933 werd de dictatuur een feit en kon er nog maar op één partij gestemd worden, de NSDAP. Op 2 augustus1934 stierf president Paul von Hindenburg en werd de NSDAP ingezet als een apparaat om de bevolking in het gareel te houden via een nationaal-socialistisch propagandanetwerk, verdoken terreur en georganiseerde sociale controle. In 1934 werden de eerste stappen ondernomen om de militaire beperkingen in het Verdrag van Versailles weg te werken; de Luftwaffe werd in datzelfde jaar opgericht en in 1935 werd de Deutsche Wehrmacht uitgebouwd tot wat later het beste leger ooit genoemd zal worden. Rassenwetten kwamen er in 1935, waarbij via wetteksten werd bepaald wie Duister was en wie niet, wie met elkaar mocht trouwen en wie niet. In 1937 ontsloeg Hitler acht van de twaalf ministers en werd zo steeds meer de alleenheerser of Führer waarbij de initiële NSDAP-partijrichtlijnen (vernietiging van de Weimardemocratie, militarisme, revanche op de oude vijanden, antisemitisme, herziening van het Verdrag van Versailles, afkeer van het Bolsjewisme) reeds werden vervolmaakt of strikt aangehouden.
In 1936 liet Adolf Hitler het Verdrag van Locarno opzeggen en beval het Rijnland opnieuw te bezetten door het Duitse leger. Hiermee werd een eerste stap gezet in het ongedaan maken van de Vrede van Versailles en de vier andere vredesverklaringen. Italië, dat Abessinië veroverde werd door de Volkenbond veroordeeld en sloot met Nazi-Duitsland eveneens in 1936 een alliantie via het verdrag as Rome-Berlijn. Twee jaar later, in 1938, bedreigde Hitler zijn buurland Oostenrijk met een oorlog waarna de toenmalige Oostenrijkse kanselier Kurt von Schuschnigg op 11 maart 1938 aftrad en nazileider Arthur Seyss-Inquart op 12 maart 1938 werd aangesteld. De nieuwe nazikanselier Seyss-Inquart proclameerde op 13 maart 1938 de Anschluss van Oostenrijk bij Nazi-Duitsland en werd zo de oostprovincie (Duits: Ostmark) van het uitbreidende Derde Rijk.
Onder het voorwendsel dat de Tsjechische regering de Duitse bevolking in het Sudetenland mishandelde, bereidde Hitler een invasie in Tsjechoslowakije voor. Het Verenigd Koninkrijk had de veiligheid van Tsjechoslowakije gegarandeerd, met de dreigende inval van Duitsland leek oorlog onvermijdelijk. De Britse premier Neville Chamberlain en z'n Franse tegenhanger Edouard Daladier reisden in september 1938 naar München voor een ontmoeting met Hitler en Mussolini. Om een oorlog af te wenden deden de Franse en Britse leiders concessies waarbij het Sudetenland Duits werd. Opmerkelijk was dat bij dit overleg geen Tsjechoslowaakse vertegenwoordigers aanwezig waren. Hun regering was sterk gekant tegen het akkoord, maar was machteloos tegen het Duitse militaire overwicht zonder Franse of Britse hulp. Chamberlain betitelde het akkoord als de Vrede voor onze tijd (Peace for our time). Tsjechisch Sudetenland werd door Duitsland 'bevrijd' en in november 1938 wezen Duitsland en Italië de zuidelijke grensstrook van Slowakije toe aan Hongarije via de Eerste toekenning van Wenen, inclusief 20% van Roethenië. Enkele maanden later, in maart1939 annexeerde Hitler de rest van Tsjechië, waarbij het kerngebied werd uitgeroepen tot het Duits Rijksprotectoraat Bohemen en Moravië. Slowakije werd een vazalstaat van Nazi-Duitsland en verder nam Hongarije de door hen begeerde delen in, inclusief Roethenië. Het feit dat Duitsland Tsjechië annexeerde heeft Frankrijk en Groot-Brittannië wakker geschud waarna ze Polen in bescherming namen tegen de Duitse intentie om het te annexeren. In mei 1939 vormden Italië en Duitsland het Staalpact, wat hun alliantie verstevigde en uitbreidde.
Japan had weliswaar als lid van de geallieerden tijdens de Eerste Wereldoorlog gebied gewonnen, maar kampte nog steeds met het probleem van overbevolking, gecombineerd met een dreigend grondstoffentekort. In de jaren '20 en begin jaren '30 leidden economische tegenvallers ertoe dat Japan terechtkwam onder een steeds groter wordende invloed van ultranationalistische en expansionistische militairen. De steeds groter wordende Japanse bevolking woonde op een relatief kleine oppervlakte, waardoor de Japanse landbouw niet in staat bleek om voldoende voedsel te produceren voor de eigen bevolking. Japan wou de hand leggen op gebieden die het land grondstoffen konden leveren. Deze politiek leidde in 1937 tot de invasie van Mantsjoerije (en de stichting van Mantsjoekwo), en een tweede Sino-Japanse Oorlog, die later zou uitmonden in het Aziatisch oorlogstheater van de Tweede Wereldoorlog. In 1938 raakte Japan slaags met Mongolië en de Sovjet-Unie, maar deze landen behaalden onder generaal Zjoekov een overwinning op de Japanners in de Slag bij Halhin Gol dat de Japanse uitbreiding naar het noorden uitsloot en een status quo ante bellum tot gevolg had. Door deze slag werd de Noordelijke Aanvalsgroep, die het Japanse Leger voorstond, vervangen door de Zuidelijke Aanvalsgroep, die de Japanse Marine prefereerde. In 1940 tekende Japan met Duitsland en Italië het Driemogendhedenpact, dat wederzijdse hulp beloofde bij een eventuele aanval. Duitsland en Japan hadden elk andere doelstellingen met hun veroveringsdrang. Het was de Japanners niet te doen om een wereldrijk te bezitten zoals de Duitsers. Vichy-Frankrijk werd door Japan en Duitsland gedwongen Indo-China af te staan. Met dit beleid wekte Japan het wantrouwen van de Verenigde Staten op, en de grootmachten kwamen op steeds meer gespannen voet met elkaar te staan. Een olie-embargo werd door de Amerikanen in samenwerking met Nederlands-Indië afgekondigd. Dit leidde tot een actie van de Japanse militairen, die onder leiding van admiraal Yamamoto het plan opvatten om de Verenigde Staten van Amerika uit de Pacific te drijven via een militair offensief en zo de alleenheerschappij in de regio op te eisen. Andere gebieden konden dan makkelijk worden bezet, daar de koloniale mogendheden Nederland en Engeland hun handen vol hadden aan de nazi's. Op 7 december1941 vielen de Japanners de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor aan, wat leidde tot de deelname van de Verenigde Staten aan de Tweede Wereldoorlog.
Europa in 1939 na de Inval in Polen. Nazi-Duitsland annexeerde West-Polen. De Sovjetunie lijfde Oost-Polen in.
Finse skitroepen in actie tijdens de Winteroorlog.
Nazi-Duitsland stortte zich in een algemene oorlog door een militaire aanval te lanceren tegen Polen op 1 september1939. Op 3 september verklaarden het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. Zoals omschreven in het in augustus 1939 afgesloten Molotov-Ribbentroppact viel de Sovjet-Unie op 17 september Polen binnen vanuit het Oosten. Hiertegen ondernamen de geallieerden echter geen actie. Het Pools leger, slechts gedeeltelijk gemobiliseerd, was niet opgewassen tegen de militaire superioriteit van de Wehrmacht vanuit het westen en de overmacht van de Russen vanuit het oosten. De laatste Poolse eenheden capituleerden op 6 oktober. Een deel van het Pools leger en de regering weken uit naar Frankrijk en vervolgens naar het Verenigd Koninkrijk. Het Poolse leger groeide uit tot de op vier na grootste geallieerde strijdmacht en speelde een significante rol in het Europees strijdtoneel.
Het complex was 6,5 hectare groot en lag in het financiële hart van New York. Het complex had een totale kantoorruimte van 1,24 miljoen m², dit was ongeveer vier procent van Manhattans totale kantoorruimte. De twee bekendste gebouwen waren de 'North Tower' en de 'South Tower'. Samen droegen zij de bijnaam 'Twin Towers' (Nederlands: 'tweelingtorens'). De North en South Tower telden elk 110 verdiepingen en hadden een hoogte van 417 meter, respectievelijk 415 meter. De officiële naam van de North Tower was '1 World Trade Center' (1 WTC) en van de South Tower '2 World Trade Center' (2 WTC). Er bevond zich ook een 'Vista Hotel' op het complex (3 WTC), later werd dit een Marriott-hotel. Het World Trade Center huisvestte ook de Amerikaansedouane (U.S. Customs House in 6 WTC). In 1984 begon de bouw aan het zevende gebouw, 7 World Trade Center. Dit gebouw telde 47 verdiepingen.
Op 26 februari1993 overleefde het World Trade Center een bomaanslag. Het complex kon na een paar weken weer open.
Op 11 september 2001 werden door een terreuraanslag de North Tower, South Tower, 3 WTC en 7 WTC vernietigd. De overige gebouwen werden zwaar beschadigd en waren bijgevolg niet meer te repareren. Ze werden later gesloopt.
Na de aanslagen is een plan opgesteld om het oude WTC te vervangen. De plannen leidden tot veel discussie over de toekomst van het complex. Verschillende architecten maakten ontwerpen. Uiteindelijk is het ontwerp voor de Freedom Tower van Daniel Libeskind uitgekozen. Op het plein tussen de voormalige Twin Torens zal nu een monument voor de slachtoffers worden gebouwd.
Direct na de Tweede Wereldoorlog, toen de economie een enorme groei doormaakte, verwachtte men een grote toename in de wereldhandel. De havenstadNew York wilde hiervan profiteren. Daarom kwamen wetgevers in New York met het idee om een internationaal of wereldhandelscentrum te bouwen. Men dacht dat New York beter zou kunnen concurreren met andere havens als alle handelsbedrijven onder één dak zaten. In 1946 werd de World Trade Corporation opgericht. Deze organisatie moest de mogelijkheden van een wereldhandelscentrum onderzoeken. Ze stelden voor om 21 gebouwen te bouwen met een totale ruimte van 465.000 m². Dit betrof echter geen kantoorruimte maar ruimte voor handelsbedrijven om hun goederen ten toon te kunnen stellen. Echter een marktonderzoek wees uit dat het project niet rendabel zou kunnen zijn en concludeerde dat het moderniseren en het uitbreiden van de haven zelf beter zou zijn. Het idee van een wereldhandelscentrum werd geschrapt.
Het idee van een wereldhandelscentrum kwam ruim tien jaar later weer boven water. Lower Manhattan verkeerde in grote problemen. Door de verpaupering verhuisden veel bedrijven naar Midtown Manhattan. David Rockefeller, directeur van de Chase Manhattan Bank geloofde echter in Lower Manhattan. In 1956 richtte hij de Downtown-Lower Manhattan Development Association (DLMA) op. Deze organisatie moest proberen de leegloop te laten stoppen. Hij probeerde Lower Manhattan nieuw leven in te blazen door een nieuw hoofdkantoor (One Chase Manhattan Plaza) voor zijn bank in Lower Manhattan te bouwen. Dit maakte echter weinig verschil. Het gebied had namelijk nog te veel tekortkomingen. Door het gebrek aan woningen, winkels en vermaak was Lower Manhattan nog steeds onaantrekkelijk.
David en zijn DLMA hadden echter niet de benodigde politieke macht en financiële middelen om het World Trade Center te kunnen realiseren. David kreeg steun van zijn broer Nelson Rockefeller, de gouverneur van New York. Nelson had veel politieke macht, en kon zo de benodigde politieke steun geven. Later zei men dat ze de Twin Towers David en Nelson zouden moeten noemen omdat zij het World Trade Center mogelijk maakten.
David had echter nog meer steun nodig. David zocht een partner die voldoende financiële middelen en technische vaardigheden had om een dergelijk groot project te kunnen realiseren. Ook zou meer politieke macht welkom zijn.
David klopte aan bij de Port Authority of New York (nu: Port Authority of New York and New Jersey). Deze semi-overheidsinstelling, opgericht op 30 april1921 kwam voort uit een samenwerkingsverband tussen de staten van New York en New Jersey. Deze instelling beheerde alle terminals en transportvoorzieningen in een straal van 40 km rond het Vrijheidsbeeld, om zo de haven van deze regio veilig te stellen. Preciezer gezegd, de Port Authority had als doel om problemen en knelpunten in het vervoer van mensen en goederen tussen New York en New Jersey op te lossen door het bouwen en exploiteren van spoorwegen, veerboten, bruggen, tunnels en andere faciliteiten die de handel stimuleerde. Doordat de Port Authority deels een overheidsinstelling was had deze instelling bepaalde voorrechten, zo kon deze het World Trade Center financieren door obligaties uit te geven. De Port Authority had ook de mogelijkheid om grond te onteigenen en het had de kennis en het personeel om een dergelijk project succesvol te kunnen voltooien. De Port Authority leek zowel de perfecte als de enige kandidaat te zijn, een normale overheidsinstelling of bedrijf had namelijk niet de politieke macht en de financiële middelen om een dergelijk groot project te kunnen voltooien.
Toenmalig directeur van de Port Authority, Austin J. Tobin wilde de Port Authority meer aanzien geven door grote en prestigieuze projecten te starten. Hij vond het bouwen van een World Trade Center dan ook een goed idee. Austin J. Tobin was een klein maar machtig man. Met zijn steun en dat van Nelson en David Rockefeller was het World Trade Center dan ook voor leven vatbaar. De Port Authority mocht alleen projecten starten die een voordeel zouden opleveren voor de haven. Het World Trade Center voldeed aan dit criterium. In 1960 werd het project dan ook officieel aan de portfolio van de Port Authority toegevoegd.
De burgemeester van New York, Robert F. Wagner Jr. was echter tegen het plan. Eigendommen van de Port Authority waren namelijk vrijgesteld van belastingen. Door het grote oppervlak van het World Trade Center betekende dit dat New York veel belastingen mis zou gaan lopen. De burgemeester kon de Port Authority zelf, of het onteigenen. door de Port Authority niet stoppen. De burgemeester had toch een machtsmiddel, de stad beheerde de wegen in Manhattan. Aangezien er een aantal wegen gesloopt moesten worden voor het World Trade Center kon de stad beslissen om hiervoor geen toestemming te geven. De burgemeester kon zo dus indirect toch voorkomen dat het World Trade Center gebouwd zou worden. De Port Authority beloofde aan de burgemeester dat het verlies in belastingen gecompenseerd zou gaan worden, in ruil beloofde de burgemeester dat de stad nu niet meer dwars zou gaan liggen.
Richard J. Hughes, de gouverneur van New Jersey vond het profijt voor New Jersey te gering en wilde het plan tegenhouden door een veto uit te spreken. Om de steun van de gouverneur te krijgen bood de Port Authority aan om de failliete Hudson and Manhattan Commuter Railroad (nu: Port Authority Trans Hudson) verbinding onder de Hudson over te nemen en te renoveren. De Port Authority kreeg nu het idee om beide projecten te combineren door het World Trade Center te verplaatsen van de East River naar de Lower West Side, waar het station van de Port Authority Trans Hudson gevestigd was. Dit zou goedkoper zijn en de bereikbaarheid van het World Trade Center werd beter. De gouverneur ging akkoord en zei: "At least we can see the damn thing" (Nederlands: "Dan kunnen we het stomme ding tenminste zien").
In het gebied waar het World Trade Center nu zou gaan komen kwamen grondeigenaren in protest. In het gebied waren veel elektronicazaken gevestigd, het gebied werd daarom ook wel Radio Row genoemd. De winkeleigenaren wilde niet dat dit unieke gebied verloren zou gaan. De rechters beslisten uiteindelijk in het voordeel van de Port Authority namens het algemeen belang.
Het oude plan van Skidmore, Owings & Merrill was nu niet meer bruikbaar. De Port Authority koos voor een andere architect, de Japans-AmerikaanseMinoru Yamasaki. Minoru Yamasaki stelde voor om drie of vier niet-identieke vierkantetorens te bouwen. Later kwam Minoru Yamasaki met het idee om twee identieke vierkante torens te bouwen, ieder met tachtig verdiepingen. De Port Authority vond het een mooi ontwerp, maar de torens boden te weinig kantoorruimte. De Port Authority wilde minimaal 930.000 m² aan kantoorruimte hebben. De hoofdopzichter van het project, Guy F. Tozzoli stelde voor om de torens hoger te maken. Zo kwam er niet alleen meer kantoorruimte beschikbaar maar zouden de twee wolkenkrabbers ook de twee hoogste gebouwen ter wereld worden. Dit zou het World Trade Center bekend maken en het tot een groter financieel succes maken. Na het overwinnen van een paar technische problemen werd een nieuw plan gepresenteerd. De twee torens zouden uiteindelijk ieder 110 verdiepingen gaan tellen. Dit was echter nog niet genoeg. Er werden aan het complex nog twee gebouwen toegevoegd, de North en South Plaza Building (4 en 5 World Trade Center). Deze twee gebouwen zouden negen verdiepingen gaan tellen. Het World Trade Center was bedoeld voor bedrijven die wereldhandel dreven, daarom werd er aan het complex ook een gebouw voor de Amerikaansedouane toegevoegd. Het U.S. Customs House (6 World Trade Center) zou zeven verdiepingen krijgen. Voor de vele gasten werd er nog een 22 verdiepingen tellend hotel gepland, het Vista Hotel (3 World Trade Center). Ondergronds zou een parkeergarage en een groot winkelcentrum komen. Om het complex af te werken werd er nog een plein met beplanting aan toegevoegd. Dit plan werd al snel goedgekeurd. Het bedrijf Emery Roth & Sons werd aangenomen om Minoru Yamasaki te ondersteunen om het plan te kunnen realiseren.
Harry Helmsley, toenmalig eigenaar van het Empire State Building was tegen het World Trade Center. Volgens Harry was er veel leegstand in Midtown Manhattan en zou het World Trade Center de huurprijzen verder doen zakken. Volgens Harry had niemand belang bij deze ontwikkeling. De Port Authority trok zich niet veel aan van deze kritiek, volgens de Port Authority was zijn kritiek een verkapte manier om te voorkomen dat het World Trade Center de titel van het hoogste gebouw ter wereld zou afpakken van zijn Empire State Building.
Later werd aan Minoru Yamasaki gevraagd waarom hij niet één toren van 220 verdiepingen voorstelde. Hij antwoordde: "I did't want to lose the human scale" (Nederlands: "Het moet wel menselijk blijven").
Op 21 maart1966 werd er begonnen aan het vrijmaken van het 6,5 hectare grote oppervlak. 164 gebouwen en vijf wegen werden gesloopt, in totaal vormden zij dertien huizenblokken. Het terrein werd begrensd door Vesey Street, Church Street, Liberty Street en West Street. Het slopen verliep echter niet vlekkeloos. Het bouwterrein lag namelijk vol met onbekende kabels, leidingen, oude funderingen, tunneltjes, ondergrondse riviertjes en oude graven. Het kostte veel tijd om deze in kaart te brengen. De slopers moesten zorgvuldig te werk gaan om geen storingen in Lower Manhattan te veroorzaken. Sommige mensen vergeleken het slopen met de Amerikaanse burgeroorlog.
Toen het terrein vrij was van bebouwing kon de volgende fase beginnen. Om de gebouwen van het World Trade Center te kunnen dragen moesten de funderingen op de harde rotslaag van New York gebouwd worden. Deze rotslaag bevond zich op een diepte van 20 meter. Om de funderingen aan te kunnen leggen moest het terrein afgegraven worden. Er was echter één probleem; het grondwater. Omdat het bouwterrein aan de rivier lag stond het grondwaterpeil er hoog. Men moest voorkomen dat de enorme bouwput onder water zou lopen. Normaal zou men continu het water wegpompen. Door het wegpompen van het water was men bang dat nabij gelegen gebouwen zouden verzakken. De hoofdingenieur van de Port Authority of New York and New Jersey, John M. Kyle vond de oplossing in Europa. Hij kwam zo op het idee om een soort 'badkuip' te maken, die het water buiten moest houden. Nu kon men gewoon de 'badkuip' leeg scheppen. Om de 'badkuip' te maken groef men eerst 20 meter diepe sleuven. Tijdens het graven liet men de sleuven vollopen met een mengsel van water en bentoniet, dat is een mengsel dat vloeibaar blijft. Dit mengsel had een grotere dichtheid dan aarde, zo werd voorkomen dat de sleuf zou dichtslibben tijdens het graven. Toen de sleuven gereed waren liet men er een geprefabriceerde stalen kooi in zakken, deze diende als wapening. Nu werden de sleuven gevuld met beton. Het beton was zwaarder dan het bentoniet, waardoor het bentoniet bovenin kon worden afgezogen. Door deze techniek werd een 'badkuip' gevormd.
Nu kon het uitgraven van de bouwput beginnen. In totaal moest er ongeveer 920.000 m³ aarde worden weggegraven. Om dit af te voeren zouden er ongeveer 100.000 vrachtwagenladingen nodig zijn. Het zou enorm veel tijd en geld kosten om al deze aarde naar een reguliere dumpplaats af te laten voeren. De directeur van de Port Authority of New York and New Jersey, Austin J. Tobin had dit al voorzien. Hij had met de gemeente van New York afgesproken dat de grond gedumpt werd in de rivier. Hierdoor werd een nieuw stuk land gecreëerd van zeven hectare groot, oftewel zes huizenblokken. Dit nieuwe stuk grond heet nu Battery Park City. Dit nieuwe stuk land zou de stad ongeveer voor 90 miljoendollar aan belastingen opleveren. Deze extra belastingen compenseerden zo het verlies aan belastingen dat het World Trade Center veroorzaakte. Deze manier van dumpen maakte het bestaan van het World Trade Center mogelijk. Het uitgraven van de bouwput moest uiterst voorzichtig gebeuren. De Hudson and Manhattan Commuter Railroad (nu: PATH, Port Authority Trans Hudson) verbinding liep door de bouwput. Veel forensen maakten dagelijks gebruik van deze verbinding. Tijdens de bouw mocht deze verbinding niet stil komen te liggen. Tijdens het afgraven moest de tunnel steeds gestut worden.
Het project zou veel staal nodig hebben. De Port Authority had dit al voorzien en was al ruim voor het begin van de bouw bezig met het regelen van het benodigde staal. Tijdens dit proces bevonden de gebouwen zich nog in de ontwerpfase, maar men dacht ongeveer 90.720 ton aan staal nodig te hebben. De Port Authority was onderhandelingen gestart met U.S. Steel en Bethlehem Steel, de twee grootste staalleveranciers van de Verenigde Staten. Echter, aan het einde van de onderhandelingen verhoogden ze de prijzen met de helft. De Port Authority besloot daarom niet met de twee bedrijven in zee te gaan. Vijftien kleinere bedrijven kregen nu de opdracht om het staal te leveren. De vijftien bedrijven brachten samen 85,4 miljoendollar in rekening, de twee grote leveranciers zouden meer dan 240 miljoen dollar gerekend hebben. Deze regeling had echter ook een nadeel. De Port Authority moest nu blijvend communiceren met vijftien bedrijven in plaats van twee bedrijven. De Port Authority loste dit probleem op door Karl Koch Erecting Company, een onderaannemer in te huren die deze communicatie op zich nam. Later mocht dit bedrijf ook het staal ontvangen, controleren en installeren.
Nu duidelijk was dat het benodigde staal geleverd zou gaan worden deden nieuwe problemen zich voor. Door gebrek aan ruimte op het bouwterrein konden de bouwmaterialen daar niet opgeslagen worden. De Port Authority loste dit probleem op door gebruik te maken van een verlaten spoorwegwerf. Dit terrein lag aan de overkant van de Hudson in Greenville, New Jersey. Dit terrein was ongeveer 30,5 hectare groot. Op dit terrein werden de materialen verzameld en werden kleine onderdelen geassembleerd tot grotere onderdelen. De meeste onderdelen werden buiten de spits per vrachtwagen vervoerd via de Holland Tunnel, grotere onderdelen werden via duwboten vervoerd. Soms werden ook helikopters gebruikt om onderdelen te vervoeren. Het was belangrijk dat de onderdelen op tijd op het bouwterrein aan kwamen. Vertragingen kosten immers geld. Door het plaatsgebrek op het bouwterrein zelf mochten deze onderdelen ook weer niet te vroeg geleverd worden. De meeste onderdelen werden slechts enkele uren voor gebruik geleverd, deze methode noemde men de 'just-in-time method' (Nederlands: 'Net op tijd-methode').
De gebouwen bestonden uit duizenden stalen balken. De meeste stalen balken leken op elkaar, maar hadden toch marginale verschillen. Om deze balken uit elkaar te houden was elke balk gemerkt. Deze markeringen maakten het 'just-in-time method' mogelijk.
In 1968, bijna 2,5 jaar na de start van de bouw begon men met het werk aan de fundering zelf. Men stortte eerst een laag beton, waarop enorme stalenpiramidevormige voeten geplaatst werden. Deze voeten waren 4,5 meter lang, 3,5 meter breed en 2 meter hoog en wogen ieder 15,4 ton. Ieder van deze voeten zou later een pilaar dragen. De voeten moesten het gewicht over een zo groot mogelijk oppervlak verdelen.
World Trade Center in aanbouw
Op woensdag6 augustus1968 plaatste men de eerste pilaar van de North Tower. In de bouwwereld geldt de overgang van het werk aan de fundering naar de constructie als de datum waarop de bouw van het gebouw begint.
De bouw verliep echter niet zonder problemen. De bouwvakkers waren vakbondsleden. Hun vakbonden waren constant bezig met het behartigen van de belangen van de bouwvakkers. Gedurende de bouw waren er constant spanningen tussen de Port Authority of New York and New Jersey en de vakbonden, wat vaak resulteerde in stakingen.
De eerste grootste staking was dat van de duwbootbestuurders. Door deze staking konden veel onderdelen niet vervoerd worden. Om de bouw niet te laten vertragen vervoerde men deze onderdelen met helikopters. De Port Authority probeerde ook de vloerdelen met helikopters te vervoeren. Het eerste vloerpaneel wat zo vervoerd werd ving zo veel wind dat de piloot het moest laten vallen in de Hudson. Dit paneel ligt tot vandaag de dag nog steeds in de rivier en is na 11 september waarschijnlijk nog het enige paneel dat nu nog bestaat. Veel getuigen waren boos over deze gevaarlijke gang van zaken. De Port Authority trok zich hier echter niets van aan en deed nog een paar onsuccesvolle pogingen. Later vervoerde de Port Authority de vloerpanelen per vrachtwagen.
Er zouden nog veel stakingen volgen zoals de staking van de teamsters en dat van de plaatstaalwerkers.
Een andere grote staking was dat van de liftmedewerkers. Deze staking duurde vier maanden. De medewerkers zorgden voor de liftsystemen die arbeiders, gereedschap en voedsel moesten vervoeren. De torens hadden al 27 verdiepingen. De Port Authority moest met oplossingen komen om met dit probleem om te gaan.
Op 23 december1970 werd het hoogste punt bereikt van de North Tower. Rond deze tijd trokken er al huurders in de lagere verdiepingen van het gebouw. Aan de hogere verdiepingen van de North Tower werd nog steeds gewerkt. Op 19 juli1971 werd het hoogste punt bereikt van de South Tower, de eerste huurders trokken in januari1972 in het gebouw. Dit jaar was ook het werk aan de North Tower voltooid. Het World Trade Center werd officieel geopend op 4 april1973, nadat de South Tower gereed was.
Beide World Trade Center-torens telden 110 verdiepingen. De North Tower had een hoogte van 417 meter, de South Tower had een hoogte van 415 meter. Toen de North Tower gereed was in 1972, was dit gebouw officieel het hoogste gebouw ter wereld. De North Tower pakte de titel van het Empire State Building, dat 40 jaar lang het hoogste gebouw ter wereld was. In 1973 werd de South Tower het op een na hoogste gebouw ter wereld. De World Trade Center-torens konden de titel echter maar voor even vasthouden. In 1973 ging de 442 meter hoge Sears Tower in Chicago er met de titel vandoor. De Twin Towers bleven echter wel de twee hoogste gebouwen van New York. Door de vernietiging van het World Trade Center op 11 september 2001 werd na bijna 30 jaar het Empire State Building opnieuw het hoogste gebouw van New York.
Het verschil in hoogte tussen de North en South Tower kwam doordat de 43e en 67everdieping van de North Tower hoger waren dan de overige verdiepingen. Op de 43e verdieping van de North Tower bevond zich een kantine voor de Port Authority of New York and New Jersey-medewerkers. De South Tower had deze faciliteiten niet nodig, daarom was de hoogte van deze wolkenkrabber iets kleiner.
Van de 110 verdiepingen waren er acht gereserveerd voor elektrische en mechanische systemen. Deze acht verdiepingen waren gelijkmatig over het gebouw verdeeld in groepjes van twee verdiepingen. Deze verdiepingen waren niet toegankelijk voor het publiek. De overige verdiepingen waren wel toegankelijk voor het publiek.
Beide torens hadden een oppervlak van 63,4 bij 63,4 meter en boden ieder ongeveer 350.000 m² aan kantoorruimte en winkels.
Voor het ongetrainde oog zagen de North en de South Tower er hetzelfde uit als elk ander gebouw. Mensen met een interesse voor de bouw zagen dat de Twin Towers anders waren. Vóór het World Trade Center werden gebouwen gebouwd als het maken van een toren met een blokkendoos. Elke vloer werd gedragen door een groot aantal pilaren. Deze pilaren waren meestal gelijk over het vloeroppervlak verdeeld. De buitenmuren droegen geen enkel gewicht, zij waren slechts bedoeld om het interieur af te sluiten. Deze buitenmuren werden ook wel 'gordijnen' ('curtain walls') genoemd. Civiel ingenieurLeslie E. Robertson maakte de Twin Towers radicaal anders. Het gewicht werd gedragen door de buitenmuur en een aantal stalen pilaren gegroepeerd in het midden van het gebouw, de kern. Zo ontstond rond de kern een grote open ruimte, zonder pilaren. De vloeren konden zo door de huurder flexibel worden ingedeeld. Door het gebrek aan hoogwaardig en sterk staal was deze constructie voorheen niet mogelijk.
De buitenmuur droeg niet alleen het gewicht, de muur weerstond ook de windkrachten. Door de sterke buitenmuren konden de torens zelfs een windsnelheid verdragen van 240 km/u. De buitenmuur was zelfs sterk genoeg om vol te worden geraakt door een groot vliegtuig. De omstandigheden op 11 september waren veel extremer dan voorzien. De vliegtuigen in die tijd waren namelijk veel kleiner en lichter dan tegenwoordig. Een vliegtuig zou dan op een relatief lage snelheid tegen een toren vliegen. De Twin Towers bleven toch nog ongeveer een uur staan, zo konden veel mensen ontsnappen.
Door de enorme grootte van de Twin Towers zouden er veel liften nodig zijn om de tienduizenden mensen te vervoeren. Dit zou veel te veel ruimte kosten. Men moest iets verzinnen om het aantal liften te verminderen en er toch voor zorgen dat de mensen snel en efficiënt vervoerd konden worden. ArchitectHerb Tessler vond de oplossing door gebruik te maken van een methode als bij de metro. Mensen die van de metro gebruik maakten moesten bijna altijd overstappen om op de gewenste bestemming te komen. Herb dacht dat dit principe ook kon werken voor de Twin Towers. Hij stelde voor om iedere toren op te delen in drie even grote aaneengesloten zones. Een zone was te vergelijken met een apart gebouw, zo had elke zone een eigen lobby waar de mensen in de lift konden stappen. Deze liften beperkten zich alleen tot de eigen zone en werden daarom ook wel lokale liften genoemd. Zo had elk gebouw twee lobbies die zich op de 44e en 78everdieping bevonden. Een dergelijke lobby werd ook wel een sky lobby genoemd. Om de mensen van de benedenverdieping naar de gewenste zone te brengen nam men een snellift. Deze lift stopte alleen op de lobby's. Wanneer men bijvoorbeeld naar 50e verdieping wilde stapte men eerst in een snellift die naar de sky lobby van de 2e zone ging. Van hieruit nam men dan een lokale lift naar de 50e verdieping. Elk gebouw had ook negen goederenliften. Deze goederenliften liepen wel door het hele gebouw. De bezoekers van Top of the World en Windows on the World hadden ook een paar liften ter beschikking die ook door het gehele gebouw liepen.
Zonder dit revolutionaire systeem zouden de Twin Towers nooit gebouwd zijn. Een regulier liftsysteem zou te veel ruimte hebben gekost. De gebouwen zouden dan economisch niet haalbaar zijn. Dit systeem werd later ook gebruikt in andere gebouwen.
Op de 110e verdieping van de North Tower bevond zich radio en televisie zendapparatuur. Op het dak van de North Tower bevonden zich veel soorten antennes, inclusief een 110 meter hoge hoofdantenne. Deze antenne is in 1999 nog aangepast om digitale televisie signalen te kunnen verwerken. De antenne zorgde voor de transmissie van bijna alle televisiestations van New York (WCBS-TV, WNBC-TV, WNYW-TV, WABC-TV, WWOR-TV, WPIX-TV, WNET-TV, WPXN-TV, en WNJU-TV) en vier FM radiostations (WPAT-FM, WNYC-FM, WKCR, en WKTU). De South Tower was ontworpen om ook een antenne te kunnen dragen, maar heeft deze nooit hoeven dragen. Op de South Tower bevond zich echter wel een observatiedek genaamd Top of the World.
Op 11 september was duidelijk te zien dat veel televi
vraag het dan aan mij bv : sims en ik geef jou op jou e-mail de code cool hé dus zoek je een code gewoon op e-mail mij gaan en mij vragen
welke spel welke machine bv :ps2 psp pc ........ en welke nummer bv : sims 1 of sims 2 of sims deluxe edution en zo voort en ik stuur het op jou e-mail adres en jij print het en viola gedaan
vraagje dan ga je gewoon op e-mail mij eenvoudig hé
heb je een vraag vraag je het gewoon op e-mail mij (eenvoudig hé)
cool zo een blog
mooie foto's interresante adres .................
stuur het dan astublieft (a.u.b.)
danku voor uw aandacht
merci tu es un garçon ou une fille tu es gentil ou gentille
vriendenboek als je een vriendenboek wilt doen doe je gewoon zo en stuur het dan op e-mail mij als je iets niet mag of niet wilt invullen moet het dan niet bv ::::
naam achternaam favo auto + merk favo dier favo kleur favo vliegtuig favo bus favo school favo eten favo cafe favo restaurant e-mail adres
en als je nog iets meer over jou wilt vertellen geen probleem
ik kijk elke week naar fc de kampioenen behalve als in niet kan bv:ik heb een vejaarsdagfeestje als jij naar fc de kampioenen wilt kijken is het op één om 20:45 tot 21:20 ongeveer elke zaterdag en tijdens de zomer dagelijks behalve zondag op één om 20:30 tot 21:00 ongeveer iemand een enterresant adres van iets zeg het me dan zeker over spelen en nog veel meer ...........
er zijn 6 vakjes in een vakje zijn er getallen jij moet in je hoofd een getal weten van 1 tot 64 als jouw getal in het vak is doe je ja als het niet in de vakje is doe je nee dat doe je voor de zes vakjes dan druk je onderaan ok en ik zal jouw getal weten
hahah mijn namen zijn in foto's oh nu versta ik ik ben ben bekend wil je ook zo foto's ga dan op op e-mail mij (eenvoudig hé) en schrijf gewoon ik wil mijn naam op de foto nr 1 of zo voort foto 1 is de eerste foto en 2 de tweede foto en zo voort
10de verjaardag van Kampioenenstrip !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Op 20 januari 2007 starten we het jubileumjaar met een signeersessie van 15 u. tot 17 u. Bij Fnac Wijnegem in Wijngegem Shopping Center. Naast Hec Leemans zullen ook Marijn Devalck en Johny Voners hun beste beentje voorzetten. Kom dus als de bliksem naar Wijnegem en laat je strip signeren door Boma en Xavier! Ik ging er naar toe en nu heb ik een handtekening van de auteur en de acteur (zie onder de foto's).
ga op http://www.youtube.com/watch?v=tEWTNot4BI8 en je gaat zien dat er witte en zwarte strepen zijn en als je naar kijkt na een minuut en 40 seconden ongeveer staat er look away now en kijk dan naar jou hand en er is iets heel speciaal aan jou hand .
Het woord automobiel is een Frans leenwoord en komt van automobile. Dit komt weer uit het Grieks en Latijn. Het eerste auto komt van het Griekse αυτος en betekent zelf. Het tweede mobile komt van het Latijnse movere en betekent bewegen. De automobiel zoals wij hem nu kennen ontstond geleidelijk uit de rijtuigen die getrokken werden door paarden en de fiets en de zogenaamde Ottomotor.
De allereerste voorloper van de auto's waren wellicht de zeilwagens, die in de 18e eeuw in Europa onder gunstige omstandigheden reeds een zeer behoorlijke snelheid konden bereiken. Er zijn zelfs bronnen, die aangeven dat er onder de Egyptische farao Amenemhat III, in het tweede millennium vóór Christus, al zeilwagens bestonden.
Stoomvoertuig van Cugnot uit 1771, Musée des Arts et Métiers, Parijs
Voordat de moderne verbrandingsmotor werd toegepast, gebruikte men eerst nog stoommachines. Een van de bekendste ontwerpers van de stoomauto is Nicolas Joseph Cugnot (1725-1804). Deze officier gebruikte zijn stoomauto (1765) voor opdrachten binnen het leger. Ook Gurney ontwierp een stoomauto in 1832 voor de verbinding tussen Gloucester en Cheltenham in Engeland. De gangbare snelheid was toen ongeveer 25 kilometer per uur. Eenzelfde ontwikkeling was te zien in Nederland waar Sibrandus Stratingh uit Groningen in 1834 een (succesvol) experiment deed met een stoomauto. Tot aan de uitvinding van de verbrandingsmotor ontwikkelde de stoomauto zich geleidelijk, maar hij kon niet op tegen de verbrandingsmotor. De voordelen van deze motor waren voornamelijk een veel lager gewicht en minder brandstofverbruik voor meer vermogen. Hiermee was de opmars van dit type motor niet meer te stuiten.
In 1862 bouwde Etienne Lenoir zijn eerste auto met verbrandingsmotor. Pas toen de Duitser Nikolaus Otto in 1878 verbeteringen aanbracht werd de gasmotor van Lenoir een commercieel succes. De finishing touch werd geleverd door Gottlieb Daimler met zijn patent op de eerste succesvolle hogesnelheidsverbrandingsmotor (1885). De grootste verbeteringen aan de zware oliemotor zijn gedaan door Rudolf Diesel uit Duitsland, die zijn eerste patenten nam in 1892. Tegen het einde van de negentiende eeuw was de verbrandingsmotor de grote concurrent van de stoommachine in industrie en transport.
De eerste auto met een benzinemotor werd door Benz ontwikkeld in 1885
Carl Benz bouwde in 1885 de (driewiel-)auto uitgerust met een benzinemotor. Dit voertuig was de start voor de ontwikkeling en doorbraak van dit type verbrandingsmotoren.
De eerste Belgische auto was de Vincke (1894) en de eerste Nederlandse auto de Eysink (1897).
Sedan; een auto met een apart compartiment voor bagage, motor en inzittenden.
Hatchback; een auto met een apart compartiment voor motor en inzittenden. Bagage wordt in dezelfde ruimte vervoerd als de inzittenden.
Terreinauto (ook wel: SUV); een auto die ook off-road kan rijden.
MPV; ook wel Monospace, een auto geschikt voor meerdere personen. Bagage wordt in het gedeelte van de inzittenden geplaatst.
Coupé; een meestal op een sedan gebaseerde sportieve uitvoering van een auto.
Cabriolet; een auto waarvan het dak geopend kan worden.
Sportwagen; een meestal op een raceauto gebaseerde straatauto met veel vermogen.
Tegenwoordig worden er steeds meer mengelmoesjes van stijlen gebruikt, zoals SSUV (Super Sports Utility Vehicle), CUV (Crossover Utility Vehicle). Vaak is dit gehypet marketingjargon.
Deur of klep
Bij de omschrijving van modellen van personenautos wordt naast het carrosserietype ook vaak gesproken over twee, drie, vier, of vijf deuren. Bij deze vorm van naamgeving is het belangrijk een onderscheiding te maken tussen klep en deur. Het verschil zit hem in het feit dat men zich met een deur toegang kan verschaffen tot het passagiersgedeelte van de auto. Een auto heeft dus een 3de of 5de deur indien met het openen ervan het passagiersgedeelte wordt geopend. Wanneer de klep aan de voor- of achterzijde van de auto toegang verschaft aan een onafhankelijk ruimte, een soort van koffer, spreekt men van een klep. Bekende voorbeelden hiervan zijn de Mini of de Kever.
Een auto heeft om vooruit te komen meestal een verbrandingsmotor. Een verbrandingsmotor ontleent zijn energie aan de (explosieve) verbranding van benzine, diesel, autogas (LPG), of een andere brandstof.
In het geval van een Ottomotor wordt benzine (of bijvoorbeeld autogas) in een speciale kamer (cilinderkamer) tot ontploffing gebracht door een bougie. De explosie drukt een zuiger naar beneden die de krukas aandrijft en vervolgens wordt die beweging overgebracht aan de wielen.
In het geval van een dieselmotor wordt diesel in een zelfde soort speciale (cilinder) kamer tot ontploffing gebracht door de diesel onder hoge druk in de kamer te spuiten. De explosie drukt een zuiger naar beneden die de krukas aandrijft, waarna vervolgens de beweging wordt overgebracht op de wielen.
De reststoffen van het verbrandingsproces dat in de motor plaatsvindt worden via de uitlaat afgevoerd. Tegenwoordig worden hier strenge eisen aan gesteld .Vernieuwende energiebronnen
Steeds strengere milieuwetgeving dwingen autofabrikanten te zoeken naar alternatieve energiebronnen. Waterstof-aangedreven auto's, elektrisch aangedreven auto's, en ethanol, methanol, biomassa en soortgelijke technologieën doen de laatste tijd meer en meer hun intrede. Enkele zijn in een experimenteel stadium, maar de meeste zijn al enige tijd beschikbaar en zijn soms zelfs goedkoper in aankoop en/of gebruik.
Een andere ontwikkeling is het gebruik van twee motoren, zogenaamde hybrides. Het bekendste voorbeeld hiervan is de Toyota Prius. De auto heeft een benzinemotor voor gebruik buiten de stad en een elektromotor voor in de stad.
Het eerste verkeersslachtoffer was Bridget Driscoll. Zij verloor het leven op 17 augustus 1896 in Londen. Er werd vroeger geen aandacht gegeven aan veiligheid. Auto's moesten bedrijfszeker en robuust zijn. Het gebeurde wel dat een auto na een botsing alleen lakschade had, maar de inzittenden dood waren. In de jaren '60 werd onder druk van Ralph Nader en een aantal activisten de eerste wetgeving op het gebied van veiligheid aangenomen.
Nu nog raken elk jaar 50 miljoen mensen gewond en sterven meer dan 1 miljoen mensen aan de gevolgen van auto-ongelukken. In Nederland komen jaarlijks 800 mensen om het leven in het verkeer; in België 1200. Om het aantal doden te verminderen bevordert de overheid de verkeersveiligheid door voorlichting, een boetebeleid en wetgeving. Auto's zelf zijn ook voorzien van veiligheidsvoorzieningen, die worden onderscheiden in actieve veiligheid en passieve veiligheid.
Milieu
Auto's met een verbrandingsmotor stoten schadelijke gassen uit. Ook verbruiken ze zogenaamde fossiele brandstoffen. Deze fossiele brandstoffen zijn eindig (d.w.z. op een gegeven moment zijn ze op). De wetgever probeert het gebruik van auto's te verminderen, het gebruik van zuinigere auto's te bemoedigen en het gebruik van milieuvriendelijkere auto's te bemoedigen. Zij doet dit door belastingen te heffen, voorlichting te geven en wetten te schrijven.
Dit proces werd in de jaren '70 versneld door politieke onrust in de Arabische wereld, waardoor er schaarste ontstond. Zuinigheid werd plotsklaps een politiek hangijzer. Ook de milieubeweging kreeg meer momentum.
Files
Files vormen een groot probleem in de Westerse wereld. Niet alleen is het slecht voor het milieu, het is ook slecht voor de economie en de gemoedstoestand (stress, road-rage). Verschillende regeringen reageren verschillend op het probleem. Oplossingen die (tijdelijk) worden geboden is het verbreden van bestaande wegen, het aanleggen van nieuwe wegen, het aanmoedigen van het gebruik van Openbaar vervoer, het aanmoedigen van Carpoolen en het duurder maken van het gebruik van de auto.
Op dit moment zijn er over de hele wereld circa 1000 automerken actief, waarbij we onder automerk een bedrijf verstaan, dat in zijn hele geschiedenis minimaal één auto heeft gebouwd, dit is dus zonder tuningbedrijven en pantserbedrijven maar inclusief designstudio's die slechts één of meer prototypes hebben gemaakt.
Zowel in België als in Nederland worden er tussen de 50 en de 100 merken van de 1000 verkocht. In Nederland bestaan er tien automerken, België kent vijf eigen actieve merken en in Suriname zijn er nog geen automerkhoofdzetels gevestigd. Het voorkomen van automerken verschilt sterk van land tot land.
Invloed van de auto
De auto heeft voor een grote verandering gezorgd op verschillende gebieden. Te denken valt aan dingen als veiligheid, milieu, maar ook zaken als infrastructuur, architectuur en dergelijke.
Kunst
Auto's en kunst
De auto heeft invloed gehad op verschillende kunststromingen in de 20e eeuw.
Kunstenaar
De eerste vorm van customizing ontstond rond 1918, toen de kunstenares Sonia Delaunay haar auto beschilderde. Zij gebruikte het als een soort "aankleden" van de auto.
In de jaren '50 werd het zogenaamde Pinstriping heel populair. Bekendste artiest in deze stroming was Kenneth Howard, bijgenaamd Von Dutch.
Fabrikant
Zodra de eerste auto's rond begonnen te rijden, begon de styling ook belangrijk te worden. De ontwikkeling van auto's is altijd hand in hand gegaan met de kunst. Het begon met de indeling van de auto: Er moest bepaald worden waar de passagiersplaatsen zouden komen en waar de motor geplaatst zou worden. Het interieur werd daarna belangrijk, en ten slotte begon het exterieur van de auto ook mee te spelen. Ook de kunst van het verkopen werd meer en meer geslepen.
Het was Alfred Sloan van General Motors die in de jaren '20 met het idee kwam om elk jaar een nieuw model te introduceren, dat er anders uitzag dan de voorgaande modellen, maar toch herkenbaar was.
In de Verenigde Staten van Amerika begon de misschien eerste autotrend, namelijk de lowrider. Het doel van lowrider was de auto zo laag mogelijk op de straat te krijgen. Aangezien dit illegaal is, moest men een systeem hebben om de auto's weer op de normale rijhoogte te krijgen. Hiervoor gebruikte men krachtige hydraulische cilinders. Uit deze trend ontstond het artistisch laten bewegen van de auto ("dansen").
De auto heeft een grote invloed gehad op de architectuur. Zonder de auto hadden we bijvoorbeeld het begrip parkeergarage niet gehad. De auto zorgde voor motels, wegrestaurants, maar ook winkelcentra zijn ontwikkeld met het oog op de auto.
Architecten als Le Corbusier lieten hun werk vaak fotograferen met een auto, om aan te geven hoe modern het gebouw was. De auto werd een soort huiskamerobject, doordat garages bij huizen aangebouwd werden.
Infrastructuur
Het leven rond 1900 zag er heel anders uit dan nu. Sinds die tijd zijn voetgangers verdrongen naar het voetpad, een smalle strook die tot aan de jaren '80 steeds kleiner leek te worden, toen het begrip voetgangerszone zijn intrede deed. In de VS werden dorpscentra "leeggezogen" door de auto, die naar de nieuwe motels en winkelcentra gingen. Steden en dorpen werden aangepast aan de auto, door brede lanen aan te leggen richting centrum, parkeerplaatsen etc.
Psychologie
De menselijke psyche werd door de auto veranderd. Afstanden werden kleiner en makkelijker overbrugbaar. Toen de auto steeds meer beschikbaar werd voor de "gewone man" zorgde het voor een gevoel van vrijheid bij de koper van dit voertuig. Het was deels een starter van de emancipatie (zo was de eerste persoon die daadwerkelijk een auto over een aanzienlijke afstand bestuurde een vrouw; Bertha Benz).