Enkele fotos van exemplaren uit mijn verzameling plaatselijke wilde bloemen varianten die ik al een paar jaren verder kweek (= lees maar : laat verwilderen= spannend je weet nooit waar ze volgend jaar zullen opduiken ) in mijn (stads) tuintje
-De Grote teunisbloem (ingeburgerde exoot sinds de 19de eeuw ) bekend en beroemd geworden om zijn gemakkelijke mutatievorming ( Hugo De Vries baseerde er de vroegste mutatie- theorie op ) Zaaitijd in de nazomer (indian summer ) en de vroege herfst > bloemen volgende zomer en een deel van de herfst lang (tot het begint te vriezen ) Ik laat de verdroogde tak met de zaaddozen meestal staan ; het biedt namelijk een ideale schuil en overwinterinsplaats voor lieveheersbeestjes (die erg veel bladluizen opruimen )
De bloemen van de wilde grote teunisbloem ontplooien zich van zodra het donker wordt : het tere geel van die openklappende bloemen is bijna fluorescerend in de invallende duisternis en ze verspreiden ,wanneer ze pas zijn geopend , een heerlijk parfum Ze trekken hun vele bestuivers , waaronder erg veel nachtvlinders ( = motten ) , aan De volgende dag verwelken de "bestoven" en de onbestoven bloemen in de middagzon ...je kan ze eraf ritsen ( opletten dat je het vruchtbeginsel laat zitten als je zaad wilt )want het geheel biedt overdag geen mooi zicht ....
Ik zet ook (af en toe al eens een jaartje ) de kleinbloemige gele teunisbloem maar die is minder spectaculair alhoewel ook een forse plant ze tiert hier in mijn nabije omgeving op oude stationsbermen
Bovendien zijn er nog andere kleine wit-roze teunisbloemachtigen die door iedereen als woekerend onkruid worden beschouwd en die ik niet eens hoefde een eerste maal in te zaaien .
-De paarse bloemen (neen , geen fotoshop effect ) met donkere brede strepen in de bloemkelk = een in de Gentse leie-omgeving onstane mutant van een zuidelijk donkerpaars erg groot en fors ras van het Grote Kaasjeskruid Deze variant bezit enorme aantallen grote bloemen en de bladeren doen minder lelijk verlept bestoft en dof aan dat het gewone grote kaasjeskruidhij heeft bovendien minder last van vreetschade door allerlei insekten Maar die plant is ondertussen na een aantal jaren de zolmer en de vroege herfst te hebben gekleurd , jammer genoeg plots uit mijn tuin verdwenen ( = ik bemest dus niet ) Ik zal hem nog maar eens in het wild moeten gaan opzoeken ( ik weet wel nog enkele standplaatsen in een straal van 10 klm )om op het einde van de zomer wat zaden te gaan oogsten
- De lancetvormige bladeren op de onderste foto ; zijn de bladeren van de reeds uitgebloeide gele lis ( en wat dus duidt op een vochtige bodem )
|