Dit blog is een onderdeel van EVODISKU WAT IS DE BEDOELING EN WAAR STAAT DIT BLOG VOOR
****Wie meent dat alles inmiddels wel over de evolutietheorie gezegd is en dat de discussie gesloten kan worden, ziet over het hoofd dat de wetenschap niet stil staat.
***Wie meent dat inmiddels het creationisme definitief het pleit heeft verloren en dat de discussie gesloten kan worden , ziet over het hoofd dat het "creationisme" is geevolueerd ( en zal evolueren ) in nieuwere mimicrytische vormen( meme-complexen ) zoals bijvoorbeeld het ID(C)
***Dit blog is speciaal opgezet om de aktualiteit binnen het evolutie-creationisme debat te volgen en van kommentaren te voorzien ... waartoe de lezers zijn uitgenodigd bij te dragen ...
Let echter wél op het volgende :
"Je bent een rund als je hier met religie stunt " ....
27-10-2008
HET GELIJK VAN DARWIN
HAD DARWIN WEL GELIJK ?
(Creationisten : ) quote
Darwin beweerde dat " alle organismen afstammen van één simpele microbe (of misschien een paar)" Darwin beweerde dat " de soorten werden gevormd door natuurlijke selectie van variatie " Darwin beweerde dat er een gradueel evolutieproces plaats heeft en voorspelde "missing links" overal in het fossielenverslag Zijn beweringen waren elegante & simpele modellen
1.- Wat Darwin zelf beweerde is irrelevant, hij heeft geen onfeilbare positie in de evolutiebiologie. Veel van wat hij schreef en beweerde heeft slechts historische waarde DE evolutiebiologie en de evo-devo zijn volwaardige HEDENDAAGSE wetenschappelijke disciplines , die zijn onstaan(geinspireerd ) door Darwin De ontdekkingen van Edward Jenner ( koepokken ) zeggen ook niets over de HEDENDAAGSE virologie en de vaccinatie -remedies van de huidige pharmacologie en de medische wetenschap ___buiten het onloochenbare feit dat Jenner een van de inspiratoren en grondleggers van deze nieuwe ontwikkelingen was .....
Waar het om gaat is waar de ( tot op het huidige ogenblik verzamelde) EVIDENTIES op wijzen .
2.- (Darwin"Descent with modification " ) Darwin beweerde dat alle leven teruggaat op een voorouderlijke groep organismen ( soms noemt men dit LUCA = Last universal ancestor ) Sinds Darwin zijn zeer veel vorderingen gemaakt ... -Er is niet alleen een gemeenschappelijke "stamboom" maar ook een onzichtbaar deel vertakkende wortels (3)
3.- Naast de natuurlijke variatie (=modifications = mutatie (biologie): ) bestaan er nog vele andere andere mechanismen
4.- De term Missing link( = een fossiele "voorouder in rechte lijn en DE schakel tussen twee verschillende GROEPEN van hedendaagse en uitgestorven soorten ) is achterhaald en misleidend .
-Ik betwijfel of Darwin zelf ooit deze term heeft gebruikt De term wordt nog steeds gebruikt in de journalistiek - Er bestaan natuurlijk WEL vele Fossiele overgangsvormen Dat zijn fossiele overblijfselen van volwaardige organismen (= species ) die dichter bij de "hypothetische gemeenschappelijke voorouder " staan tussen twee verschillende groepen organismen
"In Noord-Amerika,is de zwarte beer gezien door Hearne terwijl hij urenlang met wijd geopende muil rondzwom en op die wijze, als een walvis, insecten in het water ving'.
Hij meende dat als er maar voldoende insecten waren, de beer door natuurlijke selectie steeds aquatischer zou kunnen worden in anatomische structuur en gewoonten, met een almaar grotere muil, totdat er uiteindelijk een walvisachtig wezen zou zijn geproduceerd. 1.- De voorouder van de walvis was geen beer of beerachtige . Ze zaten echter wel in een andere groep landzoogdieren die steeds meer op water ingesteld raakte Het water was een heel nieuw medium, totdat de geleidelijke transformatie volgde tot de in zeelevende oerwalvis. (zie --> Van de wal in de visgronden (Indohyus ) ) 2.- Vaak gaan veranderingen in gedrag (gewoonten ) vooraf aan anatomische
HET GELIJK VAN DARWIN De evolutietheorie van de negentiende-eeuwse geleerde Charles Darwin is een prachtig concept, en belangrijker dan ooit voor het welzijn van de mens, de medische wetenschap en ons begrip van de wereld. Toch menen velen dat de mens zich uit andere levensvormen ontwikkelde zonder enige goddelijke inmenging.
In 1859 Charles Darwin established the First Evolutionary Synthesis. ... Gert Korthof, Independent origin and the facts of life (a general overview) ... http://home.planet.nl/~gkorthof/ <--
Natuur geeft Darwin gelijk
Darwins evolutietheorie staat nog steeds recht overeind.
De natuur blijkt nu zelfs verslag te hebben gedaan van de veranderingen die de levende organismen in de loop van de evolutie ondergingen.
De enorme verscheidenheid aan soorten en levensvormen had veel wetenschappers vóór Darwin ook al verbaasd.
Een man als de Zweedse bioloog Linnaeus (Carolus Linnaeus 1707-1778) bijvoorbeeld werkte bijna zijn hele leven aan een systeem om alle soorten dieren en planten te benoemen en hij wist heel goed dat hij lang niet alle leven had kunnen beschrijven.
Was die grote verscheidenheid een uiting van de scheppingskracht van God?
Linnaeus twijfelde daar niet aan.
Maar er waren toen zeker ook wetenschappers die op zijn minst heimelijk vraagtekens zetten bij het geloof dat God de hele wereld in zeven dagen had geschapen.
Zo had Nicolaas Copernicus in de zestiende eeuw ontdekt dat het heelal zo oneindig groot was dat de aarde, en helemaal de mens, er maar een zeer nietig deeltje van uitmaakte. Dat leek niet goed te rijmen met het geloof dat God de mens als kroon op het werk had bedoeld.
De geoloog Charles Lyelltoonde rond 1830 bovendien aan dat de aarde al vele miljoenen jaren oud moest zijn, veel en veel ouder (2)dan uit de bijbelse overleveringen berekend was.
Waren aarde, dier en mens dan wel tegelijkertijd ontstaan?
Het leek haast niet mogelijk.
Vóór Darwin waren er dus ook al wetenschappers die geloofden dat er sprake geweest moest zijn van evolutie. God mocht dan de schepping in gang gebracht hebben, de wereld die hij geschapen had was zeker niet onveranderd gebleven.
De verdienste van Darwin is geweest dat hij heeft bedacht door welke krachten die veranderingen tot stand gebracht worden.
Hij geloofde zelfs dat alle leven op aarde uit elkaar was voortgekomen, dat soorten juist niet onafhankelijk(3)en onveranderlijk(4)zijn geschapen.
Darwin reisde de halve wereld rond en zag in de natuur van alles dat hem opviel. Bijvoorbeeld dat organismen vaak veel en veel meer nakomelingen produceren dan er in leven blijven.
En ook dat er allerlei planten en dieren bestaan die wel erg op elkaar lijken, terwijl ze toch, vaak op cruciale onderdelen, ook verschillen.
Anderen hadden juist eigenschappen die helemaal nergens goed voor leken.
Uit zijn waarnemingen leidde Darwin af dat in de natuur bepaalde mechanismen aan het werk waren die ervoor zorgden dat soorten veranderen, dat ze soms uitsterven, maar dat er ook steeds nieuwe ontstaan.
Hij zag dat de mens bij het kweken van planten en het fokken van dieren( =Artificial selection )de exemplaren kiest met eigenschappen die het meest van pas komen.
Zo kwam hij op de gedachte dat de natuur dat ook doet, met het doel soorten te ontwikkelen die steeds beter zijn toegerust om te overleven in specifieke omstandigheden. In de struggle for life (=Competition (biology)waren het volgens Darwin altijd de sterksten die het meeste kans maakten te overleven (Survival of the fittest), wat weer een versterking van de soort tot gevolg had.
De Evolutietheorie van Darwin is sinds 1859 door allerlei wetenschappers becommentarieerd en uitgebouwd. Sommige vragen zijn nog altijd vragen.
Bijvoorbeeld:
zijn het altijd de zwakken, die met de slechte' genen, die verliezen, of is er ook sprake van pech?
En:
hoe komt het dat sommige soorten eeuwig lijken te bestaan en andere snel evolueren?(4)
Andere vragen die door Darwins theorieën werden opgeroepen, kunnen door de moderne wetenschap juist wel beantwoord worden.
Vooral de kennis over het DNA en de genen heeft de evolutietheorie vooruitgeholpen.
Daarmee wordt nu bijvoorbeeld zichtbaar' hoe geselecteerde erfelijke kenmerken aan volgende generaties worden doorgegeven.
Bovendien kan zelfs in theorie uit de opbouw van DNA de hele voorgeschiedenis van het organisme worden gereconstrueerd.
Het succes van een blind, passief proces
Darwin was ervan overtuigd dat het ontstaan van de biologische diversiteit op aarde kon worden begrepen door de processen te bestuderen die in zijn eigen wereld werkzaam waren.
`Natuurlijke selectie' was het sleutelbegrip en geheel in de geest van de geoloog Charles Lyell, geloofde Darwin niet in het overheersende belang van wereldwijde zondvloeden en bijna alles vernietigende vulkaanuitbarstingen.
Het heden is de sleutel tot het verleden, was het motto.
Een meteorietinslag zoals die bij Yucatan 65 miljoen jaar geleden plaatsvond, maakt overigens waarschijnlijk dat dit niet altijd opgaat. Soms worden wel degelijk hele plant- en diergroepen bij zo'n reusachtige explosie weggevaagd. Welke soorten zoiets overleven en welke niet, zal voor een belangrijk deel van het toeval afhangen. Maar tussen de klappen door blijft de invloed van natuurlijke selectie indrukwekkend.
Darwin schrijft in beschaafde wetenschappelijke bewoordingen, op de toon van een vriendelijke gentleman. Hij belicht zijn ideeën ook altijd vanuit verschillende gezichtspunten, inclusief die van zijn opponenten.
Hij was er zeker niet op uit de zwakke plekken in zijn theorie te verdoezelen, maar wees ze zelf aan en besprak ze uitvoerig.
Zo worstelde hij al met het gegeven dat er zo weinig fossiele overgangsvormen werden gevonden.
Hij gaf daarvoor de wat onbevredigende verklaring dat je eigenlijk niets anders kunt verwachten. Het `fossiel-archief' was nu eenmaal slecht bijgehouden en bovendien was er nog nauwelijks paleontologisch onderzoek gedaan. Dat Darwin over deze kwesties nadacht was nogal uitzonderlijk.
Niet lang daarvóór werd een fossiele vis in de bergen nog aangezien voor een versteend restant van het lunchpakket van een pelgrim. De enige andere verklaring werd eventueel gezocht in de waterstand tijdens de zondvloed.
Steeds weer komt Darwin in opstand tegen de idee van onafhankelijke schepping.
--> Het oog van de blinde grotrat kun je strelen, het is met huid en vacht begroeid, maar het dier ziet niets. Waarom zou het de Schepper hebben behaagd de grotrat te voorzien van nutteloze ogen?
---> Of neem de blinde grotkrab, die helemáál geen ogen meer heeft. Wel zijn de steeltjes gebleven waarop die ogen bij zijn voorouders gestaan moeten hebben. `Het statief is er, maar de telescoop met zijn lenzen is verloren gegaan,' schreef Darwin. Het is erg onwaarschijnlijk dat de Schepper met zijn dichtgesneeuwde agenda de tijd zou hebben gevonden om een krab te scheppen met oogstelen, maar zonder ogen.
----> Het voorbeeld doet denken aan het overbodige moederinstinct van het koekoekwijfje. Als broedparasiet die de verzorging van haar jongen aan anderen over laat, heeft ze niet veel meer aan moederlijke gevoelens, maar ze is ze nooit helemaal kwijt geraakt.
Zelfs nu nog willen sommige mensen niet weten dat ze uiteindelijk maar apen zijn. Een kennis van mij die ooit door haar vriend werd gewezen op de overeenkomsten tussen het gedrag van mens en chimpansee beende uiteindelijk stampvoetend door de kamer en scandeerde met stemverheffing: `ik ben geen aap, ik ben geen aap.' Daar zit ook wel iets in, natuurlijk. Darwin heeft er waarschijnlijk verstandig aan gedaan om de mens, een enkele Vuurlander daargelaten, buiten zijn werk te houden.
--> het ontstaan van de twee aids-veroorzakende virussen HIV-1 en HIV-2 uit één gemeenschappelijke voorouder. Het ontstaan van deze virussoorten heeft zich voltrokken in het bestek van één mensenleven en verschilt niet fundamenteel van(bijvoorbeeld) het ontstaan van twee nieuwe kangoeroesoorten.
Darwin kende zoals gezegd twee noodzakelijke schakels voor evolutie, erfelijke variatie en natuurlijke selectie. De eerste ontstaat door recombinatie en mutatie van DNA. De werking van natuurlijke selectie staat of valt ermee.
Zijn alle individuen genetisch identiek, dan vallen er ook geen varianten met relatief nuttige erfelijke eigenschappen te selecteren die met succes concurreren om bestaansbronnen.
Zo kwam Darwin een heel eind. Maar hij had slecht zicht op de werking van de derde essentiële schakel: doorgifte van die geselecteerde eigenschappen aan de volgende generatie. Darwin heeft nooit geweten hoe genen overerven, zodat hij de genetica nooit de centrale plaats in zijn theorie heeft kunnen geven die ze is gaan opeisen.
Op ten minste één punt heeft Darwin het ronduit mis gehad: `De kans is oneindig klein,' schreef hij, `dat er een verslag bewaard is gebleven van de trage, variërende en onmerkbare veranderingen' die planten en dieren in de loop van de evolutie ondergingen.
Jones lezen betekent ook: ervan doordrongen raken dat dat verslag er nu juist wél is, zij het niet in de vorm die Darwin bedoelde. Het verslag valt te reconstrueren door de basenvolgorde in het DNA te bepalen en daarmee moleculaire taxonomie te bedrijven.
Briljant was daarentegen Darwins idee om zich te verdiepen in het fokken van dieren en kweken van planten. De modificatie van duiven, paarden, honden en cultuurgewassen die tot stand was gekomen door midddel van kunstmatige selectie kon inzicht geven in het evolutieproces in de natuur.
Gedomesticeerde dieren en cultuurgewassen waren door mensen gekneed in vele richtingen.
Neem de postduif, kropduif, kapduif, lachduif, meeuwduif, barbarijse duif en tuimelaar die verschillen in bouw, verenkleed, koergeluiden en gedrag, maar alle ontstonden door Kunstmatige selectie uit de rotsduif.
Onze voorouders zullen de wildste exemplaren misschien niet mee naar huis hebben genomen, maar van de dieren die ze meenamen fokten ze de tamste en vitaalste verder.
Wie een nieuw duivenras wil fokken, moet een scherp oog hebben voor kleine afwijkingen in de gewenste richting en daarop selecteren. De `tuimelaar', een duif die hals over kop gaat in de lucht, is ontstaan door mannetjes met de neiging te tuimelen uitsluitend te kruisen met vrouwtjes die dezelfde neiging vertoonden. Zo ontstonden de tuimelverslaafden die nauwelijks van de grond kunnen komen zonder van de gelegenheid gebruik te maken om even over de kop te gaan.
Dierentuinen zijn plaatsen waar goed gelet wordt op zulke kunstmatige selectie. Alleen: daar wordt tegenwoordig alles in het werk gesteld om níet te selecteren op voor de mens wenselijke eigenschappen, maar juist om de wilde soort te behouden.
"In Darwins tijd kregen de gorilla's in de dierentuin voor het ontbijt nog worstjes met bier, bij de lunch boterhammen met kaas en ze dineerden met een lamskoteletje, gekookte aardappelen en nog meer bier," vertelt Jones.
Hier werd een onbewuste vorm van kunstmatige selectie gepleegd, maar in plaats van te veranderen in mensen, stierven de vegetarische gorilla's. Ook dieren zijn niet onbeperkt kneedbaar in alle richtingen.
Zonder fossiel bewijs maakte Darwin in xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />1871 in zijn boek "The Descent of Man" een voorspelling dat het waarschijnlijk zou zijn dat voorouders van de mens in Afrika gezocht moesten worden. Nu, bezitten we en een hoeveelheid overstelpend fossiel bewijs en moeten we constateren dat Darwin gelijk had. De mens komt oorspronkelijk uit Afrika. Afrika is het continent waar onze voorouders rechtop zijn gaan lopen, aanvang hebben gemaakt met de vergroting van de hersenen en mensachtigen voor het eerst werktuigen zijn gaan maken. Het is dus in dit continent waar we in eerste instantie naar fossiele botten en werktuigen van onze voorouders moeten zoeken
vSteve Jones:Almost Like a Whale ,(Darwins Ghost) The origin of species updated.(1)
vCharles Darwins Origin is hét boek van het tweede millennium, vindt de Britse geneticusSteve Jones (biologist)
Nuttig ?
De evolutietheorie van de negentiende-eeuwse geleerde Charles Darwin is een prachtig concept, en belangrijker dan ooit voor het welzijn van de mens, de medische wetenschap en ons begrip van de wereld ....
De kern van het darwinisme heeft het over : de evolutie van alle soorten uit een gemeenschappelijke oorsprong en door middel van natuurlijke selectie van de overlevende en fertiele genetische varianten .... De grote lijnen van de bewijsvoering van Darwin beslaan vier categoriën :
biogeografische, paleontologische, embryologische en morfologische bewijzen.
Deze bewijsvoering is later nog uitgewerkt en aangevuld in en door een aantal aparte kennisgebieden en nieuwe aanpakken over -coevolutie, -domesticatie, -natuurlijke selectie, -de anatomie, -het fossiele bewijs, -convergente evolutie, de genetische revolutie -de medische wetenschappen : inzonderheid -de epidemologie en -de hoog technologische "arms-race" tussen farmacologie en micro-organismen -de oncologie en -de evolutionaire medische wetenchap ... en -de evolutionaire psychology en sociobiologie ; die de in het begin van de 21 ste euw zo langzaam aan meer veld wint ...
In de natuur kunnen talrijke vormen van variatie(=genetische veranderingen =mutaties ) worden waargenomen die worden gestuurd door de natuurlijke selectie. Dat staat niet ter discussie. Het is het gelijk van Darwin ....
Het zwaartepunt ligt in de retorische vitterijen die bij de creationisten voor wetenschap moeten doorgaan = Het ligt, om maar een belangrijk twistpunt te noemen ; in het ( door de creato's gemaakte kunstmatige en gratuite ) onderscheid tussen
micro en macro-evolutie
en vooral in de dogmatische( en zelfs schriftuurlijk beargumenteerde ) aanname dat
de " soorten " onhafhankelijk / speciaal/ apart en volledig/compleet " plots " zijn geschapen ... en waarbij de latere varianten binnen de geschapen "kind " , slechts het gevolg zijn van genetische degeneraties (---> wat de moderne creato's " informatie" -verlies noemen ( en de literalisten wijten dat aan : de gevolgen van de zondeval ))
Dit soort creato overtuigingen ontkennen de afstamming van ALLE soorten uit een een aantal groepen aanwezig in het eerste oer- leven ( =LUCA ) (3) ---> bovendien houden veel creationisten vast aan een " onveranderlijke essentie " (= dat is al met al een filosofische = platonisch idee----> essentialisme ...)die de"soort tot soort" maakt ---> zo spreken enkelen onder hen ( Peter Scheele bijvoorbeeld ) erg graag over
essentieele genen( die ze filosofisch - essentialistisch gebruiken )
Essentieele genenzijn ( indien men ze niet als retorische truukjes wil gebruiken ) " de componenten van de " minimale coderende genetische set-up "waardoor uberhaupt leven mogelijk is ---> het heeft weinig te maken met het soort"eigen" genoom
* Tenslotte is de onveranderlijkheid der soorten een standpunt dat ( voor creationisten) in laatse instantie zeker moet gelden voor de mens .. Want .zelfs wanneer de creationisten uiteindelijk zouden genoodzaakt zijn te aanvaarden dat de meerderheid der "soorten " zouden kunnen "overgaan" in elkaar ; kan dit nooit gelden voor de uitzondering mens ---> die is en blijft een apart geschapen wezen ( desnoods zelfs een aap waarin god een individueel en speciaal geschapen "ziel" heeft ingeblazen ) : het is een van de zogenaamde "unnegotiable" van de georganiseerde christelijke kerken ... (waaronder zeker ook de RK en de Anglicanen )
en dit standpunt wordt natuurlijk erg op de proef gesteld door de nieuwe biotechnieken ...
* Het Creationisme meent dat "groepen organismen "afzonderlijk plots geschapen zijn(links ) en dat al het leven niet is te herleiden tot een LUCA ( last Universal Common Ancestor )(rechts ) * De huidige evolutiewetenschap meent dat de levensboom onstaan is uit verschillende "voorcelligen " die onderling genen uitwisselden ( HGT ) = er zijn dus verschillende " wortels "
Erbestaan zeer grote verschillen in evolutiesnelheid binnen uiteenlopende groepen van organismen. Sommige bouwplannen bleven zeer langdurig vrijwel ongewijzigd voortbestaan.
Men noemt zo'n langdurige stilstand, het ogenschijnlijk ontbreken van evolutie, 'stasis'.
Een overtuigende verklaring voor dit fenomeen kan niet worden gegeven.
Zo zijn de Priapulida sinds hun verschijnen in de Burgess afzettingen gedurende ruim 500 miljoen jaar vrijwel niet in uiterlijk veranderd.
Het genus Pikaia, het begin van de Chordata markerend, stamt uit dezelfde periode en heeft in de evolutielijn die naar het bekende lancetvisje voert weinig verandering laten zien, terwijl in andere groepen van de Chordata aanzienlijk dramatischer veranderingen tot Homo sapiens leidden
Dit soort extreme contrasten kan in een schematische stamboom niet goed tot uitdrukking worden gebracht, al probeert men het soms door evolutielijnen meer of minder sterk van de centrale stam weg te laten divergeren
Er zijn verschillende gedachten over de snelheid van evolutie.
Als men aanneemt dat evolutionaire veranderingen zeer geleidelijk optreden, leidt dat tot een stamboom volgens een gradualistisch model, zoals in figuur B.
Anderen nemen aan dat evolutionaire veranderingen relatief abrupt zijn.
Dat leidt tot een stamboom als in figuur A. Dit is een stamboom volgens het model van "punctuated equilibria", met snelle veranderingen en lange perioden zonder noemenswaardige veranderingen, met "stasis
Beide modellen kennen hun fervente aanhangers, hoewel aannemelijk gemaakt kan worden dat het om extremen gaat, die door intermediaire situaties verbonden worden. Model A treedt op als verschillen ontstaan op basis van één en slechts enkele mutaties in regelgenen. Model B zien we als de veranderingen te maken hebben met een groot aantal mutaties. In stambomen zou deze 'mengvorm' tot uiting gebracht kunnen worden, wat een grilliger vorm zou opleveren dan gebruikelijk is in handboeken .
Hierbij van toepassingzijnvolgendekranke creationistischeargumenten
= de onveranderlijkheid en de stasis van allerlei soorten zoals aangetoond door fossielen; waardoor evolutie "dus onwaar" moet zijn :Het favoriete argument van de Duitse creationist Joachim Scheven ( "Lebendige Vorwelt museum" in Hagen ) en vanHarun Yahya( Atlas of creation
www.pbs.org/wgbh/evolution This interactive and entertaining website is a companion to the PBS series on evolution. Explore Darwin's life and the theory he proposed, find resources for teachers and students and a library of additional resources.
pages.britishlibrary.net/charles.darwin This site claims to be the most extensive collection of Darwin's writings ever published and includes The Origin of Species and other books, volumes of letters,
Exploring Constitutional Conflicts: The Evolution Controversy www.law.umkc.edu/faculty/projects/ftrials/conlaw/evolution.htm A fascinating look at both sides of the issue from a University of Missouri law professor. Includes links to websites supporting evolutionist theory and creationism.
AboutDarwin.com www.aboutdarwin.com More about Darwin himself than about evolution, this entertaining site offers great detail about Darwin's life and science in the late 1800s. It includes a long list of links. The Talk.Origins Archive www.talkorigins.org This website is built around essays and articles addressing the evolution/creationism controversy from a mainstream science viewpoint. Lots of links to websites on both sides of the issue.
NationalCenter for Science Education www.ncseweb.org The NCSE is a nonprofit organization dedicated to defending the teaching of evolution in public schools.
Chinese onderzoekers( = paleontologen van de Chinese Academie van Wetenschappen in Bejing met o.a.Fucheng Zhang & all ) hebben een vreemdsoortige theropodedinosauriër, van de Maniraptora, groep beschreven ; Het holotype IVPP V15471, van de Epidexipteryxhui (1) is in het binnenland van Mongolië gevonden eind 2007 (Daohugou Beds ) Het lichaam van het beest was wel bedekt met veerachtige structuren , maar heeft nooit kunnen vliegen. Dat staat in een artikel dat in het Britse wetenschapstijdschrift Nature gepubliceerd op 23 oktober 2008
-Het Epidexipteryx hui fossiel gevonden in Mongolia bezit lange stijve staartveren terwijl het lichaamis bedekt met kort "dinodons " Deze vondst vertegenwqoordigd ;de oudst bekende verwant van de vogels en de maniraptora Het gebruikte de veren misschien meer voor de balts en het pronken dan om te vliegen ...althans dat werd in een September 2008 paper, al geopperd foto: Fucheng Zhang et al.
Als de datering van de vogel klopt, is hij ouder dan het beroemde vogelfossiel Archaeopteryx en ouder dan de vele fossielen van vogelachtige dinosauriërs die ook in China zijn gevonden.
Pronken
Epidexipteryx is Grieks voor 'baltsveren'. Het beest bezat een korte staart maar was getooid met vier opvallend lange pauwenveren, vermoedelijk om mee te pronken tijdens de balts De baarden van die veren ontbreken in het fossiel
Verder was zijn huid bedekt met een laag veren: deze lichaams-bedekking , het bij maniraptora gekende "dinodons" (2) , heeft geen bewaarde pennenschachten ,slechts paralelle baardjes .... Bij het Epidexipteryx fossiel echter lijken de "veren" aan de basis een continu membraan te vormen ; pas aan de uiteinden eindigen ze in parallelle "draadachtige " stuctuurtjes .Deze eigenschap is hoogstwaarschijnlijk uniek Er zijn bovendien ook geen slagpennen op de armen gevonden Anders dan andere Chinese vogeldinos als Microraptor heeft Epidexipteryx geen slagpennen op de armen . Dit zijn stevige veren die een vogel nodig heeft om te vliegen. Het is voornamelijk om die reden en het feit dat het weliswaar relatief lange armen bezat maar wel ledematen die te kort zijn om een voldoende spanwijdte te kunnen verwezenlijken , niet waarschijnlijk dat de Epidexipteryx het luchtruim kon kiezen .....
Het is ook mogelijk dat het een lopend dier betreft dat afstamt van een vroegere vlieger ; vooral de klauw aan de voorarm zou dat suggereren (2) Maar het dier zou wel een dicht verwante voorloper van de Archaeopteryxkunnen zijn
Wetenschappers denken dat de Epidexipteryxin elk geval een representatief puzzelstukje is uit de overgang. naar de Avialae, en het is daarbij (morfologisch) nauw verwant aan de in dezelfde formatie gevonden Epidendrosaurus, binnen de Scansoriopterygidae. : Omdat hij geologisch ouder is dan de Archaeopteryx staat hij waarschijnlijk ook dichter bij de maniraptora dan de vogels
De Epidexipteryx leefde ergens +160/150 miljoen jaar geleden( er bestaat nog geen consensus over de datering ) , in het midden- tot laat Jura-tijdperk. Als de datering van de vogel klopt, is hij ouder dan het beroemde vogelfossiel Archaeopteryx en ouder dan de vele fossielen van vogelachtige dinosauriërs die ook in China zijn gevonden. Het was maar een klein schepsel; zo groot als een duif en woog slechts 160 gram. Het dier had een langwerpig hoofd en opvallend lange voortanden.
FIG 1= Epidexipteryx hui gen. et sp. nov., IVPP V15471, main slab and close-up photos
a, Main slab; b, c, skull in main slab (b) and counterslab (c); d, four elongate ribbon-like tail feathers; b', c', line drawings of b and c, respectively. Abbreviations: l1, l2 and l7, 1st, 2nd and 7th left teeth of upper jaw; l1', r1' and r5', 1st left, 1st right and 5th right teeth of lower jaw; l2 and r2, 2nd left and right teeth of upper jaw.
FIGURE 2=Line drawings and close-up photographs of Epidexipteryx hui gen. et sp. nov
a, Skeleton and feather outline, based on both main slab and counterslab, showing that each shafted feather is formed by central rachis and two unbranched vanes (a'). b, d, d', Proximal regions of non-shafted feathers; barbs are parallel and closely united as an unbranched membranous structure (d, d'), vanes are either layered, indicated by white arrows (b), or arranged irregularly (c). The red arrow indicates the proximal end of the feather (d). e, e', f, Distal regions of non-shafted feathers, in which barbs appear loosely parallel. Abbreviations: as+ca, astragalus and calcaneum; ce, cervical vertebrae; co, coracoid; cv, caudal vertebrae; dt3+4, distal tarsals 3 and 4; f, frontal; fe, femur; fi, fibula; ga, gastralia; hu, humerus; il, ilium; is, ischium; ma, mandible; mtIIV, metatarsals IIV; p, phalanges or metacarpals; pa, parietal; pm, premaxilla; pu, pubis; q, quadrate; r, ribs; ra, radius; rc, rachis; sc, scapula; st, sternum; ti, tibia; tv, thoracic vertebrae; u, ungual phalanges; ul, ulna; uv, unbranched vane.
FIGURE 3 =Phylogenetic relationships of Epidexipteryx hui gen. et sp. nov.
The cladogram is simplified from the strict consensus of nine most parsimonious trees (tree length 1,255; consistency index 0.35; retention index 0.75; see Supplementary Information). Scansoriopterygidae is defined as the least inclusive clade including Epidendrosaurus and Epidexipteryx, Avialae as the most inclusive clade including Vultur gryphus but not Deinonychus antirrhopus, and Aves as the least inclusive clade including Archaeopteryx and Vultur gryphus.
Het dier vertoont een hoogst merkwaardige mix ( mozaiek? ) van kenmerken te vinden bij verschillende theropodegroepen ( vooral bij de Oviraptorosauria ) (3)....zoals in het huidige 23 oktober artikel onder de aandacht wordt gebracht
"This new species is characterized by an unexpected combination of characters seen in several different theropod groups, particularly the Oviraptorosauria. Phylogenetic analysis shows it to be the sister taxon to Epidendrosaurus4, 5, forming a new clade at the base of Avialae6. "
(2) Omdat het fossiel zeer goed bewaard is gebleven, is Zhang er vrij zeker van dat Epidexipteryx nooit slagpennen heeft gehad. Wel is het mogelijk, schrijft hij, dat de voorouders van Epidexipteryx konden vliegen en dat de dinovogel dit vermogen verloren had, net als de moderne struisvogel.
De andere verklaring voor de afwezigheid van de slagpennen is veel interessanter: Epidexipteryx en zijn voorouders konden niet vliegen. In de loop van de evolutie ontwikkelden zij veren om indruk te maken op soortgenoten zoals potentiële partners of rivalen. Later kwamen die veren ook van pas om te vliegen.
Of vogels hun eerste veren gebruikten om te vliegen, is een vraag die evolutionair biologen al lang bezighoudt. Een probleem is dat evolutionaire veranderingen stap voor stap verlopen, terwijl een functionele vleugel met veren een complex geheel is. Sommige biologen gaan ervan uit dat een paar eenvoudige veren dinosaurussen hielpen om een glijvlucht te maken vanuit een boom of om even van de grond te wippen. Een alternatieve verklaring is dat (dons)veren de dieren beter warm hielden dan haren. (3) Ik voorspel dat sommige Creationisten allicht zullen proberen deze Epidexipteryxhui ( vooral vanwege het mozaik- karakter van de anatomie ) in een kwaad daglicht te stellen.... en dat door vooral heel tendentieus en met halve waarheden te herinneren aan Archaeoraptor (de "piltdown kip" in het creationisten jargon ) , indien het al niet af te doen als een nieuwe fraude ?
Wat overigens niet wil zeggen dat de autenthiciteit van het fossiel NIET in vraag zou mogen worden gesteld...integendeel ; Dergelijke autentieke fossielen zijn van grote wetenschappelijke waarde ...maar zijn dat ook vanwege de hoge prijzen die daarvoor op de officiele verzamelaars - en ( vooral ) zwarte markt betaald worden ......
Archearaptor is wel degelijk een onecht fossiel in die zin dat het bestaat uit minstens ( zo werd in het begin geopperd toen de "vervalsing " werd ontdekt )drie aan elkaar geplakte fossielen van afzonderlijke soorten ( een chimaera, dus )
nml : De staart kwam van een gespleten fossiel van een kleine dromaeosauriër; de (gespleten stukken van de) voet van een nog onbekend dier en voor het linkerdijbeen en de onderbenen waren ook weer andere fossielen gebruikt....
Het staartfossiel werd uiteindelijk beschreven als Microraptor, de bovenkant (IVPP V12444) werd eerst Archaeovolans repatriatus genoemd ("oude vlieger die naar zijn land is teruggekeerd"), maar bleek in 2002 identiek te zijn aan Yanornis martini.
Het zijn bovendien soorten die behoren tot de verwante afstammelingen van de voorouders of vroege leden van de vogels uit dezelfde periode en afkomstig van dezelfde vindplaats .....
Microraptor is misschien in technische zin geen vogel, maar was desalniettemin een gevleugelde vorm die door iedere leek voor een "vogel" aangezien zou worden. Was Archaeopteryx niet bekend geweest dan zou Microraptor perfect de rol van dé oervogel hebben kunnen vervullen. Net zoals sommige echte vogels wel degelijk een lange staart hadden, zo hadden iets primitievere andere dinosauriërs wel degelijk vleugels.
Yanornis martini,[1] , een vroege vogel uit het krijt is beschreven aan de hand van een 5-tal fossielen gevonden in de Jiufotang Formation Chaoyang, /Westen van de Liaoning province, Het gedeelte dat is gebruikt in " archeoraptor" is dus ____net als het microraptor deel _____ een welkom zeldzaam fossiel
Nieuwe studie van de verbindingen tussen schedel en nek van TIKTAALIK verduidelijken de overgang van waterdier naar tetrapode
Een nieuwe studie van een fossiele vis die -375 MYgeleden leefde , leverde aan de wetenschap opvallend nieuw en duidelijk supplementair "bewijs"-materiaal ( =feitelijke anatomische evidenties en inpasbare aanwijzingen en puzzelstukjes in de transitie ) over gedetailleerde evolutionaire tussenstappen tussen sommige mariene gewervelde dieren en tetrapoda landdieren Er is veel meer te vinden over die complexe overgang dan alleen maar vinnen die in stevige ledematen evolueerden. Het hoofd en de hersenpan veranderden eveneens , een mobiele hals verscheen , het exclusieve onderwater voedselzoeken en kieuwademhaling verminderden ; Er is een begin van een aanpassing van het botje dat uiteindelijk een rol zal spelen in het gehoorzintuig van landdieren. De anatomie van deze vroege transformatie van een waterdier in amfibieachtig landdier was nog nooit voordien op een dergelijke duidelijke en gedetailleerde manier waargenomenin een fossiel
De wetenschappers schreven in hun rapport dat het huidige onderzoek de meest gevoelige en relevante details van het hoofd en de hals van het schepsel hebben opgeleverd en dat zijn evolutieve positie als belangrijk stadium in de oorsprong van aardse gewervelde dieren. nog maar eens bevestigd Deze vis,was een middelgroot roofdier een voorloper van amfibieen, reptielen , dinosaurussen, zoogdieren en uiteindelijk de mens.
De fossiele species werd roseae Tiktaalik genoemd, ____alias " visopode " ( =fishapod )vanwege zijn vele visachtige uitwendige vinnen-eigenschappen en de inwendige structuur van zijn "ledematen " gelijkend op die van tetrapoden (1)
Het nieuwe onderzoek van schedel, nek en schoudergordel van Tiktaalik , werd uitgevoerd aan de Academie van Natuurwetenschappen van Philadelphia en de Universiteit van Chicago. Het rapporterend artikel verscheen in Nature http://www.nature.com/nature/journal/v455/n7215/abs/nature07189.html
De hersenpan, het gehemelte en het kieuwboogskelet ( hetcraniale endoskelet)van Tiktaalik is zeer gedetailleerd blootgelegd ....Uit de ontdekking van nieuwe details in het patroon van dit deel van het skelet ( vergeleken met dat van latere stadia in de evolutielijn ) , besluiten wij dat de schedeleigenschappen , eens eigen aan de eerste aan land-levende dieren , vooraf onstonden als initieele aanpassingen voor het leven in ondiep water zoals we bij Tiktaalik zien
Verscheidene skeletten van deze (voorspelde en daadwerkelijk in de daar aanwezige devoon rotsen opgegraven ) vissen werden opgegraven in 2004 op Ellesmere Eiland, op het Grondgebied Nunavut van Canada, 700 mijlen boven de NoordpoolCirkel, door een team dat door Neil H. Shubin,( een evolutie- bioloog van de Universiteit van Chicago) werd geleid, samen met Ted Daeschler (van de Academie van Natuurwetenschappen.) De in de devoon rotsen gevonden aanwijzingen wezen erop dat de gevonden fossiele vis-poden in ondiep water en een warm klimaat leefden . Het dier kan in staat geweest zijn korte uitstapjes op land te hebben gemaakt De ontdekking werd in 2006 uitvoerig gemelden voorgesteld ....
Dr. Downs en , C. Frederick Mullison respectievelijk van de academie en de Univ van Chicago, besteden vervolgens meer dan een jaar aan het het vrij maken van twee specimen-en aan het diep prepareren van de schedels van de verscheidene vis-pode-skeletten. De resultaten van die arbeid werden ook geanalyseerd door Dr. Shubin en twee andere medeauteurs van het rapport, Dr. Daeschler en Jr. van Farish Jenkins, een evolutie bioloog van Harvard. : Ons werk toont aan dat de schedel en het hoofd van deze dieren steviger geconstrueerd werd en, tezelfdertijd mobieler ,.
.
bron : Jason Downes et al, The cranial endoskeleton of Tiktaalik roseae. Naturedoi:10.1038/nature07189
Een diagram van een vergelijking van de relevante eigenschappen in nek en schoudergordel en hun verbindingen met de schedel bij tiktaalik (midden ) Eusthenopteron (onder ) en de vroege tetrapoden met een set komplete ledematen geschikt voor een vroege amfibie-achtige levenstijl zoals Acanthostega (boven ) (Credit: Kalliopi Monoyios) " (Tiktaalik zit )nog aan viskant van de evolutionaire ontwikkelingsstadia , maar vult keurig een morfologisch hiaat op en helpt vooral om de relatieve timing van deze complexe overgang op te lossen. Bijvoorbeeld : hebben vissen geen hals maar we we zien voort het eerst de ontwikkeling van een bewegelijke nekverbinding met de schedel in Tiktaalik, zei Dr. Shubin "Bij het het zoeken naar voedsel ,kunnen vissen die in diep water zwemmen zich zeer goed orienteren en haarfijn en flexibel navigeren dmv hun uitrusting en bewegelijke vrij "zachte " maar gespierde vormen , maar dat geld niet voor een visvormig dier waarvan het lichaam vrij strak moet zijn( vanwege degrotere invloed van de zwaartekracht )en daardoor minder bewegelijk , zoals op de bodem van ondiep water of op land , Dan is een flexibele hals belangrijk.
Het ombouwen van een vissenhoofd tot een bewegelijk speurend hoofd van een land- tetrapode ging geleidelijk... Het"Nature " rapport van l6 oktober beschrijft ook het feit dat Tiktaalik kieuwen en de longen bezat ... Het verwijderen van het moedergesteente diep in deschedel heeft een fossiel kieuwskelet aangetoond Dat onderstreept /ondersteunt het nieuwste werk van per Ahlberg(2) van de Universiteit van Uppsala in Zweden, dat verschillende transitionele species van de overgang tussen water en land bestudeert. De studie toont ook kieuwen in transitie . De fossielen hebben nog beenderachtige structuren van he tkieuwskelet , maar zijn het kieuwdeksel verloren dat de waterstroming over het kieuwweefsels bij vissen verbetert. ,Shubin zei daarover o.m. : Tiktaalik specialiseerde zich reeds in de ademhaling van lucht,
En die verschuiving naar lucht speelde een belangrijke rol in het geleidelijk aan het veranderen van het oude vissenhoofd. In de overgang van water naar land, verloor de hyomandibula geleidelijk aan zijn originele functies en veranderde in een onderdeel van het gehoorapparaat Bij zoogdieren___en uiteraard ook demens ____, is de hyomandibula, veranderd in destijgbeugel:één van de kleine beenderen in het middenoor.
Dat is trouwens een van de meest intrigerende bevindingen van de studie , : het is ook de vermindering in grootte van een skelet- element dat,( in vissen,) de hersenpan, het gehemelte en de kieuwen met elkaar verbindt en met het onderwater voeden en ademhaling is geassocieërd. In meer primitieve vissen, is het knokige deel van wat de hyomandibula wordt genoemd groot en lijkt wat op een uit de kluiten gewassen boemerang. Bij de fossiele Tiktaalik specima , is dat been sterk in afmetingen afgenomen en niet groter dan een menselijke duim.
Dit kan erop wijzen dat deze dieren, in ondiep waterrondscharrelden , en reeds minder op kieuwademhaling begonnen te vertrouwen alsenige zuurstofleverancier zei Dr. Downs , en gelet op het verlies van het kieuwdeksel die blijkbaar verhoogde halsmobiliteit toestond.
Zoals Dr. Daeschler zei nog dat de Nieuwe studie herinnert ons eraan dat de geleidelijke overgang van aquatische aan aardse levensstijlen veel meer dan de evolutie van lidmaten. vereiste ....
De Tinbergenlezing 2008, ter nagedachtenis aan de Nobelprijswinnaar en etholoog Niko Tinbergen, werd op zaterdag 24 mei gehouden door de Amerikaanse paleontoloog prof. Neil Shubin. De spreker is hoogleraar aan The University of Chicago en Provost van het wereldvermaarde Field Museum in Chicago. In 2008 schreef Shubin Your inner fish. Dit aansprekende en alom zeer goed ontvangen boek gaat over de door zijn team gevonden overgangsvorm tussen zee- en landleven, de visvoeter Tiktaalik rosae, maar vooral ook over de evolutionaire gang van vis naar mens
"Het idee had ik al voordat we Tiktaalik ontdekten. Ik wilde een boek schrijven over anatomie, omdat ik daarin lesgaf aan de geneeskundestudenten. De vondst kwam wel op een goed moment; daardoor kon ik nog beter laten zien wat een fossiele vis over onszelf kan vertellen. In zijn boek toont hij overtuigend aan dat het menselijk lichaam waarmee we nu rondlopen, afstamt van een vissenlijf. En dat op zijn beurt weer van een dier zonder ruggengraat. Dat kun je onder meer zien aan de overeenkomsten tussen botten, de manier waarop embryos zich ontwikkelen, sommige genen die bij al die dieren sterk op elkaar lijken, enzovoorts. Shubin weet er alles van, omdat zijn onderzoeksgroep aan de Universiteit van Chicago op al die gebieden actief is De grote klapper bereikte de onderzoeksgroep toch door ouderwets speurwerk in de rotsen van Nova Scotia. Ja, de ontdekking van Tiktaalik beantwoordde een hoop vragen. Bijvoorbeeld: wat was er het eerst, een nek of vingers? Dat bleek de nek te zijn. Maar er komen natuurlijk altijd nieuwe vragen voor in de plaats. Waarom had Tiktaalik eigenlijk van die stevige voorpoten? Niet om later een landdier te worden. Evolutie kijkt nooit vooruit. Nee, inderdaad. Hetzelfde geldt voor het vermogen om lucht te ademen. Dat was er al eerder. En ook in de vissen van nu zie je dat. Vissen hebben dat vermogen minstens 23 keer op verschillende manieren ontwikkeld. Longen zijn daar maar één van. Het idee is, zegt Shubin, dat Tiktaalik zowel zijn longen als zijn voorpoten goed kon gebruiken in de moerassige omgeving waarin hij leefde, ondiep water met veel obstakels erin. Door rotting van plantenmateriaal kon het water soms erg weinig zuurstof bevatten, en dan was luchtademhaling een handig alternatief. Stevige voorpoten helpen daarbij, want daarmee kon het beest zich opdrukken tot zijn neusgaten boven het wateroppervlak uitstaken. Het was een tijd waarin voor het eerst zoetwater bestond, met grote roofvissen erin. Stukken groter dan de drie meter die Tiktaalik kon worden. Het idee is dat je in het water groot gevaar had, en tegelijkertijd was er op land een ecosysteem zonder gewervelde dieren, dus zonder roofdieren. Terwijl daar wel veel te eten was: allerlei grote ongewervelde dieren. Dat maakte het heel voordelig om zo nu en dan het land op te gaan. En zo ontstonden de amfibieën, waaruit veel later ook de mens ontstond. Is Tiktaalik dus een voorvader van ons? Nee, hoogstwaarschijnlijk niet, antwoordt Shubin. Meer een neef. Hij heeft namelijk ver uitstekende ribben, en nou ja, er zijn een paar unieke kenmerken die erop wijzen dat dit dier niet in onze stamboom thuishoort. Maar hij was directe familie.
Heeft Shubin zijn boek ook geschreven om creationisten het licht te laten zien? .....Voor mij was dat minder belangrijk.Het gaat mij om iets meer fundamenteels, iets dat bij elke publieke discussie over wetenschap komt kijken.Ik geloof niet dat het brede publiek altijd begrijpt wat wetenschappers doen, wat we proberen te bereiken, hoe we te werk gaan om onze doelen te bereiken ....En dat is wat ik wil laten zien in dit boek. Niet alleen het bewijs dat we vinden, maar ook hoe we daaraan komen. We halen niet zomaar iets uit een boek. We trekken erop uit, en we doen voorspellingen en we zoeken daar bewijs bij. En ik wil ook laten zien waarom we dat doen. Ik doe het omdat het zo leuk is. Ik vind het heerlijk om een wetenschapper te zijn, en dat wil ik graag overbrengen.
View 320 x 240 QT 512k <----NEW VIDEO from The Colbert Report (2006) Ted Daeschler introduces Stephen Colbert to Tiktaalik roseae shortly after its discovery.
(1) In september 2008 verscheen ook een studie over de voorlopers van het het vinger en teen skelet in panderichteys
SAMENVATTING Vingers en tenen zijn essentieel voor mens en dier. Maar hoe zijn ze ontstaan? Nieuw onderzoek wijst uit dat ook vingers/tenen zijn ontstaan uit borstvinnen.
Waar komen onze ledematen vandaan? Op die vraag is al een antwoord: toen de vissen via overgangsvormen het land betraden als vierpotigen (tetrapoden). Maar hoe de vingers en tenen (essentiële onderdelen in de evolutie naar de mens) exact zijn ontstaan, was tot nu toe onduidelijk. Een Zweeds/Estse studie gepubliceerd in Naturetoont aan dat ook vingers en tenen ontstaan zijn uit vinnen en niet apart zijn gevormd.
Overgangsvorm De overgangsvorm van vis naar landdier die onderzocht is, is een 385 miljoen jaar oud, in Letland gevonden fossiel van het geslacht Panderichthys. De borstvin (dichtbij de kieuwen) hiervan is onder de CT-scan gestopt om te kijken welke botten er aanwezig waren. Voor het eerst kon dat deel van de vin dat het verst van het lichaam zelf afstond bestudeerd worden. Belangrijke onderdelen van het "vin"skelet zoals de ulna, ulnare en de radialen werden gevonden. De radialen groeiden in tetrapoden (zoals Acanthostega en Ichthyostega) uit tot tenen en vingers. Opvallend genoeg lijkt de onderzochte vin juist meer op die van een tetrapode dan die van de vin van de Tiktaalik.
Tiktaalik is een andere, maar jongere overgangsvorm die gezien het hele lichaam meer op een tetrapode lijkt. Evolutie is ook hier geen lijn van punt a naar b.
De botten in de borstvin van a) Eusthenopteron, b) Panderichthys en c) Tiktaalik. D toont de botten in een poot van Acanthostega. H= humerus; Int=intermedium; R= radius; U=ulna; Ure=ulnare. De maatbalk is 1 cm. Bron: Nature / Boisvert et al., 2008
Ook deze vondst toont aan dat we als mensen toch maar blij moeten zijn met het vroegere zeeleven. Wat zou er van de mens geworden zijn zonder tenen en vooral zonder vingers?
Scientists found rudiments of fingers in the fins in fossil Panderichthys, the transitional animal, which indicates that rudimentary fingers developed considerably earlier than was previously thought. (Credit: Image courtesy of Uppsala University)
De borstvin van Panderichthys. Groen= humerus; blauw (groot)=radius, blauw (klein)= intermedium, geel=ulna, lichtoranje=ulnare en oranje=radialen. Bron: Nature / Boisvert et al., 2008
Referentie: Boisvert et al., 2008. The pectoral fin of Panderichthys and the origin of digits. Nature (online advance publication 21-09-2008)
".....Het is een interessant en erg bevredigend document geworden , alhoewel het niet precies revolutionair is te noemen . Eigenlijk wisten wij al dat twee belangrijke veranderingen in de schedel, zich tijdens de vis-tetrapode overgang voordoen. De eerste verandering : Een verticaallopende scheiding /( verbinding met de schoudergordel ) tussen de ogen en de binnenoren ,die eerder de schedel in twee had verdeeld in twee blokken (= het benige kieuwdeksel of opperculum ) , verdwijnt ; De tweede verandering is dat de hyomandibula, een been dat de kieuwbedekking in vissen steunt, zich omvormd tot een middenoorbeentje :de stijgbeugel
Vroeger studiewerk had het begin van deze transformaties in Panderichthys aangetoond, een overgangsvorm die iets vroeger en primitiever is dan Tiktaalik (zie: Ahlberg, P. E., Clack, J. A. & Luksevics, E. 1996. Rapid braincase evolution between Panderichthys and the earliest tetrapods. Nature381, 61-64,http://www.nature.com/nature/journal/v381/n6577/abs/381061a0.html and Brazeau, M. D. & Ahlberg, P. E. 2006. Tetrapod-like middle ear architecture in a Devonian fish. Nature439, 318-321 http://www.nature.com/nature/journal/v439/n7074/abs/nature04196.html).
De primitieve versies van de tetrapoden zijn gedocumenteerd in Acanthostega, Ichthyostega en, onlangs <--Ventastega
(Clack, J. A. 1998. The neurocranium of Acanthostega gunnari Jarvik and the evolution of the otic region in tetrapods. Zool. J. Linn. Soc.122, 61-97.http://www3.interscience.wiley.com/journal/119829597/abstract?CRETRY=1&SRETRY=0 Clack, J. A., Ahlberg, P. E., Finney, S. M., Dominguez Alonso, P., Robinson, J. & Ketcham, R. A. 2003. A uniquely specialized ear in a very early tetrapod. Nature425, 66-69..http://www.nature.com/nature/journal/v425/n6953/abs/nature01904.html Ahlberg, P. E., Clack, J. A., Luksevics, E., Blom, H. & Zupins, I. 2008Ventastega curonica and the origin of tetrapod morphology. Nature453, 1199-1204 http://www.nature.com/nature/journal/v453/n7199/abs/nature06991.html).
FIGURE 1. Hyomandibula and subdivisions of the palatoquadrate of Eusthenopteron foordi.
Figure is based on computed tomography scans of MHMN 06-538 showing the 'osteolepiform'7 condition ancestral for tetrapods. a, Left lateral view of skull showing, in colour, the region of the palatoquadrate recorded in the scan (modified, with permission, from ref. 26). Lighter coloured area bounded by broken lines shows extent of spiracle. b, Stereopair of a three-dimensional computer model of the right palatoquadrate in oblique antero-ventro-mesial view with hyomandibula in place. c, Stereopair of a computer model of the left palatoquadrate in oblique postero-dorso-mesial view. d, e, Interpretive drawings of the computer models in c and b, respectively. Arrowhead indicates the position of the hyomandibulaopercula linkage. Hm.df, dorsal foot of hyomandibula; Hm.dv, ventral foot of hyomandibula; O.r., oblique ridge; Spir., spiracle.
FIGURE 4. Early evolution of the tetrapod middle ear space.
Shown are the middle ear space of Eusthenopteron (a), Panderichthys (b) and Acanthostega (c) in oblique dorso-lateral view. Top images show cross-section through the spiracle at the approximate level of the pink box. Green arrow indicates the course of the spiracle. Bottom images in a and b show suspensorium with hyomandibula and opercular series in place. Colours are the same as in Fig. 1. Not to scale.
Tiktaalik blijkt zich zeer keurig tussen deze eerder bekende vormen in te laten lassen. * Het Tiktaalik materiaal is bovendien ook beter bewaard dan dat van Panderichthys , inclusief details van de hersenpan en hyomandibula die niet zijn gevonden in laatstgenoemde. .Ondermeer gaat het om een zeer keurig bewaard kieuwskelet dat nog hoofdzakelijk vis-achtig is .
Weer bevestiging voor het idee dat vogels afstammen van dino's
Bird-like respiratory systems in dinosaurs -- A recent analysis showing the presence of a very bird-like pulmonary, or lung, system in predatory dinosaurs provides more evidence of an evolutionary link between dinosaurs and birds. First proposed in the late 19th century, theories about the animals' relatedness enjoyed brief support but soon fell out of favor. Evidence gathered over the past 30 years has breathed new life into the hypothesis. O'Connor and Claessens (2005) make clear the unique pulmonary system of birds, which has fixed lungs and air sacs that penetrate the skeleton, has an older history than previously realized. It also dispels the theory that predatory dinosaurs had lungs similar to living reptiles, like crocodiles.
The avian pulmonary system uses "flow-through ventilation," relying on a set of nine flexible air sacs that act like bellows to move air through the almost completely rigid lungs. Air sacs do not take part in the actual oxygen exchange, but do greatly enhance its efficiency and allow for the high metabolic rates found in birds. This system also keeps the volume of air in the lung nearly constant. O'Connor says the presence of an extensive pulmonary air sac system with flow-through ventilation of the lung suggests this group of dinosaurs could have maintained a stable and high metabolism, putting them much closer to a warm-blooded existence. "More and more characteristics that once defined birds--feathers, for example--are now known to have been present in dinosaurs, so, many avian features may really be dinosaurian," said O'Connor. A portion of the air sac actually integrates with the skeleton, forming air pockets in otherwise dense bone. The exact function of this skeletal modification is not completely understood, but one explanation theorizes the skeletal air pockets evolved to lighten the bone structure, allowing dinosaurs to walk upright and birds to fly.
Paleontologen hebben in de Argentijnse provincie Mendoza de botten van een dinosaurus opgegraven die waarschijnlijk een vogel-achtig ademhalings-systeem bezat Het dier was zon 10 meter groot en had veren. Maar in plaats van longen die krimpen en uitzetten had de dino uitsparingen voor twee luchtzakjes. Die pompten zeer waarschijnlijk de lucht in de niet -uitzetbare longen, net als bij vogels.
Vogels hebben maar kleine longen, maar voor het vliegen hebben ze heel veel zuurstof nodig, en een zwaargebouwd systeem zoals het onze zou niet handig voor ze werken. Lichtgewicht (maar sterke ) bouw en een goede geconcentreerde en direct aanspreekbare energieleverancier ( =insekten , vlees, olierijke zaden ,suikerrijk nectar ...goede zuurstoftoevoer ) primeert immers bij het ontwikkelen van de betere vliegvermogen ( dat geld ook voor vliegtuigen ) Het is trouwens ook een van de redenen waarom een "pegasus " niet kan bestaan = een zware vliegmachine die wordt gestookt met stro , hooi en gras gebruikt een veel te lage energiebron ....
*Bij ons zetten alleen onze longen uit (gebruiken we ons middenrif voor). Daardoor wordt er vanzelf lucht naar binnen gezogen. En als we uitademen, dan krimpen ze weer terug.
*Vogels, echter, hebben rigide longen, maar ze hebben verschillende luchtzakken verspreid over hun lichaam (in de nek, in de buik, en in de borstkas) die wél uit kunnen zetten- d'r past meer lucht in die zakken dan in de longen zelf, maar terwijl ze inademen worden er ook luchtzakken gebruikt om weer zuurstofarme lucht kwijt te raken. Je zou bijna kunnen zeggen dat vogels tegelijkertijd in- en uit kunnen ademen.
Vogels hebben een soort 'turbolongen', die zelf nauwelijks van vorm veranderen. (2B) Dat doen wel de blindzakken, die werkelijk overal in de vogel zitten, tot in de holle botten toe (zie figuur 1). De vogellong maakt tweemaal gebruik van de lucht. De eerste maal bij het inademen, de tweede maal bij het uitademen. Tussendoor stroomt de lucht in de blindzakken, die als blaasbalgen door de spieren en het skelet van de vogel beurtelings onder druk worden gezet. De longen zelf hebben geen longblaasjes zoals bij ons, maar bestaan uit lange buisjes, parabronchiën (zie figuur 2), waar de haardunne bloedvaatjes omheen gespiraliseerd zijn. De lucht stormt letterlijk door de buisjes en staat snel z'n zuurstof af aan de zelfs daarop aangepaste rode bloedlichaampjes. Als men de twee verschillende typen bloed microscopisch bestudeert, dan vallen enig dingen op. Als vogels dezelfde platte dropvormige en kernloze bloedlichaampjes zouden hebben als wij, dan zouden ze hun haarvaten mijns inziens verstoppen. Onze bloedlichaampjes hebben deze vorm omdat ze het meest geschikt zijn voor ons systeem van ademhaling met de miljoenen longblaasjes. De vogels hebben daarentegen evengrote maar ellipsoïde, zeer gestroomlijnde bloedlichaampjes. Deze vorm wordt in stand gehouden door de compacte kern in het bloedlichaampje. Dit type bloedlichaampje moet dezelfde zuurstofopnamecapaciteit (verhouding van oppervlakte-haemoglobinevolume ) hebben als ons type bloedcel, maar is geschikt om zeer snel te kunnen stromen door de haarvaatjes rond de parabronchiën. Vogels hebben een enorm efficiënte manier van ademhaling, geheel geschikt voor hun actieve vliegende levenswijze. ..... fig 1 fig 2
Aerosteon riocoloradensis (" luchtbot van de Rio Colorado" )
Basale (allosauroide?) tetanura theropode
9 a 10 meter
Cañadon Amarillo, Rio colorado Patagonia /Argentina
Laat krijt -84MY
-Aerosteon riocoloradensis ademhalingssysteem (2)
Summary of pneumatic features of the theropod Aerosteon riocoloradensis. (A)-Silhouette reconstruction in left lateral view showing preserved bones of the holotype and referred specimens (MCNA-PV-3137-3139); body length approximately 9-10 m. (B)-Left quadrate in posterior view. (C)-Dorsal 14 in left lateral view with enlarged cross-sections of the neural spine and transverse process. (D)-Furcula in anterior view with sagittal cross-section. (E)-Cross-section of medial gastral element from the anterior end of the cuirass showing pneumatocoel. (F)-Left ilium in lateral view with enlarged cross-section of pubic peduncle. Scale bars equal 5 cm in B, 10 cm (3 cm for cross-sections) in C, 10 cm (same for cross-section) in D, 2 cm in E, and 20 cm (6 cm for cross-section) in F. Abbreviations: aqj, articular surface for the quadratojugal; asq, articular surface for the squamosal; bfo, brevis fossa; ca, canal; dipc, diapophyseal canal; ep, epicleideum; hpo, hyposphene; ilb, iliac blade; isped, ischial peduncle; ns, neural spine; pa, parapophysis; pc, pleurocoel; pnec, pneumatocoel; pned, pneumatic depression; pnep, pneumatopore; poap, postacetabular process; poz, postzygapophysis; pped, pubic peduncle; prap, preacetabular process; prz, prezygapophysis; ptfl, pterygoid flange; qc, quadrate condyles; qf, quadrate foramen; qh, quadrate head; se, septum; tp, transverse process.
Veel van de gefossiliseerde beenderen van Aerosteon zijn sterk uitgehold( = gepneumatiseerd ) m.a.w. voorzien van inwendige holle ruimtes :luchtholtes .In veel van dergelijke holtes ( bij de vogels ) zijn tegenwoordig luchtzakken aanwezig die meehelpen een gelijkmatige luchtstroom(met eenrichtingverkeer ?) te onderhouden in de niet uitrekbare longen van vogels (en dino's)
Zo zijn bijvoorbeeld o.a. de wervels van Aerosteon zijn zeer sterk doortrokken van luchtholten. Dit bracht Sereno ertoe in de beschrijving in detail zijn ideeën te uiten over pneumatisering bij de theropoden in het algemeen. Hij meent dat het een sterke aanwijzing is voor de aanwezigheid van luchtzakken, zoals bij vogels, maar dat bij meer basale theropoden die luchtzakken niet ook in de borstholte aanwezig waren maar slechts evenwijdig aan de ruggegraat ("Fase I"). Pas bij de Tetanurae zou dat veranderen. Dat bij Areosteon ook het vorkbeen, het darmbeen en de buikribben gepneumatiseerd zijn, ziet hij als het beste bewijs tot nog toe voor die overgang ("Fase II"). Bij de Maniraptoriformes zou de ademhaling dan ondersteund worden doordat het borstbeen als pomp gaat fungeren ("Fase III"), terwijl de Maniraptora een volledig vogelachtig systeem zouden ontwikkelen ("Fase IV"). Het systeem met luchtzakken leidde tot een superieure zuurstofvoorziening en maakte zo dat het dier bij de jacht minder snel buiten adem raakte.
Moderne vogels hebben een dergelijk type ademhaling geërfd van hun theropode -voorouders waarbij dit systeem is geevolueerd die een verbeterde ademhaling mogelijk maakten , of om het gewicht lichter te maken( en groter risico op botbreuk? ) om zodoende de balans beter te kunnen houden bij een snelle sprint op twee poten , of een ingebouwd afkoelsysteem dat oververhitiing moet voorkomen De extreme graad van pneumatisatie die in relatief primitieve theropoden zoals deze Aerosteon is aangetoond , helpt de wetenschappers om puzzel rond de specifieke eigenschappen en evolutie van het eerste vogels-ademhalingssysteem te ontrafelen.
reconstructie van de longen ( rood ) en de luchtzakken ( andere kleuren ) Aerosteon was 10 meter lang en bezat stijve vogelachtige achterpoten . Illustration by Todd Marshall
De vondst "Laat weinig twijfel over het bestaan van echte vogelachtige luchtzakken in het ademhalingsysteem van leden van de theropoden (1) zei P Sereno, paleontoloog van de University of Chicago. Zijn onderzoekers vonden holten in het darmbeen , maagribben en het vorkbeen ( Furcula ): dat zijn goede diagnostische aanwijzingen voor de aanwezigheid van luchtzakken in het levende dier
De pijlen wijzen kleine openingen in het dijbeenbot aan. Op deze plek hechten kleine luchtzakjes zich aan het bot. http://www.kennislink.nl/web/show?id=212713 <-- In het dijbeen van deze theropode dino werden kleine openingen met een sponsachtige structuur gevonden. Geen beschadiging (zoals je op het eerste gezicht misschien zou denken/ en wat reeds is geopperd door minsten een ID-creationist ) maar een plek waarbij kleine luchtzakjeszich aan het bot hechten en/of het bot binnendringen. Hoe de paleontologen dit zo zeker weten? Moderne vogels, die voor hun ademhaling gebruik maken van verschillende luchtzakjes, hebben vergelijkbare structuren in hun botten.
De Aerosteon dinosaurusschedel werd nauwgezet door Sereno' s team geprepaard uit een in 1996 ontgraven rotsblok met het volledige fossiel erin ; Daarbij is gebruik gemaakt van een binoculaire microscoop en kleine trillende(tandarts ) boren ; de onderzoekers maakten zorgvuldig de beenderen uit de rots los Toen de onderzoekers begonnen met de heup en het darmbeen vrij te maken , merkten ze een barst op . Toen ze voorzichtig binnenin gingen kijken , ontdekten ze de eerste pneumatiserende holte in de beenderen van deze theropode
De "Nieuwe " argentijnse vondst bevestigd dit brits onderzoek dat werd bekend gemaakt in November 2007 -De vogel-achtige longen die voorspeld waren bij dino's zijn in voormeld onderzoek voor het eerst gevonden aan ribben van fossielen.
( De vermoedelijk ) Snelle en wendbare roof- dinosauriers zoals de velociraptors bezaten een energieverslindende levensstijl waarschijnlijk te danken aan hun manier van ademen. Dat blijkt uit een Brits onderzoek waarover de BBC bericht. http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/7081166.stm
Deze dino's hadden één van de efficiëntste ademhalingssystemen van alle dieren, gelijkaardig aan dat van moderne zwemvogels als pinguïns.
Credit: Zina Deretsky, National Science Foundation
Blaasbalg Hun ribben en borstbeen werkten als een soort blaasbalg. Het systeem pompte hun enorme lijf heel snel vol zuurstof, waardoor ze bliksemsnel prooien konden achtervolgen, zeggen onderzoekers van de universiteit van Manchester. Het systeem deed de onderzoekers denken aan dat van vogels, de nakomelingen van de dino's.
"Het is een mechanisme dat 'vliegend ademen' toelaat bij dieren die niet kunnen vliegen, en bestond dus al lang voor vliegende dieren zich ontwikkelden",
zei professor Jonathan Codd, de leider van het onderzoek. (sam)
" .....De longen van vogels zijn interessant. Zij zwellen en krimpen niet zoals bij de longen van andere dieren.
Lucht wordt ingenomen en vloeit weg in één richting, en het bloed stroomt in de andere richting. Dit verhoogt de zuurstof opname vanuit de lucht naar het bloed.
Het is zeer goed bruikbaar voor vogels die zeer hoog vliegen.( want ook minder zuurstof aanwezig op grotere hoogte ) Vleermuizen doen het heel goed zonder dit mechanisme
Dit is natuurlijk volledig naast de kwestie Ook vogels die zeer laag vliegen bezitten hetzelfde systeem ....De vogels hebben geen keus , het zit gewoon in hun afstammingslijn Vleermuizen bezitten een ander ademhalingssysteem( dat van de zoogdieren ) dat eveneens erg efficient is Bovendien zijn hoogvliegende vogels eindpunten van een lange evolutionaire ontwikkeling binnen de vogels Hoogvliegerij is zeker geen aangetoonde basale of "primitieve " eigenschap (en per vooraf opgestelde definitie ) van vogelachtigen
De goede zuurstoftoevoer naar het bloed is zeer belangrijk niet alleen voor het vliegen op grote hoogte , maar voor alle snelvliegende ensnellopende dieren Het snelste zoogdier in de sprint devliegensvlugge jachtluipaard doet het met met zoogdierlongen net zo goed als de roofvogels in termen van fitness
Wat is dan het probleem? Evolutie zegt dat de bruikbare, overleving-verbeterende eigenschappen worden geselecteerd. * Adaptationisme is echter niet de enige verklarings mogelijkheid voor het overerfbaar behoud en de fixering van een eigenschap ( niet alle "bewaarde " eigenschappen zijn nuttig ) -Neutrale eigenschappen ( zie ook SJ Gould, Lewontin RC : "The Spandrels of San Marco and the Panglossian Paradigm: A Critique of the Adaptationist Programme" http://ethomas.web.wesleyan.edu/wescourses/2004s/ees227/01/spandrels.html ) kunnen evenzeer worden doorgegeven in het genetische erfgoed -Natuurlijke selectie is niet het enige evolutiemechanisme
Voor een glijdend reptiel dat in bomen leeft zou zon long geennoodzakelijk voordeel bieden. Dat zou zelfs nog meer het geval zijn voor een dinosaurus die op het land leeft.
Snellopende en bewegelijke rovers ( raptors / theropoden ) zouden daar echter heel veel baat bij kunnen hebben
Bij reptielen stroomt de lucht in en uit de longen in tegengestelde richtingen, maar bij een vogel stroomt de lucht, zoals gezegd, in één richting. reptielen zijn een zeer grote verzamel groep ... Naast hagedissen , slangen , schildpadden , krokodillen zijn er de uitgestorven groepen Daaronder zijn klassieke Dinosauriers een grote groep binnen de " reptielen " die minstens even gevarieerd lijkt als de zoogdieren en de oude voorlopers van de krokodilachtigen De jongste classificaties op basis van de cladistiek , rekenen de vogels trouwens tot de hedendaagse "overlevende" dinosauriers
Ook zoogdieren zijn van de basale oude reptielengroepen afkomstig // Zie cuffey ( hieronder )
Evolutie van reptielen tot vogels zou een tussenvorm vereisen. Een overgangsdier die overgangslongen heeft zou deze longen onbruikbaar vinden. ( je weet wel dat is de bekende drog-redenering : ---> "wat is het nut van een halve vleugel " of " een half oog " ? klik--> Slecht en half oog )
Dit kan geen overleving-verbeterende toestand zijn. Natuurlijk wel ...zie nut van halve vleugel hierboven Fossiele resten van dit "overgangsdier ", een blijkbaar succesvolle landbewoner met vogelachtige luchtzakken en holle beenderen , is dus nu gevonden ...het is wel degelijk een " overleving-verbeterende " toestand geweest bij deze ( snelle en wendbare? ) theropode landrovers ( zie hierboven de uitspraken van P Sereno ..... )
(2B) Het hier gedeeltelijk geciteerde stukje ( overigens een goede beschrijving van de vogelademhaling )is afkomstig van creationisten ...Zoals gewoonlijk is rest van het creationistisch stukje een partijdige mengeling van uitstekende wetenschappelijke data , maar ook regelrechte erbij geplakte rethorische truuks en apologetische bagger .... http://home.planet.nl/~hoek0153/pag19.html
Deze " andere" ( = modernere ) zogenaamde "ID"- creationisten vinden het vogelsysteem (en bijhorende samenstelling van het bloed )een prachtig voorbeeld van Design!( en misschien wel "onherleidbaar" ontwerp )
Alleen is het niet noodzakelijk en automatisch een design door een ID-ontwerper....het kan evengoed het kan evengoed het produkt van " blind watchmaker" geknutsel dat werkt door middel van afstamming , genetische overdracht en veranderingen (=mutaties dus ) en Natuurlijke selectie, zijn .....Het kan ook een "prachtig " voorbeeld zijn van de processen van de evolutie ...dat evenzeer de ver- en bewondering opwekt in een van zijn produkten
Tenslotte vraagt de auteur Is een reptielen ademhalingssysteem ook nog eens door toeval en selectie om te bouwen tot dat van de vogels? terwijl de vraag NU ( en zeker na de ontdekking van deze tussenstap ) moet zijn ; is een theropoda ademhalingsysteem door de werking van Natuurlijke selektie en mutaties ( of andere vormen van genetische info-toename--> HGT , ERVS , genduplicaties etc .... ) ooit om te knutselen tot dat van vogels ? Als uitsmijter een belachelijk stukje onvervalste bijbelarij van boven de Moerdijk (maar wel in een beter Nederlands dan het mijne )
Dino's in de overgang <---klik is een stukje YEC-creationisme van een 'ollander- bietekwiet -vertaler ( speciaal aan te bevelen voor vlamingen die enig leedvermaak niet schuwen ) .... Het is een dubbelzinnig stukje over de recente argentijnse vondst vermengd met desinformatie, en met enige morosofe zever ondermeer over dat onmogelijke zondvloedverhaal Het zoetwater aquarium van Noach...<--.
Vooral het toegvoegd kommentaar van die 'ollander -vertaler is een stukje infame zever van het allerhoogste niveau : wie dit nog echt gelooft is werkelijk een randdebiel, die niet meer kan worden gered uit de onwerkelijke fantasie en wenswereld van deze sekten ... . Ik moet trouwens altijd aan "Poe's Law" denken als ik dergelijke stukjes lees
Is ID de wetenschappelijke (sic) uitleg voor creationiisten 150jaar Darwinisme... De evolutietheorie gewikt en gewogen David sorensen en revolutietheorie lalala DE VERRIJZENIS VAN DE JONGE VERDRONKEN KOE » Reageer (21) ID TOVERDOOS OVER SLECHTE ID-EETJES ,RESISTENTIE & TOVERDOCTORS c) OEC d) YEC
Een oeroud spoor Denisova : ZUID SIBERIË DENISOVA - mens
DMANISI AAP OF MENS DE OUDSTE ? » Reageer (1)Nakalipithecus nakayamai (<) Alweer eentje ? ..... De tand des tijds / Heidelberg-mens DE HEUPEN VAN EVA CASABLANCA MAN /erectus Hobbit is aparte soort ? » Reageer (2) NOG EEN BENDE BIJTERS POLONAISE met neanderthaler TANDEN UIT DE QESEM GROT Neanderthaler genoom Mitochondriale Genenkaart van Neanderthaler Xuchang mens
b)Biologie 1.-(EVOLUTIE ) NAS / IM Document 2008 (2) NAS / IM Document 2008 ( 1)
Cambrium & precambrium AVALON GABONESE chips
Evolutie in actie Opmerkelijk snelle adaptaties bij kroatische ruine-hagedissen:
EEN PLUIM VOOR CHINA Geef eens een pootje Pluimgewicht KLEIN DUIMPJE & DE REUS &VEREN Opnieuw gevederde Maniraptor Similicaudipteryx. Aerosteon riocoloradensis
Krokodillen
PAKASUCHUS KAPILIMAI Prestosuchus chiniquensis Terug naar zee viseter
Eritherium azzouzorum LJOEBA Darwinius masillae VLIEGENDE KATTEN ? Vleermuizen ALWEER EEN BELANGRIJK STUK UIT DE LEGPUZZEL Zee-zoogdieren ; Van de wal in de visgronden Indohyus / walvisevolutie Zeehonden-evolutie
*Blauwe en groene ( =nederlandse)teksten zijn meestal aanklikbare links *Engelse Wikipedia teksten verwijzen in de linkerkolom naar verschillende niet-engelse versies van het wikiartikel *Blauwe teksten tusssen "" , zijn voornamelijk ( gedeeltelijke)citaten afkomstig van mensen met andere meningen
Evolutie / Charles Darwin aan de basis: SELECTIE NATUURLIJK DE LEVENSBOOM UITSTERVEN DEEP TIME Biogeografie SEKSUELE SELECTIE Al jaren lang samen CO-EVOLUTIE De economie van de natuur Geleidelijke veranderingen
Unintelligent design:
IP Theorie Ons gebit , De appendix, Geboorte, De weg van het zaad , Nervus Laryngeus Recurrens, DNA , 75 mistakes , Het boek
Unintelligent design (1): Rechtop lopen Tomaso over het oog , oogspieren , Unintelligent Design (5): ZWEETVOETEN Unintelligent design (6): Vitamine C Unintelligent design (8): Kuitspieren