Veiligstellen van de Europese energievoorziening - Hoofdinhoud
In januari van 2009 is de Europese Unie
i, net als in 2006, in een energiecrisis terecht gekomen omdat Rusland zijn gastoevoer naar Oekraïne had afgesloten vanwege een prijsconflict. Dit heeft gevolgen gehad voor verschillende lidstaten, omdat het grootste deel van het Russische gas via Oekraïne de EU binnenkomt. Het conflict maakte onze energie-afhankelijkheid van andere landen op pijnlijke wijze duidelijk.
In reactie op deze ontwikkelingen deed de Europese Commissie op 6 januari 2009 een dringende oproep om de geschillen bij te leggen en de gastoevoer naar de EU te hervatten. De EU-landen kwamen op 9 januari samen om te spreken over eventuele noodmaatregelen voor landen die nu geen Russisch gas krijgen. Een van de genoemde maatregelen zou bestaan uit het delen van nationale gasreserves met buurlanden.
Op 18 januari hebben Rusland en Oekraïne een akkoord bereikt over de levering van gas. Hoewel de Europese Unie verheugd reageert op dit nieuws, wachten de lidstaten, na eerdere teleurstellende ervaringen, af of het gas Europa ook daadwerkelijk zal bereiken.
Lange tijd hebben we in Europa energie kunnen produceren uit onze eigen fossiele brandstoffen. De gasbel onder Groningen heeft bijvoorbeeld tientallen jaren in een groot deel van onze energiebehoefte voorzien. Het gestegen energieverbruik en de langzame uitputting van onze eigen voorraden heeft er echter voor gezorgd dat we steeds afhankelijker zijn geworden van buitenlandse energieleveranciers.
In het rapport Wereldenergie vooruitzichten 2008 voorspelt het Internationale Energieagentschap
i (IEA) dat de wereldwijde energiebehoefte tussen nu en 2030 met 45% zal stijgen. De productie zal naar verwachting minder snel stijgen. Het aanbod is ook onzeker vanwege de corruptie en het gebrek aan democratie in vele van de olieproducerende landen. Verder bemoeien steeds meer regeringen van 'productielanden' zich met de leveringen van gas en olie. Hierdoor krijgen die landen meer macht ten opzichte van afnemende landen als Nederland.
De beschreven wereldsituatie kan voor de EU in de toekomst leiden tot (extreem) hoge energieprijzen en instabiele energieleveringen. Dit kan zorgen voor grote economische tegenspoed, maar ook voor sociale onrust, omdat huishoudens en bedrijven niet normaal meer kunnen functioneren.
Om dit te voorkomen is de Europese Commissie gekomen met een groenboek over energie; een verkennend document waarin de grote lijnen van ons energiebeleid voor de toekomst worden voorgesteld. De speerpunten in het beleid zouden volgens de Commissie moeten zijn:
|