Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 68 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    08-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: De solipsist (Wilfried Hendrickx) 2016
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE SOLIPSIST – Een onderzoek van de werkelijkheid (Hendrix = Wilfried Hendrickx) 2016

    [Roman, Houtekiet, Antwerpen-Utrecht, 2016, 358 blz.]

    Zestien jaar na De Babyboomers, eindelijk nog eens een nieuwe roman van Wilfried Hendrickx. Een fraaie, door Jeroom ontworpen cover met daarop een collage van blote en halve blote vrouwen en een pseudo-stickertje met een quote van Guy Mortier: Swingt als een tiet en rockt ls The King op coke. Nog een Humo-cadeautje: in Humo nr. 3964 (23 augustus 2016, pp. 148-150) een drie bladzijden lang interview met Hendrickx, afgenomen door Noud Jansen. Weliswaar binnen de reeks ‘Tussen Hemel en Hel’ (trouwens ooit bedacht door Hendrickx zelf), maar onmiskenbaar bedoeld als welwillend reclamespotje. In de inleiding lezen we dat De solipsist ‘een filosofisch-erotische, in sloten seks, drugs en rock-‘n’-roll gemarineerde thriller (is) met een vaart als een op zijn staart getrapte Porsche Panamera, waarin “de 873ste rijkste mens ter wereld”, “de Heilige Kerk van het Vliegend Spaghettimonster’ en een stevig robbertje groepsseks een belangrijke rol spelen’. Aandacht van de brave goegemeente gegarandeerd.

    Hendrickx heeft zich in deze roman blijkbaar eens goed laten gaan en is uit ‘zijn politiek correcte ketens gebroken’, zoals de achterflap monkelend stelt. De roman brengt het verhaal van de geflipte leraar Nederlands Egon Egoyan die dankzij een toevallige ontmoeting met de steenrijke Zuid-Afrikaan Robbert Barrydale de kans krijgt om zijn saaie leventje achter zich te laten, te gaan spelen op de beurs en zelf steenrijk te worden, met als gevolg inderdaad: karrenvrachten seks en drugs en rock-‘n-roll, waaraan op een bepaald moment zelfs Bob Dylan, of toch diens entourage meedoet. Hendrickx in het interview: ‘Bitter weinig van wat ik in “De solipsist” beschrijf is (…) autobiografisch. Ja, ik heb een tijdje in Zuid-Afrika gewoond, en ik heb ook weleens een gokje op de beurs gewaagd. Maar ik heb heus nooit een wulpse verpleegster met joekels van tieten tegen de wand van een lift geschoven, zoals de held van het verhaal, noch heb ik ooit een pijpbeurt gekregen van een stewardess in eerste klasse’.

    Hendrickx, die we in zijn romans tot nu toe herkenden als een trouwe adept van W.F. Hermans en diens ‘er mag geen mus van het dak vallen of het moet ergens in het verhaal een functie hebben’-visie, heeft zich inderdaad goed laten gaan, want ofschoon het boek effectief leest als een trein, hangt de plot toch maar aan elkaar van de toevalligheden en dei ex machina. Vooral naar het einde toe, nadat we ook nog eens getrakteerd geweest zijn op een dosis grand guignol, begint het aardig de spuigaten uit te lopen en ten slotte blijft de lezer wat verbouwereerd en toch ook wat onbevredigd achter. De thematiek van de roman moeten we afleiden uit de titel (het solipsisme is een minder bekende filosofische denkrichting volgens dewelke alle mensen en heel de wereld niet bestaan maar slechts creaties zijn van jouw eigen geest): nu ja, het leven is zinloos, daar komt het in vertaling op neer (en daar komt Hermans toch weer even om de hoek kijken). Op bladzijde 167 van de roman wordt Robbert Barrydale geciteerd: ‘Ik zeg je: het menselijk lijden is het resultaat van vergeefse pogingen door individuen om reden of betekenis aan hun absurde leven te geven’. En Hendrickx glosseert (in het interview): ‘”Leer te leven zonder zingeving en sla elkaar niet langer de hersens in”, dat is wat ik met “De solipsist” echt wil zeggen’. Tussen haakjes: Hermans komt ook op enkele andere momenten nog eventjes piepen, althans voor de goede verstaander: op bladzijde 236 draagt iemand een T-shirt met daarop de tekst ‘Hundertwasser sucks’ en Wittgenstein duikt een aantal malen op, bijvoorbeeld op pagina 328: ‘Bob Dylan had gelijk: Wittgenstein rules!’ Haha!

    Merkwaardig is dat de auteur van het boek niet Wilfried Hendrickx maar ‘Hendrix’ heet. Deze Hendrix treedt op de meest onverwachte momenten ook op in het boek, als een soort alwetende verteller, maar telkens maar heel eventjes. ‘Hendrix rekte zich uit en geeuwde’, staat er dan bijvoorbeeld op pagina 133, of ‘Hendrix kwam naast hem staan’ (p. 218), of ‘Hendrix grijnsde tevreden’ (p. 296). Op het einde schiet Egon Egoyan zich een kogel door het hoofd, maar zijn gedachten lijken dan nog twee bladzijden verder te drijven en de laatste zinnen luiden: ‘Hij was niet langer een speldenprik in een vol heelal. Nee, hij wàs het heelal. Hij was dé Solipsist. De enige. De ware. Hendrix applaudisseerde, wandelde weg en loste op in zichzelf’ (p. 358). Dus die (pseudo-)auteur Hendrix is de solipsist die alles in de roman verzonnen heeft (wat natuurlijk ook zo is, want Hendrix = Wilfried Hendrickx en die heeft de roman inderdaad verzonnen)? Het komt een beetje flauw en niet erg overtuigend over allemaal en in feite lijkt het meer te gaan om een verontschuldigend doekje voor het bloeden. Het bloed is in dit geval een knotsgekke (ofschoon vlot geschreven, make no mistake) plot vol immorele patserijen en epaterende scènes. Hendrickx in het interview over zijn schrijfproces: ‘Ik werd een ander mens, een losgeslagen wildebeest dat, niet geremd door enige politieke correctheid of morele overwegingen, àlles op papier gooide dat in z’n hoofd kwam. Daarom heb ik het boek ook niet onder de naam Wilfried Hendrickx gepubliceerd, maar onder mijn nom de plume Hendrix. En dat is niet alleen een leuke gimmick; ik ben er echt van overtuigd dat een schrijver – een góeie schrijver – weinig te maken heeft met wie hij in het publieke leven is’.

    In het interview met Noud Jansen zegt Hendrickx nog iets interessants: ‘Ik vind: de stijl en het taalgebruik van een boek moeten uiteraard perfect zijn, maar ze mogen niet alle aandacht naar zich toe zuigen – ze moeten ten dienste staan van het verhaal. In de Vlaamse literatuur is dat helaas zelden het geval: de meeste auteurs vluchten weg in pure taligheid. Die obsessie met de vorm camoufleert doorgaans een enorme leegte: de schrijver heeft simpelweg niets nieuws meer mee te delen, en verschuilt zich dan maar achter een eindeloze reeks “mooie zinnen”. Geen wonder dat literatuur hier nauwelijks nog verkoopt – de lezer verveelt zich te pletter’. Met De solipsist schaart Hendrickx zich moeiteloos bij het rijtje auteurs waartoe bijvoorbeeld ook Herman Brusselmans en Marnix Peeters behoren. Wat zij schrijven, verveelt nauwelijks of nooit, waarschijnlijk verkoopt het ook wel een tijdje, maar of het nu allemaal grote literatuur is: daar mag toch aan getwijfeld worden. Deze romans hebben in elk geval één ding gemeen: je leest ze met plezier, maar om ze daarna nu nog eens ooit te gaan herlezen… Hmm.

    Quotering: *** [explicit 7 juni 2017]

    08-06-2017 om 02:10 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Flierefluiters oponthoud (A.M. de Jong) 1926

    Flierefluiters Oponthoud (A.M. de Jong) 1926

    [in: A.M. de Jong, Merijntje Gijzens Jeugd en Jonge Jaren. Nederlandse Boekenclub, Den Haag-Antwerpen, z.j., pp. 143-268]

    Eén jaar na Het verraad was A.M. de Jong daar al met een sequel. Hij zat blijkbaar in een inspiratieflow en ongetwijfeld had de eerste Merijntje Gijzen-roman het nodige succes gehad. In Flierefluiters Oponthoud speelt weer de interactie tussen het jongetje Merijntje en een volwassene een centrale rol. Deze keer is het Flierefluiter: ‘De schrijver creëert met deze zwerver zijn best geslaagde figuur, artistiek begaafd, muzikant en liedjeszanger, een soort amuseur, kwakzalver, wanneer het pas geeft, veelbereisd libertijn, moreel hoogstaand op zijn manier (want zeer sociaal voelend) en pantheïst van religie’, aldus W. de Geest [in Boekengids, jg. 43, nr. 4 (mei 1965), p. 186].

    Deze sequel is even vermakelijk en sympathiek geschreven als de eersteling. Goddelijk zijn de ‘theologische’ discussies tussen Merijntje en Flierefluiter, die op een dag in het dorp komt aanwaaien en zich door de oude pastoor laat ompraten tot tijdelijke koster (de vorige koster is namelijk net in ongenade gevallen omdat hij geld uit de offerblok stal). Kostelijk zijn de eerste confrontaties van Merijntje met het andere geslacht in de persoon van het meisje Nelleke (door Merijntje Blozekriekske genoemd). Terwijl Flierefluiter zich ‘bezighoudt’ met de moeder (een jonge weduwe), spelen Merijntje en Blozekriekske vadertje en moedertje in de schuur waar Nelleke een ‘huis’ heeft met als schatten allerlei kapotte dingen. Wanneer Blozekriekske van Merijntje eist dat hij thuis één van de mooie koffiekopjes laat stukvallen om het haar te brengen, staat de naïef-gelovige knaap voor een zware tweestrijd. Als hij uiteindelijk toch op haar eis ingaat, blijkt zij ondertussen aangepapt te hebben met een neefje en uit pure woede schopt Merijntje heel haar ‘huisje’ kort en klein. Zalig! Wanneer het oude pastoorke uitgedoofd sterft, verlaat Flierefluiter het dorp weer en Merijntje blijft vereenzaamd achter.

    Heerlijk ouderwets-oubollige heimatliteratuur is dit en nogmaals heb ik een flink aantal nachtelijke uren leesplezier beleefd aan deze hernieuwde kennismaking met het West-Noord-Brabantse wereldje van Merijntjes.

    Quotering: **** [explicit 7 juni 2017]

    08-06-2017 om 02:00 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Het verraad (A.M. de Jong) 1925

    Het verraad (A.M. de Jong) 1925

    [Roman, in: A.M. de Jong, Merijntje Gijzens Jeugd en Jonge Jaren. Nederlandse Boekenclub, Den Haag-Antwerpen, z.j., pp. 7-142]

    Volgens mijn dagboekaantekeningen heb ik deze eerste Merijntje Gijzen-roman in 1974 al eens gelezen. Herlezen eigenlijk, toen al. In 1973-74 was op de televisie een serie te zien naar de Merijntje Gijzen-romans van de in 1888 in Nieuw-Vossemeer (tegenwoordig deel van de gemeente Steenbergen, in westelijk Noord-Brabant) geboren en in 1943 door Nederlandse SS-ers vermoorde auteur A.M. de Jong. Die TV-serie had toen veel succes, ook in ons gezin. Mijn moeder had ergens in het begin van de jaren zeventig bij de NBC (Nederlandse Boekenclub) de dikke Merijntje Gijzen-omnibus gekocht. Na haar dood (in 1996) heb ik dat boek samen met andere boeken van haar verkocht aan Deslegte. Vorig jaar (2016) in augustus bezocht ik de rommelboekenmarkt in Lillo en wat lag daar te koop voor 2 euro? Diezelfde Merijntje Gijzen-omnibus. Waarschijnlijk wel niet het exemplaar dat wij toen hadden, dat zou helemaal magisch zijn.

    Onlangs dus de tijd gevonden om de eerste roman uit deze reeks, Het verraad, nóg eens te herlezen op enkele avonden, en ja, dat was pure jeugdnostalgie. In Boekengids [jg. 43, nr. 4 (mei 1965), pp. 186-187] gaf een zekere W. de Geest de volgende samenvatting van dit boek, nadat hij gezegd had dat in elke roman van de reeks het jongetje Merijntje Gijzen iemand (een volwassene) ontmoet, mét gevolgen: ‘De eerste grote ontmoeting is die van het tere, intelligente ventje, misschien een tikje te zwaarwichtig voor zijn leeftijd (10 j.), met de ruige, gevreesde stroper Kruik, een man uit een stuk, iemand die aan de rand van de maatschappij zijn eigenzinnig bestaan leidt. Tussen dit asociale wezen en het jonge, zo gemakkelijk te beïnvloeden kereltje ontstaat een echte vriendschap. Merijntje vergezelt Kruik op zijn tochten, leert over dieren en planten, en probeert vruchteloos als jeugdige theologant met zijn catechismuswijsheid de ongelovige natuurmens te bekeren. Kruik wordt gekweld door een niet beantwoorde liefde voor Jannekee. De lokale Carmen versmaadt zijn liefde voor die van een grenswachter. De stroper wordt door zijn ongecontroleerde drift tot een dubbele moord bewogen en zijn jonge vriendje fungeert als deus ex machina in het onderzoek. Hij identificeert het wapen van de misdaad als het bezit van de Kruik en verraadt zo zijn vriend. Resultaat van de eerste ontmoeting: een drukkend schuldgevoel en de onmogelijkheid dit voorval te verzoenen met het beginsel van Gods rechtvaardigheid’.

    Het verraad is duidelijk een exponent van de zogenaamde ‘heimatliteratuur’ die in het midden van de twintigste eeuw ook in de Nederlandse literatuur hoogtij vierde (men denke onder meer aan Stijn Streuvels, Ernest Claes, Felix Timmermans…). En nee, grote wereldliteratuur zal dit wel niet zijn, daarvoor zijn het onderwerp en het milieu wat te naïef en eenvoudig, maar met welk een knappe dosis vakkennis en met welk een bewonderenswaardig inlevingsvermogen is dit boek geschreven! Ronkende ciceroniaanse periodes of opvallend fraaie formuleringen zal men tevergeefs zoeken, maar hoe functioneel werkt alles in deze roman vanaf het begin mee om uiteindelijk te culmineren in de verschrikkelijke afloop! Een afloop die aanvankelijk als een onschuldige wolk aan de horizon verschijnt maar gaandeweg aanzwelt en dreigender vormen aanneemt tot ze uiteindelijk openbarst met een donderslag. Willem Elsschot zou tevreden geweest zijn. En hoe schattig, natuurlijk en sympathiek is het gebruik van dat Noord-Brabants dialect, dat nooit moeilijk te begrijpen is (althans voor mij, ook een Brabander) en op perfecte wijze de couleur locale van het geheel extra in de verf zet.

    Onvervalst, puur leesplezier was het, deze hernieuwde kennismaking met Merijntje Gijzen. De andere romans gaan we zeker ook nog eens (her)lezen en één van de dagen zullen we het A.M. de Jong-museum in Nieuw-Vossemeer eens gaan bezoeken. Nu we met pensioen zijn, hebben we toch tijd genoeg.

    Quotering: **** [explicit 29 mei 2017]

    30-05-2017 om 16:44 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Venusdelta (Anaïs Nin) 1977/2008

    Venusdelta (Anaïs Nin) 1977 / 2008

    [Reeks ‘Stoute Vrouwen’ – deel 1, Uitgeverij De Standaard, s.l., 2008, 270 blz. (met licentie van Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 1977) (origineel Engels: Delta of Venus – Erotica, 1977)]

    In 1988 lazen wij reeds: Anaïs Nin, Erotica – Seksuele fantasieën van een vrijgevochten vrouw – Alle verhalen uit Venusdelta en Lieve Vogeltjes, Bert Bakker, Amsterdam, 1987. Daarover schreven wij op 16 mei 1988 het volgende: ‘Dit boek is dus een bundeling van twee eerder verschenen boekjes met erotische verhalen van Anaïs Nin (Venusdelta uit 1977 en Lieve Vogeltjes uit 1979). Erotica bevat op die manier 28 verhalen die heel wat seksuele varianten beschrijven maar die daarnaast met elkaar wedijveren in verveling en saaiheid. Niet omdat Nin een vrouw is en dus te veel poëzie in haar pornografie zou mengen, wel omwille van precies het tegendeel: haar stijl is dor, vlak, ongeïnspireerd, de verhaalkaders zijn slecht uitgewerkt, de verhalen breken ook vaak zomaar ineens af, en ergens tracht de schrijfster dat te verantwoorden doordat ze de verhalen in opdracht, tegen betaling heeft geschreven. Echte libertijnen en libertijnsen kijken natuurlijk dwars door zo’n flauwe smoes. De zaak ligt namelijk volgens ons heel wat eenvoudiger: Anaïs Nin is gewoon een slechte schrijfster. Quotering: 2’.

    Vorig jaar (2016) hebben wij in een Kringloopwinkel voor de som van anderhalve euro het boekje Venusdelta (uit een door de krant De Standaard in 2008 uitgegeven reeks met erotisch proza van vrouwen) aangeschaft, en dat hebben we nu dus nog eens herlezen. We zijn het na al die jaren nog voor 95% eens met ons oordeel uit 1988. Bij dertien van de hier gebundelde vijftien erotische verhalen noteerden we dingen als: onnozel, saai, snertverhaal, rommelig en onsamenhangend, vol narratieve breuken, van de hak op de tak springend, zonder clou, collage van losse scènes. Ook deze keer lag de verveling voortdurend op de loer. Wel moeten we toegeven dat we in 1988 iéts te streng waren in verband met de stijl van Nin. Af en toe (maar dus zeker niet al te vaak) laat ze zien dat ze wel degelijk enig schrijftalent bezit. Getuige daarvan de volgende voorbeeldjes…

    • ‘De rest van haar lichaam kronkelde in de lege ruimte, haar benen schopten in de lucht en haar geslacht krulde als een blad bij iedere liefkozing’ (p. 35). Dat als een blad krullende geslacht is goed gevonden.

    • ‘Terwijl zij hem met haar mond liefkoosde, opende haar geslacht zich als een bloem en hij zocht naar de stamper’ (p. 90). Een vagina vergelijken met een bloem is natuurlijk weinig origineel, maar dat zoeken naar die stamper geeft een nieuw cachet aan het beeld.

    • ‘Dan weer verminderde dat gevoel, ze werd zichzelf – zee en zand en vocht, en geen omhelzing leek haar dan wild, ruw en beestachtig genoeg’ (p. 143). Dat zee, zand en vocht doen het hem.

    • ‘’s Nachts was haar vlees zo mals alsof het de hele dag langzaam op een zacht vuurtje had gesudderd’ (p. 173).

    Passages als deze komen echter veel te weinig voor om goed te zijn, en het blijft een feit dat al deze verhalen gestructureerd zijn als los zand en dus een totaal gebrek aan spanningskracht vertonen. Slechts in twee van de vijftien verhalen komt een passage voor die een zekere literaire meerwaarde heeft, ook al blijft het verhaal in zijn geheel knudde. Het gaat daarbij meer bepaald om het verhaal Elena, waarin op een niet onaardige wijze een lesbisch trio wordt beschreven (pp. 150-153), en om het begin van het verhaal De Bask en Bijou, dat de ervaringen van een oudere hoer met de fallus weergeeft (pp. 169-170). We weten ondertussen wat Gerard Reve zou gezegd hebben: het is niet veel, maar het is nog altijd beter dan niets.

    Om af te ronden: in het boekje Vieze oude mannen van Hans Derks (Soesterberg, 2002, p. 521) lazen wij ooit het volgende: ‘Hadden we het al over Anaïs Nin? Ik houd niet van die troela, van wie nu ook vaststaat dat ze van haar vriendschap met Henry Miller een volkomen vervalst beeld heeft gegeven dat haarzelf in een interessanter daglicht stelde. Een kind kon dat trouwens doorzien, maar geen recensent was ertoe in staat. Het mens heeft echt geprofiteerd van de feministische mode, waarin men haar eigenlijk nog interessanter dan Henry Miller wilde gaan vinden. Het spijt mij dat ik haar woorden niet onbevooroordeeld kan lezen. Ik ga namelijk steigeren van dat mens, dat alles van anderen stal en zelf niets voorstelde. Alle goede passages in Venus Erotica zullen wel van Henry Miller zijn, als het hele boek al niet een bedrog is en door Anaïs achteraf zo’n beetje in elkaar geknutseld met zinnen die ze van Henry Miller hoorde of bij hem las. Ik vertrouw dat wijf voor geen haar. Vergeef me mijn agressiviteit’.

    Quotering: ** [explicit 7 mei 2017]

    08-05-2017 om 02:12 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Het smelt (Lize Spit) 2016

    Het smelt (Lize Spit) 2016

    [Das Mag Uitgeverij, s.l., 2016, 478 blz.]

    Eindelijk hebben we hem dan ook gelezen, de debuutroman van de Vlaamse schrijfster Lize Spit (°1988). Toegegeven: vrij laat, gezien de hype die er rond het boek ontstond. Volgens sommigen was het de beste Vlaamse roman van 2016, volgens anderen leek het nergens naar. En wat dacht u? Inderdaad: de waarheid ligt zoals zo vaak in het midden.

    Laten we meteen signaleren dat Lize Spit ontegensprekelijk schrijftalent bezit. Ze kan heel goed een sfeer oproepen, ze weet de lezer mee te trekken in haar verhaal, de titel van de roman is prima en er vloeien regelmatig (misschien toch iets minder vaak dan we zouden mogen verwachten) speciale zinnen met een onmiskenbare literaire meerwaarde uit haar pen. Als wij proeflezer zouden zijn bij een uitgeverij, dan zouden we ook aanraden om dit boek uit te geven. We kunnen ons er niet van weerhouden van die ‘speciale’ zinnen en formuleringen enkele voorbeelden te geven.

    - De hoofdpersoon, het tienermeisje Eva, wordt gefascineerd door een iets oudere vriendin, Elisa: ‘Haar onafgebroken blik gaf me een warme blos: ik bestond voor een meisje uit Hoogstraten’ [p. 96]. Zou in een gedicht niet misstaan, dat laatste zinnetje…

    - Eva en Elisa kleden zich om in het ‘familiehok’ van het zwembad: ‘De naakte, kleine kinderen waren niet kieskeurig of streng voor andere lichamen. Ze klampten zich enkel vast aan de billen van de hulpmoeders: ongeschoren met stompe hoeken. Bij aanvang van de zwemles kropen die als een kudde nijlpaarden tegen elkaar aan in het ondiepe water, om met hun ogen net boven water de eerste voorzichtige schoolslagen en salto’s van hun kinderen te kunnen volgen’ [p. 97]. Wat zou een slechte schrijver van zulk een passage gemaakt hebben?

    - Nog over Eva die Elisa bewondert: ‘Voor het eerst wist ik wat het geheim was om goed op te schieten met een meisje: je mag het niet te hard willen’ [p. 99].

    - Eva over zichzelf: ‘Ik was de korst op de wonde, die moest loskomen zonder dat eraan gekrabd mocht worden’ [p. 109].

    - Over Eva’s autistische jongere zusje: ‘We weten het allemaal, Tesje heeft haar lichaam tot secretaresse van haar eigen gemoed gemaakt – hoe slechter ze zich voelt, hoe meer overuren ze klopt’ [p. 202].

    Het is slechts een kleine greep, doch quod erat demonstrandum: Lize Spit heeft schrijftalent.

    Een roman is natuurlijk iets anders dan een gedicht. Een goede roman moet niet alleen fraai geformuleerde zinnen en geslaagde sfeerschepping bevatten maar ook een goed opgebouwde structuur vertonen die rond een boeiende pitch (modewoord!) draait en bestaat uit verschillende motieven die naar het einde toe op harmonische wijze samenvloeien. Met die ‘pitch’ zit het op het eerste gezicht wel snor in Het smelt. Het centrale verhaal speelt in het Vlaamse gehucht Bovenmeer in 2002 en draait rond drie veertienjarigen, Eva en haar vriendjes Pim en Laurens. Om de grote vakantie wat spannender te maken hebben Pim en Laurens een spelletje verzonnen. Zij nodigen een paar maal achter elkaar een meisje van hun leeftijd uit bij hen thuis, en leggen dat meisje dan een raadsel voor dat bedacht is door Eva: een man hangt in een strop in een kamer met enkel een plas water aan zijn voeten, hoe is die man daar zo terechtgekomen? Natuurlijk heeft elke lezer na twee seconden nadenken door dat die man op een blok ijs is gaan staan en heeft gewacht tot dat blok begon te smelten, tot hij zichzelf verhing. Dat geen enkele van die meisjes het antwoord raadt, is een eerste (weliswaar lichte) smet op de plot van deze roman. Dat wordt gedeeltelijk goedgemaakt door het erotische sfeertje dat rond dit spelletje gecreëerd wordt: de meisjes mogen acht vragen stellen om tot het antwoord te komen, maar bij elke vraag moeten ze een kledingstuk uittrekken. Stel dat hier een volwassene bij betrokken zou zijn, dan zouden vele lezers het wat moeilijk hebben, maar het gaat hier om jonge tieners onder elkaar, dus Spit komt er glansrijk mee weg, hoe kinky de hele zaak ook mag klinken.

    Aanvankelijk bestaat de inzet van het spel erin dat de meisjes 200 euro kunnen winnen, als ze het antwoord raden. Doen ze dat niet, dan moeten ze uitvoeren whatever Pim, Laurens en Eva hen vragen. Later (als Eva de 200 euro zomaar heeft weggegeven aan één van de meisjes) mogen de meisjes, als ze winnen, aan Pim, Laurens en Eva een opdracht geven die ze niet kunnen weigeren. Het laatste meisje in de reeks is Elisa, het knapste meisje van het dorp, aan wie Eva een hele tijd daarvoor de oplossing van het raadsel verklapt heeft. Elisa speelt het spelletje een tijdje mee tot ze bijna in haar blootje staat, maar geeft dan het juiste antwoord. Zij eist vervolgens dat Pim, Laurens en Eva zich uitkleden en dat Pim en Laurens Eva doen klaarkomen. De kinky pitch van het verhaal bereikt hier bijna zijn hoogtepunt, maar krijgt dan een rare, onverwachte wending die menig lezer de wenkbrouwen zal hebben doen fronsen: Laurens houdt Eva in bedwang, en Pim begint met een gatenboorder (een gatenboorder!) haar vagina te penetreren, waarbij ook nog behangsellijm uit een emmer naar binnen gewerkt wordt, en dat houdt pas op als er bloed begint te vloeien. We mogen dus rustig stellen dat Eva hier op een vrij perverse manier verkracht wordt. Als zij weer rechtstaat, slaat ze met een spade Laurens een flinke jaap in zijn hoofd en vlucht weg. Het hele geval blijft (toch ook een beetje ongeloofwaardig) onder de radar, alleen Laurens moeder (een slagerin) blijkt er later lucht van te hebben gekregen.

    De roman Het smelt bevat drie soorten hoofdstukken. De hoofdstukken waarin het bovenstaande verhaal wordt verteld, hebben als titel telkens een datum (4 juli 2002 enzovoort). Dan zijn er hoofdstukken met een ‘gewone’ titel (Vier schaduwen, enzovoort) waarin we informatie krijgen over de jaren die voorafgingen aan 2002. En in de hoofdstukken met als titel telkens een uur (9.00 uur, enzovoort) vernemen we hoe, jaren later, de volwassen Eva met de auto van Brussel (waar zij woont) naar Bovenmeer rijdt, met een grote blok ijs in de koffer. Op weg naar de boerderij van Pims ouders waar een herdenking zal doorgaan van de dood van Jan, de oudere broer van Pim die ooit zelfmoord pleegde door zich in een beerput te laten vallen. Gaandeweg wordt het de lezer duidelijk dat Eva, die zich niet onder de andere gasten mengt maar zich terugtrekt in een schuur om daar op het blok ijs te gaan staan met een strop rond haar nek, zelfmoord wil plegen. Blijkbaar om zich na al die jaren te wreken. En dat gebeurt dan ook, die avond. Nadat zij eerst nog een lading mest over het vlees in de slagerij van Laurens moeder is gaan kappen.

    Dat is dus waar in twee zinnen de roman Het smelt in essentie om draait: meisje van 14 verkracht door haar vriendjes – neemt jaren later wraak door zelfmoord te plegen. Wat aanvankelijk niet meer dan een nogal pervers erotisch spelletje van tieners leek te zijn, eindigt dus op een bijzonder wrange wijze. Dat is op zichzelf niet slecht, de (aanvankelijk wellicht meegeilende) lezer(es) mag gerust op een kaakslag getrakteerd worden, maar het probleem is dat die uiteindelijke afloop niet helemaal overtuigt. De grootste oorzaak daarvan lijkt ons te liggen in het feit dat we over de jaren tussen 2002 (de verkrachting) en het nu-moment (de zelfmoord) bijzonder weinig te weten komen. Terwijl we over de jaren vóór 2002 via die flashbackhoofdstukken net heel veel te weten komen (de gezinnen van Pim, Laurens en Eva, Eva’s losgeslagen ouders, haar autistische jongere zusje, Eva’s bewondering voor Elisa en verliefdheid op Jan, en daarnaast nog veel meer dingen, zoals onder meer de lesbische schooljuffrouw). De sfeerschepping (van een bekrompen dorpssfeer, van een stuurloos gezin, van een jong tienermeisje dat de seksualiteit ontdekt) is in die flashbackhoofdstukken danig okay, maar het zorgt ervoor dat er een heleboel narratologische draden blijven loshangen op het einde, ook en vooral doordat het onduidelijk blijft wat er met de hoofdpersonen nà 2002 gebeurd is. Dat wordt allemaal nogal snel en daardoor niet echt overtuigend afgehaspeld in de hoofdstukjes-met-uren die het nu-moment behandelen (een winterdag in januari).

    Wij hebben deze roman natuurlijk maar één keer gelezen en misschien zou bij een tweede, aandachtige lezing blijken dat er wel degelijk heel wat draadjes toch vastgeknoopt worden. Onder voorbehoud dus: Het smelt is een merkwaardige roman die getuigt van heel wat schrijftalent, maar toch een aantal mankementen vertoont, te veel om van een onvervalst meesterwerk te kunnen spreken. Maar ja, Lize Spit is nog jong (geboren in 1988, net als het hoofdpersonage Eva overigens), dus uitkijken naar haar volgende roman doen wij zeker!

    Quotering: ***1/2 [explicit 17 april 2017]

    18-04-2017 om 18:50 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Jeder für sich und Gott gegen allen (Werner Herzog) (BRD, 1975)

    JEDER FÜR SICH UND GOTT GEGEN ALLEN (Werner Herzog) (West-Duitsland, 1975)

    De oude fiche (daterend van 1975-1980) meldt het volgende: ‘Het geval Kaspar Hauser: deze man stond op 26 mei 1828 op de markt in Nürenberg met een brief in de hand. Hij kon nauwelijks spreken. Nadien bleek dat hij altijd in een krocht was opgesloten geweest en nagenoeg geen levende wezens had gezien. De stadsmagistraat sloot Hauser op in een toren en later stelde men hem tentoon opdat hij zijn onderhoudsgeld zelf zou verdienen. Een zekere professor Daumer ontfermde zich ten slotte over hem. Onder diens hoede leerde Kaspar zo goed mogelijk lezen, schrijven en zelfs piano spelen. Hauser werd het slachtoffer van verscheidene aanslagen. Eén ervan zou fataal eindigen maar er bestaan ook vermoedens dat Kaspar zelfmoord heeft gepleegd.

    Herzog was blijkbaar vooral geïnteresseerd in de wijze waarop een vreemd wezen als Hauser door de maatschappij ontvangen werd. Hij spuit daarbij heel wat sociale kritiek op de politie- en andere ambtenaren, de geleerden en de priesters die de arme Hauser als een curiosum en als een soort proefkonijn behandelen. Die kritiek doet echter soms wat naïef aan en komt dan niet helemaal meer over (zoals in het geval van de stadsgriffier, een grotesk ventje dat het steeds maar heeft over “schöne Protokollen” – en dan die voortdurende herhaling van de dingen die gezegd worden en die hij hoort te noteren!). Bovendien lijkt het hele geval door Herzog nogal rommelig gemonteerd en het is uiteindelijk het ronduit schitterende optreden van Bruno S. (een licht gehandicapte Berlijnse fabrieksarbeider die een groot deel van zijn leven doorbracht in psychiatrische inrichtingen) als Kaspar Hauser dat de film redt. Hausers manier van praten en handelen, zijn eigenaardige maar soms erg rake visie op de dingen, de wijze waarop hij de arrogante logica-professor die hem komt testen met één zinnetje klem redeneert: het is allemaal grappig, ad rem en ten zeerste boeiend. Een best bekijkenswaardige film dus, maar zeker niet de beste die Herzog gedraaid heeft. Quotering: 3.’

    Na al die jaren ben ik het hier nog altijd opvallend mee eens!

    Quotering: *** (30 maart 2017 – Cinema Zuid)

    03-04-2017 om 19:54 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: The Naked City (Jules Dassin) (USA, 1948)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    THE NAKED CITY (Jules Dassin) (USA, 1948)

    (96’)

    Volledig op locatie in New York en begeleid door een offscreenverteller, die een bescheiden-moraliserend toontje hanteert (de ware aard van de grootstad wordt ontbloot via één van de talrijke louche verhalen die zij herbergt, zie ook de titel en de laatste zin van de film) en soms geestig uit de hoek komt, wordt het verhaal verteld van de moord op het knappe model Jean Dexter. De kleine maar (ook al) geestige politieluitenant Muldoon en zijn jonge assistent lossen samen de moord op. Jean en haar vriendje Frank blijken gestolen juwelen geheeld te hebben en maakten daarbij gebruik van een dokter (en zijn rijke relaties) die verliefd was op Jean. Toen de dokter doorhad dat hij misbruikt werd, liet hij twee huurmoordenaars Jean doden. De ene huurmoordenaar vermoordt de andere, probeert later ook nog Frank te vermoorden en wordt uiteindelijk, nadat Frank en de dokter alles bekend hebben, gevat en neergeschoten door de politie.

    Dat resulteert op het einde in een achtervolging die een beetje spannend is, maar een meesterlijke prent hebben we op dat moment niet gezien. Het scenario is niet de sterkste kant van deze film, maar de lichtvoetige teneur en de beelden van New York maken toch dat het niet echt een kwelling is om deze oude film noir uit te zitten. Hem onmiddellijk terug gaan bekijken willen we zeker ook niet.

    Quotering: **1/2 [6 december 2016 – Cinema Zuid, Antwerpen]

    07-12-2016 om 22:06 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: De Premier (Erik Van Looy) (België, 2016)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE PREMIER (Erik Van Looy) (België, 2016)

    (113’)

    De presidente van de Verenigde Staten (Van Looy cum suis hadden er duidelijk niét op gerekend dat Trump zou winnen) bezoekt België en de Belgische eerste minister moet haar neerschieten, in opdracht van een internationale criminele bende die zijn vrouw en twee dochters heeft gekidnapt. De bende staat onder leiding van het hoofd van de presidentiële veiligheidsdienst, een überrechtse rakker die de presidente te soft vindt en van de moord ‘iets speciaals’ wil maken, ten eerste om op te vallen en ten tweede om nog meer angst te genereren (en angst is goed voor de Amerikaanse behoefte aan security & bewapening).

    Zoals we dat ondertussen gewoon zijn van Van Looy zitten de cameraregie, de montage, de bruitage en de soundtrack meer dan snor, maar omwille van het zwakke, vol ongeloofwaardigheden stekende scenario valt deze film toch lelijk door de mand. Dat is al zo van in het begin, wanneer het huis van de premier niét blijkt bewaakt te worden (en het is terreurniveau 2!) en dat wordt altijd maar erger en erger. De chauffeur van de premier die een paar maal wisselt zonder veel problemen, het feit dat op het einde de bende bereid is de zaak in de doofpot te stoppen (terwijl de kabinetschef en de secretaresse van de premier verdwenen/gedood zijn: alsof niemand dat abnormaal zou vinden!) en de zaak die dan toch nog naar buiten wordt gebracht doordat de premier zich de nummerplaat van een Litouwse vrachtwagen herinnert (alsof die bende die nummerplaat niet zou veranderen, slimmeriken als ze zijn). Ook zeer ongeloofwaardig is hoe de Amerikaanse presidente reageert op de premier die voortdurend met een kurk in zijn achterste en met een lijkbleek gezicht bij haar aan de lunchtafel zit en geen woord met haar wisselt: die presidente rageert dus niet, ziet niets, hoort niets, merkt niets, vraagt niets. Ergens in de film wordt de premier door een politieke tegenstandster ‘schotelvod’ genoemd, maar als er één schotelvod in deze film rondloopt, dan is het die presidente wel.

    Deze film oogt dus wel spannend en vakkundig en al wat je wil, maar het verhaal wérkt niet en dat leidt tot een kijkkater op het einde. Het moraliserende tintje (de premier had een verhouding met zijn – vermoorde – secretaresse en dat blijft uiteindelijk tussen hem en zijn vrouw hangen) kan daar ook niets aan verhelpen. Overigens waren we deze keer ook niet echt onder de indruk van de acteerprestatie van Koen De Bouw, maar je ziet wel dat hij zijn best doet om getormenteerd over te komen. Al bij al: nogal teleurstellend, na De zaak Alzheimer en Loft.

    Quotering: **1/2 [4 december 2016 – Kinepolis, Antwerpen]

    07-12-2016 om 22:02 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: The Lost Weekend (Billy Wilder) (USA, 1945)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    THE LOST WEEKEND (Billy Wilder) (USA, 1945)

    (99’)

    Een zwartwitfilm uit 1945 van Billy Wilder die indertijd enkele respectabele prijzen heeft gewonnen, maar na al die jaren toch een flink stuk gedateerd overkomt. Aan de basis van het verhaal ligt de gelijknamige roman van Charles R. Jackson uit 1944. Hoofdpersoon Don Birnam (Ray Milland) is al jaren een alcoholicus. Hij leeft op kosten van zijn broer Wick (Philip Terry) en houdt er ondanks alles een lieftallig vriendinnetje, Helen (Jane Wyman), op na (God mag weten wat dat meisje drijft).

    We staan vóór een weekend en Don, die afgekickt zou moeten zijn, staat op het punt er met zijn broer een paar dagen op uit te trekken, om aan zijn autobiografische roman (titel: The Bottle) te beginnen. Door omstandigheden (eigenlijk door de schuld van Don die helemààl niet afgekickt blijkt) vertrekt die broer alleen en de volgende dagen maken we mee hoe Don op beschamende wijze hervalt in zijn oude kwaal, van bedelen om drank over diefstal tot het zien van dingen die er niet zijn. Uiteindelijk staat hij op het punt om zelfmoord (met een revolver) te plegen, maar het lieftallige vriendinnetje slaagt erin hem terug tot rede te brengen. Zodat Don nu toch eindelijk aan die roman kan beginnen.

    Het is allemaal nogal voorspelbaar, er wordt matig (en vooral ook kunstmatig) geacteerd en het einde komt wel heel erg uit de lucht gevallen. Niet bepaald een fillm die je nu rustig nog eens vijf keer wil gaan bekijken.

    Quotering: ** (29 november 2016 – Cinema Zuid – Antwerpen)

    02-12-2016 om 22:53 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Voer voor psychologen (Harry Mulisch) 1961
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Voer voor psychologen (Harry Mulisch) 1961

    [De Bezige Bij, Amsterdam, 1961]

    Eén van die typische Mulisch-boeken die half uit fictieverhalen, half uit documentaire essays bestaan. Voer voor psychologen is een met veel bombarie maar gelukkig ook veel zelfironie geschreven stukje autobiografie, in zijn geheel niet erg au sérieux te nemen. De Tegenaarde bestaat uit dat bekende pseudo-essayistische Mulisch-proza: pedant, veelweterig, zogenaamd zeer diepzinnig. Wij vinden het grotendeels onsamenhangende larie. Harry en het woord is dan weer een kort, amusant verhaaltje over het jongetje Harry dat het woord ‘neuken’ niet kent en overal met het verschijnsel in aanraking komt. Maar hij herkent het niet als dusdanig want hij heeft er geen woord(en) voor. Conclusio: via de taal krijg je pas greep op de werkelijkheid.

    Dat laatste is ook een leitmotief in Manifesten (een aantal rommelige paragrafen met ook heel wat geleuter) en in Zelfportret met tulband. Dit onderdeel omvat enerzijds autobiografische (?) fictieverhaaltjes, anderzijds meer zakelijke beschouwingen vanwege de schrijver. Weer veel pseudo-diepzinnig gedaas. Het is ook allemaal nogal verward en alleen de passage over de dood van zijn vader (Zevende Vandaag) kan echt overtuigen.

    In zijn geheel genomen is dit een weinig briljant boekje van Mulisch, die wel een goede en zelfbewuste fictie-schrijver is, maar tamelijk ongenietbaar wordt wanneer hij zich als ‘filosoof’ begint aan te stellen. Zoals hier een beetje al te vaak het geval is dus.

    Quotering: ** [explicit 6 april 1984]

    01-12-2016 om 18:13 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Oude lucht (Harry Mulisch) 1977
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Oude lucht (Harry Mulisch) 1977

    [Verhalen, De Bezige Bij, Amsterdam, 1977]

    Drie verhalen van Mulisch. De grens is een misschien wat àl te karikaturale satire op de onmenselijkheid van het ambtenarenapparaat. Net op de grens van twee dorpen én van twee provincies hebben een man en een vrouw een auto-ongeluk. De vrouw is zwaar gekwetst, maar aangezien ze net op een grens ligt, ontstaat er een probleem: welke medische overheid is nu verantwoordelijk voor haar? Tijdens de daaropvolgende weken verblijft de man bij een boer uit de omgeving, terwijl hij naar allerlei instanties brieven schrijft. Niets wordt echter beslist en dit verhaal is de brief van de man aan de koningin, met het verzoek of zij maar even met de hofwagen de gewonde naar het hospitaal wil brengen. Ondertussen is het lijk van de vrouw echter al aan het wegrotten.

    Een erg bitter, maar zoals gezegd ook nogal overdreven-grotesk verhaal: de boer die de man voorthelpt, vraagt overal geld voor, zelfs voor een even geleende schop, de man wordt na 23 jaar trouwe dienst zomaar ontslagen door zijn firma, hij krijgt een boete omdat hij langs de weg kampeert, en toch blijft hij steeds nederig, hoopvol en dankbaar tegenover elke janlul die met zijn voeten speelt. Soms wel grappig allemaal, maar toch niet helemaal overtuigend.

    In Symmetrie verhaalt de duidelijk auctoriële verteller hoe zijn grootvader in 1871 in Praag een lezing van de geniale professor Ernst Mach over symmetrie bijwoont. Op het einde van het verhaal is de verteller zelf in Praag, in 1968, op het moment dat de capsule van Apollo 8 met een snelheid van 33 mach in de dampkring terugkeert. Een aardige, functioneel gestructureerde story, die echter weer hoegenaamd geen potten breekt.

    In Oude lucht ten slotte zijn een chemisch ingenieur (die in verband met een onderzoek naar luchtvervuiling oude lucht uit banden, flesjes, enzovoort vergelijkt met de lucht van nu) en zijn vrouw met vakantie op een zuiders eiland. Vian een landgenoot leren ze Dirk kennen die rijk is geworden door darmen uit Mongolië te verkopen aan Amerikaanse firma’s. De laatste dag van hun vakantie brengen ze bij deze Darmen-Dirk door, maar diens oude moeder is net de vorige dag gestorven. Hij moet nu het lijk naar Holland overvliegen en de ingenieur, Arnold, stelt zijn vrouw, Merel, voor dat zij Dirk vergezelt. Hijzelf vertrekt al en in het vliegtuig is hij ervan overtuigd dat zij die nacht met Dirk naar bed zal gaan. Waarop het vliegtuig neerstort.

    Mulisch bewijst met deze drie verhalen nog maar eens wat een knap en getalenteerd fictie-auteur hij is, zonder in dit boekje nu echt de toppen van zijn kunnen te bereiken.

    Quotering: *** [explicit 8 april 1984]

    01-12-2016 om 18:11 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: De pupil (Harry Mulisch) 1987
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De pupil (Harry Mulisch) 1987

    [Novelle, De Bezige Bij, Amsterdam, 1987]

    Een vrij teleurstellende Mulisch, deze opvolger van De aanslag. Een raar verhaaltje ook, deze novelle met symbolisch einde…

    Na de Tweede Wereldoorlog wordt de 18-jarige ik-figuur (waar ongetwijfeld veel van Mulisch zelf in zit) de pupil van een steenrijke Belgische madame (weduwe van de uitvinder van de veiligheidsspeld), die in Italië in de buurt van de Vesuvius woont. Op een bepaald moment helpt de ik-figuur deze madame Sasserath af van haar slapeloosheid door haar opnieuw te leren dromen. Zij is hem hier heel dankbaar voor en ‘zal hem belonen’. Op het einde van het verhaal wijdt de ik samen met Madame een door haar bekostigde stoeltjeslift op de Vesuvius in. Zij gaan naast elkaar in het liftje naar boven, onderweg valt zij in slaap en er komen in de dalende stoeltjes plots allerlei mensen naar beneden die de ik wel lijkt te kennen, maar hij kan hen niet exact plaatsen. Als hij zelf boven arriveert, is Madame zomaar verdwenen. De ik wordt eerst beschuldigd van moord, maar gaat wegens gebrek aan bewijzen vrijuit. Blijkt op de laatste bladzijden dat dit het geschenk van Madame was: de personages die de latere boeken van Mulisch zouden bevolken. Madame heeft zich daar wel zelf voor moeten opofferen.

    Wat is dit allemaal voor onzin? Wie is die Madame Sasserath eigenlijk? Waarom lost zij zomaar op in de lucht? En de Vesuvius, dat is dus Mulisch zelf? Op de achterflap een kleurenfoto van Mulisch in zwembroek die vanop een terras naar de Vesuvius kijkt. Nu ja! Ongetwijfeld heeft alles in dit boekje een diepere, symbolische betekenis (bijvoorbeeld het motief van de veiligheidsspeld, even denken, en u ontdekt zélf de symboliek wel), maar het overtuigt niet. Het is een beetje onnozel, net zoals die stomme ijdelheid van het ik-personage: hij is knap, intelligent, innemend, sympathiek, kortom de beste, de slimste en de… Is dat grappig bedoeld, of wat?

    Toegegeven: ik krijg weinig hoogte van deze Vesuvius-Mulisch, maar ik geloof te mogen stellen dat het deze keer niet aan mij ligt.

    Quotering: ** [explicit 4 oktober 1987]

    01-12-2016 om 18:08 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Voorval (Harry Mulisch) 1990
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Voorval – Variatie op een thema (Harry Mulisch) 1990

    [Novelle, De Bezige Bij, Amsterdam, 1990]

    Een ingenieur valt ten gevolge van een windstoot van de 55ste verdieping van een in aanbouw zijnde wolkenkrabber naar beneden en wordt op het einde van het verhaal door een tweede windstoot op de 49ste verdieping (waar nog geen ramen instaan) weer naar binnen geworpen. Zestig bladzijden lang hebben we dan de gedachten van de ingenieur gevolgd, rond zijn droomnachtboek, zijn dochter die met een vriend naar Amerika is getrokken, zijn vrouw die hem heeft laten zitten plus nog een aantal jeugdherinneringen, terwijl dat alles in de vertelde tijd slechts drie seconden in beslag heeft genomen.

    In het laatste hoofdstukje vertelt de ingenieur zijn ‘voorval’ aan zijn collega’s beneden, maar uiteraard geloven zij hem niet en het lijkt hem dan ook het beste er zelf ook niet meer in te geloven. Overigens heeft deze ingenieur (die heel de novelle naamloos blijft) in het eerste hoofdstuk een korte ontmoeting met een hoertje dat hij betaalt zonder dat er iets gebeurt en dat blijkbaar op een of andere vage manier in het boekje de rol van engelbewaarder moet spelen. Duidelijk is in ieder geval wel dat de val (georganiseerd door Hogerhand?) functioneert als een soort zuiverende catharsis in zijn leven, dat op een dood spoor was aanbeland, en dat nu opnieuw kan beginnen. Het postmodernistische in twijfel trekken van de bestaande werkelijkheid is overigens ook gemakkelijk te herkennen.

    Een merkwaardig boekje dus met een leuk idee en een wat onwaarschijnlijke plot. Maar Mulisch toont hier nog maar eens aan dat hij kan schrijven: zijn novelle steekt functioneel weer sterk in elkaar (zie alleen al het spel met het getal 8) en zijn verwoording van ideeën, gedachten en concrete gebeurtenissen getuigt vaak van grote klasse. Nochtans heeft men op het einde de indruk dat men een beetje op zijn honger blijft zitten en dat dit boekje slechts een vakkundig niemendalletje is dat de ruimte tussen groter werk moet opvullen. Wanneer schrijft Mulisch een waardige opvolger voor De Aanslag?

    Quotering: *** [explicit 8 juni 1991]

    23-11-2016 om 22:57 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Black (Adil El Arbi & Bilall Fallah) (België, 2015)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BLACK (Adil El Arbi & Bilall Fallah) (België, 2015)

    (90’)

    Debuutfilm van de Belgische Marokkanen El Arbi en Fallah, naar twee boeken van Dirk Bracke. De plot is vrij voorspelbaar en geënt op het Romeo en Julia-thema: twee Brusselse bendes (kleurlingen tegenover Marokkanen) houden zich beide bezig met stelen, drugs, verkrachten enzovoort maar kunnen elkaar niet uitstaan. En natuurlijk wordt een kleurling-meisje (Martha Canga Antonio) verliefd op een Marokkaanse jongen (Aboubakr Bensaihi). Beiden willen loskomen van hun respectieve bendes maar dat lukt niet. Het eindigt met een gewelddadig treffen in de metro waarbij op de Marokkaanse jongen geschoten wordt, maar het meisje werpt zich voor hem: beiden worden getroffen. Dodelijk? Dat is niet direct duidelijk (open einde).

    Dit is niet direct het soort film waarop wij zitten te wachten, maar dat is uiteraard heel erg persoonlijk en onze beide debutanten hebben hun debuut in een dynamisch, flitsend en erg modern aandoend kleedje gestoken dat bijna voortdurend een agressieve sfeer oproept. En dat past perfect bij het onderwerp. Verdienstelijk werk, dat doet uitkijken naar meer.

    Quotering: *** (23 november 2016 – dvd)

    23-11-2016 om 22:37 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Honderd jaar eenzaamheid (Gabriel Garcia Màrquez) 1972

    Honderd jaar eenzaamheid (Gabriel Garcia Màrquez) 1972

    [Roman, Meulenhoff, Amsterdam, 1972]

    Een zeer merkwaardig boek. Het is de honderdjarige geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse geslacht der Buendia’s en hun dorpje Macondo, dat ergens tussen de moerassen ligt, ver weg van de rest van de wereld. De inhoud navertellen zou zinloos zijn want het hele boek is een aaneenschakeling van ankedoten en feiten en gebeurtenissen die zes generaties Buendia’s omvat.

    Het boek is echter zo merkwaardig geschreven, in een superoverzichtelijke stijl die nooit in details treedt, maar in sneltreinvaart door de gebeurtenissen stuift, dat het nooit gaat vervelen. Opvallend is verder het feit dat Màrquez voortdurend gebruik maakt van flashbacks en flashforwards, zonder dat dit de duidelijkheid van de plot ook maar enigszins schaadt. Ongewoon is eveneens de aanwezigheid van een aantal parapsychologische en simpelweg magische verschijnselen, zoals doden die door de huizen zwerven en met de levenden een babbeltje slaan, telekinese, levitatie, tot zelfs een regelrechte hemelvaart (van Remedios de Schone).

    Het enige nadeel lijkt ons wel te zijn dat de anekdotes zo talrijk worden dat men op het einde nauwelijks nog weet wat er precies in het begin allemaal gebeurd is. Voor de rest een boeiend werk, van een blijkbaar interessante Zuid-Amerikaanse auteur.

    Quotering: **** [explicit 23 april 1981]

    20-11-2016 om 20:31 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK : Kroniek van een aangekondigde dood (Gabriel Garcia Màrquez) 1981

    Kroniek van een aangekondigde dood (Gabriel Garcia Màrquez) 1981

    [Roman, Meulenhoff, Amsterdam, 1981]

    In een dorpje, een typisch Màrquez-dorpje, wordt een bruiloft gevierd met een gigantisch feest. Nog geen vier uur na de huwelijksvoltrekking wordt de bruid naar huis gestuurd omdat men achter de waarheid is gekomen: ze is geen maagd meer. Onder druk gezet door haar moeder, een typische Màrquez-moeder, noemt het meisje een man uit haar dorp als de vermoedelijke dader-vader. Haar broers, een tweeling, slijpen de slagersmessen en bazuinen rond dat ze de jongeman in kwestie zullen vermoorden. Maar omdat het in wezen zulke lieve jongens zijn, gelooft geen mens in het dorp dat ze hun voornemen ten uitvoer zullen brengen.

    Màrquez toont zich in deze korte roman wederom een meesterlijk verteller. Zoals hij hier het einde van de plot reeds in het begin verklapt en toch de spanning weet gaande te houden (onder meer via die knappe, telkens terugbuigende vertelstructuur)! Veel meer is er eigenlijk niet te melden want de dingen waarover Màrquez schrijft, spreken ons in feite niet zo erg aan. Het is vooral de manier waarop hij ze vertelt, die ons als lezer in de ban houdt. Màrquez ontving in 1982 de Nobelprijs voor literatuur.

    Quotering: ***1/2 [explicit 3 januari 1984]

    20-11-2016 om 20:31 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Ljoeba's buik (Dimitri Frenkel Frank) 1973
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ljoeba’s buik (Dimitri Frenkel Frank) 1973

    [Roman, Manteau, Brussel, 1973, 211 blz.]

    Bonzo de Vries, geteisterd door twee Amsterdamse vrouwen (zijn echtgenote en zijn minnaresje), vlucht via een vakantiereis naar Moskou, waar hij verstrikt raakt in een complot om een ondergrondse roman naar het buitenland te smokkelen. Weer typisch Frenkel Frank: veel satire, veel seks. Die satire gaat dan bijvoorbeeld zo: ‘Bonzo was er, zoals elke Amsterdammer, langzamerhand aan gewend dat zijn stad overal ter wereld als kosmisch centrum te boek stond, elke zomer maakten miljoenen jongelui uit Afghaanse tenten, Ghanese kraals, Westduitse hoogbouw hun pelgrimage en schuifelden de Leidsestraat en masse op en neer, hier en daar onderbroken door een enkele Amsterdammer die zijn auto had kunnen parkeren’ [p. 100]. Of op diezelfde bladzijde: ‘Zoals Ljoeba van haar zuster, de zwangere stewardess, geleerd had kon een vrouw, zolang ze niet afzichtelijk was, met het grootste gemak, een agressieve hand, heftig schudden van de heupen en “oh oh oh” geroep op het juiste moment ongeveer vijf miljard mannen naar haar pijpen laten dansen, mannen die nog geen blik geworpen zouden hebben als haar onderbuik vervangen was door bijvoorbeeld een pot zure augurken’.

    De ludieke verbale benadering van seks klinkt als volgt: ‘Vlak voor hijzelf kwam, in de laatste oplopende reeks, had hij het gevoel alsof de wanden van de vagina uit elkaar weken, hij moest zelfs sneller stoten om wrijving te houden, toen hij spoot was er alleen een immense holte, zijn spermatozoën verdwenen spoorloos in dat heelal als een staartkomeet’ [p. 188]. Ondanks de vlot-commerciële, luchtig-ontspannende toon van het boek stelt het geheel wat teleur. De vrij rommelige plot (heen en weer springend tussen verschillende personages, met ook nog flashbacks naar Amsterdam) zit daar zeker voor iets tussen.

    Quotering: **1/2 [explicit 29 november 1987]

    09-11-2016 om 01:43 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Lieve meisjes (Dimitri Frenkel Frank) 1982
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Lieve meisjes (Dimitri Frenkel Frank) 1982

    [Roman, Manteau, Amsterdam-Antwerpen, 1982]

    Op de achterflap van dit boek met pseudo-pornotitel lezen we: ‘Bibi en Anne – twee ondernemende meisjes – krijgen genoeg van hun vele, vluchtige verhoudingen. Omdat ze graag bij elkaar willen blijven, komen ze tot een lumineus plan: ze nemen met z’n tweetjes één perfekte heer’. Die heer moeten ze dan wel kidnappen, en hoewel hij blijkbaar niet echt afkickt op het weekje gedwongen vakantie met twee knappe meiden, wil hij toch terug naar zijn koele, aristocratische vrouw. Als hij op het punt staat terug te keren, wordt hij echter door zijn echtgenote (die hem van een avontuurtje verdenkt) omvergeknald, zonder dodelijke gevolgen evenwel, waarna de meisjes hun slag toch nog thuishalen.

    Een ‘briljant satiricus’ heeft Frenkel Frank op diezelfde achterflap. Nu ja, briljant. Satiricus is hij zeker en vast want de relatievorming in onze hedendaagse maatschappij wordt van alle kanten flink op de korrel genomen, en dàt aspect niet alleen. De satirische vegen uit de pan druipen als het ware van tussen de bladzijden. Snobisme, pseudo-intellectualisme, de reclamewereld, de pseudo-psychologische blabla, de macho’s, de lesbiennes, de moderne kunst, roept u maar, je kan het zo gek niet bedenken of Frenkel Frank maakt het in dit boekje belachelijk.

    Dat alles gelardeerd met een vrij grote dosis, lekker commerciële softseks, want al kapt meneer auteur voortdurend op de uitwassen en de oppervlakkigheid van onze moderne shitmaatschappij, tegelijk weet hij zich knap efficiënt aan te passen (zie bijvoorbeeld alleen al de attractieve titel en de bedscène op de allereerste pagina: Kassa!). Veel literaire aspiraties heeft Frenkel Frank trouwens niet: zijn boekje is vlot geschreven, met veel humor en brave seks, met oppervlakkig uitgewerkte karakters (Bibi héél typisch het ondernemende extraverte meisje, Anne héél typisch het gevoelige, introverte exemplaar), maar daar blijft dan ook bij.

    Leuke, ontspannende lectuur ter afwisseling met zwaarderwegende dingen, dat is het, of dat zou het althans moeten zijn, want een Grootmeester van de Literaire Satire kan Frenkel Frank toch bezwaarlijk genoemd worden.

    Quotering: **1/2 [explicit 15 november 1987]

    09-11-2016 om 01:42 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Memoires van een lafaard (Dimitri Frenkel Frank) 1986
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Memoires van een lafaard - De avonturen van een Haagse heer tijdens de komende revolutie (Dimitri Frenkel Frank) 1986

    [Roman, De Prom, Baarn, 1986]

    Een luchtig opgevat en satirisch bedoeld boekje van Frenkel Frank, over de wederwaardigheden van Carel van Wetterstein-Sluys, een Olivier B. Bommel-achtige Haagse heer, tijdens de kortstondige proletarisch-analfabete dictatuur in Nederland. Heel veel verwijzingen naar de actualiteit, misschien wel wat te veel om (lang) goed te zijn: de voetbalrellen rond FC Den Haag, het ‘Rooie Potten Front’ van lesbische vrouwen, Jan Lenferink, Ate de Jong, enzovoort. Een flinke dosis braaf-commerciële seks ook en – zoals reeds aangegeven – een ferme dosis ‘humor en satire’. Het blijft allemaal nogal mat. Vlot geschreven, dat wel, maar literair weinig hoogstaand en geenszins beklijvend. Typische vakantielectuur, lijkt me.

    Quotering: ** [explicit 25 oktober 1987]

    09-11-2016 om 01:40 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Een vrouw uit de provincie (Dimitri Frenkel Frank) 1987
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een vrouw uit de provincie (Dimitri Frenkel Frank) 1987

    [Roman, De Prom, Baarn, 1987]

    Een in haar huwelijk vastgeroest, provinciaal vrouwtje is zo ontroerd door een Duitse acteur die Hölderlin komt voordragen in het parochiezaaltje, dat ze – na een slippertje van haar man – alles in de steek laat en de acteur achternareist naar Berlijn. Alwaar zij op een merkwaardige wijze een belangrijke rol speelt bij het tot stand komen van een toneelstuk over diezelfde Hölderlin (gespeeld door Herr Müller-Melbourne himself). Uiteindelijk zal ze terugkeren naar Nederland en scheiden van haar echtgenoot (de leraar Frans Félix).

    Nee hoor, Frenkel Frank blijft aardige middelmaat, ondanks het feit dat in deze roman ietwat minder obligate seks dan gewoonlijk voorkomt en ondanks de poging het geheel wat diepgang te geven door de vele toespelingen op en achtergrondinformatie over de grote, gekke Hölderlin. Halfweg verliest dit verhaal zijn punch en hoewel het satirische, relativerende toontje nooit ver weg is (zoals reeds op pagina 1: ‘Wat wij te vertellen hebben is een stormachtig verhaal, maar helaas kunnen we het niet stormachtig beginnen. We weten dat de hedendaagse lezer niet meer het negentiende-eeuwse geduld heeft…’), gaat het geheel al snel vrij sterk vervelen.

    Quotering: ** [explicit 16 februari 1988]

    09-11-2016 om 01:38 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs