Inhoud blog
  • 801 8 kerken- natuurwandeling
  • 904 E.S.B.
  • 903 Archief Kerk
  • 801 Beemden
  • 703 Rommelmarkt
    Zoeken in blog

    Foto
    erfgoedwolvertem

    29-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.304 Davidsfonds Wolvertem
    Davidsfonds Wolvertem
    Op 9.1.1927 startte de afdeling Meise en Wolvertem samen.  Alfons Verellen was de eerste voorzitter.  Later : dokter Van den Bruel en Frans Tettelin.
    Sedert 1947 was de afdeling zelfstandig.
    In februari 1982 vierde men 55 jaar Davidsfonds en werd het Guldensporencomité opgericht.

    29-10-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.303 Fanfare St.-Cecilia

    DE KONINKLIJKE FANFARE ST.- CECILIA TE WOLVERTEM

    Gesticht te Wolvertem op 25 april 1836, onder de bescherming van de Prins van Turn en Taxis, Baron Van der Linden d’Hoogvorst die burgemeester was van Wolvertem en Meise. Bij elke “geboorte” hoort een steekkaart. De eerste burgemeester was burgemeester J.B. Van Humbeeck. De eerste instrumenten werden geschonken door Messire Pangaert d’ Opdorp. De eerste muziekmeester was meester Ebbelinck uit Vilvoorde. Er kwam een eerste toelage van 150 frank van het provinciebestuur en men startte met 21 uitvoerende leden en 10 ere-leden.

    In 1841 beschikte men over 3 trombonen, 2 hoorns, 3 trompetten, 2 sleuteltrompetten, 2 klephoorns en een grote trom.
    De fanfare trad voor het eerst op bij een bijzondere gelegenheid in het dorp namelijk de inhuldiging van de nieuwe gemeenteschool aan de Hoogstraat. Hun fluwelen vaandel kregen ze van de burgemeester in 1873. Een nieuw reglement bepaalde dat bij gebeurlijke ontbinding van de fanfare alle instrumenten dienden binnengebracht op het gemeentehuis om later bij een heroprichting van de fanfare, te worden gebruikt. De voorzitters volgden elkaar op met steeds weer nieuwe moed en begeestering. De bekendste muziekmeester en dirigent was toch meester Louis Meeus uit Londerzeel. Hij werd vooral geprezen voor zijn processiemarsen.
    Ontelbare keren heeft de fanfare deelgenomen aan muziekwedstrijden, stapwedstrijden, festivals met meerdere behaalde eerste prijzen, medailles, bekers en diploma’s. Het Ceciliafeest heeft telkens plaats de eerste zondag na Driekoningen. Ter dier gelegenheid verzorgt de fanfare de zondagsmis en nemen de muzikanten plaats vooraan in de kerk.
    Op 11 november wordt na de mis hulde gebracht aan onze gesneuvelden bij het monument aan het gemeentehuis. Volgens een beurtrol spelen de drie fanfares dan  “het Vaderlands lied” en  “de Hymne van de Vlaamse Gemeenschap”.
    Van jaar tot jaar wordt het moeilijker om nog jonge mensen te bewegen lid te worden van de fanfare. Noodgedwongen ging het bestuur dan steun zoeken bij bevriende fanfares uit de omtrek. Deze hulp vonden ze bij de Koninklijke fanfare “De Vrede” uit Bollebeek.
    Het strekt onze gemeentebesturen tot eer dat ze sinds het ontstaan van de fanfares telkenjare een aanzienlijke geldelijke toelage toekenden.
    Ondertussen wordt er geroeid met de riemen die men heeft en hebben twee “jongere” mensen, Frans Cornet als voorzitter en Staf Heyvaert als dirigent, hun schouders gezet onder het”monument” de Koninklijke fanfare  Sint-Cecilia.

     


                (J.V.d.B)

    05-10-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.302 Koninklijke fanfare De Vrije Vrienden

    Koninklijke Fanfare De Vrije Vrienden

    De “Vrije Vrienden” werden opgericht in het jaar 1925.
    Zoals in vele gemeenten in die tijd was dat het gevolg van politieke tweestrijd of concurrentie tussen brouwers.  In deze tijd was het vermaak tussen jongelui beperkt en was het niet moeilijk om interesse op te wekken bij de jeugd om muziek te beoefenen, alle weken repetitie bij te wonen en maandelijks een uitstap.  Dat betekende ontspanning om aan de dagelijkse sleur te ontkomen.
    In de vooroorlogse en naoorlogse periode bestonden de meeste optredens uit jubileumconcerten bij maatschappijen in de omliggende gemeentes.  Getuigen daarvan zijn de medailles die aan de kroon van het vaandel hingen.
    Na de oorlog werd overgeschakeld naar braderijen en carnavalstoeten en nog later door het stijgen van het niveau van de uitvoeringen, door samenwerking met de fanfare “L’Union” uit Londerzeel.  Zo kwamen er concerten in eigen gemeente.  Het gevolg daarvan was dat werd opgeklommen van 4de afdeling naar 1ste afdeling op provinciale tornooien.  Dit was een hoogtepunt in de geschiedenis  van de vereniging, alsook de overwinning tot laureaat van de 1ste afdeling in het tornooi van de stad Brussel, ter gelegenheid van het millenium en een optreden op de Grote Markt er bovenop, plus een medaille.
    De voorzitters waren Van Campenhout Emiel, De Cock Pol, Van Buggenhout G., Wermoes (de viezen), Wed. Wermoes - De Cock, De Saeger G.
    De dirigenten Nicolas…, De Baerdemaeker, Van Regenmoortel, Moens, Ivens, Van Hoorick

    Jef Van den Brande

    24-09-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.401 Pastoor Theo De Witte

    We zagen hem elke vrijdag zijn rondgang doen in het O.C.M.W.-rusthuis met de communie voor de rusthuisbewoners.  Tot zijn dood bleef hij zich inzetten in het rusthuis.

    Geboren in Hekelgem op 12 december 1917.
    Priester gewijd in Mechelen door kardinaal Ernest van Roey op 24 juli 1943.
    Onderpastoor in Peulis van 24 september 1943 tot 20 februari 1946.
    Onderpastoor in Opwijk van 20 februari 1946 tot 11 augustus 1963.
    Pastoor in Sint-Vincentius Buizingen van 11 augustus 1963 tot 4 oktober 1975.
    Pastoor in Sint-Laurentius Wolvertem van 4 oktober 1975 tot 31 mei 1990.
    Aalmoezenier in het Rusthuis Van Hoorick van 31 mei 1990 tot 1 augustus 2012.

    In het rusthuis nam hij het initiatief tot het oprichten ven verzorgen van de rusthuiskrant.  Op zijn doodsbrief lezen we van hem : “Het ouderpaar Benedikt De Witte +1929 en Jeanette  +1969 nodigden vanuit het hiernamaals, hun zoon Theo uit, met hen te rusten in de vrede van God.”  Een aantal gebeden in zijn uitvaart werden door hem zelf geschreven.

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.907 Reacties

    De bijdrage over de mouttoren in de Stationsstraat in Wolvertem lokte volgend reacties uit :

    Mijn eerste indruk voor de mouttoren op zich is inderdaad zoals geformuleerd.  Maar laat ons realistisch zijn.  De afbraak werd beslist volgens de gangbare procedures.  De schepen heeft gelijk : er waren geen bezwaren toen.  Vanaf de zijlijn achteraf, is de verkeerde tactiek .... maar dat is politiek.  Dus niet voor mij.

    Wij moeten er nu over waken dat de mouttoren maximaal tot zijn recht komt.  Enkele huizen verder staat het huis Durant, met Art Deco veranda!

    Minimum minimorum geldt voor mij de kaart van de Dorpsraad van weleer (Wim Pas e.a.).  Dat is een goed uitgangspunt.  Wat daar op staat, daar blijft men af en is enkel voor kwaliteitsverbetering vatbaar!!! 

    En de rest ?  De lijst op excel bestaat. Maar waar blijven onze criteria ?  Waar is onze evaluatie ?

    Voor de Stationsstraat wil ik er wel aan toevoegen dat wij ons ook de vraag moe(s)ten stellen of twee brouwerijen in dezelfde straat beschermd moe(s)ten worden.  Daar zitten we in ev. criteria.

     

     

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.101 Bijnamen in Wolvertem

    In Wolvertem blijven we in de sfeer van de ontlasting.  De inwoners van Grimbergen en Humbeek bedachten hun met de bijnaam “strontstrijkers” (1).  Ze staan hiermee niet alleen, want ook die van Hoboken en Viane kregen dezelfde bijnaam.  Dit algemeen Nederlands woord stond in de oude Van Daele met de uitleg erbij.  In oude encyclopedieën staat de beschrijving ook en in het boek van De Raadt staat het eveneens.  De verklaring hier luidt als volgt : een groep jongeren vond het prettig de opkomende auto’s met een groepje af te leiden en ondertussen smeerden de anderen de wagens in met uitwerpselen.  Bij navraag bij autochtone Wolvertemnaars stelde ik een selectief geheugenverlies vast.  Ze weten het niet of ze willen het niet weten.  Er is echter niets om zich over te schamen.  Uiteindelijk vond ik er een die de bijnaam “strontrapers” (4) noemde.  Deze zou voortkomen uit mensen die beroepshalve de paardenvijgen op de straten inzamelden en gebruikten op de velden of ze verkochten.  Maar de zegsman kwam daar later op terug en keerde terug naar de eerste versie.  En die zou volgens de zegsman toegedicht zijn door de Brusselaars.  De boeren gingen vroeger met paard en kar hun vruchten verkopen op de markt in Brussel.  Bij hun terugkeer brachten ze mest mee uit de hoofdstad.  Dat was zeer gegeerd als bruin goud voor de landbouw.  Toen waren er nog geen riolen in de stad en de mensen kiepten ’s morgens de nachtemmer leeg in de beerkar die voorbijkwam.  Deze opruimers maakten er dan ook een handeltje van bij de boeren uit de rand.

    Een andere bron geeft ook “profijtelijken” (3), want de oude Wolvertemnaars waren zeer terughoudend in het spreken en doen. (volgens H. Van Dievoet)

    Jef De Cuyper

    Bronnen :

    (1) Les sobriquets des communes belges (blason populaire)” van J.Th.De Raadt uitgegeven door Constant Baune 50, Grétrystraat in Brussel in 1903

    (2) Brabantsch Sagenboek, De Cock en Teirlinck

    (3) Eigen schoon en de Brabander, nov. 1927 Xde jaargang pag. 178

    (4) Eigen onderzoek.

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.301 Fanfares in Wolvertem

    In Wolvertem :
    1. St.-Cecilia : van 1836 en gesteund door Turn en Tassis (Geschiedenis in een klein blauw boekje van Jacques t’ Kint van 1 november 1949)
    2. De vrije vrienden

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.901 E.S.B. over Wolvertem
    Eigen Schoon en de Brabander :
    1992/ 4-6/kaft : tekening kerk en gemeentehuis Wolvertem 
    1992/10-12/kaft : tekening Capelle in de Bosch Wolvertem 1733

    2004/2/299 Oude Brabantse geslachten Cleijmans
    2004/3/327 Toponomy van Wolvertem I
    2004/4/542 Toponomy van Wolvertem II
    2005/1/28 Toponomy van Wolvertem III
    2005/2/232 Toponomy van Wolvertem IV
    2005/3/312 Toponomy van Wolvertem V
    2006/1/24 Toponomy van Wolvertem VI
    2006/2/268 Toponomy van Wolvertem VII
    2008/ 91/2/ 332 Toponomie van Wolvertem VIII (Gillisjans Marc)
    2006/3/398 Toponomy van Wolvertem Gillisjans (addenda)
    2007/1/131 Het leen en het hof van Slozen
    1961/5-7/177 Hermanus De Munck, pastoor van Wolvertem
    1963/11-12/467 Het hof en het klooster in Nieuwenrode in de 12de en 13de eeuw onder Wolvertem en Meise

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 Godshuis Wolvertem

    5 Godshuis Wolvertem
    In bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n vinden wij :
    Godshuis, eertijds pastorij, afhankelijk van de abdij van Dielegem in Jette is momenteel het adminstratiegebouw van het OCMW, het rusthuis en De Spil van Meise. Het bevindt zich in de Godshuisstraat.
    Uit twee duidelijk herkenbare delen bestaand geheel, het ene daterend van 1660 en het andere, dat tegen de achtergevel van het eerste aanleunt, van 1773, doch gerestaureerd zoals een gevelsteen aantoont “Me A° 1903 PRSTNUM/IN STATum RSTUIT/J.SMITS PAST.”.  Het oudste gedeelte (fig.394) een tweede verd. Verhoogd dubbelhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl boven de ingangsdeur gedateerd 1660; sommige der zandstenen delen zijn in voor  restauraties veelvuldig gebruikte Franse kalksteen.  Leien zadeldak gevat tussen twee trapgevels (acht tr.) en voorzien van een Vlaams venster met trapgeveltje.  Hoge met profiel afgezette onderbouw van zandsteen.  In de voorgevel, kruisvensters met uitspringend middenkalf en een in het kordon opgenomen wigvormig ontlastingssysteem.  Rechth. Deur voorzien van een bovenlicht met tussenstijl.  Tweede gebouw erachter afgedekt met schilddak (leien) met dakkapellen en in twee gevelstenen aan weerszijde van de deur gedateerd 1773 :” IOES BAPTA/VAN DEN DALE/ PRELAET VAN/ DILIGEM 17733 en “CLEMENS STOEFS/PASTOOR/TOT WOLVERTEM /1773”.  Baksteenbouw op een zandstenen plint.  Rechth. Vensters met onderdorpelsvan arduin doch lateien en posten van gesinterde baksteentjes, verrijkt met hoekstenen van natuursteen.  Slanke rondboogdeur ingeschreven in een vlakke arduinen omlijsting met weinig uitspringende imposten en sleutel, en bekroond met een druiplijst.  In het verlengde, moderne bijgebouwen.
    Rentenierster Anne Marie Van Hoorick was de stichtster van het hedendaagse rusthuis.  Zij stierf op 9 mei 1908 in Brussel en stelde de toenmalige gemeente Wolvertem aan als erfgenaam.  De voorwaarde was echter dat ze een godshuis moest oprichten waar wezen, ouderlingen en gehandicapten die in armoede leefden moesten terecht kunnen.  Er werd een bureel der godshuizen opgericht, voorgezeten door de pastoor Finoulst.  Pas in 1929 werd het geld gebruikt om een godshuis op te richten.  In 1925 was het bureel gefusioneerd met de Commissie van Openbare Onderstand.  Zij namen de pastorij over in ruil voor de bouw van een nieuwe pastorij in de Oppemstraat.  Het tehuis breidde snel uit en in 1947 verscheen de achterbouw.  In 1950 werd een modern gedeelte aan de oude pastorij aangebouwd.  Het was pastoor Corluy die het initiatief nam.
    Het rusthuis werd geleid door de dochters van Maria uit Willebroek.  Die leidden eveneens het internaat Kindje Jezus, Sancta Maria –school en de kinderkribbe.  De eerste overste werd zuster Leopoldine Staels (1885 – 1969).  Een maal per week kwam een pater uit Grimbergen de mis lezen.  Later kreeg het rusthuis zijn eerste aalmoezenier Rombouts.  Hij kon vanaf 1950 de mis opdragen voor de bewoners en de zusters in de nieuwe kapel.  Nu nog wordt deze functie waargenomen door ou-pastoor Theo De Witte, ondertussen helaas overleden.
    Vanaf 1970 werd het rusthuis bemand met leken.  In 1976 werd de COO vervangen door het OCMW, door de fuzie het OCMW van Meise.
    Het nieuwe rusthuis telt 64 bedden voor permanente opvang en 4 voor tijdelijke opvang.

     

    Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe rusthuis blikken we terug op het rijke verleden van deze instelling, gelegen in de oude pastorij van Wolvertem. Samen maken we een reis doorheen de tijd in vier afleveringen.
    Het rusthuis van Wolvertem, een “huis” met een ver verleden:   Op 9 mei 1908 stierf te Brussel een oude dame, mejuffrouw Anne Marie Van Horick, op 68-jarige leeftijd. Zij woonde in de Camuselstraat nr. 55, niet ver van de Dansaertstraat. Deze rentenierster was de stichtster van het hedendaagse rusthuis.
    In haar testament, dat zij vier jaar voor haar dood liet opmaken, stelde ze de gemeente Wolvertem aan als erfgenaam. Hieraan was echter wel de voorwaarde verbonden dat de gemeente met dit geld een godshuis moest oprichten voor wezen, ouderlingen en gehandicapten die in armoede leefden.
    Mejuffrouw Van Horick was de dochter van Denis Van Horick, schrijnwerker te Brussel, en Marie-Josephe Vastenhaeckel. Haar kinderjaren bracht ze door in het ouderlijke huis op de Kiekenmarkt, dicht bij de Grote Markt van Brussel. Ze werd geboren op 1 november 1839, 9 jaar na de Belgische onafhankelijkheid. Dit kind van de jonge Belgische staat maakte de opbouw van de nieuwe natie mee.
    België behoorde toen tot de top van de industrielanden. Alleen Engeland ging ons land vooraf. Stoom, kolen en staal maakten België wereldberoemd. Deze industrie en de daarmee gepaard gaande welvaart, was echter grotendeels gevestigd in het zuidelijke landsgedeelte, Wallonië.
    In Vlaanderen was de tijd blijven stilstaan. Zoals vanouds bewerkten de Vlaamse boeren hun land. Zij bewerkten een klein stukje land, dat ze meestal tegen een hoge prijs van grote grondbezitters, zoals de adel en de burgerij pachtten. Dit kwam door de bevolkingsstijging die plaatsvond vanaf de achttiende eeuw. Doordat hun grond klein was en de pachtprijs hoog konden de boeren nauwelijks leven van hun noeste arbeid. Armoe was alom troef.
    Deze situatie troffen we ook in Wolvertem aan. Het grootste deel van de bevolking was werkzaam in kleine landbouwbedrijfjes, tussen de 51 aren en 2 hectaren groot, waarvan de helft gepacht werd van de plaatselijke grootgrondbezitters. Deze waren vooral afkomstig uit het Brusselse: de Pangaerts, eigenaars van het kasteel van Imde, de Schaarbeekse familie ‘tKint, die op het Impdenhof woonden, de familie Triest, woonachtig op het domein Leefdaal en de familie de Bassompierre, die te Nerom over een landhuis beschikten.
    Een ruim aandeel van de inwoners van Wolvertem leefden juist boven de armoedegrens of vielen eronder. De gemeente probeerde de noden te lenigen, o.a. door tewerkstelling in de aanleg van wegen, maar dit volstond niet.
    De gift van juffrouw Anne-Marie Nathalie Van Horick was dus welgekomen. Ze kwam echter niet uit de lucht vallen. Juffrouw Van Horick was ooit verzorgd samen met haar nicht, de eveneens ongehuwde juffrouw Vastenhaeckel bij de Zwarte Zusters van Dendermonde door zuster Margareta. Deze had vroeger ook de pastoor van Wolvertem, Jaak Smits, verzorgd. De pastoor had haar verteld over de grote armoede in zijn parochie. Zuster Margareta speelde deze informatie door aan de nichten Vastenhaeckel-Van Horick. Wanneer juffrouw Van Horick haar testament in 1904 laat opmaken, laat ze het grootste deel van haar goederen na aan de gemeente Wolvertem. Met dit geld moest een tehuis voor behoeftige wezen, gehandicapten en ouderen opgericht worden.
    Bij haar overlijden kreeg onze arme gemeente een belangrijk steuntje in de rug. Het geld van de erfenis van juffrouw Van Horick werd gebruikt om de pastorij van Wolvertem aan te kopen en hier in overeenstemming met haar wil een tehuis in op te richten.

    1. De pastorij van Wolvertem:

    Voor het oprichten van het tehuis ging de voorkeur uit naar een historische locatie, de pastorij van Wolvertem. Dit gebouw had historische wortels die teruggingen tot de 17e eeuw.
    De pastorij van Wolvertem werd in 1662 gebouwd in vlaamse renaissancestijl door de abdij van Dielegem, die verantwoordelijk was voor de zielezorg in onze parochie. Het gebouw bestond uit twee verdiepingen. Onderaan werd een sokkel in witte zandsteen aangebracht. Hierop kwamen de muren in rode baksteen. De pastorij werd vergroot in 1773 met de aanbouw van een nieuwe stuk achteraan. Dit gebeurde door abt Van Den Daele van Dielegem op vraag van de toenmalige pastoor, Clemens Stoefs. Deze Brusselaar had talloze klachten over zijn verblijf te Wolvertem en wist de abt uiteindelijk te overreden om de pastorij te vergroten.
    Dit valt nu nog te zien in het gebouw. Het eerste gedeelte, met de ingang, is vooraan gelegen en is hoger dan het tweede stuk. Het tweede stuk is achteraan gelegen en heeft een lager dak dan het eerste.
    In één van de kamers van het nieuwe gedeelte werden prachtige schilderijen aangebracht. Deze toonden landelijke taferelen, op één ervan werd zelfs de pastorij op de achtergrond afgebeeld. Wanneer in de jaren ’70 het rusthuis werd gemoderniseerd, zijn de schilderijen in een erbarmelijke staat. Helaas ging er bij de restauratie een gedeelte van de doeken verloren of werden ze in stukken gesneden om er kleinere schilderijtjes van te maken.
    De pastorij was oorspronkelijk gelegen in het centrum van Wolvertem. Over de juiste plaats zijn wij niet ingelicht. De beeldenstorm en de oorlogen uit de 16e eeuw zorgden ervoor dat de kerk, het kerkhof en het huis van de pastoor gedeeltelijk vernield werden. Dit veranderde in 1660, wanneer de pastoor verhuisde naar zijn nieuwe pastorij, het huidige rusthuis.
    De nieuwe pastorij was verder van het centrum gelegen. Misschien om te ontsnappen aan de plunderende legerbendes ? Ze bevond zich aan de kleine Dries. De ingang bevond zich niet zoals nu aan de Godshuisstraat, maar wel langs de rechterkant van het huidige rusthuis, waar nu de Van Horickweg gelegen is. Hier stroomde de Molenbeek. De pastorij was via een ophaalbrug te bereiken die over de Molenbeek viel. Op oude postkaarten is te zien dat de pastorij afgesloten was met een hek.
    Wie langs de rechterkant de haag volgt, zal er nog steeds een opening van de oude ingang aantreffen. Vanuit de opening vertrekt een padje dat vroeger naar de pastorij leidde.
    Hoe werd de oude pastorij nu een rusthuis?
    In 1908 ontving de gemeente uit de nalatenschap van juffrouw Van Horick 195.000 fr.  Hiermee kon de gemeente een tehuis bouwen voor arme wezen, gehandicapten en ouderen. Er werd een Bureel der Godshuizen in het leven geroepen om dit project te realiseren. Het zal 17 jaar duren voor het bureel een geschikte locatie vindt.
    Na onderhandelingen met de gemeente neemt de Commissie van Openbare Onderstand, de opvolger van het Bureel der Godshuizen, de pastorij over in ruil voor de bouw van een nieuwe pastorij in de Oppemstraat.
    In 1929 ging het tehuis open. Het zou vooral ouderen opvangen en zo was het rusthuis, in de volksmond gekend als “het godshuis”, geboren. Het beheer werd door de COO toevertrouwd aan de zusters “Dochters van Maria” uit Willebroek.
    Hiermee werd een lange traditie van christelijke naastenliefde verder gezet. Deze ging in Wolvertem terug tot in de duistere Middeleeuwen.

    2. Armenzorg: van tafel van de Heilige Geest tot het Bureel van Weldadigheid:

    Armoede is zo oud als de mensheid zelf. In het oude Rome gaf een rijke burger ’s morgens aan zijn “cliënten” hun brood. De cliënten waren armen die zich aansloten bij een rijke patriciër om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. In ruil hiervoor steunden zij hun “patroon” bij verkiezingen en vergezelden zij hun op straat.
    De Tafel van de H. Geest:
    De eerste sporen van liefdadigheid te Wolvertem treffen we aan in de Middeleeuwen. In de Middeleeuwen konden de armen bij de Tafel van de
    H. Geest terecht. Zij probeerden de ergste noden van de armen te lenigen door hun geld te geven of goederen (brood, hout enz.) waarmee zij in hun levensonderhoud konden voorzien.
    De “Tafels van de H. Geest” werden opgericht in de 13e eeuw. Daarvoor was de pastoor alleen verantwoordelijk voor de bedelingen aan de armen. Het was een lekeninstelling waarin de parochianen de zorg voor de minderbedeelden op zich namen. Zij benoemden iemand uit hun midden om de Tafel te beheren. Hij droeg de titel van armenmeester.
    De “Tafel van de H. Geest” werd beheerd door één van de parochianen, aangesteld door zijn medebroeders. Aanvankelijk had de pastoor hierin een sterke inspraak. Geleidelijk aan verwierf de heer van Wolvertem hierin steeds meer zeggenschap. In de 17e eeuw koos hij de armenmeester uit een lijst met kandidaten. De pastoor bleef zich echter bemoeien met de benoeming, tot ergernis van de heer.
    Na zijn aanstelling moest de armenmeester een eed van trouw afleggen voor de schepenbank, het orgaan dat Wolvertem tijdens het Ancien Regime (periode vóór de Franse Revolutie, 1789) bestuurde in opdracht van de heer. De armenmeester werd aangesteld voor de periode van één jaar. De benoeming vond plaats in het begin van het jaar. Als de armenmeester overleed tijdens zijn ambtstermijn werd hij onmiddellijk vervangen.
    De armenmeesters hadden zeker geen ceremoniële functie. Aan het ambt waren zware verplichtingen verbonden. Bovendien gebeurde dit op kosteloze basis.
    Hij moest vooreerst instaan voor de bedelingen aan de armen. Deze gebeurden in geld en in nature: brood, vlees, hout en kleren. Daarnaast was hij verantwoordelijk voor het plaatsen van weeskinderen en ouden van dagen bij gezinnen. Bovendien zorgde hij ervoor dat zieke armen verpleegd werden. Op het einde van hun arm leven konden de behoeftigen ook rekenen op een begrafenis die door de Tafel van de H. Geest werd betaald.
    Wolvertem was onder het Ancien Regime een arm dorp. Dit valt af te leiden uit de zogenaamde haardentellingen. Hierbij werden de “haarden” (huizen) geteld om na te gaan wie rijk genoeg was om belastingen te betalen. In 1437 zijn er te Wolvertem 51 huizen van armen op een totaal van 141. In een huis woonden minimum twee volwassen personen. Dit levert een bevolking van 282 mensen op. Hiervan waren er 102 hulpbehoevend of 60 % . Dit mogen wij een groot cijfer noemen. Voor het hertogdom Brabant was het gemiddelde immers 25 %. Wolvertem had ook meer armen dan de andere dorpen van de meierij van Merchtem, het district waartoe Wolvertem samen met Londerzeel, Merchtem en Grimbergen behoorde.
    Tegen het einde van het Ancien Regime is hierin verbetering gekomen, maar ¼ van de bevolking bleef arm en behoeftig. Dit blijkt uit de volkstelling van 1754.
    De oorzaken voor deze armoede waren niet ver te zoeken. Vooreerst waren er de oorlogen. Brabant was bijvoorbeeld verschillende malen in oorlog met het aangrenzende graafschap Vlaanderen. Daarnaast schuimden roofridders het platteland af.
    De zware slag kwam er echter na de regering van Karel V. Door godsdienstige problemen tussen katholieken en protestanten verzeilden onze gewesten in een burgeroorlog. De grote machten kwamen hun geschillen uitvechten op ons grondgebied. Wij werden het slagveld van Europa. Aan deze situatie kwam pas een einde in de achttiende eeuw onder keizerin Maria-Theresia.
    Een tweede oorzaak was de sterke bevolkingstoename in de 13e eeuw. In het Ancien Regime was de grond in handen van edellieden en kerkelijke instellingen. In Wolvertem was de baron van Imde, heer van Wolvertem, een belangrijke grondbezitter, samen met de abdijen van Dielegem (Jette), Groot-Bijgaarden en Grimbergen.
    Het grootste deel van de grond waarop de inwoners van Wolvertem werkten was eigendom van de grootgrondbezitters. Ze mochten de grond bewerken in ruil voor een jaarlijks te betalen pachtsom.
    Deze gronden volstonden niet om de vele monden te voedden. De gronden waren ook erg versnipperd. Er was dus te weinig grond voor teveel mensen. De boeren probeerden als dagloner of wever iets bij te verdienen, maar de lonen lagen niet hoog.
    Bovendien was er geen werk voor iedereen. Brabant kampte in deze duistere tijden met een hoge werkloosheid, zowel in de steden als op het platteland.
    De armen waren over heel Wolvertem verspreid. Ze konden echter alleen een beroep doen op de Tafel van de H. Geest als ze tot de eigen parochie behoorden. Dit was niet altijd gemakkelijk. De armenmeesters moesten zich behelpen met de geboorteregisters van de kerk. De burgerlijke stand zal pas in de Franse tijd worden ingevoerd.
    De armen waren weduwen, wezen, gehandicapten, ouden van dagen die niet meer in hun levensonderhoud konden voorzien, en kleine ambachtslui die met hun ambacht slechts gedeeltelijk hun brood konden verdienen (schoenmakers, gordelmakers, …) Eenmaal is zelfs de plaatselijke geneesheer, heelmeester Gimijn, behoeftig.
    De Tafel van de H. Geest kon slechts de ergste noden lenigen. Daarnaast was er ook particuliere liefdadigheid, maar hierover bestaan geen cijfers. Er werd bovendien niets aan de oorzaken van de armoede gedaan. Het betrof hier aalmoezen waar de armen juist van konden overleven.
    De armenmeesters haalden de inkomsten voor de armenzorg uit het patrimonium van de Tafel van de H. Geest die verschillende gronden te Wolvertem en een hoeve in eigendom hadden. Deze gronden werden verpacht. Daarnaast kon de Tafel rekenen op giften van de parochianen en renten die vastgezet werden op gronden. Het patrimonium van de H. Geest was voor het grootste deel afkomstig uit schenkingen en erfenissen.
    De armenmeester moest van het beheer van de inkomsten rekenschap afleggen bij de pastoor. Deze laatste wist ook wie geholpen moest worden, gezien het nauwe contact met zijn kudde. Er vielen echter steeds mensen uit de boot. De Tafel van de H. Geest had nooit voldoende inkomsten om alle armen te helpen.

    Burelen van Weldadigheid
    De Franse Revolutie schaft de instellingen van het Ancien Regime af. In 1789 wordt de absolute monarchie met zijn voorrechten voor adel en geestelijkheid naar de geschiedenisboeken verwezen. Elke Fransman is vanaf nu gelijk voor de wet.
    De andere landen van Europa verklaarden daarop de oorlog aan Frankrijk uit angst dat de revolutie ook naar hen zou overslagen.
    De Fransen versloegen o.l.v. van generaal Napoleon Bonaparte echter de buitenlandse legers en Europa komt onder Frans bewind. Onze gewesten werden ingelijfd bij Frankrijk en er volgde ook bij ons een afschaffing van de oude instellingen, zoals de schepenbank en de Tafel van de H. Geest. In de plaats hiervan kwam het gemeentebestuur en het Bureel van Weldadigheid.
    De Burelen van Weldadigheid namen de taken van de Tafels van de H. Geest over. Vanaf nu werd armen-en ouderenzorg een aangelegenheid van de Staat.
    De burelen werden opgericht door de wet van 7 frimaire van het Jaar V (republikijnse jaartelling, 27 november 1796).
    Hierin stond dat elk gemeentebestuur een Bureel van Weldadigheid moest oprichten. Dit moest bestaan uit 5 leden. De inkomsten waren afkomstig van de goederen van de voormalige Tafels van de H. Geest.
    De goederen van de Tafels van de H. Geest waren bij de Franse machtsovername samen met de andere kerkelijke goederen verbeurd verklaard. Ze werden door de Franse overheid als “biens nationals” (nationale goederen) verkocht.
    De wet van het Jaar V verklaarde dat de goederen van de Tafels niet langer verbeurd waren en dat het vroegere bezit dat al verkocht was, vervangen diende te worden door andere nationale goederen.
    Daarnaast mochten de Burelen van Weldadigheid ook inkomsten verwerven uit giften en de heffing van 1/10 op de toegangsprijs van evenementen (zoals bals of vuurwerk).
    De gemeente en de Staat konden hen ook toelagen toestaan.
    De opstart van de burelen verliep echter niet zoals verwacht. De overheden op het platteland, ook te Wolvertem, waren niet onmiddellijk te vinden voor de afschaffing van de kerk en de armentafels. Ze weigerden om de leden van de burelen te benoemen. In de plaats hiervan lieten ze de Tafels van de H. Geest bestaan en in het bezit van hun goederen.
    De Fransen reageerden hierop door het toezicht op de Burelen van Weldadigheid aan de gemeenten te onttrekken en toe te wijzen aan de prefect, hoofd van het departement (provincie).
    De verzoening kwam tot op zekere hoogte tot stand wanneer Napoleon de Franse republiek omvormde tot een keizerrijk, met hem aan het hoofd. Hij sloot een concordaat (afspraak tussen de Kerk en de Staat) met de katholieke kerk en liet haar terug toe in zijn rijk.
    Het Bureel van Weldadigheid te Wolvertem werd met een hulpkantoor uitgebreid. Hierin speelde de pastoor een rol. Het kantoor bestond uit 2 leden en één notabele die verkozen werd door de 2 andere leden en het hoofd vormde van het kantoor. De liefdadigheid gebeurde hoofdzakelijk in nature. Dit was nodig in Wolvertem. In 1808 lag het aantal armen nog steeds hoog. Een vierde van de bevolking leefde onder de armoedegrens. De gemeente telde 320 armen op zijn 1437 inwoners.
    Daarnaast werden de armen verpleegd als ze ziek waren. Deze taak werd waargenomen door de heer d’Allecourt, officier van de Gezondheidsdienst en woonachtig te Wolvertem. Hij verzorgde de zieken voor een vaste wedde van 30 fr. per jaar.
    In 1815 werd Napoleon te Waterloo verslagen. Onze gewesten werden door de grote mogendheden bij de Verenigde Provinciën, het latere Nederland, gevoegd. Samen worden ze het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden. De Franstalige en katholieke elite in onze contreien kon zich echter niet in de politiek van de Nederlandse koning vinden. Op 1830 scheidden de zuidelijke provincies zich af en vormen een nieuwe staat, België.
    De Burelen bleven bestaan, maar de armoede verdween niet. Zoals aangehaald was de 19e eeuw geen prettige tijd voor de modale Vlaming. Vooral het midden van de eeuw was een bijzonder moeilijke periode met de aardappelcrisis (1845-1855). De aardappelteelt werd in 1845 door “de plaag” getroffen. Daarop volgde een reeks misoogsten. De gewone bevolking leefde in grote armoede.
    Ook het Bureel van Weldadigheid van Wolvertem werd geconfronteerd met deze grote armoede. Op een bevolking van 3.300 zielen telde de gemeente gemiddeld 860 armen (25 % van de inwoners). Haar budget volstond meestal niet. Zo had het bureel het in 1840 erg zwaar om met haar budget van 2.371 fr alle ouden van dagen en invaliden te helpen. Door spaarzaam om te springen met de bedelingen en dankzij de giften van een aantal bemiddelde parochianen kon het juist rondkomen.
    Wanneer de aardappelcrisis uitbrak, betekende dit een ramp voor de Wolvertemse behoeftigen. Het aantal steuntrekkers steeg van 816 naar 1300. Dit was 1/3 van de bevolking. Het Bureel van Weldadigheid kon ondanks toelagen van de gemeente en de hogere overheid alleen de ergste nood lenigen.
    In 1855 was de crisis afgelopen. Het aantal armen daalde terug. Ook na de crisis had het Bureel van Weldadigheid evenwel teveel monden te voeden. De erfenis van juffrouw Van Horick was dus welgekomen in onze arme gemeenschap.

    1.     

    Met de erfenis van een rijke Brusselse wordt de ouderenzorg in Wolvertem uitgebouwd:
    Op 26 september 1908 werd een Bureel der Godshuizen opgericht om met de erfenis van juffrouw Van Horick uit Brussel een tehuis voor ouderen, wezen en gehandicapten te realiseren.
    Het Bureel werd voorgezeten door de pastoor van Wolvertem, eerwaarde Finoulst. Ernest De Caerlé trad op als secretaris en ontvanger. Haar leden waren de heren ’t Kint, Slachmuylders en Stallaert. Gezien het belang van het Bureel voor de gemeente woonde de burgemeester, Hendrik van Cauwelaert, ook de zittingen bij.  
    Het Bureel richtte zich aanvankelijk op het helpen van ouderen, wezen en gehandicapten met financiële hulp. Pas in 1929 werd het geld van de erfenis gebruikt om een godshuis op te richten. De Burelen van Weldadigheid en van de Godshuizen waren ondertussen gefusioneerd in 1925 tot de Commissie voor Openbare Onderstand.
    Het godshuis was aanvankelijk alleen gevestigd in de oude pastorij. Door de groei van het tehuis waren echter vernieuwingen nodig. In 1947 verscheen de achterbouw. Daarnaast werd er in 1950 een modern gedeelte aan de oude pastorij aangebouwd.
    Het feit dat het godshuis opgericht werd in het magnifieke gebouw van de pastorij is te danken aan de pastoor zelf. Pastoor Corluy, de toenmalige pastoor, vond de antieke pastorij immers te ver verwijderd van de kerk. Hij wendde dan ook alle mogelijke pogingen aan om het gemeentebestuur te overhalen om een pastorij op te richten die dichter tegen de kerk gelegen was.
    Het rusthuis werd geleid door de “Dochters van Maria” uit Willebroek. De keuze viel op hen, omdat zij al werkzaam waren in de meisjesscholen te Wolvertem. Er waren vier zusters aanwezig, waarvan één de overste vormde. De eerste overste van het rusthuis werd zuster Leopoldine Taels (1885-1969). Zij zal overste blijven tot aan haar dood. De zusters die haar ter zijde stonden, waren in de periode 1929-1942 de zusters Fransisca Vivys, Florentina De Bondt, Andrea Van der Straeten, Henriette Seps en Caroline Steenackers. 
    Zij hadden de zorg over 52 bewoners. Aanvankelijk sliepen mannen en vrouwen in de oude pastorij. De mannen sliepen hierbij op de zolder. Wanneer de achterbouw verscheen, konden ze terecht in de achterbouw.
    Voor hun zielenheil moesten de zusters en de rusthuisbewoners zich naar de parochiekerk begeven. Eenmaal per week kwam een pater uit Grimbergen voor de mis te lezen. Hierin kwam verandering wanneer het rustoord zijn eerste aalmoezenier, eerwaarde Rombauts, kreeg. Hij kon vanaf 1950 de mis opdragen voor de bewoners en de zusters in de nieuw aangelegde kapel. Op dit moment wordt deze functie nog met veel ootmoedigheid waargenomen door Theo De Witte, oud-pastoor van Wolvertem.
    De zusters hadden telkens een goedgevulde dagtaak. Ze begonnen om 4u ’s morgens met de was te doen. Tegen 7u begaven ze zich naar de mis, waarna er gegeten werd. Vervolgens verpleegden de zusters de hulpbehoevenden. Om half twaalf werd de soep geserveerd. Na het middagmaal volgden een ganse reeks van karweitjes: afwassen, strijken en boterhammen maken voor het avondmaal.
    De zusters hadden geen verlof. Ze hadden slechts recht op 1 retraite per jaar. Dag en nacht moesten ze paraat staan, vermits er niet in een nachtwacht was voorzien. In het weekend werden ze afgelost door hun congregatie uit Willebroek.
    Ze werden geholpen door een aantal leken, die o.m. poetsten. Daarnaast hielpen de bewoners zelf. Er was ook een tuinman, Jan Van den Bosch, en een schilder, Theo Van den Bosch.
    In 1969 overleed zuster Leopoldine. In hetzelfde jaar verlaten de zusters het rusthuis na onenigheid met het bestuur. De laatste ploeg bestond uit de zusters Petronella, Aloiysioa, Henriette en Jacinte. Zij hadden als lekenpersoneel Jeannine De Smedt, Betty Schillemans en Marieke de Mars.
    Vanaf de jaren ’70 werd het rustoord bemand met leken. Zij probeerden het waardevolle werk van de zusters verder te zetten. In 1976 werd de Commissie voor Openbare Onderstand vervangen door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Door de fusie betrof het hier het OCMW van Wolvertem, Meise en Oppem. Daarnaast werd er in stilte geijverd voor een nieuw rusthuis.
    Dit nieuwe rusthuis komt er nu eindelijk. Het zal 64 kamers hebben, waarvan 60 voor permanente bewoners en 4 voor tijdelijke opvang. Hiermee is het rusthuis gewapend voor de 21e eeuw. 
    Roald Gillisjans.

    284 Retroroute Meise

    De Cultuurraad van Meise lanceerde een niet onaardig initiatief, dat vroeger reeds in andere vormen opwag maakte.
    Op een uitgestippelde route staan panelen, waarop een oude foto, prentkaart of tekening met  een verklarende tekst.  Bij de bronnen op de circulaire vinden wij o.a. “ blog erfgoedmeise door Jef De Cuyper”.  Hier had beter gestaan :
    http://blog.seniorennet.be/erfgoedmeise.  Om mijn lezers de kans te geven de teksten te vergelijken met het blog, geef ik hier de referenties :

    Parochie          Originele Naam          nr. blog           Meise,             Circulaire
                                                                                      o.d.t.v.St.-M.

    Wolvertem

          Godshuis                    221 tot 226

    De keuze van de gebouwen roept vragen op.  Ware het niet beter geweest zich te baseren op de top 21 van de historische panden in Meise aflevering 128 Gemeentewonderen ?

     

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 Tramstation Wolvertem

    Dit gebouw krijgt een andere bestemming en is in handen sedert 2008 van een privé eigenaar, architect Etienne Wijns .  Het is een geklasseerd gebouw uit 1896.  Het heeft de functie van tramstation gehad tot in 1976.  Je kon er tickets kopen en de verantwoordelijke woonde er in.  Daarna werd het een opslagruimte voor de gemeente.
    de gemeente stelde bij de verkoop de eis dat het een publieke ruimte zou worden.  De eigenaar vertaalde dit in : wijnbar, tentoonstellingsruimte en vergaderruimte.  In 2010 legde de dienst Onroerend Erfgoed de werken aan het gebouw stil, omdat er een geschil ontstond omtrent de betonnen vloer, die de houten vloer verving. 

    Op You-tube verscheen onlangs een prachtig filmpje van de volledige tramlijn L van Brussel tot Londerzeel.  Die stopte aan dit tramstation.

    Er bestaan nog heel wat oude foto’s van de activiteiten in en rond het tramstation.

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 Mouterij Wolvertem
    De mouterij werd aanvankelijk als coöperatieve van landbouwers uit de omgeving, opgericht door August Van Doorslaer (° Londerzeel 29.11.1847 en + Meise 6.5.1939), schepen en erevoorzitter van de fanfare Concordia, bijgenaamd ‘Kapaf’.  Naar hem werd de August Van Doorslaerlaan in Meise genoemd.  Hij ligt begraven in een eregraf op het kerkhof vooraan.
    In ‘Berla’ verschenen twee artikels over deze mouterij en de brouwerij De Keersmaker van de hand van Jef Van den Brande 96.43.03 en 96.46.31.  Hij bezorgde ook twee foto’s.

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 Gemeentehuis Wolvertem

    Het gemeentehuis is in neo-traditionele stijl (1875)
    Op pag.501 van “Geschiedenis van Wolvertem” t’ Kint e.a. staat een oude postkaart van 1910.
    In “Histoire de l’environnement de Bruxelles” van Wautersstaat het pag. 249 onder nummer 604.  We vinden het verder nog in het “Jan Hammeneckerpad” pag.4 met een foto en het d’Hoogvorstpad nr.19 waar vermeld staat dat tot voor kort er ook het vredegerecht gevestigd was van het kanton Wolvertem.  In de Eddy Merckxroute staat een kleurfoto nr. 12

    284 Retroroute Meise

    De Cultuurraad van Meise lanceerde een niet onaardig initiatief, dat vroeger reeds in andere vormen opwag maakte.
    Op een uitgestippelde route staan panelen, waarop een oude foto, prentkaart of tekening met  een verklarende tekst.  Bij de bronnen op de circulaire vinden wij o.a. “ blog erfgoedmeise door Jef De Cuyper”.  Hier had beter gestaan :
    http://blog.seniorennet.be/erfgoedmeise.  Om mijn lezers de kans te geven de teksten te vergelijken met het blog, geef ik hier de referenties :

    Parochie          Originele Naam          nr. blog           Meise,             Circulaire
                                                                                      o.d.t.v.St.-M.

    Wolvertem       Gemeentehuis             100
    De keuze van de gebouwen roept vragen op.  Ware het niet beter geweest zich te baseren op de top 21 van de historische panden in Meise aflevering 128 Gemeentewonderen ?

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 Kerk Sint-Laurentius

    De kerk is ingeplant op een heuvel met omringend een ommuurd kerkhof, gemarkeerd door 2 arduinen hekpijlers uit XVIII d.
    Op pag 777  van Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n vinden wij een volledige technische beschrijving.  Verder, zie lijst in nr.98 van deze reeks (vorige bijdrage) staat ze onder nr. 7. Histoire des environs de Bruxelles 5 H.III Meysse, Wolvertem,Londerzeel pag. 249, Wolvertem Gemeente t’ Kint pag 704, Jan Hammeneckerpad en boskapelpad  VWB 68 op pag.3, d’ Hoogvorstpad W.G. Meise 18, Edwin Ganzpad W.G.Meise 23, Fietspad VTB-VAB KB 7 en Langs Vlaamse wegen St. M. en L. 14.
    Een monografie is niet in ons bezit.  Tekeningen zijn er veel o.a. van Kerremans, Pas e.a. en foto’s in overvloed   De kerk staat op de schilderij van Julien De Roover “Acht kerken Meise” en voor zover ik weet werd er geen medaille gegraveerd.
    Voor de artikels die verschenen in het tijdschrift Berla raadpleegt men best de website.  Uittreksels uit mijn Excel bestand kan ik momenteel niet samen brengen.

    16-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 11/07-17/07 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 13/07-19/07 2015
  • 04/08-10/08 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 28/10-03/11 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs