Zoals vermeld staat deze niet op de kaart van de
Dorpsraad. Dat is de reden, waarom ze
niet op de lijst van de Meisewonderen staat.
In Enkele geschiedkundige notas over de parochie Rossem lezen wij :
In 1765, wanneer pastoor Stoefs tot tweede onderpastoor van Wolvertem benoemd
werd, gingen drie boeren van Rossem
de prelaat Valvekens te Brussel bezoeken om te vraegen eenen heere, den
welcken buyckvast tot Rossem zoude
wonen om aldaar hunne kerckelijcke diensten te verrighten. De prelaat vroeg hun of zij dit bij rechte
of uitterminnen vroegen en zij antwoordden dat, indien zij een mondeling
akkoord konden sluiten, er geen proces moest ingespannen worden.
De prelaat, die de grote moeilijkheden inzag van altijd van uit Wolvertem naar Rossem toe te gaan, zond zijnen Provisor om met de boeren akkoord
te maken.
Dit akkoord was uiteindelijk het volgende : de Prelaat zal te Rossem een pastorij bouwen, op zijn
grond, ten zijnen laste en zelf onderhouden, maar de boeren van Rossem zullen 1000 gulden aan de abdij
betalen en al de bouwmaterialen op hunnen kosten nemen : zij zullen ook nog een
stuk grond ter beschikking stellen om er een kareeloven op te stellen.
Dit akkoord is gesloten geweest met een notariële akt tussen de pater Provisor,
afgevaardigde van de Prelaat en 9 van de bijzonderste boeren van Rossem, voor Phillippus Van Malderen,
notaris en koster te Wolvertem, ten
huize van Jan Robberechts te Rossem.
Daarna moesten de boeren nog veel onderhandelen met pastoor Servaes uit Wolvertem, waarvan Rossem afhing, om aan zijn onderpastoor in Rossem een behoorlijke bediening toe te staan(22 mei 1766).
De Prelaat gaf dan commissie aan onderpastoor Stoefs om een kareeloven te
maken, bomen tegen de winter te kappen, enz.
Eindelijk heeft hij hem een plan van het huis gegeven. De grondvesten waren voor de winter gereed,
alsook de borreput. In de uitkomen van
1767 is aan de bouw begonnen en onderpastoor Stoefs heeft de nieuwe pastorij
van Rossem op 13 oktober 1767 kunnen
bewonen.
In 1842 werden de drie dorpen Meuzegem,
Imde en Rossem onafhankelijke parochieën verklaard.
De Pastorie
Vrijstaande in oorsprong typische 18de eeuwse dorpspastorie
(datumsteen 1767) gelegen te midden van een vrijwel vierkante volledig ommuurde
tuin deels sier-en deels moestuin aan de straatzijde afgesloten met een
lage bakstenen muur met pilasters en hekwerk (grondig gerestaureerd 1963). De in oorsprong 18de eeuwse
pastorie werd na een brand in 1916
grondig gerestaureerd waarbij een lagere L-vormige achterbouw in
historiserendebouwwijze werd toegevoegd aan het originele rechthoekige
volume. Van deze verbouwing zijn plannen bewaard gebleven, het ontwerp is een
ontwerp van architect Robert Crignier uit 1916. Het 18de eeuwse
volume is een bakstenen constructie van twee bouwlagen onder zadeldak, bekroond
met een klokkenruitertje. Voorgevel van drie venstertraveeën (witstenen
steekboogvensters). Beide zijgevels met geveldriehoek zijn vrijstaand en
spaarzaam doorbroken met grote en kleine steekboogvensters. De pastorie is
opgetrokken in een parement van veldovensteen, de lediaanse kalkzandsteen van
Balegem werd enkel toegepast voor de plint, de hoekkettingen, de
steekboogvensters, de toegangspoort en de stellinggaten. Van het oorspronkelijk
18de eeuwse buitenschrijnwerk met kleinhoutverdeling en buitenluiken
is jammer geen spoor meer, alles werd vervangen door smaakloze PVC ramen. De
balklagen worden in de voorgevel aangegeven middels smeedijzeren ankers met
knoop en schieter.
Het 18de eeuwse interieur werd in 1916 ingrijpend
getransformeerd, waarbij alle originele vloeren, binnenschrijnwerk en
stucplafonds verloren zijn gegaan en vervangen werden door modernere
uitvoeringen.De planindeling van het gelijkvloers en de eerste verdieping gaan
wel terug tot de 18de eeuwse situatie. Alle 18de eeuwse
stenen en plankenvloeren werden vernieuwd, alle stucplafonds werden uitgevoerd
in een stijl anno 1900, alle binnendeuren zijn lijst-en paneeldeuren ca. 1900.
Bouwhistorisch waardevol is de nog intact bewaarde 18de eeuwse
overwelfde kelderverdieping van de pastorie. Vloeren in gebakken aarde.
Originele bakstenen gepleisterde gewelven van het zgn. boheemse type met
tussengeslagen gordelbogen. Fraaie keldergaten met afgeschuinde dagkanten , voorzien van
smeedijzeren geerden.
Johan Grootaers
|