Dat is alleszins niet eenvoudig: den denne of het erf rondom een boerderij, is het
platgelopen, platgetrapte deel van het erf rondom een hoeve of boerderij, ook
de plaats waar de kippen en ander kleinvee te vinden waren...er groeide geen
gras op en men goot er als verhardingsmiddel, de gebluste asse uit de stoof (de
schramoeille) op, om slijk te weren. In het Hoogduits is het "Tenne",
een "dorsvloer", en die moet vlak en effen zijn om het gedorste koren
en het graan te kunnen bijeengaren. Soms lei men ook een groot dekzeil op de
"denne" om met het geselpaard te dorsen. Synoniem =
"deel".....
Wat zegt het Woordenboek der Nederlandsche Taal 1) ? Den(II)
7) Dorschvloer. || D'eene maeckt den Den ghereet, Die met zeylen wordt bespreet;
D'ander moeyt hem heele daghen Op den Den het saet te draghen, HONDIUS. Monfe-schans
285. En het kieckxken van de hen Wt den dop valt op de den, 352. 'Et koren op
den den uiteenleggen, CORN.-VERVL.
1) Hol,
schuilhoek, verblijf van een roofdier. Het
gebruik bij BILD. is waarschijnlijk als anglicisme op te vatten. || Een woonst
der draecken, Een moorders den', DE BRUNE, Embl. 50. Van dien dagh af,
hebbe ick en de Leeuw in de zelve denne, en van de zelve kost geleeft, 68.
Indien haar (t. w. de aarde) 't wild gediert tot den en roofnest maakt,
BILD. 3, 78. In een den, op hobblig klif gelegen ..., Onthield zich 't wild
gediert, 3, 118 (zie ook 5, 368; 6, 7; 8, 308). Verwin en keten woudgedrochten,
Die bosch en steenklip, dan, en krochten, Vervullen met hunn' schrikbren kreet;
8, 110 (zie ook 1, 104).
De etymologie of de herkomst van het woord: denne 2)
Het woord is alleszins verwant aan de boomnaam: de den
(Duits: Tannenbaum)
.Hoogst waarschijnlijk werd
een dorsvloer, alsook het ruim en de dekplanken van een schip, gemaakt van
dennenhout. Met Middelnederlands denne, bedoelt men alleszins: vloer,
scheepsdek, dorsvloer. In het Middelnederduits denne is het een dierenhol,
een diepte in de bodem; in het Oudengels denn
, en Engels den heeft men het over hol of schuilplaats.
Het Indogermaans (wortelwoord) dhen betekent:
handpalm (vlakke hand), vlakke bodem.
Kroes 3) ziet de betekenisevolutie als volgt: dorsplek, dorsvloer > vaste
bodem > planken- vloer > ruim >
bergzolder
.
De betekenis van denne is eigenlijk: platgetreden,
vlakgemaakte plaats of plek waar men gerieflijk kan dorsen, terwijl deel naast dorsvloer, ook slaapplaats boven de
stal, plankenvloer, hooizolder, enz
betekent. deel is verwant aan het Engels
deal = plank; Fries telle = dorsvloer.
1) WNT, Woordenboek
der Nederlandsche Taal, Leiden.
2) Dr. Fr.DEBRABANDERE, Brabants
Etymologisch Woordenboek, Davidsfonds/Waanders, 2010.
3) H.W.J. KROES, Ndl. den. Nhd Tenne
, In Tijdschrift voor Nederl. Taal- en Letterkunde, Leiden, jg. 42 (1923),20-24
GEDENT (gedend), bnw. Van denne (den), vloer; ook in den zin van dorschvloer. Kil. area, pavimentum; WVl. dem,
den, dent, dein (De Bo 221); hd. tenne; mhd. tenne; ohd. tenni. Zie
over den samenhang met andere germ. vormen Kluge 342; Weigand 2, 890. Ook
komt denne (den) voor in de bet. van verdek
(op een klein schip), planken vloer, waaronder eene lading geborgen
worden kan. Kil. denne,
tabulatum; dennen van 't schip, fori, tabulata navium. Zie Van Lennep, Zeemanswdb. 53,
waar behalve dennen ook denning in de bet. vloer staat
opgeteekend. Vandaar gedent (gedend), van een dek voorzien, een verdek hebbende. ||
Wairt dat enige wtheemsche luyde mit gedende scepe binnen Leyden quamen, Leid. Keurb. 168, 51. Als men weeckoorn metet uut cleinen scepen in koggen schepen, die
ghedendt zijn, so sal hem die ontfanger gheven van elken hoede 1 penninc, O. K. v. Dordr. 43, 141 (O. R. v. Dordr. 1, 46, 141).
Frans
Meskens, Grimbergen
.. maart 2013
Uitbreiding:
Bij
ons in Rossem (Meise) is "nen den(ne)... enkel het platgetreden stuk erf
rondom de woning met toegang tot het karhuis en de aanhangende gebouwen.... 's
Zaterdags moest den denne proper afgekeerd (afgeborsteld) worden met een
'straatveger'... Den denne lag ook steeds vol kiekenstront. Het pluimvee werd
er gevoederd (niet in 't gras, want was den den niet meer). Den denne was ook
mooi vlak, ge kon er met de marbols (knikkers) spelen of perkhinkelen (dat was
voor de meisjes), evenals balspelen en koordjespringen...Op den denne werden
ook de paarden ingespannen en als de koeien uit de weide kwamen moesten ze over
den denne om naar stal te worden gebracht....
Een beetje nostalgisch, maar dat was onzen denne... te Slozen (Rossem)