Dat is alleszins niet eenvoudig: den denne of het erf rondom een boerderij, is het
platgelopen, platgetrapte deel van het erf rondom een hoeve of boerderij, ook
de plaats waar de kippen en ander kleinvee te vinden waren...er groeide geen
gras op en men goot er als verhardingsmiddel, de gebluste asse uit de stoof (de
schramoeille) op, om slijk te weren. In het Hoogduits is het "Tenne",
een "dorsvloer", en die moet vlak en effen zijn om het gedorste koren
en het graan te kunnen bijeengaren. Soms lei men ook een groot dekzeil op de
"denne" om met het geselpaard te dorsen. Synoniem =
"deel".....
Wat zegt het Woordenboek der Nederlandsche Taal 1) ? Den(II) 7) Dorschvloer. || D'eene maeckt den Den ghereet, Die met zeylen wordt bespreet;
D'ander moeyt hem heele daghen Op den Den het saet te draghen, HONDIUS. Monfe-schans
285. En het kieckxken van de hen Wt den dop valt op de den, 352. 'Et koren op
den den uiteenleggen, CORN.-VERVL. 1) Hol,
schuilhoek, verblijf van een roofdier. Het
gebruik bij BILD. is waarschijnlijk als anglicisme op te vatten. || Een woonst
der draecken, Een moorders den', DE BRUNE, Embl. 50. Van dien dagh af,
hebbe ick en de Leeuw in de zelve denne, en van de zelve kost geleeft, 68.
Indien haar (t. w. de aarde) 't wild gediert tot den en roofnest maakt,
BILD. 3, 78. In een den, op hobblig klif gelegen ..., Onthield zich 't wild
gediert, 3, 118 (zie ook 5, 368; 6, 7; 8, 308). Verwin en keten woudgedrochten,
Die bosch en steenklip, dan, en krochten, Vervullen met hunn' schrikbren kreet;
8, 110 (zie ook 1, 104).
De etymologie of de herkomst van het woord: denne2)
Het woord is alleszins verwant aan de boomnaam: de den
(Duits: Tannenbaum) .Hoogst waarschijnlijk werd
een dorsvloer, alsook het ruim en de dekplanken van een schip, gemaakt van
dennenhout. Met Middelnederlands denne, bedoelt men alleszins: vloer,
scheepsdek, dorsvloer. In het Middelnederduits denne is het een dierenhol,
een diepte in de bodem; in het Oudengels denn
, en Engels den heeft men het over hol of schuilplaats.
Het Indogermaans (wortelwoord) dhen betekent:
handpalm (vlakke hand), vlakke bodem.
Kroes 3) ziet de betekenisevolutie als volgt: dorsplek, dorsvloer > vaste
bodem > planken-vloer > ruim >
bergzolder .
De betekenis van denne is eigenlijk: platgetreden,
vlakgemaakte plaats of plek waar men gerieflijk kan dorsen, terwijl deel naast dorsvloer, ook slaapplaats boven de
stal, plankenvloer, hooizolder, enz betekent. deel is verwant aan het Engels
deal = plank; Fries telle = dorsvloer.
1) WNT, Woordenboek
der Nederlandsche Taal, Leiden.
2) Dr. Fr.DEBRABANDERE, Brabants
Etymologisch Woordenboek, Davidsfonds/Waanders, 2010.
3) H.W.J. KROES, Ndl. den. NhdTenne
, In Tijdschrift voor Nederl. Taal- en Letterkunde, Leiden, jg. 42 (1923),20-24
GEDENT (gedend), bnw. Van denne (den), vloer; ook in den zin van dorschvloer. Kil. area, pavimentum; WVl. dem,
den, dent, dein (De Bo 221); hd. tenne; mhd. tenne; ohd. tenni. Zie
over den samenhang met andere germ. vormen Kluge 342; Weigand 2, 890. Ook
komt denne (den) voor in de bet. van verdek
(op een klein schip), planken vloer, waaronder eene lading geborgen
worden kan. Kil. denne,
tabulatum; dennen van 't schip, fori, tabulata navium. Zie Van Lennep, Zeemanswdb. 53,
waar behalve dennen ook denning in de bet. vloer staat
opgeteekend. Vandaar gedent (gedend), van een dek voorzien, een verdek hebbende. ||
Wairt dat enige wtheemsche luyde mit gedende scepe binnen Leyden quamen, Leid. Keurb. 168, 51. Als men weeckoorn metet uut cleinen scepen in koggen schepen, die
ghedendt zijn, so sal hem die ontfanger gheven van elken hoede 1 penninc, O. K. v. Dordr. 43, 141 (O. R. v. Dordr. 1, 46, 141).
Frans
Meskens, Grimbergen .. maart 2013
Uitbreiding: Bij
ons in Rossem (Meise) is "nen den(ne)... enkel het platgetreden stuk erf
rondom de woning met toegang tot het karhuis en de aanhangende gebouwen.... 's
Zaterdags moest den denne proper afgekeerd (afgeborsteld) worden met een
'straatveger'... Den denne lag ook steeds vol kiekenstront. Het pluimvee werd
er gevoederd (niet in 't gras, want was den den niet meer). Den denne was ook
mooi vlak, ge kon er met de marbols (knikkers) spelen of perkhinkelen (dat was
voor de meisjes), evenals balspelen en koordjespringen...Op den denne werden
ook de paarden ingespannen en als de koeien uit de weide kwamen moesten ze over
den denne om naar stal te worden gebracht.... Een beetje nostalgisch, maar dat was onzen denne...te Slozen (Rossem)
(Vervolg)
Bij gelegenheid van de plechtige wijding van de nieuwe klokken op zondag 9
oktober 1955 was de kerk feestelijk versierd.Op het koor stonden de twee nieuwe klokken opgesteld. De plechtigheid
nam een aanvang met het bidden van 7 boetepsalmen.Dan volgde het wijdingsgebed en de besprenkeling met wijwater door de
bisschop, geassisteerd door E.H. De Boeck, pastoor.In een warme toespraak legde Mgr. Morel de
betekenis uit van de klokken.
Na het bidden van6 alleluiapsalmen zong
het koor geestdriftig Als de klokken blij weerklinken van J. Van Gijsen en
Staf Nees.Na het lof zong de menigte
uit volle borst O.L.V. van Vlaanderen.Als aandenken aan deze plechtigheid werd vanwege de peters en de meters
aan alle aanwezigen een gedachtenisprentje en aan alle kinderen een doos
doopsuiker overhandigd.
1824 Jozef Benedikt Van Zeebroeck
1876 Jozef Edward Marie Van Zeebroeck
1892 François Lauwerijs
1907 Louis Van Opstal
1919 Cyriel Maes
1947 Eugeen Jozef De Boeck
Op 22 Februari 1944 rond 4 uur in de namiddag bij het
terugkeren van de school naar huis met mijn schoolvrienden dagelijks
viermaalop en neer Slozen Rossem. Bij
het terugkeren van die bewuste dag viel onze aandacht op kleine wolkjes aan de
blauwe hemel. Wij konden ons niet voorstellen wat het betekende die kleine net bloem
boeketjes die ze open spreiden,misschien viel het ons dat op daar het zo een heldere zonnig dag was. Bij het aanschouwen
van dit mooi en kleurrijk voorval van dat afweergeschut dat op gesteld stond op
het vliegveld van Grimbergen en te Peutie bij Vilvoorde. Plots zagen wij twee
vliegtuigen aan de einder verschijnen in achtervolging gevechtspositie wij
stonden op de straat hetaan te staren
toen er plots een regen van kogels op de keien van de straat weg kaatste. Er werd geroepen
schuilen en iedereen zo snel mogelijk de gracht in, om veiliger te zijn tegen
die moorden dingen, dat had de schoolmeester ons wel op het hart gedrukt bij
schiet en bom partijen onder de banken beschutting zoeken, na enkele minuten
namen wij dan de vlucht naar de zavelput die zich bevond op een stuk land
gelegen enkele meters verder. De beide gevechtsvliegtuigen kwamen terug boven
ons aan in en duel, wij konden het gevecht goed volgenop zeker ogenblik geraakt er een in brand
enkonden waarnemen hoe de piloot zich
trachtte te reddendoor uit het
vliegtuig te springen. Het vliegtuig stortte in duik vlucht al branden naar
beneden op een goede 300 m
van onze schuilplaats. Het neervallende gesloten land uitgerekt parachuteszagen we neerdalen achter het bos dat hoger
op gelegen was, tegen de steenweg naar Londerzeel. Het overwinnend vliegtuig
kwam nog een eresaluut brengen boven de neergestorte brandend vliegtuig. Wij
rakkers waren er als de kippen bij om erons van te vergewissen hoe een brandend vliegtuig er op de grond er wel
uitzag. Er aangekomen moesten wij ons reppen om er zonder kleerscheuren er
vandaan te komen in het vuur ontplofte de kogels en vlogen ons om de oren. Een
landbouwer uit de buurt verjaagde ons al lopend sloegen wij de richting in naar
de valschermspringer die neder was gekomen achter het bos geen 250 m vandaan. Aangekomenwas het al een drukte van mensen uit Imde en
Slozen die ook dat schouwspel hadden gevolgd de piloot lag in een
scheidinggracht tussen twee weide waar
nu het gebouw van de Vlaamse Radio Omroep een 50M richting Londerzeel. Het
valscherm was blijven hangen in de telefoondraden met volle geweld is er door
de mensen aangetrokken om hem beneden te krijgen en iedereen wilde zijn deel
van die zijde stof. Op zeker ogenblik
stopte er een luxe wagendie er toen
niet veel op de wegen reden, en man stapte uit en zei tegen de plunderaars hebt
eerbied voor de dode en trok het valscherm over het doden lichaam van de
piloot. Misschien was dit een verzetsmandie zich kwam vergissen om de piloot te
redden maar helaas het was te laat. Velen hebben
beweerd dat hij in de lucht aan zijn parachute is neergeschoten na de
bevrijding heb ik persoonlijk nog al spelend de pilotenmuts op mij hoofd gehad
er was enkel een driehoek scheur dit duidt op eenschrappenel dat is te onderscheiden van een
kogel er zijn ook geruchten dat hij is neer geschoten ter plaatsen door een
vijandige Duitsgezinde persoon wat zeker niet het geval was. Hier werd ook
gesproken dat het vliegtuig door twee personen zou bemand geweest zijn maar dit
is fout: een rapport van het departement van vermiste vliegtuigen heeft dit
bevestigd aan Van Hout Ludo ( zoon een dokter uit Londerzeel.)
Opmerking:
Als bestuurslid van
de Verbroedering Vaderlandse Verenigingen van de gemeente Meise er een
gedenkplaat op te richten ter nagedachtenis van die jongen die hier in het
verre Europa de dood vond om ons van dat dictatuur regime van de nazis te
verlossen.
ADAMS ROSCO CHARLES2° Lt AC O-
745256 geboren te Alliance
Ohio USA op 22 april 1923 gesneuveld op 20
Februari 1944t e Imde
Vergeldingsactie teSlozen tegenover de Gestapo
In de maand
Augustus in anno1944 op een zonnige Dinsdag namiddag is er een man uitNerom voorde herberg bij de coille nu t Neerhofdood geschoten. Volgens mijn moet het gebeurt zijn in de late namiddag
toen deVlaamse SS die daar op volgende
nacht de groep vanVerbelen ( nu tot
Oostenrijk staatsburger genaturaliseerde Belg uit t Leuvense zoon van een
Politie Commissaris). Is er diebewuste nacht veel slachtoffers maakte te
Mensel-Kiezegem later hier meer daarover. Mijn vader dievoor het ogenblik werkloos was als geleider
van een vrachtauto in de ijsfabriek van Strombeek was een zaak gestart te Nerom om koekjes te bakken voor een
schep ijs, waar in die tijd veel vraag naar was iedereen wilde iets bij
verdienen en daar hij een afzet gebied vond bij zijn vroegere ijs klanten van
de hoorntjes ende koekjes. Op maandag
komen twee jonge mannen uit Slozen
met de fiets er aan gereden daar ze wisten dat Franshet bewuste slachtoffer er te vinden was, ze
vroegenhem eens naar Slozen te komen, waarop hij antwoord
morgen zonder fout ik moet morgen voormiddag naar de post om mijn geld en dan
kom ik dadelijk de herbergiers van Slozen betalen. Hij is nooit meer naar
huis gekeerd, wie was die Frans hier in de streek door de ouderen nog wel
gekend. Frans was een zoon
van twee doodbrave kleine landbouwers uit Nerom. Deze man Frans
lakske als bijnaam die menig vee voor aankoop in de handel van toen, had
afgetekend in de naam als koopman maar ten diensten vande sluikslachters, deze toestand had hem in
een doelloos leven gestort hier en daar met schulden en hij wistvan het hout geen pijlen meer te maken. Moest zich
rekenschap geven bij de Belgische Rijkswacht en bij de Duitse bezetters en was
ter aller tijden op een doolspoor te recht gekomen. Om uit al die toestanden te
kunnen geraken heeft hij getekend als TOT-organisatie een groepering van
werknemers die werkte voor het leger in bezetten gebieden om wegen aan te
leggen voor de transporten naar het front. Zo was Frans beland in Griekenland,
daar heeft er zich een vechtpartij voor gedaan in het kamponder hen en heeft hij een dolk steek
gekregen in de nek die maar niet wilde genezen en altijd maar dieper en dieper
wildvlees naar binnen groeide. De Belgische kampdokter stuurde hem naar het
militair Hospitaal te Brussel waar ze hem wilde een operatie uitvoeren, mits
hij zo contractueel teken voor de Gestapo wat hij ookdeed. Hier tekende Frans zijn dood, de
geallieerdenwaren geland en rukte op
naar het noorden en de SS van Vlaanderen moest zich klaar maken om naar het
oosten en noorden te vluchten naar Duitsland en zochten slachtoffers om
plunderingen te kunnen ondernemen, zie Opwijken Mensel- Kiezegemhoeveel
slachtoffers dat ze daar maakte dit voorval zo ook te Slozen kunnen toen vallen maar de tijd resten hun niet meer. Het was rond drie
uur dat wij bengels van de straat aan het spelen waren op de straat richting de
molenbeek Slozenstraat ter hoogte van hettweede huis links dat wij vuurschoten hoorden drie in aantalsnel naar de afkomst van de schoten wat ik
opmerkte twee mannen diezich ver
plaatsten met de fietsrichting Londerzeel.
Een doodgeschoten
man lang in de greppel naast het café met het aangezicht naar de grond. Die
beide fietsers kwamen terug keerde de dode om en namen zijn brieventaskeken er in en staken hem terug in zijn
binnenzak zonder iets er uit te nemen. Natuurlijk dit voorval had als gevolg
dat iedere inwoner van Slozen het
dorp verliet en naar veiliger oorden vluchten. Grootmoeder Wis en mijn moeder
die niets hoefde te vrezen daar zijn een vrijgeleide had als verpleegster
bezoekster voedvrouw. Bij val avond is er een auto Citroën traction avant
komen aan gereden meteen Veld polizeiDuitse politie een Gestapo en een
OfficierSS Vlaming die zijn eigen taal
niet meer sprak ze vroegen aan mijn grootmoeder of ze kennis had wie het zo
kunnen gedaan hebben waarom zij op als antwoordgaf dat hij die twee mannen zekermoet er kent hebben. Hier opkwam geen reactie van de SS officier die het onderzoek leidde in zijn
slecht Vlaams uit hoogmoed sprak hij Duits de volgende vraag was hoeveel
schoten ze had gehoord het waren er drie en toen moest het voordoen van de man
in burger die zeker de Gestapo was ze vertelde dat hij zijn schulden was komen
betalen en aan de schenktoog stond toen die twee personen binnen kwamen hem aan
spraken en plaats namen aan een tafel tussen het raam en debuiten deur, wat er besproken is kon ze niet
vertellen, ze zijn alle drie buiten gegaan en bij het buiten komen links tussen
het raam en de deur hebbenze Frans neer
geschoten, liep verder naar de lindeboom en draaide naar de volgende tweede
lindeboom er stonden tegen de gracht er drie van die bomen waar hij in de
gracht te recht kwam. Hierop vroeg de Duitse politieman of ze iemand kon vinden
om hem naar Wolvertem centrum het
dodenhuis te brengen. Zorg er voor mevrouw dat het lijk van avond nog naar het
dodenhuis gebracht wordt, waarop het drietal vertrokken. Hethele onderhoud heb ik persoonlijk kunnen
volgen grootmoeder stuurde mij naar Alfons Van Moer noodslachter te Slozenzeker een man die niet zo vluchten voor een Duitser vertelde hij altijd
ik heb er in 14-18genoeg van afgezien
in gevangenis in Duitsland. Deze burgerman
heeft op zijn kar in het duister hem naar Wolvertem
gebracht grootmoeder heeft Frans nog gedekt met een deken. Er is veel over
gerodeld over dit geval voor wie en voor wat maar nooit is er iets boven
gekomen en zeker niets van voorgekomen.
Belevenissen van enkele bengels uit Slozen in de
vakantie van 1943
Misschien zal dit
hoofdstuk niet zo helder klinken voor zij die het nu zullen lezen, maar het
waren in die oorlogsjaren andere tijden van honger en schrik maar niet ons het
boerenvolk, wij bengels konden wat centen verdienenmet op de smokkelgoederen te letten en met
onze rollenwagenswat transport te doen
voor de stadbewoners die aankopen kwamen doen van eetwaren en zelf een hofje
aanlegde enwat grond bewerkte op het
platte land, om in hun noden van voedselte voorzien dat gerantsoeneerd was voor de aankoop met zegeltjes. Ik kan het mij nog
best herinneren al was het heden ten dagen, het speelde zich af in het grootverlof
van 1943 juli-augustus. Met enkele
vriendjes was ik aan spelen op het kruispunt onder de wegwijzer die de weg
aantoonde naar Rossem Temse -
Brussel nu zou heteen monument waardig
zijn moest deze er nog staan. Menige uren hebben
wij op die plaats doorgebracht en van geen kattenkwaad bewust hebben veel
fantasieën trachten levend te maken. Wij hebben er ook alles besproken wij
hebben zelf gedacht aan een concurrenten strijd aan te gaan met het openbaar
vervoer de tram die het in die jaren het heel druk had met smokkelwaren naar de
hoofdstad te brengen. Ja zulke gedachten speelde er reeds in onze hoofden, ja
handel zat er van in onze jeugdjaren zeker al in, wat het ook niet zo verbaast
zal klinken in die harde tijden waar elke centiem werd omgedraaid voor je deze
kon missen. Op zekere dag zagen
wij in de verte onze buurman, die en verwoed sluikslachter was met een diertje
de fiets aan de hand afkomen uit Rossem, al vlug kwam het op in onze gedachten
deze man die ons wel eens trakteerde op een limonade of een ijsje,konden wij best een handje toesteken. Bij het naderen zag ik dat hij een
steenezeltje bij had, aan zijn rechterhand zijn fiets. Wij vroegen hem dat we
geen handje konden toesteken wat hij zeker aanvaarde, wat mij wel opviel was
dat die man wel misschien wat had gedronken op de verkoop met de verkoper en er
meer dan een pint geuze hadden op gedronken. Zo aangekomen aan het café bij de
Coille waar wij stopte, en de buurman betaalde een rondje voor deze gedienstige
jongens en liet ons een toertje op de rug van den ezel maken. Ondertussen was
hij op een akkoord gekomen met de bazin Wis de ezel daar te stallen. En wij moesten het
diertje voorzien van eten en onderhoud, hij kreeg onze toestemmingop ons erewoord tegen val avond werd het diertje
gestald en voor zien van hooi en stro, onzeafspraak was gemaakt de volgende morgen het dier zijn stal uit te
mesten. De morgen daar op
ik naar de stal met nog een paar vrienden om onze taak uit te voeren, maar het
werk was reeds geschied door de eigenaar die ons vertelde dat d e ezel geld
kakte en lietonze enkel kleine stuivers
zien. Je kunt je nu best
inbeelden dat wij hartpijn hadden dat wij dat niet hadden gevonden, nooit zijn
wij nog te laat verschenen om de ezel van eten en strooisel te voorzien maar
nooit hebben wij nog iets gevonden. Maar hele goede herinneringen hebben de
kinderen uit Slozenzeker aan over gehouden gedurende het hele
verlof hebben wij met het diertje gespeeld en rond gereden soms met drie en
vier op de rug het was een heel brave ezel altijd gedienstig. Veel later heb ik
vernomendat onze speelvriend afkomstig
was en gekocht op deMeuzegemsehoek van
Moon. Maar schone liedjes duren nooit lang en een nieuw schooljaar kwam er aan
en op een namiddag gingen wij terug spelen met de ezel deze was verdwenen.
Enkele dagen later kwam de buurman worsten aanbieden aan moeder die zeker van
het vlees van de ezel waren, moeder heeft ze zeker voor een gunst prijsje
kunnen kopen en wij hebben ze heel lekker naar binnen gespeeld. Dus mag ik
zeggen tot besluit dat ik op de ezel heb gereden maar er ook heb van
gegeten.
Ps: Een tante van
mijn was gouvernante van de drie kleine kinderen van een weduwnaar uit
Schaarbeek deze kwam eens met de kinderen naar Slozen op bezoek en deze ontdekte ook het speelgenot van de ezel.
En is menige malen
naar Slozen moeten komen met haar
kroost om met de ezel te rijden. Later ben ik de
jongen Marc in zijn fabriek te Vilvoorde nog tegen gekomen hij vertelde ook van
de pret die hij toen hier beleefde in Slozen.
In het kader van de werkgroep Erfgoedcel van Berla werd door Roel Van der
Stighelen de lijst vastgesteld van de ev. te beschermen monumenten in Rossem.Deze lijst is geëvalueerd via een plaatsbezoek
van de leden van de werkgroep, maar niet getoetst aan objectieve criteria.
De kaart van de vroegere Dorpsraad Meise
(Wim Pas e.a.) werd als vertrekpunt gekozen.
Oorspronkelijk gelegen aan de Slozenstraat te Rossem
( Wolvertem ), kadastraal C 130.
Laten we beginnen om voor de met de streek niet
bekende lezer een aardrijkskundige situatie te geven van Slozen. Het is een entiteit
in het gehucht Rossem dat zelf parochie is van Wolvertem welke laatste zelf
behoort tot de fusie Meise, gelegen ten noorden van Brussel. Slozen wordt
begrensd door, ten noorden de gemeente Londerzeel met de huidige
Kaaskantmolenstraat, ten oosten door de Molenbeek, ten zuiden door een nu
toegegroeide inzinking, vroeger een gracht, welke de grens uitmaakt met de
parochie Imde en ten westen door de huidige Steenhuffelstraat. Deze laatste
vormde samen met de Kaaskantmolenstraat de aloude heerbaan van Mechelen over
Londerzeel naar Dendermonde.
We geven hieronder eerst een chronologisch overzicht
van de verschillende eigenaars van het leen met het kasteel en zijn pachthof
welke gebouwen we terugvinden op de kaart van Popp onder perceel C 130 133 ;
het pachthof was het Neerhof van het kasteel van Slozen en maakte doorheen de
eeuwen deel uit van een leen [1]
behorend tot de hertog van Brabant waartoe ook het kasteel van Slozen behoorde.
Slozenhof dankt zijn naam aan de patriciërsfamilie
de Looze uit Brussel die er in de 14e eeuw eigenaar van was. Eerst
ene Godfried de Looze en na zijn dood in 1383 zijn zuster Peye T Slozen.[2]
Deze Peye huwde Hendrik van Heymbeke en hun zoon Jan
en diens zoon Rogier bleven er eigenaars van tot op 17 mei 1449 het Slozenhof
door deze laatste te koop werd gesteld. Het was Gillis van den Bempde die de
nieuwe eigenaar werd [3]
waarna zijn zoon Jan in 1487 er in het bezit van komt en het in 1502 verkoopt
aan de familie Jan Rattalder [4],
ontvanger van de hertog van Saksen ; diens kleinzonen Daneel, Joris, Jan en
Antoon doen verhef van het leen bij het leenhof van Brabant op 29 01 1541. Al
snel werden de goederen als pand gegeven voor de door de Rattalders ontleende
geldsommen.
Zo wordt voor het laathof van Groot-Bijgaarden een
akte opgesteld waaruit blijkt dat Daneel Rattalder op 03 02 1550 verschenen was
voor schepenen van Londerzeel en verklaarde alle jaren aan Katelijn van Buyten
( x Joos van den Nuffle ) een rente van 52 Carolusgulden te betalen bezet op
een bos ( dit zijn de Geerbergenbossen ) gelegen tegen de Heetvelderbossen te
Rosssem. Hij gaf als panden hiervoor : 6 b 1 dw land gelegen op de Acht Bunder
; een blok land gen. Gerstenveldeken ; 4 b eusel gelegen tegen de Jans vander
Heyden boomgaard en tegen de Elf Dagwanden ; 10 dw land gen. den Speelhoff ;
den Kwaden Meers aan de Robbeek ; den Verloren Kost beemd ; 4 ½ dw geh. den
Kloostermeers en tenslotte de Groten Boomgaard. [5] Het jaar
erna bepanden de gebroers Joris en Daneel Rattalder 3 b bos geh. de Heide voor
een rente van 48 Carolusgulden die ze jaarlijks aan dezelfde Katelijn van
Buyten schuldig zijn. Datzelfde jaar nog bepanden ze opnieuw hun goederen
gelegen onder Londerzeel, Steenhuffel en Rossem voor verschuldigde renten aan
diverse personen. In een andere akte dd. 13 11 1553 komt Joris op te treden
voor hemzelf en zijn broer Daneel, beiden zonen van Philips en Anna le Four
waarbij hij belooft alle jaren 9 zakken rogge te leveren ten huize van Geeraard
Goossens, koster van Londerzeel, telkens te betalen op 01 10 ; deze rente mocht
ook afgekocht worden tegen 300 Rijnsgulden eens. Ze geven hiervoor tot pand al
hun goederen, reeds verkregen en nog te verkrijgen ende sonderlinghe een hennen winhoff met huysen schueren stallen
metten bogaerd ende zynder toebehoorten daer aene geleghen ende
Marc Gillisjans
[1] Oorspronkelijk besloeg het leen of heerlijkheid van Slozen slechts 17
bunder. Het kasteel met zijn neerhof besloeg 7 bunder ; het leen bezat verder
heerlijke rechten en een tiende gevestigd op alle gronden onder Slozen.
[2] Rekenkamer 17144 p. 162. Nochtans vinden we in Brabantica VII/2, 1964,
p. 803 onder Lignage Serroelofs de volgende filiatie : Godevaert de Loeze ( x
Anna Neukens ) van wie : Aleydis de Loeze ( x Jan Coppens alias van Impde ) van
wie Wouter Coppens alias de Loeze en zijn zuster Peye (Sapientia) Coppens alias
tsLozen die Hendrik of Jan van Heymbeke alias Heyenbeke huwde en die erfgename
was van het Slozenleen na de dood van haar broer Wouter dewelke van zijn
grootvader Godevaert 10 bunder land onder Imde en Wolvertem bekwam waarbij hij
nog 5 bunder cijnsgoed van de abdij van Dielegem, gelegen voor het huis van Jo(annes) Oemkensdict(us) vore tslosenhof , voegde om het Slozenleen te vormen : RA
Anderlecht : KA 6966-2 p. 24v. ; zie ook Wauters, Environs de Bruxelles, eerste
uitgave deel II, p. 325 en twee uitgave deel 5 p. 260.
[3] Rekenkamer 17146 p. 318 ; Leenhof van Brabant, leenbrieven 120 p. 197v
[4] Schepengriffie Vlaams Brabant : Wolvertem ( laathof Groot-Bijgaarden )
8495 p. 7 dd. 10 02 1502 ; dezelfde dag verkoopt ook een der nazaten van Willem
van Opstalle Senior haar deel in de goederen van Slozen en in april en mei 1503
verkopen de andere erfgenamen van Willem Senior samen met ene Jan vander Heyden
hun delen in deze goederen die gelegen waren te Kershoevenonder Rossem. We kunnen ze situeren tussen de
huidige Steenhuffelstraat en de Steenweg op Temse en ten zuiden langs
weerzijden van de huidige Slozenstraat.
Godfried de LOZE (+ voor 1356) was de eerstgekende eigenaar
van dit hof (cfr. Livre de feudataires de Jean III de Brabant). Hij liet
het na aan zijn kleinzoon, Wouter COPPENS bijgenaamd "de LOZE",
overleden voor 1381, die het aan zijn zus (Peye) naliet en deze deed verhef van
het hof in 1383 (cfr. Brabantica III, blz. 800en Histoire des environs de
Bruxelles, II, blz. 315)
In het boek "Geschiedenis van Wolvertem" van J.Lefèvre, L. Verhasselt en J. t' Kint vinden we historische gegevens over deze kerk. Achteraan op de eerste paal rechts staat een euwenoud beeld van O.L.V. ten drieën.
Over de kerk van Rossem
berichtte ik reeds in mijn reeks Toren roept haan, cursiefjes van onder de
toren van St.-Martinus Meise in de
afleveringen 16 en 29.
Enkele geschiedkundige notas over de kerk en parochie Rossem van Jacques t Kint gaat wat dieper in op de parochie en de
pastorij, de kerk en de klokken.In 1990
bestond de parochie 200 jaar en dat werd met grote luister gevierd, onder
impuls van o.a. Gust De Bondt.In het
streeknieuws werd dat uitvoerig beschreven.Er bestaat een herinneringsmedaille van die tijdens de natuurloop in
Ossel in 1990 werd uitgedeeld.
In de Geschiedenis van Wolvertem
staat alles beschreven op pagina 761.
Het viel op dat buiten de kerk er niets getekend
werd op de kaart van de Dorpsraad van Meise.Waarom staat op deze kaart geen pastorij nochschoolgebouw?Misschien was er geen plaats meer.Wij beschouwen ze als een minimumlijst.
De kerk zou zelfs niet geklasseerd zijn en Monumenten en Landschappen blijkt
niet de intentie te hebben de pastorij te klasseren.
Na de hetze rond eventuele verkaveling door de kerkfabriek in Rossem bereikte
dit dossier de werkgroep erfgoed van Berla.Vorig jaar bezochten wij reeds de pastorij en ze zou beschreven worden.
Een objectieve benadering van de site Rossem dringt zich op.Onze lijst (Roel Van der Stighelen) gaat heel
wat ruimer dan deze drie gebouwen. Het komt er nu op aan, buiten en vooral
boven het politieke gekibbel, de lijst te laten erkennen door de bevoegde
instanties.
Zoals vermeld staat deze niet op de kaart van de
Dorpsraad.Dat is de reden, waarom ze
niet op de lijst van de Meisewonderen staat.
In Enkele geschiedkundige notas over de parochie Rossem lezen wij :
In 1765, wanneer pastoor Stoefs tot tweede onderpastoor van Wolvertem benoemd
werd, gingen drie boeren van Rossem
de prelaat Valvekens te Brussel bezoeken om te vraegen eenen heere, den
welcken buyckvast tot Rossem zoude
wonen om aldaar hunne kerckelijcke diensten te verrighten.De prelaat vroeg hun of zij dit bij rechte
of uitterminnen vroegen en zij antwoordden dat, indien zij een mondeling
akkoord konden sluiten, er geen proces moest ingespannen worden.
De prelaat, die de grote moeilijkheden inzag van altijd van uit Wolvertem naar Rossem toe te gaan, zond zijnen Provisor om met de boeren akkoord
te maken.
Dit akkoord was uiteindelijk het volgende : de Prelaat zal te Rossem een pastorij bouwen, op zijn
grond, ten zijnen laste en zelf onderhouden, maar de boeren van Rossem zullen 1000 gulden aan de abdij
betalen en al de bouwmaterialen op hunnen kosten nemen : zij zullen ook nog een
stuk grond ter beschikking stellen om er een kareeloven op te stellen.
Dit akkoord is gesloten geweest met een notariële akt tussen de pater Provisor,
afgevaardigde van de Prelaat en 9 van de bijzonderste boeren van Rossem, voor Phillippus Van Malderen,
notaris en koster te Wolvertem, ten
huize van Jan Robberechts te Rossem.
Daarna moesten de boeren nog veel onderhandelen met pastoor Servaes uit Wolvertem, waarvan Rossem afhing, om aan zijn onderpastoor in Rossem een behoorlijke bediening toe te staan(22 mei 1766).
De Prelaat gaf dan commissie aan onderpastoor Stoefs om een kareeloven te
maken, bomen tegen de winter te kappen, enz.Eindelijk heeft hij hem een plan van het huis gegeven.De grondvesten waren voor de winter gereed,
alsook de borreput.In de uitkomen van
1767 is aan de bouw begonnen en onderpastoor Stoefs heeft de nieuwe pastorij
van Rossem op 13 oktober 1767 kunnen
bewonen.
In 1842 werden de drie dorpen Meuzegem,
Imde en Rossem onafhankelijke parochieën verklaard.
De Pastorie Vrijstaande in oorsprong typische 18de eeuwse dorpspastorie
(datumsteen 1767) gelegen te midden van een vrijwel vierkante volledig ommuurde
tuin deels sier-en deels moestuin aan de straatzijde afgesloten met een
lage bakstenen muur met pilasters en hekwerk (grondig gerestaureerd1963). De in oorsprong 18de eeuwse
pastoriewerd na een brand in 1916
grondig gerestaureerd waarbij een lagere L-vormige achterbouw in
historiserendebouwwijze werd toegevoegd aan het originele rechthoekige
volume. Van deze verbouwing zijn plannen bewaard gebleven, het ontwerp is een
ontwerp van architect Robert Crignier uit 1916. Het 18de eeuwse
volume is een bakstenen constructie van twee bouwlagen onder zadeldak, bekroond
met een klokkenruitertje. Voorgevel van drie venstertraveeën (witstenen
steekboogvensters). Beide zijgevels met geveldriehoek zijn vrijstaand en
spaarzaam doorbroken met grote en kleine steekboogvensters. De pastorie is
opgetrokken in een parement van veldovensteen, de lediaanse kalkzandsteen van
Balegem werd enkel toegepast voor de plint, de hoekkettingen, de
steekboogvensters, de toegangspoort en de stellinggaten. Van het oorspronkelijk
18de eeuwse buitenschrijnwerk met kleinhoutverdeling en buitenluiken
is jammer geen spoor meer, alles werd vervangen door smaakloze PVC ramen. De
balklagen worden in de voorgevel aangegeven middels smeedijzeren ankers met
knoop en schieter. Het 18de eeuwse interieur werd in 1916 ingrijpend
getransformeerd, waarbij alle originele vloeren, binnenschrijnwerk en
stucplafonds verloren zijn gegaan en vervangen werden door modernere
uitvoeringen.De planindeling van het gelijkvloers en de eerste verdieping gaan
wel terug tot de 18de eeuwse situatie. Alle 18de eeuwse
stenen en plankenvloeren werden vernieuwd, alle stucplafonds werden uitgevoerd
in een stijl anno 1900, alle binnendeuren zijn lijst-en paneeldeuren ca. 1900.
Bouwhistorisch waardevol is de nog intact bewaarde 18de eeuwse
overwelfde kelderverdieping van de pastorie. Vloeren in gebakken aarde.
Originele bakstenen gepleisterde gewelven van het zgn. boheemse type met
tussengeslagen gordelbogen. Fraaie keldergaten met afgeschuinde dagkanten ,voorzien van
smeedijzeren geerden.
Iets meer oostwaarts in de dorpskern van Rossem
bevindt zich de voormalige lagere jongensschool, volgens de ingemetseldegedenkplaat , gebouwd in 1872 door
bouwmeester Van Ysendijck. Het ommuurde bakstenen complex omvat aan de
straatzijde de onderwijzerswoning met haaks erop de klassenvleugel. Zowel het
tweelaagse dubbelhuis met zadeldak als de klaslokalen zijn opgetrokken in een
sobere enigszins eclectisch geïnspireerde baksteenarchitectuur. Karakteristiek
voor de symmetrische gevelopstanden zijn de lichtgetoogde vensteropeningen met
T-vormig houten schrijnwerk, de overkragende dakranden op houten klossen en de
niveaubelijnende brede muizentandfries. Een smallere fries vormt de bekroning
van de hoge bakstenen muur die het gehele perceel aan de straatzijde afsluit Bron: Beschermingsdossier Rossem Agentschap Ruimte en Erfgoed 2009
WAUTERS, Environs
de Bruxelles, d. II, p. 324-325; GOETSCHALCKX., Album pastorum, p. 138-139; VERBESSELT, Het parochiekerkwezen, d. IV, p. 89-98.
2.Inlichtingen betreffende het archief
Bestand
Kerkarchief Brabant
documenten
van 1608 tot 1791 (0,10 strekkende meter)
nummers
25.815-25.843
Het archief
van de pastorij werd in bewaring gegeven op het A.R. overeenkomstig de
Archiefwet van 1955 (nrs. 25.815-25.843). Manualen en rekeningen van de kerk
van Rossem worden in het archief van de parochiekerk van Wolvertem bewaard.
(zie K.A.B. nrs. 4574 en volg.)
25.815:
oorkondenverzameling: 4 aktes (1608-1633)
25.817-25.838:
pastorij, algemeenheden, 18de e.
25.834:
manuaal van de inkomsten en uitgaven van de pastorij (1771-1785)
25.822-25.824:
staat van de goederen van de kerk en van de pastorij, 1787
25.833:
manuaal van de inkomsten en uitgaven van de kerk, 18de e.
25.837:
rentebewijzen, 18de e.
25.825-25.832:
rekeningen van de kerk (1770-1790)
25.839,
25.842-25.843: staat van de goederen en manualen van de
Armentafel,
18de e.
25.840-25.841:
rekeningen van de Armentafel (1766-1768)
In 1921 hielden enkele vooruitstrevende vrouwen uit
de parochies Rossem, Imde en Meuzegem besprekingen over nieuwe gilden
en over nieuwe stichtingen voor de moeders, meestal uit landbouwmiddens.De plaatselijke Boerinnenbond kwam tot stand
op 17 april 1921 met pastoor Maes als proost. Er waren ongeveer 70 leden. Toen gingen ze elk
jaar te voet naar de boskapel en op bedevaart naar het heiligdom van St.-Jozef.
In 1938 stichtte de Boerinnenbond met de jeugd de BJB
(Boerinnenjeugdbond).Louise Moernaut
werd leidster.De jeugd speelde toneel
om geld te vergaren voor de parochie en voor de kerk.In 1952 werd een nieuwe BJB-vlag gewijd en
waren er grote feestelijkheden.Nu nog
is de onderlinge hulp voor leden in nood een belangrijke opdracht.
Op 30 mei 1946 vierden ze hun 25 jarig bestaan.
Het volgend verslag hiervan werd opgetekend door L. Moerenhout :
Er werd hulde gebracht aan mev rouw De Proft Verlinden, voorzitster en Liza
Huybrechts (81 jaar en stille kracht), de oudsten van de gilde : Louise
Verbesselt, Jeanne Stevens en mevrouw Herbosch-De Valck).
Een prachtig versierd lokaal lokte reeds door openstaande vensters de
boerinnetjes binnen.Maar als de
hongerige magen de overgrote schotels met pistolets en krentenkoeken zagen
staan, speelde een voldane glimlach op eenieders mond.
E.H.Proost las het gebed en wenste iedereen oprecht smakelijk eten.Meisjes van de BJB dienden de geurige koffie
op.t Was een echt plezier om te zien,
hoe al onze boerinnetjes, na die lange oorlogsjaren weer eens vergaderd waren
rond de koffietafel en hun hart ophaakden.
Er was waarlijk een talrijke opkomst met 112 leden.
Na de tafel sprak de heer Van Houte over Elektriciteit in het huishouden.Er werd uitleg gegeven over war ampère, volt
en.Vervolgens handelde de spreker over kortsluiting, oorzaken en
voorkoming, over schakelbord en zekeringen.Hij toonde het verschil tussen oude en nieuwe modellen.De spreker handelde daarna over elektrische
strijkijzers, de elektrische kachel met de nodige inlichtingen waarop de vrouw
moet letten bij aankoop ervan.
Nu kwam de viering van 25 jaar bestaan.Een verslag over die periode werd voorgelezen, af en toe onderbroeken
door een geestdriftig lied of daverendapplaus, door schrijfster Louise Moerenhout.
Onze boerinnen werden vergast op op een fijn toneelstukje leente BJB met de
daad.Vele tranen rolden, maar die
werden altijd weggetoverd door luimige entractes.Uit alle borsten dreunde Lieve Vrouwke van
ons land als groet aan de heilige moeder, voorbeeld voor al onze moeders.
Met goed gevulde maag en lachende gezichten verlieten onze moeders de
speelplaats onder een stralend zonnetje dat aan de blauwe hemel meevierde.
In 1961 werd de BB herdoopt tot KVLV.De
naam veranderde, maar de vrouwen bleven dezelfde, trouw aan hun idealen en
samen verbonden.
De bestuursleden die de viering van 60 jaar in 1981 of 75 jaar op 16 juni 1996hielpen waarmaken zijn :
Godelieve De Boeck, Gabriëlle De Breucker,Maria De Breucker, Josée De Groof, Rachel DHertefelt,Margriet Emmeregs, Lida Lamberts,Jeanne Puttemans, Maria Van den Broeck,
Yvonne Van de Voorde en Leonie Van Lint.Zij hadden toen 120 leden.
Per jaar hielden ze vier vormende bijeenkomsten en daarnaast enkele regelmatige
activiteiten zoals creatief handwerk, koken, bloemschikken,turnen,
fietsen.Ze bezoeken regelmatig de
zieken.Op O.H.Helevaart is de
feestviering.Het jaarlijkse hoogtepunt is het Kerstfeest.
De vorige voorzitsters waren Maria Van Campenhout, zuster Benita en Adèle Voet.