Alle dagen samen./ Erwin Mortier (Amsterdam, De Bezige Bij, 2004, 94 p.)
In deze novelle beschrijft Erwin Mortier zeven dagen in het leven van een jongen van vijf, wiens overgrootvader stervende is. De zomerse hitte in en rond zijn geboortehuis roepen herinneringen op aan zijn eigen ziekte, het jaar voordien, en aan de gesprekken van de volwassenen die hij, lam van de koorts, vanaf zijn ziekbed beluisterd heeft, dat 'tropische feest, broeiend in zijn binnenste'. Tegelijk is hij gebiologeerd door wat zich afspeelt rond zijn overgrootvader, in het koele, donkere hart van het huis. In de dagen van de voorbereiding van de begrafenis loopt hij steeds meer verloren tussen de volwassenen. De zomer smelt de dagen aaneen en heft alle orde op, ook die van de taal in zijn hoofd. Net als bij de andere boeken van Mortier spreekt uit dit verhaal een verlangen om de tijd teniet te doen; een streven om woorden dusdanig op proef te stellen dat ze het allerbelangrijkste, dat nooit gezegd kan worden, alsnog laten weerklinken.
Erwin Mortiers debuutroman Marcel (1999) werd bekroond met de Gerard Walschapprijs, de Van der Hoogtprijs en het Gouden Ezelsoor. In 2000 verscheen zijn tweede roman, Mijn tweede huid, genomineerd voor onder andere de Libris Literatuur Prijs en De Gouden Uil. De dichtbundel Vergeten licht (2001) ontving een jaar later de C. Buddingh'-prijs. In 2002 volgde de derde roman Sluitertijd, genomineerd voor de AKO literatuur Prijs, en de essaybundel Pleidooi voor de zonde.
Recensie(s)
De Vlaamse schrijver Erwin Mortier (1965) is zeer succesvol. Boeken als "Marcel", "Mijn tweede huid", "Pleidooi voor de zonde" en "Sluitertijd" werden bekroond en vertaald. In deze nieuwe novelle beleeft een vijfjarige jongen de dood van zijn overgrootvader en herbeleeft hij zijn eigen ziekzijn van een jaar eerder. In kort bestek slaagt Mortier erin met zeer poetisch en raak (vaak Zuidnederlands) taalgebruik de wereld van het kind en de volwassenen om hem heen te treffen. Het boek is een familieroman, teruggebracht tot een novelle, die hier en daar aan Hugo Claus' "De Metsiers" doet denken. Humor, verbeeldingskracht, taalschoonheid en psychologisch inzicht gaan moeiteloos samen. Juist bij zo'n briljante stilist storen de zetfouten die dit boekje rijk is en die ene lelijke grammaticale fout, die een redactie had moeten ontdekken! Verder is deze mooi uitgegeven novelle een uniek kunstwerkje in taal, zeer authentiek en tot herlezen uitnodigend. Normale druk. Drs. Cees van der Pluijm
|