"Alleen is ook spannend. Dat weten de mensen niet.
Mensen zijn altijd samen. 'Alleen is maar alleen', zeggen ze. Jouw eenzaamheid ontroert ze.
Ze kunnen het zich niet voorstellen en worden week.
Ze weten niet dat eenzaamheid ook prikkelt. Soms maakt het me uitgelaten. Het leven pakt je bij de schouders. Het schreeuwt: 'Dit is het dus. Hier gaat het om. Kom op. Er is gevaar. En niemand om te helpen. Nu is het één op één.'
Dat daagt mij uit. Het is eerlijk. Open.
Het scherpt je brein. Het houdt alert.
Zo geeft alleen zijn kracht.
Maar dat weten de mensen niet."
Uit: De klank van sneeuw./ Arthur Japin. pp. 22-23
(In de 1ste novelle 'Dooi').
|