Foto

O jerum jerum jerum…

Mijn memoires

(2006, 206 p., 17,95 €)

Te bestellen via mail:

kvansteenbrugge@gmail.com

(geen verzendkosten)

Verhalen "uit het leven gegrepen" vindt u op  www.bloggen.be/pierpont

Het toneelstuk "DE TWISTAPPEL" is een dolle klucht die gaat over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Voor inlichtingen: www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=855455  of mail kris.vansteenbrugge@skynet.be .

Foto
Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie:  www.bloggen.be/kris

Wie stuurt een tekening bij één van de mythologische verhalen?
Per e-mail a.u.b. (kris.vansteenbrugge@skynet.be) .
De mooiste tekeningen worden gepubliceerd.
Vergeet niet uw naam te vermelden + naam van de school en klas.
Inhoud blog
  • Arachne.
  • Erichtonios.
  • Athena, opgestegen uit het hoofd van Zeus.
  • Hephaistos.
  • Zeus.
  • De geboorte van Aphrodite.
  • Amerika ----------------------------------------------------------------
  • Het boek
  • STOP.
  • Verhaal nummer 75
  • Verhaal nummer 74
  • Verhaal nummer 73
  • Verhaal nummer 72
  • Verhaal nummer 71
  • Verhaal nummer 70
  • Verhaal nummer 69
  • Verhaal nummer 68
  • Verhaal nummer 67
  • Verhaal nummer 66
  • Verhaal nummer 65
  • Verhaal nummer 64
  • Verhaal nummer 63
  • Verhaal nummer 62
  • Verhaal nummer 61
  • Verhaal nummer 60
  • Verhaal nummer 59
  • Verhaal nummer 58
  • Verhaal nummer 57
  • Verhaal nummer 56
  • Verhaal nummer 55
  • Verhaal nummer 54
  • Verhaal nummer 53
  • Verhaal nummer 52
  • Verhaal nummer 51
  • Verhaal nummer 50
  • Verhaal nummer 49
  • Verhaal nummer 48
  • Verhaal nummer 47
  • Verhaal nummer 46
  • Verhaal nummer 45
  • Verhaal nummer 44
  • Verhaal nummer 43
  • Verhaal nummer 42
  • Verhaal nummer 41
  • Verhaal nummer 40
  • Verhaal nummer 39
  • Verhaal nummer 38
  • Verhaal nummer 37
  • Verhaal nummer 36
  • Verhaal nummer 35
  • Verhaal nummer 34
  • Verhaal nummer 33
  • Verhaal nummer 32
  • Verhaal nummer 31
  • Verhaal nummer 30
  • Verhaal nummer 29
  • Verhaal nummer 28
  • Verhaal nummer 27
  • Verhaal nummer 26
  • Verhaal nummer 25
  • Verhaal nummer 24
  • Verhaal nummer 23
  • Verhaal nummer 22
  • Verhaal nummer 21
  • Verhaal nummer 20
  • Verhaal nummer 19
  • Verhaal nummer 18
  • Verhaal nummer 17
  • Verhaal nummer 16
  • Verhaal nummer 15
  • Verhaal nummer 14
  • Verhaal nummer 13
  • Verhaal nummer 12
  • Verhaal nummer 11
  • Verhaal nummer 10
  • Verhaal nummer 9
  • Verhaal nummer 8
  • Verhaal nummer 7
  • Verhaal nummer 6
  • Verhaal nummer 5
  • Verhaal nummer 4
  • Verhaal nummer 3
  • Verhaal nummer 2
  • Verhaal nummer 1.
  • Griekse mythologie in 136 verhalen
  • Het uitgebreid horoscoopverhaal...
  • EINDEJAARSGESCHENK.
  • Recensie.
  • De Druivelaar 27.9.2010.
  • De Druivelaar 13.9.2010.
  • Lee(s/r)boek over de Griekse mythologie.
  • Vragen over de Danaïden.
  • De Druivelaar 17.8.2010.
  • De Druivelaar 2.8.2010
  • Een voorsmaakje.
  • Aangenaam geschrokken.
  • We werken aan het boek!
  • UIT HET SCHUIM VAN DE ZEE.
  • De Druivelaar 5.4.2010.
  • De Druivelaar 22.3.2010.
  • De Druivelaar 8.3.2010
  • De Druivelaar 22.2.2010
  • De Druivelaar 8.2.2010.
  • Twee sabbatjaren
  • De wondermooie mythe van Eros (Amor) en Psyche
  • Het hol van Pluto: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (XII)
  • Een bacchanaal: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (XI)
  • De esculaap: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (X)
  • De knoop doorhakken: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IX)
  • Muziek: de (kunst)historicus spreekt
  • De Druivelaar goes classic (VIII)
  • In de armen van Morpheus: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (VII)
  • De lesbische liefde: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (VI)
  • Een sirenenzang: de (kunst)historicus spreekt...
  • Jade
  • De Druivelaar goes classic (V)
  • De narcis: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IV)
  • De hyacint: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( III)
  • Schoolgaande jeugd schiet wakker!
  • Een vulkaanuitbarsting: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( II )
  • Een Pyrrusoverwinning: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( I )
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Antigone in de kunst
  • ANTIGONE (het hele verhaal)
  • Teiresias in de kunst
  • TEIRESIAS (het hele verhaal)
  • Het gulden vlies in de kunst
  • HET GULDEN VLIES (het hele verhaal)
  • BOEK
  • Phrixos en Helle in de kunst
  • PHRIXOS EN HELLE (het hele verhaal)
  • Kyparissos in de kunst
  • KYPARISSOS (het hele verhaal)
  • Orpheus en Eurydike in de kunst
  • ORPHEUS EN EURYDIKE (het hele verhaal)
  • Aktaion in de kunst
  • AKTAION (het hele verhaal)
  • De geboorte van Athena in de kunst.
  • DE GEBOORTE VAN ATHENA (het hele verhaal)
  • Phaedra in de kunst.
  • PHAEDRA (het hele verhaal)
  • Pygmalion in de kunst.
  • PYGMALION (het hele verhaal)
  • Erichtonios in de kunst.
  • ERICHTONIOS (het hele verhaal)
  • Atlas in de kunst
  • ATLAS (het hele verhaal)
  • Het paard van Troje in de kunst.
  • HET PAARD VAN TROJE (het hele verhaal).
  • Oineus in de kunst.
  • OINEUS (het hele verhaal).
  • Cassandra in de kunst
  • CASSANDRA (het hele verhaal)
  • Medusa in de kunst
  • MEDUSA (het hele verhaal)
  • Europa in de kunst
  • EUROPA (het hele verhaal)
  • Daidalos en Ikaros in de kunst.
  • DAIDALOS EN IKAROS (het hele verhaal)
  • Syrinx en Pan in de kunst
  • SYRINX EN PAN (het hele verhaal)
  • De draad van Ariadne in de kunst.
  • DE DRAAD VAN ARIADNE (het hele verhaal)
  • Koning Midas in de kunst.
  • KONING MIDAS (het hele verhaal)
  • Athena overwint Poseidon, in de kunst
  • ATHENA OVERWINT POSEIDON (het hele verhaal)
  • Hephaistos in de kunst
  • HEPHAISTOS (het hele verhaal)
  • Danaë in de kunst
  • DANAË (het hele verhaal).
  • Iedere maand een verhaal.
  • NIET ONBELANGRIJK INTERMEZZO
  • Ik, Zeus (2)
  • Ik, Zeus (1)
  • Voor wat hoort wat...
  • Overweldigend succes!
  • Gratis via mail.
  • Nieuwe "beperkte" druk.
  • Vierde druk?
  • Boeken.
  • Lezers van over de plas.
  • Nieuw boek: Strijdtoneel Troje
  • Eurobiljetten en mythologie.
  • Twee keer goed nieuws...
  • Even geduld...
  • Mythos-blog gestopt
  • Mythos.
  • De grote verhalen in afleveringen.
  • Derde druk !
    Foto
     
    Foto
    Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Gravensteen,
    Geneeskunde, Gehoor,
    G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie:  www.bloggen.be/pierpont
    www.bloggen.be/kris

    GRIEKSE MYTHOLOGIE
    Boeiende verhalen uit het oude Hellas
    PICTAIKU's (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
    22-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Philemon en Baukis.

    129. Philemon en Baukis.

      

      Gravure uit "De Metamorphosen" van Ovidius, boek VIII, Amsterdam 1703

    ’t Was in de tijd dat de goden plachten neer te dalen op aarde om na te gaan hoe de stervelingen het stelden. Op een dag had de oppergod Zeus zich voorgenomen om de gastvrijheid en de naastenliefde van de mensen te testen. Samen met zijn zoon, de god Hermes, begaf hij zich naar de aarde – beiden in mensengedaante en gehuld in armoedige klederen. Teneinde de mensen op de proef te stellen klopten zij aan bij iedere woning die zij tegenkwamen, met de bedoeling te bedelen om voedsel en onderdak voor de nacht. Maar alle deuren bleven gesloten. Dit bedroefde de oppergod zeer en het wekte zijn woede op:

    - Ik zal dit onbarmhartige, ongastvrije mensenras uitroeien, zo sprak hij in zijn toorn.

    - Laten we nog éénmaal onze kans wagen, stelde Hermes voor, daar in dat kleine huisje met het strooien dak.

    Het was inderdaad een schamel huisje, een hutje, waar zij een laatste maal aanklopten. Maar er woonden lieve vriendelijke mensen: een bejaard echtpaar, Philemon en Baukis. Ze lieten de goden binnen in hun nederige woning en onthaalden hen allerhartelijkst. Een gemakkelijke zitplaats werd klaargemaakt bij de haard en er werd gezorgd voor een  lauw voetbad voor de vermoeide gasten. Het vrouwtje Baukis spande zich in om met de karige mondvoorraad die in het huisje aanwezig was, een lekkere maaltijd te bereiden: vijgen, noten, druiven, kaas en… de gerookte ham die de oudjes bewaarden voor heel bijzondere gelegenheden. Ondertussen deed Philemon zijn best om de vreemdelingen op hun gemak te stellen met een aangenaam gesprek. Ook de enige kruik wijn waarover hij beschikte werd bovengehaald.

    Philemon en Baukis verontschuldigden zich dat zij niets beters te bieden hadden, maar het vervulde hun oude hart met vreugde toen zij zagen hoe het eten in de smaak bleek te vallen en evenzeer de wijn. De wijn? Zou die ene kruik wijn wel toereikend zijn? vroeg Philemon zich beangstigd af. Toen de glazen leeg waren, schonk hij een tweede maal in, en een derde maal, en een vierde maal, maar… de kruik bleef steeds even vol. Toen besefte Philemon dat een wonder zich aan ’t voltrekken was. Vol ontzag keek hij nu zijn hoge gasten aan en door emotie overmand, sprak hij met bevende stem:

    - U beiden zijt onsterfelijke goden, nietwaar? Alleen goden zijn in staat om zo’n wonder te verrichten.

    De goden lachten fijntjes en ze knikten bevestigend. Daarop knielden Philemon en Baukis in opperste verering neder voor de goden en ze verontschuldigden zich omdat ze hen geen rijkelijker maal hadden kunnen voorzetten. Toen sprak Zeus:

    - Vreest niet, goede lieden. Uw gastvrijheid en uw godsvrucht zullen beloond worden. Maar dat zal er mij niet van weerhouden al die anderen, waar wij te vergeefs hebben aangeklopt, te vernietigen. Komt mee naar gindse heuvel. Daar zal ik u een teken geven van mijn almacht.

    Toen zij de top van de heuvel bereikt hadden en achterom keken zagen de oudjes hoe de hele vlakte waar zij gewoond hadden, overstroomd was. Geen gebouw was nog te bekennen, tenzij, op de plaats waar hun huisje gestaan had, een schitterende tempel met gouden dak en witte marmeren zuilen, die oprees boven het wateroppervlak.

    - En nu moogt ge een wens doen, sprak Zeus. Wat ge ook begeert, uw wens zal in vervullig gaan.

    Na een kort overleg onder elkander, formuleerden Philemon en Baukis deze wens:

    - Laat ons dienaren zijn van de goden in die schitterende tempel, tot aan het einde van ons leven. En laat alstublieft dat einde voor ons beiden op hetzelfde uur komen, opdat wij niet de pijn zouden moeten ervaren het graf van de ander te moeten bezoeken.

    De goden lieten de wens in vervulling gaan en het bejaarde koppel leefde nog ettelijke jaren gelukkig als bedienaars van de tempel van Zeus. Tot zij op een dag, in de buurt van de tempel, hand in hand stonden te mijmeren over hun gelukkig levenseinde. Philemon zag hoe de armen van Baukis veranderden in takken, hoe er bladeren groeiden aan die takken en op haar hoofd en hoe zij tenslotte helemaal veranderde in een boom. En tezelfdertijd zag Baukis hoe zich bij Philemon hetzelfde proces voltrok. Beiden schoten wortel en werden alzo in de grond verankerd, dicht bij hun tempel en met hun kruinen in elkaar verstrengeld. Baukis was een lindeboom geworden, Philemon een stoere eik.

     

    Ligt deze mythe aan de basis van het feit dat de poort bij de oprit van menig boerenerf geflankeerd wordt door twee statige bomen, een linde en een eik? En heeft deze mythe ook niet te maken met de gastvrijheid van het Griekse volk? Iedere vreemdeling zou wel eens een god kunnen zijn, als sterveling vermomd…

    22-06-2009 om 16:30 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En hoe het allemaal verder verliep...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    128. En hoe het allemaal verder verliep…

     


    < Sophokles. Tekening van Jan Bauwens, Vlaams filosoof en auteur van talloze filosofische teksten en verhalen, all-round kunstenaar en uiterst begaafd portrettekenaar. Honderden van zijn portretten zijn te bewonderen op  www.bloggen.be/portretten . De tekening onderaan dit verhaal “De apotheose van Homeros” is eveneens van zijn hand.





    Hoe het verder verlopen is? Precies zoals het door de goden beschikt was. De thuisvaart was voorspoedig. Alles wees erop dat de vloek die over het huis der Atriden hing tot een einde was gekomen. Orestes beklom de troon van Mykene. Hij trouwde met zijn nicht Harmonia, de dochter van Menelaos en Helena, waardoor hij weldra ook mocht heersen over Sparta. Pylades trouwde met Orestes’ zuster Elektra en hij volgde zijn vader Strophios op als koning in Phokis. Het beeld van de Taurische Artemis kreeg een plaats in een tempel in een heiligdom dat te harer ere werd opgericht in Brauron (nu Vravrona) aan de oostkust van Attica. Iphigineia bleef er tot het einde van haar dagen als priesteres. Haar graf bevindt zich in de buurt van de tempel.

     

    En verder? Niets meer. Wilt u weten hoe het verder ging met de nakomelingen van Orestes of met die van andere beroemde koningshuizen zoals Athene of Delphi, dan moet ik u helaas teleurstellen. Hier houdt het dus op. Zoals elk verhaal ooit eens ten einde loopt? Want deze verhalen zijn toch pure fantasie, zonder enig verband met de werkelijkheid? Niet helemaal! Akkoord, de verhalen over de goden behoren tot het rijk der mythen, tot het rijk der sprookjes als u wilt. Maar de verhalen over de helden – Herakles, Achilles, Theseus, Oedipous, Perseus, Odysseus, Jason, Agamemnon en zovele anderen – zijn goed gedefinieerd qua plaats en tijd. Het zijn sagen, verhalen dus met een historische achtergrond. De verhalen spelen zich af in de 14e en de 13e eeuw v.C., toen de Mykeense cultuur zijn hoogtepunt had bereikt. Dat was de cultuur van de Achaeërs, zijnde de nomadenvolkeren die rond 2000 v.C. centraal Griekenland waren binnengetrokken en er zich blijvend hadden gevestigd in stedelijke nederzettingen, die uitgroeiden tot machtige stadstaten. De Achaeërs waren een zeevarend en handeldrijvend volk. Ze breidden hun handelsactiviteiten uit naar het Oosten (de eilanden van de Egeïsche Zee, de kusten van Klein-Azië), het Zuiden (Kreta) en het Westen (o.a. Sicilië). Economisch en cultureel ging het de Achaeërs voor de wind. Omdat de “Achaeërs”  van Mykene in de 14e en de 13e eeuw v.C. het voortouw namen, spreekt men van de “Mykeense cultuur”, die o.a. gekenmerkt is door kolossale burchten met zeer dikke versterkte muren – de zogenaamde “Mykeense burchten”. De muren werden “cyclopische muren” genoemd omdat men zich niet kon voorstellen dat ze door mensenhanden gebouwd waren.

    Na de Trojaanse oorlog evenwel raakte die Mykeense cultuur zeer snel in verval. De oorzaak was de inval van vreemde volkeren van overzee, maar vooral vanuit de noordelijk gelegen Balkanstreken, de Doriërs. De Achaeïsche bevolking werd gedeeltelijk uitgemoord, hun steden werden verwoest, de economie en de politieke en sociale structuren kenden een catastrofale achteruitgang. Het was het begin van drie donkere eeuwen. Op het einde van de 10e eeuw v.C. waren er weer tekenen van heropleving. Allerlei nieuwe stedelijke nederzettingen, die zich hadden gevestigd in de buurt van de oude steden uit de “Mykeense periode”, werden sterker door toename van de bevolking en door economische groei: Argos, Thebe, Sparta, Korinthe en vooral Athene. De herinnering aan de roemrijke Mykeense tijd was gebleven, via mondelinge overlevering. Het lijdt geen twijfel dat de heldendaden uit die tijd ondertussen fel waren aangedikt. Door de ontwikkeling van het schrift begonnen dichters de verhalen neer te schrijven: de oudsten zijn Homeros (Ilias en Odyssee) en Hesiodos (Theogonie). In een latere tijd, toen Athene voorgoed het voortouw had genomen, en voornamelijk tijdens “de gouden eeuw van Perikles” (5e en begin 4e eeuw v.C) zijn die verhalen eveneens tot ons gekomen door o.a. een trio van tragedieschrijvers – Aeschylos, Sophokles, Euripides – en een trio van wijsgeren – Socrates, Plato, Aristoteles. Onder de vele anderen vermeld ik er nog slechts één, uit een veel latere periode, nl. uit de 2e eeuw n.C. Het is Pausanias, een aardrijkskundige en schrijver van reisverhalen. Door zijn lijvige reisgids van het antieke Griekenland heb ik mij laten leiden bij de voorbereiding van de “mythologische reis door Griekenland” die wij met de Loopclub Grijsloke hebben ondernomen in 1994 en waaraan ik u laat deelnemen na de grote vakantie…

    Maar eerst wil ik u nog vergasten op twee verhaaltjes, sprookjes eigenlijk, die ik niet heb kunnen inpassen in mijn “systematische reeks” verhalen: “Philemon en Baukis”(nr. 129) en “Keyx en Alkyone” (nr. 130).





    17-06-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontsnapt!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    127. Ontsnapt!

     


    < ruïne van de tempel van Artemis in Brauron (Vravrona); onderaan vergroot weergegeven.

    Thoas, de koning van Tauris was ongeduldig geworden. Waar bleven de vreemdelingen zo lang? Waarom waren zij niet reeds geofferd? Met enkele van zijn dienaren begaf de koning zich naar de tempel. Toen hij deze wilde betreden, trad Iphigineia naar buiten met, in haar armen, het beeld van de godin. De koning was daardoor zeer verwonderd en op de vraag wat dit alles te betekenen had, antwoordde Iphigineia zelfverzekerd:

    - De godin is niet bereid dit offer te aanvaarden. Deze vreemdelingen hebben té zware misdaden op hun geweten: het zijn moordenaars! Eén van hen is zelfs een moedermoordenaar. Eerst moeten de beide mannen ritueel gezuiverd worden. Dat kan niet in de tempel geschieden en het wordt ongetwijfeld een moeilijke en langdurige klus. Ik zal hen meenemen naar de kust en hen reinigen met het water van de zee. Laat hen door uw dienaren boeien en hen daarheen begeleiden. Geef ondertussen opdracht aan alle inwoners van Tauris om binnen de muren van de stad te blijven.

    De koning had het volste vertrouwen in zijn priesteres. Orestes en Pylades werden naar de kust gebracht, naar een plaats die Iphigineia had aangewezen. Het was de plaats waar in een diepe grot het schip met de vijftig roeiers lag, dat beiden naar Tauris had gebracht…

    In geen tijd waren Thoas’ mannen overmeesterd en gekneveld achtergelaten. Het schip zette in allerijl koers naar Griekenland. Orestes, Pylades, Iphigineia en het beeld van Artemis waren op weg naar het land waar zij thuishoorden!

    Het was pas uren later dat het tot de koning doordrong dat hij in het ootje genomen was. Hij wilde onmiddellijk een gewapende macht op de been brengen en de achtervolging inzetten, toen Athena in haar goddelijke gedaante voor hem verscheen.

    - Doe geen moeite, zo sprak zij. Wat nu geschiedt is volgens de wil van de goden. Zij hebben beslist dat Iphigineia en de twee vreemdelingen, waarvan de ene haar broer is, terugkeren naar Griekenland, samen met het beeld van Artemis. Het beeld van de Taurische Artemis zal een plaats krijgen in een heiligdom dat zal opgericht worden aan de oostkust van Attica. Ook daar zal Iphigineia dienst doen als priesteres.

    En Thoas, die een zeer godvrezend man was, legde zich neer bij de beschikking door de goden en hij staakte de achtervolging.



    10-06-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (18 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In Tauris.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    126. In Tauris.


     < Agamemnon wil zijn dochter Iphigineia offeren aan de goden, maar in laatste instantie redt de godin Artemis het meisje van de dood, waarna ze haar meeneemt naar het verre Tauris om er te fungeren als tempelpriesteres (scène gespeeld door leden van Loopclub Grijsloke tijdens de “mythologische reis” in 1994); foto onderaan vergroot weergegeven.


    De tempel van Artemis in Tauris leek wel een versterkte burcht. Zouden Orestes en Pylades erin slagen onopgemerkt in die tempel binnen te dringen en er het beeld van de godin te stelen? Een vrijwel onmogelijke taak…

    Toen de twee jongemannen in de buurt van de tempel gekomen waren, gebeurde er iets vreemds. Orestes viel plots ten prooi aan een enorme angstaanval. Zaten de wraakgodinnen hier voor iets tussen? Bleven zij hem achtervolgen tot in dit verre land? In een naderende kudde schapen meende hij vijanden te herkennen, die hem wilden doden. Orestes trok zijn zwaard en ging de dieren te lijf. Hij doodde er vele. Herders slaagden erin hem te overmeesteren en brachten hem voor koning Thoas, samen met zijn vriend Pylades. De koning beval dat beiden aan de godin Artemis dienden geofferd te worden. Zoals gebruikelijk was, zouden zij eerst door de priesteres Iphigineia allerlei inwijdingsriten moeten ondergaan, alvorens naar de slachtbank geleid te worden.

    Toen de priesteres vernam dat de vreemdelingen uit Griekenland afkomstig waren, vroeg zij dat men haar even met hen alleen zou laten. Uit welke streek zij kwamen? Uit Mykene! Iphigineia verbleekte: de twee jongemannen die zij op de dood moest voorbereiden, waren afkomstig uit haar eigen geboortestad!

    - Ook mijn wieg stond eens in de streek van Argos, zo sprak zei. Vertel mij dan over het koningshuis van Mykene. Gij zult ongetwijfeld weten dat de koning, Agamemnon, de Griekse troepen heeft geleid in de strijd tegen Troje. Vertel mij hoe het hem vergaan is.

    Orestes antwoordde haar:

    - Agamemnon is dood! Vermoord door zijn echtgenote Klytaimnestra, bij zijn thuiskomst uit Troje!

    - En Klytaimnestra? Werd zij voor haar misdaad gestraft?

    Toen nam Pylades het woord:

    - Ook zij werd gedood, door haar zoon Orestes, uit wraak.

    Het werd Iphigineia even te machtig. Een ogenblik wendde ze het hoofd af. Toen vroeg ze:

    - En Orestes zelf? Is hij in leven?

    En weer was het Pylades die antwoordde:

    - Orestes leeft, alsook zijn zuster Elektra. Een andere zuster werd door haar vader, voor de afreis naar Troje, naar de slachtbank geleid, op verzoek van de goden. Maar de godin Artemis zou haar in laatste instantie gered hebben en meegenomen naar een ver land.

    Nu wenste de priesteres het niet langer geheim te houden voor de jongelingen:

    - Die andere zuster, waar gij het over hebt, ben ik, Iphigineia.

    Ze stonden als aan de grond genageld en niet in staat één woord uit te brengen. Maar Iphigineia ging verder:

    - Eén van u kan ik redden van een gewisse dood. Als hij bereid is een door mij geschreven brief mee te nemen naar Mykene en hem te laten bezorgen aan mijn broeder, Orestes.

    Ze verwijderde zich even en kwam toen terug met in haar hand de brief. Pylades stapte naar haar toe, rukte haar de brief uit de hand en gaf hem aan zijn vriend.

    - Ziedaar, zo sprak hij, de opdracht is vervuld! Hij is uw broeder, Orestes!

    Iphigineia’s eerste reactie was er een van wantrouwen. Maar toen Orestes haar allerlei bijzonderheden vertelde over hoe de vertrekken van het paleis van Mykene er uitzagen, waar ze samen waren opgegroeid, verzwond haar ongeloof en een immense vreugde doorzinderde haar lichaam. Broer en zus hadden elkaar teruggevonden. Ze vielen in elkaars armen. Tranen van geluk stroomden rijkelijk. Maar hoe lang zou dit geluk duren? De slachtbank stond reeds klaar…





    03-06-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wraakgodinnen verzoend.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    125. De wraakgodinnen verzoend.

     


    < tekening van Heinrich Fuessli (onderaan vergroot weergegeven)

    Gevolg gevend aan de opdracht van Apollo, begaf Orestes zich, vergezeld van zijn trouwe vriend Pylades, en nog steeds opgejaagd door de Erinyen, naar de stad van de godin Athena. Deze had alle eerbiedwaardige en rechtschapen Atheners bijeen geroepen, op de Areopagos, een heuvel niet ver van de Akropolis. Deze heuvel was gewijd aan de oorlogsgod Ares en dankt daaraan zijn naam. Hier zou in alle eerlijkheid rechtgesproken worden over Orestes. De godin wachtte de beschuldigde op aan de poorten van de stad en ze leidde hem naar de heuvel, alwaar zij de rechtbank zou voorzitten. Het waren de Erinyen, de Wraakgodinnen, die de rol van aanklager op zich namen. De beschuldiging luidde “moedermoord”, een onverzoenlijke daad, waarvoor zij de zwaarst mogelijke straf eisten. Apollo zelf nam de verdediging op zich: Orestes had gehandeld zoals de goden hem via het orakel hadden ingegeven! De god eiste de vrijspraak. Orestes zelf verklaarde dat hij tijdens zijn daad niet de bedoeling had gehad zijn moeder te doden, doch enkel de moordenaars van zijn vader…

    Athena deelde toen steentjes uit aan de juryleden. Aan ieder jurylid een wit steentje en een zwart. Wie Orestes schuldig oordeelde aan moedermoord diende zijn zwart steentje in een urne te werpen. Wie daarentegen van Orestes’ onschuld overtuigd was, deponeerde het wit steentje. Bij het tellen van de steentjes bleken er precies evenveel witte als zwarte in de urne te zitten. Athena besloot dan maar, als voorzitster van de rechtbank, zelf de knoop door te hakken, zoals dat heden ten dage nog steeds gebeurt bij de zogenaamde “staking van stemmen”. Zij besliste tot de vrijspraak. De Erinyen voelden zich door deze uitspraak diep beledigd. Ze vervloekten de stad en dreigden haar inwoners te treffen met hun wraak. Toen kwam Apollo tussenbeide. Hij beloofde hun een heiligdom in de stad. Daar konden de Erinyen mee leven. Ze kregen een tempel op de Akropolis en waren voortaan de stad gunstig gezind en ze kregen de naam “Eumenides”, de welwillenden.

    Gezuiverd en als vrij man verliet Orestes, met Pylades, de stad Athene. Hij begaf zich nu nogmaals naar Delfi om Apollo te danken in zijn tempel. Daar wachtte hem evenwel nog een opdracht. Ziehier hoe de priesteres van Apollo tot hem sprak:

    - Het is de wil van de god dat gij u begeeft naar Tauris, het schiereiland aan de Zwarte Zee. Daar wordt de godin Artemis, Apollo’s tweelingzuster, vereerd. In een tempel, aan haar gewijd, staat een beeld van de godin. Dat beeld stond eertijds in Griekenland. Op een raadselachtige wijze is het in Tauris terechtgekomen. Daarheen, door toedoen van Artemis, is ook uw zuster Iphigineia gegaan, toen uw vader haar door een uitspraak van het orakel diende te offeren (zie verhaal nr. 82). Daar werkt ze nu als priesteres in dienst van de godin. Gruwelijk is de taak die daar op haar schouders rust. De Tauriërs hebben de gewoonte alle vreemdelingen die hun land betreden, te offeren aan Artemis. Ze worden door sterke mannen gegrepen, naar de slachtbank gesleurd en dan door Iphigineia eigenhandig gedood met het zwaard. Nu zeg ik u wat u te doen staat: begeef u naar Tauris, dring binnen in de tempel, bemachtig het beeld van de godin en breng het terug naar Griekenland!

    Orestes en Pylades begaven zich meteen weer op weg.





    27-05-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moedermoord.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    124. Moedermoord.


     

    < vaasschildering (Kunsthistorisch Museum, Wenen)
        onderaan vergroot weergegeven

    Orestes, Elektra en Pylades begaven zich nu naar het koninklijk paleis. Klutaimnestra, die zich alleen in het paleis bevond, schrok toen ze Elektra zag in het gezelschap van de twee jongemannen. Vastberaden grepen dezen haar beet en sleurden haar naar de badkamer, waar Agamemnon de dood had gevonden door de hand van zijn echtgenote en haar minnaar. Haar hulpgeroep en smeekbeden waren tevergeefs: zonder mededogen plantte Orestes zijn zwaard in zijn moeders hart…

    Niet veel later verscheen Aigistos in het paleis. Het nieuws van Orestes’ dood was hem ter ore gekomen en daarom was hij vroeger dan gepland huiswaarts gekeerd, ongeduldig als hij was om bevestiging te krijgen van de “blijde tijding”. De eerste persoon die hij ontmoette was Elektra.

    - Is het waar wat men mij onderweg verteld heeft, dat uw broeder Orestes gestorven is?

    - Het is helaas waar, antwoordde Elektra met terneergeslagen blik en een bibberende stem. Zopas hebben twee boden uit Phokis zijn lijk hier binnen gebracht.

    - Toon mij snel in welke kamer het lijk zich bevindt, sprak Aigistos, zodat ik mij ervan kan vergewissen dat gij de waarheid spreekt.

    Elektra nam hem mee naar de badkamer, alwaar het dode lichaam van Klutaimnestra nog rustte. Orestes en Pylades hadden het bedekt met een wit laken.

    - Onder dit laken bevindt zich het ontzielde lichaam van mijn geliefde broeder voor wie gij zo beducht waart, sprak Elektra nu heel plechtig. Neem zelf het laken weg en ge zult zien dat ik de waarheid spreek.

    Gretig greep Aigistos het laken en wat hij zag, vervulde hem met afgrijzen. Toen hij Orestes’ zwaard op hem zag afkomen, wist hij dat ook voor hem het einde gekomen was. Twee stoten van het zwaard maakten een einde aan zijn leven…

    Nu Orestes ten tweede male had toegeslagen kwam er een waas voor zijn ogen en hij zag grijnzende, afschuwelijke gedaanten op zich afkomen. Het waren de Erinyen of wraakgodinnen: oude vrouwen met lange, scherpe tanden en klauwen. Doorheen hun haren waren slangen gevlochten met opengesperde muilen. Ze droegen lansen waarrond  eveneens kwaadaardige slangen zich kronkelden. De Erinyen waren in feite dochters van Ouranos. Ze waren ontstaan nadat deze  door zijn zoon Kronos was ontmand (zie verhaal nr. 1). Uit de bloeddruppels die op de aarde terechtkwamen, dit is in de schoot van moeder Gaia, was het dat deze afzichtelijke  wrekende wezens ontstonden. Terloops weze hier vermeld dat uit dat bloed van Ouranos ook nog de Giganten ontstonden, een geslacht van reuzen.

    Gegrepen door een panische angst, rende Orestes naar buiten, in een poging om de kwelgeesten te ontvluchten. Maar waar hij zich ook wendde, de wraakgodinnen lieten hem niet met rust. Tenslotte besefte hij dat Apollo zijn enige redding betekende. Samen met Pylades begaf hij zich naar Delfi, naar het heiligdom van de god. De Erinyen bleven hem achtervolgen tot aan de poorten van Apollo’s tempel, maar de tempel zelf durfden zij niet betreden. Ziehier hoe de god tot hem sprak:

    - In eer en geweten hebt gij gehandeld, Orestes. Begeef u van hier naar Athene, de heilige stad van mijn zuster. Daar zal een rechtvaardig oordeel over u geveld worden.





    20-05-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (20 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De wreker is terug.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    123. De wreker is terug.

     



    < Orestes en Pylades (fresco uit Pompei, in het Nationaal Museum van Napels)
        onderaan vergroot weergegeven



    Jaren waren voorbijgegaan. Op een dag meldde een bode uit Phokis zich aan bij het koninklijk paleis van Mykene. Aigistos was afwezig en Klutaimnestra aanhoorde ’s mans droevige boodschap:

    - Uw zoon Orestes is dood. Tijdens de heilige Spelen in Delfi, ter ere van Apollo, is Orestes van zijn renwagen gestort met het fatale gevolg.

    Voor Klutaimnestra was dit allerminst een droevige boodschap. Ze slaagde er zelfs niet in haar blijdschap te verhullen, ook niet toen ze dit meldde aan haar dochters.

    Voor Elektra was het alsof haar wereld instortte. Haar geliefde broer, op wie ze al haar hoop had gesteld om de laffe moord op haar vader Agamemnon te wreken, was dood! In haar wanhoop nam ze echter een kloek besluit: zelf zou zij de wrekende daad ten uitvoer brengen, eigenhandig en alleen. Op de hulp van haar jongere zus hoefde ze niet te rekenen: die was uit ander hout gesneden.

    Vastberaden begaf Elektra zich naar het graf van Agamemnon. Ze legde er een bos bloemen neer en terzelfdertijd zwoer ze dat zijn dood niet ongewroken zou blijven. Ondertussen waren twee jongemannen tot het graf genaderd. Eén van hen droeg in zijn handen een urne. Ze begroetten Elektra en ze stelden zich voor als gezanten van Strophios, koning van Phokis. Of zij behoorde tot de naaste familie van Agamemnon?

    - Ik ben Agamemnons oudste dochter, Elektra.

    - Dan hebben wij slecht nieuws voor u. Uw broeder Orestes is helaas niet meer. Zijn as bevindt zich in deze urne. Ons werd opgedragen dit stoffelijk overschot te brengen naar het graf van Agamemnon.

    - Het is dan toch waar, weeklaagde Elektra. Ik had dit rampzalig nieuws reeds vernomen. Even had ik gehoopt dat het bericht dat mij ter ore was gekomen, vals en leugenachtig was. Maar het is dus toch de wrede waarheid. O, mijn geliefde vader, dat àl die rampen ons moeten overkomen!

    Gelijk een hoopje ellende zonk ze neer op het graf. Een hartverscheurend toneel. Eén van de mannen kwam nu dicht bij haar, boog zich voorover en sprak:

    - Het is niet waar! Uw broeder Orestes leeft! Deze urne is leeg: kijk maar!

    Hij gooide de urne aan stukken op de grond.

    - Waar is mijn broeder dan? vroeg zij met stokkende stem.

    - Hij staat voor u! Ikzelf ben Orestes, uw broeder!

    Als aan de grond genageld staarde ze hem aan, vol ongeloof.

    - Mocht gij aan mijn woorden twijfelen: zie dit litteken op mijn rechterarm, als bewijs.

    Snikkend vielen broer en zuster elkaar in de armen. De andere jongeman, die Pylades was, aanschouwde dit ontroerend tafereel van op enige afstand: zijn hart ontbrandde in liefde voor die knappe dappere Elektra.

    Ze vroeg waartoe al die komedie nodig was geweest. Om beter het plan te kunnen voorbereiden, het plan van de wraak! Heden nog zou het gebeuren: broer en zus zouden de handen in elkaar slaan en samen de moord op hun vader wreken!...



    13-05-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE FOTO BIJ NR.122.

    Uit dit boek (Grijslokes Olympiade, 1997, pag. 111) komt de foto bij verhaal nr. 122. Door twee leden van “Loopclub Grijsloke”(Trui Declercq en Johan Dhaenens) wordt de moord uitgebeeld, door Klutaimnestra gepleegd op haar echtgenoot Agamemnon. Deze scène werd gespeeld tijdens de historische “mythologische reis van Loopclub Grijsloke” in 1994, in de burcht van Mykene, op de plaats waar zich de badkamer bevond, alwaar de moord écht heeft plaatsgevonden.





    06-05-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vloek over de tantaliden is nog niet ten einde.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     122. De vloek over de Tantaliden is nog niet ten einde.

     




    Wat een gelukkige ontknoping voor Odysseus, nietwaar? En hoe is het verder met hem gegaan? Laten we het er op houden dat hij samen met zijn geliefde, trouwe Penelope tot in lengte van jaren geregeerd heeft over Ithaka en dat hij daarna door zijn zoon Telemachos werd opgevolgd…

    We hebben reeds verteld welk vreselijk lot Agamemnon bij zijn thuiskomst beschoren was. Agamemnon was een achterkleinzoon van Tantalos en deze had zichzelf en zijn nakomelingschap een goddelijke vloek op de hals gehaald door de weerzinwekkende daad waarmee hij de alwetendheid van de goden op de proef had gesteld: hij had zijn eigen zoon Pelops aan stukken gesneden, gekookt en aan de goden als voedsel voorgezet (zie verhaal nr. 16). Pelops die door de goden weer tot leven werd gewekt, maakte zich schuldig aan moord, aan twee moorden nog wel, met list gepleegd (verhaal nr. 17) en dat was niet van aard om de woede van de goden te stillen. Atreus en Thyestes, de zonen van Pelops, maakten het al even bont. In nummer 76 hebben we gezien hoe Atreus de kinderen van Thyestes doodde en hun gekookte vlees aan de vader opdiende bij de maaltijd, en hoe Atreus later gedood werd door Aigistos, een andere zoon van Thyestes. Toen Atreus’ oudste zoon, Agamemnon, de Griekse troepen aanvoerde in de Trojaanse oorlog, regeerde Aigistos in zijn plaats over de stad Mykene en deelde het bed met ‘s konings vrouw Klutaimnestra. Deze laatste nam het immers niet zo nauw met de echtelijke trouw. Ze haatte daarenboven haar echtgenoot sinds de dag dat zij door zijn toedoen haar dochter Iphigeneia had verloren (zie verlaal nr. 82). Dit alles leidde tot de laffe moord op Agamemnon en de Trojaanse prinses Cassandra, zoals verteld in nummer 96.

    Met tegenzin zagen de kinderen van Agamemnon dat Aigistos de plaats van hun vader had ingenomen: de meisjes Elektra en Chrysotemis en hun jongere broer Orestes. Hoezeer hadden ze zich niet verheugd op Agamemnons terugkeer. Wie beschrijft de ontgoocheling, het verdriet en de wanhoop die zich van de kinderen meester maakte toen zij vernamen dat hun vader was vermoord door de gehate Aigistos en dat met de hulp van hun eigen moeder. Een wraakroepende daad! Elektra, die bijna de volwassen leeftijd had bereikt, realiseerde zich dat deze moord door iemand moest gewroken worden. Haar broer, de twaalfjarige Orestes, was daartoe ongetwijfeld de aangewezen persoon… later, als hij tot man zou zijn opgegroeid. Zij was bang dat Aigistos, beducht voor die wraak, er op uit was haar broer uit de weg te ruimen. Met een list slaagde ze erin Orestes in ’t geheim naar Phokis te brengen, naar het hof van haar oom, koning Strophios, die getrouwd was met een zuster van Agamemnon. Daar groeide Orestes verder op, samen met Strophios’ zoon Pylades.

    Naarmate de jaren vorderden groeide bij Aigistos de angst dat “de wreker” zich op een dag zou aanmelden in Mykene. Die wreker was Orestes, wiens verblijfplaats aan Aigistos onbekend was. Terzelfdertijd groeide bij Elektra en haar zuster de hoop dat hun broer weldra voor de poorten van de stad zou staan…





    06-05-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OEF!

    Eindelijk is Odysseus weer verenigd met zijn trouwe Penelope. Omdat we deze blijde gebeurtenis precies op 16 april wilden laten plaatsgrijpen, hebben we onze paasvakantie even uitgesteld. Daarom nemen we die vakantie nu en komt het eerstvolgende verhaal er pas op 6 mei. Het zal handelen over de drama's die zich aan het koninklijk hof van Mykene hebben afgespeeld na de oorlog van Troje.

    22-04-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De triomf van de echtelijke trouw.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    121. De triomf van de echtelijke trouw.

     





    < tekening J. Bauwens (vrij naar Issac Taylor), onderaan vergroot weergegeven


    Meer en meer voelde Penelope zich in het nauw gedreven door de vrijers. Het bedrog met het lijkkleed voor Laërtes was uitgelekt (cf. nr. 113). Kon zij nog tijd winnen? In haar binnenste hoopte zij nog steeds op Odysseus’ terugkeer. Die nacht kreeg zij een ingeving. Zij herinnerde zich dat haar echtgenoot vóór hij vertrok naar Troje, gaarne uitpakte met een krachttoer waartoe hij geen andere sterveling in staat achtte. Twaalf bijlen, met op ’t uiteinde van de steel een ring, plaatste hij op een rij, op een paar passen van elkaar, zó dat de ringen zich op één lijn bevonden. Daarna spande hij zijn boog, nam een pijl en schoot die door alle twaalf de ringen. De bijlen bevonden zich nog steeds in de wapenzaal van het koninklijk paleis. De boog eveneens. Het was een héél bijzondere boog. Buiten Odysseus was niemand er ooit in geslaagd die boog te spannen…

    Penelope had zich voorgenomen een wedstrijd te houden onder de huwelijkspretendenten. Aan hem die er het eerst zou in slagen de boog van Odysseus te spannen en vervolgens een pijl te schieten door de twaalf ringen, zou ze haar hart schenken. Zodoende hoopte ze nog wat tijd te winnen, zeker als ze was dat niemand in de opdracht zou slagen.

    ’s Anderendaags waren alle vrijers weer bijeen aan de dis, toen Penelope met haar voorstel op de proppen kwam. Het voorstel werd aanvaard. Antinoös nam als eerste zijn kans waar, maar hoe hij zich ook inspande, hij slaagde er niet in de boog te spannen. Daarna kwam Eurymachos aan de beurt en Agelaos en de vele anderen. Allen faalden. Toen kwam plots Odysseus in zijn gedaante van oude bedelaar naar voor en vroeg of ook hij zijn kans mocht wagen. Antinoös voelde zich daardoor ten zeerste beledigd en hij onthaalde dit verzoek op hoongelach. Hij maakte zelfs aanstalten om de grijsaard te slaan, doch Telemachos belette hem dat.

    Met gemak spande Odysseus de boog, tot stomme verbazing van allen. Telemachos voelde dat het ogenblik van de wraak nu gekomen was. Snel gaf hij opdracht aan Eumaios en aan de dienstknecht Filoitios zich te bewapenen met een speer uit de wapenkamer en alle uitgangen af te sluiten. Odysseus legde een pijl op de boog en schoot die met vaste hand doorheen de twaalf ringen. Angst sloeg de vrijers om het hart toen ze dit aanschouwden. Zij zagen hoe Odysseus zich nu rechtte en zijn ware gedaante aannam, en hoe hij gezwind op een zware tafel sprong en van daar een nieuwe dodelijke pijl richtte op de verfoeilijkste van allen, Antinoös. De anderen probeerden te vluchten, tevergeefs. Enkelen trokken hun zwaard en poogden Odysseus aan te vallen, maar Telemachos, Eumaios en Filoitios mengden zich nu ook in de strijd en bliksemsnel richtte Odysseus zijn pijlen op al zijn belagers. Eén na één schoot hij ze dood, daarbij geholpen door de godin Athena die zijn pijlen richtte, zodat allen precies in het hart getroffen werden. Men kan zich voorstellen hoe vreselijk het bloedbad was dat daar werd aangericht!...

    Odysseus begaf zich naar de kamer van Penelope. Nu herkende ze hem. Maar haar hart was als versteend door de emotie, haar leden als verlamd. Ze kon zich niet bewegen noch enig woord uitbrengen. Geen glimlach, geen tranen kwamen te voorschijn. Odysseus naderde tot haar en nam haar in zijn armen. Stilaan ontdooide nu haar lichaam en ze liet zich de omarming welgevallen. Tevreden sloeg Athena dit schouwspel gade. Echtelijke trouw had de meest onnoemelijke hinderpalen overwonnen!





    16-04-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3186 jaar geleden...
    Op 16 april a.s. zal het precies 3186 jaar geleden zijn dat de Odyssea zijn dramatische ontknoping kende (zie  www.bloggen.be/kris  d.d. 17.12.2008, onder de titel "acribie"). Daarom zal het verhaal over die gebeurtenissen deze week niet, zoals gewoonlijk, op woensdag verschijnen, doch op donderdag, overmorgen... 16 april.



    14-04-2009 om 11:30 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weerzien van vrouw en kind, de oude voedster en de hond.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    120. Weerzien van vrouw en kind, de oude voedster en de hond.

     


    < het eilandje Pontikonisi (het versteende schip van de Faiaken)
    < klik op de foto om te vergroten

    Ondertussen bevond Telemachos zich, samen met zijn gezel Peisistratos, aan het hof van koning Menelaos van Sparta. Ze waren er hartelijk ontvangen door de koning en zijn gemalin Helena. Menelaos was vereerd en ontroerd door het bezoek van de zonen van zijn oude strijdmakkers en hij vroeg niet beter dan dat zij lange tijd van zijn gastvrijheid zouden willen genieten. Hij vertelde dat zijn eigen  thuisreis na de Trojaanse oorlog lang en moeilijk was geweest. Zo had hij, samen met Helena, lange tijd verbleven op een eiland in de buurt van Egypte. Daar hadden ze vernomen van de oude zeegod Proteus dat Odysseus zich op het eiland Ogygia bevond, waar hij werd vastgehouden door de nimf Kalypso. Of Odysseus op ’t ogenblik nog in leven was, kon Menelaos echter niet met zekerheid zeggen…

    Telemachos en Peisistratos waren reeds verscheidene dagen te gast in Sparta, toen Athena Telemachos in ’t geheim beval zo snel mogelijk naar huis terug te keren. Zeer tot verdiet van Menelaos begaven de  twee jongemannen zich te vierklauw naar Pylos, alwaar het schip wachtte om Odysseus’ zoon weer naar Ithaka te brengen.

    We maken van de terugreis van Telemachos gebruik om te vertellen wat er gebeurd is met de Faiaken, die Odysseus naar Ithaka hadden gebracht. De god Poseidon was verbolgen toen hij de thuiskomst van Odysseus vernam. Even overwoog hij om zich op de Faiaken te wreken door hun land te verwoesten, doch Zeus maande zijn broeder aan milder te wezen. Toen beperkte Poseidon zich er toe hun schip te laten verstenen op ’t ogenblik dat ze bijna de kust van hun thuisland hadden bereikt. Het schip veranderde in een reusachtig rotsblok dat vastliep op de zeebodem aan de oostkust van het Faiakenland (Kerkyra, ook Korfu genaamd): de toeristen kunnen het heden ten dage bewonderen als het lieflijk eilandje Pontikonisi (het Muizeneilandje) in de baai van Kanoni, ten zuiden van Korfu stad.

    Toen Telemachos zijn land weer had bereikt, begaf hij zich, zoals Athena hem had ingegeven, naar de woning van Eumaios. Hij werd er door de varkenshoeder voorgesteld aan de oude zwerver, van wie hij op dat ogenblik nog niet wist dat het zijn vader was. Hij gaf Eumaios opdracht het goede nieuws van zijn thuiskomst te melden aan zijn moeder en ook aan zijn grootvader Laërtes. Nu waren vader en zoon alleen in de hut van de varkenshoeder. Het ogenblik was gekomen voor Odysseus om zich bekend te maken aan zijn zoon en tegelijkertijd gaf Athena de vader zijn ware edele gedaante terug. Er volgde een ontroerend herkenningstafereel. Ze spraken af dat Odysseus voorlopig nog incognito zou blijven voor Eumaios en ook voor Penelope. Meteen veranderde Odysseus weer in een haveloze grijsaard. Hij drong erop aan dat men hem naar de eetzaal zou brengen, waar de vrijers weer rond rijke tafels verzameld waren en zich door de dienstmaagden lieten verwennen. Op weg daarheen zag hij op het binnenplein, gelegen op een mesthoop, de oude hond Argos. Hij had het dier gekend vóór hij naar Troje vertrok. Toen was Argos jong en krachtig, nu was hij oud en ten einde krachten. Na al die jaren erkende hij zijn oude meester nog, want zwakjes kwispelde hij met zijn staart. Toen gaf hij de geest. Dat ontroerde Odysseus zeer.

    Teneinde de vrijers op de proef te stellen, ging hij van de ene tafel naar de andere bedelen om wat etensresten. Maar allen weigerden hem iets te geven en ze dreven de spot met hem. Eén was er zelfs die hem bekogelde met een zitbankje en hem verwondde aan de schouder. Toen dit voorval Penelope ter ore kwam, nodigde zij de bedelaar uit bij haar op de kamer, teneinde hem te troosten en in de hoop van hem misschien iets te vernemen over haar echtgenoot. En de bedelaar vertelde haar dat hij kort te voren nog Odysseus had ontmoet, en dat deze nu wel gauw zou thuiskomen, maar dat hij eerst nog het orakel was gaan raadplegen. En alhoewel ze er weinig geloof kon aan hechten, verheugden die woorden haar zeer en ze gaf opdracht aan de oude voedster Euryklea, de voeten van de oude man te wassen. Wie beschrijft de verbazing van de oude vrouw toen ze, neergeknield voor de grijsaard, het litteken zag op zijn dij, het litteken van Odysseus dat hij eens tijdens de jacht op een everzwijn had opgelopen. Hoe goed kende ze die man, die ze nog gevoed had aan haar eigen borst! Ze zou een luide gil geslaakt hebben, indien Odysseus haar niet tijdig de mond had gesnoerd. En gelukkig had Athena Penelopes aandacht afgeleid zodat het hele incident onopgemerkt aan haar voorbijging…

    08-04-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eumaios, de varkenshoeder.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    119. Eumaios, de varkenshoeder.

     



    < tekening J. Bauwens (onderaan vergroot weergegeven)

    De Faiaken wensten niets liever dan dat Odysseus hun land nimmer meer zou verlaten, maar zij waren een gastvrij en vredelievend volk, dat erom bekend stond vreemdelingen een veilige thuisvaart te bezorgen. Ook nu wensten ze niet in gebreke te blijven. Daar het Odysseus’ vurigste wens was zo spoedig mogelijk zijn geliefde Ithaka te mogen betreden, maakten zij snel een schip zeewaardig. Ze overlaadden hun beroemde gast met geschenken: juwelen, sierlijke drinkbekers, een gouden drievoet, kostbare klederen… Ontroerd namen de Faiaken afscheid van de held en bij Nausikaa liepen er traantjes over de wangen toen het schip koers zette naar het land van Odysseus.

    ‘s Anderendaags had het schip Ithaka bereikt en het voer een kleine natuurlijke haven, tussen twee rotsklippen, binnen. Odysseus was in een diepe slaap verzonken. Bij de ingang van een nabije grot, in de schaduw van een olijfboom werd hij neergelegd, samen met àl zijn geschenken.

    Athena hulde toen de hele omgeving in een dikke mist, zodat Odysseus, toen hij wakker werd, zijn eigen land niet herkende. Reeds begon hij te denken dat hij in een valstrik gelokt was, toen de godin Athena ten tonele verscheen. Zij sprak:

    - Dit is Ithaka! Van zodra ik deze mist zal laten optrekken, zult gij uw geboortegrond herkennen. Begeef u naar de woning van Eumaios, uw dienaar die trouw waakt over uw varkens, al staat hij machteloos tegen die teugelloze bende van mannen, die uw vrouw het hof maken. Met honderd zijn ze en meer. Ze hebben hun intrek genomen in uw paleis en ze slachten uw dieren. Uw veestapel slinkt zienderogen. Aan u om die parasieten te verdelgen. Alléén zult gij dat evenwel niet bolwerken, maar samen met uw flinke zoon Telemachos en met mijn hulp en die van mijn vader Zeus moet gij daarin slagen.

    Odysseus antwoordde, strijdlustig en nauwelijks uit zijn lood geslagen:

    - Waar is hij, mijn zoon, dat wij dat gespuis te lijf gaan?

    - Hij is naar u op zoek. Op ’t ogenblik bevindt hij zich in Sparta, bij koning Menelaos. Ik spoed mij nu onmiddellijk daarheen om uw thuiskomst te melden en ik zal hem opdragen zich zo spoedig mogelijk huiswaarts te begeven. Eerst zal ik u een andere gedaante geven, opdat noch Eumaios noch de anderen u in eerste instantie herkennen. Ik laat uw huid verschrompelen, uw haar grijs worden en uw rug krom. Ook laat ik uw stem klinken als die van een grijsaard. Maak u voorlopig nog aan niemand kenbaar. Wees op uw hoede en ga naar Eumaios en hoor hem uit over hoe het er aan toegaat aan het koninklijk paleis. Te gepasten tijde zal ik weer aan uw zijde staan om u de nodige richtlijnen te geven.

    En weg was Athena, richting Sparta. De mist was verdwenen. Odysseus herkende zijn land en hevig ontroerd kuste hij zijn geboortegrond. Hij herkende het huis van Eumaios en hij ging er heen. Hij zag er nu uit als een sjofele oude man, onherkenbaar voor zijn trouwe varkenshoeder. Deze verwelkomde hem in zijn nederige woning en bood hem te eten en te drinken aan. Odysseus stelde zich voor als een arme zwerver die vele landen had bereisd en door het noodlot achtervolgd, helemaal berooid op dit eiland was terecht gekomen. En Eumaios nam hem in vertrouwen, vertelde over de droefheid die heerste aan het koninklijk hof om het lot van koning Odysseus, die ongetwijfeld omgekomen was, ver van huis, en over de vrijers die koningin Penelope het vuur aan de schenen legden om met één van hen te trouwen en daarenboven dreigden prins Telemachos uit de weg te ruimen. Toen zei de oude grijsaard:

    - Het doet goed aan het hart van een oude man, te zien hoe zorgvuldig gij waakt over de bezittingen van uw heer, ook al vreest gij dat gij hem nooit meer zult terugzien. Welnu ik heb goed nieuws voor u. Ik heb veel gereisd en ik heb veel gezien. Amper enkele dagen geleden heb ik oog in oog gestaan met Odysseus en hij heeft mij verzekerd dat hij een dezer dagen zijn thuisland zal bereiken.

    - Ach, hou op man, sprak Eumaios. Hoevelen hebben niet zijn terugkeer voorspeld! De enen uit winstbejag, de anderen uit sensatiezucht en nog anderen om hoop in onze harten te strooien. Als dank voor de gastvrijheid die ik u, hulpbehoevende oude man, bereid ben te geven vraag ik u één ding: hou op met die onzin, want het staat nu wel vast dat wij nooit onze geliefde koning zullen terugzien. Helaas, duizend maal helaas!

    De oude man, Odysseus, boog nederig het hoofd. Hij begaf zich naar de slaapstee die Eumaios voor hem had klaargemaakt. Morgen zou Athena hem weer leiden en bijstaan.







    01-04-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de Faiaken.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    118. Bij de Faiaken.





    < onderaan vergroot weergegeven


    Odysseus trad het paleis van de koning binnen, onbevreesd, want de godin had hem moed ingesproken. Aan het einde van een lange, rijkelijk versierde gang kwam hij in een grote zaal, waar een feestmaal aan de gang was. Rondom zaten tientallen genodigden aan rijk gevulde tafels. Allen staarden de vreemde gast aan, maar zonder schroom liep deze door tot aan het einde van zaal, waar in ’t midden koning Alkinoös en zijn gade gezeten waren, op een troon. Eerst knielde hij neder voor koningin Arete en hij loofde haar schoonheid. Daarna richtte hij zich tot Alkinoös en hij sprak:

    - Edele Alkinoös, koning van het gastvrije volk, de Faiaken, moge Zeus u genadig wezen en u duizendmaal belonen als gij mijn verzuchtingen wilt aanhoren. Ik ben een vreemdeling in dit land, als schipbreukeling hier aangespoeld. Door het noodlot achtervolgd dool ik reeds vele jaren rond. Eén ding slechts verlang ik: mijn geboortestreek en mijn familie weer te zien. Ik smeek u mij terug te brengen naar mijn vaderland.

    Toen antwoordde Alkinoös, die de smekende welwillend had aanhoord:

    - Gij ziet er mij een dappere man uit, eervol en oprecht, al hebben de goden blijkbaar niet het beste met u voorgehad. Wij, Faiaken, zijn inderdaad een gastvrij volk en daarenboven zeer bedreven in de scheepvaart. Ik beloof dat wij een schip zullen uitrusten om u zo spoedig mogelijk naar uw land te brengen. Maar ik heb u ál te lang in die nederige houding laten zitten. Sta op en vervoeg ons aan de dis, want gij zult ongetwijfeld een hongerige maag hebben. Doe u te goed aan spijs en drank, vooraleer gij ons vertelt wie gij zijt en wat uw geboorteland is waarheen gij wilt dat wij u heen brengen.

    Gretig ging Odysseus in op de uitnodiging om aan ’s konings zijde te zitten. Toen allen verzadigd waren van spijs en drank, werd een plengoffer gebracht voor de goden en er werd ook een toast uitgebracht ter ere van de vreemdeling. Toen stelde Alkinoös voor dat allen zich ter ruste zouden begeven en dat het feest ‘s anderendaags zou verder gezet worden. Zo geschiedde. Die nacht sliep Odysseus in een heerlijk zacht bed…

    De volgende dag hadden de Faiaken een soort Spelen georganiseerd: worstelen, hardlopen, discuswerpen… Ze bleken erg bedreven te zijn in de sport. Odysseus was een aandachtige toeschouwer. Eén van de Faiaken verstoutte zich het woord aldus tot hem te richten:

    - Ik zie, vreemdeling, hoe bewonderend gij onze sportlui gadeslaat. Mocht gij uzelf in een of andere sport met hen willen meten, gaat uw gang. Maar ongetwijfeld zijt gij meer een zakenman en niet in staat tot verheven lichamelijke prestaties.

    Odysseus voelde zich beledigd door die boute taal. Zonder een woord te zeggen, mengde hij zich onder de atleten, hij koos er de zwaarste discus uit en onder het oog van allen gooide hij deze tot ver buiten het terrein, wel tweemaal zover als al de anderen. Allen keken verbaasd, niet in het minst koning Alkinoös. Ach, kon ik zo iemand mijn schoonzoon noemen, dacht hij…

    Toen kwam een zanger ten tonele. Op meeslepende wijze bezong hij de goden, alsook de grootste Griekse helden: Herakles, Perseus, Theseus, Achilles en… Odysseus. Het was Alkinoös opgevallen met welke bijzondere aandacht zijn gast toehoorde als het thema van De Trojaanse oorlog ter sprake kwam en hoe hij af en toe een traan wegpinkte. Hij sprak:

    - Laten wij nu ophouden en onze gast niet langer plagen. De verhalen ontroeren hem blijkbaar al te zeer. Laten we hem nu liever zelf aan het woord, zodat wij te weten komen waar zijn wieg stond en welk noodlot zijn pad heeft gekruist.

    Toen stond Odysseus op en maakte zich bekend. De Faiaken stonden met verstomming geslagen. Sprakeloos keken ze hem aan. En hij die tot dan toe maar weinig had gezegd, begon zijn lang verhaal: over de cycloop, over Kirke en de onderwereld, over de Sirenen en Kalypso en over de wijze waarop hij op het eiland van de Faiaken beland was en hoe hij daar door ’s konings dochter was opgevangen. Meteen drong het tot Arete door waar Odysseus’ kleren vandaan kwamen, die haar zo vertrouwd leken. O, als we deze man maar bij ons konden houden, dacht zij. En zo dacht ook Nausikaä…





    25-03-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nausikaä.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    117. Nausikaä.

     


    < tekening Jan Bauwens (onderaan vergroot weergegeven)


    Odysseus dacht dat hij droomde. Gejoel en geschater drong tot hem door. Hij opende de ogen. De zon stond al hoog aan de hemel. Hij gluurde door de takken van het kreupelhout. Op de oever van de rivier waren wasbekkens en eromheen dartelden een zestal jonge meisjes. Er stond ook een ezel, ingespannen voor een wagen, die volgeladen was met linnen en klederen allerlei. Vrolijk zingend brachten de meisjes hun lading naar de wasbekkens. Vanuit zijn schuilplaats sloeg Odysseus dit opwekkend schouwspel gade, met kloppend hart. Dit eiland was dus wel degelijk bewoond, ongetwijfeld door vredelievende mensen. Hij schudde de droge bladeren van zich af en wilde naar de meisjes toe gaan. Hij rukte een bladerrijke tak van een struik en bedekte daarmee zijn naaktheid. Zo kwam hij te voorschijn. Toen één van de meisjes hem in de gaten kreeg, slaakte zij een gil. Allen keken in zijn richting en stoven toen verschrikt uiteen. Eén echter bleef rustig staan. Het was de godin Athena die haar dit moedig gedrag had ingegeven. Ze stapte zelfs op de vreemdeling toe. Toen ze op enkele passen van hem genaderd was, sprak Odysseus haar toe:

    - O lieflijke maagd, in schoonheid aan een godin gelijk, wie gij ook zijt, kom mij niet te zeer nabij, want ik ben helemaal naakt. Blijf op een redelijke afstand, maar vertel mij, ongelukkige schipbreukeling die ik ben, wie gij zijt en hoe de naam is van dit eiland waar ik mij nu bevind.

    Het meisje bleef staan en antwoordde hem zonder vrees:

    - Het eiland waar gij u thans bevindt, eerbiedwaardige vreemdeling, heet Kerkyra. De mensen die het bewonen zijn de Faiaken, een volk van zeevaarders, alom geroemd om zijn gastvrijheid. Hun koning is Alkinoös, hun koningin is Arete en ik ben hun dochter: Nausikaä is mijn naam. Een warm kleed zal ik u bezorgen om uw lichaam te bedekken. Beklim dan deze beboste helling en eenmaal boven zult ge reeds het paleis van mijn ouders zien. Daar is heden een groot feest aan de gang voor al de hooggeplaatsten van het land. Ga daar onbevreesd naar binnen en men zal u hartelijk ontvangen en u uitnodigen aan de dis. Daarna zal men een zacht en warm bed te uwer beschikking stellen.

    Samen met de andere meisjes, die ondertussen nieuwsgierig naderbij gekomen waren, begaf Nausikaä zich nu naar de wagen, een onderkleed en een bovenkleed halen voor Odysseus. Toen deze de klederen had aangetrokken knielde hij neer voor de prinses, in dankbaarheid kuste hij haar enkels en hij sprak:

    - Mogen de goden u hiervoor dubbel en dik belonen, o mooiste mensenkind dat mijn ogen ooit mochten aanschouwen.

    Toen begaf hij zich op weg naar het paleis van koning Alkinoös.





    18-03-2009 om 12:41 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Odysseus spoelt aan op Kerkyra.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    116. Odysseus spoelt aan op het eiland Kerkyra.

     





    < de afbeelding wordt onderaan vergroot weergegeven

    Het was een stevig vlot waarmee Odysseus wegvoer van Ogygia. Het was voorzien van een mast en van een roer en van een reling. Kalypso had doeken meegegeven om als zeil te dienen. Ze had ook gezorgd voor een gunstige wind. Ze had Odysseus de raad gegeven ’s nachts  de sterrenhemel goed in de gaten te houden en vooral het sterrenbeeld van de Pleiaden en dat van de Grote Beer. Hij diende zo te varen dat hij de beide sterrenbeelden steeds aan zijn linker kant had.

    Na zeventien dagen, net toen Odysseus toch weer begon te twijfelen aan de goede bedoeling van de goden, zag hij plots land opdoemen. Maar op dat ogenblik kreeg Poseidon, die pas teruggekeerd was van zijn reis, hem in gaten. Poseidon vroeg zich af wat de andere goden achter zijn rug bekokstoofd hadden. Het zag er naar uit dat Odysseus nu ongehinderd zijn vaderland zou gaan bereiken. Ongehinderd? Daar zou de grote god van de zee inderhaast nog een dikke stok voor steken…

    Poseidon mobiliseerde nu snel alle winden en liet ze razen omheen het vlot. Met zijn drietand omwoelde hij de zee. Odysseus werd in de woelige baren geslingerd, maar slaagde erin al zwemmend weer het vlot te bereiken. De mast en het roer waren doormidden gebroken. Hij was nu de speelbal geworden van de golven en hij stevende af op een rotsachtige kust. Het leek erop dat hij tegen de rotsen te pletter zou slaan. Toen verscheen plots een vrouwelijke gestalte aan zijn zijde. Zij was gehuld in een witte sluier en ze sprak hem toe:

    - Verlaat dit vlot en tracht zwemmend de kust van dit eiland te bereiken!

    Odysseus aarzelde. Was dit weer een valstrik van de goden? Hij antwoordde:

    - Hoe zou ik er kunnen in slagen de kust te bereiken in deze onstuimige zee? En hoe zou ik die steile rotsen kunnen beklimmen?

    - Vrees niets, sprak de vrouw. Ik ben de godin Leukotheia (zie verhaal nr. 12) en mijn goddelijke macht zal u beschermen. Ontdoe u van al uw kleren, neem mijn sluier en leg hem om uw schouders en zonder moeite zult gij het eiland bereiken. Zwem dan langsheen de kust tot gij komt op de plaats waar een riviertje in de zee vloeit. Daar zult gij gemakkelijk aan land kunnen gaan. Vergeet echter niet mijn sluier terug te gooien in de zee, van zodra gij het eiland hebt betreden.

    De godin was verdwenen en Odysseus was weer alleen op zijn vlot, midden de woeste baren, met in zijn hand de sluier. Hij aarzelde nog, maar toen hij op het punt stond tegen de rotsen geslingerd te worden, deed hij zoals de godin hem opgedragen had: hij waagde de sprong in zee en probeerde langs de kust te zwemmen. Dank zij de sluier lukte dit wonderwel. En het duurde niet lang of de riviermonding kwam in zicht. Op de oever viel Odysseus uitgeput ten gronde. Met wat hem nog aan kracht restte gooide hij de sluier zo ver mogelijk in zee en daarna sleepte hij zijn naakte lichaam verder tot bij een bosje, waar hij zich neervleide in het kreupelhout en zich bedekte met wat bijeengescharrelde droge blaren, ter bescherming tegen de koude. Hij viel in een diepe slaap.





    11-03-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De redding is nabij.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    115. De redding is nabij.

     





    < tekening van Jan Bauwens, naar een beeld van A. Calmels (onderaan vergroot weergegeven)


    Telemachos en Peisistratos waren op weg naar Sparta toen Athena op de Olympos verslag kwam uitbrengen bij haar vader Zeus. Met welgevallen aanhoorde de oppergod haar verhaal. Toen sprak hij:

    Ik denk dat nù het ogenblik gekomen is om Odysseus te laten vertrekken van het eiland waar Kalypso hem gevangen houdt. Mijn broeder Poseidon is vertrokken voor een lange reis naar het land van de Ethiopiers en van zijn afwezigheid moeten wij gebruik maken. Ik zal mijn zoon Hermes opdracht geven zijn gevleugelde sandalen aan te trekken en zich zonder dralen naar Kalypso’s eiland te begeven om haar mijn wens kenbaar te maken: laat Odysseus heden nog vertrekken!

    Toen Kalypso de goddelijke bode plots voor haar zag staan, zakte de moed haar in de schoenen. Ze sprak hem toe:

    - Uw komst verheugt mij niet, Hermes, want ongetwijfeld komt gij mij slecht nieuws brengen. De allerhoogste gebiedt mij Odysseus te laten vertrekken, nietwaar?

    - Dat hebt gij goed geraden, antwoordde Hermes. Heden nog moet hij dit eiland verlaten.

    Het was of haar wereld instortte. Vol vertwijfeling richtte ze haar blik hemelwaarts en sprak:

    - O, wat zijt gij toch wreed, grote Zeus, die heerst over de hemel en de aarde! Waarom toch kunt gij niet verdragen dat een onsterfelijke vrouw zich verlustigt in een sterfelijke man? Ik weet dat aan uw wil niet te tornen valt en ik zal er dan ook gevolg aan geven, zij het met onnoemelijke tegenzin.

    Hermes was al verdwenen en Kalypso begaf zich naar het strand waar Odysseus, zoals steeds, op een rots, wezenloos voor zich uit zat te staren. Met een krop in de keel stelde zij hem in kennis van de goddelijke wil. Ze leidde hem naar een plaats waar droge boomstammen opgestapeld lagen en touwen en andere benodigheden om er een vlot mee te maken. Dat hoefde Odysseus zich geen tweemaal te laten zeggen. Onverwijld ging hij aan de slag. Toch was hij er niet helemaal gerust in. Waarom hadden de goden hun houding jegens hem herzien? Was dit geen nieuwe valstrik vanwege de onsterfelijken? Wilden ze hem op de woeste zee laten omkomen op een armzalig vlot? Of was het een valstrik van Kalypso zelf? Zou zij bereid zijn haar goede trouw onder ede te bewijzen?

    Terwijl Odysseus een stevig vlot in elkaar knutselde, bracht Kalypso mondvoorraad voor de reis en ook een paar kruiken zuiver water en voortreffelijke wijn. Hij vroeg haar te zweren bij de Styx dat zij niets kwaads in het schild voerde jegens  hem.

    - Ik zweer, zei Kalypso, bij de rivier van de onderwereld en bij alles wat mij lief is, dat ik handel in eer en geweten en volledig te goeder trouw, al weet ik niet zeker wat de goden met u voorhebben. In opdracht van Zeus laat ik u gaan, maar het staat u natuurlijk vrij nog wat te blijven.

    Die woorden stelden Odysseus enigszins gerust. Toen het vlot zeewaardig was, ging hij te water op een kalme zee. Dit alles ontsnapte aan het oog van Poseidon.

    Kalypso had zich teruggetrokken in haar grot. Ze was radeloos van verdriet. Ze kon het niet opbrengen haar geliefde held een laatste afscheidskus te geven en ze ging hem evenmin nawuiven op het strand.

    - Wat benijd ik de stervelingen, jammerde ze. Door de dood worden ze bevrijd van elke pijn, terwijl ikzelf gedoemd ben om te eeuwigen dage dit onnoemelijk leed te dragen.





    04-03-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Telemachos reist naar Pylos.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    114. Telemachos reist naar Pylos.

     




    < de afbeelding wordt onderaan vergroot weergegeven


    Al gauw had Telemachos de ongewone bezoeker opgemerkt. Hij nodigde hem uit in een belendend vertrek en vroeg hem naar de reden van zijn bezoek. Mentor, alias Athena sprak:

    - Ik ben Mentor, de koning van Taphos en een goede vriend van uw vader en ook van uw grootvader, de oude Laertes. Men heeft mij verteld dat hier vreemde dingen gebeuren en gaarne had ik mij daar met eigen ogen van overtuigd.

    En de jonge Telemachos antwoordde:

    - Ik zie dat gij een rechtschapen vorst zijt en dat gij niet zijt zoals die anderen die in dit paleis hun intrek genomen hebben en goede sier maken op mijn vaders kosten. Allen zijn er op uit met mijn moeder te trouwen en koning van Ithaka te worden. Ik ben bang dat ze mij, die de wettige troonopvolger ben, uit de weg willen ruimen. Ze hebben gezworen dit huis niet te zullen verlaten vooraleer een van hen mijn moeders jawoord heeft gekregen... Nooit zal Odysseus nog huiswaarts keren, zo beweren zij. Mijn moeder en ikzelf hopen evenwel nog steeds op zijn terugkeer. Maar misschien is dat ijdele hoop? Of is aan u, verheven vorst, iets bekend over het lot van mijn vader?

    - Ik weet niets met zekerheid, mijn jongen. Maar deze nacht kwam de godin Athena mij in een droom verzekeren dat de edele Odysseus nog in leven is. Dat is de reden waarom ik hierheen gekomen ben. Ik zou je een vaderlijke raad willen geven. Begeef je op reis naar Pylos, naar het hof van de oude, wijze koning Nestor, die jaren geleden reeds is thuisgekomen. Ongetwijfeld moet hij u nuttige aanwijzingen kunnen geven over de plaats waar je vader verblijft. Ik ben bereid een schip ter beschikking te stellen en je te vergezellen tijdens de tocht, samen met twintig jonge mannen van Taphos. Wat is daarop je antwoord?

    Telemachos aarzelde. Zou zijn moeder het goedvinden dat hij die verre reis ondernam? Was het niet onverstandig haar alleen te laten in dit paleis te midden van die opdringerige “gasten”? En kon hij Mentor wel helemaal vertrouwen? Maar lang hoefde hij niet te twijfelen, want plots kwam er een goddelijke glans over Mentor. Telemachos was er nu van overtuigd dat Mentor door een god gezonden was, of misschien zélf een godheid was die in de gedaante van zijn vaders vriend tot hem kwam. Hij sprak:

    - Met graagte neem ik uw aanbod aan, o, edele Mentor. Kunnen wij dan morgen reeds vertrekken? Want ik denk dat de tijd dringt. Ik zal aan de oude dienstmeid Eurykleia vragen of zij proviand wil klaarzetten. Verder zal ik niemand op de hoogte brengen van mijn vertrek.

    Enkele dagen later reeds zaten Telemachos en Mentor bij het open haardvuur in het paleis van Nestor. De oude koning van Pylos had hen zeer gastvrij ontvangen. Gaarne vertelde hij over het lot van de Griekse helden tijdens de oorlog in Troje: over de onovertroffen Achilles, over Patroklos en over de grote Ajax, en over zijn eigen zoon, de snelvoetige Antilochos, en over zovele anderen die het leven hadden gelaten in de strijd. En hoe het de meesten slecht vergaan was na de oorlog. Zo bijvoorbeeld de kleine Ajax: omgekomen op zee tijdens de terugvaart. En Philoktetes: toen hij zijn thuisland aan de voet van de Oita-berg bereikt had, werd hij uit zijn land verdreven. En Diomedes: toen deze voortreffelijke krijger bij zijn thuiskomst in Argos vaststelde dat zijn vrouw hem ontrouw was geweest, ging hij in vrijwillige ballingschap. Idomeneus van Kreta bereikte zijn thuishaven na een vreselijke storm te hebben getrotseerd. Aan Poseidon had hij beloofd, in ruil voor zijn redding, het eerste levend wezen te offeren dat hem tegemoet zou komen. Dat bleek zijn eigen zoontje te zijn. Hij offerde het kind, maar dat wekte de woede van zijn landgenoten op, zodat hij zijn eigen rijk moest ontvluchten. Maar géén was een gruwelijker lot beschoren dan Agamemnon: bij zijn thuiskomst werd hij vermoord door zijn overspelige vrouw en haar minnaar! Veel beter daarentegen was het Menelaos vergaan. Voor zover dat aan Nestor bekend was leefde die nu aan het hof van Sparta, veilig en wel en in harmonie met zijn vrouw Helena en hun beider dochter Hermione. Wat wist Nestor over Odysseus? Niets, helaas. Maar misschien zou Menelaos méér kunnen vertellen. Van Pylos naar Sparta was amper een paar dagreizen ver. Nestor liet zijn zoon Peisitratos een koets klaarmaken en twee van de beste paarden en hij gaf hem opdracht Telemachos te begeleiden naar Sparta. Mentor besloot zich terug te trekken op het schip en daar de terugkeer van Telemachos af te wachten. Hij sprak tot hem:

    - Menelaos zal je bezoek ten zeerste op prijs stellen en je zo lang mogelijk te gast willen houden. Geniet van deze gastvrijheid, tot Athena jou een teken geeft dat de tijd gekomen is om huiswaarts te keren.

    Opeens was Mentor als bij toverslag verdwenen. Telemachos wist nu dat niet Mentor, maar Athena zelf hem al die tijd had bijgestaan…





    18-02-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Athena komt ter hulp.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    113. Athena komt ter hulp.



    < tekening van Jan Bauwens, naar Waterhouse (onderaan vergroot weergegeven)

    Hoe lang reeds verbleef Odysseus op het eiland van Kalypso? Zeven jaar? Acht Jaar? Al die jaren had de nimf hem verwend op alle gebied. Aan spijs en drank had het hem niet ontbroken en ook niet aan een zacht warm bed en aan lichamelijke liefde. Maar het heimwee naar huis en naar zijn familie en het verlangen naar zijn eigen vrouw Penelope knaagden aan zijn ziel. Zou hij die pijn nog lang kunnen verdragen? Geen dag ging er voorbij zonder dat hij zich smekend richtte tot de  goden en in ’t bijzonder tot Athena: “Laat mij toch van hier vertrekken naar Ithaka, míjn Ithaka!”

    En de dag kwam dat de godin van de wijsheid zich wendde tot haar vader Zeus:

    - Waarom laat gij toe dat Kalypso Odysseus nog langer vasthoudt? Heeft hij dan nog niet genoeg geleden?

    - Ik begrijp, zo sprak de almachtige,  jouw gevoelens jegens Odysseus. Ook ik heb grote waardering voor zijn moed en zijn schranderheid. Zeker zou ik hem een behouden thuiskomst willen bieden. Maar Poseidon heerst nu eenmaal over de zeeën en zoals je weet heeft Odysseus zich de woede van mijn broeder op de hals gehaald, door zijn zoon, de cycloop Polyphemos, zo vreselijk  te verwonden. Niettemin ben ik bereid hem te helpen. We moeten erin slagen Poseidon te verschalken. Ik vraag je nog slechts enkele dagen geduld te oefenen, mijn kind.

    Athena slaakte een zucht van verlichting. Alles zou spoedig ten beste keren, nu haar vader in hoogsteigen persoon zich met Odysseus’ lot zou gaan bemoeien. Haar wachtte evenwel een belangrijke voorbereidende taak, want... er was heel wat gebeurd op Ithaka. Sedert drie jaar werd het koninklijk paleis overspoeld door tal van jonge – en minder jonge – mannen die naar de hand van Penelope dongen en maar al te graag koning van Ithaka wilden worden. Odysseus moest reeds lang overleden zijn, zo beweerden ze. Anders had hij toch zeker wel enig teken van leven gegeven.  Tenzij hij in den vreemde zijn oog had laten vallen op een andere vrouw en daar een nieuw leven was begonnen. Ze drongen erop aan dat zij zo spoedig mogelijk één van hen zou kiezen als nieuwe echtgenoot. Hun vrijpostigheid had reeds buitengewone proporties aangenomen: ze hadden besloten het koninklijk paleis niet meer te verlaten totdat Penelope haar keuze had gemaakt. Ondertussen maakten ze goede sier, op kosten van Odysseus. Met ingehouden woede zag de zoon, Telemachos, hoe de vraatzucht van de pretendenten zijn vaders veestapel zienderogen deed slinken en hoe de wijnkelder stilaan leeg raakte. 
    Penelope wenste allerminst een nieuwe echtgenoot, want zij hoopte nog steeds op de terugkeer van Odysseus. Om de opdringerige “vrijers” te paaien en aldus tijd te winnen, had ze hen beloofd dat ze weldra iemand zou kiezen. Ze moesten enkel een tijdje geduld hebben, de tijd die ze nodig had om een lijkkleed te weven voor haar schoonvader Laërtes: de oude man had zich na de dood van zijn echtgenote teruggetrokken in de bergen, om daar in eenzaamheid zijn einde af te wachten. Maar iedere nacht trok Penelope de draden uit die ze de dag tevoren had geweven, zodat het weefstuk niet vorderde. Maar haar bedrog lekte uit, tot grote ergernis van de vrijers, die er niet voor terugschrokken Penelope te bedreigen.

    Nu achtte Athena het ogenblik gekomen om in te grijpen. Ze nam de gedaante aan van Mentor, de koning van het eiland Taphos. Zo trad ze Odysseus’ paleis binnen en mengde zich onopvallend onder de andere gasten.





    11-02-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    O jerum jerum jerum…

    Mijn memoires

    (2006, 206 p., 17,95 €)

    Te bestellen via mail:

    kvansteenbrugge@gmail.com

    (geen verzendkosten)


    Foto

    Bezoek Zerar op www.bloggen.be/zerar

    Mythologische verhalen voor het lager onderwijs:

    www.bloggen.be/mythos


    Wie stuurt een tekening?
    i.v.m. één van deze mythologische verhalen...
    ... naar kris.vansteenbrugge@skynet.be
    De mooiste worden gepubliceerd.
    Vermeld je naam en die van je school+klas.
    Inhoud blog
  • Arachne.
  • Erichtonios.
  • Athena, opgestegen uit het hoofd van Zeus.
  • Hephaistos.
  • Zeus.
  • De geboorte van Aphrodite.
  • Amerika ----------------------------------------------------------------
  • Het boek
  • STOP.
  • Verhaal nummer 75
  • Verhaal nummer 74
  • Verhaal nummer 73
  • Verhaal nummer 72
  • Verhaal nummer 71
  • Verhaal nummer 70
  • Verhaal nummer 69
  • Verhaal nummer 68
  • Verhaal nummer 67
  • Verhaal nummer 66
  • Verhaal nummer 65
  • Verhaal nummer 64
  • Verhaal nummer 63
  • Verhaal nummer 62
  • Verhaal nummer 61
  • Verhaal nummer 60
  • Verhaal nummer 59
  • Verhaal nummer 58
  • Verhaal nummer 57
  • Verhaal nummer 56
  • Verhaal nummer 55
  • Verhaal nummer 54
  • Verhaal nummer 53
  • Verhaal nummer 52
  • Verhaal nummer 51
  • Verhaal nummer 50
  • Verhaal nummer 49
  • Verhaal nummer 48
  • Verhaal nummer 47
  • Verhaal nummer 46
  • Verhaal nummer 45
  • Verhaal nummer 44
  • Verhaal nummer 43
  • Verhaal nummer 42
  • Verhaal nummer 41
  • Verhaal nummer 40
  • Verhaal nummer 39
  • Verhaal nummer 38
  • Verhaal nummer 37
  • Verhaal nummer 36
  • Verhaal nummer 35
  • Verhaal nummer 34
  • Verhaal nummer 33
  • Verhaal nummer 32
  • Verhaal nummer 31
  • Verhaal nummer 30
  • Verhaal nummer 29
  • Verhaal nummer 28
  • Verhaal nummer 27
  • Verhaal nummer 26
  • Verhaal nummer 25
  • Verhaal nummer 24
  • Verhaal nummer 23
  • Verhaal nummer 22
  • Verhaal nummer 21
  • Verhaal nummer 20
  • Verhaal nummer 19
  • Verhaal nummer 18
  • Verhaal nummer 17
  • Verhaal nummer 16
  • Verhaal nummer 15
  • Verhaal nummer 14
  • Verhaal nummer 13
  • Verhaal nummer 12
  • Verhaal nummer 11
  • Verhaal nummer 10
  • Verhaal nummer 9
  • Verhaal nummer 8
  • Verhaal nummer 7
  • Verhaal nummer 6
  • Verhaal nummer 5
  • Verhaal nummer 4
  • Verhaal nummer 3
  • Verhaal nummer 2
  • Verhaal nummer 1.
  • Griekse mythologie in 136 verhalen
  • Het uitgebreid horoscoopverhaal...
  • EINDEJAARSGESCHENK.
  • Recensie.
  • De Druivelaar 27.9.2010.
  • De Druivelaar 13.9.2010.
  • Lee(s/r)boek over de Griekse mythologie.
  • Vragen over de Danaïden.
  • De Druivelaar 17.8.2010.
  • De Druivelaar 2.8.2010
  • Een voorsmaakje.
  • Aangenaam geschrokken.
  • We werken aan het boek!
  • UIT HET SCHUIM VAN DE ZEE.
  • De Druivelaar 5.4.2010.
  • De Druivelaar 22.3.2010.
  • De Druivelaar 8.3.2010
  • De Druivelaar 22.2.2010
  • De Druivelaar 8.2.2010.
  • Twee sabbatjaren
  • De wondermooie mythe van Eros (Amor) en Psyche
  • Het hol van Pluto: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (XII)
  • Een bacchanaal: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (XI)
  • De esculaap: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (X)
  • De knoop doorhakken: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IX)
  • Muziek: de (kunst)historicus spreekt
  • De Druivelaar goes classic (VIII)
  • In de armen van Morpheus: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (VII)
  • De lesbische liefde: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (VI)
  • Een sirenenzang: de (kunst)historicus spreekt...
  • Jade
  • De Druivelaar goes classic (V)
  • De narcis: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IV)
  • De hyacint: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( III)
  • Schoolgaande jeugd schiet wakker!
  • Een vulkaanuitbarsting: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( II )
  • Een Pyrrusoverwinning: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( I )
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Antigone in de kunst
  • ANTIGONE (het hele verhaal)
  • Teiresias in de kunst
  • TEIRESIAS (het hele verhaal)
  • Het gulden vlies in de kunst
  • HET GULDEN VLIES (het hele verhaal)
  • BOEK
  • Phrixos en Helle in de kunst
  • PHRIXOS EN HELLE (het hele verhaal)
  • Kyparissos in de kunst
  • KYPARISSOS (het hele verhaal)
  • Orpheus en Eurydike in de kunst
  • ORPHEUS EN EURYDIKE (het hele verhaal)
  • Aktaion in de kunst
  • AKTAION (het hele verhaal)
  • De geboorte van Athena in de kunst.
  • DE GEBOORTE VAN ATHENA (het hele verhaal)
  • Phaedra in de kunst.
  • PHAEDRA (het hele verhaal)
  • Pygmalion in de kunst.
  • PYGMALION (het hele verhaal)
  • Erichtonios in de kunst.
  • ERICHTONIOS (het hele verhaal)
  • Atlas in de kunst
  • ATLAS (het hele verhaal)
  • Het paard van Troje in de kunst.
  • HET PAARD VAN TROJE (het hele verhaal).
  • Oineus in de kunst.
  • OINEUS (het hele verhaal).
  • Cassandra in de kunst
  • CASSANDRA (het hele verhaal)
  • Medusa in de kunst
  • MEDUSA (het hele verhaal)
  • Europa in de kunst
  • EUROPA (het hele verhaal)
  • Daidalos en Ikaros in de kunst.
  • DAIDALOS EN IKAROS (het hele verhaal)
  • Syrinx en Pan in de kunst
  • SYRINX EN PAN (het hele verhaal)
  • De draad van Ariadne in de kunst.
  • DE DRAAD VAN ARIADNE (het hele verhaal)
  • Koning Midas in de kunst.
  • KONING MIDAS (het hele verhaal)
  • Athena overwint Poseidon, in de kunst
  • ATHENA OVERWINT POSEIDON (het hele verhaal)
  • Hephaistos in de kunst
  • HEPHAISTOS (het hele verhaal)
  • Danaë in de kunst
  • DANAË (het hele verhaal).
  • Iedere maand een verhaal.
  • NIET ONBELANGRIJK INTERMEZZO
  • Ik, Zeus (2)
  • Ik, Zeus (1)
  • Voor wat hoort wat...
  • Overweldigend succes!
  • Gratis via mail.
  • Nieuwe "beperkte" druk.
  • Vierde druk?
  • Boeken.
  • Lezers van over de plas.
  • Nieuw boek: Strijdtoneel Troje
  • Eurobiljetten en mythologie.
  • Twee keer goed nieuws...
  • Even geduld...
  • Mythos-blog gestopt
  • Mythos.
  • De grote verhalen in afleveringen.
  • Derde druk !

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs