Foto

O jerum jerum jerum…

Mijn memoires

(2006, 206 p., 17,95 €)

Te bestellen via mail:

kvansteenbrugge@gmail.com

(geen verzendkosten)

Verhalen "uit het leven gegrepen" vindt u op  www.bloggen.be/pierpont

Het toneelstuk "DE TWISTAPPEL" is een dolle klucht die gaat over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Voor inlichtingen: www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=855455  of mail kris.vansteenbrugge@skynet.be .

Foto
Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Geneeskunde, Gehoor, G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie:  www.bloggen.be/kris

Wie stuurt een tekening bij één van de mythologische verhalen?
Per e-mail a.u.b. (kris.vansteenbrugge@skynet.be) .
De mooiste tekeningen worden gepubliceerd.
Vergeet niet uw naam te vermelden + naam van de school en klas.
Inhoud blog
  • Arachne.
  • Erichtonios.
  • Athena, opgestegen uit het hoofd van Zeus.
  • Hephaistos.
  • Zeus.
  • De geboorte van Aphrodite.
  • Amerika ----------------------------------------------------------------
  • Het boek
  • STOP.
  • Verhaal nummer 75
  • Verhaal nummer 74
  • Verhaal nummer 73
  • Verhaal nummer 72
  • Verhaal nummer 71
  • Verhaal nummer 70
  • Verhaal nummer 69
  • Verhaal nummer 68
  • Verhaal nummer 67
  • Verhaal nummer 66
  • Verhaal nummer 65
  • Verhaal nummer 64
  • Verhaal nummer 63
  • Verhaal nummer 62
  • Verhaal nummer 61
  • Verhaal nummer 60
  • Verhaal nummer 59
  • Verhaal nummer 58
  • Verhaal nummer 57
  • Verhaal nummer 56
  • Verhaal nummer 55
  • Verhaal nummer 54
  • Verhaal nummer 53
  • Verhaal nummer 52
  • Verhaal nummer 51
  • Verhaal nummer 50
  • Verhaal nummer 49
  • Verhaal nummer 48
  • Verhaal nummer 47
  • Verhaal nummer 46
  • Verhaal nummer 45
  • Verhaal nummer 44
  • Verhaal nummer 43
  • Verhaal nummer 42
  • Verhaal nummer 41
  • Verhaal nummer 40
  • Verhaal nummer 39
  • Verhaal nummer 38
  • Verhaal nummer 37
  • Verhaal nummer 36
  • Verhaal nummer 35
  • Verhaal nummer 34
  • Verhaal nummer 33
  • Verhaal nummer 32
  • Verhaal nummer 31
  • Verhaal nummer 30
  • Verhaal nummer 29
  • Verhaal nummer 28
  • Verhaal nummer 27
  • Verhaal nummer 26
  • Verhaal nummer 25
  • Verhaal nummer 24
  • Verhaal nummer 23
  • Verhaal nummer 22
  • Verhaal nummer 21
  • Verhaal nummer 20
  • Verhaal nummer 19
  • Verhaal nummer 18
  • Verhaal nummer 17
  • Verhaal nummer 16
  • Verhaal nummer 15
  • Verhaal nummer 14
  • Verhaal nummer 13
  • Verhaal nummer 12
  • Verhaal nummer 11
  • Verhaal nummer 10
  • Verhaal nummer 9
  • Verhaal nummer 8
  • Verhaal nummer 7
  • Verhaal nummer 6
  • Verhaal nummer 5
  • Verhaal nummer 4
  • Verhaal nummer 3
  • Verhaal nummer 2
  • Verhaal nummer 1.
  • Griekse mythologie in 136 verhalen
  • Het uitgebreid horoscoopverhaal...
  • EINDEJAARSGESCHENK.
  • Recensie.
  • De Druivelaar 27.9.2010.
  • De Druivelaar 13.9.2010.
  • Lee(s/r)boek over de Griekse mythologie.
  • Vragen over de Danaïden.
  • De Druivelaar 17.8.2010.
  • De Druivelaar 2.8.2010
  • Een voorsmaakje.
  • Aangenaam geschrokken.
  • We werken aan het boek!
  • UIT HET SCHUIM VAN DE ZEE.
  • De Druivelaar 5.4.2010.
  • De Druivelaar 22.3.2010.
  • De Druivelaar 8.3.2010
  • De Druivelaar 22.2.2010
  • De Druivelaar 8.2.2010.
  • Twee sabbatjaren
  • De wondermooie mythe van Eros (Amor) en Psyche
  • Het hol van Pluto: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (XII)
  • Een bacchanaal: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (XI)
  • De esculaap: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (X)
  • De knoop doorhakken: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IX)
  • Muziek: de (kunst)historicus spreekt
  • De Druivelaar goes classic (VIII)
  • In de armen van Morpheus: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (VII)
  • De lesbische liefde: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (VI)
  • Een sirenenzang: de (kunst)historicus spreekt...
  • Jade
  • De Druivelaar goes classic (V)
  • De narcis: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IV)
  • De hyacint: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( III)
  • Schoolgaande jeugd schiet wakker!
  • Een vulkaanuitbarsting: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( II )
  • Een Pyrrusoverwinning: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( I )
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Antigone in de kunst
  • ANTIGONE (het hele verhaal)
  • Teiresias in de kunst
  • TEIRESIAS (het hele verhaal)
  • Het gulden vlies in de kunst
  • HET GULDEN VLIES (het hele verhaal)
  • BOEK
  • Phrixos en Helle in de kunst
  • PHRIXOS EN HELLE (het hele verhaal)
  • Kyparissos in de kunst
  • KYPARISSOS (het hele verhaal)
  • Orpheus en Eurydike in de kunst
  • ORPHEUS EN EURYDIKE (het hele verhaal)
  • Aktaion in de kunst
  • AKTAION (het hele verhaal)
  • De geboorte van Athena in de kunst.
  • DE GEBOORTE VAN ATHENA (het hele verhaal)
  • Phaedra in de kunst.
  • PHAEDRA (het hele verhaal)
  • Pygmalion in de kunst.
  • PYGMALION (het hele verhaal)
  • Erichtonios in de kunst.
  • ERICHTONIOS (het hele verhaal)
  • Atlas in de kunst
  • ATLAS (het hele verhaal)
  • Het paard van Troje in de kunst.
  • HET PAARD VAN TROJE (het hele verhaal).
  • Oineus in de kunst.
  • OINEUS (het hele verhaal).
  • Cassandra in de kunst
  • CASSANDRA (het hele verhaal)
  • Medusa in de kunst
  • MEDUSA (het hele verhaal)
  • Europa in de kunst
  • EUROPA (het hele verhaal)
  • Daidalos en Ikaros in de kunst.
  • DAIDALOS EN IKAROS (het hele verhaal)
  • Syrinx en Pan in de kunst
  • SYRINX EN PAN (het hele verhaal)
  • De draad van Ariadne in de kunst.
  • DE DRAAD VAN ARIADNE (het hele verhaal)
  • Koning Midas in de kunst.
  • KONING MIDAS (het hele verhaal)
  • Athena overwint Poseidon, in de kunst
  • ATHENA OVERWINT POSEIDON (het hele verhaal)
  • Hephaistos in de kunst
  • HEPHAISTOS (het hele verhaal)
  • Danaë in de kunst
  • DANAË (het hele verhaal).
  • Iedere maand een verhaal.
  • NIET ONBELANGRIJK INTERMEZZO
  • Ik, Zeus (2)
  • Ik, Zeus (1)
  • Voor wat hoort wat...
  • Overweldigend succes!
  • Gratis via mail.
  • Nieuwe "beperkte" druk.
  • Vierde druk?
  • Boeken.
  • Lezers van over de plas.
  • Nieuw boek: Strijdtoneel Troje
  • Eurobiljetten en mythologie.
  • Twee keer goed nieuws...
  • Even geduld...
  • Mythos-blog gestopt
  • Mythos.
  • De grote verhalen in afleveringen.
  • Derde druk !
    Foto
     
    Foto
    Voor verhalen over Gent, Gravensteen, Griekenland, Grijsloke, Gezondheid, Gravensteen,
    Geneeskunde, Gehoor,
    G-plek, Genealogie, Gerard, Georges, Gekheid-op-een-stokje... zie:  www.bloggen.be/pierpont
    www.bloggen.be/kris

    GRIEKSE MYTHOLOGIE
    Boeiende verhalen uit het oude Hellas
    PICTAIKU's (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
    28-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koeien van de zonnegod.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    111. De koeien van de zonnegod.

     






    < tekening Jan Bauwens


    Zoals we gezien hebben in nummer 108, landden Odysseus en zijn zes overgebleven makkers op het eiland Trinakria, alwaar de heilige kudden van Helios graasden, koeien en schapen, onder het wakend oog van Phaetusa en Lampetia. Die twee waren eveneens dochters van de zonnegod, verwekt bij de nimf Neaera. Odysseus had iedereen onder ede laten beloven zich tevreden te stellen met het voedsel dat Kirke hen had meegegeven en géén van de heilige dieren van de zonnegod te stelen. Pas hadden ze hun schip op de kust getrokken of er stak een felle zuidenwind op. De wind blies in alle hevigheid, dertig dagen lang. Afvaren was onmogelijk…

    Het proviand was ondertussen op geraakt en de mannen poogden hun lege magen te vullen met de karige vruchten die op het eiland groeiden. Ze gingen op visvangst en op jacht naar vogels. Het weinige wat zij vingen was evenwel niet in staat hun honger te stillen en aan de stormwind bleek maar geen einde te komen. En toen Odysseus op een keer te slapen lag, sprak Eurylochus de anderen toe:

    - Waarom zouden wij hier blijven honger lijden, terwijl rondom ons honderden runderen grazen? Laten wij er één slachten en het vlees braden: op zijn minst twee weken zullen wij daar heerlijk van smullen.

    Maar de anderen antwoordden:

    - Hebben wij niet gezworen de kudden onaangeroerd te laten? Als wij onze belofte niet houden zullen de goden ons laten omkomen op zee.

    Waarop Eurylochus weer:

    - Ik geloof vast dat de goden begrip zullen tonen. Ik stel voor dat we beloven een tempel te bouwen voor de zonnegod, van zodra we op Ithaka teruggekeerd zijn. En daarenboven: hier lopen zoveel dieren dat het niet eens zeker is dat de god het zal merken als hij er eentje mist.

    De anderen stonden nog weigerig tegenover Eurylochus’ voorstel, maar hij ging verder:

    - En wat dan nog, als de goden ons laten omkomen op de zee. Dat is nog altijd te verkiezen boven de hongerdood. Niets in wreder dan de hongerdood!

    En… de mannen lieten zich overhalen. Ze slachtten één van de vetste koeien, ze braadden het vlees en smulden hun buiken rond. En ondertussen namen ze zich voor de zonnegod ruimschoots schadeloos te stellen. Misschien was er wel één bij die speelde met de gedachte om  Helios een gouden kalf te schenken… Dit alles geschiedde terwijl hun leider sliep…

    Toen Odysseus wakker werd, zag hij vol afschuw wat er gebeurd was. Hij barstte in woede uit en sprak:

    - Gij hebt het aangedurfd de goden te tarten! Ellendelingen zijt gij! Nooit zult gij uw vaderland terugzien. Laten we nu maar zo snel mogelijk dit oord des onheils verlaten.

    Een paar dagen later was de wind in kracht afgenomen. Het schip werd te water gelaten. Ondanks alles hoopten ze nog op een behouden thuiskomst…





    28-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Helios en Phaeton.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    110. Helios en Phaeton.

     



    < de afbeelding wordt onderaan vergroot weergegeven



    Elke ochtend stijgt Helios met zijn vlammende zonnewagen ten hemel. De wagen wordt voortgetrokken door vier vurige gevleugelde paarden. Buiten de zonnegod is niemand in staat de drieste paarden te mennen, zelfs Zeus niet. Niet één sterveling kan het felle licht verdragen, noch de ontzaglijke hitte die de zonnewagen verspreidt. Als Helios met zijn wagen het hoogste punt aan de hemel bereikt heeft, laat hij de teugels vieren en dan gaat het in een dalende baan naar het westen. Het stel daalt er neer in de oceaan, alwaar Helios een paleis bewoont.

    Helios heeft kinderen verwekt bij twee van de drieduizend Okeaniden (dochters van de titaan Okeanos). Bij Perseis verwekte hij Kirke, Pasiphae en Aietes. De eerste was de tovenares van het eiland Aiaia, dewelke ons nog fris in ’t geheugen ligt. De tweede was de echtgenote van koning Minos van Kreta, tevens moeder van de vreselijke Minotauros (zie verhaal nr. 53). De laatste was koning van Kolchis, aan de Zwarte Zee, vader van Jasons echtgenote Medea (zie verhaal nr. 12). Bij de andere Okeanide, Klymene, verwekte Helios de jongen Phaeton en ook nog drie meisjes: Aegiale, Aigle en Aetheria. Van zijn moeder wist Phaeton van zijn hoge goddelijke afkomst, en hij pochte daarmee bij zijn vrienden. Maar niet één die hem geloofde en ze lachten hem uit. Ach, als hij het maar kon bewijzen, wat zouden ze dan naar hem opkijken!

    Op een dag trok Phaeton zijn stoute schoenen aan en begaf zich naar het paleis van zijn vader en hij vroeg hem op de man af:

    - Is het waar dat gij mijn vader zijt?

    - Zeer zeker ben ik uw vader! Kom nader, zodat ik je omarm.

    Helios drukte zijn zoon liefdevol tegen de borst en vroeg hem naar de reden van zijn komst.

    - Al mijn vrienden spotten met mij als ik hen vertel dat gij mijn vader zijt. Ach, geef mij alstublieft een teken waardoor ik kan bewijzen dat ik wel degelijk uw zoon ben, de zoon van de zonnegod.

    - Ik ben bereid u alles te geven wat gij ook vraagt.

    - Alles, vader?

    - Alles! Dat zweer ik bij de Styx, de rivier van de onderwereld, waarbij goden plegen te zweren.

    - Dan wens ik één dag uw zonnewagen te mennen. Eén dag maar.

    Helios was hevig geschrokken van die vraag.

    - Besef je wel goed wat je mij vraagt, mijn zoon? Niemand van de goden, zelfs de oppergod niet, laat staan een sterveling, is in staat de paarden die de vlammende zonnewagen trekken, in toom te houden. Zelfs ik heb er soms moeite mee om de paarden in de goede baan te houden, zodat noch de aarde noch de hemel in brand schieten wanneer ze door de zonnegloed te dicht benaderd worden. Laat varen dat plan, mijn zoon, anders ga je een gewisse dood tegemoet!

    Maar Phaeton was niet van zijn voornemen af te brengen. Hij wilde en zou de zonnewagen mennen. En aangezien zijn vader het hem onder ede beloofd had, kon hij niet anders dan de wens van zijn zoon inwilligen: met een benepen hart, en toch nog hopend, tegen beter weten in, dat het goed zou aflopen…

    Zwellend van trots had Phaeton de hemelwagen bestegen en driester dan ooit scheerden de paarden door de ruimte. Ze voelden dat de teugels veel minder strak gehouden werden dan anders en dat maakte hen onzeker. Daardoor steigerden ze en kwamen ze buiten hun normale baan. Boven Afrika kwam de zonnewagen veel te dicht bij de aarde, waardoor alle huizen en alle gewassen verbrandden en de mensen zwart geblakerd werden. Ook voor Phaeton werd de hitte stilaan ondraaglijk. Hij had reeds lang spijt van zijn daad. In een samenballing van al zijn krachten dreef hij de wagen weer de hoogte in. Maar deze steeg nu zo duizelingwekkend hoog dat ook het hemelgewelf dreigde te ontvlammen. Toen Zeus dit merkte, besloot hij de dreiging af te wenden door zijn bliksem te slingeren naar de onhandige wagenmenner. Dodelijk getroffen en brandend als een toorts tuimelde deze naar beneden. Zijn verkoold stoffelijk overschot kwam terecht in een rivier, de Po. Zijn drie zusters beweenden hun broer aan de oever van de rivier, vier maanden lang. Uit erbarmen veranderde Zeus hen uiteindelijk in populieren.





    21-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (49 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eos en Selene, zusters van Helios.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    109. Eos en Selene, zusters van Helios.

     




    < tekening van Jan Bauwens
    (de tekening onderaan is eveneens van Jan Bauwens, naar een schilderij van Guido Reni)


    (Omdat we Odysseus niet eerder dan op 16 april a.s. zijn geboorteland willen laten bereiken en omdat hij nu met zijn makkers op het punt staat het eiland te betreden met de grazende heilige kudden van de zonnegod Helios, willen we eerst nog even uitweiden over deze laatste en over zijn familie. Waarom 16 april? Omdat het dan precies 3186 jaar zal geleden zijn dat die triomfantelijke thuiskomst in werkelijkheid heeft plaatsgegrepen. Dat heeft mevrouw A. Korevaar, lerares klassieke talen in Rotterdam, berekend. Zij komt weliswaar tot de slotsom van 3187 jaar, doch uit mijn verhaal van 17 december l.l. – zie www.bloggen.be/kris  onder de titel “Acribie” – moge duidelijk blijken dat ze zich van één jaar vergist heeft…)

     

    De zonnegod Helios was net als Selene, de maangodin, en Eos, de godin van de dageraad, een kind van de titaan Hyperion en de Titanes Theia (zie verhaal nr. 15). Laten wij het misschien eerst hebben over  Helios’ beide zusters, Selene en Eos.

    Van Selene wordt doorgaans aangenomen dat zij altijd maagd is gebleven. Eén enkele keer slechts werd zij verliefd: op een jonge herder, Endymion, die woonde in een grot op de berg Latmos in Klein-Azie. Van Endymion wordt wel eens beweerd dat hij de mooiste sterveling was die ooit op aarde heeft geleefd. Selene aanschouwde hem, slapend in zijn grot. Ze was verrukt van zijn schoonheid en zachtjes kuste ze hem op de mond, zonder hem wakker te maken. Ze wenste niets liever dan die wonderschone herder voor altijd in haar macht te hebben en te kussen en te koesteren. Daarom dompelde ze hem, met de hulp van Zeus, in een blijvende slaap. Tevens verkreeg ze van de oppergod dat hij haar geliefde de onsterfelijkheid en de eeuwige jeugd schonk, zodat zijn prachtig lichaam nimmer verwelkte en zij het tot in eeuwigheid kon bewonderen.

    Eos, de godin van de dageraad, woont aan het oostelijke rand van de aarde. Iedere ochtend opent zij de hemelpoorten om doorgang te verlenen aan haar broeder Helios, die uit de oceaan met zijn zonnewagen ten hemel opstijgt. Daarna spoedt ze zich naar de Olympos om de komst van de zonnegod te melden.

    Eos was getrouwd met Astraios. Deze was een zoon van de titaan Krios en van Eurybia, een dochter van Pontos en Gaia. Astraios en Eos waren de ouders van de winden (zie verhaal nr. 101) en van de sterren. Eos viel ook voor andere mannen: voor Kephalos, de koning van Thorikos (zie verhaal nr. 31), voor Tithonos en voor Orion. Tithonios was evenals Endymion een gewone, maar buitengewoon knappe sterveling. Ze nam hem op in haar woning. Net als haar zus Selene, vroeg Eos aan Zeus de onsterfelijkheid voor haar geliefde. Ook hààr wens werd ingewilligd, maar zij had vergeten de eeuwige jeugd erbij te vragen, als toemaatje… En Tithonos werd stokoud en hij schrompelde met de jaren zodanig ineen, dat het niet mooi meer was om aan te zien. Iedere dag stond Eos op, voor dag en dauw, om hem niet meer te moeten aanschouwen. Toen Tithonos heel klein geworden was en nog weinig menselijks meer had, sloot zij hem op in een donker hok, alwaar hij stilaan veranderde in een krekel. Zowel van Kephalos als van Tithonos werd Eos gezegend met twee kinderen: hààr liefdes waren allesbehalve platonisch… Op het eiland Delos bedreef zij ook de liefde met Orion, de mooiste en knapste jager die ooit heeft geleefd. Omdat Orion in zijn hoogmoed had verklaard dat hij de aarde zou zuiveren van alle monsters en wilde dieren, strafte Apollo hem door een reuzegrote schorpioen op hem af te sturen. Orion probeerde de schorpioen te doden met zijn pijlen, maar het dier bleek over een ondoordringbaar pantser te beschikken. Al zwemmend vluchtte Orion naar Delos, alwaar hij hoopte bescherming te vinden bij zijn geliefde Eos. Maar Apollo stookte zijn zuster Artemis op, haar pijlen te richten naar de zwemmende man, bewerende dat het een booswicht was, die gepoogd had één van haar prieteressen te verkrachten. Toen Artemis zag dat het Orion was die zij dodelijk getroffen had, smeekte zij haar vader Zeus hem als sterrenbeeld aan de hemel te plaatsen. Alzo geschiedde. En ook de schorpioen werd erbij geplaatst...





    14-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE MOOISTE CYCLOOP.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De publicatie van "de mooiste cycloop" wordt even uitgesteld. Het aantal inzendingen is van die aard dat nog geen keuze kon gemaakt worden. Alle inzenders van een cyclopen-tekening kregen het boek "Grijslokes Olympiade" reeds gratis toegezonden, als dank voor hun inspanning.





    07-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Skylla en Charibdis.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    108. Skylla en Charibdis.

     





    < deze tekening (van Jan bauwens) wordt onderaan vergroot weergegeven.




    ’s Anderendaags zagen zij de twee rotsklippen opdagen, waar zij tussendoor dienden te varen. De ene was zeer hoog en haar top was in donkere wolken gehuld. In een uitholling van die rots leefde het vreselijke monster Skylla: een vrouwenlichaam waarop zes bloeddorstige hondenkoppen waren vastgegroeid. Zij was een dochter van de zeegoden Phorkys en Keto en derhalve een zuster van de Gorgonen en de Graien (zie verhaal nr. 23) en ook van de honderdkoppige slang Ladon (zie verhaal nr. 57).

    De andere rots was lager en aan de voet van die rots stond een loverrijke boom. In de schaduw van die boom huisde Charibdis, die een dochter was van Poseidon en Gaia. Charibdis was nog gevaarlijker  dan Skylla. Elk schip dat  te dicht in haar buurt kwam, werd als in een draaikolk verzwolgen in de diepten van de zee.

    In de greep van Charibdis komen, zou het definitieve einde betekenen. Zich daarvan welbewust, hielden Odysseus en zijn twaalf overgebleven makkers de draaikolk op een redelijke afstand. Daardoor kwamen ze te dicht bij de andere rots, precies binnen het bereik van Skylla. Vervaarlijk boog het monster zich voorover naar de dertienkoppige bemanning. En van de mannen werden er zes gegrepen, één door elk van de zes opengesperde muilen. Hun hoofden werden te pletter geslagen tegen de rots, waarna hun lichamen verscheurd werden en verslonden. Een afschuwelijker schouwspel kan men zich nauwelijks voorstellen!

    Het duurde nog zes dagen voor Odysseus en zijn zes overgebleven gezellen weer land in zicht kregen. Het land dat ze zagen was Trinakria, het eiland van de zonnegod Helios. Hier graasden de heilige kudden: runderen en schapen. Men beweert dat hier uitsluitend vrouwelijke dieren waren en dat zij zich dus niet konden voortplanten – kunstmatige inseminatie was toen nog niet uitgevonden… De dieren beschikten over de goddelijke eigenschap van de eeuwige jeugd en daardoor was hun voortbestaan niettemin verzekerd, tenminste als niemand zo vermetel zou zijn hen te doden. Hoeft het verwondering te wekken dat zowel Teiresias als Kirke, Odysseus op het hart gedrukt hadden zich de woede van de zonnegod niet op de hals te halen door zich aan zijn kudde te vergrijpen, indien zij tenminste heelhuids hun vaderland wensten terug te zien?

    De mannen wilden niets liever dan voet aan wal zetten op Trinakria, hoezeer Odysseus hen dit ook uit het hoofd trachtte te praten. Hij was bang dat zijn mannen de wijze raad in de wind zouden slaan. Hij stelde voor het eiland links te laten liggen en door te varen naar een ander land: Kirke had hen immers heel wat proviand meegegeven en er was nog genoeg over voor verscheidene dagen. Maar de mannen weigerden op dat voorstel in te gaan. Ze waren immers aan rust toe door de emoties en de inspanningen van de laatste dagen. En zo kwam het dat Odysseus  hen niet kon verhinderen het eiland van de zonnegod te betreden…





    07-01-2009 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (21 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GUSTAV SCHWAB

    Of deze verhalen ooit in boekvorm worden uitgegeven? Het wordt mij af en toe gevraagd door leraren en leerlingen. In feite geen slecht idee: een boek met alle verhalen uit de Griekse mythologie en rijk geïllustreerd met tekeningen van Jan Bauwens en andere kunstenaars… Maar ’t zal alleszins niet vóór einde 2009 zijn. In afwachting komen jullie met deze website toch al een heel eind.

    Een boek leest vanzelfsprekend vlotter. Laat ik jullie alvast “Griekse Mythen en Sagen” aanbevelen, een pocketboek-editie van Het Spectrum. Het boek is weliswaar niet geïllustreerd en het is een vertaling (door K.J. van den Brink) uit het Duits van een door Richard Carstensen bewerkte uitgave van “Die Schönsten Sagen des Klassischen Altertums” van Gustav Schwab. De eerste druk dateert van 1956. Op heden, meer dan een halve eeuw later, is het nog steeds een van de meest verkochte naslagwerkjes terzake, hetgeen ongetwijfeld de degelijkheid ervan bewijst.

    Op de cover zien we Odysseus tijdens zijn terugreis na de oorlog van Troje. Boven zijn schip vliegt een Sirene. Over Odysseus en de Sirenen kunnen jullie lezen op deze weblog: verhaal nr. 107.





    31-12-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Sirenen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    107. De Sirenen.

     



    < tekening (van Jan Bauwens, naar een schilderij van Leighton), onderaan vergroot weergegeven;
       de andere tekeningen zijn eveneens van Jan Bauwens




    Op een waardige wijze hadden Odysseus en zijn vrienden afscheid genomen van Kirke en dat stemde de goden blijkbaar gunstig. Op een kalme zee voer hun schip in zuidelijke richting, voortgedreven door een rustige noordenwind. De raadgevingen van Kirke indachtig, stopte Odysseus de oren van de mannen dicht met de was die de godin hen had meegegeven. Zelf was hij echter dermate benieuwd om de hemelse gezangen van de Sirenen te aanhoren dat hij het vertikte zijn eigen oren dicht te stoppen. Maar omdat hij vreesde te zullen bezwijken bij het aanhoren van de heerlijke smachtende stemmen van die lieve wezens, gebood hij zijn mannen hem met een stevig touw vast te binden aan de mast van het schip. In geen geval mochten zij het touw losmaken: als hij hen erom zou verzoeken, dienden ze het integendeel nog steviger aan te sjorren.

    Er kwam een vredige rust over Odysseus. Vastgebonden aan de mast dommelde hij langzaam in en droomde van drie Sirenen, die als prille tedere maagden het schip beklommen. Eén voor één drukten ze hun zachte lichamen tegen het zijne en fluisterden zoete lieve woorden in zijn oor. En plots veranderde het gefluister in een gezang, dat  van ver buiten het schip op hem af kwam. Odysseus schoot wakker. In de verte hoorde hij klaar en duidelijk meisjesstemmen: een heerlijke meeslepende melodie. Hij spitste zijn oren en naarmate het schip verder voer werden de klanken duidelijker en hij kon ook de woorden verstaan. Die woorden, zoeter dan de zoetste nectar, vervulden zijn hart met een onwezenlijk gevoel. Hij wilde naar hen toe, naar de bezitsters van die overheerlijke stemmen, die zijn lichaam doorzinderden met een ongekend genot:

     

    O onverschrokken Odysseus,

    O machtige held van Troje,

    Kom tot ons,

    Laat ons uw zongebruind en krachtig gespierd lichaam verwennen,

    Laat ons u beroeren met onze zachte warme lijven,

    Laat ons toe uw hart te vertederen

    Met gezangen over uw geliefde Ithaca,

    Waar gij zo naar verlangt

    Met hart en ziel…

     

    Het zwoele gezang van de Sirenen bracht zijn zinnen in de war. Hij schreeuwde zijn mannen toe dat ze hem moesten losmaken, maar ze hoorden hem niet. Toen hij echter met hoofdgebaren te kennen gaf dat hij aan land wilde gaan, kwamen zij naar hem toe en bonden hem nog steviger vast. Ze lieten Odysseus nog een hele tijd wild te keer gaan, tot hij stil bleef en niet langer meer poogde zich los te rukken. Dan haalden zij de was uit hun oren en maakten hun meester los. Het gezang was niet meer te horen. Het schip zette nu zijn rustige koers verder in de richting van Skylla en Charibdis.

    Naar sommigen beweren, zouden de Sirenen zichzelf, na dit voorval, van het leven beroofd hebben.





    17-12-2008 om 18:21 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afscheid van Kirke.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    106. Afscheid van Kirke.

     



    Toen Odysseus, na zijn reis naar de onderwereld, het eiland Aiaia naderde, zag hij al van verre zijn makkers staan. Kirke had hun de menselijke gedaante teruggeschonken… Ze zagen er jonger uit dan voorheen. Ze waren mooier dan ooit te voren. Odysseus omhelsde hen een voor een. Er vloeiden tranen van blijdschap en ontroering. Ook Kirke plengde een traantje. Ze stelde Odysseus vragen over zijn wedervaren in de onderwereld. En hij vertelde haar over de waarschuwing die Teiresias hem had gegeven: dat hij op het eiland van Helios, de kudden van de zonnegod onaangeroerd diende te laten. En Kirke sprak tot hem:

    - Het eiland waar de heilige kudden van Helios grazen, heet Trinakria. Zeker moet gij er u voor hoeden ook maar één van de dieren aan te raken. Maar er is nog heel wat meer wat ik u moet zeggen. Eerst zult gij nog voorbij een eiland moeten varen dat bewoond wordt door de Sirenen. Het waren oorspronkelijk drie allerbekoorlijkste jonge meisjes, begiftigd met wondermooie stemmen. Maar omdat zij, noch door goden noch door sterfelijken hun maagdelijkheid lieten beroeren, vielen zij in ongenade bij de godin Aphrodite. Daarom toverde de liefdesgodin hen om in wezens met het bovenlichaam van een aantrekkelijke jonge vrouw en met het onderlichaam en de vleugels van een reusachtige vogel. Hun heerlijke zangstem mochten ze behouden. Aanvankelijk waren ze ook in staat om te vliegen, maar die mogelijkheid werd hun ontnomen door de Muzen, die, door jaloersheid gedreven, hun slagpennen hebben uitgetrokken. Volledigheidshalve moet ik nog zeggen dat sommigen beweren dat niet Aphrodite, maar de godin Demeter verantwoordelijk is voor hun metamorfose. Ze zouden vriendinnen geweest zijn van Demeters dochter Persephone, en met eigen ogen gezien hebben hoe deze door Hades werd ontvoerd. Maar omdat ze nooit tegen de god van de onderwereld hebben willen of durven getuigen, zou Demeter hen op deze wijze gestraft hebben. Nu verblijven ze dus op hun eiland, alwaar zij voorbijvarenden lokken met hun heerlijke gezangen. Maar wee degene die er voet aan wal zet: niemand heeft het eiland ooit levend verlaten! Overal ligt de grond er bezaaid met de beenderen van gestrande zeelui. Ik bezweer u het eiland van de Sirenen in geen geval te betreden. Maar omdat ik weet dat niemand aan hun gezang kan weerstaan, schenk ik u deze pot met was. Stop daarmee uw aller oren dicht, opdat hun hemelse melodieën niet tot u doordringen. Als ge deze raad volgt, en slechts dan alleen, zal u geen kwaad geschieden.

    De mannen hadden in spanning geluisterd en ze beloofden nauwgezet de adviezen van Kirke te volgen. Maar zij vervolgde:

    - En dan is er nog één gevaarlijk obstakel, alvorens gij Trinakria zult bereiken: Skylla en Charibdis. Twee monsters die huizen aan de voet van twee torenhoge rotsklippen waar gij tussendoor zult moeten varen. Onderaan de ene klip zit het monster Charibdis. Hoed u ervoor te dicht in haar buurt te komen, want ze zou uw schip en de hele bemanning onverbiddelijk verzwelgen tot in de diepste diepten van de zee. Maar kom ook niet te dicht bij de andere klip. Daar immers woont Skylla, een zeskoppig monster. Laat u niet grijpen door dat monster: het zal u vermorzelen, te pletter slaan tegen de rotsen, zonder mededogen.

    Odysseus knikte begrijpend:

    - Het komt er dus op aan precies in het midden te varen tussen de beide rotsen, niet te dicht bij de ene en niet te dicht bij de andere…

    - Precies. Dat hebt ge goed begrepen. Ik wens u goede vaart. Moge Zeus, onze aller vader, u behoeden.

    De mannen dankten Kirke en ze begaven zich naar het schip. Ze wuifden haar nog na. Maar ze zag het niet meer. Ze had zich omgedraaid en ze liet haar tranen de vrije loop. De godin-tovenares weende bitter…

    10-12-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Teiresias.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    105. Teiresias.

     









    (Odysseus is op terugreis naar het eiland van Kirke; wij maken van de gelegenheid gebruik om iets te vertellen over Teiresias, de blinde ziener, met wie Odysseus oog in oog heeft gestaan in de onderwereld; de tekeningen, Teiresias voorstellend, zijn van de hand van Jan Bauwens).

     


    Teiresias’ vader was de zoon van één van de mannen die ontsproten waren uit de tanden die door Kadmos gezaaid werden in opdracht van Athena (zie verhaal nr. 10). Zijn moeder was een nimf. In verhaal nr. 6 werd uiteengezet hoe Teiresias met blindheid geslagen werd door toedoen van diezelfde godin Athena en hoe de godin dit onrecht achteraf probeerde te herstellen door Teiresias de gave van de helderziendheid te schenken. Maar er is nog een ander verhaal….

    Niet Athena maar de oppergodin Hera zou Teiresias met blindheid geslagen hebben. Aan de oorsprong hiervan ligt een hevig dispuut tussen Zeus en zijn dierbare eega. Zeus was weer eens vreemd gegaan en daarom slingerde Hera hem allerlei verwijten naar het hoofd. Zeus verdedigde zich door te stellen dat de vrouw veel meer genot beleeft tijdens de geslachtelijke vereniging dan de man, waardoor deze laatste dus, bij wijze van compensatie, gerechtigd is vaker en met verscheidene vrouwen sexuele omgang te hebben. Hera was het met die stelling niet eens. Er diende een scheidsrechter aangesteld te worden. Daar kwam enkel Teiresias voor in aanmerking. Hij immers was de enige persoon die zowel man als vrouw geweest was, de enige dus die een oordeel kon vellen over wie het meeste genot beleeft bij de geslachtsdaad: de man of de vrouw. Teiresias was immers zelf een tijdje vrouw geweest… Hoe dat gekomen was? Ziehier.

    Toen Teiresias eens, een jonge knaap nog zijnde, op wandel was op de hellingen van het Kithairongebergte, zag hij twee slangen paren. Met zijn stok scheidde hij de twee slangen en sloeg er één dood, het vrouwtje. Dit was niet naar de zin van de goden en Teiresias werd veranderd in een vrouw. Zeven jaar later zag Teiresias op dezelfde plek weer twee slangen paren. Hij reageerde zoals de eerste keer en weer sloeg hij één van de slangen dood, het mannetje. En terstond kreeg hij zijn mannelijk lichaam terug.

    En Teiresias, als “ervaringsdeskundige” velde zijn oordeel: als wij het genot dat de man beleeft het getal één geven, dan moeten wij het genot van de vrouw het getal negen geven! Hera voelde zich zwaar gekrenkt door dat oordeel en ze sloeg Teiresias met blindheid. Zeus kon hem weliswaar het licht van zijn ogen niet teruggeven, maar de oppergod deed niettemin zijn best om een en ander goed te maken. Zo schonk hij hem de gave van de helderzienheid, hij maakte zijn gehoor vele malen scherper dan bij een normale sterveling en hij zorgde ervoor dat hij de taal van de vogelen kon verstaan. Verder schonk Zeus Teiresias zeven levens en hij beloofde dat hij in het hiernamaals zijn zienersgaven zou mogen behouden.

    We hebben Teiresias zien optreden als voorspeller van het dramatisch lot van Oidipous (verhaal nr. 20) en van dat van Kreoon (verhaal nr. 36). De zienersgave heeft van Teiresias allesbehalve een gelukkig man gemaakt…

    03-12-2008 om 13:57 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In het rijk der doden.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    104. In het rijk der doden.

     




    < tekening Jan Bauwens (naar J.H. Füssli)
        onderaan vergroot weergegeven



    Kirke en Odysseus gingen aan tafel, waar de nimfen de heerlijkste spijzen hadden klaargezet. Na de maaltijd begaven ze zich ter ruste en ze gaven zich over aan elkaar. Odysseus raakte helemaal in de ban van de verliefde godin, die de kunst van de lichamelijke liefde zo goed bleek te beheersen. Dagen, weken en maanden verstreken zonder dat het heimwee naar huis aan Odysseus’ hart knaagde. Pas toen bijna een jaar verstreken was, sprak Odysseus tot Kirke:

    - Lieveling, ik voel dat mijn hartstocht voor jou begint te tanen. We hebben samen een heerlijke tijd gehad, maar de hang naar mijn vaderland en naar mijn familie komt weer boven en wordt met de dag groter. Wordt het niet stilaan tijd dat je mijn makkers hun menselijke gedaante teruggeeft en mij de weg wijst die ik moet volgen om veilig Ithaka te bereiken?

    Hij sprak met overtuiging en het was duidelijk dat zijn woorden geen tegenspraak duldden. Geschrokken doch beheerst antwoordde de godin:

    - Nooit heb ik een beter minnaar gekend dan jij, mijn allerliefste held. Dolgaarne had ik je nog langer bij mij gehouden. Maar ik zie dat het je menens is. De weg die je dient te volgen kan ikzelf je niet wijzen. Maar ik kan je wel vertellen wie dat wél kan. Het is Teiresias, de ziener.

    - Maar bevindt die zich niet reeds bij de doden?

    - Precies. Daar is Teiresias nu, in de Hades. En naar het rijk der doden zal jij je moeten begeven. Vaar weg van dit eiland en de Noordenwind zal je brengen naar het westelijk uiteinde van de wereld. Daar zal je een in mist en wolken gehuld strand vinden, waarachter zich een bos van wilgen en populieren bevindt. Dat bos is gewijd aan Persephone, de godin van de onderwereld. Graaf daar een put en stort daarin het water, de melk, de honing en de wijn die ik je zal meegeven. Ook geef ik je een ram mee en een ooi. Die moet je offeren aan Teiresias. Vang het bloed van de offerdieren op. Een deel ervan moet je gieten bij de andere vloeistoffen in de kuil. Van het andere deel moet je de schimme die op je afkomen laten drinken – het zijn de schimmen van de doden. Alleen op die wijze zal je met hen een gesprek kunnen voeren. Let er evenwel op dat je met niemand spreekt vooraleer je Teiresias aan het woord hebt gelaten. Als je de nodige informatie gekregen hebt van de ziener, keer dan zo spoedig mogelijk naar dit eiland terug. Tegen die tijd zal ik al je vrienden hun menselijke gedaante teruggegeven hebben. Dat zweer ik je, op de Styx.

    Odysseus handelde zoals Kirke hem had opgedragen. Toen hij de kuil gegraven had en de offers geplengd, kwamen inderdaad talloze schimmen op hem af, maar, Kirkes woorden indachtig, negeerde hij ze allen, tot hij de schim had herkend van Teiresias, die ook in de onderwereld de gave van de profetie had behouden. Hij gaf Teiresias te drinken van het offerbloed. Ziehier hoe deze tot hem sprak:

    - Gij hebt de god Poseidon ten zeerste vertoornd, door wat gij zijn zoon Polyphemos, de cycloop, hebt aangedaan (zie verhaal nr. 100).  Maar alles zal goed komen, als gij er maar zorg voor draagt de kudde van Helios, op wiens eiland gij zult stranden, onaangeroerd te laten. Doet ge dat niet, dan zal nog veel rampspoed uw deel zijn: al uw vrienden zullen omkomen en op een vreemd schip zult gij uw vaderland bereiken en wat gij daar zult ontmoeten, zal niets zijn dan ellende.

    Odysseus wilde nog wat vragen maar Teiresias was alweer verdwenen. Zag hij daar niet de schim van zijn moeder? Zijn moedertje die tijdens zijn jarenlange afwezigheid gestorven was, gestorven van verdriet? En was dát niet Agamemnon? Die had dus na zijn triomfantelijke uittocht uit Troje, ook al het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. En Achilles! Odysseus gaf hem te drinken van het offerbloed en sprak tot hem:

    - O, grote Achilles, hoe goed herken ik u nog, aan uw fiere gestalte! Ook hier straalt gij nog steeds de onoverwinnelijkheid uit!

    Maar Achilles antwoordde hem:

    - Tracht mij niet te vleien. Ondraaglijk is het, hier voor altijd te moeten ronddolen. Ik zeg u: beter is het onder de levenden de geringste onder de knechten te zijn, dan de grootste koning in de onderwereld!

    En daar zag hij ook nog de schim van Patroklos en van nog vele anderen. Ajax, bijvoorbeeld. Maar Ajax wendde zich direct af: het leek erop dat hij nog steeds kwaad was omdat Odysseus de wapenrusting van Achilles voor zijn neus had weggekaapt… (zie verhaal nr. 93)

    Plots werd Odysseus overvallen door de vrees dat hij hier wel eens de schim van Medusa kon ontmoeten. Misschien was zelfs haar schim nog in staat hem in steen te doen veranderen?

    Dan maar gauw rechtsomkeert gemaakt, terug naar Aiaia.





    26-11-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betoverd...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    103. Betoverd...

     




    < tekening van Jan Bauwens, naar een schilderij van Waterhouse
        (onderaan vergroot weergegeven)



    Odysseus had de nacht doorgebracht onder de blote hemel. ’t Was nog vroeg in de morgen toen zijn makkers hem wakker schudden. Ze waren vol ongeduld om het eiland te verkennen. De zon scheen reeds aan de hemel. Ze stapten door met gras begroeide vlakten waar allerlei dieren rondhuppelden: geiten, herten, schapen, konijnen, eekhoorns… Een lieflijk schouwspel. En er was nog meer! Wat verder landinwaarts zagen ze drie aanlokkelijke vrouwspersonen hen tegemoet komen: het waren nimfen die in dienst waren van de godin Kirke, de heerseres over dit eiland. De nimfen, allerlieflijkste wezens,  leidden de mannen naar het paleis van hun meesteres. Kirke, zowel als de nimfen, toonde zich zeer opgetogen met dit onverwachts mannelijk bezoek, zij het dat ze er maar magertjes en verzwakt bijliepen, en sjofel gekleed. Kirke gaf opdracht aan de nimfen een lekkere en versterkende maaltijd te bereiden voor de gasten. Zelf ging ze een kruik van de heerlijkste wijn halen, wijn waarin ze een toverdrank had gedaan, door haarzelf bereid…

    Toen allen van de wijn gedronken hadden, leidde Kirke Odysseus naar de badkamer. Ze stelde hem voor een bad te nemen vooraleer aan tafel te gaan. Toen ze teruggekeerd was tot de mannen sprak ze een toverspreuk uit over hen. Allen veranderden terstond in varkens. Toen Odysseus opgefrist ten tonele verscheen, sprak ze ook over hem dezelfde toverwoorden, maar tevergeefs. Hij leek wel immuun voor haar toverkracht…

    Odysseus keek rondom zich. Geen mannen zag hij, enkel varkens. Het werd hem al snel duidelijk wat hier was geschied. Hij greep zijn zwaard en ging dreigend voor Kirke staan:

    - Geef mijn mannen hun menselijke gedaante terug, of dit zwaard zal uw lichaam doorboren!

    Zij antwoordde:

    - Nu herken ik u. Niemand minder dan Odysseus zijt gij, de overwinnaar van Troje. Wie anders dan de grote Odysseus zou mij immers kunnen weerstaan. Steek uw zwaard weer in de schede en laten wij vriendschap sluiten. Ú immers wil ik geen kwaad doen.

    - Hoe zou ik vriendschap met u kunnen sluiten, na wat gij míjn vrienden hebt aangedaan? Verbreek deze betovering, nu terstond!

    Odysseus maakte aanstalten om toe te slaan. Kirke echter knielde onderdanig voor hem neder. Vol deemoed keek ze naar hem op, met haar verleidelijke donkere ogen. Ze sprak:

    - O mijn stoere held, mooi van lijf en leden, aan wie geen enkele vrouw weerstand kan bieden! Ik smeek u nogmaals: steek uw zwaard weer in de schede. Wat ge mij vraagt is onmogelijk. Ik kan de betovering niet op staande voet ongedaan maken. Daarenboven: als ge mij doodt, zullen uw makkers gedoemd zijn om als varkens verder te leven tot het einde van hun dagen. En wat meer is: gij kunt mij niet eens doden, vermits ik een godin ben en goden en godinnen niet kunnen niet sterven. En dan moet ge ook nog weten dat ik de enige ben die u op weg kan helpen naar uw vaderland. Maar bovenal: mijn hart staat in lichterlaaie voor u. Het liefste zou ik u bij mij houden, voor altijd. Maar ik weet dat gij niets liever wilt dan terugkeren naar Ithaka en naar uw familie. Maar sta mij toe, u toch minstens één dag te beminnen, één nacht met u het bed te delen.

    Ze had zijn enkels vastgegrepen. Tranen rolden over haar wangen. Deze mooie goddelijke vrouw, die smekend aan zijn voeten lag, vertederde plots Odysseus’ hart en deed ook zíjn hartstocht oplaaien. Hij liet zijn zwaard uit zijn handen glijden en tilde haar op met zijn sterke armen, alsof ze een pluimpje was. Hij droogde haar tranen en drukte haar warme lichaam stevig tegen het zijne aan.

    - Eén nacht, sprak hij. Niet méér.



    19-11-2008 om 10:35 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laistrygonen en het eiland van Kirke.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    102.  De Laistrygonen en het eiland van Kirke.

     






    < tekening van Jan Bauwens (onderaan vergroot weergegeven)


    De zevende dag kwam er weer land in zicht. Ze hadden er geen benul van dat dit het land was van de Laistrygonen, een volk van wreedaardige reuzen. Daar was een klein uitnodigend haventje. Ze loodsten er hun schepen binnen. Zijn eigen schip evenwel verankerde Odysseus aan een rots, buiten de haven. Drie mannen gingen het land verkennen. Ze ontmoetten een jong meisje, een kind nog, maar buitengewoon groot van gestalte – zij reikten niet eens tot aan haar schouders. Het kind leidde hen naar het huis van haar vader. Maar toen ze daar aankwamen, werden ze allerminst gastvrij ontvangen. Reuzen kwamen dreigend op hen af. De drie maakten rechtsomkeert en zetten het op een lopen. Eén van de mannen werd gegrepen en ter plekke de kop van het lijf gerukt. De anderen bereikten de haven. Maar nu grepen de reuzen grote rotsblokken en wierpen die naar de schepen. Een ravage van jewelste: niet één schip in de haven bleef gespaard en verscheidene mannen kwamen om. Het schip van Odysseus nochtans, dat buiten de haven gemeerd lag, ontsprong de dans. Diegenen van de andere schepen, die zich al zwemmend hadden kunnen redden - twaalf in getal waren ze nog -, hesen zich aan boord van dit ene overblijvende schip. De toekomst zag er allesbehalve rooskleurig uit. Wat had het noodlot voor hen nog in petto?

    Als hulpelozen dreven ze voort, overgeleverd aan de willekeur van de wispelturige winden. Het was met gemengde gevoelens dat ze een eiland zagen opdoemen: Aiaia, aan de westkust van Italië. Zouden ze hier niet wéér in aanraking komen met reuzen, boosdoeners, woeste krijgers, monsters of wilde dieren, die hen naar het leven zouden staan? Daarenboven, als ze nog lang op zee bleven zwalpen, zouden ze zeker omkomen van honger en dorst. En in stilte hoopten zij op een ontmoeting met vrouwelijk schoon. Ja, daar waren ze nu wel aan toe, na al de ellende die ze sinds het einde van de oorlog hadden meegemaakt.

    Ze lieten hun schip stranden op de kust. Odysseus was ervan overtuigd dat zij op dit lieflijk zonovergoten eilandje niets te vrezen hadden. Hij legde zich te rusten onder een boom, vastbesloten daar te blijven slapen tot de morgen. Zijn makkers echter trokken terug naar het schip, om daar hun slaapstee op te zoeken, bang als zij waren om de nacht door te brengen onder de blote hemel. Weldra verzonk Odysseus in een vreedzame slaap…

    Een sombere gestalte nadert onze slapende held en schudt hem wakker. Odysseus schrikt hevig en wil de vreemde indringer te lijf gaan met zijn mes. Maar de vreemdeling ontwijkt het mes en maakt zich bekend:

    - Vrees niets, dappere Odysseus, ik ben de god Hermes.

    - Als gij de god Hermes zijt, vertel mij dan wie u gezonden heeft.

    - Ik kom in opdracht van mijn vader Zeus en van mijn goddelijke zuster Athena.

    - En zeg mij ook welk land dit is.

    - Dit is het eiland Aiaia. Het wordt bewoond door de godin Kirke, dochter van de zonnegod Helios en door drie nimfen. Kirke is zeer bedreven in de kunst van het toveren. Ze zal ongetwijfeld proberen u in haar netten te strikken. Met alle tovermiddelen waarover ze beschikt, en ook met haar charme, zal zij proberen u vrouw en kind, familie en vaderland te doen vergeten en u en uw makkers vast te houden op het eiland.

    De woorden van Hermes beangstigen Odysseus. Hij moet denken aan wat hen overkomen is in het land van de Lotofagen en hoe ze daar maar op het nippertje ontkomen zijn. Maar Hermes stelt hem op zijn gemak:

    - Een dergelijk gevaar hoeft gíj niet te lopen. Als gij deze plant terstond opeet, met wortel en al, zult gij voor altijd bestand zijn tegen alle listen en tovertruken van Kirke.

    Terwijl de god zich verwijdert, roept Odysseus hem woorden van dank na en belooft hem een mooi offer te brengen als hij eenmaal in zijn vaderland zal teruggekeerd zijn. De plant die Hermes hem gegeven heeft, is snel verorberd. Ze heeft een bittere nasmaak en die spoelt Odysseus weg met een slok wijn uit de veldfles die nog om zijn middel bengelt. Hij prijst de wijn, een restant van de twaalf kruiken die hij op het eiland Ismaros heeft meegekregen (nr. 97). Die wijn heeft tenslotte ook zijn leven en dat van vele van zijn makkers gered op het eiland van de cyclopen (nr. 99)….




    12-11-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (17 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij de god van de winden.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    101. Bij de god van de winden.

     


    < tekening van Jan Bauwens (onderaan vergroot weergegeven)

    Na enkele dagen op zee rondgezwalpt te hebben, bereikten Odysseus en zijn mannen de Aiolische – ook genoemd de Liparische – eilanden, een groep van zeven eilanden ten noorden van Sicilië. Het eiland waar zij aanmeerden was de woonplaats van Aiolos, de god van de winden. De god woonde daar met zijn echtgenote en zijn zes zonen en evenveel dochters, in een schitterend paleis. Elk van de zonen leefde er met één van de zusters als getrouwd koppel en zo leefden allen in het paleis als één groot en gelukkig gezin. Aiolos, die een zoon was van Poseidon, was door Zeus aangesteld als de bewaker van de winden: Boreas (de noordenwind), Euros (de oostenwind), Notos (de zuidenwind) en Zephyros (de westenwind). Deze winden waren de zonen van Eos, de godin van de dageraad, die zelf een dochter was van de titaan Hyperion en de titanes Theia. Hun vader was eveneens een titanenkind, Astraios. Aiolos hield deze winden opgesloten in een grot…

    Een maand lang genoot Odysseus met zijn vrienden van de gastvrijheid van Aiolos. Met welgevallen luisterden de heerser over de winden en zijn gezinsleden naar de heroïsche verhalen over de oorlog van Troje. Toen de dag aangebroken was dat de mannen het eiland gingen verlaten, gaf Aiolos een groot afscheidsmaal. Daartoe had hij een vette os geslacht. Van het vel van de os maakte hij een grote zak en in de zak sloot hij de winden op. Alle, behalve één: Zephyros, de westenwind. Op die manier zouden de schepen van Odysseus rustig en gestaag voortgedreven worden in de richting van hun thuisland Ithaka, ongehinderd door andere winden en stormen. De zak was stevig dichtgeknoopt met een zilveren touw. Het was Odysseus ten zeerste geraden dit touw in geen geval los te maken vóór het vaderland zou bereikt zijn. Dankbaar voeren ze af.

    Na een dag of tien varen over een uiterst kalme zee, waren ze reeds dicht bij Ithaka genaderd. Eindelijk! Maar heilaas… Odysseus, die al die tijd gewaakt had over de zak, opdat niemand achter zijn rug hem zou openen, werd door de slaap overmand.

    - Wat zou onze leider in die zak verborgen houden? fluisterden zijn mannen. Ongetwijfeld is het een zak vol goud en zilver, vol kostbaarheden waarin hij ons niet wil laten delen.

    Eén van hen maakte het touw los. En, o wee, met donderend geweld stormden de winden naar buiten. Als razenden tolden ze omheen de schepen. Deze werden helemaal uit hun koers geslagen. Ithaka was plots weer uit het zicht verdwenen en daar zwalpten de schepen weer stuurloos op de woeste schuimende baren. Toen de storm enigszins tot bedaren was gekomen, kwam er weer land in zicht. Tot hun verbazing merkten ze dat ze weer bij het eiland van Aiolos waren, hun weldoener. Die vriendelijke god zou hen wel weer op weg helpen. Zo dachten ze…

    Toen Aiolos echter vernam wat er geschied was, ontstak hij in een hevige woede:

    - Verdwijnt van dit eiland, zo sprak hij hen toe. Verdwijnt en durft het niet aan mij nog ooit onder ogen te komen. Ik had u nog zó gewaarschuwd de zak niet te openen. Schandelijk hebt gij mijn raad in de wind geslagen. Hoe durft ge het aan mij nogmaals om een gunst te vragen?

    Odysseus en de anderen dropen af naar de schepen. Weer waren zij overgeleverd aan de onstuimige zee en de grillen van de god Poseidon.





    05-11-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZEUS EN EUROPA (een beeld van Rik Poot)
    Heeft Jos de Nijs zich door dit beeld laten inspireren?



    23-10-2008 om 11:08 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (26 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZEUS EN EUROPA (een beeld van Jos de Nijs).
    Velen hebben beloofd een tekening op te sturen tijdens de herfstvacantie, liefst van een cycloop. Een ander mythologisch onderwerp kan ook. Zo kreeg ik gisteren via e-mail een foto van een beeld: Zeus en Europa, gemaakt uit de wortel van een es, door Jos de Nijs uit Utrecht.





    23-10-2008 om 11:07 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gered.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    100. Gered.

     




    < de figuur is onderaan vergroot weergegeven


    Polyphemos was in een diepe slaap, verdoofd door de wijn. Nu moest er niet meer getalmd worden. Odysseus haalde de paal met de aangescherpte punt te voorschijn. Hij wakkerde het smeulend vuur aan dat door de cycloop zelf die ochtend was aangestoken. Hij stak de paal met de punt in het vuur. Als de punt vuurrood was, nam hij met een paar van zijn gezellen de paal beet en met vereende krachten ploften ze die met de gloeiende punt in het oog van de cycloop. Een akelig gesis steeg op en bloed welde in gulpen op uit de geweldige oogkas. De cycloop stiet afschuwelijke kreten uit van pijn. Voor zover zijn lome leden het toelieten, kroop hij recht. Wild greep hij om zich heen in een poging om zijn belagers te vatten. Maar het licht was uit zijn oog verdwenen en Odysseus en zijn mannen waren hem te vlug af: ze verstopten zich tussen de schapen en in de hoeken van de grot. De zwaar verwonde reus bleef maar schreeuwen van de pijn, zo luid dat de naburige cyclopen kwamen toegesneld. Ze bleven voor de afgesloten ingang van de grot staan en riepen:

    - Wat is toch de oorzaak van dit ijselijk gebrul?

    - Men heeft mij pijn gedaan, men heeft mij zwaar veminkt, men heeft mij blind gemaakt!

    - Maar wie in godsnaam heeft u dat aangedaan?

    - Dat heeft Niemand gedaan! Niemand heeft mijn oog doorboord! Niemand heeft mij blind gemaakt!

    De cyclopen antwoordden verbaasd:

    - Als niemand u iets aangedaan heeft, dan raaskalt gij en zijt gij niet goed bij uw zinnen. Gij hebt ongetwijfeld een kwade droom gehad. Ga maar weer slapen en maak ons in ’t vervolg niet meer wakker met uw gebrul als niemand u lastig valt.

    En zo snel als ze gekomen waren, dropen ze weer af, elk naar zijn eigen grot.

    Als een razende zocht Polyphemus de grot af, maar hij slaagde er niet in ook maar één man te pakken tussen de kudde. Het beste zou zijn, dacht hij, eerst de dieren buiten te laten. Hij rolde de steen weg en stelde zich bij de uitgang van de grot. Hij liet zijn handen glijden over de schapen, want hij vermoedde dat Odysseus en zijn mannen zouden trachten te ontsnappen, gezeten op de rug van de dieren. Maar weer was het Odysseus die een slim ontsnappingsplan had uitgedacht. Hij had zes keer drie schapen naast elkaar geplaatst en onder de buiken van de schapen bond hij telkens één van de zes overblijvende mannen vast. Het zou ongetwijfeld niet bij de reus opkomen om de dieren aan de onderkant te betasten. Zijn vermoeden werd bewaarheid en allen konden ontkomen. Zelf ging Odysseus onder de grote sterke ram liggen en met handen en voeten klemde hij zich vast aan zijn vacht. Toen de ram, als laatste van de kudde, bij de uitgang kwam, sprak Polyphemos hem toe, alleen zijn rug betastend:

    -  Lief beest, waarom loopt gij achteraan, terwijl gij op andere dagen altijd vooraan loopt in de kudde? Treurt gij misschien om wat uw baas is aangedaan?

    Toen liet hij de ram gaan. Odysseus en de anderen waren gered en ze haastten zich naar hun schip.

    Toen ze pas ingescheept waren, kon Odysseus niet nalaten triomfantelijk naar de cycloop te roepen:

    - Nu hebt gij uw verdiende straf, Polyphemos. Dat zal u leren uw gasten op te eten. Als iemand u vraagt wie u blind gemaakt heeft, zeg dan maar dat het Odysseus is, de koning van Ithaca. Zeg maar dat het door list geschied is, zoals hij ook door list de stad Troje heeft ingenomen.

    Nu herinnerde Polyphemos zich dat hem ooit voorspeld was dat een vreemdeling hem het licht uit zijn oog zou ontnemen. Hij had verwacht dat het een reus zou zijn, net als hijzelf: voor Odysseus was hij niet op zijn hoede geweest… In wanhoop greep hij een rots beet, brak er een groot stuk af en gooide het in de zee, naar de plaats waar hij de stem van Odysseus had gehoord. Bijna werd het schip verpletterd. Niettemin bereikten ze zonder averij het eilandje vóór de kust, waar de andere schepen lagen en hun makkers, ongerust over hun lang wegblijven, hen opwachtten.

    Ondertussen stond Polyphemos luid weeklagend aan het strand, zijn vader Poseidon aanroepend:

    “Vader Poseidon! Als gij werkelijk mijn vader zijt, zorg er dan voor dat deze misdaad tegen uw zoon begaan, niet ongestraft blijft. Laat deze Odysseus ronddolen op zee, laat hem omkomen na jaren van veel rampspoed. Moge hij zijn vaderland nimmer bereiken. En als het Noodlot het toch anders heeft beschikt, zorg er dan tenminste voor dat al zijn schepen vergaan en dat al zijn vrienden omkomen en dat hij bij zijn eventuele thuiskomst niets ontmoet dan vijandschap en ellende!”





    22-10-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (25 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE TWISTAPPEL (toneelstuk).
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    "De Twistappel" is een toneelstuk in twee bedrijven (6 dames, 7 heren), over de aanleiding tot de Trojaanse oorlog. Het zit boordevol dolkomische toestanden, grappige toespelingen en anachronismen. Niettemin blijft de authenticiteit van het mythologisch verhaal bewaard. Op aanvraag via e-mail (kris.vansteenbrugge@skynet.be)  zend ik u gaarne de volledige tekst.

    <
    klik op de afbeelding om te vergroten

    17-10-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (25 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CYCLOPENFESTIVAL

    De verhalen uit de Griekse mythologie zijn weldra aan hun 100e aflevering toe. Nrs. 98, 99 en 100 behandelen het wedervaren van Odysseus bij de cycloop Polyphemos. De ontkoping van dit verhaal: op woensdag 22 oktober.

    Het succes van de weblog is bijzonder groot en dat is ongetwijfeld te danken aan de vele geïnteresseerde leerlingen van het middelbaar onderwijs, zowel in Nederland als in Vlaanderen. Daarvoor mijn hartelijke dank!

    Jan Bauwens, de illustrator van mijn verhalen, stuurde mij deze week ineens een half dozijn “cyclopen-tekeningen” (zie bijlagen). Dit bracht mij op het idee een verzoek te richten tot de leerlingen om ook eens een tekening op te sturen naar mij (via de gewone post of via e-mail) met als thema: Odysseus en de cycloop. De tekeningen zullen zeker gepubliceerd worden en als de verhalen ooit in boekvorm verschijnen wordt de mooiste en/of origineelste tekening er alleszins in opgenomen. Dus: tijdens de herfstvakantie... tekenen maar. Hopelijk wordt het een vruchtbaar “cyclopenfestival”.
    Met mijn beste mythologische groeten,
    Kris Vansteenbrugge, Sint-Denijsestraat 191 B, 8500 Kortrijk; 
    kris.vansteenbrugge@skynet.be .















    16-10-2008 om 04:23 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (17 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De list van Odysseus.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    99. De list van Odysseus.

     




    < deze tekening is van Jan Bauwens (de tekening is onderaan vergroot weergegeven).


    Toen de éénogige reus ’s morgens wakker werd, zaten Odysseus en zijn mannen weggedoken in de grot. Geen van hen had die nacht een oog dicht gedaan. Polyphemos stak een vuur aan en begon zijn schapen en geiten te melken, zonder acht te slaan op zijn “gasten”. Toen hij met het werk klaar was, graaide hij met de beide handen in de opeengepakte groep: op een paar na had hij ze allen beet. Twee van hen sloeg hij de schedel in, de anderen liet hij weer vrij. Smakelijk verorberde hij de lichamen, samen met een paar reusachtige plakken geitenkaas. Zonder een woord te zeggen en zonder de overgeblevenen verder nog een blik te gunnen, rolde hij vervolgens het rotsblok vóór de ingang weg en liet zijn kudde buiten, er zorg voor dragend dat zijn gevangenen niet konden ontsnappen. Toen rolde hij het blok terug. Voor Odysseus en de acht overgeblevenen leek de toestand wel hopeloos…

    Maar Odysseus had diep nagedacht. In de grot had hij een dikke houten paal gezien, die de reus waarschijnlijk gebruikte als knots, of misschien als wandelstok. Hij dacht er ook aan dat in zijn tas een zak wijn zat, van die opperbeste wijn die hij had meegenomen van het eiland Ismaros. Met die wijn en die paal moest er iets aan te vangen zijn. Odysseus begon alvast met stukken af te hakken van de paal, zodat hij een scherpe punt kreeg. Daarna verborg hij de paal onder enkele geitenhuiden.

    Toen de cycloop aan het einde van de dag met zijn kudde terugkeerde, trad Odysseus hem onverschrokken tegemoet. Hij stond hem vriendschappelijk te woord en dankte hem zelfs voor zijn gastvrijheid. Als blijk van zijn dankbaarheid trakteerde hij de reus op wijn: een volle stenen kom. Met enige achterdocht zette Polyphemos de kom aan de mond en dronk ervan met kleine teugjes: die drank was hem immers geheel onbekend. De wijn bleek echter algauw heel erg in zijn smaak te vallen.

    - Deze drank is pas een echte godendrank. Hierbij verzinkt de nectar in het niet.

    Zo sprak de reus en hij gebood Odysseus zijn kom nog eens vol te doen. Odysseus antwoordde terwijl hij opnieuw inschonk:

    - Ik ben blij dat het u smaakt en ik wil graag aan uw verzoek voldoen. Maar mag ik u dan misschien vragen het leven te sparen van mij en mijn gezellen?

    - Zeg mij wie gij zijt en hoe uw naam luidt en ik zal uw vraag beantwoorden.

    - Mijn naam luidt “Niemand”. Ja, zo noemt iedereen mij: Niemand.

    Polyphemos was al flink boven zijn theewater en hij begon onbedaarlijk te lachen:

    - Niemand! Wat een gekke naam! Kom op, schenk nog eens in, vriendje Niemand. Dan zal ik u daarvoor belonen.

    Na de derde kom wijn waggelde de reus op zijn benen. Hij bralde:

    - Vriendje Niemand, van alle dranken is die van u de allerbeste. Maar evenzeer overtreft mensenvlees elke andere spijs. Ik zal u en uw vrienden weliswaar tot de laatste man opeten. Maar om u te bedanken voor uw heerlijke drank, beloof ik u dat gij pas als laatste aan de beurt zult komen.

    Na deze woorden greep hij nog twee mannen beet en verslond ze levend. Men hoorde hun beenderen kraken tussen zijn vreselijk gebit. Toen viel hij als een baksteen ten gronde. De drank kreeg nu zijn volle uitwerking. De reus lag lang uitgestrekt op zijn rug in een zware dronkemansroes. Uit zijn mond vloeide overvloedig braaksel: wijn en mensenvlees…

    15-10-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eénoog Polyphemos.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    98. Eénoog Polyphemos.

     




    < schilderij van J.H.W. Tischbein  (onderaan vergroot weergegeven)
        de tekening onderaan is van Jan Bauwens


    Vóór de kust van het Cyclopenland, lag een eiland. Odysseus bracht er zijn schepen aan land, behalve één, waarmee hij, samen met de twaalf dappersten onder zijn mannen erop uit trok om de tegenoverliggende kust te verkennen.

    Al gauw kwamen ze bij een rotswand. Ze zagen een groot gat dat toegang gaf tot een reusachtig hol. Het was het hol van de éénogige reus Polyphemos, de leider van de aldaar wonende cyclopen. Net als de andere cyclopen woonde Polyphemos alleen in zijn hol, zonder zich veel in te laten met de buren. Hij was een zoon van Poseidon en van de zeenimf Toösa. Voorzichtig betraden Odysseus en zijn makkers de woonplaats van de reus. Toen hun ogen wat aan de duisternis gewend waren, zagen ze enkele jonge geitjes en grote hoeveelheden kaas tegen de wanden. Voedsel te over dus. Ze roosterden een paar van de geitjes en ze deden zich ook te goed aan de kaas. Toen kwam plots een kudde dieren de grot binnen, schapen en geiten door elkaar, gevolgd door een enorme reus met één oog, in het midden van een kolossaal voorhoofd. Eenmaal binnen wentelde de reus een immens rotsblok voor de ingang. In het schemerdonker had hij zijn bezoekers niet opgemerkt. Achteraan in de grot zaten ze angstig weggedoken. De cycloop begon zijn schapen en geiten te melken. Toen hij met het werk klaar was ontstak hij een fakkel. Deze verlichtte de plaats waar de mannen zich stilhielden.

    - Wie zijn jullie, en waar komen jullie vandaan, en wat komen jullie hier zoeken? De zware stem van de reus was onheilspellend als de donder en geen van de mannen die niet beefde van de schrik. Toen nam Odysseus het woord.

    - Wij zijn schipbreukelingen. Wij zijn op de terugweg naar Ithaca, ons vaderland. Tien jaar lang hebben we gestreden om de verovering van de stad Troje. Uitgeput door de honger zijn we hier geland, hopend op de gastvrijheid van de bewoners.

    - Ik ben Polyphemos, zei de reus. En gastvrijheid is mij geheel onbekend.

    - Gastvrijheid, wedervoer Odysseus is nochtans eenieders plicht. Het is de deugd die door de goden het meest op prijs wordt gesteld.

    - De goden kunnen mij gestolen worden. Geen enkele vreemdeling is hier welkom!

    Plots vielen de ogen van de reus op de restanten van de twee geitjes die Odysseus’ mannen geslacht hadden. Het maakte hem woedend. In zijn razernij greep hij twee van hen beet. Alsof het speelgoedpoppetjes waren, sloeg hij hen met het hoofd tegen de rotswand, zodat de hersens eruit spatten. Toen verslond hij hen met huid en haar.

    De mannen stonden verstijfd van angst. Maar de cycloop liet hen verder ongemoeid. Het mensenvlees was hem blijkbaar goed bevallen en voldaan begaf hij zich ter ruste en sliep weldra een diepe doch “luidruchtige” slaap: zijn vervaarlijk gesnurk was om dol van te worden. De gruwel die zich voor hun ogen had afgespeeld, werkte verlammend op de mannen. Alleen Odysseus zelf bleek algauw weer in staat tot nadenken. Hoe zouden ze uit deze hachelijke toestand kunnen ontsnappen? Het zwaard in het hart van de slapende reus stoten zou geen oplossing bieden. Dan zaten ze immers voor eeuwig opgesloten, want zelfs met zijn allen moesten ze er nog niet aan denken om die zware steen voor de uitgang weg te rollen. Het leek er op dat zij allen tot voedsel zouden dienen voor éénoog Polyphemos, de monsterachtige cycloop.

    Maar Odysseus zou Odysseus niet zijn: hij broedde een plan…





    08-10-2008 om 00:00 geschreven door Kris Vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (16 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    O jerum jerum jerum…

    Mijn memoires

    (2006, 206 p., 17,95 €)

    Te bestellen via mail:

    kvansteenbrugge@gmail.com

    (geen verzendkosten)


    Foto

    Bezoek Zerar op www.bloggen.be/zerar

    Mythologische verhalen voor het lager onderwijs:

    www.bloggen.be/mythos


    Wie stuurt een tekening?
    i.v.m. één van deze mythologische verhalen...
    ... naar kris.vansteenbrugge@skynet.be
    De mooiste worden gepubliceerd.
    Vermeld je naam en die van je school+klas.
    Inhoud blog
  • Arachne.
  • Erichtonios.
  • Athena, opgestegen uit het hoofd van Zeus.
  • Hephaistos.
  • Zeus.
  • De geboorte van Aphrodite.
  • Amerika ----------------------------------------------------------------
  • Het boek
  • STOP.
  • Verhaal nummer 75
  • Verhaal nummer 74
  • Verhaal nummer 73
  • Verhaal nummer 72
  • Verhaal nummer 71
  • Verhaal nummer 70
  • Verhaal nummer 69
  • Verhaal nummer 68
  • Verhaal nummer 67
  • Verhaal nummer 66
  • Verhaal nummer 65
  • Verhaal nummer 64
  • Verhaal nummer 63
  • Verhaal nummer 62
  • Verhaal nummer 61
  • Verhaal nummer 60
  • Verhaal nummer 59
  • Verhaal nummer 58
  • Verhaal nummer 57
  • Verhaal nummer 56
  • Verhaal nummer 55
  • Verhaal nummer 54
  • Verhaal nummer 53
  • Verhaal nummer 52
  • Verhaal nummer 51
  • Verhaal nummer 50
  • Verhaal nummer 49
  • Verhaal nummer 48
  • Verhaal nummer 47
  • Verhaal nummer 46
  • Verhaal nummer 45
  • Verhaal nummer 44
  • Verhaal nummer 43
  • Verhaal nummer 42
  • Verhaal nummer 41
  • Verhaal nummer 40
  • Verhaal nummer 39
  • Verhaal nummer 38
  • Verhaal nummer 37
  • Verhaal nummer 36
  • Verhaal nummer 35
  • Verhaal nummer 34
  • Verhaal nummer 33
  • Verhaal nummer 32
  • Verhaal nummer 31
  • Verhaal nummer 30
  • Verhaal nummer 29
  • Verhaal nummer 28
  • Verhaal nummer 27
  • Verhaal nummer 26
  • Verhaal nummer 25
  • Verhaal nummer 24
  • Verhaal nummer 23
  • Verhaal nummer 22
  • Verhaal nummer 21
  • Verhaal nummer 20
  • Verhaal nummer 19
  • Verhaal nummer 18
  • Verhaal nummer 17
  • Verhaal nummer 16
  • Verhaal nummer 15
  • Verhaal nummer 14
  • Verhaal nummer 13
  • Verhaal nummer 12
  • Verhaal nummer 11
  • Verhaal nummer 10
  • Verhaal nummer 9
  • Verhaal nummer 8
  • Verhaal nummer 7
  • Verhaal nummer 6
  • Verhaal nummer 5
  • Verhaal nummer 4
  • Verhaal nummer 3
  • Verhaal nummer 2
  • Verhaal nummer 1.
  • Griekse mythologie in 136 verhalen
  • Het uitgebreid horoscoopverhaal...
  • EINDEJAARSGESCHENK.
  • Recensie.
  • De Druivelaar 27.9.2010.
  • De Druivelaar 13.9.2010.
  • Lee(s/r)boek over de Griekse mythologie.
  • Vragen over de Danaïden.
  • De Druivelaar 17.8.2010.
  • De Druivelaar 2.8.2010
  • Een voorsmaakje.
  • Aangenaam geschrokken.
  • We werken aan het boek!
  • UIT HET SCHUIM VAN DE ZEE.
  • De Druivelaar 5.4.2010.
  • De Druivelaar 22.3.2010.
  • De Druivelaar 8.3.2010
  • De Druivelaar 22.2.2010
  • De Druivelaar 8.2.2010.
  • Twee sabbatjaren
  • De wondermooie mythe van Eros (Amor) en Psyche
  • Het hol van Pluto: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (XII)
  • Een bacchanaal: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (XI)
  • De esculaap: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (X)
  • De knoop doorhakken: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IX)
  • Muziek: de (kunst)historicus spreekt
  • De Druivelaar goes classic (VIII)
  • In de armen van Morpheus: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (VII)
  • De lesbische liefde: de (kunst)historicus spreekt.
  • De Druivelaar goes classic (VI)
  • Een sirenenzang: de (kunst)historicus spreekt...
  • Jade
  • De Druivelaar goes classic (V)
  • De narcis: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic (IV)
  • De hyacint: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( III)
  • Schoolgaande jeugd schiet wakker!
  • Een vulkaanuitbarsting: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( II )
  • Een Pyrrusoverwinning: de (kunst)historicus spreekt...
  • De Druivelaar goes classic ( I )
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Antigone in de kunst
  • ANTIGONE (het hele verhaal)
  • Teiresias in de kunst
  • TEIRESIAS (het hele verhaal)
  • Het gulden vlies in de kunst
  • HET GULDEN VLIES (het hele verhaal)
  • BOEK
  • Phrixos en Helle in de kunst
  • PHRIXOS EN HELLE (het hele verhaal)
  • Kyparissos in de kunst
  • KYPARISSOS (het hele verhaal)
  • Orpheus en Eurydike in de kunst
  • ORPHEUS EN EURYDIKE (het hele verhaal)
  • Aktaion in de kunst
  • AKTAION (het hele verhaal)
  • De geboorte van Athena in de kunst.
  • DE GEBOORTE VAN ATHENA (het hele verhaal)
  • Phaedra in de kunst.
  • PHAEDRA (het hele verhaal)
  • Pygmalion in de kunst.
  • PYGMALION (het hele verhaal)
  • Erichtonios in de kunst.
  • ERICHTONIOS (het hele verhaal)
  • Atlas in de kunst
  • ATLAS (het hele verhaal)
  • Het paard van Troje in de kunst.
  • HET PAARD VAN TROJE (het hele verhaal).
  • Oineus in de kunst.
  • OINEUS (het hele verhaal).
  • Cassandra in de kunst
  • CASSANDRA (het hele verhaal)
  • Medusa in de kunst
  • MEDUSA (het hele verhaal)
  • Europa in de kunst
  • EUROPA (het hele verhaal)
  • Daidalos en Ikaros in de kunst.
  • DAIDALOS EN IKAROS (het hele verhaal)
  • Syrinx en Pan in de kunst
  • SYRINX EN PAN (het hele verhaal)
  • De draad van Ariadne in de kunst.
  • DE DRAAD VAN ARIADNE (het hele verhaal)
  • Koning Midas in de kunst.
  • KONING MIDAS (het hele verhaal)
  • Athena overwint Poseidon, in de kunst
  • ATHENA OVERWINT POSEIDON (het hele verhaal)
  • Hephaistos in de kunst
  • HEPHAISTOS (het hele verhaal)
  • Danaë in de kunst
  • DANAË (het hele verhaal).
  • Iedere maand een verhaal.
  • NIET ONBELANGRIJK INTERMEZZO
  • Ik, Zeus (2)
  • Ik, Zeus (1)
  • Voor wat hoort wat...
  • Overweldigend succes!
  • Gratis via mail.
  • Nieuwe "beperkte" druk.
  • Vierde druk?
  • Boeken.
  • Lezers van over de plas.
  • Nieuw boek: Strijdtoneel Troje
  • Eurobiljetten en mythologie.
  • Twee keer goed nieuws...
  • Even geduld...
  • Mythos-blog gestopt
  • Mythos.
  • De grote verhalen in afleveringen.
  • Derde druk !

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs