De slag aan de Lips en de politieke geschiedenis rond Leuven in de periode 1260 – 1295.
In Delle en Tildonk had in 1266 de Slag aan de Lips plaats. Hierbij vind u een overzicht van de politieke geschiedenis in het Hertogdom Brabant in die bewogen jaren.
Na de dood van Hertog Hendrik III in 1261 daagden een aantal mogelijke troonpretendent en inhalige regenten op.
De Brabantse edelen stelden Hertogin Aleidis, de echtgenote van Hertog Hendrik III als regentes aan. Ze werd aangesteld in de abdij van Kortenberg. Ze werd bijgestaan door een regentschapsraad bestaande uit: Wouter Berthout VII, heer van Mechelen en Godfried, heer van Perwez, achterkleinzoon van Hertog Godfried III. Godfried van Perwez overleed in 1265 en Hendrik van Boutersem volgde hem op.
Arnold III van Wezemaal, eremaarschalk van Brabant voelde zich gepasseerd bij deze benoemingen in de regentschapsraad en dreigde met een opstand.
Leuven telde sedert 1265 twee partijen: de Colneren en de Blankaarden. Beide groepen behoorden tot het patriciaat(= bestuurders). Het was een twist tussen twee Leuvense schepenen Franco Blankaard en Everard Colnere. Ze waren ook verwant want Everard Colnere was een aangetrouwde neef van Franco Blankaard. De familieruzie deinde uit en stilaan waren alle Leuvense patriciërsfamilies in de vete betrokken. Het gewone volk trok eerder partij voor de Colneren.
Arnold III van Wezemaal die razend was omdat hij geen lid van de regentschapsraad van het hertogdom Brabant was geworden, sloot zich aan bij de Leuvense partij van de Colneren. Hij bracht de Colneren aan de macht in stad Leuven. Toen de Brabantse Hertogin Aleidis in het nieuwe kasteel op de Keizersberg wou gaan wonen, met haar jongste zoon Jan I, en de stad Leuven wou betreden vond zij de poorten gesloten en de Leuvense bevolking stond vijandig tegenover haar.
De Leuvense partij, de Colneren, verdreven in 1266 de partij van de Blankaarden uit Leuven. De Blankaarden vluchtte dan naar Erps-Kwerps. De Colneren besloten naar Erps Kwerps te trekken om de Blankaarden volledig uit te schakelen. Daar namen de Colneren wel de kerk van Erps in maar de Blankaarden konden maar Mechelen vluchten. In Mechelen hoopten de Blankaarden steun de krijgen van Wouter Berthout, de heer van Mechelen
Toen de Colneren dit vernamen stormden ze samen met het leger van Arnold van Wezemaal ook richting Mechelen om Wouter Berthout een lesje te leren. Bovendien waren Wouter Berthout en Arnold van Wezemaal elkaars vijanden.
Wouter Berthout kon echter verhinderen dat de Colneren Mechelen binnenvielen en achtervolgde hen met zijn leger in de richting van Leuven. Hij haalde hen in bij de Lipsebeek te Winksele-Delle en Tildonk en daar brak de slag tussen de Mechelaars en Leuvenaars onder aanvoering van Arnold III van Wezemaal los.
Het werd een smadelijke nederlaag voor Arnold III van Wezemaal en de Colneren. Arnold van Wezemaal kon nog net vluchten, maar zijn broers werden door de Mechelaars gevangen genomen. Deze Slag bij de Lipsebeek had plaats in 1266. Op 14 mei 1267 kwam er een verzoening met Leuven. De Colneren kregen maar een lichte straf. Hun leider Arnold III van Wezemaal beloofde een trouwe leenman te zijn van de Hertogin Aleidis. Kort daarop verliet hij Brabant en werd Tempelier.
Op 25 mei 1267 deed Hertog Hendrik IV in de abdij van Kortenberg afstand van de troon en werd vervangen door zijn jongere broer Hertog Jan I
Wie was Hertogin Aleidis ?
Hertogin Aleidis (1233-1273) was een prinses van Bourgondiër en bestuurde Brabant na de dood van haar echtgenoot, Hertog Hendrik III. Hertogin Aleidis prijkt niet voor niets met haar beeld als zeldzame vrouw in het rijtje van graven, hertogen, koningen en keizers in een nis van de gevels van het Leuvense stadhuis.
Tegen de zin van een groot deel van de Leuvenaars ontzegde zij haar oudste zoon Hendrik IV, die zwakzinnig was, de troon. Zij zorgde er voor dat Hendriks jongere broer Jan I, als hij oud genoeg was, om zijn vader op te volgen als nieuwe Hertog aangesteld werd. Zij trotseerde allerhande troonpretendenten en de Leuvense Colneren.
Als een bekwame politica loodste zij Brabant door zeven moeilijke jaren. Aleidis was ook een diepgelovige vrouw. Ze correspondeerde met Thomas van Aquino over religieuze vraagstukken. In 1262 stichtte ze in Oudergem het eerste dominicanessenklooster in de Nederlanden. Hertogin Aleidis overleed in 1273 en werd begraven naast haar man in de O.L.Vrouw-ten-Predikherenkerk in Leuven. Het klooster is al lang verdwenen en vervangen door een kasteel. Sinds Wereldoorlog II doet het kasteel van Hertoginnedal dienst als een kader voor belangrijk politiek overleg. De naam Hertoginnedal is intussen een begrip in België. En zo leeft Aleidis ongemerkt voort ...
Wie was Hertog Jan I ?
Jan I (Leuven, 1252 - Bar-le-Duc, 3 mei 1294) was hertog van Brabant van 1267 tot 1294 en van Limburg van 1288 tot 1294. Jan I was de jongste zoon van Hertog Hendrik III en Hertogin Aleidis van Bourgondië.
Jan I van Brabant volgde in 1267 zijn mentaal gestoorde oudere broer Hendrik IV op, die door zijn moeder-regentes Aleidis van de troon was geweerd. Jan I huwde in 1273 met Margaretha van Dampierre, dochter van de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre.
Jan I was een krachtige heerser die zijn gebied aanzienlijk vergrootte. Hij kondigde ook een algemeen landrecht af en reorganiseerde de administratie van zijn vorstendom. Zijn belangrijkste aanwinst was het hertogdom Limburg, (samenvallend met het noordoosten van de huidige Belgische provincie Luik en het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg. In Brabantse volkslegenden leeft "hertog Jan" voort als een populaire, gulle en goedlachse vorst die graag in het gezelschap van eenvoudige lieden genoot van spijs en drank. Na de Slag bij Woeringen (1288) zou hij een groot overwinningsfeest voor zijn leger hebben gehouden, met heel veel bier. Om zijn soldaten toe te spreken ging hij boven op een stapel biervaten zitten. Volgens sommigen zou hij op die manier model gestaan hebben voor de bierkoning Gambrinus, wiens naam ontstaan zou zijn door de volkse verbastering van zijn Latijnse naam ('Jan primus' = Jan de eerste). Alleszins wordt zijn afbeelding te paard gebruikt als logo voor de in België populaire biersoort Primus HAACHT die naar Hertog Jan I verwijst. Op het logo van het naar hem vernoemde biermerk Hertog Jan staat hij afgebeeld als bebaarde vorst in hermelijnen mantel die een grote pot bier heft.
Hertog Jan I staat ook bekend als een levensgenieter en minnaar van muziek, zang en dichtkunst, aan wie een aantal Middelnederlandse minneliederen toegeschreven worden. Ook is er een bekend Brabants volkslied waarin hij wordt vereerd. Zijn hartstocht voor jachtpartijen en gewelddadige riddertornooien moest de hertog echter met de dood bekopen: hij verongelukte tijdens een tornooi in Bar-le-Duc. Hij werd begraven in de minderbroederskerk in Brussel. De resten van zijn graf zijn nog te zien naast het beursgebouw.
De Lipsebeek
De Lipsebeek is een onbevaarbare waterloop in het stroomgebied van de Dijle. De Lipselaan in Winksele getuigt door haar naam van de historische band van Winksele met Delle.
De Lipsebeek ‘ontspringt’ in de kwelzone* van het Kastanjebos in Winksele-Delle. Ze mondt uit in de Leibeek ter hoogte van het Haachts Broek. De belangrijkste zijbeek is de Hoge Beek die ontspringt in Bertem en in de Lipsebeek uitmond te Tildonk, in de buurt van het Bertrodehof.
*Kwel is grondwater dat onder druk aan de oppervlakte uit de bodem komt.
Met dank aan Dr. Henri Vannoppen.
14-09-2013 om 00:00
geschreven door Jozef
Categorie:Delle in de oorlogen
|