Maandag 10 november Welkomsmoment Nieuwe Inwoners
Categorieën
  • Agenda (1)
  • Allerlei (4)
  • Buurtcomitè (8)
  • Delle in de oorlogen (4)
  • Ik hou van Delle (3)
  • Ik hou van Delle - Activiteiten 2013 (3)
  • Ik hou van Delle - Activiteiten 2014 (3)
  • Ik hou van Delle - KERMIS 2014 (3)
  • Ik hou van Delle - KERMIS 2015 (1)
  • Jeugbeweging (2)
  • Jodam (3)
  • Jodam - Activiteiten 2011 - 2012 (4)
  • Jodam - Activiteiten 2013 (6)
  • Jodam - Activiteiten 2014 (1)
  • Kapelletjes-Gebouw (5)
  • Kerk en Parochie (8)
  • Onderwijs (2)
  • Parochiale Werken (8)
  • Pastoors (13)
  • Politiek (4)
  • Sport - Voetbal (5)
  • Sport - Wielrennen (5)
  • Talent uit Delle (4)
  • Vereniging *KVLV (4)
  • Vereniging *KVLV Activiteiten 2012 (3)
  • Vereniging *KVLV Activiteiten 2013 (1)
  • Vereniging - - KVLV Activiteiten 2014 (3)
  • Vereniging - -KVLV Activiteiten 2015 (1)
  • Vereniging -Landelijke Gilde Activiteiten 2011 en vroeger (4)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2012 (4)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2013 (13)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2014 (8)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2015 (2)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Jaarlijkse Reis (8)
  • Vereniging- OKRA (3)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2012 (7)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2013 (6)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2014 (1)
  • Vereniging-- OKRA Activiteiten 2015 (1)
  • Vereniging--WTC Delle (7)
  • Volksleven (5)
  • Wijngilde-Lipsevallei (6)
  • x Wijngilde Lipsevallei Activiteien 2013 (3)
  • Ziekenzorg (3)
  • ¨¨ Met dank voor de medewerking .. (1)
  • ° Websites (1)
  • DELLE - vroeger en nu

    31-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reserven SK Delle
                                                                                       

     




                                                                                       

     




                                                                                       

     




                                                                                       

     


    31-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Sport - Voetbal
    24-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Gemeentelijk Onderwijs

     

    HET GEMEENTELIJK ONDERWIJS

     

      

    Op 19 september 1867 besloot de gemeenteraad een gemeenteschool op te richten in Delle. Dit was een noodzaak want zowel in de winterperiode als bij regenweer kon de schoolgaande jeugd onmogelijk de veldwegen tussen Delle en Winksele-dorp gebruiken. De meeste kinderen bleven dan de hele dag met natte voeten zitten, wat helemaal niet wenselijk was. Op 4 juni 1868 kocht de gemeente een stuk grond van 27,5 are in de Ellestraat. Daar werd de gemeenteschool van Delle gebouwd, samen met een woning voor de onderwijzer. Op 3 augustus 1871 werden op de gemeenteraad drie kandidaten voorgedragen voor de functie van onderwijzer in Delle. Petrus Gerardus Claessens uit Kampenhout werd verkozen tot eerste onderwijzer. 

       

    In 1875 telde de school in Delle 41 jongens en 42 meisjes. Petrus Claessens overleed in 1877 en werd opgevolgd door Willem Eben uit Bekkevoort. Eben kreeg als onderwijzer een jaarwedde van 1582 fr. Door een regeringsbeslissing werd vanaf het schooljaar 1884-1885 godsdienstonderricht verplicht in de gemeentescholen. In dat jaar waren liefst 49 jongens en 51 meisjes toevertrouwd aan één onderwijzer. Die had de zware taak 100 leerlingen van verschillende leeftijd te onderwijzen en op te voeden. Nu spreekt men reeds van te grote klassen als er meer dan 25 leerlingen in één klas zitten.

    Meester Eben moest in 1889 worden vervangen wegens ziekte en Lodewijk Servranckx uit Nederokkerzeel werd zijn opvolger. De jaarwedde van meester Servranckx bedroeg in 1890 toen 1600 fr. Omdat de kerk tegen gemengd onderwijs was in die jaren, verlieten vele meisjes de school en gingen school volgen bij de zusters Annonciaden in Buken. Dat duurde tot de oprichting van de meisjesschool in Delle in 1903. Toch had de jongensschool in Delle in 1915 nog een 40-tal jongens die vanaf het eerste leerjaar de lessen volgden. In 1921 ging meester Servranckx met pensioen. Jozef Staes werd zijn opvolger, maar nam na drie jar ontslag. De nieuwe hoofdonderwijzer werd in 1924 Manille Gemoets uit Waanrode.

      

    Vele Dellenaars leerden bij hem lezen, rekenen en schrijven.  Door het groot aantal leerlingen was er in 1931 nood aan een tweede klas.  In Delle kwam met Jozef Massie uit Wijgmaal een bijkomende onderwijzer. Hij zou bijna veertig jaar lang de jongens van Delle voorbereiden op het latere leven.  Op 3 december 1942 overleed Manille Gemoets en werd Jozef Massie voorlopig schoolhoofd.

    In 1944, na de bevrijding werd meester Jozef Massie definitief benoemd tot schoolhoofd en meteen was er dringend nood aan een tweede onderwijzer.  Dat werd Gustaaf Theys (1945-50). Toen die in 1950 ontslag nam, werd hij opgevolgd door Raymond Merckx. Meester Merckx maakte met de Dellenaren alle (onderwijs)vernieuwingen mee van de jaren vijftig en de woelige jaren zestig.  De Delse kinderen konden naar school gaan in hun eigen dorp en werden goed voorbereid op hun verdere studies in Leuven en omstreken. Toen schoolhoofd Jozef Massie in 1970 met pensioen ging, werd Raymond Merckx hoofd van de school in de Ellestraat.

     

     

      

    In de jaren zeventig werd er overal gefusioneerd. Vanaf het schooljaar 1972- 73 smeltten in Delle de vrije school van de zusters Annonciaden samen met de gemeentelijk jongensschool. Het gemeentebestuur huurde voor de nieuwe fusieschool de lokalen naast de kerk.  Meester Merckx kreeg ook de leiding over de kleuterschool. Heel wat Dellenaren herinneren zich nog hun kleuterjaren bij Mevrouw Andrea Florquin die jarenlang kleuteronderwijzeres was in Delle.   

     

     

       

    In 1975 werden de gemeentescholen van Delle en Winksele-dorp samen-gesmolten.  Er bleef nog slechts één gemeenteschool over (in Winksele) en een gemeentelijke kleuterschool (in de lokalen naast de kerk van Delle). Er kwam ook busvervoer van Winksele-dorp naar de kleuterschool in Delle.

    Na de fusies van de gemeenten werden vanaf het schooljaar 1978-79 ook enkele gemeentescholen samengevoegd, met Veltem als nieuwe locatie. Louis Magits werd schoolhoofd van de nieuwe gefusioneerde gemeenteschool met Raymond Merckx en Louis Goossens als onderwijzers.  De school zou uitgroeien tot het bekende ‘Toverveld’.  Deze verandering betekende voor de gemeenteschool van Veltem de redding en voor die van Delle de teloorgang. Vanaf september 1978 was er geen sprake meer van onderwijs in Delle. Het prefab schoolgebouw naast de kerk van Delle werd niet meer gebruikt voor onderwijs en bleef jarenlang leegstaan. De gebouwen verviellen  volledig  en werden uiteindelijk afgebroken.

     

     

    24-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Onderwijs
    20-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SK DELLE

    VOETBALCLUB S.K. DELLE

     

    Sportkring Delle of S.K. Delle werd gesticht in 1943 en sloot op 14 november 1944 aan bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond onder stamnummer 4151 en met de kleuren geel en blauw.

    In het eerste bestuur van S.K. Delle was Jozef Massie voorzitter, Philip Waerzeggers kassier, Jef Lanciers secretaris en Emiel Vandenbosch en Raymond Van Hamme bestuursleden.

    Het allereerste voetbalterrein van S.K. Delle lag vooraan in de Oude Hoevestraat en het lokaal was bij Frans Waerzeggers.  Een jaar later voetbalde  S.K. Delle op een stuk land van Edward Vervoort, dat langs een veldweg lag die de Oude Hoevestraat  met de Ellestraat verbond.

    Vervolgens kwam het voetbalveld aan het pachthof Perdieus.  Ook daar bleef het niet lang, waarna het nieuwe speelveld aan ‘de Zwarte Fles’ kwam.  Daarna vond men voor enkele jaren zijn thuishaven op een veld van August Neefs aan de Mechelsesteenweg nabij de pastorij .Na wat omzwervingen kreeg het voetbalveld uiteindelijk vanaf 1953 zijn vaste plaats in de Eikestraat.

    In het prille begin was het elftal samengesteld met Gust Volckaerts in doel, verder Michel Otto, Rik Imbrechts, Jef Bisschop, Jules Van den Eynde Germain Neefs, Maurice Saelens, Raymond Versonnen, Jef Neefs Frans Caes en Joris Vanhove.

     

     

    Nadat de ploeg de eerste twee jaar enkel vriendschappelijke wedstrijden had gespeeld kwam de ploeg vanaf het seizoen 1946-1947 uit in de officiële competie en deed het meer dan behoorlijk. Er waren enkele goede spelers de ploeg komen versterken en hierbij denken we vooral aan Oscar Meurrens, Gustaaf Theys en Frans Hannes.

     

    Zoals bij alle voetbalclubs was het na ieder voetbalseizoen een komen en gaan van spelers.  Eind van de jaren veertig kwamen Raymond Pardon, Raymond Merckx, Guillaume Meulemans, Georges Feyaerts en doelman Gustaaf Saelens zich in de kijker spelen. 

     

     

    Na het seizoen 1950-51 vertrok Jef Neefs, wellicht het grootste voetbaltalent dat Delle ooit heeft gehad naar Stade Leuven. Jonge Delle spelers dienden zich aan.  Hierbij denken we aan Henri Stroobants, Alfons Van Calster, Gaston Engelborghs, Willy Vander Velde en Florent Poels.  Florent Poels zou zich vele jaren verdienstelijk maken binnen de club.  Rond 1955 kon Delle de talentvolle Freddy Knaepkens uit Haacht binnenhalen.

     

    Op het eind van de jaren vijftig kwamen vooral spelers uit Wijgmaal het elftal versterken.  Enkele namen Louis Anthoon, Jules Anthoon, André Baumans, Ghislain Tobback, Raymond Moelants en Louis Venster.  Willy Jossart , die later sportdirecteur van de wielerploeg Watney’s werd voetbalde ook een jaartje bij S.K. Delle. Uit Wilsele kwam Alfons Geeraerts (de lel) om als doelman de kleuren van Delle te verdedigen..

    Op bestuurlijk vlak was Germaan Marine jaren voorzitter, Jozef Waerzeggers was in die periode kassier en ook Henri Gordts was vele jaren bestuurslid.  Raymond Van Hamme, die reeds van bij de oprichting in het bestuur was, is al die jaren S.K. Delle trouw gebleven en zou later van de Koninklijke Belgische Voetbalbond de hoogste bondsonderscheiding ontvangen voor meer dan 35 jaar onafgebroken bestuurslid.

    De burgemeesters Englebert Van Hamme en Albert Devue waren achtereenvolgens erevoorzitters van de club.

    In jaren 60 kwam het sportieve hoogtepunt van de vereniging.

     

     

    In 1962 werd Miel Pattijn secretaris van S.K. Delle.  Met de komst van Miel Pattijn veranderde er heel wat.  Miel zorgde ervoor dat veel Congolese studenten die aan de Leuvense Universiteiten studeerden ook aan sport konden doen.  Onder hen waren er heel wat die behoorlijk tegen een bal konden trappen.  We willen dan ook enkele namen in herinnering brengen.  Hierbij denken we aan Paul Mbiombi, Diolo Konbo, doelman Jean Makoko, Albert Mupenda, B. Boelangandi, Jean Kilosho, Nicolas Fataki, Pierre Kuigwabidi en Edward Kasongo.

     

     

     

    Miel Pattijn was erg ambitieus en wilde met S.K. Delle hogerop.  In Delle kwam een sterke groep jonge voetballers naar voren met Michel Vandenberghe, Raf Vanvlasselaer, Paul Caes, Jos Piot, Michel Waerzeggers en Theo Neefs en later ook Englebert Van Hamme, Henri Simonart en Jules Laeremans.  Bovendien kwamen nog uit de jeugdploegen Constant Costers en Maurice Rogge uit Winksele en doelman Julien Saelens.  Samen met de ervaren spelers als André Verboven en Florent Poels en met de versterkingen van Lucien Massie uit Wijgmaal, André Belmans uit Schaffen en Herman De Belder van S.K. Lierse kreeg S.K. Delle in die jaren een zeer sterk elftal, dat onder leiding van “kapitein”  André Verboven vele ploegen in het zand deed bijten.  In het seizoen 1965-1966 werd met deze ploeg de kampioenstitel nipt gemist en ook in de eindronde met de tweede gerangschikten uit de andere reeksen werden de jongens uit Delle tweede.  Aangezien er slechts één ploeg promoveerde viel S.K. Delle naast de promotie.

     

     

     

     

    Op het eind van de jaren zestig kwamen in de transferperiode Hugo Vandenbroeck, Louis Dierickx en Raymond Artoos van Sparta Haacht en de gebroeders Wilfried en Elmar Holemans van Rapid Wezemaal naar S.K. Delle.

    In de loop van de jaren zeventig kwamen weer nieuwe spelers op het voorplan.  Uit Delle zelf denken we aan Jos Caes, Luc Neefs, Alfons Baert en later John Vanhove en François Van Calster. Als doelman hadden we toen Marcel Geeraerts. Van Olympia Haacht kwamen Willy Van Horenbeeck, Marcel Van Loo en Roger Devroe, Walter Saey, Eric De Ceulenaer,Flor Laenen waren de andere aanwinsten. Dolf Willems de vroegere Rotselaar vedette werd speler-trainer. 

    In de daarop volgende jaren werden spelers aangetrokken zoals Achiel De Wachter en Jos Geypen.  Ze werden in de ploeg aangevuld door Gilbert Geeraerts, Danny Hoeylaerts, Luc Engelborghs, Hubert Engelborghs,  Stefan en Patrick Sweeck, Axel Knaeps en als vedette van de ploeg mogen zeker Michel Deroost niet vergeten.  Emile Felix uit Hever werd als doelman aangeworven.

     

     

     

     

     

     

    Op bestuursvlak werd Roland Deleus secretaris. Roland zou sterk ziin  stempel drukken op een aantal grote organisaties van S.K. Delle. Hierbij denken we aan een optreden van Will Tura in een reuzentent, alsook de feestavond met Walter Capiau. Zijn organisatie van de kaarttornooien met ‘een auto’ als eerste prijs lokten veel kaartspelers naar Winksele-Delle.

     

    In de loop van de jaren tachtig begon het wat minder te gaan met S.K.Delle. 

    Op 1 juli 1986 kwam het dan tot een fusie tussen Olympia Wijgmaal en S.K. Delle. 

    Tot spîjt van vele voetballiefhebbers verdween in Delle een vereniging die toch meer dan 40 jaar in de Delse samenleving niet was weg te denken.

     

    20-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Sport - Voetbal
    18-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Heilig Hart Beeld

     

    Het Heilig Hart-beeld.

      

    Aan de Heilige Hart-kerk van Delle staat sinds 1951 naast het kerkpleintje een Heilig Hart-beeld.  Aan dit beeld is ook een geschiedenis verbonden.

    Professor André Simonart, hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Leuven, schonk dit Heilig Hart-beeld aan de parochie Delle uit erkentelijk-heid voor zijn terugkeer uit de concentratiekampen van Breendonk en Buchenwald.  

     

     

    Het Heilig Hart-beeld werd met een feestelijke processie ingezegend door pastoor August Van Eyck op zondag 3 juni 1951 (de zondag na de feestdag van het Heilig Hart, die toen op vrijdag 1 juni viel*). Naast de familie Simonart woonden ook zeer vele Dellenaars deze inzegening bij.

     






     

    Het beeld werd vervaardigd in het atelier van de bekende Leuvense beeldhouwer Jozef van Uytvanck.

     


     

     

    Professor Simonart, die in het Esdoornhof woonde op de grens van Tildonk en Delle, werd op 3 maart 1944 opgepakt door de Duitsers. Diezelfde dag gebeurden in Tildonk nog acht arrestaties. André Simonart werd tot 8 mei 1944 als politiek gevangene in Breendonk gevangen gehouden. Op 9 mei werd hij naar het concentratiekamp van Buchenwald overgebracht. Hij overleefde de gruwelen van de concentratiekampen en kwam op 19 april 1945 terug bij zijn familie in Tildonk. In 1947 werd hij voorzitter van de beheerraad van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, een taak die hij 30 jaar vervulde en die later overgenomen werd door zijn zoon Hubert.

     

    De familie Simonart beschouwde Delle vele jaren als haar parochie en pastoor August Van Eyck als hun pastoor. In 1958 liet Professor Simonart op de grens van Tildonk en Delle een kapelletje bouwen ter ere van Onze Lieve Vrouw van Banneux. Dit kapelletje werd ingezegend door Mgr. Paul Schoenmaeckers, hulpbisschop van Mechelen. Heel wat mensen uit Delle woonden ook deze inzegening bij.

     

     


     

     

    Koning Boudewijn verleende professor Simonart de titel van ridder op 30 mei 1960 en die van baron op 8 februari 1977.

     

    Op zondag 24 juni 2001 werd de 50-jarige inhuldiging van het Heilig Hart-beeld herdacht met een plechtige eucharistieviering.  Opnieuw waren heel wat leden van de familie Simonart aanwezig.

     

    De 60 jarige inhuldiging van het Heilig Hart-beeld werd herdacht op zondag 2 oktober 2011.

     



     

    18-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Kerk en Parochie
    17-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilig Hart Kerk

    De Heilig Hart van Jezuskerk

     

    E.H. Felix Moons zocht na zijn aanstelling als pastoor van Delle een oplossing om de misvieringen te doen. Hij vond moeder-overste van het klooster van de Ursulinen bereid om een deel van de picknickzaal van de Padoue tijdelijk te laten gebruiken als noodkerk.

    De zusters Ursulinen waren de nieuwe parochie Delle zeer genegen, want zij schonken niet alleen een groot kruisbeeld met stervende Christus, maar ookeen beeld van Sint-Antonius van Padua, een beeld van de Heilige Theresia van Avila, een Heilig Hartbeeld, een beeld van Sint-Jozef en een kruisweg. Deze beelden en kruisweg zijn nog steeds aanwezig in de kerk van Delle en zijn waarschijnlijk nu meer dan 150 jaar oud.

                                                                 

     

    Het grote Kruisbeeld met de stervende Christus
     

    Dit kruisbeeld werd door het klooster van Tildonk in 1900 aan de parochie Delle geschonken.

    Dit kruisbeeld heeft eerst vele jaren aan een van de pilaren vooraan in de kerk gehangen. Vroeger hing vooraan boven het altaar een groot houten kruis. Dit kruisbeeld werd voor de 50-jarige jubileum viering van de kerkwijding in 1986 vooraan in de kerk gehangen en een paar lichtspots deden het nog meer in de kijker komen.

    .
                                                                                                         

     

    Het beeld van het Heilig Hart van Jezus

     

    Dit beeld werd door het klooster van Tildonk in 1900 aan de parochie Delle geschonken

    De eerste Heilig Hart-liturgie werd pas in 1765 toegestaan. De volledige officiële goedkeuring werd in 1854 door paus Pius IX verleend, de derde vrijdag na Pinksteren werd het hoogfeest van het Heilig Hart en valt bijna altijd in de maand juni. Daarom wordt de junimaand soms de 'maand van het Heilig Hart' genoemd. In 1899 wijdde paus Leo XIII de wereld toe aan het Heilig Hart van Jezus.
                                                                 



    Het Onze Lieve Vrouwbeeld.

     

    Dit Onze Lieve Vrouwbeeld staat nu vooraan in de kerk nabij het orgel. De juiste herkomst van dit beeld is mij niet bekend. Dit beeld behoorde zeker niet bij de beelden die het klooster in 1900 aan de nieuwe parochie Delle schonk. Ik vernam wel dat dit beeld een schenking zou zijn aan de kerk van een moeder omdat haar zoon levend terug huis kwam uit de oorlog.
                                                           

     

     

    Het beeld van Sint Jozef.

     

    Dit beeld is ook een van de beelden die door het klooster van Tildonk in 1900 aan de parochie Delle werden geschonken.

    Jozef van Nazareth - Jozef (bijgenaamd de timmerman) was volgens de Bijbel pleegvader van Jezus Christus

    De Bijbel vertelt ook dat Jozef een afstammeling was van koning David. Hij was timmerman van beroep. Jozef wordt gevierd op 19 maart en sinds 1955 op 1 mei (Jozef als arbeider).

    De Heilige Jozef is de patroonheilige van de timmerlieden en arbeiders in het algemeen. Verder is hij patroonheilige van België en wordt hij aangeroepen als patroon van maagden, religieuze communiteiten, van het huisgezin en van de stervenden.

    Paus Pius IX heeft Jozef in 1870 met een decreet uitgeroepen tot beschermheer van de kerk. Paus Johannes XXIII heeft hem beschermheer van het Tweede Vaticaans Concilie gemaakt.
                                                                     

      

     

    Het Beeld van Sint Antonius van Padua

     

    Dit beeld is ook een van de beelden die door het klooster van Tildonk in 1900 aan de parochie Delle werden geschonken

    Antonius van Padua met zijn oorspronkelijk Portugese naam Fernando Martins de Bulhões werd geboren in een rijke, adellijke familie te Lissabon. Hij werd geboren op 15 augustus 1195 en overleed op 13 juni 1231 te Padua

    Hij was een minderbroeder die ook theoloog en kerkleraar was. Hij wordt als een belangrijke heilige beschouwd. Hij stierf in 1231 en werd nog geen jaar later door Paus Gregorius IX heilig verklaard

    Rond zijn graf in Padua is de basiliek Basilica di Sant'Antonio gebouwd.

    Hij is de patroonheilige van de Franciscanen, verloren voorwerpen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers en verliefden en patroon tegen schipbreuk, de pest en koorts.

    Hij is een zeer geliefde heilige in de Portugese hoofdstad. Sinds 1934 is Antonius een beschermheilige van Portugal en 13 juni is er een officiële feestdag.                                                                                      

     

    Het beeld van Heilige Theresia van Ávila

     

    Dit beeld werd ook door het klooster van Tildonk in 1900 aan de parochie Delle geschonken

    Theresia van Ávila, met haar oorspronkelijke Spaanse naam: Teresa Sánchez de Cepeda y Ahumada werd geboren te Avila op 28 maart 1515 en overleed te Alba de Tormes (bij Salamanca) op 4 oktober 1582.

    Theresia werd zaligverklaard door paus Paulus V op 24 april 1614, en heiligverklaard door paus Gregorius XV op 12 maart 1622.

    Theresia van Ávila wordt in de volksmond ook wel de "grote Theresia" genoemd, in tegenstelling tot de 'kleine Theresia', waarmee Theresia van Lisieux wordt bedoeld. De feestdag van de Heilige Theresia is op 15 oktober.

    De Heilige Theresa staat bekend als de Heilige van de kleine dingen. Dit betekent dat ze er veel waarde aan hechtte om de kleine dingen in het leven goed en met liefde te doen.  Ze wordt erkend als de patroonheilige van de sierplant- en bloemenkwekers.  Ze wordt afgebeeld met rozen.
                                                                         

     

     

    Nadat de Kerk voltooid was in 1936 verhuisden deze beelden en kruisweg naar de nieuwe kerk. Het hoofdaltaar in de nieuwe kerk kwam van een Brussels klooster en de preekstoel met een mooi beeldje uit de Brusselse Sint Magdalenakerk.


           

             

      

    Het Onze-Lieve-Vrouw van Beauraing beeld

     

    Dit beeld werd door E.H. August Van Eyck vanuit Beauraing meegebracht naar Delle. Hij liet eind van de jaren vijftig een altaar inrichtingen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Beauraing in de zijbeuk van de kerk (waar nu het orgel staat). Dit altaar was een werkstuk van Jef Pues. Het grote Onze-Lieve-Vrouw beeld staat nu achteraan in de kerk nabij de doopvont.

                                                                        

     

     



    17-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Kerk en Parochie
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Wijngilde

    De Wijngilde  “De Lipsevallei Herent”

    Het initiatief om een wijngilde op te richten ontstond in 1985, nadat de Landelijke Gilde van Delle een lessenreeks “zelf wijn maken” had ingericht. Lesgever Vandenbrande had een aantal wijnliefhebbers kunnen warm maken voor deze prettige hobby.


    Op 22 augustus 1985 spraken een aantal liefhebbers in de tuin van Jos Peeters af om op het Breugelfeest van de Landelijke Gilde op 7 september 1985 te zorgen voor een demonstratiestand. Met de opbrengst van de vrijwillige bijdragen voor het proeven van zelfgemaakte wijnen werden de activiteiten gestart.
    In oktober 1985 werd het eerste bestuur samengesteld, en in november werd de naam en het embleem van de gilde gekozen.


    De eerste voorzitter was Gust Perdieus, Willy Vandezande was ondervoorzitter, Danielle Asselman fungeerde als secretaresse en Jos Peeters als materiaalmeester.
    Na de aanvraag begin 1986, werd de wijngilde door de cultuurraad van de gemeente Herent erkend in oktober 1986.

    Vanaf de stichting is de wijngilde aangesloten bij de vzw VAW (Vlaamse Amateur Wijnmakers) en krijgt als dusdanig vanuit deze nationale organisatie praktische en professionele begeleiding. De leden ontvangen onder meer de tweemaandelijkse “wijnkrant” met allerlei gespecialiseerde uitleg en bespreking van mogelijke wijn- en/of bierproblemen.


    In het najaar van 1986 werd Martin Peeters bestuurslid en werd het secretariaat overgenomen door Justin La Rivière.


    Vanaf november 1987 tot maart 1994 werd, na ontslag van Gust Perdieus, het voorzitterschap waargenomen door Willy Vandezande. Onder zijn leiding kreeg de gilde gestalte en algemene waardering, getuige daarvan het toenemend aantal leden en sympathisanten op de jaarlijkse kaas- en wijnavond.

                                                               

     




                                                                

     

     

    In december 1990 werd het beheer van de kas overgenomen door Annie Vanhove. De overige bestuursleden waren toen Willy Vandezande, Jos Peeters, Justin La Riviere, Martin Peeters, Etienne Byloos, Pierre Nivelle, Patrick Vandenhaute, Urbain Smets en Theo Van Noppen.

     

    In 1992 nam de wijngilde deel (onder leiding van Patrick Vandenhaute) aan een video-wedstrijd die ingericht werd door RTVL (nu ROB). In een videoreportage van enkele minuten moesten verenigingen zichzelf en hun werking voorstellen. Onze gilde werd uitgeroepen tot winnaar en kreeg een prachtige ets als prijs.

    Vanaf maart 1994 werd onder het voorzitterschap van Martin Peeters de ingeslagen weg voortgezet en werd getracht door gespecialiseerde opleiding te komen tot een professioneler aanpak van de wijnproductie.


    Vanaf de start werden de activiteiten georganiseerd in de parochielokalen van Winksele-Delle.

    Sinds 1997 stelde het gemeentebestuur van Herent de kelder en een klein lokaal van het Ellehuis, kosteloos ter beschikking. Hierdoor konden de persdagen, de kelderactiviteiten en de bestuursvergaderingen hier plaatsvinden.
    Door goed beheer, steun van de gemeente, de parochie en het VAW, evenals de organisatie van de jaarlijkse kaas- en wijnavond, werd de wijngilde een welvarende vereniging.
    Het aantal leden varieerde tussen 30 en 40, meestal inwoners van Herent en de omliggende gemeenten.
    De beschikbare middelen werden maximaal aangewend in het voordeel van de leden o.a. deelname aan het gildefeest aan zeer gunstige voorwaarden en aankoop van dure toestellen (pers, molen, enz.) die door alle leden kunnen gebruikt worden tijdens de persdagen.

     

    Naast de inrichting van theoretische en praktische lessen, zeg maar vakopleiding, worden activiteiten ingericht die een ruimer, professioneler inzicht in onze doelstellingen moeten verzekeren.
    Hierin zijn zeker te vernoemen de gildereizen die alleen, of samen met de Landelijke Gilde werden ingericht naar buitenlandse wijnstreken: Ahrvallei, Moezel, Luxemburg, Champagne (tweedaagse), Maastricht enz.
    Ook in de eigen regio werden wijnbedrijven (Malou-Boyen, Serco, De Boskanter, Pauwels, Bernar, Sidartha, Genoelselderen, Van Laer, enz.), brouwerijen (Eylenbosch, Isenbaert, De Dool) en kaasmakerij  Vanacker-Stas, bezocht.
    Proef- en informatieavonden onder leiding van gerenommeerde wijnspecialisten (o.a. Etienne Van Steenberghe, wijnman van Radio 2) werden ingericht: Elzas, Moezel, Rioja, Cotes du Rhones; Loire, Bordeaux, Hongarije, Roemenië, Chili, Argentinië, Oostenrijk enz.
    Deelname met demonstratie- en proefstand bij diverse culturele activiteiten dienen eveneens vermeld: feestmarkt Herent, hobbytentoonstelling, vergadering cultuurraad, Breugel, Cultuurbeurs, cultuurforum, week van de HAK, 100 jaar Delle enz.


    Door de leden werd deelgenomen aan verschillende regionale en nationale wijnkeuringen. Hierbij werden al uitstekende resultaten geboekt.


    Op 19 november 2002 overleed onverwacht Urbain Smets, één van de medestichters en behulpzaam bestuurslid van de gilde. De door Urbain voorgestelde wijnreis met het bestuur naar Hongarije werd in 2004 ondernomen.


    In 2002 werd ons bestuur uitgebreid met een nieuw lid: Geert Titeca.
    Wanneer het VAW startte met de opleiding van lesgevers per gilde, hebben Martin Peeters en Pierre Nivelle deze taak op zich genomen. Hierdoor kon de gilde steeds rekenen op deze twee personen voor het geven van theoretische en praktische opleidingslessen in verband met wijn maken.  De gilde kwam daardoor ook in aanmerking voor de subsidies van het VAW.
    Voor de contacten met de cultuurraad was Patrick Vandenhaute de afgevaardigde en samen met Justin La Rivière zorgde hij voor de correcte indiening van de nodige formulieren voor het verkrijgen van de gemeentelijke subsidies.

     

    Op verzoek van verschillende leden, werd in 2004 ook een cursus zelf bier maken ingericht en in de praktijk werden 3 vaten van 30 liter bier gebrouwen.
    In mei 2005 werd het 20-jarig bestaan van de gilde gevierd met een officiële ceremonie op het gemeentehuis en achteraf met een lekkere barbecue en proeven van de zelfgemaakte bieren met de leden.

                                                                    

     

     

    In 2006 moest Pierre Nivelle, wegens te grote werkdruk, zijn taak als bestuurslid en officieel lesgever opgeven. Dany Herdewijn nam de taak van lesgever over.
    In november 2006 overleed, na een moedige strijd tegen een slepende ziekte, voorzitter Martin Peeters. Dit was ook voor de  gilde een zwaar verlies. Patrick Vandenhaute werd   bereid  gevonden  om voorlopig dienstdoende voorzitter te worden.
    Tijdens de jaarlijkse algemene en feestvergadering in december 2006 werd Patrick, met algemene stemmen, als voorzitter aangeduid. Ook werd het bestuur uitgebreid met: Dany Herdewijn, Paul Van Diest, Eddy Billet en Remi Van Casteren.

    Vanaf 2007 werd de praktijk van het biermaken mee in het programma opgenomen. Dit geschiedt onder de leiding van Paul Van Diest

    In de bestuursvergadering van 4 april 2008 nam Annie Vanhove ontslag als kassier en als bestuurslid en ook Theo Van Noppen nam ontslag uit het bestuur. Theo  en Annie waren belangrijke pionnen bij het opstarten van de gilde geweest in 1985. Van bij het begin hebben zij zich ten volle ingezet voor de goede werking van de gilde, waarbij geen enkele inspanning hen te zwaar was. Denken wij hierbij maar aan de feestvergaderingen en de kaas- en wijnavonden waar hun inzet ten zeerste aan het succes heeft bijgedragen. En ook niet te vergeten: vooraleer de gilde van de gemeente de kelder van het Ellehuis ter beschikking kreeg, stonden onze gildewijnen te gisten in de kelder van Annie en Theo.


    Vanaf de bestuursvergadering  van 4 april 2008 nam Remi  Van Casteren de taak van kassier op zich  en heeft Guido De Jaeghere zich bereid verklaard het bestuur aan te vullen.  Paul Van Diest verklaarde zich akkoord  om de lesgeveropleidingen van het VAW te volgen, vooral met de bedoeling een lesgever voor de bieractiviteiten te hebben. De gilde heeft nu drie officiële VAW-lesgevers: Geert, Dany en Paul.

    In 2010 bestond de vereniging 25 jaar.  Het werd  een feestjaar met een academische zitting in de Nok van het gemeentehuis op 5 juni 2010, een bijzonder ledenfeest op 28 augustus 2010 en een feestvergadering op 4 december 2010.

    Het bestuur van de gilde ziet er in 2012 als volgt uit: Geert Titeca: voorzitter en lesgever - Patrick Vandenhaute: keldermeester wijn en afgevaardigde cultuurraad - Justin La Rivière: secretaris - Remi Van Casteren: kassier - Jos Peeters: materiaalmeester - Dany Herdewijn: lesgever en webmaster - Paul Van Diest: lesgever en keldermeester bier - Etienne Byloos: bestuurslid - Eddy Billet: bestuurslid - Guido De Jaeghere: bestuurslid.

                                                                     

     

     

    17-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Wijngilde-Lipsevallei
    15-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De inzegening van de kerk

    De inzegening van de kerk op 20 december 1936

     

    Zondag 20 december 1936 was een grote dag voor E.H. August Van Eyck en voor de parochianen van de Heilig Hart parochie van Delle. Men had 22 jaar moeten wachten op de inzegening van een nieuwe kerk.

                                                                          

     

     

    Zoals naar gewoonte werd die zondag de hoogmis gezongen in de noodkerk in de “Padoue” en dit sinds meer dan 36 jaar.

    De nieuwe kerk was prachtig versierd met vlaggetjes in de Pauselijke kleuren.

    Deze inzegening werd een grote plechtigheid. De kerk van Delle werd ingezegend door hulpbisschop Jean Van Cauwenbergh van het Aartsbisdom Mechelen.

    De hulpbisschop werd aan de pastorij van Delle om 11 uur 15 opgewacht door pastoor August Van Eyck en door  zeven andere geestelijken.
                                                                      

     

     

     

    Deze geestelijken waren E.H. Callebaut, pastoor van Buken – E.H. De Coster, bestuurder van het klooster der Ursulinen Tildonk, E.H. Simons, onderpastoor van Tildonk, E.H. Biermans, pastoor van Kortenberg, E.H Verhaert, pastoor van Herent, E.H. Deckers, pastoor van Winksele en Eerwaarde Pater Van den Eynde, missionaris.

     

    De Monseigneur met staf en mijter  ging dan samen met de geestelijken in processie van de pastorij tot voor de deuren van de kerk. Daar zegende hij het kerkgebouw eerst langs buiten in. 

                                                                       

     

     




                                                                       

     

     




                                                                         

     

     




                                                                        

     

     

    De priesters trokken dan de kerk binnen en daar zegende Monseigneur  Jean Van Cauwenbergh de binnenzijde van het gebouw in.

    Om 13 uur 30 werd aan de oude noodkerk een mooie processie door de priesters en de zeer talrijke Delse parochianen gevormd. Samen brachten zij, al biddend en zingend, het Heilig Sacrament naar de nieuwe kerk.


    In de nieuwe kerk werd dan een plechtige dankmis geconcelebreerd. In deze viering hield Monsieur Van Cauwenbergh ook een indrukwekkende kanselrede. Een plechtig “Te Deum” besloot deze mooie plechtigheid.

                                                             
                                                                       

     

     



                                                                        

     

                                                                                                                                                                           

    Wie was hulpbisschop Jean Van Cauwenbergh ?

    Hulpbisschop Jean Van Cauwenbergh werd in 1879 in Lier geboren. In oktober 1899 startte hij zijn priesteropleiding aan het Grootseminarie in Mechelen. Drie jaar later werd hij priester gewijd. Hij behaalde een doctoraat in de thomistische filosofie (1902) en een baccalaureaat theologie (1905) in Leuven. In 1911 werd Van Cauwenbergh benoemd als vicerector van de Leuvense universiteit en als erekanunnik van het Sint-Romboutskapittel in Mechelen. Zeven jaar later volgde de aanstelling tot pastoor-deken van de Sint-Pieterskerk in Leuven. In 1920 werd Van Cauwenbergh vicaris-generaal onder aartsbisschop Mercier. Hij bekroonde zijn kerkelijke carrière met een benoeming tot hulpbisschop in 1931 en verkreeg de titel van bisschop van Synaus in 1930. Jean Van Cauwenbergh vervulde de functie van vicaris-generaal en hulpbisschop onder de aartsbisschoppen Mercier en Van Roey tot aan zijn dood in 1950.

     

    15-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Kerk en Parochie
    14-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ziekenzorg

    ZIEKENZORG DELLE

     

    Vanuit de parochieploeg bezochten René De Smet en Frank Luyts reeds vele jaren op eerste zondag van de maand de zieken en oudere personen die dat wensten met de Heilige Communie.

     

    De zieke kreeg dan meestal maar een kort bezoek. Bovendien was  er vanaf 2000 nog alleen  René De Smet die deze taak op zich nam.

     

    Gerard Penoey moedigde René De Smet aan met een kern van vrijwilligers te beginnen om de zieken nog meer te kunnen bezoeken en meer tijd aan dit bezoek te besteden.

     

    Na discrete contacten tussen de Delse verenigingen kwam het in de tweede helft van 2005 tot een vergadering die leidde tot de oprichting van de Ziekenzorgkern  Delle

     

    Ziekenzorg Delle bestaat sinds toen uit een groep vrijwilligers die contact wil onderhouden met langdurig zieken die dat wensen en met ouderen die dreigen te vereenzamen.

    De ziekenbezoekers komen op bezoek met een luisterend oor, een goed hart en bemoedigende woorden. De wens van de zieke is voor hen steeds richtinggevend. Zo kan men de ziekenbezoeker kiezen en het aantal contacten in overleg bepalen. Discretie is zeer belangrijk. Alles gebeurt onder professionele begeleiding van de CM. 
    Ziekenzorg en kost de zieke niets. De groep kan werken met middelen uit giften, sponsoring en subsidies.
     

                                                           

     



    Ziekenzorg wil ook zieken, in de mate van het mogelijke, samenbrengen. Sinds 2006 brengt Ziekenzorg Delle de zieken samen op de jaarlijkse smulnamiddag van de parochiefeesten.

    De zieken kunnen dan genieten van een traktatie met pannenkoeken of smoutebollen en nog meer van een gezellig samenzijn. Dit initiatief heeft dan ook van jaar tot jaar steeds meer succes gekregen.


    Wie ziekenbezoek wenst, kan zich wenden tot Jacqeline Vranckx, Lipselaan 63, tel. 016-48 81 31, die verantwoordelijk is voor de huisbezoeken.

    De  vrijwilligers van de Ziekenzorg kern Delle zijn naast Jacqueline Vranckx, René De Smet, Anne-Marie Dirickx, Remi Vandevenne, Alberte Vandyck en Anny Van Ginderachter.


                                                          

     

     

    14-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Ziekenzorg
    10-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Delle tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Delle tijdens de Tweede Wereldoorlog.

     

      

    Op vrijdag 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen.

    België deed een beroep op het Engels-Frans bijstandsverdrag dat ons land op 24 april 1937 had getekend.  Na de val van Eben-Emaal, trok ons leger zich op 17 mei 1940 achter de Schelde terug.

    Vanwege haar strategische ligging, namen Duitse Stukas  Leuven reeds op 10 mei zwaar onder vuur toen “de Achttiendaagse veldtocht” van start ging.

    Die eerste dag vielen er in de omgeving van de Tiensepoort al burgerslachtoffers. Terwijl de bevolking op de vlucht sloeg, werkte de Belgische tiende infanteriedivisie van de Jagers te Voet zo snel mogelijk door aan het op punt stellen van de voorbereidde verdedigingswerken.

    De verdediging van de stad Leuven werd op maandag 13 mei 1940 overgedragen aan het Britse leger  Vanaf de namiddag stroomden Britse troepen onder leiding van Generaal Bernard Montgomery de stad binnen. Die avond werd gemeld dat de Duitsers oprukken uit de richting van Diest.

    Op dinsdag 14 mei 1940 viel de Duitse infanterie de oostrand van Leuven binnen. Hevige gevechten onder andere op het kruispunt van de Diestsevest en Diestsestraat braken los. Op 16 mei 1940 werd de Universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein zwaar beschadigd bij een Brits-Duits artillerieduel, waarbij nagenoeg heel de boekencollectie (900.000 stuks) in vlammen opging. Diezelfde dag nog trokken de resterende Britse troepen zich terug.

     

     

     

      

    Ook Delle liep leeg mede omdat de Engelse generaal Bernard Montgomery op maandag 12 mei het bevel gaf om alle dorpen rond Leuven te ontruimen, ten laatste tegen woensdag 15 mei 1940, voor 8 uur ’s morgens.

    Een aantal inwoners van Delle gingen op vlucht tot in Oudenaarde-stad.  Ook daar bleek het niet helemaal veilig te zijn.  Pastoor Van Eyck verloor daar in een bombardement zijn huishoudster Marie.

    Op 17 mei 1940 bezette het Duitse leger vervolgens de stad Leuven. De Duitsers zouden geen troepen kazerneren in Leuven maar eisten wel openbare gebouwen en particuliere woningen op die onderdak moesten bieden aan de administratieve bezettingsmacht en wachtdiensten. Gedurende bijna vier jaar zou  het militaire bestuur te Leuven onder de leiding komen van de Duitse Kreiskommandant Von Thadden.

    Delle ontsnapte ook niet aan de vele bombardementen die Leuven en omgeving troffen. Reeds in de eerste dagen van de oorlog vielen bommen nabij het pachthof Perdieus.  De stallen werden geraakt en enkele koeien werden gewond en moesten worden afgemaakt.

    Na de overgave op 27 mei 1940 door koning Leopold III keerden alle vluchtelingen naar Delle weer.  Vele vonden hun huis geplunderd terug.  Ook de pastorij was geplunderd. Al deze plunderingen in zijn parochie  boezemde pastoor Van Eyck veel angst in. Door dit gebeuren  en wat  zijn voorganger pastoor Felix Moons overkomen was, besloot hij zich een tijd niet meer te kleden als priester.

    Op 24 september 1940 wierp een Duits vliegtuig rond 23 uur ‘s nachts acht bommen uit aan de Ellestraat te Delle nabij het huis van Jozef Brabant en op de Mechelsesteenweg nabij het huis van August Neefs.  Er was daardoor schade aan de huizen.

     Ook op maandag 23 augustus 1943 omstreeks 1 uur ’s nachts werden enkele  zware bommen op het grondgebied van Delle uitgeworpen Een bom nabij de hof van Petrus Pardon en een zware bom in de weide van Leopold Tobback (vader van Raymond) in de Oude Hoevestraat. Vele ruiten van de huizen in de buurt vlogen stuk. Pannen waren van de daken gevlogen en de deuren waren uit de hengsels gerukt. De bom had een put gemaakt in de weide van wel 10 meter doorsnede en 1 meter 30 diep.

    In de lente van 1944 werd Leuven zwaar gebombardeerd. Vooral op 11, 12 en 13 mei waren zware dagen met vreselijke bombardementen en luchtgevechten tussen Duitse, Engelse en Amerikaanse vliegtuigen . De Sint-Pieterskerk van Leuven  werd gedeeltelijk vernield en  het beeldhouwwerk van het stadhuis ernstig beschadigd. Ook in de andere kerken was de schade enorm. De Leuvense binnenstad werd een puinhoop. Een volledig beeld geven van de ellende die Leuven die dagen gehad heeft is niet mogelijk.

    Heel wat geallieerde bommen vielen buiten het doelgebied en hadden bijzonder veel schade aangericht in Leuven, Herent, Kessel-Lo en Wilsele. Pas de volgende dagen werd de ware omvang van de ramp duidelijk: bijna 500 inwoners waren om het leven gekomen en honderden huizen en openbare gebouwen waren totaal verwoest.

    Ook de omliggende dorpen deelden in de brokken.  Vooral  Bertem leed veel schade en daar vielen 12 doden.

    Na de landing in Normandië op 6 juni 1944 duurde het nog bijna drie maanden vooraleer de geallieerden België konden binnentrekken. Op 1 september 1944 begon de Duitse uittocht uit Leuven. Met militaire voertuigen, opgeëiste vrachtwagens en talloze fietsen verlieten de soldaten de stad, terwijl een kleine achterhoede zich had opmaakt voor een gevecht met de oprukkende geallieerden. Op  de ochtend van maandag 4 september 1944 hing er een gespannen rust over Leuven. De vorige dag was Brussel bevrijd geworden. Iedereen bleef zoveel mogelijk binnen en wachtte vol angst op wat er zou gebeuren. Rond 15 uur bereikten eindelijk de eerste Britse verkenningseenheden van de Royal Guards de stad via de Tervuursesteenweg. Twee Dijlebruggen vielen, dankzij het verzet, onbeschadigd in geallieerde handen en na een kort maar hevig gevecht met de Duitse achterhoede werd de stad veroverd. Leuven werd na meer dan 4 jaar Duitse bezetting bevrijd, en terwijl er aan de rand van de stad nog werd geschoten, brak er in het stadscentrum al een waar volksfeest uit. Voor de streek rond Leuven leek de oorlog beëindigd, maar spoedig bleek dat er nog geen vrede was.

    De Duiters kwamen dan met een “Vergeltungswaffe”, de V1 of vliegende bom.

    (In technisch opzicht was de V1 eigenlijk een onbemand straalvliegtuig. Hij kon een maximumsnelheid van 656 km/h bereiken en had een bereik van 240 km (later werd dit 400 km). De lengte was 7,9 meter en de spanwijdte 5,3 meter. Een V1 woog 2180 kilogram en had een springkop van 850 kilogram. De motor van de V1 liep op gewone kerosine.  Het toestel was uitgerust met een explosieve lading in de neus en vloog door middel van een primitieve straalmotoraandrijving en een simpel geleidingssysteem op eigen kracht naar zijn doel.

     Op zaterdag 18 november 1944 om 21 uur viel een Engels vliegtuig, een Vickers Wellington bommenwerper van het 69ste Squadron brandend op het dak van de schuur van August Goovaerts aan de Mechelsesteenweg 413 te Delle.

    Het vliegtuig  werd door het luchtafweergeschut geraakt tijdens een verkenning van de Heinsberg-Erkelen regio en probeerde op één motor terug te keren naar zijn basis te Melsbroek. Het toestel crashte echter boven Winksele-Delle en viel op de woning van August Goovaerts

    De vijf Engelse piloten verkoolden.  De verkoolde lichamen van vijf Britse bemanningsleden werden gevonden tussen het puin. De vijf bemanningsleden die stierven in deze crash waren : Flight Sergeant Allan H. Fairmaid (piloot),  Flight Sergeant George Older (bommenrichter), Sergeant John. A. Hayes (boordschutter),  Sergeant Robert E. Atkinson (boordschutter) en Flight Officer Peter J. Dawson (navigator).

    Ze rusten nu op de Brusselse begraafplaats.

    De schuur en stallen van August Goovaerts  met daarin de volledige oogst en aardappelen, vier koeien, twee geiten, één varken en alle pluimvee gingen in de vlammen op. 

    De woonruimte van de boer kon worden gevrijwaard van de brand en de bewoners bleven ongedeerd.  De familie Goovaerts kon na 'deze ramp' op heel wat steun rekenen van de andere inwoners van Delle. 

    Enkele weken later op 10 januari 1945 moest een Amerikaans bommenwerper “Flying Fortress B-“  ‘een noodlanding’ maken nabij het Pachthof Perdieus aan de Molenweg op het grondgebied van Beneden-Veltem.  De bemaning bracht het er levend van af. ‘De romp’ van dit gevallen toestel bleef verschillende maanden in het veld liggen.Van het type B-17 Flying Fortress maakte Boeing 7 verschillende typen en in totaal 12.731 toestellen. De bemanning bestond uit 9 personen waarvan een boordcommandant, een co-piloot, een bommenrichter en tevens frontschutter, de boordwerktuigkundige en ook rugschutter, de navigator en tevens radio operator, twee boordschutters, de buikschutter en de staartschutter

     

     

     

     

     

     

     

     

    De Duitse V-1 raketten zouden  tussen 29 november 1944 en 8 februari 1945 in de stad Leuven nog 22 slachtoffers maken. 

    Op zaterdag 17 februari 1945 om 8 uur ’s avonds vielen er vliegende bommen neer aan de Lips in de Kleine Kerkweg.  In de Ellehoek tot aan de school in de Ellestraat waren vele ruiten stuk en was er schade aan de daken. 

    Op maandag 7 mei 1945 gaf Duitsland zich ‘onwaardelijk’ over en eindigde in Europa de grootste en bloedigste aller oorlogen. 

     Onmiddellijk na de bevrijding begon ook de repressie. Bekende en vermeende collaborateurs werden hardhandig aangepakt. Uiteindelijk zou de Krijgsraad van Leuven meer dan 2.500 dossiers behandelen; dit leidde tot 200 veroordelingen en 10 effectief uitgevoerde doodvonnissen.

     

    10-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Delle in de oorlogen
    05-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wielerclub 'De Rapste Wint'

    Wielerclub  ‘ De Rapste Wint ’

    Door de successen van wielrenner van Willy Van den Eynde werd in 1958 in Delle een wielerclub gesticht.

    Germaan Marine werd de eerste voorzitter, Raymond Merckx secretaris en Julien en Ward Van Calster bestuursleden.  Het lokaal van ‘De Rapste Wint’ kwam in caféfeestzaal ‘Ellehoek’ bij Felix Van Hove.

    Korte tijd nadien kwamen ook August Goossens en Marcel Van Horenbeek zich bij het bestuur aansluiten.  Marcel Van Horenbeek werd dan de nieuwe voorzitter van deze dynamische club.

                                                                    

    In 1962 zag het bestuur van ‘De Rapste Wint’ er als volgt uit: 

    erevoorzitter: Gaston De Meulemeester (hoofd propagandist van dagblad ‘Het Volk’).

    voorzitter: Marcel Van Horenbeek, ondervoorzitter: August Goossens, secretaris: Raymond Merckx, kassier: Joris Van Hove, bestuursleden: Robert Coopmans, Victor Pardon, Edward Van Calster, Julien Van Calster en Louis Vranckx. 

    Eind 1962 had de club 90 aangesloten leden en sympathisanten.

    Tussen 1958 en 1966 organiseerde de wielerclub 14 wielerwedstrijden, waaronder de Brabantse selectiewedstrijd voor liefhebbers in 1965.  Omwille van de steeds grotere drukte op de baan Leuven-Mechelen werd koersen er verboden. De laatste wielerkoersen die de club organiseerde gingen door in de Potestraat.

    Naast de wielerwedstrijden was de club nog organisator van zes handelsbeurzen, vier sportavonden en twee Miss-Rapste-Wint verkiezingen waarin de kandidaten allerlei leuke spelletjes moesten doen waaraan punten verbonden waren.  De Miss-Rapste-Wint verkiezing werd in 1964 gewonnen door Jacqueline Vranckx en in 1965 door Anne-Marie Hibbins.

    Op de sportavond van 1964 was Gaston Roelants als gast.  Gaston had enkele maanden voordien een gouden medaille behaald op de 3000 meter steeple op de Olympische Spelen van Tokio.

                                                                

     

     

    Wielerwedstrijden in Delle

    Augustus 1958 – Onderbeginnelingen- Willy werd vijfde.

    Voorjaar 1959 –Onderbeginnelingen –Willy moest opgeven wegens pech.

    Augustus 1959 – Nieuwelingen- Willy werd eerste.

    Augustus 1960 – Nieuwelingen – Willy werd eerste.

    9 april 1961 – Nieuwelingen – Willy werd eerste.

    15 augustus 1961 – Liefhebbers – Willy werd eerste met voorsprong voor Jan Lauwers  - Jos Dewit werd vijfde en Richard Nicolet  achtste.

    15 april 1962 – Liefhebbers – Willy werd eerste met voorsprong, Frans Verbeeck werd tweede.

    12 augustus 1962 – Liefhebbers criterium – Jan Nolmans won in de spurt voor Noel Depauw.  Willy Van den Eynde kwam als zesde binnen.

    31 maart 1963 – Nieuwelingen – Willy Vekemans won.

    5 april 1964 – Nieuwelingen – Willy Voet werd winnaar.

    28 maart 1965 – Brabantse selectieproef voor Liefhebbers.

                              Georges Claes won, Roger Kindt werd derde.

                                             %

    28 maart 1965 – Junioren – Jean Ronsmans won.

    27 maart 1966 – Liefhebbers – Roger Jochmans won voor Jean-Marie      Gorez, Dany Van Goidsenhoven werd derde.

    27 maart 1966 – Junioren – Albert Van Der Seypen won voor Luc Van Goidsenhoven, Maurice Eyers werd derde.

    *Willy Van den Eynde won dus 5 van de 8 wedstrijden waaraan hij in Winksele-Delle deelnam (tussen 1958 en 1962)

     

     

    05-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Sport - Wielrennen
    04-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willy 3

                 Willy Van den Eynde bij de beroepsrenners

     

    Op 15 juli 1964 ging Willy Van den Eynde over naar de beroepsrenners.  Deze overgang deed hij met succes.  Hij won te Woluwe, Roeselare en de Druivenkoers te Overijse.  Hij werd nog tweede in Opbrakel en derde in het kampioenschap van Brabant te Dworp, Bierbeek en Isbergues (Fr)

                                                                    

     


     

                                                                    



    Voor het seizoen 1965 kreeg Willy Van den Eynde een contract bij Wiel’s – Groene Leeuw. Ploeg. Deze ploeg stond onder leiding van sportdirecteur Albert De Kimpe. In deze ploeg had Willy bekende ploegmaten : Benoni Beheyt, Jaak De Boever, Arthur De Cabooter, Gilbert Desmet; Walter Godefroot, Eddy Pauwels en Martin Van Den Bossche, Rene Van Meenen, Frans Verbeeck en Michael Wright.

    Willy Van den Eynde won in 1965 met voorsprong te Lessen. Ook in Zellik werd hij winnaar door Herman Vanspringel in de spurt te verslaan.


     

                                                               

     


    Zijn grootste succes kwam er in de “Tour du Nord” (Ronde van het Noorden) . De “Tour du Nord” was een vierdaagse rittenwedstrijd die in het noorden van Frankrijk werd betwist in een streek waar nog veel kasseistroken op de omlopen te vinden waren.

    In de eerste rit van deze ronde, Roubaix-Calais, eindigde Willy Van den Eynde veertiende in een groepje dat een achterstand had van 1 minuut 35 seconden op een kopgroep van 11 renners. In de tweede rit A Calais – Bruay kwam hij samen met het peloton binnen dat 42 seconden na winnaar Noel Van Clooster over de meet kwam. De tweede rit B Bruay – Arras was een ploegentijdrit over dertig kilometer. De ploeg Wiel’s - Groene Leeuw met Walter Godefroot, Arthur De Cabooter, Jaak De Boever, Gustaaf Desmet en Willy Van den Eynde won deze ploegentijdrit met 21 seconden voorsprong op de ploeg van Flandria-Romeo. Zijn ploegmaat Walter Godefroot werd daardoor leider in de algemene rangschikking.
     
    In de derde rit Arras- Anzin werd Willy Van den Eynde tweede op 12 seconden van Willy Bocklant. In de vierde rit Anzin – Roubaix nam een groepje vele minuten voorsprong. Willy was meegesprongen met de Nederlander Wim De Jager, Theo Mertens, Jean-Claude Lefebvre, Pierre Beuffeuil en Bernard Adams. De ontsnapping slaagde, Willy Van den Eynde die het best geklasseerd was, moest vooral de Fransman Pierre Beuffeuil in het oog houden omdat die slechts op 15 seconden na hem was geklasseerd. Willy kon echter alle aanvalspogingen verijdelen en het groepje kwam samen in Roubaix toe. De Nederlander Wim De Jager won de rit. Willy werd vijfde in de rituitslag maar werd eindoverwinnaar van deze “Tour du Nord”.

                                                                    

     


     

                                                                    

     


     

                                                                     

     


    In januari 1966 huwde Willy met Mia Clauwaert uit Asse-Terheide. Een paar weken later moest hij reeds voor 4 weken op oefenkamp vertrekken naar Borgio nabij Savonna aan de Italiaanse Riviera.


    Willy had voor 1966 een contract ondertekend bij Romeo-Smiths . Deze ploeg stond onder leiding van Guillaume Driessens en had heel wat bekende renners in haar rangen: Frans Brands, Gilbert Desmet; Ivo Molenaers, Willy Planckaert, Guido Reybrouck, Georges Van Den Berghe; Martin Van Den Bossche en Albert Van Vlierberghe.

    Dat jaar werd Willy aangeduid om met zijn ploeg deel te nemen aan de Ronde van Frankrijk.


                                                                 


    De ploeg van Romeo-Smiths die aan de start stond te Nancy stond onder leiding van sportdirecteur Guillaume Driessens met als renners Frans Brands – Joseph Mathy – Ivo Molenaers – Willy Planckaert – Guido Reybrouck – de Luxemburg Edy Schutz – Georges Van Den Berghe – Martin Van den Bossche – Willy Van den Eynde en Albert Van Vlierberghe.


    De ploeg was in die Ronde erg succesvol. Guido Reybrouck won de tweede rit en Willy Planckaert de vierde en de achtste rit. Planckaert had na de derde rit de groene trui veroverd en zou deze tot Parijs kunnen behouden. Voor een helper in de ploeg was het voor Willy Van den Eynde iedere dag hard werken geblazen om zijn kopmannen in goede posities te houden. Na de Pyreneën-ritten begon het bij Willy zwaarder en zwaarder te worden en kwam hij in de zestiende rit naar Briançon met een grote groep van 27 renners (waaronder ook Rik Van Looy) buiten tijd binnen.

    Willy behaalde in 1966 met voorsprong de overwinning in de wedstrijd te Dworp. Hij werd ook derde in Ganshoren, Meerbeke en Auvelais, vierde in Boortmeerbeek, vijfde in Lennik en zesde in Rijmenam.


    In 1967 bleef Willy Van den Eynde bij de Romeo-Smiths ploeg. Het werd voor hem niet zo een denderend wielerseizoen. Hij behaalde een tweede plaats in de Zuid-Vlaamse Pijl te Nederbrakel en een vijfde plaats in Ganshoren. Hij nam hij ook deel aan de Ronde van Spanje. Het jaar nadien in 1968 kwam hij bij de ploeg Goldor-Gerka-Main D’Or terecht. Deze ploeg stond onder leiding van sportdirecteur Florent Vanvaerenbergh. Het werd een jaar om vlug te vergeten, want slechts enkele ereplaatsen waren zijn enige wapenfeiten.


                                                                 



     

    In 1969 kwam Willy uit voor de ploeg Goldor – Hertekamp. Dat jaar kon hij een overwinning behalen door met voorsprong de Grote Prijs Dokter Tistaert te Zottegem te winnen.

     

    Het jaar nadien kreeg hij een contract bij de ploeg Geens-Watneys-Diamant. In deze ploeg was Frans Verbeeck de kopman. Willy startte dat seizoen met veel ambities. Reeds in de eerste wedstrijd de “Omloop Het Volk” reed hij in dienst van Frans Verbeeck. Het werd een succes want dank zij zijn goede steun kon Frans Verbeeck de wedstrijd winnen. Zo reed hij dat jaar vele malen in dienst van de ploeg. In de “Leeuwse Pijl” te Sint Pieters Leeuw mocht Willy Van den Eynde de vruchten plukken voor een jaar trouw en hard werken als onvolprezen helper. Daar kreeg hijzelf de steun van de ploeg om naar de overwinning te grijpen en hij deed dit dan ook met schitterend succes.

     

    In 1971 reed hij voor de ploeg Watney-Avia met Willy Jossart als sportdirecteur. Willy werd dat jaar derde in Hoeilaart-Diest-Hoeilaart. Verder noteerden we een tweede plaats te Ronse en vierde plaats in Kerkom en een vijfde plaats in Bazel-Waas. Hij eindigde ook zesentwintigste in Parijs-Roubaix. Na het wielerseizoen 1972 stopte Willy Van den Eynde met wielrennen.

                                                                 



     

    Na zijn actieve loopbaan werd hij café-uitbater te Herent en studiemeester-opvoeder in het toenmalige Rijksonderwijs te Wemmel en Leuven. Tenslotte vond hij zijn bestemming in het bedrijf van Frans Verbeeck (Vermarc-Sport).

     

    Willy Van den Eynde woont inmiddels sinds vele jaren in Keerbergen. Hij volgt nog steeds de wielersport en is op de wielerkoersen nog steeds een graag geziene figuur.

     

    Willy is de laatste jaren ook koersdirecteur van de Grote Prijs Jef Scherens te Leuven. Willy komt nog eens graag naar Delle terug want hij is steeds een trouwe bezoeker van de jaarlijkse wielerbeurs.

    04-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Sport - Wielrennen
    03-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willy 2

    Wllly Van den Eynde bij de liefhebbers en onafhankelijken.

     

    De week na het kampioenschap van België voor nieuwelingen ging Willy Van Den Eynde over naat de categorie van de “liefhebbbers”. In de eerste wedstrijd bij de liefhebbers werd hij tweede in Rotselaar. Zijn eerste zege kwam al een week nadien op 1 augustus 1961 te Evergem.

    Er kwamen in 1961 nog 7 overwinningen bij; namelijk te Sint Stevens Woluwe, Kraainem, Kampenhout, Winksele-Delle, Wespelaar, Kortenberg en Ganshoren.

     

     

     

     

    Het jaar 1962 werd beloftevol ingezet met een overwinning te Assent in het clubkampioenschap van de Stoempersclub uit Leuven.

    In de Ronde van Vlaanderen voor liefhebbers eindigde hij derde, nadat hij een lange achtervolging had gedaan op het ontsnapte duo Ward Sels en Georges Van Den Berghe. Maar een derde plaats op 133 van ’s lands beste liefhebbers mocht hij zeker als eervol beschouwen.

    Willy Van den Eynde behaalde in 1962 overwinningen in de Omloop der Drie Provincies te Oetingen, Winksele-Delle, Brussegem, Heist-op-den-Berg, Charleroi, Haacht, Wijgmaal, Ekeren en Opheylissem. Hij kreeg inmiddels ook steun van kachelfabrikant Reno en reed onder leiding van Florent Vanvaerenbergh voor die sponsor de provinciale en regionale wedstrijden.

     

     

    Op 28 augustus 1962 stapte hij over naar de onafhankelijken. Als onafhankelijke mocht hij wedstrijden betwisten tussen de beroepsrenners. Zo kon hij dat jaar nog enkele opmerkelijke resultaten behalen. Zo werd hij derde te Aarschot achter Frans Schoubben en Theo Mertens. en zevende in Brussel – Alsemberg.

    Vanaf 1 oktober 1962 werd hij soldaat te Turnhout, waar hij zijn militaire opleiding kreeg, om vervolgens zijn dienstplicht in Duitsland te vervolledigen. Door zijn legerdienst was er in 1963 van regelmatig koersen weinig sprake. Om zijn conditie toch wat op peil te houden kon hij tijdens zijn legerdienst soms aan wedstrijden deelnemen. Zo kon hij in Duitsland een viertal plaatselijke wedstrijden winnen, ondermeer in Kassel en Baden-Baden.

     

     

    Na zijn legerdienst startte Willy met veel ambitie het nieuwe wielerseizoen in 1964.

    In de Omloop Het Volk voor onafhankelijken (Leuven – Gent) was hij de beste man in koers. Hij leek zegezeker, maar liet zich in de spurt nipt verschalken door de Waal Desiré Cartigny. Een week later in de Omloop van de Vlaamse Gewesten werd hij derde, Noel De Pauw won. In de spurt voor de tweede plaats werd hij toen geklopt door Guido Reybrouck. De dag nadien op 8 maart 1964 te Ichtegem zat Willy weer in de kopgroep. In de spurt kwam hij echter zwaar ten val en liep een sleutelbeenbreuk en talrijke schaafwonden op. Door deze val was Willy voor 5 weken uitgeschakeld, maar hij oefende zodra het ging op de rollen.

    Ondanks deze val werd Willy een paar weken later door de KBWB aangeduid voor de Belgische ploeg om deel te nemen aan de Ronde van Marokko.

    De deelname aan deze Ronde van Marokko werd een succes .In de eerste rit Casablanca – Rabat die door Jos Timmerman werd gewonnen werd Willy achtste. Zijn conditie werd van rit tot rit beter en in de achtste rit Nador-Oujda waren de zegebloemen voor hem bestemd. In deze ronde stond Jos Timmerman vele ritten aan de leiding en daardoor moesten de andere Belgen in zijn dienst rijden. Tenslotte zou Jos Timmerman tweede worden in de eindstand . De Belgische ploeg werd tweede in de landenrangschikking en daarin was het aandeel van Willy Van den Eynde niet gering geweest.

      

    Een paar weken na de Ronde van Marokko stond in eigen land de Ronde van België op het programma. Dat Willy Van den Eynde nog steeds in goede conditie was toonde hij al in de eerste rit Antwerpen – Heusden. Hij won deze rit met voorsprong. In de tweede rit Heusden – Bouillon werd hij achtste. Samen met zijn Reno-Kint ploegmakkers won Willy Van Den Eynde de ploegentijdrit te Vorst. In de eindstand van deze Ronde van België werd hij vijfde. Zijn ploegmaat Roger Verheyden werd eindoverwinnaar.

     

     

    03-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Sport - Wielrennen
    02-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willy 1

    Willy Van den Eynde

     


    Willy Van den Eynde werd geboren op 20 april 1943 te Winksele-Delle.

     

    Willy doorliep de lagere jongensschool van Delle, om daarna te belanden in het Koninklijk Atheneum te Leuven, alwaar hij zijn volledige middelbare studies met succes afsloot.

     

    Zijn eerste stappen in de sport deed hij als dertien jarige op het voetbalveld bij het cadettenelftal van S.K. Delle. Het was niet zo verwonderlijk dat Willy voor het voetbal koos, want zijn vader Jules was toen actief als voetbalscheidsrechter in eerste provinciale Brabant.

    Willy Van den Eynde sloot zich ook aan bij Atletiekclub PAKT-Tildonk en onderscheidde zich ook in het veldlopen.

     

                                                                


     

    Voor zijn vijftiende verjaardag (in 1958) kocht zijn vader in Wespelaar voor hem een koersfiets. De fiets had wel niet de juiste maat voor Willy’s lange benen, maar toch startte hij al dezelfde namiddag in een wedstrijd voor niet-aangeslotenen (onderbeginnelingen) te Vertrijk. In deze wedstrijd kon hij tot op twee ronden voor het einde het peloton volgen, dan moest hij echter begeven.

    In de volgende wedstrijden kwam er steeds beterschap. In zijn tweede wedstrijd te Everberg werd hij negende. In de daaropvolgende wedstrijden reed hij achtmaal binnen de eerste vijf met ondermeer een tweede plaats te Putte en te Erps-Kwerps. In de veertiende wedstrijd waarin hij startte in Kersbeek-Miskom verliep alles naar wens en Willy Van den Eynde kon voor het eerst met de zegebloemen naar Delle terugkeren. Nu had Willy de smaak te pakken en nog datzelfde jaar won hij nog liefst 10 wedstrijden, waaronder het kampioenschap van België voor onderbeginnelingen te Zichem. Daar versloeg hij toen Herman Vanspringel in de spurt. Hij bracht ook de zegebloemen mee uit Tildonk, Wijgmaal, voor een tweede maal dat jaar in Zichem; Winksele, Herent, Vertrijk, Erps-kwerps, Sint-Joris-Winge, Kerkom.

     


                                                         



     

    In het voorjaar van 1959 won hij nog 9 wedstrijden bij de onderbeginnelingen namelijk te Vertrijk + eindwinnaar tweedaagse, Haasrode, Everberg, Veltem, Blanden; Ruisbeek, Bertem, Erps-Kwerps

    Willy Van den Eynde kreeg vanaf 21 juni 1959 zijn vergunning bij de KBWB om te kunnen starten in de categorie van de nieuwelingen. De overgang naar deze categorie was een succes want hij won dat jaar nog vijf wedstrijden, waaronder een wedstrijd voor eigen supporters in Winksele-Delle. Verder won hij nog te Gilly, Dongelberg (Geldenaken), Rhismes en Asse.

    Inmiddels hadden enkele wielerliefhebbers in Delle een wielerclub gesticht. Deze wielerclub die de naam “De Rapste Wint” kreeg deed er alles aan om “hun Willy” te steunen.

                                                              



    1960 bracht de bevestiging van de klasse van Willy. Hij werd de Brabantse vedette bij de nieuwelingen. Hij won liefst 20 koersen. Deze overwinningen behaalde hij te Lot, Kampenhout, Vissenaken, Bevekom, Sint Joris Winge, Korbeek-Lo, Tildonk, Liedekerke, Opprebais, Marbaix,Waterloo, voor de tweede maal dat jaar in Kampenhout, Geldenaken, Winksele-Delle, Ruisbroek, Grez-Doiceau, Bevekom, Diegem, voor de tweede maal dat jaar in Sint Joris Winge, Asse.

    Willy Van den Eynde werd in 1960 ook nog 12 maal tweede en won bovendien het jaarklassement van Dagblad Het Volk – Lactovita als regelmatigste renner van de provincie Brabant met ruime voorsprong.

                                                             

     



                                                             



    In 1961 zette hij zijn zegereeks bij de nieuwelingen verder. In het voorjaar won hij de wedstrijden te Winksele-Delle, Tervuren, Sint Stevens Woluwe, Erps-Kwerps, Herent, Ganshoren, Vossem, Kortenberg, Kessel-Lo, Overhespen en Bevekom. Jammer genoeg werd hij wegens ziekte daarna vijf weken uit de beweging gehouden. Dat was uiteraard geen goede voorbereiding op het nationale kampioenschap van België waarin men hem niet kansloos achtte.                                                    
                                                                

     


     

                                                                



    Dat kampioenschap had dat jaar plaats op 16 juli 1961 te Deerlijk. De nieuwelingen moesten in dat kampioenschap 125 km afleggen. In en rond Deerlijk moesten de renners een ronde rijden van achtentwintig kilometer met de beklimming van de Tiegemberg (ook bekend als het Vossenhol). Deze ronde moest viermaal gereden worden en tenslotte eindigde het kampioenschap met een kleine ronde van dertien kilometer.

    Tijdens de wedstrijd waren er heel wat ontsnappingen. In de derde ronde sprong Willy Van den Eynde tijdens de beklimming van “het Vossenhol” weg. Willy kon honderd meter voorsprong nemen maar werd ingelopen door een kopgroepje van het verbrokkelde peloton. Vervolgens ontstond er een ontsnapping van een groepje van 11 renners. In dit groepje zaten heel wat favorieten zoals Willy Planckaert, Walter Godefroot en Jan Nolmans. Tijdens de laatste beklimming van de Tiegemberg probeerde Willy het opnieuwn maar hij kon geen beslissende kloof slaan. De kopgroep van 11 renners ging met driehonderd meter voorsprong op het peloton de laatste kleine ronde in. Tijdens deze kleine ronde kwam alles op een vijftal kilometers van het einde samen. Ondanks de zware omloop werd het een massaspurt van 80 renners. Walter Remon won deze massaspurt. “uitblinker” Willy Van den Eynde” werd nog vierentwintigste in de uitslag.

     

     

    02-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Sport - Wielrennen
    01-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het voedingscomité te Winksele in de eerste wereldoorlog

    Het voedingscomité te Winksele in de eerste wereldoorlog

     

    De Duitse inval was zeer rampzalig op economisch gebied.  2/3 van de tarwe werd uit het buitenland ingevoerd en door de oorlog werden de verbindingen verbroken.

    Ernest Solvay stichtte een centraal comité voor Hulp en Voedselvoorziening.  Hieruit ontstond het Nationaal Comité o.l.v. Emile Francqui. Deze probeerde levensmiddelen uit het buitenland in te voeren en deed een beroep op de Amerikaan Herbert Hoover, de latere president van de U.S.A.  Herbert Hoover richtte de Commission for Relief op, die voedingswaren uit Amerika overbracht.   De U.S.A. wenste alleen voedsel te leveren als dit niet voor de Duitse bezetter bestemd was. 

    Het Nationaal Comité voor Hulp- en Voedselvoorziening dat uitsluitend uit Belgen bestond, verdeelde de voedingswaren in ons land.  Het had gemeentelijke en provinciale onderafdelingen.  Graaf Jan de Merode uit Everberg was ondervoorzitter van het provinciaal comité van Brabant en voorzitter van het kantonaal voedingscomité te Leuven. 

    Winksele had ook zijn eigen “comiteit”.  Dit comité zorgde voor voedselvoorziening en hulpverlening: volkssoep, uitdeling van brood en levensmiddelen, kosteloos of tegen verminderde prijs. 

    Op 26 april 1915 dankte het gemeentebestuur van Winksele het Amerikaanse volk voor hun medewerking aan de ravitaillering.

    Meester Louis Servranckx, hoofdonderwijzer te Delle maakte zelfs een liedje op de werking van het comité te Delle op 22 januari 1915.  Hierin werd vooral de openbare uitdeling van soep bezongen.

    Hieronder vind u de tekst van de eerste strofe en het refrein van dit lied

    LIED DER SOEPHALERS

    Naar eene volkwijze voorgezongen door Louis Servranckx, onderwijzer

    Hé, wie gaat er mee om soep,

    met  ‘nen ketel,

    met   ‘nen ketel ?

    Wij gaan allen meé om soep !

    Ziet, we zijn een hele troep !

    Refrein

    De soep is goed!

    Zij kan niet beter wezen

    De soep is goed !

    Zij kan niet beter zijn.

     

    01-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Delle in de oorlogen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ronde van Frankrijk 1958

    Delle keek met grote ogen naar de Ronde van de Frankrijk.

    Op donderdag 26 juni 1958 beleefde Delle de grootste sportieve belevenis uit zijn geschiedenis met een passage van de Tour de France. Aanleiding was de Wereldtentoonstelling in Brussel. Bij iedereen bekend als de Expo ’58. De eerste rit liep van Brussel naar Gent over 184 km, met start onder het Atomium.

    De Tour, toen nog met landenteams, telde tien ploegen van twaalf renners. De Belgen rekenden op Marcel Janssens (tweede in 1957), Jean Brankart, Jan Adriaenssens en Jef Planckaert, want de laatste zege dateerde van 1939 (met Sylvère Maes). De Fransen hadden een sterke ploeg met ondermeer Jacques Anquetil, Louison Bobet, André Darrigade en Raphael Geminiani bij een regionale ploeg. Uit Italië kwam Gastone Nencini, uit Spanje Frederico Bahamontes en uit Luxemburg de sterke klimmer Charly Gaul.

    De rit ging van Brussel over Hoeilaart – Overijse – Waver – Hamme-Mille –Blanden – naar Leuven. Via de Cesarsberg ging het verder langs Herent – Delle – Kampenhout – Boortmeerbeek en Mechelen. Vandaar ging het via Willebroek – Dendermonde – Aalst – Ninove – Zottegem - Munte en Merelbeke naar Gent (met aankomst aan de watersportbaan). André Darrigade won die rit in de spurt voor Jos Hoevenaars en Jef Planckaert. Charly Gaul zou dat jaar de Tour winnen na een heroïsche prestatie in de laatste Alpenrit (Chartreusegebergte), waar hij zestien minuten achterstand kon goedmaken  en na de laatste tijdrit de Ronde nog met drie minuten voorsprong zou winnen.

                                                                             


    Die dag had bijna iedereen in Delle verlof genomen om het Tourspektakel te zien voorbij komen. De baan Leuven-Mechelen was die dag een aantal uren volledig verkeersvrij gemaakt. Eerst kwam de grote publiciteitskaravaan met veel toeters en bellen over de Mechelsesteenweg. De passage duurde meer dan een uur. Iedereen vergaapte zich aan de wonderlijk verbouwde auto’s en rekende op een van de vele gadgets die rijkelijk werden uitgegooid.

    Rond 13.15 uur was het dan zover. ‘Zwaantjes’ met loeiende sirenes kondigden de komst van de helden aan. Het publiek werd nerveus, de spanning bouwde zich op. Was er iemand vooruit? een groepje ontsnapt? En wat deden de Belgen?..... In de verte klonk reeds de herkenbare deun van de Rodaniawagen (die tot op vandaag dezelfde is gebleven). Plots was het zover. Een volledig gegroepeerd peloton reed met hoge snelheid door Delle. Er werd gerekt en gestrekt, geroepen en gewezen, maar in geen tijd was de wielerwindhoos voorbij. Dagen uitkijken voor de intense ervaring van één minuut. Delle had de “Tour de France” zien passeren en besefte dat dit misschien nooit meer zou gebeuren.

     


                                                                       

     

     



     

     

    01-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Sport - Wielrennen
    31-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Eerste Wereldoorlog

    Delle tijdens de Eerste Wereldoorlog.

     

      

    Op 4 augustus 1914 vielen de Duitsers  ons land binnen.

    De stad Luik viel op 7 augustus 1914 en langzamerhand rukte het Duitse leger op, richting Leuven en Brussel.  Op 19 augustus 1914 kwamen de Duitsers in Delle aan. Het waren ruiters van Ulanenregimenten maar ook infanteristen. Ze bleven vrij rustig tot 24 augustus 1914, toch werd er op 20 augustus een man uit Wilsele doodgeschoten in de Eikestraat.

    Door een uitval van het Belgisch leger vanuit de vesting Kontich nabij Antwerpen werden de Duitsers weer achteruitgeslagen.  Als wraak voor hun nederlaag werd het gebied tussen Leuven en Mechelen één vuurhaard.

    Vanaf die dag begonnen de Duitsers te plunderen en te moorden. Ze doorzochten elke woning en uit de kasten verdwenen veel waardevolle voorwerpen in de zakken van de belagers.

    Op 25, 26 en 27 augustus werden in Delle zonder enige aanleiding 57 woningen geplunderd en platgebrand, waaronder de lagere gemeenteschool. De acties hadden een wraakzuchtig en barbaars karakter.

                         

     

     

    Heel wat inwoners werden aangehouden en mishandeld.  Paul Schoeters, de vroegere eerste schepen, die niet snel genoeg meer marcheerde wegens opgelopen verwondingen, werd neergeschoten. De 70-jarige Germaan Lambrechts, die verlamd was, werd door de Duitsers gefusilleerd. Daarna werd zijn huis in brand gestoken.  Op 25 augustus vielen de Duitsers binnen bij de 42-jarige landbouwer Philippe Van Bellingen. Hun 3-jarig zoontje Jan Van Bellingen werd vermoord onder de ogen van zijn ouders.  Ze mochten het lijkje niet begraven en werden op de vlucht gedreven, terwijl de Duitsers het huis in brand staken.  Edward Pauwels was met zijn zevenjarige zoon Willem gevlucht maar werd aangehouden. Willem Pauwels kreeg een steek in de buik en overleed een paar uren later.  De bezetter stak ook de pachthoeve in brand van Frans, Karel en Pieter Staes. Toen de drie broers de brandende hoeve wilden ontvluchten, schoten de Duitsers de twee oudste broers Frans en Karel dood. De jongste broer Pieter kon nog ontkomen in de naburige velden waar hij – vreselijk gekwetst – een ellendige dood stierf.

    De Duitsers ageerden identiek in Leuven, Herent, Beneden-Veltem, Buken, Tildonk, Haacht, Kampenhout-Sas, en andere gemeenten. De stad Leuven kreeg op 25 augustus 1914 ‘een strafexpeditie’ van de Duitse troepen op bezoek. De stad werd gedeeltelijk platgebrand en 218 burgers werden vermoord.

    Tweeduizend tweehonderd van de ongeveer zesduizend huizen die Leuven toen telde werden in de as gelegd Ook de universiteitsbibliotheek viel ten prooi van blinde woede. De Duitsers keken toe hoe een kwart miljoen boeken, waaronder duizenden onvervangbare middeleeuwse manuscripten, in vlammen opgingen. Merkwaardig genoeg liep de Statiestraat (nu Bondgenotenlaan) nergens schade op.

    Pastoor Moons, tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in de Weerstand, moest op 19 augustus 1915 Delle ontvluchten omdat hij door de Duitsers werd gezocht. Op 4 augustus 1917 werd hij in Brussel aangehouden en door de Duitse Krijgsraad ter dood veroordeeld.  Op 16 maart 1918 werd hij gefusilleerd in Fort V in Edegem.

     

    Er sneuvelden ook vier soldaten uit Delle. Theophiel Stroobants sneuvelde op 26 augustus 1914 bij een gevecht in Namen, Pieter Cnops vond de dood op 25 januari 1915 in het Franse Calais. Op 20 augustus 1915 sneuvelde Filip-Jozef Piot in De Panne en Theophiel Van Muylder, die gevangen was genomen, overleed in Lamstedt (Duitsland) op 8 juni 1916.

    In Delle werd na de oorlog een plaatselijke commissie opgericht tot huldiging van onze oorlogslachtoffers.  Op 31 december 1918 had een eredienst plaats voor de gesneuvelde soldaten en burgers van Delle.  Delle kreeg ook een oudstrijdersvereniging.

    Zoals in vele gemeenten uit de streek kwam er ook een oorlogsmonument. De gedenkzuil werd onthuld op het kerkhof op 19 oktober 1919. Aan de achterzijde van dit monument staan de zeven namen van de burgers die vermoord werden in augustus 1914.

     

     

    LAMBRECHTS GERMAAN 70 JAAR

    PAUWELS WILLEM           7 JAAR

     SCHOETERS PAUL          69 JAAR*

    STAES FRANS               60 JAAR

    STAES KAREL               51 JAAR

    STAES PIETER               38 JAAR

    VAN BELLINGEN JAN       3 JAAR





     

                                                        

                                                                 

                                                                  

     


           

    *Paul Schoeters, wiens gedenkfoto jarenlang aan het oorlogsmonunent stond, werd geboren in Herent op 26 augustus 1845. Hij was landbouwer van beroep. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1895 werd hij verkozen tot schepen, in 1899 tot eerste schepen. Na de verkiezingen van 1903 bleef hij die functie behouden.   Paul Schoeters is de grootvader van Bertha Schoeters en dus ook de overgrootvader van Maria en Alice Grauwels. Zijn foto aan het oorlogsmonument is sinds een paar jaar jammer genoeg verdwenen, mogelijk het gevolg van de jaarlijkse opruimingswerken op het kerkhof.

                                                                   

                                                            

     

    31-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Delle in de oorlogen
    30-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brouwerij De Kamme

    Brouwerij ‘De Kamme’

     

    Op 28 oktober 1897 begon Joseph de Behault du Carmois een brouwerij in de Potestraat in Delle met steun van de familie Peeters.

     

    Joseph de Behault de Carmois huwde op 30 september 1897 met  Amelie  Peeters.    Zij was een dochter van Antoon Peeters (den Reuts) en een jongere zus van Filip Alois Peeters (den Witte Reuts).

                                                         

     

    Joseph de Behault du Carmois had ook een broer August, dokter en burgemeester in Tildonk.

     

    De brouwerij werd opgericht naast het ouderhuis Peeters, maar werd een mislukking. In 1901 trok Joseph de Behault du Carmois als koloniaal ambtenaar naar Kongo. Een primeur voor Delle en Winksele.



     

    Het brouwerijgebouw werd eerst café en later ongebouwd tot huurwoningen.  In Delle bleef wel men spreken van de oude Kamme, of die woont in ‘de Kamme’.  Kam of kamme komt van het Latijnse woord ‘camba’ dat brouwerij betekent.

     

    30-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Kapelletjes-Gebouw
    29-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Hof ter Eycken of de

                 Het Hof ter Eycken of ‘de Padoue’ te Delle

    In de Eikestraat in Winksele-Delle staan nog steeds de resten van een merkwaardig gebouw dat al een hele geschiedenis kende.

    Nadat “Het Hof ter Eycken” in de 18de eeuw eigendom was geworden van  de Heren van Gaasbeek, werd  daarna gekocht door oud-burgemeester Arnoldus Van den Schrieck, daarna werd het aangekocht door de zusters ursulinen van Tildonk. Het deed tevens dienst als noodkerk en vrije meisjesschool.

    Arnoldus Van den Schrieck werd geboren te Tildonk op 14 februari 1791 en overleed te Winksele op 27 juli 1879.  Hij huwde met Barbara-Theresia Bosmans, dochter van meier Henricus Bosmans en van Petronella Gordts, en kwam zo in Winksele terecht. Arnold Van den Schrieck vestigde zich op een drieledig pachthof in de Eikestraat te Delle, beter bekend als het Hof ter Eycken. Door de nieuwe gemeentewet van 1836 werd hij ook verkozen tot burgemeester van Winksele. Hij werd bijgestaan door schepenen Jean Baptist Verhulst en Petrus Waerzeggers die in de Potestraat te Delle woonde. Hij bleef burgemeester van Winksele tot 1872.

                                                                                         

     

     

    Na zijn overlijden in 1879 werd het ‘Hof ter Eycken’ door zijn kinderen in eerste instantie verkocht aan een architect. Die bleek echter na een tijd zijn schulden niet meer te kunnen betalen. Deze architect had volgens ‘de volksmond’ een lening aangegaan bij het klooster van de ursulinen te Tildonk, lening die hij niet meer kon terugbetalen.

    De overste van het klooster kreeg nu ook belangstelling voor het gebouw. Omwille van een grote toename van het leerlingenaantal in 1885 konden de zusters het toezicht tijdens de wekelijkse wandelingen der kostschoolgangers niet meer aan en werden er ‘meesteressen’ aangesteld. De wandelingen gebeurden tot dan toe op en af langsheen de vaart, doch dat zinde de toenmalige zuster overste, Renilde niet. Ze was beducht voor ‘ongewenste’ ontmoetingen… Daarop werd uitgezien naar een verder afgelegen locatie die als vaste eindhalte van de wandelpartijen kon dienen, en zo kwam men terecht bij het voormalige Hof ter Eycken in het naburige Delle.

    De aankoop liep echter niet van een leien dakje, waarop de hulp van Sint-Antonius-van-Padua werd ingeroepen. Aangezien de Franse taal in onze streken nog overheerste en zeker in de kloosters met wat aanzien, werd er gebeden tot Saint-Antoine de Padoue, vandaar de naam ‘Padoue’. Blijkbaar met succes: in 1885 kon zuster-overste Renilde het Hof ter Eycken verwerven.  De oude hoeve werd na de aankoop gedeeltelijk afgebroken. De zusters ursulinen bouwden in het pachthof een picknickzaal voor het Tildonkse pensionaat bij.

    De feestelijke ingebruikname werd in de Tildonkse Annalen als volgt beschreven: ‘Lorsque tout fût prêt, les élèves: grandes, moyennes et petites, en firent l’inauguration par un goûter champêtre servi sur la pelouse magnifique qui s’étale devant la grande et belle salle. Celle-ci est ornée de divers emblèmes religieux, entre autres d’un grand tableau représentant St. Antoine, dont la statue orne également la façade principale. Il serait difficile de décrire l’animation de nos chères enfants à ce premier repas sur la pelouse à Padoue! Depuis lors, on les y conduit au moins chaque semaine et tous les ans, le lendemain de la fête de la Supérieure…’.

    Op 3 november 1899 vroeg het grootste gedeelte van de inwoners van Delle de oprichting van een eigen parochie aan. Hieraan werd gevolg gegeven en vanaf 2 juli 1900 was de zelfstandige parochie van Delle een feit. Het oprichtingsdocument werd op 25 juli 1900 door kardinaal Goossens getekend en het koninklijk besluit dat de oprichting wettigt, droeg dezelfde datum. Vanaf 25 juli 1900 telde het bisdom één parochie meer: de parochie ‘Heilig Hart van Jezus’ in Delle.

    Een volwaardige parochie had echter een centraal punt nodig waarrond het parochiale leven zich afspeelt, namelijk een kerk.

    Voor dit probleem zochten en vonden de Dellenaren een oplossing.

    E.H. Moons, de eerste pastoor,  ging in zijn nieuwe parochie dadelijk op zoek naar een plaats waar hij de misvieringen kon doen. Hij vond samen met Zuster-overste, Marie Ignace, van het klooster van de Ursulinen van Tildonk spoedig een oplossing. Het klooster van de Ursulinen had enkele jaren voordien het Hof ter Eycken of de Padoue gekocht en Zuster- overste werd bereid gevonden om een deel van de  picknickzaal tijdelijk te laten inrichten als – een noodkerk - , en dit tot 1936.  De Zusters Ursulinen waren de nieuwe parochie Delle zeer genegen want ook bij inrichting van de noodkerk werden verschillende beelden en een kruisweg aan onze Heilig Hart parochie geschonken.

    E.H. Moons nam  het oude hoevegebouw in gebruik als pastorie. Onder zijn impuls en opnieuw in samenwerking met de Zuster-overste Marie Ignace  startte men in 1903 ook een katholieke meisjesschool in de Padoue

    Een deel van de picknickzaal werd vanaf  1903 gebruikt als noodkerk en in een ander gedeelte werden twee klassen ingericht. Tot dan gingen de meeste meisjes van Delle naar de school van de zusters Annonciaden in Buken. De zusters-onderwijzeressen kwamen van het klooster in Tildonk elke dag naar Delle, eerst te voet en later met de fiets. Van de oudere generaties hebben bijna alle meisjes uit Delle school gelopen in de Padoue.

    De parochie kreeg ook altijd medewerking van de leerkrachten voor de voorbereiding van de eerste en plechtige communie, het Heilig Vormsel en het inrichten van de sacramentsprocessies.

    In 1928 werden aan de Padoue twee klassen bijgebouwd en in 1939 werd, zeer tegen de zin van de toenmalige pastoor Van Eyck, de meisjesschool ook opengesteld voor jon-gens. Vanaf september 1957 werd de school in de Padoue overgedragen aan de zusters Annonciaden uit Veltem. Deze zusters zouden er nog drie schooljaren de schoolactiviteiten verderzetten.

    De gebouwen van de Padoue werden in 1960 verkocht aan de familie Vanvlasselaer uit Winksele-Delle, die er hun bedrijf van centrale verwarming in onderbrachten.

                                                                                       

     

     

    De Padoue mag dan al geen monument zijn in de strikte zin van het woord, er is echter geen enkel ander gebouw in Winksele-Delle dat zo’n rijke geschiedenis met zich meedraagt.


     

    Wie was Zuster-overste  Marie Ignace

     

    Zuster Marie Ignace met haar volledige naam als kloosterlinge Zuster Marie Ignace de Marie Inmaculée (en met als meisjesnaam Corinne Van Den Borre) werd geboren te Enghien (Edingen) op 13 december 1843.

    Zij legde haar kloostergelofte af in het Klooster van de Ursulinen te Tildonk op 17 september 1867.

    Zuster Marie Ignace werd tot overste gekozen op 16 januari 1889 en tot algemeen overste van het Klooster te Tildonk vanaf 1895 tot 1919.

    Zij was dus algemeen overste in het Klooster te Tildonk toen de parochie Delle werd gesticht en door haar welwillende medewerking kwam de noodkerk van Delle in “de Padoue” .  Zij zorgde  tevens mede voor de inrichting van deze noodkerk.  Zij steunde E.H. Moons bij de oprichting van de vrije katholieke meisjesschool te Delle in 1903 en zorgde voor de eerste kloosterlingen die in deze school de lessen verzorgden.

    Tot na de eerste wereldoorlog had zij een grote invloed binnen de meisjesschool en het parochiale leven in Delle.

    Zuster-overste Marie Ignace overleed op 14 mei 1921.


                                                              

     

     

     

    29-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Kapelletjes-Gebouw
    28-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kapelletjes in Delle

    De Kapelletjes in Delle.

    In Delle zijn amper twee oude kapelletjes overgebleven. Gelukkig maar, want het heeft weinig gescheeld of ook die waren afgebroken.

    Het oudste kapelletje, het Onze Lieve Vrouw kapelletje dateert van 1837 en kwam er dankzij Antonius Vandevelde en zijn echtgenote Christina De Vleesschouwer, die toen wat verderop in de Ellestraat (richting Groenstraat) woonden. Het werd gebouwd op de hoek van de Ellestraat en de Potestraat en lag nabij de vroegere hoeve van de familie Peeters. Het echtpaar was verwant met de familie Peeters, want Marie, de zus van Christina De Vleesschouwer, was getrouwd met Jacques Peeters

                                                                                                                        

     

    Sommige leden van de familie Peeters hebben een rol gespeeld in de geschiedenis van Delle en Winksele. Daarom duiken we even in het verre verleden.

    Jacques Peeters en Maria De Vleesschouwer hadden 2 kinderen: Antoon en Jean-Baptist.

    Antoon Peeters (= den Reuts) werd geboren in Delle op 13 juli 1834. Hij trouwde met Maria Catharina Vanderveken (°1847) op 26 oktober 1870. Zij zouden zeven kinderen krijgen. Antoon Peeters bleef na zijn huwelijk in het ouderhuis wonen op de Potestraat. Hij bouwde in 1871 het kapelletje van de Heilige Familie in de Ellestraat en was lid van de eerste kerkfabriek van de parochie Delle. Antoon Peeters overleed op 28 december 1904.

                                                                   

     




                                                                  

     




                                                                  

     



    Zijn oudste zoon Filip Alois Peeters (= den Witte Reuts) werd geboren in Delle op 6 oktober 1871 en trouwde met Adelia Petronella Goossens (°1862). Zij bouwden een hoeve op de hoek van de Potestraat en de Ellestraat, naast de Onze Lieve Vrouwkapelletje uit 1837, later werd dit ook wel ‘het kapelletje aan den Witte Reuts’ genoemd. Filip Alois Peeters overleed in Buken op 8 mei 1960.

    Een van zijn zonen, Frans Peeters geboren op 24 januari 1901, zette de hoeve op dezelfde plaats verder. Frans Peeters was getrouwd met Julia Kinnen en was ook een tijdje gemeenteraadslid.

    Het Onze Lieve Vrouw kapelletje op de hoek van de Ellestraat en de Potestraat was één van de rustpunten in de toen jaarlijkse processie die tot 1965 door de straten van Delle trok. Voor die gelegenheid was de kapel mooi versierd met bloemenslingers en kaarsen. De pastoor gaf de neergeknielde parochianen op die plaats ook de zegen van het Heilig Sacrament.


                                                                                               

     

    Na verloop van tijd waren de kapelletjes aan een opknapbeurt toe. Vooral dat van de Heilige Familie in de Ellestraat was in slechte staat. Op verzoek van Gust Goossens, voorzitter van de parochieraad, begonnen enkele parochianen, o.a. Norbert Soetaert, met herstellingen. De kosten werden betaald met een deel van de inkomsten van de jaarlijkse parochiale feesten. De restauratieploeg leverde goed werk en spoedig was het kapelletje weer als vanouds. Op iniatiatief van de Landelijke Gilde Delle werd het op een van de processies van de Kruisdagen op 17 mei 1991 opnieuw ingewijd.

    Voor het Onze Lieve Vrouw kapelletje op de hoek van de Ellestraat en Potestraat kwam het gevaar uit een andere hoek. Op 8 maart 1993 werd de kapel en de lindebomen ernaast bijna met de grond gelijkgemaakt toen de achterliggende gronden werden verkaveld. Op het nippertje konden de buurtbewoners de werken nog laten stilleggen met o.a. de steun van burgemeester Willy Kuijpers.



                                                                                                                                     

     





                                                                                                                                      

     

    In 2010 kwamen de rioleringswerken en de heraanleg van de Potestraat. Het lastenboek van de aannemer voorzag in de kap van de twee lindebomen, maar daar had Delle pas weet van toen de aannemer wou beginnen.


                                                                                                

     


    Op 25 mei 2010 kwam er nog een actiecomité van de dorpsraad tot stand om de bomen alsnog te redden. De twee grote lindebomen naast de kapel waren noch ziek noch te oud en vormden evenmin een gevaar voor de buurt. Volgens de buurtbewoners behoorden ze tot het dorpsgezicht van Delle en waren ze vergroeid met het landschap en de mensen die er woonden. De buurtbewoners vreesden met de kap voor onherstelbare schade aan het kapelletje. Ze waren bovendien kwaad omdat ze nooit waren ingelicht over de plannen, ook niet op de infovergaderingen.

    Ondanks het hevig protest gingen de lindebomen een dag later tegen de grond. Er kwam nog een interpellatie op de gemeenteraad van juni 2010, maar de bestuurscoalitie maakte er zich vanaf met enkele smoesjes. Een van de bomen zou ziek geweest zijn. Zij beloofde wel twee andere bomen – twee elzen – met een minder breed wortelgestel. Misschien kan er werk gemaakt om onze twee oude kapelletjes te laten klasseren als monument.

     

     

    28-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Kapelletjes-Gebouw
    26-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wetenswaardigheden

     

    WETENSWAARDIGHEDEN.

     

     

    Koning Leopold I reed door Delle.

     

    In juli 1831, na de eedaflegging in Brussel, bracht Koning Leopold I een bezoek aan de voornaamste steden van ons land. Zo trok hij ook naar Leuven waar hij aankwam langs de steenweg Mechelen-Leuven. In Delle heeft hij met zijn gevolg halt gehouden aan ‘een afspanning’ ter hoogte van de Eikestraat om van paarden te wisselen. De koning zat in een open koets en groette de talrijk opgekomen menigte die hem een warme hulde bracht. De Sint Sebastiaansgilde van Winksele begroette hem in feestkledij.

    Van zijn doortocht bestaat er nog een rekening van tien francs en vijftig centiemen voor de aankoop van driekleurige vaandeltjes speciaal voor dit bezoek aangekocht door de gemeente.   

                                             


    De Verbindingswegen.

     

    *De Baan Mechelen – Leuven.

    De aanleg van verharde, dus gekasseide, wegen tussen de grote steden heeft vooral plaats gehad in het Oostenrijkse tijdvak. Voor zo’n baan was een octrooi nodig. De stad Mechelen nam in 1709 het initiatief voor een weg van Mechelen naar Leuven. Oorspronkelijk dacht Mechelen de kosten te delen met Leuven, maar uiteindelijk zou Mechelen er alleen voor opdraaien.

    Op 9 juni 1730 kreeg Mechelen zijn octrooi van Keizer Karel VI van Oostenrijk. Men zou een rechtlijnig tracé trekken van de Sint Romboutstoren naar de toren van de Sint Janskapel op de Cesarsberg in Leuven. Het zou een “kasseiweg” worden van 4,72 meter breed met een zomerweg naast de kasseiweg en grachten van 1,60 meter breed en 50 cm diep. In februari 1732 was de weg klaar. Naast het hele traject werden aan beide zijden alles samen meer dan 22.000 eiken aangeplant. Ze dienden voor koelte en schaduw maar ook als kasbon. Door regelmatige kap (en heraanplant) en door verkoop van het hout hoopte men de onderhoudskosten gedeeltelijk te verhalen.

    Er kwam een verbreding van het gekasseid gedeelte van november 1934 tot eind maart 1935. Met de weg Mechelen-Leuven kreeg Delle een grote verbinding met alle voor- en nadelen die aan zo een weg verbonden zijn.

    In 1958 en 1959 werd de baan in twee fases volledig vernieuwd met een betonlaag. De volledig rechte baan tussen Leuven en Mechelen kreeg een aanpassing met een lus (de Omleiding) rond Herent. Zo werd het toenemende verkeer uit het centrum van Herent geweerd.

                                                                 


     

    *De Eikestraat en de Potestraat.

    Burgemeester Arnold Van den Schrieck woonde op het pachthof ‘Hof ter Eycken’ in de Eikestraat in Delle. Hij kwam met het voorstel om de Mechelsesteenweg te verbinden met Tildonk door een kasseibaan. De werken startten in 1838 en vielen tamelijk goedkoop uit omdat de inwoners van Delle er kosteloos aan meewerkten. Door deze voor die tijd goede verbinding met Tildonk werden de contacten met Winksele-dorp er niet beter op. Om in Winksele-dorp te geraken moest men over drassige en slechte veldwegen. In de volksmond heette Winksele al snel ‘het mausgat’ of moddergat.

    In 1903 deed de gemeenteraad voorstellen voor een degelijke verbinding van de Potestraat naar Winksele-dorp, maar Delle zou tot ...1956 moeten wachten tot de weg er werkelijk lag. De Potestraat werd ingehuldigd op 28 juni 1956.

     

    *Busverbinding Mechelen - Leuven

    Bij Koninklijk besluit van 26 april 1927 werd de Nationale Maatschappij van Buurtspoortwegen gemachtigd een busdienst in te richten tussen Mechelen en Leuven. Delle kreeg drie stopplaatsen toegewezen: de Zwarte Fles, de Oude Hoevestraat en de Ellestraat. De lijn werd verpacht aan het autocarbedrijf De Voeght uit Kampenhout. Vanaf januari 1991 werd de verbinding overgeheveld naar De Lijn.
                                                               

     

     

    --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

     



    26-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Allerlei



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • KERSTMIS 2015
  • OKRA 2015
  • KERMIS IN DELLE 2015
  • Lessenreeks Keramiek van KVLV te Boortmeerbeek
  • Winterwandeling + Ontbijt (spek met eieren)

    Zoeken in blog




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs