Maandag 10 november Welkomsmoment Nieuwe Inwoners
Categorieën
  • Agenda (1)
  • Allerlei (4)
  • Buurtcomitè (8)
  • Delle in de oorlogen (4)
  • Ik hou van Delle (3)
  • Ik hou van Delle - Activiteiten 2013 (3)
  • Ik hou van Delle - Activiteiten 2014 (3)
  • Ik hou van Delle - KERMIS 2014 (3)
  • Ik hou van Delle - KERMIS 2015 (1)
  • Jeugbeweging (2)
  • Jodam (3)
  • Jodam - Activiteiten 2011 - 2012 (4)
  • Jodam - Activiteiten 2013 (6)
  • Jodam - Activiteiten 2014 (1)
  • Kapelletjes-Gebouw (5)
  • Kerk en Parochie (8)
  • Onderwijs (2)
  • Parochiale Werken (8)
  • Pastoors (13)
  • Politiek (4)
  • Sport - Voetbal (5)
  • Sport - Wielrennen (5)
  • Talent uit Delle (4)
  • Vereniging *KVLV (4)
  • Vereniging *KVLV Activiteiten 2012 (3)
  • Vereniging *KVLV Activiteiten 2013 (1)
  • Vereniging - - KVLV Activiteiten 2014 (3)
  • Vereniging - -KVLV Activiteiten 2015 (1)
  • Vereniging -Landelijke Gilde Activiteiten 2011 en vroeger (4)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2012 (4)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2013 (13)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2014 (8)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2015 (2)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Jaarlijkse Reis (8)
  • Vereniging- OKRA (3)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2012 (7)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2013 (6)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2014 (1)
  • Vereniging-- OKRA Activiteiten 2015 (1)
  • Vereniging--WTC Delle (7)
  • Volksleven (5)
  • Wijngilde-Lipsevallei (6)
  • x Wijngilde Lipsevallei Activiteien 2013 (3)
  • Ziekenzorg (3)
  • ¨¨ Met dank voor de medewerking .. (1)
  • ° Websites (1)
  • DELLE - vroeger en nu

    10-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerk en Parochie


    WELKOM

     
                       



     

     

    “ WINKSELE-DELLE  

     

    De naam ‘Delle’ duidt op landerijen in een dal.

     

    De naam 'Winksele' kan waarschijnlijk verklaard worden als de samenstelling van 'Winiko', een Germaanse persoonsnaam, en 'sele', een Germaans woord dat staat voor ‘een woning die uit één ruimte bestaat’. De oudste bekende schrijfwijze ‘Wenekensele’ dateert van het jaar 1133.

     




    Delle: het ontstaan van parochie en kerk

     

      

    Reeds in 1891 wenste E.H. Joannes Franciscus Celis, pastoor van Buken, zijn parochie te vergroten met Delle en Beneden-Veltem. In 1897 slaagde hij erin Beneden-Veltem parochiaal bij de Sint-Antoniusparochie van Buken te voegen. Ook Tildonk poogde Delle parochiaal te annexeren. De drassige veldwegen maakten het de inwoners van Delle dikwijls moeilijk om de vieringen in de kerk van Winksele bij te wonen.

    Op 3 november 1899 vroeg het grootste gedeelte van de inwoners van Delle de oprichting van een eigen parochie aan. Hieraan werd gevolg gegeven en vanaf 2 juli 1900 was de zelfstandige parochie van Delle een feit. Het oprichtings-document werd op 25 juli 1900 getekend door kardinaal Petrus-Lambertus Goossens en het koninklijk besluit dat de oprichting wettigde droeg dezelfde datum. Het bisdom Mechelen had vanaf nu één parochie meer: de parochie ‘Heilig Hart van Jezus’ in Delle. 
                                                                              

     

     

    Felix Moons werd als eerste pastoor aangesteld en ging in zijn nieuwe parochie dadelijk op zoek naar een plaats waar hij de misvieringen kon doen.  Samen met de Zuster-overste, Marie Ignace,  van het klooster van Tildonk vonden zij spoedig een oplossing. Het klooster van de Ursulinen had enkele jaren voordien het Hof ter Eycken of de Padoue gekocht en Zuster-overste was bereid gevonden om een deel van de picknickzaal tijdelijk te laten gebruiken als noodkerk.  Pastoor Moons nam een gedeelte van het oude hoevegebouw in gebruik als pastorie. De zusters Ursulinen waren de nieuwe parochie Delle zeer genegen, want zij schonken niet alleen een groot kruisbeeld met stervende Christus, maar ook een beeld van Sint-Antonius van Padua, een beeld van de Heilige Theresia van Avila, een Heilig Hartbeeld, een beeld van Sint-Jozef en een kruisweg.  Deze beelden en kruisweg zijn nog steeds aanwezig in de kerk van Delle en zijn waarschijnlijk nu meer dan 150 jaar oud.

    Pastoor Moons zette zich samen met de kerkfabriek in voor de bouw van een parochiekerk. Er waren echter twee grote problemen: er was geld nodig en een stuk grond voor de bouw van de kerk.

    Wat de grond betreft: die werd geschonken door Mevrouw Adelaide Quirini, weduwe van baron Alfons de Smet de Nayer die in Gent woonde. Zij was de dochter van de Leuvense Professor Ignace Quirini.  De parochie kon kiezen tussen een stuk grond gelegen op de hoek van de Oude Hoevestraat en de Potestraat (lange tijd de weide van Raymond Tobback) of het stuk grond waarop de kerk nu is gebouwd, aan de Mechelsesteenweg. De gemeenteraad gaf op 28 februari 1908 de veldwachter de opdracht om met lijsten rond te gaan in Delle. Het werd dus een soort referendum dat onder toezicht stond van provinciaal bouwkundige Trappeniers en waarop 66 Delse gezinshoofden konden kiezen waar de nieuwe kerk zou komen. 

    Na het referendum bleek het stuk grond aan de Mechelsesteenweg (39 are 12ca)  "te voldoen aan de wens van het grootste gedeelte van de bevolking van Delle". De kerkfabriek volgde het voorstel en op 12 november 1908 stemde ook de gemeenteraad vóór (met 5 stemmen tegen 3 en 1 onthouding).

    Wat het geld betreft: in 1905 schatte men de bouwprijs van de kerk op 75.000 frank. De bouwplannen van de kerk van Delle vormden zelfs de inzet van de gemeenteraadsverkiezingen in 1911. Pastoor Moons slaagde er uiteindelijk in de vereiste som voor de bouw samen te krijgen. De kerkfabriek kon 25.000 frank inbrengen. De staat en provincie gaf ook een subsidie van 25.000 frank. De gemeente tenslotte droeg 15.000 frank bij. Pastoor Moons schonk daarbij zelf 10.000 frank als persoonlijkegift, een bewijs dat hij niet onbemiddeld was.

    Op 9 maart 1914 volgde de aanbesteding door de gemeente.  De werken werden toegekend aan de gebroeders Theophiel en Nestor Peeters uit Waver voor 82.847 frank. Het zou een kerk worden naar de plannen van de bekende architect Pierre Langerock uit Leuven.  Delle zou een grote neogotische kerk krijgen met een spitse toren van zesenveertig meter hoog, een lang koor, twee zijbeuken en een sacristie. De werken begonnen in juni 1914, maar moesten worden stilgelegd bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914.

                                                                                      
                                                                                 
                                                                                               



                                                                                           

     

    Pastoor Moons was tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in de Weerstand en moest op 19 augustus 1915  Delle ontvluchten  omdat de Duitsers hem zochten. Op 4 augustus 1917 zou hij in Brussel aangehouden worden en nadien door de Duitse Krijgsraad ter dood veroordeeld worden.  Op 16 maart 1918 werd hij gefusilleerd in het Fort V in Edegem.  Tijdens deze turbulente oorlogsperiode ging al het geld verloren dat Felix Moons had bijeengehaald voor de nieuwe kerk. Na de oorlog stond het kerkgebouw er nog steeds zoals bij de inval van de Duitsers: er waren de grondvesten en enkele beginnende pilaren, maar langzamerhand begon de bouw te verkommeren tot een ruïne.  

    Delle bleef gelukkig niet lang zonder parochiepriester. Op 11 mei 1918 werd E.H. Jozef Raeyen aangesteld als tweede pastoor. Hij liet in 1922 op eigen kosten een pastorij bouwen naast het terrein dat voorzien was voor de bouw van de kerk. Een paar maanden later stelde hij de gemeente voor de pastorij over te nemen voor 41.350 frank. De gemeenteraad keurde dit voorstel echter af met 7 tegen 2 stemmen. De prijs was voor de gemeente veel te hoog. Op 27 september 1923 sloot de gemeente een akkoord met pastoor Raeyen en nam de pastorij over voor 30.000 frank. Ondertussen bleven de werken aan de kerk steeds maar uit en dat was ook het bisdom niet ontgaan.  Op 18 juni 1928 werd pastoor Raeyen, wegens gebrek aan inzet bij de verdere bouw, vervangen door E.H. August Van Eyck,  die een speciale opdracht mee kreeg van de bisschop: de voltooiing van de kerk.

                                                                                      

     

     

    Pastoor Van Eyck vatte vol vuur zijn opdracht aan en begon gelden in te zamelen. Na zes jaar had hij voldoende geld bij elkaar voor de bouw die ondertussen geschat werd op 315.000 frank. De verdeling der gelden zag er als volgt uit: de Staat 63.000 frank, de gemeente 30.000 frank, de kerkfabriek 25.000 frank, materialen nog ter plaatse 76.287 frank, giften 55.000 frank. Voor de ontbrekende 65.000 frank stelt Pastoor Van Eyck zich persoonlijk borg.

    De werken werden opnieuw aanbesteed op 29 augustus 1935 en deze keer toegewezen aan bouwonderneming Georges Vandekerckhove uit Ingelmunster voor een bedrag van 305.289 frank. Men hield in deze prijs wel rekening met de reeds gebouwde delen en de nog beschikbare bouwmaterialen. De parochianen, en daarbij vooral de gebroeders Vandergeeten, hadden in 1914 stenen gebakken voor de bouw van de kerk. Dit was in de streek gebruikelijk, aangezien de ondergrond voldoende leem bevatte. De kerk werd gebouwd met kareelsteen, gemaakt met de leem die uit de grond werd gehaald achter de kerk.  Op de plaats waar de leem werd uitgegraven ontstond een put, die we nog altijd vinden als een vijver in de tuin van Maria Dewit (weduwe van August Pardon) achter de parking aan de Ketelstraat.


    In 1936 word met de bouw kerk opnieuw begonnen naar de oorspronkelijke plannen uit 1912, maar die waren om financiële redenen sterk gewijzigd. Zo werd o.a. de geplande toren van zesenveertig meter hoog weggelaten, zodat Delle nu een kerk heeft met een toren die lager is dan de hoofdbeuk. De kerk werd voltooid in 1936 en plechtig ingezegend op 20 december 1936 door Monseigneur Jean Van Cauwenbergh, vicaris-generaal van het bisdom.  De kruisweg en de beelden verhuisden voor het grootste deel van 'de noodkerk De Padoue' naar de nieuwe kerk. Het hoofdaltaar kwam uit een Brussels klooster en de preekstoel met een mooi Magdalenabeeldje uit de Brusselse Magdalenakerk. Bij nazicht van alle rekeningen bleek dat de bouw van de kerk, inclusief  bijwerken, 333.594 frank zou kosten.

    De kerk van Delle doorstond de Tweede Wereldoorlog vrijwel ongeschonden, maar pastoor Van Eyck vond na de oorlog slechts moeizaam fondsen om de bouw van de kerk verder af te betalen. In die jaren kon hij niet rekenen op een actieve kerkfabriek die mee die lasten opnam. Wellicht is dit ook de reden waarom het kerkgebouw tot 1966 niet werd geschilderd en weinig of niet werd verwarmd. De oudere generatie zal zich ongetwijfeld nog het koude kerkgebouw herinneren en de rokende kolenkachel.

    Op 1 oktober 1966 werd E.H. Zephirin de nieuwe pastoor van Delle.  Hij zorgde geleidelijk voor heel wat vernieuwingen in de kerk.  Er kwamen gasradiatoren voor de verwarming en met de schilderwerken kreeg de kerk een mooie opknapbeurt. Pastoor Zephirin gaf ook de aanzet voor de bouw van de kleine parochiezaal en liet in 1972 tegen het koor aan een weekkapel bouwen.

    Op 21 december 1986 vierde de parochie het 50-jarig jubileum van de kerkwijding.  In het jubeljaar 2000 werd op 2 juni het 100-jarig bestaan van de parochie gevierd met een feestmis, waarin kardinaal Godfried Danneels voorging.

                                                                                                  

     



                                                                                                   

     

     

     

     

     

     

     

       

    10-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Kerk en Parochie
    12-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E.H. Felix-Hendrik MOONS

    E.H. Felix-Hendrik Moons

       

    Felix Moons werd geboren in Diest op 10 april 1869. 

    Zijn vader was  winkelier in wol en zaden  en  tevens barbier. Felix Moons was van 1876 tot 1885 leerling aan het college van de Kruisheren in Diest . Hij werd tot priester gewijd in Mechelen op  6 april 1896 en reeds op 8 april 1896 benoemd tot onderpastoor in de Heilige Michael en Jozefparochie in Wezembeek-Oppem.  In 1897 was er in Wezembeek-Oppem een  typhusepidemie en Felix  Moons hielp er pastoor  Jan Frans Struyf met de verzorging van de zieken.

     

     

    Op 14 september 1897 werd hij overgeplaatst als onderpastoor naar de Sint-Niklaasparochie in Perk.  E.H Moons  werd vanaf 25 juli 1900 door kardinaal Petrus-Lambertus Goossens, aartsbisschop van Mechelen, als eerste pastoor aangesteld in de nieuwe  Heilige Hartparochie van Delle.

    E.H. Moons ging in zijn nieuwe parochie dadelijk op zoek naar een plaats waar hij de misvieringen kon doen.  Hij vond samen met Zuster overste, Marie Ignace, van het klooster van Tildonk spoedig een oplossing. Het klooster van de Ursulinen had enkele jaren voordien het Hof ter Eycken of de Padoue gekocht en Zuster overste werd bereid gevonden om een deel van de picknickzaal tijdelijk te laten gebruiken als noodkerk.  E.H. Moons nam een gedeelte van het  oude hoevegebouw in gebruik als pastorie. Onder zijn impuls en in samenwerking met de zuster overste van het klooster van de Ursulinen van Tildonk startte in 1903 ook een katholieke meisjesschool in de Padoue. In een gedeelte van het gebouw werden toen twee klassen ingericht. Tot dan gingen de meeste meisjes van Delle naar de school van de zusters Annonciaden in Buken. Omdat de meisjes toen op jonge leeftijd de school verlieten, stichtte hij als naschoolse activiteit een lessenreeks om te leren kantklossen. Deze activiteit had spoedig veel succes, want ook meisjes uit de naburige parochies kwamen de lessen kantklossen volgen.

    Pastoor Moons lag ook aan de grondslag van de stichting van de Boerengilde afdeling Delle in 1908.

    E.H. Moons was een geliefd volkspastoor,die ook zoals veel van zijn parochianen duivenmelker was.

    E.H. Moons zette zich ook in voor de bouw van een parochiekerk  en slaagde erin na heel wat moeilijkheden, de vereiste som voor de bouw samen te krijgen (toen 82.847 Belgische frank). Hij schonk daarbij zelf 10.000 Belgische frank als persoonlijke gift, een bewijs dat hij niet onbemiddeld was.

    Het zou een kerk worden naar de plannen van 1912 van de bekende architect Pieter Langerock uit Leuven. Delle zou een grote neo-gotische kerk krijgen met een spitse toren van 46 meter hoog, een lang koor, twee zijbeuken en een sacristie. De werken begonnen in juni 1914, maar moesten worden stilgelegd bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914.

    Pastoor Moons was tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in de Weerstand. Bij het begin van de oorlog zorgde hij ervoor dat jongeren van Delle en omgeving via Nederland naar het IJzerfront konden om er dienst te nemen. Hij hield zich ook bezig met een inlichtingendienst die het Belgische en Engelse leger informatie bezorgde over geheime dossiers en over troepenbewegingen. Hij vermomde zich daarbij als veekoopman, leurder of pachter en meldde zich met valse identiteitskaarten op de Duitse bureaus.

    Omdat hij door de Duitse geheime dienst gezocht werd, verliet pastoor Moons met medeweten van zijn kerkelijke oversten de parochie Delle op 19 augustus 1915. Hij dook onder in Brussel bij een zekere mevrouw Witvrouw, die zelf ook aan spionageactiviteiten deelnam.

    Pastoor Moons kon nog bijna twee jaar onvindbaar blijven voor de Duitse inlichtingendienst. Ondertussen leverde hij nuttig en gedurfd werk. De Duitsers die hem reeds lang zochten, konden hem op 4 augustus 1917 in Brussel aanhouden en brachten hem naar de gevangenis van de Begijnenstraat in Antwerpen. Volgens notulen van de Duitse Krijgsraad was pastoor Moons op dat ogenblik een van de gevaarlijkste spionnen die werden gezocht. Hij had het Duitse leger veel nadeel berokkend en voor de Duitsers was zijn aanhouding een opluchting. In de gevangenis werd pastoor Moons vijf maanden lang ondervraagd en mishandeld, maar hij bekende niets en bleef zwijgen. Zonder bekentenissen werd hij door de Duitse krijgsraad in maart 1918 samen met 5 andere lotgenoten ter dood veroordeeld.

    Op 16 maart 1918 werd hij  gefusilleerd in Fort V in  Edegem. Zijn laatste woorden waren een getuigenis van zijn diep christelijk geloof en fierheid, die van hem afstraalden:

    "Wat 'n genade de goede GOD mij schenkt, het stervensuur vooruit te kennen. Het is niet sterven dat ik doe, het is slechts overgaan van 't Aardse in 't Hemelse leven".

    Drie dagen voor zijn dood had hij aan zijn zuster deze laatste brief geschreven.

    "Gevangenis van Antwerpen, 13 Meert 1918.

    Beminde Zuster,

    De wil Gods is dus volkomen geschied in overeenstemming met mijn vurigste verlangens; mijn leven te mogen opofferen tot meerdere eer en glorie van den Hemelsche Vader, uit liefde tot Jesus voor ons uit liefde gestorven, tot eer van het Priesterschap en voor de vrijheid van mijn dierbaar Vaderland.

    Lieve Zuster, offer de overige dagen van uw leven zoals ik mijn leven en mijne dood op dit ogenblik opoffer, tot de meerdere eer en glorie van God, uit liefde van Jesus, voor ons uit liefde gestorven.

    Vaarwel, beminde Zuster, tot weerziens in het Hemelrijk, ons ware Vaderland, waar eeuwige vrede heerst".

    Pastoor Moons werd na de bevrijding plechtig begraven te Antwerpen, in aanwezigheid van eerste minister Léon Delacroix en minister Louis Franck.  Kardinaal Désiré-Joseph Mercier celebreerde de mis, generaal Hannotaux en commandant Delvaux vertegenwoordigden de Koning.  Zijn kist was bedekt met de Belgische en Engelse vlag, de vlaggen van de landen waarvoor hij gespioneerd had.

    Op 21 maart 1919 besliste het stadsbestuur van Diest onder voorzitterschap van burgemeester Edward Robeyns de straatnaam ‘Overstraat’ (de straat waar Felix Moons geboren was) te veranderen in ‘Felix Moonsstraat’, als eerbetoon voor zijn heldhaftige trouw aan het vaderland.                                                              

      

    Daarnaast staken enkele Diestenaars en oude schoolmakkers de koppen bij elkaar  om een fonds te stichten ter nagedachtenis van Pastoor Moons. Het fonds kreeg de naam "Felix MOONS vrienden”. De bijdragen die het fonds zou inzamelen door vrijwillige giften  zouden dienen voor een jaarlijkse kerkelijke dienst (jaargetijde) en voor het oprichten van een gedenksteen. Wekelijks verscheen in een plaatselijke krant, de Gazette van Diest, een lijst van vrijwillige bijdragen.  In  de eerste week  (de week van 15 maart 1919) kreeg het fonds reeds 230 Belgische frank binnen.  Op 27 mei 1919 kon de Gazette van Diest melden dat het fonds liefst 2.214,50 Belgische frank aan giften had ontvangen.

    De gedenksteen werd een arduinen grafzerk met groot kerkhofkruis. Wat het jaargetijde betreft, dit had plaats in de St.-Sulpitiuskerk tot even voor de 2de Wereldoorlog.

    Er werden ook stappen ondernomen om het stoffelijk overschot van pastoor Moons terug in Diest te krijgen  Op  zondag 18 mei 1919. rond 18.00 uur begonnen alle klokken van de kerken te luiden in Diest, ter ere van de terugkeer van het stoffelijk overschot van Pastoor Felix Moons. De kist was die dag per trein vanuit Antwerpen naar Diest overgebracht.

    Op maandag 19 mei 1919 heerste er een drukte van belang op en rond de Grote Markt. Aan alle openbare gebouwen en huizen hing de Belgische driekleur halfstok als teken van rouw. Talrijke maatschappijen en verenigingen met omfloerste vaandels. troepten samen op de Grote Markt.

    Om negen uur verlieten de burgerlijke, geestelijke en militaire overheden het stadhuis. De stoet zette zich in beweging naar het Stationsplein, waar de lijkkist van de overledene stond opgebaard. Een dubbele rij soldaten vormde de erehaag en de kist was bedekt met de Belgische en de Engelse vlag. Verder lag op de lijkkist een koorhemd, de stool en de bonnet. Na de nodige eerbewijzen begon de terugtocht naar de Grote Markt, langs de Antwerpse, de Schaffense en de Koning Albertstraat. Op de Grote Markt werd een zieledienst opgedragen door Kardinaal Mercier. Voor het stadhuis was een altaar opgetrokken onder een prachtig baldakijn. Duizenden toeschouwers woonden deze plechtigheid bij en heel wat mensen volgden de plechtigheid vanuit de ramen. De uitvaartmis werd opgeluisterd door een koor gevormd door zijn vroegere schoolmakkers.

    Na de uitvaartmis trok de stoet langs de St.-Jan Berchmansstraat, de Botermarkt, de Wolvenstraat en de Graanmarkt (nu Verstappenplein) naar het kerkhof, gelegen op het St.-Jansveld, waar pastoor Moons werd begraven. In verscheidene grafredes werd het leven en de moed van de overledene onderstreept.

    Op het kerkhof van zijn parochie Delle werd op 19 oktober 1919 een gedenkzuil onthuld. Hierin staat gegrift: ‘Delle, hulde aan onze gesneuvelde soldaten en burgers 1914-18’.

    In oktober 1968, meer dan 50 jaar na de feiten, had er een dodenhulde plaats in Fort V in Edegem, ingericht door de Bond der Antwerpse Politieke Gevangenen van de oorlog 1914-1918.

    In 1970 werd het oude kerkhof op het St.-Jansveld opgeruimd, de grafzerken en -kruisen werden verwijderd en het geheel werd geëffend om plaats te maken voor een verbindingsweg met de Parklaan. Wat gebeurde er met de stoffelijke resten van de overledenen? Ze bleven doodeenvoudig in de grond steken, ook dat van onze voormalige held, Pastoor Felix Moons.

    Toch bleef er iets bewaard van zijn nagedachtenis, met name een straatnaam in Diest,  de Felix MOONSSTRAAT. Felix Moons werd geboren in de Overstraat nr. 4 (de huidige Felix Moonsstraat), Zijn geboortehuis stond waar vroeger het A.S.L.K.-kantoor  was gevestigd, de hoek gevormd door de Felix Moons- en de Schotelstraat. Vroeger droeg dit grote hoekhuis als uithangbord een prachtige gebeeldhouwde draak, die nu in een privéverzameling is terechtgekomen.

      

    De Felix Moonsstraat is nu een moderne winkelwandelstraat geworden. Het was zelfs de eerste winkelwandelstraat in Diest. De straat is gelegen in het centrum van de stad, nabij de Grote Markt.

     

     

      

    FORT V TE EDEGEM

    Op 11 november herdenkt de gemeente Edegem jaarlijks wapenstilstand, in samenwerking met de oud-strijdersvereniging KNSB, met een eucharistieviering in de basiliek Onze-Lieve-Vrouw-van-Lourdes. Daarna worden, onder begeleiding van fanfare Sint-Rosalia en met de hulp van de brandweer van Edegem, kransen neergelegd bij de monumenten. Aansluitend is er een kleine plechtigheid aan het monument van de gefusilleerden van 1914-1918 op Fort V

    In Fort V te Edegem staat een mooi herdenkingsmonument met op de herdenkingsplaat de namen van 16 weerstanders uit de Eerste Wereldoorlog. 

     

     

      

    Op 16 maart 1918 werd E.H.Moons terechtgesteld met 5 lotgenoten.

    Deze vijf waren:

    Hendrik van Bergen, hij zetelde in de legatieraad te Leuven, geboren te Koekelberg op 27 juli 1875 en werd terechgesteld te Edegem op 16 maart 1918.

    August Naelaerts was een goudsmid te Antwerpen, en was er ook geboren op 10 juni 1886. Hij was tijdens zijn aanhouding in het bezit van belangrijke documenten over Fort VI en werd terechtgesteld te Edegem op 16 maart 1918.

    Arthur Wattiez was een ingenieur te 's Gravenbrakel, geboren te Beelers (Henegouwen) op 29 april 1872  en werd terechtgesteld te Edegem op 16 maart 1918.

    Hendrik Jozef Jespers was een scheepsbevrachter te Antwerpen, geboren te Zoersel op 21 januari 1878 , aangehouden door verklikking op 4 augustus 1917 en werd  terechtgesteld te Edegem op 16 maart 1918.

    Jacob Jozef Leroy was een brigadier incasseerder bij de Nationale Bank te Antwerpen, geboren te Céroux-Mousty op 14 maart 1871 en werd aangehouden op verdenking  van spionage op 12 november 1917 en werd terechtgesteld te Edegem op 16 maart 1918.

     

     

     

     

     

    12-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    14-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E.H Jozef RAEYEN

    E.H. JOZEF  RAEYEN

    Na de vlucht voor de Duiters van E.H. Moons heeft E.H. Paulus Braeckmans, de onderpastoor van Tildonk, bijna drie jaar tijdens de oorlogsjaren de dienst in de parochie Delle waargenomen. Na de oorlog bleef Delle gelukkig niet lang zonder parochiepriester. Op 11 mei 1918 werd E.H. Jozef Raeyen aangesteld als tweede pastoor.                                                         

     

     

     

     

     

    E.H. Raeyen werd geboren te Diest op 28 april 1878 en was voor hij naar Delle kwam onderpastoor van de Sint-Jan Baptistparochie van Werchter.

    E.H Raeyen liet in 1922 op eigen kosten een pastorij bouwen naast het terrein dat voorzien was voor de bouw van de kerk. Een paar maanden later stelde hij de gemeente voor de pastorij over te nemen voor 41.350 frank. De gemeenteraad keurde dit voorstel echter af met 7 tegen 2 stemmen. De prijs was voor de gemeente veel te hoog. Op 27 september 1923 sloot de gemeente een akkoord met pastoor Raeyen en nam de pastorij over voor 30.000 frank.   

    Ondertussen bleven de werken aan de kerk steeds maar uit en dat was ook het bisdom niet ontgaan.                                                       

     

     

     

     

    Op 24 mei 1928 werd pastoor Raeyen, wegens gebrek aan inzet bij de verdere wederopbouw van de kerk overgeplaatst naar de Sint Quirinusparochie van Wersbeek, een deelgemeente van Molenbeek-Wersbeek.

    E.H. Raeyen overleed in Leuven op 3 oktober 1943.


                                     

    14-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    15-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E.H. August VAN EYCK

    E.H.  August Van Eyck – de kerkenbouwer.

     

     

    E.H. August Van Eyck werd geboren in Kasterlee op 24 april 1890. 

    Hij werd priester gewijd in 1916 en op 15 juni 1916 benoemd tot onderpastoor in de  Sint-Pietersparochie in Sint-Pieters-Woluwe. 

    In 1920 werd hij onderpastoor in de Sint-Amandusparochie van Blaasveld (nabij Willebroek).  Hij verzamelde er fondsen voor de heropbouw van de kerk, die in 1914 zwaar beschadigd was tijdens de gevechten om het fort van Breendonk. Met succes, want in 1922 was de kerk weer helemaal hersteld. 

    Op 1 januari 1925 werd hij onderpastoor in de Sint-Martinusparochie in Asse. Op 18 juni 1928 werd hij aangesteld in de Heilig Hartparochie van Delle.  Hij kreeg van kardinaal Jozef Van Roey de speciale opdracht mee om de kerk van Delle te voltooien.

     

    Pastoor Van Eyck werd feestelijk ingehuldigd in Delle. Het feestcomité zorgde met de hulp van veel Dellenaars voor een stoet waarover nog lang werd   over nagepraat. Elke hoek van het dorp had zijn eigen versierde feestwagen, getrokken door sterke Brabantse trekpaarden. De herinnering aan de stoet werd vastgelegd in een prachtige 20-delige set prentkaarten.
                                                                

      

    Pastoor Van Eyck vatte vol vuur zijn opdracht aan en probeerde op alle mogelijke manieren geld bij elkaar te krijgen. Zo begon hij met de uitgifte van 2 prentkaarten:  foto’s uit  1929 van de kerk in opbouw, met daarop het rekeningnummer waarop de mensen geld konden storten. Met zijn bedeltocht kreeg hij zo 55.000 frank bij elkaar. Zelf stond hij nog borg voor 65.000 frank. Samen was dat goed voor meer dan eenderde van de totale kostprijs.  Acht jaar na zijn aanstelling werd zijn inzet beloond en was de kerk klaar. Op 20 december 1936 werd ze de door Mgr. Van Cauwenbergh ingezegend.

    Pastoor August Van Eyck had zo’n een grote verering voor Onze-Lieve- Vrouw dat hij ter ere van haar eigenhandig een Lourdesgrot bouwde achter de kerk.  Hij kreeg hierbij de hulp van August Verhoeven.  De grot werd ingezegend op 3 oktober 1937 door Jozef Alfons Geens, de deken van Erps-Kwerps en Mgr. Karel Cruysberghs, de toenmalige algemene proost van de Belgische Boerenbond, hield een gelegenheidstoespraak

     

     

    In 2003 werd de grot verplaatst naar de andere zijde van de kerk.  Ze werd met dezelfde stenen getrouw nagebouwd door Norbert Soetaert.

    Bij de inval van de Duitsers in mei 1940 ging hij zoals veel parochianen op de vlucht. Bij een bombardement in Oudenaarde werd zijn huishoudster Marie gedood. Julia Goovaerts zou later haar dienst overnemen. Bij zijn terugkomst op de parochie vond hij de pastorij geplunderd. Dit en het gebeuren met zijn voorganger pastoor Moons bezorgde hem de nodige schrik. Hij kleedde zich daarom een tijdje niet meer als priester.

    In 1941 vierde de parochie zijn zilveren priesterjubileum. De feestelijke samenkomst had plaats in de ‘Padoue’. De leiding lag bij de zusters Josefa en Alfonse van de Ursulinen. Het programma vermeldde een spreekbeurt, een kort toneelspel en een felicitatiebrief met o.a. de zin “En mocht ook de tweede kerk die u in uw leven bouwde eens betaald geraken”. Een verwijzing naar de kerken van Blaasveld en Delle, waarvoor hij zich zeer verdienstelijk had gemaakt bij de bouw.

    Gelukkig voor pastoor Van Eyck en de parochie Delle doorstond de pas gebouwde kerk de oorlog zonder schade, maar de afbetaling ervan zou nog zeer lang een zorg blijven.  

    De pastoor had ook een sterke binding met Onze Lieve Vrouw van Beauraing. Hij ging geregeld naar Beauraing om er zijn vriend en dorpsgenoot Monsieur Louis Heylen te bezoeken.  Mgr. Heylen is 41 jaar bisschop geweest van het bisdom Namen en was net als Van Eyck geboren in Kasterlee.

    Mgr. Heylen was er ook bisschop tijdens de verschijningen eind 1932. Onze Lieve Vrouw verscheen toen aan vijf kinderen (4 meisjes en 1 jongen). In 1949 erkende de kerk hun verhaal als miraculeus. Van toen af groeide Beauraing als bedevaartsoord. Jaarlijks trok pastoor Van Eyck er met zijn parochianen op bedevaart. Ook zijn bedevaarten naar Scherpenheuvel werden erg gewaardeerd.

    Eind jaren vijftig richtte hij een altaar op ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Beauraing in de zijbeuk van de kerk (waar nu het orgel staat).  Het grote beeld staat nu achteraan in de kerk nabij de doopvont.


     

     

    In 1960 stelde hij een perceel grond ter beschikking van de zusters Annonciaden uit Veltem voor de bouw van een school. Het betrof een stuk grond tussen de kerk en de Ketelstraat, dat had gediend als waarborg voor de bouw van de kerk.

    E.H. Van Eyck was een persoonlijkheid die een grote stempel heeft gedrukt op de parochie.  De oudere generatie zal zich hem herinneren als een toegewijd pastoor, soms omstreden, maar ook met veel verdiensten.

    Op 11 juni 1966 vierde Delle zijn gouden priesterjubileum en het feit dat hij al 38 jaar pastoor was van de parochie.  Een paar maanden later ging hij op rust.

     

     

    Hij overleed in Herent op 21 december 1969 en werd op eigen verzoek begraven tussen ‘zijn’ parochianen op het kerkhof van Delle.

     

     

    15-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    16-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inhuldiging E.H. Van Eyck

    De inhuldiging van E.H.  Van Eyck op 18 juni 1928



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     

    16-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    17-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E.H. Albert ZEPHIRIN

    E.H. Albert ZEPHIRIN


     

    E.H. Albert Zephirin werd geboren te Hulst in Nederland op 11 februari 1917.

    Hij was de zoon van Joannes Franciscus Zephirin en Paulina Josephina Holemans uit Werchter.  Hij studeerde af aan de Groot Seminarie te Mechelen in 1939 en werd priester gewijd in Mechelen op 25 juli 1943.

    E.H. Zephirin werd op 29 november 1943 tot onderpastoor benoemd in de Sint-Pieterparochie in Langdorp.  Op 1 mei 1949 werd hij onderpastoor in de Sint Stefaanparochie van Hingene. Daarna werd hij vanaf 20 juni 1952 onderpastoor in de Sint Remigiusparochie van Wambeek en op 1 juli 1955 van de Sint-Rumoldusparochie in Steenokkerzeel.  Op 1 oktober 1966 werd hij als vierde pastoor aangesteld in de Heilig Hartparochie van Delle


                                                                             


    Pastoor Van Eyck, de kerkenbouwer, had tijdens zijn ambt steeds sober moeten omgaan met de centen om de kerk afbetaald te krijgen, wat hem uiteindelijk lukte. Zijn opvolger pastoor Zephirin zou de parochie Delle verder uitbouwen.


                                                                            



    In de wereldkerk was dit ook de periode van het Tweede Vaticaans Concilie. Ook in onze parochie beinvloedde dit de liturgische diensten. Pastoor Zephirin voerde met zijn komst de volkstaal in. In de kerk kwam een nieuw altaar en een nieuwe lezenaar dichter bij de mensen. De nieuwe pastoor overtuigde ook een aantal vrijwillers van de bouw van een kleine vergaderruimte voor de Delse verenigingen. Er werd gekozen voor een plaats achter de kerk. De eerste parochiale feesten op 15 augustus 1967 hadden plaats toen de kleine parochiezaal nog onafgewerkt was. Er kwam in 1968 een parochieraad die onder de leiding stond van August Goossens. Andere leden van de parochieraad waren - naast pastoor Zephirin , Jef Pues, Gerard Penoey en Norbert Soetaert. De parochieraad zou later steeds zorgen voor de organisatie van de jaarlijkse parochiefeesten in de maand augustus en in 1980 voor de bouw van de grote parochiezaal.

    In die jaren is er pionierswerk geleverd. Er werd keihard gewerkt door veel vrijwilligers, maar Delle had na een tijd zijn eigen zaal had, wat niet elke parochie kon zeggen.

    In de kerk kwamen op initiatief van pastoor Zephirin gasradiatoren en met de schilderwerken kreeg de kerk een mooie opknapbeurt. In 1968 zorgde hij voor de lokalen voor de meisjesgidsen, die een afzonderlijke afdeling gingen vormen en niet meer bij de afdeling Buken wensten te blijven. De lokalen voor de VVKM-Bavo Delle kwamen tussen de pastorij en de kerk.

    Samen met Gusta Perdieus moedigde de pastoor onze koster-organist Raf Vanvlasselaer aan om te starten met een parochiaal zangkoor. Ze deden een beroep op muziekminnende Dellenaars en in december 1970 kon een gemengd zangkoor van start gaan. De kerk van Delle bezat geen eigen kerkorgel en daarom werd er een elektronisch orgeltje aangekocht. Op 10 oktober 1976 had de inwijding plaats van een nieuw orgel, deze keer een ‘echt’ kerkorgel, dankzij pastoor Zephirin, de kerkfabriek en de milde steun van het gemeentebestuur van Winksele.



                                                              


    In 1972 werd een weekkapel gebouwd voor 40 à 50 personen achter tegen het koor aan.

    Als proost van de Delse verenigingen volgde de pastoor hun activiteiten op de voet. Zo nam hij vanaf 1983 samen met Jos Peeters en diens echtgenote Alberte het initiatief, voor een jaarlijkse bustocht naar het gekende bedevaartsoord Lourdes. De bustocht kreeg de naam van ‘de Lourdes express’ omdat hij rechtstreeks van Delle naar Lourdes reed. Dat gebeurde onder de veilige begeleiding van chauffeur Willy, die na een paar uur werd afgelost door Jos. Veel parochianen hebben aan deze reizen nog mooie herinneringen.

    E.H. Zephirin bleef pastoor in Delle tot 31 augustus 1984. Daarna zette hij zich nog vele jaren in bij de ontvangst van de bedevaarders in Scherpenheuvel. Hij reisde ook nog verschilende keren mee naar Lourdes met zijn parochianen en de ‘Lourdes express’.

    Hij overleed in Mechelen op 25 oktober 1998.


                                                               

     

    17-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    18-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frans CLAES sj

    Pater Frans Claes - Priester van de Sociëteit van Jezus

     

     Na het vertrek van pastoor Zephirin kon de parochie Delle vanaf september 1984 een beroep doen op pater Frans Claes als hulppastor.  Voor hij naar Delle kwam had hij reeds parochiewerk gedaan in Veltem. In Delle verzorgde hij de weekenddiensten, doopsels, huwelijken en de begrafenissen en nam ad interim de taak over van proost van de Delse verenigingen - o.a. van de KVLV.  Van deze vereniging woonde hij de vergaderingen en vieringen stipt bij.  Hij zou parochiewerk doen in Delle tot eind 1986.  In Delle wisten veel mensen niet dat deze man van weinig woorden maar met een zeldzame werkkracht ook nog een zeer gewaardeerd lexicograaf was.

     

     

     

    Frans Claes werd geboren in Webbekom op 5 juni 1928.  In navolging van zijn broer volgde hij de Latijns-Griekse humaniora aan het Sint-Jan Berchmancollege in Diest.  Zijn collegejaren (1939-45) vielen samen met de Tweede Wereldoorlog en de bezetting.

    Hij trad in bij de paters jezuïeten van Drongen op 7 september 1945.  Na zijn noviciaat en zijn kandidatuur klassieke filologie (via de centrale examencommissie) maakte hij in 1949 deel uit van een groep Vlamingen die wijsbegeerte ging studeren op het Berchmanianum te Nijmegen. Toen hij in 1952 weer in ons land was bracht hij de gebruikelijke stage door als surveillant in Aalst. Daarna werd hij drie jaar klasleraar aan het College van Turnhout. Hij studeerde vervolgens theologie aan de jezuïetenfaculteit van Leuven van 1957 tot ’61.                                                              

     

     

      

    Op 10 augustus 1960 werd Frans Claes in Leuven priester gewijd door aartsbisschop Ferdinand Perier van Calcutta. 

     

    In de Dijlestad nam hij in 1962 zijn intrek in het Lessius Universitair College (L.U.C.). Hij behaalde er het diploma van licentiaat geaggregeerde in de Germaanse Filologie.

    Toen hij hoorde dat pater Verschueren nog medewerkers zocht voor de verkorte versie van het Verschueren-woordenboek trok hij naar Brussel. Na zijn promotie legde Frans Claes zich volledig toe op het woordenboek.  Pater Jozef Verschueren was tevreden over het werk van zijn pupil en vond in Frans Claes een goede opvolger.

    Na het overlijden van Verschueren in 1965 kwam de bewerking van het woordenboek in handen van Claes. Als kersverse hoofdredacteur (1968-1996) liet hij een nieuwe wind waaien op de redactie. Het duurde nog tot 1979 voor de achtste editie verscheen, maar deze editie luidde dan ook een heel nieuwe periode in. Het woordenboek werd herwerkt en verscheen nu volledig in kleur.  Frans Claes bewerkte ook nog een negende (1991) en tiende editie (1996) die zo mogelijk nog fraaier waren dan de vorige.
                                                          

     

      

    Claes heeft ook meegewerkt aan andere projecten. Zo was hij hoofdredacteur van het synoniemenwoordenboek van Brouwers, “Het juiste woord”. Hij werkte ook mee aan taalkundige tijdschriften zoals “Taalbeheersing in praktijk” en “Over taal en Nederlands van nu”, en was een tijdlang voorzitter van de heemkundige vereniging Oost-Brabant.

    Naast zijn wetenschappelijk werk verrichtte hij ook een aantal kerkelijke taken. Na zijn parochiewerk in Veltem en Delle werd hij aalmoezenier van ‘Topvakantiekampen’, kustvakanties voor minder begoede kinderen. Hij verzorgde de kampleiding, organiseerde spelen, boottochten, roeiraces en hengelconcoursen, en plande (voor de oudere jeugd) fietstochten tot diep in Frankrijk. Hij vergat ook hun culturele opvoeding niet en deed stads- en museumbezoeken en streekexploraties.

    In september 1996 werd hij getroffen door een eerste hersenbloeding. Van toen af moest hij hulp krijgen en verbleef hij in het Jezuïetenhuis in Heverlee. Pater Claes overleed er op 30 november 2006.

     

    18-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    19-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E.H. VAN DUN - E.H. VREBOS - E.H. EERDEKENS -

    E.H. Rik VAN DUN

      

    Met Rik Van Dun kreeg de parochie Delle zijn vijfde pastoor.

    Hij werd geboren in Turnhout op 10 april 1920.  Op zijn negentiende trad hij in bij de Paters Oblaten. Hij legde zijn eerste geloften af in Korbeek-Lo (11 oktober 1940) en zijn eeuwige geloften in Waregem (11 oktober 1943).

    Op 8 juli 1945 werd hij priester gewijd in Velaines. Als missionaris-oblaat van Maria zwierf hij gedurende 20 jaar door Duitsland met de kapelwagen van Oostpriesterhulp. Vervolgens was hij elf jaar onderpastoor in de Sint- Amandusparochie in Antwerpen.  Vanaf 1982 werd hij kapelaan van de Kapelarij ‘Ten Broek’ in Alsemberg.

     

    E.H. Rik Van Dun werd pastoor in Delle op zondag 21 december 1986. Die dag had er in de parochie een jubileummis plaats, want de parochie vierde ook de 50-jarige inwijding van de kerk.

     

     

    Pastoor Van Dun fungeerde ook als proost voor alle verenigingen, een taak die hem nauw aan het hart lag.  Hij woonde de vergaderingen bij en animeerde de feestelijkheden.  Hij had voor iedereen een vriendelijk woord en was dan ook spoedig een graag gezien pastoor.  Jammer genoeg zou hij geen twee jaar in Delle pastoor kunnen blijven. In de hoogmis van zondag 27 november 1988 werd hij onwel waarna hij om gezondheidsredenen het priesterwerk moest opgeven.

    Rik Van Dun overleed in Leuven op 18 maart 2002. Zijn begrafenis had plaats op zaterdag 23 maart 2002 in de kloosterkapel van de Missionarissen Oblaten in Kessel-Lo.

    ________________________________________________________________________

     

    E.H. Leo Gustaaf VREBOS

     

    Door de ziekte van E.H. Van Dun moest de dekenij op zoek naar een geestelijke om de weekenddiensten in Delle te verzorgen. E.H. Leo Gustaaf Vrebos, de oprustgestelde oud pastoor van Wilsele-Putkapel, zou de taak op zich nemen.

    Pastoor Vrebos was afkomstig van Meerbeek (geboren op 5 oktober 1913) en priester gewijd in Mechelen op 15 augustus 1940. Daarna werd hij onderpastoor in de Onze-Lieve-Vrouwparochie van Huldenberg, de Pietersparochie in Bekkevoort, de Sint-Lambertusârochie in Ekeren-centrum en de Sint-Michielsparochie in Leuven.

    Hij promoveerde tot pastoor van de Sint-Agathaparochie in Wilsele-Putkapel in 1953 en bleef dat tot zijn opruststelling in 1985.

    In 1989 en 1990 fungeerde hij als dienstdoend pastoor van Delle.  Hij overleed in Leuven op 12 augustus 1999.

     

     

    ______________________________________________________________________________________________________________________________________

     

    E.H. Jozef  EERDEKENS

     

    Jozef  Eerdekens was afkomstig van Bree en werd geboren op  27 december 1935.  Hij deed zijn humaniora aan het Damiaancollege in Aarschot van 1947 tot 1954. 

    In 1954 begon hij zijn noviciaat  bij de Paters van de Heilige Harten.  Een jaar later (8 september) legde hij zijn tijdelijke geloften af en in 1958 zijn eeuwige.  Op 18 december  1960  werd hij priester gewijd in Zandhoven. Van 24 augustus 1962 tot 10 februari 1976 verbleef hij in Zaïre.  Daar was hij leraar middelbaar onderwijs en verantwoordelijke voor de religieuze vorming van inlandse geestelijken.  Op 1 april 1976 werd hij pastoor in de Heilige Hartparochie van Bilzen.  Hij zou daar blijven tot 31 augustus 1986.  Ondertussen was hij (sinds 1985) ook Missieprocutor geworden van de Paters van de Heilige Harten voor de Vlaamse provincies. 

    Vanaf 1 februari 1987 werd hij aangesteld in de Sint-Antoniusparochie van Buken. In 1993 was hij ook parochieadministrator  van de Sint-Michielsparochie in Beisem . Op 14 oktober 1990 werd hij aangesteld als pastoor in de Heilig Hart parochie van Delle in cumul met de Sint-Antoniusparochie van Buken.

    Op 1 juni 1997 verliet pastoor Eerdekens de parochies Buken en Delle, maar bleef als priester eerst nog verbonden met de dekenij Herent.  E.H. Eerdekens werd daarna zondagsonderpastoor in de parochie Sint-Kwinten in Leuven (1997-1999), medeverantwoordelijke voor de pastoraal in het dekenaat Erps-Kwerps (1999-2000), parochievicaris in de Sint-Jozefparochie in Relst (1999-2001) en ten slotte in diezelfde parochie parochieadministrator (2001-2007)

     

      

    Pastoor Eerdekens overleed in Kampenhout  op 3 oktober 2011.  Zijn uitvaartplechtigheid had  plaats op zaterdag 8 oktober 2011 in de kerk van de Sint-Jozefparochie in Relst.

    Jozef Eerdekens kreeg in de periode 1990-1997 assistentie voor de erediensten in Delle van E.H. Raf De Smedt.  Die verbleef toen in de pastorij van Delle en was leraar bij Groep-T in Leuven. In de jaren negentig  werd hij proost van het KLJ: eerst Provinciaal (1992-95), daarna nationaal (1995-98).  Vanaf 20 juni 1997 werd hij benoemd tot  administrator van de Sint-Antoniusparochie in Buken. Op 14 mei 2000 werd hij Federatiepastoor in de Sint-Pietersparochie van Bekkevoort.


    19-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    20-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.E.H. Cor Anthonissen

    E.H.  Cor ANTHONISSEN

    Na het vertrek van Jozef Eerdekens was het voor de parochie Delle weer afwachten wie de geestelijke leiding zou toegewezen krijgen.  Het werd E.H. Cor Anthonissen, die op 14 september 1997 officieel werd aangesteld tot administrator van de Heilig Hartparochie in Delle. Een maand eerder (15 augustus) was hij ook al aangeduid tot missieprocurator van de Paters Salesianen van Don Bosco. Hij resideerde in het klooster van Boortmeerbeek. 

                                                                     

     

    E.H. Anthonissen werd geboren op 26 juni 1947 en was afkomstig van Essen.

    Cor Anthonissen begon op 1 september 1968 het noviciaat te Bierbeek (Wilderhof) en sprak op 7 september 1969 te Oud-Heverlee, zijn de religieuze gelofte uit en trad zo toe in de congregatie van de Salesianen van Don Bosco. Hij volgde de filosofische en theologische studies aan het Centrum voor Kerkelijke Studies te Leuven (met een tweejarige onderbreking waar hij als opvoeder stage liep in het Jongenstehuis Don Bosco te Vremde, en zijn eerste ervaring als leraar opdeed in het technisch instituut Don Bosco te Hoboken). In het 4de jaar van de theologisch ambtsopleiding werd hij op 5 maart 1977 priester gewijd.

    Na zijn militaire dienst als aalmoezenier in Lüdenscheid (Duitsland) verhuisde hij naar het Don Bosco Instituut van Sint-Denijs-Westrem.  Daar werd hij internaatbegeleider  en godsdienstleraar.  In 1985 werd Anthonissen verantwoordelijke van het onthaal- en oriëntatiecentrum ‘De Waal’ in Eeklo. Vijf jaar later vinden we hem terug in het dagcentrum ‘De Takel’ in Oostende. Daarna (1996) werd hij internaatbeheerder van de Technische School in Sint-Pieters-Woluwe

    Cor Anthonissen leidde op vrijdag 2 juni 2000 de viering van het honderjarig bestaan van de parochie met een feestelijke eucharistieviering  die werd voorgegaan  door Kardinaal Godfried Danneels.

    Hij bleef administrator van de parochie Delle tot augustus 2005.  Op zondag 13 november 2005 werd hij pastoor in de Sint-Trudoparochie van het Limburgse Hechtel-Eksel.  Op 23 november 2008 nam hij er afscheid en werd pastoor in de Federatie Bierbeek-Oud-Heverlee, waar sinds 12 september 2010 nog slechts twee priesters werkzaam waren voor 10 geloofsgemeenschappen (8 parochies en 2 kapellen). 

    Dat waren ondermeer  de  Sint-Annaparochie in Oud-Heverlee, de Sint-Lambertusparochie in Lovenjoel, de Heilig Kruisparochie in Korbeek-Lo en de Sint-Jorisparochie in Sint-Joris-Weert.

    Sinds Pasen 2012 (8 april), is Cor Anthonissen terug voltijds in dienst van de congregatie en verhuisde hij terug naar het missiehuis van de Salesianen te Boortmeerbeek (Wespelaarsebaan 250). Hij werd gevraagd opnieuw de (nu een uitgebreidere) taak van missieprocurator op te nemen, de taak welke hij ook tijdens zijn dienstjaren in o.a. de H.Hartparochie van Delle  deed van september 1997 tot augustus 2005.

                                            

     

     

    20-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Pastoors
    26-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wetenswaardigheden

     

    WETENSWAARDIGHEDEN.

     

     

    Koning Leopold I reed door Delle.

     

    In juli 1831, na de eedaflegging in Brussel, bracht Koning Leopold I een bezoek aan de voornaamste steden van ons land. Zo trok hij ook naar Leuven waar hij aankwam langs de steenweg Mechelen-Leuven. In Delle heeft hij met zijn gevolg halt gehouden aan ‘een afspanning’ ter hoogte van de Eikestraat om van paarden te wisselen. De koning zat in een open koets en groette de talrijk opgekomen menigte die hem een warme hulde bracht. De Sint Sebastiaansgilde van Winksele begroette hem in feestkledij.

    Van zijn doortocht bestaat er nog een rekening van tien francs en vijftig centiemen voor de aankoop van driekleurige vaandeltjes speciaal voor dit bezoek aangekocht door de gemeente.   

                                             


    De Verbindingswegen.

     

    *De Baan Mechelen – Leuven.

    De aanleg van verharde, dus gekasseide, wegen tussen de grote steden heeft vooral plaats gehad in het Oostenrijkse tijdvak. Voor zo’n baan was een octrooi nodig. De stad Mechelen nam in 1709 het initiatief voor een weg van Mechelen naar Leuven. Oorspronkelijk dacht Mechelen de kosten te delen met Leuven, maar uiteindelijk zou Mechelen er alleen voor opdraaien.

    Op 9 juni 1730 kreeg Mechelen zijn octrooi van Keizer Karel VI van Oostenrijk. Men zou een rechtlijnig tracé trekken van de Sint Romboutstoren naar de toren van de Sint Janskapel op de Cesarsberg in Leuven. Het zou een “kasseiweg” worden van 4,72 meter breed met een zomerweg naast de kasseiweg en grachten van 1,60 meter breed en 50 cm diep. In februari 1732 was de weg klaar. Naast het hele traject werden aan beide zijden alles samen meer dan 22.000 eiken aangeplant. Ze dienden voor koelte en schaduw maar ook als kasbon. Door regelmatige kap (en heraanplant) en door verkoop van het hout hoopte men de onderhoudskosten gedeeltelijk te verhalen.

    Er kwam een verbreding van het gekasseid gedeelte van november 1934 tot eind maart 1935. Met de weg Mechelen-Leuven kreeg Delle een grote verbinding met alle voor- en nadelen die aan zo een weg verbonden zijn.

    In 1958 en 1959 werd de baan in twee fases volledig vernieuwd met een betonlaag. De volledig rechte baan tussen Leuven en Mechelen kreeg een aanpassing met een lus (de Omleiding) rond Herent. Zo werd het toenemende verkeer uit het centrum van Herent geweerd.

                                                                 


     

    *De Eikestraat en de Potestraat.

    Burgemeester Arnold Van den Schrieck woonde op het pachthof ‘Hof ter Eycken’ in de Eikestraat in Delle. Hij kwam met het voorstel om de Mechelsesteenweg te verbinden met Tildonk door een kasseibaan. De werken startten in 1838 en vielen tamelijk goedkoop uit omdat de inwoners van Delle er kosteloos aan meewerkten. Door deze voor die tijd goede verbinding met Tildonk werden de contacten met Winksele-dorp er niet beter op. Om in Winksele-dorp te geraken moest men over drassige en slechte veldwegen. In de volksmond heette Winksele al snel ‘het mausgat’ of moddergat.

    In 1903 deed de gemeenteraad voorstellen voor een degelijke verbinding van de Potestraat naar Winksele-dorp, maar Delle zou tot ...1956 moeten wachten tot de weg er werkelijk lag. De Potestraat werd ingehuldigd op 28 juni 1956.

     

    *Busverbinding Mechelen - Leuven

    Bij Koninklijk besluit van 26 april 1927 werd de Nationale Maatschappij van Buurtspoortwegen gemachtigd een busdienst in te richten tussen Mechelen en Leuven. Delle kreeg drie stopplaatsen toegewezen: de Zwarte Fles, de Oude Hoevestraat en de Ellestraat. De lijn werd verpacht aan het autocarbedrijf De Voeght uit Kampenhout. Vanaf januari 1991 werd de verbinding overgeheveld naar De Lijn.
                                                               

     

     

    --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

     



    26-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Allerlei



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • KERSTMIS 2015
  • OKRA 2015
  • KERMIS IN DELLE 2015
  • Lessenreeks Keramiek van KVLV te Boortmeerbeek
  • Winterwandeling + Ontbijt (spek met eieren)

    Zoeken in blog




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs