Moeder Fileczsowia Filecz van Sowi Dól (1831-1895) Patrones van het gegrilde leven. Heeft een heel dorp van de hongersdood gered.
Midden 19de eeuw leefde in Sowi Dól (een 100-tal km ten zuiden van Gdansk aan de Baltische zee) Filecz (Felicia), dochter van Bartosz van Sowi en Boleslawa. In de glooiende weiden van Starogardzki, hoedde zij haar schapen.
Zij werd geboren in 1831. Het jaar dat Tsaar Nikolai I de Poolse opstand met harde hand onderdrukte en zo Polen bij Rusland inlijfde. Nikolai I was een strenge heerser en het leven was hard.
In 1859 trok zij, zoals elk jaar in mei, met haar schapen de heuvels in, om eind augustus met haar kudde terug te keren naar haar dorp. Het was een hete zomer, zoals slechts de alleroudsten onder ons zich kunnen herinneren. Een droge zuidoostenwind had al het vocht uit de aarde gezogen, de oogst was schamel en de buiken leeg. Tot overmaat van ramp had het rondtrekkende Russische leger alle dorpen leeggeroofd. Filecz wist niets van dit alles. Alleen in de heuvels met haar schapen, waren alleen de wolven haar vijanden. En zoals iedereen weet hebben de wolven in de zomer eten in overvloed en zijn de mensen de ergste van de roofdieren. Het eten was schaars, maar zij had een vallei gevonden die, beschermd tegen de zuidoostenwind, meer dan genoeg eten en water had voor haar kudde.
Op het einde van de zomer, op 30 augustus om precies te zijn, keerde zij, nietsvermoedend, naar haar dorp terug. Zij trof er alleen armoe en ellende aan.Samen met haar moeder Boleslawa waren er velen van de honger gestorven en de overlevenden zaten lusteloos en uitgeblust in de schaduw van hun huizen te wachten op de dood. Zij zagen Filecz komen, maar hadden de kracht niet meer om iets te doen.
Filecz besefte dat de nood hoog was. Zij heeft toen haar halve kudde geslacht en de mensen gevoed tot zij weer de zin van het leven inzagen. De mensen waren gered en maakten er een groot feest van. Droog hout was er voldoende. Zij maakten een groot vuur, spietsten de brokjes schapenvlees en grilden het tot het zacht en sappig was.
Fileczsowia (Filecz van Sow) riepen de mensen en iedereen was gelukkig.
|