Het ras heeft 2 variëteiten: de Parson Russell Terriër en de Jack Russell Terriër. Het verschil vinden we terug uit de oorsprong. Oorsprong
Ze worden al sinds mensenheugenis gebruikt om te jagen. Oorspronkelijk werden ze vooral ingezet om ongedierte te bestrijden, waarbij ze ook ondergronds gingen (het Latijnse woord terra betekent aarde). Hoewel de meeste mensen terriërs associëren met Engeland, stammen de eerste meldingen over deze hondjes uit Frankrijk. In gedichten en verhalen uit de veertiende eeuw wordt gesproken van 'terryers' die jagen op vossen en dassen. Pas in de zestiende eeuw kwamen ze in Engeland terecht. Daar werden ze gefokt voor jacht en ongediertebestrijding. Door de honden te selecteren op hun diverse eigenschappen, ontstonden na verloop van tijd verschillende soorten terriërs.
De Jack Russell is ontstaan uit de foxachtige terriërs en oorspronkelijk gefokt voor het jagen op vossen. Het was dominee (Engels: parson) John Russell, bijgenaamd Jack (1795-1883), die het ras vorm gaf. Hij wou vooral een hond die goed onder de grond kon werken.
In de loop van de geschiedenis ontstonden 3 verschillende types: * De ruw- of draadharige foxterriër * De Parson Russell Terriër * De Jack Russell Terriër
In veel gevallen lopen de bloedlijnen van deze 3 door elkaar, maar toch gingen ze steeds meer van elkaar afwijken.
Uitzicht ( kort omschreven)
* Jack Russell: -Kenmerken: Een goed werkende terriër met het vermogen om onder de grond te werken. Hou dus rekening dat graven in de aard zit.Uitmuntende gezelschapshond. -Voorkomen: Sterk, actief, lenig en hard werkende terriër met geweldig karakter en flexibel lichaam van gemiddelde lengte. Vlugge bewegingen passen bij zijn levendige uitdrukking. -Lichaam: de hond is langer dan dat hij hoog is. Omvang van het lichaam achter de ellebogen behoort ongeveer 40-43 cm te zijn. -Karakter: Levendig, alert, actieve terriër met een intelligente uitdrukking. Moedig en onbevreesd, vriendelijk maar zelfzeker. -Vacht: Mag glad, 'broken' of ruw zijn. Vacht mag niet veranderd worden (door trimmen) om glad of 'broken' te lijken. -Kleur: Wit MOET overheersen. Gemengd met zwart, tan of bruine aftekeningen. -Gewicht en maat: Ideale hoogte: 25cm tot 30cm 5cm zou moeten overeen komen met 1 kg. Dat houdt in dat een hond van 25cm 5 kg zou mogen wegen. Een hond van 30cm zou 6kg mogen wegen.
* Parson Russell: -Voorkomen: Degelijk, actief, lenig, gebouwd voor snelheid en uithoudingsvermogen. -Karakter: Onverschrokken en vriendelijk. Een werkende terriër met aanleg en bouw om onder en tussen de 'hounds' mee te lopen. -Vacht: Stug, gesloten en dicht, ruw of glad. Buik en onderzijde behaard. De huid is soepel en dik. -Kleur: Geheel wit, of met tan, lemon of zwarte aftekeningen. Bij voorkeur beperkt tot het hoofd of staartaanzet. -Gewicht en maat: Ideale schofthoogte voor een reu is 36cm. Voor teven is dat 33cm. Ook hier wordt de regel toegepast om 5cm overeen te laten komen met 1kg. Honden van 35cm mogen dus 7kg wegen.