1.
Pieter BOUSSEMAERE[1]had het gisteren op de radio over: de toekomst is elektriciteit. Vraag is: waar haal je dat eindproduct? Wind, zee, allerlei dynamieken die energie realiseren zonder vervuilende uitstoten. Op een ander moment zei diezelfde Pieter BOUSSEMAEREdat de dramatiek van het milieu helaas géén dynamiek is om de bevolking tot reacties aan te zetten: hoe erger, hoe ongelooflijker, hoe minder acties. Dat is de rode draad doorheen de geschiedenis: we zien nooit de ernst totdat het te laat is. Terwijl beroemde filosofen oreren dat het resultaat van een actie van begin af aan in een breekpunt herkenbaar is. Omdat het nu eventjes in mijn kortbij interesse ligt: WO2 startte met een stilstand aan de zee, dan een muur langs het strand en tenslotte een onzichtbare muur van duikboten tussen Engeland en Noord-Amerika. Iedere muur was een bewijs van onmacht. De vraag is dus: wat hebben we ondertussen meegemaakt, waarvan het resultaat op lange termijn ons ontgaat en waarvan we nadien zullen zeggen: eigenlijk wisten we het? Straks in Raversyde een dagje luisteren naar WALLS & PEACE, We sturen nadien onze kattenbelletjes.
2.
De vraag zal dan ook wel zijn: Zijn we erop vooruitgegaan? Neen, lees ik bij Bruno LATOUR[2]: alles is het gestaag vervolg van het vorige, zonder noemenswaardige sprongen. Het is onze reactie erop die als een sprongetje aanvoelt. Daarom moeten we elk onderdeel van elke ervaring aandachtig bestuderen, zonder de voor-oordelen van de tijd in haar actuele en historische vorm. Simpel: iets is enkel wat het is zoals door ons geobserveerd. En dan moeten we die observaties onthouden, tot een parate kennis formateren want, en dan zou het Socrates zijn die via Plato spreekt: Geschreven woorden schenken uw volgelingen geen waarheid maar slechts de schijn van waarheid.[3]Het komt allemaal op hetzelfde neer: observeren en daarna reflecteren. Vanaf een blad lees je interpretaties. De weer-schijn van een intentie waarop een nieuwe gebouwd wordt. Altijd maar her-denken. Logisch dat zoveel citoyens van alle leeftijd, stand en gender de gangen van kloosters platlopen op zoek naar bezinningsruimte.
3.
Men noemt mij een agnost: ik begrijp alleen wat door of via de natuur voor mij verstaanbaar is. Wat ik niet versta, kan dus voor mij in wezen niet bestaan. Ik aanvaard wel dat de andere bijvoorbeeld een christelijke denkmechaniek heeft, maar ik zal dat nooit gebruiken als methode om een argument te hebben. Ik kan aanvaarden en via de uitleg van de andere in die ander begrijpen dat bezinning in een klooster goed kan doen, inclusief de mogelijkheid, of de beleefde vraag, om deel te nemen aan een bezinningsmoment met christelijke rituelen.
Rituelen bakenen af. Waar zie ik dat? In de abdijkerk van Zevenkerke[4]waar ik graag wat bezin voor of nà een koffie-met in de Bistro. Byzantijnse stilte waar ik een individueel gebedsmoment observeer en merk dat er verscheidene intensiteiten zijn bij de diverse handelingen. Automatisme naast geconcentreerd. Zeer aandachtig en in elke beweging zeer bewust bij cruciale momenten van bijvoorbeeld water en brood. Snel, noem het efficiënt doorwerken tussen de diverse hoogtepunten. De timing. De tijd. Daarnaast worden de plekken van bewieroking, bidden, meditatie door die activiteit afgebakend. De plek, de plaats. Of het juiste moment. De tijd. Overal plaats en tijd. En bovenop de prangende spreuk die mens daaronder wegschuift: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. (niet mijn hoofdletters). In de begijnhofkerk[5]van Brugge noemt men dat: De blijde boodschap die eeuwen lang verkondigd wordt. Allemaal geschreven, allemaal schijn. Maar met een doel. (wordt waarschijnlijk vervolgd)
|