Day 8 ; McKenzie Club to Jolivet 96km / 1800htms
Alleen maar
lachende gezichten om 7.00 uur aan de start die weer gegeven wordt in groepen
met tussentijden van 5 minuten. Ik , Marc, De Vincents, en den Distse deggereir
en zijn teammaat starten allemaal met de glimlach in groep B. Dat Happy feeling
gevoel is te wijten aan het vooruitzicht van de eerste 40 km, alleen
bergaf
.wat daarna komt, daar weigert ons brein aan te denken. De start wordt
gegeven en de eerste 7 km gebeuren in licht dalende lijn, en dan 20km bergaf
voor mountainbikers. De zoveelste singletrack speciaal aangelegd voor
mountainbikers, de onvergetelijke , wondermooie Umko-Drop. Je kan deze
schoonheid niet vertalen, niet
beschrijven. Het is slingeren, draaien, keren, technisch, speedy-stukken, soms
tricky, van een tafelberg langs de klif naar beneden, naar de Umko-vallei.
Ondertussen komt de zon op, verdampen haar warme stralen de vochtigheid in de
vallei, het is van een ongeziene schoonheid. Ik krijg nu nog kiekenvel als ik
eraan denk, en besef toch weer eens wat een ongelooflijke gelukzakken wij zijn
om daar voor ons plezier met ons fietske te kunnen rijden.
Door welke
mug de Marc die morgen gebeten is weet ik niet, maar de vele tassen koffie die
hij s morgens binnenkapt maken hem zeker niet kalmer. Als een dolle hond stort
hij zich naar beneden en schuwt geen risicos. Ik roep hem enkele keren toe om
toch niet als een dwaas andere bikers te passeren, maar hij blijft er doof voor. En plots in een scherpe haarpin is
hij verdwenen, onderuit gegaan. Als ik de bocht neem krabbelt hij terug recht,
gelukkig is hij langs de klifkant gevallen en niet langs de valleikant. Enfin,
hij was nadien plots wel iets rustiger. De kilometers vliegen erdoor en voor je
het weet zijn de 20 km onder de wielen gegaan. Beneden fiets je nog enkele kms
door de wonderschone Umko-vallei , langs de mistige rivier.
Het gaat
zeer snel en ik heb echt kracht op overschot. Mijn tempo ligt zo hoog dat ik
van iedereen wegrij en de ene na de andere rijder inhaal en ook achterlaat. Als
de mist is weggebrand komen we aan de eerste bevoorrading, waar een minuutje
later ook de Marc met een smile tot achter zijn oren stopt. Iedereen heeft het
over de fantastische Umko-drop. Maar het lachen zal na het bijtanken wel
vergaan, ook voor ondergetekende.
We moeten
verder en het gaat na de bevoorradingspost onmiddellijk fors bergop en dat zal
het ook de volgende 25km blijven doen. De eerste kms is het op een breed goed
bereidbaar pad, maar dan gaat het rechtsaf. Het volgende uur is een steile klim
, een singletrack met soms zeer technische stukken. En na enkele honderden
meters , pats, het is ni waar hè, nu toch
niet
de Parkinson-blokkage. Mijn off-periode op het meest slechte
moment. Ik kan niet meer peddelen en balanceer tegen 3 a 4 km/uur de berg op.
Ik kan elk moment omvallen, maar ik weet dat dat niet gebeurt. Ik word langs
alle kanten voorbijgereden (alhoewel voorbijgekropen een betere omschrijving is)
door snellere bikers die wel op een klein verzet omwentelingen kunnen maken.
Hun snelheid zal tussen de 8 a 10 km/uur liggen.
Na een
kwartier kruipen besluit ik toch te stoppen en een koekje te eten, wat te
zitten wachten, tot deze off-periode voorbij is, want zo verder doen heeft echt
geen zin. De klim is nog zeer lang.
Er komen
steeds meer rijders aan en mijn picknick inspireert sommige om dat ook te doen.
Na 10 minuten zittijd (dat duurt lang) kruip ik terug mijn tuig op. Ik voel
direct dat het nog niet voorbij is, mijn hartslag blijft zeer laag (max 120).
Ik sukkel maar verder en op de technische stukken moet ik bij gebrek aan
snelheid soms te voet verder. Ook kan ik zo aan de kant voor de tientallen die
mij voorbijrijden. Hoe hoger ik fiets of wandel, hoe langer het duurt voor er
weer bikers mij voorbijrijden. Soms ben ik minutenlang alleen. En als ik weer
eens afstap op een technisch stuk komt er plots een blonde dame uit de bosjes
gehuppeld (neen, ik lijd niet aan zinsverbijstering en neem geen drugs). Ze
heeft ook een mtbike bij, draagt een fietsbroekske en heeft een JoBerg2c nummer
aan haar stuur hangen.
Ze vraagt of
ik even kan helpen met haar kledij. Haar truitje is volledig opengeritst.
Natuurlijk wil ik dat, ik ben geen gentleWIJF hè, wat moet ik doen? Wel zegt
ze, je moet je hand tussen mijn benen steken en zo mijn broekzeem tegen mijn
aandrukken. Ik weet niet wat ik hoor, denk dat mijn Engels tekort schiet om dit
te verstaan en vraag nog eens wat ik moet doen. Weer zegt ze hetzelfde en doet
ze voor waar ik mijn hand moet leggen.
Ze heeft een zitvlakprobleem (in het coureursjargon, een joekel van een puist
oep haar gat) , en ze komt een hand te kort om een soort van desinfecterende
sticker op de juiste plaats aan te brengen.
Ik vertel haar dat ik vanwege Parkinson toch wel wat handshake,
. Ze
lacht en zegt ; ik ben wel wel meer
gewend. En ik doe mijn goede daad die dag. Het ene manwijf is de andere
bosnimf niet hè. Je kan wat tegenkomen zomaar ergens in de broesse.
Na het
spelletje broekske wrijven (dat veel te snel voorbij was) moeten ik en zij
weer verder, de steile col op. Uiteindelijk kom ik boven, en kan ik onmogelijk
inschatten hoeveel tijd ik verloren heb. Veel, zeer veel, das een zekerheid.
Maar eens ik terug enkele honderden meters heb gefietst is plots de power terug.
Het is onbegrijpelijk en ongelooflijk, maar ik voel het niet aankomen dat ik in
mijn off-periode val, ik voel het ook niet aankomen dat mijn on-periode terug ingaat. Het is ineens
weg, en het is ineens terug. En voor de zoveelste keer begin ik weer te poweren
en in te halen. Er blijven nog zon 30 km te rijden met nog aardig wat klimwerk
en een sterke tegenwind. En daardoor haal ik nog echt veel rijders in, maar ik
heb geen enkel idee in welke positie ik rij.
Bij de
finish ben ik zeer verbaasd dat ik als 147e binnenrij, slechts 18
minuten na Marc, die wel lek gereden is, maar toch moet ik sterk gereden hebben
die laatste 30 km. Het is ook te merken dat we 8 dagen aan het fietsen zijn,
velen zitten op hun tandvlees. Ik daarentegen voel me kiplekker.
Deze finish
is eigenlijk het fictieve eindpunt. Hier wordt het eindklassement van de
JoBerg2c opgemaakt. Morgen, de laatste
etappe, is een paraderit, de Champagne Stage zoals de organisatie het noemt, is
er om te genieten. Er worden morgen geen tijdsopnames meer geregistreerd. Dat
betekent dat ik 120e geëindigd ben in het totaal klassement,12e
bij de Masters of de ouwe venten categorie,
ondanks alle Parkinson-ellende. Regelmatige
Marc eindigt 110e en 11e
bij de Masters. Het is wel indrukwekkend want van de 800 gestarte deelnemers
worden er slechts 393 of de helft geklasseerd. De andere helft heeft om een of
andere reden opgegeven, niet alle ritten gereden, is buiten tijd aangekomen etc.
Hetzelfde fenomeen in de Master-categorie, 97 deelnemers aan de start en
slechts 47 geklasseerd.
De rest van
de dag en de avond verloopt natuurlijk in een geweldige sfeer, omwille van het
broekske wrijf verhaal en alles wat daarvan gemaakt wordt, maar ook omdat
het morgen een paraderit is. Toch waarschuw ik de Belgen dat er morgen toch ook
behoorlijk venijnige beklimmingen inzitten, het is geen met 2 vingers in de
neus etappe. sAvonds tijdens de show en de briefing wordt er gezegd dat de
start morgen naar keuze is tussen 07.00 en 08.00 uur. Dit wordt met gejuich
onthaald. De plezante avond duurt een dik uur langer dan de voorbije en rond
21.30 begint de eetzaal leeg te lopen. Op de Crazy Belgian Table blijven
behoorlijk wat lege flessen wijn achter.
Day 9 ;
Jolivet to Scottburgh 83km / 970 htm
Voor de
laatste keer dit jaar in de JoBerg2c begint stipt om 05.30 uur de haan te
kraaien. Het beest is nog altijd snipverkouden, kort daarna beantwoordt een
fiere haan het eerste schorre gekraai,
waarop de honden ook weer wakker worden en beginnen blaffen en bassen,
in verschillende toonaarden, kortbij en veraf,
de mannen van AC/DC zijn er
ook nog steeds met hun snerpende gitaren en Thunderstruck!!!
Gisterenavond
hebben de Belgen afgesproken om met zijn allen de laatste rit in groep te
rijden, ook de Waal die opgegeven heeft rijdt mee, en we zouden vertrekken om
07.45 uur. Om halfacht rijden Marc en ik naar de start waar ze al allemaal
klaarstaan, en op enkele bikers na is het hele peleton al vertrokken voor 07.10
uur. Het is niet te geloven, dus de Belgengroep vertrekt dan ook na
beeldopnames voor de tv-uitzending die dag. Ik voel weer dat het een
Parkinson-moeilijk begin voor me zal zijn, en zeg tegen de rest dat ze maar
verder rijden zonder naar mij te kijken, ik haal hen wel terug in. Gelukkig
duurt mijn ellende niet al te lang en na een dikke 20 km zit ik terug bij de
Belgengroep die er een gezapig tempo op nahouden. Zoals eerder gezegd zitten er
drie nijdige klimmen in, en even nadat ik terug aangesloten ben is er de Out
of Africa-klim. Bovengekomen is het lang wachten eer de laatste Belg, de
herstarte Waal samen met Nic, terug aansluiten. Halverwege de etappe die door
onnoemelijk veel suikerrietvelden gaat, vooral in lichtjes dalende lijn is,
komt de zoveelste steile moeilijke en technische helling van deze
JoBerg-editie. Deze keer door een weide, en daardoor zie je een sliert van
wandelende bikers naar de top klimmen. Tijdens onze beklimming moeten de betere
Belgen, waar ik mezelf ook toereken, slalommen en balanceren tussen de rotsen
en de wandelaars naar boven toe. En ook hier ga ik voor de vijfde keer dan
tegen de vlakte door een domme beweging van een wandelende biker. Maar ach, een
schaafplek meer kan de pret niet derven. Bovengekomen wachten we op de andere
Belgen. Maar het duurt erg lang en we besluiten dan maar om verder te rijden
tot de bevoorrading en daar elkaar op te wachten.
Na de
bevoorrading valt onze groep weer uit elkaar, alle Vlamingen zijn samen op Nic
na (ook teveel buikvet) , onze Waalse vrienden Les Vincents zijn er ook bij. De
andere Walen zitten in groep 2. Wat verder rijdt er één van de twee Vincents
lek en besluiten ze dat ze op de andere Walen gaan wachten. Federalistisch
Belgie rijdt ook in Zuid-Afrika mee.
We krijgen
nog een extra tv-opname van de Crazy Belgians, alhoewel Wallonie niet meer
vertegenwoordigd is in onze groep, maar dat zeggen we niet. En ineens is het zo
ver, de finish is in zicht, enkel nog de 300 meter lange op het water zwevende
brug over de zee-arm over, en we zijn er. Maar er is geen water, daarvoor zijn
we te laat binnen. Al het zeewater is weg vanwege het getij. Voor de tweede
keer op rij kan ik niet over het zeewater rijden, nu omdat het eb is, vorig jaar omdat de brug gesloten was
vanwege teveel wind. Dus moet ik volgend jaar terugkomen.
Marc en ik
rijden al hand-shakend over de aankomstlijn en krijgen net als iedereen een fles
champagne. Na de proficiats onder elkaar en tegen vele andere deelnemers die we
tijdens dit avontuur leren kennen hebben, worden de flessen ontkurkt. Het
smaakt afschuwelijk, maar daar maakt niemand een punt van. Het was wreed
plezant!!!!
Na een
tijdje rijden we verder en zoeken onze gids Ryan op die staat te wachten met
onze fietskoffers en bagage. Rond 14.00 uur is alles ingepakt en vertrekken we
naar ons hotel in Durban met de bus. We kijken nog eens achterom en ik denk, wees
maar zeker dat wanneer mijn lijf en gezondheid het enigszins toelaten ik in 2018 terugkom, voor de derde keer in
drie jaar tijd.
Ik weet niet
of dat gaat lukken. Ik heb me daar ook voorgenomen om vanaf heden zulke
evenementen eerder op een rustige toeristische manier te beleven, ipv te
koersen. Ik weet niet of ik daartoe in staat ben, maar ik ga het proberen. En
dat zal nog dit jaar zijn, ook in Zuid-Afrika, in oktober tijdens de 7-daagse
Cape Pioneer Trek.
Wij zullen
zien!
Alle info
; http://joberg2c.co.za/
En ga zeker
via deze homepagina naar de knop
media, en klik op Youtube videos and images. Neem iets om te drinken en te
knabbelen, en geniet van de bijzonder mooie films/ fotos van de dag, die wij
elke dag tijdens het avonddiner mochten bekijken op groot scherm in de enorme
eettenten, voor de tv-uitzending.
|