Crocodile Trophy 2014 (en andere mtbike-uitdagingen)
De beslissing, de zware en lastige voorbereiding, de uitdaging om als 49 jarige Parkinson-patient de extreem zware mountainbike wedstrijd Crocodile Trophy in Australie en andere meerdaagse mtb-wedstrijden in het buitenland te rijden.
03-11-2016
The Sequel....Twee jaar later, november 2016
I
DID IT!!!! YES,YES,YES!!!
Ik heb hem gereden, helemaal uitgereden, van de eerste tot
de laatste meter, de Crocodile Trophy 2016, ik heb hem gereden, ik heb
hem gereden. Ik heb ook gewandeld en gekropen, letterlijk, over onbereidbare
steile hellingen ., ik heb hem meer dan eens verwenst en vervloekt, ik heb
gezucht, geblazen ,gevloekt, getwijfeld, ik heb liters zweet verloren, ben diep
geweest, zeer diep, met momenten meer dan ik in mijn lijf had, uitgeput Soms stonden de tranen in mijn ogen van
ellende en uitputting, mezelf afvragend waarom ben ik hier aan begonnen. Ik heb
willen opgeven, niet meer afzien. Op andere momenten stonden de tranen in mijn
ogen van geluk, van contentement, opperste verrukking, was ik zeer blij dat ik
hier toch nog aan begonnen ben. Zoveel emoties, zoveel gevoelens ik kan
het niet omschrijven.Overweldigend.
Terug naar september 2014. Na twee operaties ben ik 3 maand
later voorzichtig beginnen fietsen, zegge en schrijven begin december. Omdat ik
moeilijk stilzitten kan ben ik tijdens mijn herstelperiode wat plannetjes gaan
tekenen om onze badkamer wat op te frissen, om uiteindelijk uit te komen tot
een grondige opfrisbeurt/halve verbouwing van onze woning, dit tot ergernis van
mijn eega Geja .. die nadien wel tevreden was.
Om die reden heb ik tijdens het voorjaar 2015 minder
gefietst, heb hier en daar een toertocht in het weekend meegepikt,maar ben vooral met verbouwingen aan onze
woning bezig geweest. De Crocodile Trophy zat ergens diep in mijn achterhoofd
verborgen.
Na de renovatie en de jaarlijkse motorvakantie in de
zomer van 2016, heb ik terug wat meer tijd gemaakt voor de mountainbike. Het
krokodillebeestje kroop stillekesaan terug naar voor in t koppeke. En tijdens
de prachtige, droge herfst van 2015 zat
de Crocodile Trophy terug helemaal daar waar hij met een smak verdween in
september 2014.
In de voorbije twee jaar ismijn dosis dopamine-inname noodzakelijkerwijs verhoogt, en kan ik geen 4
uur meer zonder, dat ontdek ik op de volgende manier;
In het najaar en de winter van 2015/2016 stel ik vast dat Mr Parkinson,
samen met de Crocodile Trophy, ook meer op het voorplan komt. Zowel
tijdens de dagelijkse beslommeringen, maar tot vervelens toe ook tijdens het
fietsen. Ik heb hem dan maar dik tegen mijn goesting opgenomen in mijn
tweemansploeg, hem ineens benoemd tot kopman voor het leven. Hij profiteert
alleen maar van me, haalt nooit drinken of eten, zet mij nooit even uit de
wind. Integendeel, plots duikt hij op, hangt aan mijn zadel, erger nog, hij
kruipt gewoon als ballast in de zakken van mijn fietstrui of kruipt gewoon opmijn rug.
Vandaag de dag ,november 2016, is het zover gekomen dat
kopman Parkinson tijdens elke rit één tot twee uur al mijn aandacht opeist. Dat
uit zich tot het in kramp trekken van mijn tenen aan mijn rechtervoet. Of het
ongecontroleerd wiebelen van mijn linkervoet, die dan soms uit mijn
klikpedaal springt. Op die momenten, vooral wanneer mijn rechtertenen in
klauwvorm komen te staan, zit er niks anders op dan te stoppen met pedaleren,
af te stappen en te wandelen, zodat mijn klauwtenen terug ontspannen. Soms gaat
het voorbij na één keer 100 meter wandelen, veeleer moet ik dit enkele keren
herhalen en kan het soms een half uur duren eer mijn klauwtenen terug
ontspannen zijn.
Maar de wiebelende linkervoet, en de klauwende rechtervoet is
nog het minst erge. Tijdens wat langere ritten, toertjes van 3 of meer uren
krijg ik van de ene seconde op de andere periodes van blokkage. Om te fietsen
breng je de kracht via je benen over naar de pedalen, dat doe je spontaan.
Tijdens die blokkage-periodes doe ik alle moeite om dat te doen, maar dat lukt niet. Mijn kracht kruipt in mijn armen. Ik doe niks
anders dan gewoon mijn armspieren opspannen tot deze 1000 kilo en meer wegen.
Er komt niks van power meer op mijn pedalen.
Op het vlakke, bergop, zelfs bergaf krijg ik amper de benen
rond, mijn hartslag gaat tijdens deze periode ook nooit meer boven de 115/120
slagen/minuut, soms blijft hij onder de 100 . Doe ik toch alle moeite om mijn
hartslag en omwentelingsaantal terug hoger te krijgen, door bijvoorbeeld een
spurtje te trekken, en kom ik zo tot aan een geweldige hartslag van 130, dan
betaal ik dat cash. Er rest mij niks anders dan op mijn zadel neer te ploffen
als een bloemzak. Mijn hartslag valt onmiddellijk terug tot maximum 115.
Het rare eraan is ook dat ik tijdens die blokkage-periode
ook de meest steile hellingen aankan, maar aan een extreem laag aantal
omwentelingen, zodoende fiets ik dan amper 3 a 4km/uur. Op het vlakke kom ik
niet harder dan 16 a 18 km/uur. Ook tijdens deze periode van blokkeringmoet ik amper ademhalen, ik ben of voel me
ook niet moe. Ik fiets gewoon rond met de hartslag van een mummie, draai een
maximaal omwentelingsaantal van een 150-jarige.
Ondertussen heb ik dat allemaal moeten aanvaarden, weet ik
dat ik niks anders kan doen om te wachten tot wanneer de voetproblemen en blokkeringsperiode
voorbij is. Dat gebeurt ook van de ene op de andere seconde, net zoals het
opkomt. Ik voel dit niet aankomen, en voel ook niks meer nadat dit voorbij is.
Tot op heden weet ik alleen dat het voorbijgaat. Soms snel na een tiental
minuten, maar evengoed kan het anderhalf tot twee uur duren, zoals ik dezer
dagen mocht meemaken in de tweede helft van de Crocodile Trophy. Vermoeidheid en overmatig zweten tijdens het fietsen is zeker een bepalende
factor.
Mijn neurologe heeft voor al deze dingen geen verklaring, bij
gebrek aan naslagwerk of onderzoek van andere Parkinson-patiënten die zoals zei het zegt, extreem sporten.
Ze zegt dat ik een boek of een naslagwerk moet schrijven. Om
dan te overhandigen aan haar? Zodat ze weer 55 euro kan aanrekenen voor een
bezoek? Téitekereire, ik fiets liever
Terug naar het najaar 2015;
In oktober 2015 koop ik een nieuwe mountainbike, een full
suspension (voor-en achteraan geveerd) Specialized Epic Expert Carbon 2016. En
ook nieuwe schoenen.
Ongelukkigerwijs start ik op advies van de neurologe in
dezelfde periode met andere medicijnen om Prolopa-bijwerkingen tegen te gaan. Ik start met de inname van Stalevo die
de Prolopa moet vervangen. Het opduiken van de problemen die ik ervaar wijt ik en mijn dokters
helemaal aan de nieuwe fiets en de nieuwe schoenen.
Na vele bezoeken bij dokters, neurologen die me verschillende
test laten doen, die me van kop tot teen onderzoeken, bezoeken aan podologen die
verschillende soorten en types steunzolen voorme maken, komen vooral de klauwtenen frequenter voor. Ook wanneer ik
helemaal niet fiets, bij dagelijkse handelingen. Het duurt ook veel langer eer mijn rechtervoet terug
ontspannen is. Hetzelfde geldt voor de blokkeringsperiode.
Begin februari heb ik al een drietal weken helemaal niet
gefietst en ben ik moe, zeg maar uitgeput. Op een donderdagmorgen kom ik helemaal tot
stilstand. Ik kan mijn broeksriem niet meer sluiten, en neen, ik ben niet
dikker geworden.
Ik zet mij neer, neem pen en papier, en begin op te schrijven
wat er de voorbije maanden veranderd is, hoe het in godsnaam mogelijk is dat ik
op goed drie maand 120 jaar geworden ben. Ik kom tot het besluit dat het niks
te maken heeft met nieuwe fiets of schoenen, nog minder met al of niet speciale
steunzolen. Het is de nieuwe medicatie.
Ik doe alsof de laatste drie maand er niet zijn geweest en
besluit op eigen houtje om terug een dosis oude stopgezette pillen in te nemen. Alle zes uur
een half tabletje Prolopa250. Een kwartier later krijg ik een ongelooflijke
boost. Het kan mij helemaal niet schelen wanneer één of
andere specialist toen en nu zegt dat dit niet kan, en ik wil ook niemand ertoe
aanzetten om zelf te gaan experimenteren, maar dit is wat er gebeurde die
donderdagvoormiddag.
Een half uur na inname van mijn pillen trek ik mijn nief
schoenen, kruip ik niet meer, maar spring terug opmijn nieve velo en doe een toerreke. Ik voel me herboren, kan mezelf
terug afdrogen na het douchen en een broeksband sluiten is geen enkel probleem
meer.
Het weekend daarop maak ik twee keer een mountainbiketoer van
meer dan vier uur met aardig wat hoogtemeters. Twee keer stel ik vast dat mijn
klauwtenen opduiken vier uur later nadat ik mijn pillen heb geslikt.
Mijn simpeleredenering luidt als volgt; mijn dopamine is
mijn brandstof , mijn lichaam is de benzinetank, de naftbak Mijn armen en
benen zijn de motor. En als je niet op tijd en stond naft in de naftbak kapt
stopt de moteur met rijden.
En dat is wat er is voorgevallen tijdens de herfst/winter
2015-16. Elke 6 uur een half dopaminetabletje is niet meer voldoende om dit
lijf te laten functioneren, laat staan fietsen zoals voorheen.
Omdat ik elke dag, ondanks de waarschuwingen van lijf en leden,
de klauwtenen en blokkage-problemen, de laatste restjes dopamine uit de
reservetank heb genomen ben ik langzamerhand trager en
trager gaan functioneren, om uiteindelijk helemaal stil te vallen op
"broeksband-donderdag" in februari.
Vanaf dat weekend neem ik s morgens (weer op eigen initiatief) om 6 uur ¾ tablet
Prolopa250 en vul elke 4 uur aan met een ½ tablet. En kijk, het wonder is
geschied, ik val niet meer stil en mijn klauwtenen zijn weg. Ik ben ook haast
zeker dat de nieuwe pillen Stalevo ipv Prolopa ook wel zullen werken, alleen
geldt voor de nieuwe pillen ook het naftbak-principe, en moet de dosis hoger
zijn, of de toevloed frequenter. Maar omdat ik ondertussen weer met nieuwe moed
aan de weg naar de Crocodile-Trophy begonnen ben, ga ik het overschakelen van
Prolopa naar Stalevo, pas na de Croq doen (gisteren 2 november begonnen). Dat
mijn neurologe zegt wat ze wilt, ik ben het die moet slikken.
Drie weken later heb ik een afspraakmet mijn neurologe. Opgewekt en blij vertel
ik haar mijn verhaal zoals hier beschreven, zij luistert en noteert aandachtig.
Na mijn verhaal zegt ze; Allee, das goed, ik ben blij voor u, doe zo voort,
het is 55 euro.
Drie weken na broeksband-donderdag haal ik al terug een behoorlijk
fietsniveau en schrijf mij in voor een ander meerdaagse mountainbike-race, in
Zuid-Afrika. De JoBerg2c (lees van Johannesburg to Coast), een negendaagse
race in lijn. Van Johannesburg tot Durban. 900 km, 14000 hoogtemeters, dwars
door de wondermooie schoonheid van Zuid-Afrika, door Zoeloe-land, eindigend op
de beach van Scottburgh, waar je eerst een door de golven bewegende 300 m lange
brug vlak voor de finish moet overrijden. Ga, kijk en geniet;www.JoBerg2c.co.za en
schrijf u in.
De overtreffende trap van fantastische beleving is niet
genoeg voor dit heerlijk evenement. Elke deelnemer is daar een kampioen en
wordt van de eerste tot de laatste minuut in de watten gelegd. Het enige wat je
moet doen is fietsen, eten en naar het toilet gaan. Verder wordt je daar
behandeld als koningen. Je bagage wordtgedragen, je fiets wordt elke dag gepoetst en gesmeerd, bevoorradingen
onderweg zijn buffetten die heerlijker zijn dan Romeinse schranspartijen ten
tijde van Julius Cesar, om van de avonddiners nog maar te zwijgen. Dagelijkse
filmreportages die niet moeten onderdoen voor de uitzendingen van de Tour de
France, met filmploegen in helicopters, in de koers en broadcasting op de
Zuid-Afrikaanse tv. Om duimen en vingers af te likken.Een unieke ervaring waar je natuurlijk wel voor moet getraind
hebben, maar een absolute to do marathon voor de geoefende amateur-mountainbiker.
Ik vond het alvast zo prachtig dat zolang mijn lijfhet toelaat ik elk jaar terugga, alvast in
2017.
In het begin van de zomer merk ik terug dat mijn naftbakske
dopamine alweer rapper leeg is, en slik ik noodgedwongen elke 3 ½ uur een ¾
tablet Prolopa250, zeker bij het fietsen. Desondanks komen de klauwtenen en
blokkagemomenten meer en meer voor. Ik begin er rekening mee te houden dat het
haast elke lange training of rit (meer dan 4 uur) wel het ene of het andere
opduikt.
Na mijn terugkeer uit Zuid-Afrika had was de goesting naar
meer van dit events groot. Ik zocht en vond een ander avontuur. Een zesdaagse
race in Mongolie eind augustus 2016, The Mongolia Bike Challenge.
Het enorme lege landschap is overweldigend mooi. Mooie maar
ook zware ritten vanwege de hoogtemeters, maar vooral vanwege de wind. Er is
altijd en overal wind die blijkbaar altijd tegen staat. Heb je het geluk dat hij
voluit op de rug blaast ga je natuurlijk wel vooruit, maar net vanwege deze
snelheid is het dan ook vaak snel afgelopen, en ishet terug stoempen geblazen. Van een
technisch parcours moet je zeker niet spreken, remmen heb je haast niet nodig,
een geveerde fiets is ook geen must, singletracks zijn er totaal niet, maar nog
eens, het is een overweldigend landschap.
De sfeer onder de deelnemers was super. Ik heb me geamuseerd , tijdens de ritten, en zeker ook nadien.
Het eten was ook best in orde, maar daarmee zijn alle goede punten van de
organisatoren vermeld.
Qua organisatie is het een zootje, een dikke nul
en zwaar gebuisd. Alles wat er wordt beloofd op hun website is er niet. Amper
gelegenheid tot douchen na de race, laat staan wat water om demountainbike wat op te poetsen. Als er al
water is , is het alleen koud water of een groene rivier. Ondanks de vele uren
zon komt de temperatuur overdag amper boven de 15 graden vanwege de hoogte en
de wind. De overjaarse gps routes zijn al jaren niet ge-update, er is weinig of
geen correcte bepijling. Deze twee factoren zorgen voor veel ellende bij de
deelnemers en leidt tot nachtelijke zoektochten naar deelnemers. Zelf ben ik enkele
uren aangehouden omdat ik onwetend op militair gebied aan het fietsen was.
Slapen in tenten waar meer gaten dan zeildoek aanwezig was, en dit terwijl de
organisatoren elke nacht in een hotel verblijven. Bevoorradingsposten hebben
water en chips, met wat geluk is er ook nog cola en thats it. Transport van de
mtbikes gebeurt op open bouwtrucks, waar voor enkele honderduizenden euros aan
fietsen op staat, zonder enige bescherming tussen de fietsen. Deze worden tegen
elkaar getrokken door koorden alsof het oud ijzer is, en zo kan ik nog wel
doorgaan.
Mijn persoonlijk advies (maar ik ben er natuurlijk wel
geweest); Wegblijven!De vertrekplaats
Ulaanbataar, tevens hoofdstad, is een echte hel voor fietsers, fietsen is
levensgevaarlijk. Maar een avontuur is het zeker wel.
En dan nu het hoofdstuk waar ik deze blog voor heb gemaakt.
De Crocodile Trophy (niet 2014) maar
de 22ste editie in 2016. Jaren van gedroomd en nu werkelijkheid.
Na mijn hoofdstuk Mongolie merk ik dat de conditie niet
opperbest meer is. Ik heb in september de kaap van 10.000 kms op mijn mtbike
overschreden, en weer krijg ik sneller, klauwtenen, wiebelvoeten of blokkage.
De duurtijd om erover te komen duurt vaak ook langer. Maar ik weiger nu pertinent
om nog meer dopamine te slikken, of de inname tijd nog te verkorten.
Gesteund en aangemoedigd doorop de eerste plaats mijn eega
Geja, mijn drie beste jeugdmaten den Toinkes, den Biste, en de Fluppe,
alsook hun respectievelijke wederhelften, vertrek ik op 17 oktober met een
klein hartje en dikke peurre met mijne kopman Parkinson richting Cairns.
Mijn doelstellingen zijn in twee jaar wel veranderd, in
eerste plaats vanwege mijn aandoening, in tweede plaats vanwege mijn val. Ik wil
uitrijden, overleven, aankomen en heb op 51-jarige leeftijd niet meer de
gedachte, wat een ander kan, kan ik ook.
Aan de ellenlange vlucht lijkt geen einde te komen. Uiteindelijk
land ik toch op het kleine vliegveld in Cairns, waar de shuttle mij staat op te
wachten om mij naar het luxueuze Paradise Palm Resort te brengen. Daar
aangekomen ontmoet ik alvast andere enthousiaste deelnemers die net als ik den
bibber hebben. Neen, niet van Parkinson, maar van de uitdaging. Op
vrijdagnamiddag worden alle deelnemers per shuttle overgebracht naar de
briefingplaats in een mooi park in het centrum van Cairns. Daar krijgen we ons
rugnummer en info. Onmiddellijk valt op dat de Crocodile
Trophy organisatie toch ook wel een beetje leuke chaos kent, en een beetje wanorde
troef is. Dit zal tijdens de race ook blijken. Tijdens deze briefing leer ik de
andere deelnemers kennen, Belgen, Neder-en andere buitenlanders die ik regelmatig
lees in uitslagen. Ik ontmoet ook enkele Australische kerels die ik heb leren kennen
in Mongolie. Het is een blij weerzien in dat kleine wereldje.
Na drie dagen losfietsen gaat op zaterdag 22oktober de eerste
etappe van start op het technisch uitgetekende World-Cup parcours in
Smithfield.Vier rondjes van bijna 8 km,
nadien in lijn naar de finish die voor de deur van het Paradise Palm Resort
ligt. Op dat parcours is er geen 10 meter rechtdoor. Draaien, keren, slingeren,
omhoog en omlaag door het tropisch woud, 95% singletrack. Geweldig.
Het startsein wordt gegeven omstreeks 12.30 uur. Onmiddellijk
wordt er gespurt naar de eerste meter singletrack. Ik doe het zeer rustig en
draai als voorlaatste van de 99 starters het parcours op. Gestaag haal ik in,
en ik amuseer me rot. In de derde ronde kom ik zowaar een kameleon opmijn weg tegen. Het beestje duikt weg als hij
mij ziet, komt op zijn beslissing weer, en duikt recht onder mijn
voorwiel. Ik kan niet stoppen en rij helemaal op zijn langse zijde over dat
mooie dier zijn gladde rug. Mijn achterwiel doet net hetzelfde en zowel de
kameleon als ik belanden in het decor. Het beestje schiet vervolgens de jungle
in en ik kruip terug op mijn fiets, met spijt dat ik over dat dier ben gereden.
Na 4 ronden draaien we af naar de finish, maar daarvoor
moeten we een 2 km lange muur over. Of hoe noem je een helling die van
zeeniveau klimt naar 450 meter hoogte in 2 km? Das gemiddeld meer dan 20%.
Enkele echte elite-renners raken boven, de anderen moeten net zoals ik het
overgrote deel van de klim wandelen. En tijdens dat wandelen roept mijne kopman
Parkinson mij. Hij kruipt op mijne rug en ik wandel trager en trager. Het
wordt zo erg dat ik op een bepaald moment mijn voeten niet meer vooruitkrijg,
en ik moet gaan zitten om alzo zittend opnieuw te leren stappen. Een blokkage
tijdens het stappen, het was weer een nieuwe ervaring. Uiteindelijk raak ik
boven, 20 andere deelnemers (ik tel ze om aan iets anders te denken) zijn mij ondertussen voorbijgewandeld. Tijdens de levensgevaarlijke extreem technische
afdaling wordt ik nog door enkelen voorbij gereden, omdat ik hier en daar afstap.
Uiteindelijk kom ik op de 60ste plek in de rangschikking. Maar ik
ben best tevreden over mijn prestatie als ik over de meet rij. Iedereen heeft
het nadien over de zwaarte van die wandelklim.
s Anderendaags moeten we gepakt en gezakt om 8.00 uur in het
hotel klaarstaan in koerstenue. Onze bagage moet deels naar het tentenkamp in
Atherton worden gebracht. Atherton is de aankomstplaats van de volgende drie
ritten. De fietskoffers en bagagespullen die we niet gebruiken tijdens de
koersdagen moeten speciaal gelabeld zijn en worden naar de eindstreep in Port Douglas
gebracht. Maar de trucks die dit moeten brengen zijnte laat, en wanneer ze uiteindelijk toekomen
ook niet groot genoeg. Zo blijven alle valiezen en koffers in de receptie van het
hotel terwijl een deel van de groep al per shuttle overgebracht wordt naar de start
van de tweede etappe. Enkelen moeten nog wat wachten want er blijken ook te
weinig shuttlebussen te zijn. Heerlijke chaos dus.
Uiteindelijk raakt iedereen aan de startplaats in het centrum
van Cairns, waar de start noodgedwongen met een uur is uitgesteld. Tweede
etappe gaat van Cairns naar Atherton over 130 km inclusief de neutralisatie en
3200 hoogtemeters.
Na de eigenlijk start 14 km buiten Cairns beginnen we
onmiddellijk met zijn allen aan een wandelklim. Iedereen moet uiteindelijk te
voet naar boven klefferen, alhoewel de elite renners langer in het zadel kunnen
blijven, vooraleer ook zij moeten wandelen net als de amateur-deelnemers zoals ik.
Om 12.00 uur heb ik 28 km op mijn teller staan, het wordt een
loodzware lange dag.
Vanwege de chaos aan de start en de vroege inval van de nacht
(om 18.30 uur is het pikdonker), besluit de organisatie en de UCI
commissarissen om de koers voor de tragere deelnemers om 16.00 uur, aan de laatste
bevoorradingspost op 15 km van de finish met nog een zeer zware klim, stop
te zetten en hen een berekende tijd mee te geven in de rangschikking. Ze worden
niet uit de wedstrijd gezet omdat de fout niet bij de rijders ligt waarom de
koers zo laat van start is kunnen gaan.
Ik ben de eerste die gestopt wordt om 16.02 uur en zie voor
mij in de verte een andere renner die wel mag doorrijden omdat hij net voor 16.00
uur is gepasseerd. Dit gebeurd op de volgende manier nadat een UCI commissaris
mij dit heeft meegedeeld;
Ik; Look man, im here to ride the full Crocodile,
and thats what im going to do, I wont stop.
UCI;You must stop, we decide to stop you.
Ik; Fuck man, to stop me , you
must shoot me, Im going.
UCI; We gonna give you an
extra time penalty!!!
Ik; You can disqualify me, but
I ride the whole tour!!!
UCI; Its youre descission
and responsibility!!!!!
Ik; Yeah, yeah, ciao! En weg was ik.
Ik was netjes voor de donkerte binnen om 17.40uur en heb nog drie
rijders ingehaald. Ik krijg niet mijn effectieve tijd, maar de berekende tijd
zoals diegenen die na 16.00 uur aan de bevoorrading braaf zijn gestopt, maar ook eenextra time penalty
van bijna 30 minuten vanwege het niet opvolgen van het bevel van een UCI
commissaris. Het kan me niet schelen, ik heb de rit uitgereden.
En dan was er plots chaos. Na het overschrijden van de meet
zocht ik mijn bagage. Die was er niet, evenmin die van een andere deelnemer. Ik
moet mijn bagage hebben, ook vanwege mijn spullen, maar vooral voor mijn
medicatie. Na de melding en de daaropvolgende discussie ging men een auto
opsturen om in Port Douglas onze spullen op te halen, over en weer meer dan
400km. Maar alle voertuigen waren weg naar de laatste bevoorrading om de gestopte
rijders en hun fietsen op te halen. Rond 18.45 uur vertrok de wagen. Ik reed
mee want zo won ik enkele uren om mijn pillen sneller te kunnen slikken.
Mijnlaatste dopamine-inname gebeurde
rond 15.30 uur. Aangekomen in Port Douglas zat ik helemaal geblokkeerd en nam
ik zo snelmogelijk mijn pillen.
Omstreeks 23.40 uur kwamen we terug toe in het tentenkamp
waar alle rijders al vredig enkele uren sliepen. Voor mij stond er nog wat
koude pasta onder een zilverpapier. Ik kreeg vanwege Regina Schneider en
Gerhard Schonbacher ter compensatie een hotelkamer aangeboden om het leed wat
te verzachten. Iets wat ik in dank aanvaarde. Tot bleek dat het 45 minuten
duurde eer ik in mijn hotelkamer was omdat geen van beide organisatoren de
weg naar het hotel wist. Uiteindelijk lag ik na een snelle douche
om 01.15 uur in bed. Om 5.15 uur moest ik er weer uit omdat ze mij om 5.45 uur
kwamen ophalen om naar het tentenkamp terug te keren. Ik was niet echt
uitgerust en fris die ochtend.
Derde etappe Atherton-Atherton 65 km waarvan twee rondjes van
25 km op alweer een zeer technisch WorldCup circuit, 1700 hoogtemeters. Een
zeer mooie etappe bood zich aan.
En dat was het ook, op en af , slingeren tussen bomen rotspartijen,
rotsblokken, draaien en keren, geen tien meter rechtdoor en geen meter vlak. Er
was een bevoorrading bij het opdraaien van ronde twee en daar vroeg een Belg of
er iemand een reserve binnenbandje teveel bij had, omdat hij het zijne had
weggegeven aan een dame die lek gereden was.
Ik heb er altijd twee bij en gaf er dus ééntje aan hem. Ook
omdat ik nog een wiekenset voor herstelling van tubeless-banden bijheb en ook enkele rustinnekes of bandenplakkers. Ook allerlei
gereedschap en tools sleur ik mee, want
wanneer ik pech heb ben ik niet zo handig meer met mijn Parkinson vingertjes.
Ik stop in de tweede ronde bij een pechvogel wiens ketting tussen de
pion en de spaken geklemd zat. Met vier handen en geholpen door een nijptang
die ik bijheb, lukte het ons om de ketting los te krijgen. Thank you en weer
verder op dit heerlijke circuit.
15 km voor het einde , plat achteraan, stoppen en herstellen
, het steken van een binnenbandje duurt altijd een half uur of langer vanwege mijn vingertjes. Uiteindelijk is de taak volbracht en kan ik terug de
singletrack op. Drie km verder in een heerlijke curp-stone bocht tijdens de
afdaling ontploft mijn voorband, de latex spat uit het gat. Mijn fiets is onbestuurbaar
en ik vlieg over de curpstone voor de tweede keer in drie dagen het decor in. Zonder erg, wat krassen en blutsen op het vege lijf, maar dat hoort nu eenmaal
bij het mountainbiken. Erger is dat ik geen binnenband meer heb. Ik probeer het
gat in mijn voorband met een wiek te dichten, maar ook dat duurt
altijd lang. Uiteindelijk lukt dat ook. Natuurlijk ben ik teleurgesteld
door het vele tijdverlies, maar er is weinig aan te doen. Op 5 km van de finish
wacht weer een ellenlange zeer steile wandelklim waar geen enkele renner al
rijdend bovenkomt, ook geen enkele van de elite renners. Iedereen vraagt zich
af wat de meerwaarde is van dit soort beklimmingen. Ook ik kruip naar boven om
nadien de even steile afdaling aan te vatten. In deze afdaling krijg ik terug
een klapband, nu achteraan met nog 3 km te gaan. De moed zakt in mijn schoenen
en de wanhoop is nabij. Het gat is veel te groot om een wiek in te steken maar
ik heb geen binnenband meer, dus twee wieken in het gat en pompen maar. Weer
enorm tijdverlies en ikmoet nog vier
keer stoppen om bij te pompen vooraleer ik volledig pissed off over de meet
rij. Ik ben zo kwaad dat ik mijn fiets weggooi en mij wegtrek om mijn woede te
verwerken. Ik wil niemand zien of horen. Maar uiteindelijk moet ik na een
douche mijne velo terug gaan ophalen en herstellen wil ik de volgende dag
starten. Ondertussen verneem ik dat de Luc aan wie ik mijn tweede reservebandje
heb gegeven overkop gegaan is en een AC luxatie heeft opgelopen. Tiens, waar
ken ik dat van. Nog erger is dat deze man in 2014 aan de start stond voor zijn
eerste Crocodile Trophy. Hij is toen in de eerste rit zwaar gevallen en heeft
toen ook moetenopgeven. Nu opgave in
rit drie. Ze bestaan dus nog, grotere pechvogels dan ik.
Ik moet terug beroep doen op een wagen van de organisatie om
in het stadje Atherton twee nieuwe tubeless banden te
kopen. Omstreeks 19.30 uur is mijn fiets terug in orde en proper voor de volgende etappe en kan ik naar de eettent voor
mijn diner. Alle andere renners hebben hun avondmaal dan allang achter de kiezen. Rond halftien kruip
ik in mijn slaapzak. Moe en toch nog wat gefrustreerd.
Rit 4 Atherton - Atherton; 78 km, loodzwaar met 2700
hoogtemeters.
Onmiddellijk na de start volgt een 12 km lange lastige klim,
met een gemiddelde stijgingspercentage van net geen 8% , maar wel op een goed
berijdbare bosweg. Dan afdalen tot aan de eerste bevoorrading, gevolgd door een 45
km lange lus door een natuurpark, en weerom dezelfde beginklim maar dan in de
andere richting. Ook deze dag is het broeierig warm met temperaturen van +40 graden, gelukkig rijden we veel in de
schaduw door de jungle.
De hellingen in het natuurpark zijn nooit extreem lang, maar
waanzinnig steil, met als toppunt een 300 meter lange beklimming op een gladde
rots met stukken die gaan tot 41%. Wie verzint zoiets, wie kan daar nu op
fietsen. Dat is bergbeklimmen met een mountainbike in je hand of op je rug. Rijders
moeten elkaar helpen om boven te geraken. Uiteindelijk lukt dat toch. De ene steile beklimming volgt op de
andere, dan de tweede bevoorrading om vervolgens de zeer lastige beginklim in
de andere richting aan te vatten. Bovengekomen dalen we af op een zeer
technisch stuk van het WorldCup circuit van deetappe gisteren, heerlijk geconcentreerd mtbiken is dat, en daardoor
vergeet ik haast alle ellendige klauterpartijen van deze dag. Beneden consternatie alom want ook nu jaagt de organisatie ons nog eens over die laatste
onberijdbare wandelklim van gisteren. Waarom toch? Bovengekomen op dit stuk ellende denk ik aan
mijn derde lekke band van gisteren en kies bewust voor een andere track. Ik zoef naar
beneden en zie op de plek waar ik gisteren mijn band hersteld heb een Crocodile
wegwijzerpijl hangen. Das mijn souvenir, ik stop en plooi deze in mijn
camelbag. Ik zet mij terug in het zadel en stel vast dat ik
OPNIEUW PLAT sta achteraan. Dit is erover, dit kan niet, dit is Guantanamo in de hel. Straft "de Heer" onmiddellijk voor het stelen
van een plastieken pijltje. Mijn gevloek en getier doet alle
kangeroes, krokodillen en andere beesten die me gadeslaan wegkruipen. Moest dit
in Belgie zijn, ik liet alles achter en kwam te voet terug naar huis. Maar hier
kan ik niet anders dan opnieuw herstellen. De twee rijders die mij
voorbijrijden stoppen gelukkig niet, maar zeggen beiden en zonder enig
leedvermaak; Oh no Jan, not again, on the same spot. Morgen kunnen zij het
zijn. De harde wet van het mountainbiken, pech en tegenslag rijden altijd mee.
Uiteindelijk sukkel ik weerom over de meet, zoek nog maar
eens voor de derde dag op rij een wagen met chauffeur. Weer om een nieuwe
achterband te kopen. Als dat geregeld is krijg ik bijstand van andere
Belgische deelnemers die met mij te doen hebben. Merci Bart, bedankt Michel,
deze superkerels gaan voor mij naar de winkel, vervangen mijn band, en poetsen
mijn fiets. Nochtans staan zij hoog in de algemene rangschikking, ze winnen alletwee ook enkele etappes in hun categorie. Maar ze weten ook wat het betekent om
door pech en ellende achtervolgd te worden. Door de hulp van deze gasten kan ik voor de eerste keer in drie dagen toch
nog een beetje extra rusten in de late namiddag na drie loodzware dagen. En
met nog meer zware etappes de volgende dagen is deze extra rust welgekomen. Ik kan
ook voor de eerste keer in drie dagen samen het avondeten nuttigen met de
andere deelnemers. Gasten nog eens bedankt!
Mijn cijfers van deze vierde etappe; net geen 80 km, die ik
in 5 uur 56 min heb afgelegd, of een gemiddelde snelheid van 13,5km/uur. 2800
hoogtemeters over 29 km geeft een gemiddelde stijgingspercentage van 8% !!! aan, en aan
deze klimpartijen heb ik 3 uur 42min plezier beleefd. Mijn benen doen
terug pijn als ik dit lees.
Vijfde etappe Atherton-Skyburry, 141 km en
alweer venijnig met 2800 hoogtemeters en iets over halfkoers dertig km waanzin.
Vanwege de lastigheid moet ongeveer de helft van de nog 80 in
koers zijnde deelnemers , de tragere rijders (ik dus ook) een uur vroeger
starten. Om 7.00 uur ipv om 8.00 uur.
Dat komt me prima uit, ik ben toch steeds vroeg wakker, en zo rijden we
toch een uur minder in de broeierige hitte fietsen.
Onmiddellijk na de start terug die lastige beginklim van
gisteren. Tot nu toe heeft elke racedag mijne kopman Parkinson aan mijn zadel
gehangen tijdens mijn blokkage-uurtje", maar nu wordt ik na enkele
klimkilometers geconfronteerd met klauwtenen. Noodgedwongen moet ik wel een
tiental keer van mijn fiets om te wandelen en zo mijn voet te ontspannen.
Maar omdat het altijd maar weer onmiddellijk duwen is nadat ik terug in het
zadel zit keren de klauwtenen vanwege de druk op mijn pedalen snel terug. Ik
kom als allerlaatste van de vroegstarters boven op deze lange lastige klim.
Nadien tijdens de heerlijke afdaling komt mijn voet tot rust, en voor we aan de
eerste bevoorrading zijn heb ik er al terug enkele ingehaald. Na de
bevoorrading is het 30 km golvend, op en af en het gaat prima. Regelmatig haal
ik rijders bij en laat ze ter plaatse. Halfweg deze rit beginnen de
elite-rijders die op de reguliere starttijd, 8.00 uur gestart zijn ook mij voorbij
te rijden. En dan duiken we de 30 km lange waanzin in. Extreem steile hellingen
en afdalingen over niets anders dan losse rotsblokken, rond en zo groot als een
voetbal. Het lijkt wel of de Griekse
Goden hier hun knikkers hebben uitgestrooid, je rolt en bolt van links naar
rechts, schokt van boven naar onder, allemaal in een poging om een goede track
te vinden en vooral om recht te blijven.
Mick Jagger heeft hier zijn naam uitgevonden van zijn
muziekbandje, dat kan niet anders.
Ook liggen tussen deze rotsblokken metersdiepe putten en
sleuven, het is waanzinnig en blijft duren. Uiteindelijk ben ik voorbij de
rotspartij en komen we onmiddellijk in helwit losliggend zand terecht. Dit doet
gewoon pijn aan de ogen, ondanks de goede zonnebril, stoempen, zweten, hijgen
en puffen, het stopt niet, ik vervloek alles en iedereen, en vind mezelf de
grootste onnozelaar, de grootste ezel en dommerik dat ik hieraan begonnen ben.
Het lijden wordt een beetje verzacht wanneer er af en toe een elite renner mij
voorbij kruipt, ook traag en onderworpen aan dezelfde ellendige lijdensweg. Aan
alle miserie komt een einde, dus uiteindelijk hier ook, maar wat verder onderga ik de wet van mijn kopman Parkinson en blokkeer ik. Deze keer duurt het lang, zeer
lang, de vermoeidheid, het vele zweetverlies, het zal zeker meespelen. Maar na
anderhalf uur tergend traag fietsen, met benen die weinig
omwentelingen aankunnen en een lage hartslag max.115 gaat het plots weer
beter. Ineens heb ik terug power in de benen. Ik drink net als die
andere lange etappe op dag twee bijna meer dan 10 liter zoutaanvullende
energiedrank, eet meer dan genoeg energiebars en gellekes onderweg, en aangevuld met heerlijke
ananas, bananen, meloen en watermeloen tijdens de bevoorradingen, zit ik die
dag 8 ½ uur op mijn zadel om 141 km af te leggen en de 2800 hoogtemeters te
overbruggen. In het programmaboekje worden slechts 1700 hoogtemeters vermeld.
Drukfoutje. Ook deze dag worden net als alle andere dagen rijders die uitgedroogd zijn afgevoerd naar een medische post of klein hospitaal.
Tijdens deze lijdensweg kom ik tot het besluit dat dit echt
niet meer voor mij is, dit is te lastig, te zwaar. Ik begin wel te beseffen dat
ik het einde ga halen als er mij geen ongelukken overkomen. Die wetenschap
beurt me dan weer op. Maar ik ben moe, zeer moe als ik die dag over de finish rij.
Dat geldt ook voor de anderen, iedereen is precies 10 jaar ouder geworden
tijdens deze etappe. De heerlijke campingplaats op een koffieplantage maakt die
avond veel goed. De sfeer onder de rijders is heerlijk. Er wordt veel plezier
gemaakt maar om 21.00 uur slaapt iedereen.
Stage zes lijkt een feestdag, slechts 54 km en amper 400
hoogtemeters. Voor mij en sommige tragere rijders die niks om hun klassement
geven is het dat wel. Voor de elite renners en rensters, en de amateurs die er echt
voor gaan is het anders. Het gaat waanzinnig hard tegen onzacht onder hen in
deze stoffige etappe.
Eerst is er een kleine neutralisatie en worden we pas echt
van start geschoten na het kruisen van een lokale highway. Ik voel onmiddellijk
na enkele meters dat mijne kopman Parkinson aan mijn zadel hangt en kom geen
meter vooruit. Op een stuk asfaltweg vals plat naar beneden toe kan ik
niemand volgen. Ik rij niet harder dan 18km/u en weer met een hartslag van een
mummie. Het lijkt of het hele peleton wegdemmareert en ik alleen blijf zitten.
De met de wagen volgende UCI-commissarissen komen zelfs vragen of er niks mis
is, vragen mijn naam, waar ik ben en wat ik aan het doen ben. Ik verzeker hen
dat alles in orde is.
Na een tiental km heb ik anderhalve minuut achterstand. Daar
draaien we van de asfaltweg een park in waar we twee rondjes rond een meer moeten
rijden. Het is stoempen vanwege het losse zand, rotsblokken liggen er amper. Ik
vind onmiddellijk op dat zand mijn tempo terug, mijne kopman afgegooid en hij kan mijn kloten kussen, ik ben weg en begin aan
een hoog tempo mijn pedalen rond te draaien. Ik zie ook enkele Walibis en één
echte kangoeroe rondhuppelen die verdwaasd staan te kijken, en lees hun gedachten, daar zijn
ze weer, de gekken op hunne velo met hun onnozel kostumeke, de
wielerterroristen.
Na één ronde heb ik al enkele rijders bijgehaald en
achtergelaten. Ik rij tijdens ronde twee nog een 15-tal rijders voorbij en rij
met een goed gevoel over de aankomst, waar nog steeds enkele elite-renners
liggen uit te hijgen van hun hoge snelheidskoers. Het is duidelijk te zien dat
het voor hen geen plezierritje was. Ook die avond is het prettig toeven op de
terrassen van de koffieplantage met een fantastisch uitzicht op de outback.
Etappe zeven; Skyburry Weatherby Station 115 km en 1500
hoogtemeters
De trage rijders mogen weer een uur vroeger op pad. Deze
groep is ondertussen aangegroeid tot meer dan de helft van het deelnemersveld. Het zegt genoeg over de lastigheidsgraad door de
opeenvolging van de helletochten. De etappe lijkt gemakkelijker, maar we geloven allang Gerhard en Regina niet meer tijdens de briefing. Onder de rijders wordt dikwijls gelachen
met de dagelijkse kleine chaos over alles en nog wat en
het gezegde ontstaat ; Het gemakkelijkste aan de Crocodile zijn de etappes,
heerlijk toch.
Dit is ook weer aan de orde bij deze start. Vertrek om 7.00
uur voor de tragere rijders, maar om 6.50 uur wordt het peleton 10 minuten te
vroeg op gang geschoten. Ikzelf en nog enkele anderen missen daardoor de start
en zijn onmiddellijk op achtervolgen aangewezen. Maar mijn benen zijn goed na
een pijnlijke maar deugddoende massage de dag voordien door Bompa Lawijt , een
levende legende/verzorger in het profpeleton (Daf-trucks, PDM etc ). Ik heb
power op overschot, en samen met enkele anderen die de te vroege start hebben
gemist slagen we vrij snel om de grote groep in te halen. We gaan erop en erover omdat we ons tempo aanhouden. Tot km 75 is het
heerlijk rijden over het golvende parcours met een snelheid die nooit onder de
35km/uur gaat op het vlakke. Er is op dat moment nog geen enkele elite renner
die ons heeft ingehaald. Maar dan moet ik ineens weer mijn
kopman dienen, de profiteur. Ik moet mijn groepje laten gaan. Vervolgens wordt ik regelmatig
voorbijgereden door andere groepjes, want ik rij weer bijzonder traag en mijn
hartslag gaat alweer niet hoger dan anders tijdens dit "kopmanuurtje". Tijdens
deze periode komen er ook langere en steilere beklimmingen in het parcours,
maar dat geeft geen probleem. Ik kan ze allemaal aan zonder moeite, maar oh zo traag. Ondertussen sjeesen ook de eerste elite-renners voorbij. Ergens hoop ik dat ze te laat komen om de eerste
tragere rijders in te halen, dat zou wat zijn. Maar dat gebeurt niet. De tragere rijders vallen één voor één dood, vanwege het naar het
einde toe steeds lastiger wordende parcours. Mijn kopman mag een goed uur op
mijn rug zitten, maar dan gooi ik hem in een fractie van een seconde weer af en
kan ik mijn trapfreqwentie gevoelig verhogen, en ook mijn hart bonkt weer. Het
is een dagelijks ritueel geworden, helaas onvoorspelbaar. De laatste dertig km
gaan goed, en in gedachten weet ik dat ik het einde van de Crocodile Trophy zal
halen. Morgen, de laatste etappe, 35 km tijdrijden waarvan de laatste 20 km
bergaf door het tropisch regenwoud, de laatste 5 kms vlak tot de finish in Port Douglas. Het geeft een
heerlijk gevoel, ik ga hem uitrijden, deze ellendige vervloekte extreme
mountainbiketocht, maar ook o zo jammer, het is zo rap gegaan, dit heerlijk avontuur,
zo intens beleefd, zo mooi, het is raar. Deze bedenkingen vloeien door elkaar
in t koppeke. Maar in de Crocodile Trophy ligt er overal gevaar, en in een
flauwe bocht licht bergaf schrik ik me rot, het angstzweet breekt mij uit. Daar
ligt hij dan, een echte krokodil, opmijn gekozen traject, moeder Gods. Hij schrikt zo hard van mij als ik van hem en kruipt vliegensvlug weg en zo zie ik dat ik
het mis heb. Dit is een varaan, een reuzenvaraan, wat een machtig dier. Hij kruipt snel een boom in en geschrokken als ik ben doe ik bijna hetzelfde, langs de andere kant van het
bospad, maar ik kan de boom nog net ontwijken. Joengejoenge en ik begin te
lachen, hard te lachen. Ik weet weer wat te vertellen thuis en tegen dat ik wat later over de aankomst rij herzie ik mijn gedachte en belofte van eergisteren. Ik kom terug,
volgend jaar. Dat zeg ik ook die avond aan mijn eega, Geja. Ze klinkt niet echt
verbaasd, ondanks alle klaagzang en ellende die ze via ons dagelijks telefoontje de voorbije dagen
heeft moet aanhoren. Maar morgen is er nog de tijdrit. Wel jammer dat ik later die dag nog
het moment heb gemist toen een meterslange Python zonder kloppen de
massageruimte binnensloop.
Day 8 Final Stage;
35 km, 400 hoogtemeters in de eerste 8kms
Elke 30 seconden start er een rijder. De laatst gerangschikte
als eerste om 10.00 uur, ikzelf om 10.16 uur. Iedereen is vroeg uit de veren,
want de keuken van het camp wordt afgebroken om 7.30 uur.De tijd na het ontbijt tot de start duurt
lang, veel te lang. Iedereen suft maar wat rond, ikzelf val nog in slaap op
mijn campingbedje.
En dan is het ineens 10.00 uur, daar start de eerste dame,
plots is het 10.16 uur en dan start ik, Jan Buelens, wie had dit nu gedacht. Ik
ben de eerste kms weer geblokt en op het tweede hellingkje van de dag, amper
twee km na de start, zijn er al 4 rijders mij voorbijgereden. Maar het
maaktmij niks uit. Enkele kms verder is
mijn Parkinson moment over en kom ik definitief op gang. Ik pak enkele rijders
terug en begin aan de heerlijk slingerende afdaling via een singletrack door
het tropisch regenwoud. Kilometer na kilometer dalen van een hoogte van 450 meter naar
zeeniveau. Toch altijd geconcentreerd blijven. En ineens kom ik uit het
regenwoud, dwars door een parkje in Port Douglas, en plots fiets ik op de eindeloze
stranden van Queensland. Links van mij de laatste bomen van het
regenwoud, voor en achter mij eindeloos ver, alleen maar wit zand, rechts van
mij het koraalrif, het fantastisch blauwe zeewater van de Stille Oceaan, het
grote barrièrerif.
Dit alles ligt er heel even voor mij alleen, geen mens te
bespeuren, een waanzinnig moment, alsof het regenwoud mij uitwuift recht naar
de aankomst. Ik schreeuw terug naar het regenwoud, merci, merc, merci . Mijn
ogen schieten vol, muziek van Creedence Clearwater Revival klinkt in mijn
oren ..Vier kilometer nog met mijn mountainbike te fietsen over naar wat heet de
mooiste beach ter wereld. Plots kom ik tot het besef dat ik veel te hard
fiets, ik stop deze keer bewust met trappen, ik moet hiervan genieten, zo lang
mogelijk, wat kanhet mij nu schelen dat
ik nog twintig minuten langer in dit decor kan rijden. Niet
mijn rijtijd is van belang, maar het intens plezier dat ik daar, op datmoment beleef, dat telt .
Ik schreeuw en roep naar elke andere held die mij voorbij
rijdt met de fiets, go,go,go,go . Supergevoel, en elke omwenteling brengt mij korter
bij de finishlijn .. daar komt er weer één aan, go,go,go,go,go .. en ik kijk
rond, kijk om me heen, adem, geniet en beleef... ik haal het einde.
En dan rijik over de
finishlijn, mijn naam schalt door de speakers op zijn Australisch, Dzjaan
Buèleeeeeeens from Belgiuuuuuum!!! Iedereen klapt, joelt en roept .iedereen
feliciteert iedereen, er
wordt gehandshaket, geschouderklopt, of het nu de eerste, de twintigste of de laatste in
de ranking is, dat telt daar niet, we zijn allemaal winnaars, allemaal blij, voor onszelf, voor elkaar
Ik heb het gehaald , na twintig jaar
twijfelen en talmen, omdat ik dat ook eens graag zou willen doen.En
wat ik gisteren dacht, bevestig ik daar ter plekke, ik kom terug. Elke inspanning, elke druppel zweet, elke training, hoe lastig en zwaar ook, het is het
allemaal waard, alleen al voor die laatste vier kilometer.
Ik heb nu al een gentlemans agreement met Regina, dat ik pas
begin oktober 2017 moet betalen als ik terugkom, omdat niemand weet hoe mijn
aandoening evolueert. Het zal zeker niet beter worden dan wat het op dit
eigenste moment is. Maar mijne kopman, Mr Parkinson zal straf uit de hoek moeten komen wil hij mij thuishouden.