Crocodile Trophy 2014 (en andere mtbike-uitdagingen)
De beslissing, de zware en lastige voorbereiding, de uitdaging om als 49 jarige Parkinson-patient de extreem zware mountainbike wedstrijd Crocodile Trophy in Australie en andere meerdaagse mtb-wedstrijden in het buitenland te rijden.
05-06-2017
JoBerg2c Day 4 & 5
Day4 ;
Sterfontein Dam to Emseni 93km / 1162htm
Vandaag
wordt de start gegeven in groepen van 60 man naargelang de ranking. Dit omdat
er spectaculaire mountainbiketracks, zowel uphill als downhill aankomen, en zo
de tragere deelnemers, de rappe of behendiger mtbikers nietgaan hinderen. Elke 5 minuten start er een
groep, en vanwege mijn plaats mag ik starten in groep B. Groep A is voor de
eerste 50 plaatsen + de leiders van de verschillende categorieën.
Om 7.05
worden we op gang geschoten. In deze groep B vertoeven ook Les Vincents en de
Diest-boys, en het gaat hard, zeer hard. Maar ik kan goed mee. Na 20 km haken
er twee rijders voor mij in elkaar en samen met nog een andere mtbiker ga ik
met een klap mee overkop. De klap komt aan want het tempo lag hoog. Ik heb wat
schaafwonden op de rechterkant maar mijn fiets zit helemaal vast aan een
andere, en er is wat gepruts nodig om ze uit elkaar te halen. Tijdens dit
gepruts stuift er een kleine groep voorbij met de Diest-boys bij. Die lagen er
dus al af, en ik doe teken dat alles in orde is.
Uiteindelijk
zijn de fietsen uit elkaar, maar mijn stuur en zadel staan goed scheef, ook
mijn remhendels zijn helemaal verschoven. Ik wil dit allemaal snel verhelpen ,
klop wat recht, spring terug op mijn tuig maar niks staat zoals ik het wil.
Joenge, stop ermee, doe dat rustig en degelijk want er komen nog kms technische
stukken, en op je fiets moet je toch kunnen vertrouwen. Dit afstellen neemt
allemaal wat tijd in beslag want ondertussen is groep C ( vertrokken 5 minuten
na mijn groep B) ook al voorbij. Hierin zit Marc en ook hem roep ik toe dat
alles ok is. Enkele minuten later kan ik terug weg op met een goede afgestelde
fiets en ik sluit aan bij een 20-tal man, bij het opdraaien van de singletrack
klim naar de spectaculaire rotsformatie Great Wall My China. Hier ligt de
singletrack kilometerslang naast een ijzingwekkende diepe klif, wondermooi.
Tijdens de
beklimming passeer ik waar ik kan de tragere deelnemers voor mij, ik maak mij
niet druk omdat ik soms lang moet wachten , maar toch . Uiteindelijk ben ik ze
alle 20 voorbij en rij tijdens de rest van de klim naar het volgende groepje
toe. Ik sluit net aan op de top van de klim op een steil opkantje, wanneer de
renner voor mij ineens stopt om een spectaculaire foto voor zijn nageslacht te
maken. Door deze onverwachte stop van hem bots ik tegen zijn achterwiel en ga
voor de tweede keer die dag ten gronde, deze keer op mijn linkerkant. De
godverdoemmes komen langs alle kanten, en hij excuseert zich, zit ermee
verveeld want hij had de hele klim als laatste gereden en had niet verwacht dat
er iemand in zijn wiel zat.
Allee
vooruit, terug het hort op en verder op deze adembenemende singletrack. Ik
stuif verder en rij van de ene deelnemer naar de andere en wordt nu wel gevolgd
door de tv-helicopter.
Na deze
fantastische singletrack op dit plateau komt de spectaculaire downhill Great
Traverse.Tijdens deze downhill kom ik
terug bij de Marc, en samen bereiken we de eerste bevoorrading. Bij elke
bevoorrading is ook een dokter, en ik besluit toch maar om mijn rechterkant te
ontsmetten en te beschermen, vooraleer verder te rijden. De Marc vraagt of hij
moet wachten. Zot, rij maar verder, ik haal u straks wel weer in.
Na het
oplapwerk vertrek ik weer met een stevig tempo en begin weer aan de zoveelste
inhaalrace, en net voor de tweede bevoorrading na 70 km aan de voet van een
nijdige klim heb ik de Marc terug bij zijn nekvel. De Marc is ook een
karaktermens en een keikop, en hij maakt dat hij wat sneller weg is bij de
bevoorrading dan ik. Maar tijdens deze ambetante klim haal ik hem terug in en
samen bereiken we de top, ik in zijn wiel.
En dan volgt
weer een waanzinnig stukje mountainbiken, bijna 20 km aangelegde downhill track
The Long Drop , nadien nog 4 km vlak naar de finish. Plezier en fun
gegarandeerd, ook voor ons twee. In zijn jonge jaren heeft de Marc (nu 58 jaar)
motorcross gereden. Het is eraan te zien, het zot is er ondanks vele breuken
nog altijd niet af, zijn verstand duidelijk af en toe wel Halverwege de Long
Drop komen we achter enkele madammen terecht die vooraan staan in het
damesklassement en bijgevolg in groep A mogen starten. Het is duidelijk dat ze
technisch een pakminder zijn dan deze
twee ouwe rakkers, en noodgedwongen (en tegen de goesting) blijven we steeds
remmend kilometers aan een stuk achter hen. Tot ineens het oud zot van mijn
buurman opsteekt en hij in een hairpin een move doet en zo twee madammen
ineens pakt ( da moet lang geleden zijn), en hij als een gek verder
wegstuift. Even later zie ik een spoor waardoor ik de volgende hairpin kan afsnijden
en de twee dames ook voorbij kan gaan zonder hen te shockeren. Ik vlieg achter
de Marc aan die toch wel dik 100 meter voorligt. Nu mag er veel gebeuren maar
diene kerel gaat er mij nu niet afrijden
en met alle kracht die mij rest sluit ik op 2 km van de meet terug aan. Het is
te zeggen, ik blijf 20 meter achter hem , want ik weet dat ik er in één ruk
naartoe kan. Marc kijkt geen moment achterom, is gefocust op de track voor hem
en zal alle moeite doen om mij af te houden. Op 500 meter van de meet gaat hij
naar links, ik volg hem blindelings ipv op mijn gps te kijken, en we moeten
onmiddellijk al onze remkracht gebruiken om niet op een weidehek te botsen.
Ezel dat ik ben, dat ik hem zomaar volg. We kijken hijgend naar mekaar, en dan
lachen maar. Nu heeft spurten geen zin meer , de spanning is eraf en we rijden
samen over de meet, hij 111e ik 112e.
In het
tentenkamp toegekomen is het douchen in de open lucht, zalig toch in dit
klimaat. Nadien laat ik mijn wonden nog eens verzorgen bij de dokter. De Belgen
namiddag is weer zeer snel voorbij, evenals de filmpjesavond. Maar velen zijn
toch wat nerveus voor de volgende dagen. Het zwaartepunt van de JoBerg2c begint
morgen, en duurt 4 dagen.
Day5 ; Emseni
to Cliffton 125km / 2010htm
Ook vandaag
vertrekken we in groepen voor deze loodzware rit, zelfs een halfuur vroeger dan de andere dagen.
Ik ben ondertussen wat gezakt in het klassement en sta 83ste maar
vertrek nog steeds in groep B. Vandaag om 6.35 uur. De pees wordt er vanaf de
start weer opgelegd maar ik weet wat er komt en ga me niet laten vangen,
vandaag kan je veel tijd verliezen, maar ook winnen. Les Vincents daarentegen
schieten weer weg als een kanonsbal, als daar maar geen vodden van komen.
Ik kan ook niet
wegschieten want daar hangt mijn kopman Parkinson terug aan mijn trui. Ik doe
het zeer rustig en na een kwartiertje gaat het beter. Ongetwijfeld vanwege het
halfuurtje vroeger starten waren mijn medicijnen nog niet verteerd bij de
start. Maar zoals alle voorgaande dagen, als de motor op gang is, is er geen
stoppen meer aan, en het achtervolgen en voorbijsteken is een dagelijks ritueel
geworden.
Hoe
waanzinnig deze organisatoren het soms weten te brengen, vandaag rijden we
enkele honderden meters op een spoorwegbedding waar de treinen worden gestopt
wanneer er mtbikers aankomen. Het omgekeerde is voor ons logischer, in
Zuid-Afrika daarentegen ..
Van bij de
start van de etappe is het constant vals plat omhoog op bobbelige singletracks
door grasvlakten, het bolt voor geen meter, stoempen, stoempen, stoempen . Maar
hoogtemeters tellen zeer langzaam op de eerste 60 km. Onderweg sluit ik aan bij
een groepje met de Diestse boys, en zit bij het doorrijden van een klein
beekje, gevolgd door een opkant van anderhalve meter in het wiel van de
jongste. Alle rijders voor hem rijden het opkantje op, maar hij slaagt er niet
in en ik bots tegen zijn wiel, en daar lig ik voor de derde keer op mijn zij. Godverdoemme
hoe ist mogelijk, en na zijn excuses begin ik te lachen en van dan af noem ik
hem den Diestse deggereir. Wat later laat ik hen achter want De andere Diestenaar Johan heeft zijndagje niet.
Vlak voor de
tweede bevoorrading na 61 km kom ik in het wiel terecht van Les Vincents, die
overduidelijk teveel energie verbruikt hebben bij de eerste 60 stoempkilometers.
Om hen wat moraal te geven vertel ik hen dat nu pas het echte werk begint ,
want de volgende 30 km is het echt wel bergop, brede dirt roads (zandwegen) kilometers
steil aan een stuk, en dan zeer steil naar beneden zodat er weinig tijd om te recupereren
is, om terug weer steil omhoog te gaan, dit een aantal keer na elkaar. Echt
content zagen ze er niet uit na deze informatie.
Nadat ik aan
deze (en alle bevoorradingen zijn zo) uitgebreide bevoorrading mijn
energiepotteke wat had bijgetankt vertrek ik met de Vincents in mijn wiel naar
het zeer mooie reservaat Zulu Waters. Onmiddellijk bijhet binnenrijden beginnen de dertig kilometer
sadomasochistisch klimplezier. Anders kan ik het niet noemen. Bij het klimmen
halen wij drie gestaag ook weer rijders in die we direct achterlaten. Het is
duidelijk dat deze bikers ook te voorvarend gestart zijn. De klimmen zijn hels
maar de afdalingen nodigen uit tot waanzin. Als we in de zeer late
Belgennamiddag onze gps en/of fietscomputerke vergelijken qua snelheid ben ik
de King, liefst 84,2km/uur met een mtbike. Les Vincents staan op 2 met 82,6 en
de traagste Belg haalt nog ruim de 70. Als ik er nu aan denk, brrrrr..
Halverwege
de klauterpartij is de naft op bij éné Vincent, en laten we hem ook achter. Of
beter, ik laat ze alletwee achter want teamleden moeten bij elkaar blijven. Op
het einde van deze track waar 75% van de dag-hoogtemeters inzitten slaag ik er
in om voor het tweede jaar op rij goed in beeld te komen met de cameraman op de
motor door wat te spelen met elkaar. Kortom, ik heb mijn krachten goed
gedoseerd in deze etappe en eindig 48ste, met nog wat overschot.
Ook deze
locatie van ons tentendorp is weer subliem en er is teveel van het goede,
teveel van alles.
Tot laat die
namiddag blijven er rijders binnensukkelen en om halfzes, 30 minuten voor
sluitingstijd rijdt de laatste over de meet onder luide toejuichingen. Die
rijder heeft die dag wel bijna 11 uur gefietst. Ook de Marc had het niet
makkelijk, bijna een uur na mij spurt hij binnen op alweer min of meer zijn
plaats. Maar enkele tientallen halen deze dag de finish niet.
Zeer zware
rit met na 20km een 2km lange helling, recht omhoog, haast nooit onder de 16%
de Gumtree-klim, waar je neus regelmatig tegen je stuur zal tikken, zo staat
het in het briefingsboekje. Om af te sluiten zijn de laatste 200 meter minimum
20% zwaar, loodzwaar. En erkomt nog
veel meer moois die dag. Persoonlijk vind ik dit de mooiste rit van de negen
dagen, alhoewel het moeilijk kiezen is.
Aan de start
om 7.00 uur is het dringen, alsof ze allemaal niet snel genoeg aan de
Gumtree-klim kunnen beginnen. Ik sta weer ergens halfweg in het pak dat
ondertussen al met 150 rijders minder is. Opgevers, om verschillende redenen
zoals één duidelijk niet getrainde Belg, een Waal metteveel buikvet. Onder begeleiding van
doedelzakspelers en amazones te paard verlaten we de Cliffton High School waar
we bijzonder lekker hebben gegeten en geslapen.
Na 2km wordt
de etappe op gang geschoten, 20km licht dalend naar de voet van de gevreesde
klim. Na 200 meter gebeurt het weer. Een echte Parkinson-blokkage, een
on-periode. Bergop en bergaf moet ik iedereen laten voorbij rijden en na 15 km zie
ik niemand meer achter me. Ik rijd op het vlakke dan ook amper 10 a 12 km/uur. De
fufuzela bezemmotard zie ik nog niet achter mij, maar dat is omdat er enkele
anderen ongelukkige bikers al lek
gereden zijn, en daar moet hij achter blijven. Maar ik weet met zekerheid dat
er geen 20 meer achter mij rijden. Dat betekent dat ervoor mij een slordige 630 bikers fietsen!!!
Ik geef toe
dat ikop dat moment zo niet dacht, want
ik zou ter plekke gestopt zijn. Ik was vooral bezig met het moment af te
wachten wanneer deze verdoemde blokkage over zou zijn. Een tweetal km voor de
waanzinklim was het weer ineens voorbij. Tegen dat we haaks de Gumtree
opdraaiden sloot ik bij de laatste rijders aan die onmiddellijk van de fiets
stapten. Gelukkig is dit een brede klim, en geen singletrack. Hierdoor kon ik
laverend, slingerend en roepend tot boven rijden. Twee keer heb ik voet aan de
grond moeten zetten omdat er tussen de vele stappers op dat moment geen plaats
meer was om voorbij te rijden. Boven gekomen was ik zeker dat ik meer dan de
helft van alle vertrekkers die dag voorbij gereden ben, omdat tragere rijders
op zon hels stuk automatisch in de achterste gelederen verzeilen. Aan de
eerste bevoorrading na 35 km kwam ik Nic tegen, de Belg uit Zemst die alle
dagen rond plaats 300 of verder binnenkwam. Dat bevestigde mijn vermoeden. De
volgende 10 km reden we weer op een plateau met de wind vaak pal op de neus, en
bijgevolg ideaal om weer plaatsen te pikken. En dan reden we de singletracks
op, en dit haast voor de volgende 90km. Eerst was er een speciaal voor de
JoBerg2c gemaakte downhill track ,Harrisons Pass, met meer dan 50 uiterst scherpe steile
haarspeldbochten. Zeer technisch en prettig maar onmogelijk voorbij te steken.
In enkel kms daal je haast 600htms om uit te komen pal in een Zoeloedorp. En
ook daar ishet de hele dag kermis en
feest, zingende, dansende kinderen, vrouwen en mannen. Bijzonder aangenaam maar
als je erover nadenkt, wij westerlingen zullen daar eventjes passeren op onze
10.000 kostende mtbike. Bedrag dat deze mensen nooit van hun leven gaan zien.
Maar we hebben ze op zijn minst toch één dag plezier bezorgd.
Na de
passage door het dorp waar ik weer enkel rijders kan passeren, is het terug
stevig klimmen, om de zone Rock n Roll in te rijden. 30 km op en neer en
waar vooral de eerste 15 km zeer technisch zijn, op en over veel rollende ronde
witte stenen en rotsblokken. Ook nadien gaat het nog verder met de singletrack,
het woud in, waar inhalen soms mogelijk is.
Op de witte stenen-zone
gebeurt het volgende. Ik sluit aan bij een vrouwentrio die veel te traag voor
mij rijden, maar noodgedwongen moet ik erachter blijven. Ze botsen en
schodderen over elke steen en rijden enkele meters uit elkaar. Plots panikeert
de eerste bij het zien van een afsprongetje van 20 a 25 cm, ik hoor ze roepen
owowowow, en pats daar gaat ze over kop. De tweede heeft tijd zat om te
stoppen, maar om één of andere duistere reden lukt dat niet of wil ze niet, en
ze gaat collegiaal haar vriendin achterna. Ze tuimelt ook over kop , pats op
haar vriendin. De derde ja het is echt waar, doet krek hetzelfde, ik geloof
niet wat ik zie. Het is net of ik in een scene van Comedy Capers of Laurel
& Hardy zit. Ik moet zelfs niet remmen om te stoppen, mijn voet uit het
klikpedaal en ik sta stil, stap af en begin de dames op te rapen om nadien hun
fietsen uit elkaar te halen. De eerste had zich toch wel wat bezeerd maar
mtbike madammen kunnen wel lomp zijn, maarhet zijn harde tantes. Van één fiets stond het stuur scheef, van een andere
was de bidonhouder half afgebroken. Ik heb altijd wat materiaal mee, en met een
kniptang en een strippeke lapte ik de bidonhouder op, met de juiste sleutel
positioneerde ik de andere haar stuur. Ondertussen was er toch weer wat trager
volk ons voorbij gereden en besefte ik dat mijn resultaat die dag niet
schitterend zou zijn. Het was voor mij niet alleen een Parkinson-dag, maar ook
vanwege het niet kunnen passeren ook een ParkinGson-dag!
Na de
beklimming volgde er weer een prachtige 3 km speciaal aangelegde singletrack
door het woud, om zo de laatste 7 km vlak naar de finish te rijden. 244ste
ben ik geëindigd, slechts drie kwartier na de Marc die alweer rond de 110e
plaats was binnengereden, de regelmaat zelve.
Het
tentendorp was voor de zoveelste dag op rij op een schitterende plaats
opgetrokken. Op één van de vele boerderijen van farmer Glenn, één van de drie
organisatoren. Superlocatie!
Day 7 ; Glencairn to McKenzie Club
87km / 1378htm
Tijdens de
briefing de avond voordien werd dit voorgesteld als een overgangsrit. Vooral
omdat er meer daalmeters dan hoogtemeters zijn, maar dat wil niks zeggen. Ik heb alle Belgen die ook savonds bij elkaar
aan tafel zitten gezegd ; Tétekeréire, geloof het maar niet. Stevige rit,
niet vergeten dat we al zes dagen weg zijn.
Vanwege de
vele singletracks terug in groepen vertrokken. Ondanks mijn triest presteren
van gisteren , 244ste en daardoor gezakt tot de 122ste
plaats in de ranking, mocht ik nog steeds in groep B vertrekken. Vertrekken
toch, want ook vandaag zat ik 300 meter na de start alleen, iedereen uit groep
B was weggedemareerd en ik bleef eenzaam zitten.Vandaag waren het weer de afschuwelijke
teenklauwen die me parten speelde. Het was zeer lichtjes bergaf de eerste 15
km, maar ik kon mijn voet onmogelijk in het klikpedaal zetten, en moest mij
eerder lichtjes laten bollen omdat elke trapbeweging terug het teenklauwen
veroorzaakte.Tegen dat we na 15 km de
singletrack opdraaiden hadden de koplopers van groep C me ingehaald, maar het
moet zeer eigenaardig zijn voor hen, want op het moment dat ik ingehaald werd
kon ik er terug los van weg rijden. De crisis was weer voorbij en Sterke Jan
(aldus de Vincents) vond zijn kracht en pedaaltred terug. Tijdens de
traditionele inhaaljacht kwam ik op een singletrack vast te zitten achter een
groepje, waarbij de twee laatste forse potige ladys waren. Tijdens de voorbije
dagen en ook deze dag hadden we nog geen modder gezien, alleen stof. En plots
duikt er op de track een modderpoel op van wel drie meter lang!!!! Je kon van
veraf zien welk spoor de voorrijdende bikers genomen hadden, echt niks moeilijk
om erdoor te bollen ..behalve voor forse manwijven. Ons groepje komt in
eendenpas aangereden, niemand sukkelt, maar het eerste manwijf weigert te
trappen, waardoor de tweede op haar botst en deze loemperik tegen de laatste
tikt, en pardoes voor de vierde keer een pausenkus op Zuid-Afrikaanse bodem
geeft. Plat in het slijk, ik had het zien aankomen eigenlijk, ezel dat ik ben.
Manwijven oep ne velo, ge moet er voor opletten. Van wijven oep ne velo
moet je ook geen sorry verwachten. Dat is dan ook de reden waarom het woord
gentleMAN bestaat, en gentleVROUW allang uithet groene boekje en andere woordenlijsten uit het ganse universum
geschrapt is. Enfin, een goed vettig fietskostuumpje was het enige dat ik eraan
over hield, en deels uit colere heb ik ook als een gentleWIJF die twee
onmiddellijk voorbijgereden met ellebogenwerk.
Aan het
eerste waterpunt na 40 km sloot ik terug aan bij een groep van een 40-tal
bikers uit groep B. Hier zaten de Johan en den Diestse deggereir bij, ook de
twee Vincents. Door het voortdurend op en af, technische beklimmingen en
afdalingen was dit zoals voorspeld geen overgangsrit, maar voor de derde dag
opeenvolgend loodzwaar. In de laatste 10 km spat alles uit elkaaren kom ik binnen als 82ste.Ik klim terug wat plaatsen in de algemene
rangschikking en kom uit op de 125ste plaats.
Het
onderwerp van de dag bij de Belgen, het overgangsritteke, manwijven oep ne
velo modderbaden en den Diestse deggereir. Goed gelachen en ook veel leute
aan tafel tijdens het lekkere diner.
Alleen maar
lachende gezichten om 7.00 uur aan de start die weer gegeven wordt in groepen
met tussentijden van 5 minuten. Ik , Marc, De Vincents, en den Distse deggereir
en zijn teammaat starten allemaal met de glimlach in groep B. Dat Happy feeling
gevoel is te wijten aan het vooruitzicht van de eerste 40 km, alleen
bergaf .wat daarna komt, daar weigert ons brein aan te denken. De start wordt
gegeven en de eerste 7 km gebeuren in licht dalende lijn, en dan 20km bergaf
voor mountainbikers. De zoveelste singletrack speciaal aangelegd voor
mountainbikers, de onvergetelijke , wondermooie Umko-Drop. Je kan deze
schoonheid nietvertalen, niet
beschrijven. Het is slingeren, draaien, keren, technisch, speedy-stukken, soms
tricky, van een tafelberg langs de klif naar beneden, naar de Umko-vallei.
Ondertussen komt de zon op, verdampen haar warme stralen de vochtigheid in de
vallei, het is van een ongeziene schoonheid. Ik krijg nu nog kiekenvel als ik
eraan denk, en besef toch weer eens wat een ongelooflijke gelukzakken wij zijn
om daar voor ons plezier met ons fietske te kunnen rijden.
Door welke
mug de Marc die morgen gebeten is weet ik niet, maar de vele tassen koffie die
hij s morgens binnenkapt maken hem zeker niet kalmer. Als een dolle hond stort
hij zich naar beneden en schuwt geen risicos. Ik roep hem enkele keren toe om
toch niet als een dwaas andere bikers te passeren, maar hij blijft erdoof voor. En plots in een scherpe haarpin is
hij verdwenen, onderuit gegaan. Als ik de bocht neem krabbelt hij terug recht,
gelukkig is hij langs de klifkant gevallen en niet langs de valleikant. Enfin,
hij was nadien plots wel iets rustiger. De kilometers vliegen erdoor en voor je
het weet zijn de 20 km onder de wielen gegaan. Beneden fiets je nog enkele kms
door de wonderschone Umko-vallei , langs de mistige rivier.
Het gaat
zeer snel en ik heb echt kracht op overschot. Mijn tempo ligt zo hoog dat ik
van iedereen wegrij en de ene na de andere rijder inhaal en ook achterlaat. Als
de mist is weggebrand komen we aan de eerste bevoorrading, waar een minuutje
later ook de Marc met een smile tot achter zijn oren stopt. Iedereen heeft het
over de fantastische Umko-drop. Maar het lachen zal na het bijtanken wel
vergaan, ook voor ondergetekende.
We moeten
verder en het gaat na de bevoorradingspost onmiddellijk fors bergop en dat zal
het ook de volgende 25km blijven doen. De eerste kms is het op een breed goed
bereidbaar pad, maar dan gaat het rechtsaf. Het volgende uur is een steile klim
, een singletrack met soms zeer technische stukken. En na enkele honderden
meters , pats, het is ni waar hè, nu tochniet de Parkinson-blokkage. Mijn off-periode op het meest slechte
moment. Ik kan niet meer peddelen en balanceer tegen 3 a 4 km/uur de berg op.
Ik kan elk moment omvallen, maar ik weet dat dat niet gebeurt. Ik word langs
alle kanten voorbijgereden (alhoewel voorbijgekropen een betere omschrijving is)
door snellere bikers die wel op een klein verzet omwentelingen kunnen maken.
Hun snelheid zal tussen de 8 a 10 km/uur liggen.
Na een
kwartier kruipen besluit ik toch te stoppen en een koekje te eten, wat te
zitten wachten, tot deze off-periode voorbij is, want zo verder doen heeft echt
geen zin. De klim is nog zeer lang.
Er komen
steeds meer rijders aan en mijn picknick inspireert sommige om dat ook te doen.
Na 10 minuten zittijd (dat duurt lang) kruip ik terug mijn tuig op. Ik voel
direct dat het nog niet voorbij is, mijn hartslag blijft zeer laag (max 120).
Ik sukkel maar verder en op de technische stukken moet ik bij gebrek aan
snelheid soms te voet verder. Ook kan ik zo aan de kant voor de tientallen die
mij voorbijrijden. Hoe hoger ik fiets of wandel, hoe langer het duurt voor er
weer bikers mij voorbijrijden. Soms ben ik minutenlang alleen. En als ik weer
eens afstap op een technisch stuk komt er plots een blonde dame uit de bosjes
gehuppeld (neen, ik lijd niet aan zinsverbijstering en neem geen drugs). Ze
heeft ook een mtbike bij, draagt een fietsbroekske en heeft een JoBerg2c nummer
aan haar stuur hangen.
Ze vraagt of
ik even kan helpen met haar kledij. Haar truitje is volledig opengeritst.
Natuurlijk wil ik dat, ik ben geen gentleWIJF hè, wat moet ik doen? Wel zegt
ze, je moet je hand tussen mijn benen steken en zo mijn broekzeem tegen mijn
aandrukken. Ik weet niet wat ik hoor, denk dat mijn Engels tekort schiet om dit
te verstaan en vraag nog eens wat ik moet doen. Weer zegt ze hetzelfde en doet
zevoor waar ik mijn hand moet leggen.
Ze heeft een zitvlakprobleem (in het coureursjargon, een joekel van een puist
oep haar gat) , en ze komt een hand te kort om een soort van desinfecterende
sticker op de juiste plaats aan te brengen.Ik vertel haar dat ik vanwege Parkinson toch wel wat handshake, . Ze
lacht en zegt ;ik ben wel wel meer
gewend. En ik doe mijn goede daad die dag. Het ene manwijf is de andere
bosnimf niet hè. Je kan wat tegenkomen zomaar ergens in de broesse.
Na het
spelletje broekske wrijven (dat veel te snel voorbij was) moeten ik en zij
weer verder, de steile col op. Uiteindelijk kom ik boven, en kan ik onmogelijk
inschatten hoeveel tijd ik verloren heb. Veel, zeer veel, das een zekerheid.
Maar eens ik terug enkele honderden meters heb gefietst is plots de power terug.
Het is onbegrijpelijk en ongelooflijk, maar ik voel het niet aankomen dat ik in
mijn off-periode val, ik voel het ook niet aankomen datmijn on-periode terug ingaat. Het is ineens
weg, en het is ineens terug. En voor de zoveelste keer begin ik weer te poweren
en in te halen. Er blijven nog zon 30 km te rijden met nog aardig wat klimwerk
en een sterke tegenwind. En daardoor haal ik nog echt veel rijders in, maar ik
heb geen enkel idee in welke positie ik rij.
Bij de
finish ben ik zeer verbaasd dat ik als 147e binnenrij, slechts 18
minuten na Marc, die wel lek gereden is, maar toch moet ik sterk gereden hebben
die laatste 30 km. Het is ook te merken dat we 8 dagen aan het fietsen zijn,
velen zitten op hun tandvlees. Ik daarentegen voel me kiplekker.
Deze finish
is eigenlijk het fictieve eindpunt. Hier wordt het eindklassement van de
JoBerg2c opgemaakt.Morgen, de laatste
etappe, is een paraderit, de Champagne Stage zoals de organisatie het noemt, is
er om te genieten. Er worden morgen geen tijdsopnames meer geregistreerd. Dat
betekent dat ik 120e geëindigd ben in het totaal klassement,12e
bij de Masters of de ouwe venten categorie,ondanks alle Parkinson-ellende.Regelmatige
Marc eindigt 110e en 11e
bij de Masters. Het is wel indrukwekkend want van de 800 gestarte deelnemers
worden er slechts 393 of de helft geklasseerd. De andere helft heeft om een of
andere reden opgegeven, niet alle ritten gereden, is buiten tijd aangekomen etc.
Hetzelfde fenomeen in de Master-categorie, 97 deelnemers aan de start en
slechts 47 geklasseerd.
De rest van
de dag en de avond verloopt natuurlijk in een geweldige sfeer, omwille van het
broekske wrijf verhaal en alles wat daarvan gemaakt wordt, maar ook omdat
het morgen een paraderit is. Toch waarschuw ik de Belgen dat er morgen toch ook
behoorlijk venijnige beklimmingen inzitten, het is geen met 2 vingers in de
neus etappe. sAvonds tijdens de show en de briefing wordt er gezegd dat de
start morgen naar keuze is tussen 07.00 en 08.00 uur. Dit wordt met gejuich
onthaald. De plezante avond duurt een dik uur langer dan de voorbije en rond
21.30 begint de eetzaal leeg te lopen. Op de Crazy Belgian Table blijven
behoorlijk wat lege flessen wijn achter.
Day 9 ;
Jolivet to Scottburgh 83km / 970 htm
Voor de
laatste keer dit jaar in de JoBerg2c begint stipt om 05.30 uur de haan te
kraaien. Het beest is nog altijd snipverkouden, kort daarna beantwoordt een
fiere haan het eerste schorre gekraai,waarop de honden ook weer wakker worden en beginnen blaffen en bassen,
in verschillende toonaarden, kortbij en veraf, de mannen van AC/DC zijn er
ook nog steeds met hun snerpende gitaren en Thunderstruck!!!
Gisterenavond
hebben de Belgen afgesproken om met zijn allen de laatste rit in groep te
rijden, ook de Waal die opgegeven heeft rijdt mee, en we zouden vertrekken om
07.45 uur. Om halfacht rijden Marc en ik naar de start waar ze al allemaal
klaarstaan, en op enkele bikers na is het hele peleton al vertrokken voor 07.10
uur. Het is niet te geloven, dus de Belgengroep vertrekt dan ook na
beeldopnames voor de tv-uitzending die dag. Ik voel weer dat het een
Parkinson-moeilijk begin voor me zal zijn, en zeg tegen de rest dat ze maar
verder rijden zonder naar mij te kijken, ik haal hen wel terug in. Gelukkig
duurt mijn ellende niet al te lang en na een dikke 20 km zit ik terug bij de
Belgengroep die er een gezapig tempo op nahouden. Zoals eerder gezegd zitten er
drie nijdige klimmen in, en even nadat ik terug aangesloten ben is er de Out
of Africa-klim. Bovengekomen is het lang wachten eer de laatste Belg, de
herstarte Waal samen met Nic, terug aansluiten. Halverwege de etappe die door
onnoemelijk veel suikerrietvelden gaat, vooral in lichtjes dalende lijn is,
komt de zoveelste steile moeilijke en technische helling van deze
JoBerg-editie. Deze keer door een weide, en daardoor zie je een sliert van
wandelende bikers naar de top klimmen. Tijdens onze beklimming moeten de betere
Belgen, waar ik mezelf ook toereken, slalommen en balanceren tussen de rotsen
en de wandelaars naar boven toe. En ook hier ga ik voor de vijfde keer dan
tegen de vlakte door een domme beweging van een wandelende biker. Maar ach, een
schaafplek meer kan de pret niet derven. Bovengekomen wachten we op de andere
Belgen. Maar het duurt erg lang en we besluiten dan maar om verder te rijden
tot de bevoorrading en daar elkaar op te wachten.
Na de
bevoorrading valt onze groep weer uit elkaar, alle Vlamingen zijn samen op Nic
na (ook teveel buikvet) , onze Waalse vrienden Les Vincents zijn er ook bij. De
andere Walen zitten in groep 2. Wat verder rijdt er één van de twee Vincents
lek en besluiten ze dat ze op de andere Walen gaan wachten. Federalistisch
Belgie rijdt ook in Zuid-Afrika mee.
We krijgen
nog een extra tv-opname van de Crazy Belgians, alhoewel Wallonie niet meer
vertegenwoordigd is in onze groep, maar dat zeggen we niet. En ineens is het zo
ver, de finish is in zicht, enkel nog de 300 meter lange op het water zwevende
brug over de zee-arm over, en we zijn er. Maar er is geen water, daarvoor zijn
we te laat binnen. Al het zeewater is weg vanwege het getij. Voor de tweede
keer op rij kan ik niet over het zeewater rijden, nu omdathet eb is, vorig jaar omdat de brug gesloten was
vanwege teveel wind. Dus moet ik volgend jaar terugkomen.
Marc en ik
rijden al hand-shakend over de aankomstlijn en krijgen net als iedereen een fles
champagne. Na de proficiats onder elkaar en tegen vele andere deelnemers die we
tijdens dit avontuur leren kennen hebben, worden de flessen ontkurkt. Het
smaakt afschuwelijk, maar daar maakt niemand een punt van. Het was wreed
plezant!!!!
Na een
tijdje rijden we verder en zoeken onze gids Ryan op die staat te wachten met
onze fietskoffers en bagage. Rond 14.00 uur is alles ingepakt en vertrekken we
naar ons hotel in Durban met de bus. We kijken nog eens achterom en ik denk, wees
maar zeker dat wanneer mijn lijf en gezondheid het enigszins toelaten ik in 2018 terugkom, voor de derde keer in
drie jaar tijd.
Ik weet niet
of dat gaat lukken. Ik heb me daar ook voorgenomen om vanaf heden zulke
evenementen eerder op een rustige toeristische manier te beleven, ipv te
koersen. Ik weet niet of ik daartoe in staat ben, maar ik ga het proberen. En
dat zal nog dit jaar zijn, ook in Zuid-Afrika, in oktober tijdens de 7-daagse
Cape Pioneer Trek.
En ga zeker
via dezehomepagina naar de knop
media, en klik op Youtube videos and images. Neem iets om te drinken en te
knabbelen, en geniet van de bijzonder mooie films/ fotos van de dag, die wij
elke dag tijdens het avonddiner mochten bekijken op groot scherm in de enorme
eettenten, voor de tv-uitzending.
Eind 2016 krijg ik een telefoontje van de Luc (de
pechvogel in de derde etappe van de Crocodile Trophy 2016, aan wie ik ook mijn
reservebinnenbandje gaf, met alle narigheden en ellende tot gevolg). Of ik geen
zin heb ommet hem te vormen in de
Algarve Bike Challenge 2016, in Tavira, van 3 tem 5 maart.
Deze wedstrijd bestaat uit een avondproloogvan 2,5 km dwars door het pittoreske stadje ,
en twee ettapes in het binnenland van de regio. Ik ben weer direct akkoord,
als we maar weg zijn en de hort opkunnen. Mijn esposa Geja heeft nog gratis
vliegtickets liggen van Brussels Airlines, dus kunnen we die daarvoor
gebruiken, en met haar beslis ik om er ineens 7 dagen van te maken. Een weekje vakantie
in een luxe-resort in dAlgarve, echt iets voor ons. Dat gaat wat geven.
We proberen ons in te schrijven als Team Tettekerèire, maar
dat lukt jammer genoeg niet. Ik had het de Portugezen graag horen uitspreken.
Dus wordt het maar Team JanLuc, in de categorie 50+, de Grand Masters ,
alhoewel ik de ouweventencategorie leuker klinken vindt. Ik weet weer
waarvoor ik mag trainen.
Eind januari begeeft mijn achterdemper van mijn Specialized
Epic het. Vermits het een onderdeel is van het gepatenteerd Brain Systeem van
Specialized moet de herstelling gebeuren bij de verdeler. Minstens twee weken
zonder fiets. Prachtig marketingsysteem ook vind ik. Ik koop dan maar een
S-Works Epic kader en laat deze opbouwen identiek als mijn Specialized Epic.
Levertijd 4 dagen, en ik kan verdertrainen.Het vervolg van deze
komedie, want zo gaat dat altijd bij mij, vertel ik later eens misschien.
Op 28 februari nemen Geja en ik het vliegtuig naar Faro,
vandaar verder met de huurwagen naar ons resort, Vila-Gale Albacora in Tavira. Geweldige
locatie, een omgebouwd oud visserdorp en
zeer rustig, want bij aankomst zijn er
maar een 10-tal kamers van de slordige 250 bezet. In het hoogseizoen zal dat
wel anders zijn. Net als tijdens het raceweekend.
Met een bang hartje haspel ik daar op woensdag (110 km en
2500htm) en donderdag (80km en 2200htm) twee ferme trainingsritten af. De twee
tracks van de editie 2016 die ik gedownload heb op mijn gps. Ik kom onderweg
regelmatigen vooral op de zwaardere
stukken markeringen en pijlen tegen voor de koers van dit jaar. Het zal duwen,
stoempen , puffen en blazen worden, want dit is ook een UCI-wedstrijd.
Donderdagavond begroet ik mijn teammaat Luc. Ik geef hem de
hand en hij kan nog net op tijd ingrijpen wanneer ik hem een schouderklop wil
geven. Heeft hij toch wel twee weken
voordien drie ribben gebroken bij een schuifpartij op het asfalt, in een
mountainbikerace in Spanje!!! Maar zegt Luc, ik ga proberen de proloog te
rijden, zaterdag te starten en wanneer de mtbikers het veld indraaien, rij ik
rustig verder de weg op, dus Jan ge zult zonder mij moeten rijden. Luc is ook
ingeschreven om de Cape Epic in Zuid Afrika te rijden, de derde week van maart,
en hij wil na zijn val dit weekend terug beginnen bollen. Karaktervent of zou
zot zijn echt geen zeer doen? Behalve met drie gebroken ribben dan!
Het is altijd iets met ouwe mannen dieperse jong willen blijven. Petanque, schaken
en dammen, de drie enige sporten die nog zouden mogen toegelaten worden eens je
de 50 bent gepasseerd. Hoor wie het zegt. Het wordt er ook niet beter op
wanneer we een groot aantal van de 400 twee-mansploegen, 800 deelnemers dus
zien binnenvallen. Zelden zien we iemand die meer dan 65 kg weegt, laat staan
de 80kg van mij, de 90 kg van de Luc. De koers wordt hier duidelijk bergop
gereden en gewonnen.
Op vrijdagavond 3 maart staan wij in het donker op het
startpodium om 19.23 uur voor onze 2,5 km lange proloog. Heel het parcours
bestaat uit kasseien, trappen op en trappen af, en op de koop toe regent het
een beetje, de kasseien zijn spekglad. Ik kan het niet over mijn hart krijgen
Luc achter te laten. Heel behoedzaam rij ik met hem de 2,5 km in meer dan 15
minuten, en samen rijden we over de finish. Hoeveel teams er ons voorbij zijn
gereden tel ik niet, heeft ook geen belang, want als één rijder van een team
opgeeft mag de andere wel verder rijden, maar wordt hij niet meer in de ranking
opgenomen. Ondanks onze recordtijd zijn er nog 8 teams trager dan ons, die
moeten lekgereden en/of gevallen zijn, dat kan niet anders. Maar we hebben ons
toch geamuseerd en een terraske gedaan met de vrouwen. Het heeft wel iets ,
deze avondproloog in dat stadje , ondanks het gedruppel, leuke sfeer.
Zaterdagmorgen 4 maart regent het pijpestelen en ouwe wijven
tegelijk. Er blaast ook een zeer harde wind. De organisatoren besluiten
wijselijk de start 2 uur te verlaten en de eerste etappe wordt ook ingekort met
ongeveer 15 km. Om halftwaalf worden 798 smalle mannen en 2 wat oudere en
dikkere heren, helemaal achteraan in het peleton, op gang geschoten. Enkele kms
verder zwaait Luc mij uit, wenst me hetbeste, en zegt rij maar. Ik maan hem aan tot voorzichtigheid op zijn
wegritteke en duik het rode modderbad in vanwege de regen. Modder is het niet
echt, eerder een rode waterige pap vanwege de hevige regenval. Het zal een proper
ritteke worden, maar de zon is terug van de partij, en datgeeft de burger moed.
Ik vind snel mijn tempo en het verbaast mij dat ik constant
smalle jongere gasten voorbij peddel, ook bergop. Als je in zon pak achteraan
start kom je natuurlijk de traagste eerst tegen, en ook veel sukkelaars die
niet veel kennis hebben in techniek. Niet dat ik zon kennis heb maar goed
gelanceerd bergafrijden om de volgende
helling op te stormen, dat ken ik. Tandje per tandje kleiner schakelen zodat je
steeds een constant omwentelingsaantal draait tegen een behoorlijke snelheid is
iets wat velen niet kennen. Zo rijd ik ze met tientallen voorbij. zij die aan
de voet van een klim onmiddellijk van groot naar klein schakelen en zo direct
stilstaan voor ze eigenlijk aan het klimmen gaan.
Ik blijf constant inhalen maar hoe verder ik door het pak
rij, hoe meer gaten er zijn die ik moet overbruggen vooraleer een volgend
groepje tegen te komen, maar het gaat goed. Hier en daar staat ook Geja te
supporteren die met de auto de punten heeft gezocht waar we de openbare weg
oversteken. Prettig weerzien steeds.
Na zowat 50 km rij ik al een tijdje in hetzelfde groepje en
stop aan de tweede bevoorrading. Dit is zowat het hoogste punt van de rit, en
nu gaat het vooral bergaf naar de kust met toch nog wel wat nijdige klimmen in.
Ook Geja is hier en zegt dat ze de Luc op het vorige punt (waar ik al voorbij
was) heeft gezien. Dieje zit IN DE KOERS!!! Straffe pee, ik kan het niet
dikwijls genoeg zeggen. Ik besluit om op hem te wachten, en sla ondertussen een babbel met een
toevallige voorbijfietsende Belg op een koersfiets die stiekem een banaan kwam
pikken. Een kwartier later reed hij verder en was Luc nog niet te zien. Was hij
nog wel in koers? Ik besluit om toch maar verder te rijden. Geja gaat wachten
en mij per sms berichten of hij daar nog passeert, en te vragen wat zijn
plannen zijn. Ik vind mijn pedaaltred terug en haal weer rijders in, om vlak voor het binnenrijden van Tavira terug bij het
groepje rijders te zitten die mij achterlieten bij de 2e
bevoorrading.
Als ik de finishboog zie staan stop ik in de zon op een brug
om naar mijn telefoon te kijken. De Luc is nog steeds in koers en fietst met
zijn 3 gebroken ribben en een hooppijnstillers op zijn tempo naar de aankomst. Ik wacht want ik wil diene
kerel zien voor de aankomst om samen als team de meet over te rijden.
Zo wacht ik ongeveer een half uur , honderden rijders zijn
al gepasseerd en daar duikt hij op. Scheef op zijne fiets en met een van pijn
verwrongen gezicht tovert hij een grijns op zijn vuile moddersmoel als hij mij
ziet. Super man, ondanks dat ik vind dat je een idioot bent bewonder ik uw
karakter, proficiat, geweldig. Ijzersterkevent,en samen bollen we net als
de dag voordien over de meet. Ons klassement en de tijd? Wat kan ons dat
schelen. Toffe rit (75 km en 2400htm) alhoewel het voor het éné teamlid wat
plezanter zal geweest zijn dan de andere.
SAvonds aan tafel met de bende is het prettig toeven.
Zekerwanneer ik merk dat mijn
solidariteit vanwege het wachten opmijn
halve team, beboet wordt met een STRAFTIJD van 3uur 55 minuten!!!!! Blijkt dat
er onderweg enkele geheime controlepunten zijn. Het reglement zegt dat teams
ten allen tijde bij elkaar moeten blijven , zoniet worden er vijf minuten
straftijd toegekend per minuut dat een team uit elkaar rijdt. Deze straftijd
geldt alleen voor de wegrijder. De achterblijver krijgt gewoon zijn gereden
tijd. Zodoende heb ik door een halfuur te wachten op de brug vlak voor het
laatste controlepunt, de finishlijn150
minuten of 2uur 30 minuten gewonnen Merci Luc!!!!!!
Zondag 5 maart derde etappe. Weerom staan we achteraan het
pak en Luc gaat proberen omna zijn
volhardingstest gisteren deze rit ook uit te rijden. Ik blijf bij hem, ik ga
deze keer geen extra straftijd riskeren. Maar mijn solidariteits-achterstand kan
ik nooit goedmaken op hem als hij uitrijdt. En hij zal uitrijden, want nu heeft
hij een reden meer natuurlijk. Na het startschot zijn we weg en kijk, ook nu
halen we samen regelmatig anderen in. Ik wil ten allen tijde vermijden dat hij
valt omdat hij mij probeert te volgen. Of ik rij achter hem of bij het klimmen
zoek ik mijn tempo , enlaat hemachter, maar zodra ik hem niet meer zie of op
de top wacht ik hem op. Waar het kan neemik hem op sleeptouw en zo rijden we toch een aardig tempo. Ik zeg nog
eens dat hij karakter heeft, botsen en schodderen met drie gebroken ribben, doe
het maar.
De laatste 20 km zijn
vooral bergaf en vlak en daar geef ik er nog eens een lap op, en hij blijft
goed in mijn wiel. Het team JanLuc zal als team uitrijden en aankomen. Op het einde
zitten we op de asfaltweg en wordt Luc zowat euforisch en neemt hij zelfs de
kop, ik moet begot krabben om in zijn wiel te blijven. Neeje, dat plezier
ommij eraf te rijden gun ik hem niet.
In de laatste km jaagt de organisatie ons om één of andere reden door een
ondergelopen fietstunneltje waar het water kniehoog staat, en moeten we nog van
de fiets, ik ben daar niet kwaad voor. Even later rijden we blij en voldaan
hand in hand de meet over waar onze vrouwen ons staan op te wachten.
Leuk evenement, goed georganiseerd en goede sfeer (zelfs met
drie gebroken ribben).
Ik heb hem gereden, helemaal uitgereden, van de eerste tot
de laatste meter, de Crocodile Trophy 2016, ik heb hem gereden, ik heb
hem gereden. Ik heb ook gewandeld en gekropen, letterlijk, over onbereidbare
steile hellingen ., ik heb hem meer dan eens verwenst en vervloekt, ik heb
gezucht, geblazen ,gevloekt, getwijfeld, ik heb liters zweet verloren, ben diep
geweest, zeer diep, met momenten meer dan ik in mijn lijf had, uitgeput Soms stonden de tranen in mijn ogen van
ellende en uitputting, mezelf afvragend waarom ben ik hier aan begonnen. Ik heb
willen opgeven, niet meer afzien. Op andere momenten stonden de tranen in mijn
ogen van geluk, van contentement, opperste verrukking, was ik zeer blij dat ik
hier toch nog aan begonnen ben. Zoveel emoties, zoveel gevoelens ik kan
het niet omschrijven.Overweldigend.
Terug naar september 2014. Na twee operaties ben ik 3 maand
later voorzichtig beginnen fietsen, zegge en schrijven begin december. Omdat ik
moeilijk stilzitten kan ben ik tijdens mijn herstelperiode wat plannetjes gaan
tekenen om onze badkamer wat op te frissen, om uiteindelijk uit te komen tot
een grondige opfrisbeurt/halve verbouwing van onze woning, dit tot ergernis van
mijn eega Geja .. die nadien wel tevreden was.
Om die reden heb ik tijdens het voorjaar 2015 minder
gefietst, heb hier en daar een toertocht in het weekend meegepikt,maar ben vooral met verbouwingen aan onze
woning bezig geweest. De Crocodile Trophy zat ergens diep in mijn achterhoofd
verborgen.
Na de renovatie en de jaarlijkse motorvakantie in de
zomer van 2016, heb ik terug wat meer tijd gemaakt voor de mountainbike. Het
krokodillebeestje kroop stillekesaan terug naar voor in t koppeke. En tijdens
de prachtige, droge herfst van 2015 zat
de Crocodile Trophy terug helemaal daar waar hij met een smak verdween in
september 2014.
In de voorbije twee jaar ismijn dosis dopamine-inname noodzakelijkerwijs verhoogt, en kan ik geen 4
uur meer zonder, dat ontdek ik op de volgende manier;
In het najaar en de winter van 2015/2016 stel ik vast dat Mr Parkinson,
samen met de Crocodile Trophy, ook meer op het voorplan komt. Zowel
tijdens de dagelijkse beslommeringen, maar tot vervelens toe ook tijdens het
fietsen. Ik heb hem dan maar dik tegen mijn goesting opgenomen in mijn
tweemansploeg, hem ineens benoemd tot kopman voor het leven. Hij profiteert
alleen maar van me, haalt nooit drinken of eten, zet mij nooit even uit de
wind. Integendeel, plots duikt hij op, hangt aan mijn zadel, erger nog, hij
kruipt gewoon als ballast in de zakken van mijn fietstrui of kruipt gewoon opmijn rug.
Vandaag de dag ,november 2016, is het zover gekomen dat
kopman Parkinson tijdens elke rit één tot twee uur al mijn aandacht opeist. Dat
uit zich tot het in kramp trekken van mijn tenen aan mijn rechtervoet. Of het
ongecontroleerd wiebelen van mijn linkervoet, die dan soms uit mijn
klikpedaal springt. Op die momenten, vooral wanneer mijn rechtertenen in
klauwvorm komen te staan, zit er niks anders op dan te stoppen met pedaleren,
af te stappen en te wandelen, zodat mijn klauwtenen terug ontspannen. Soms gaat
het voorbij na één keer 100 meter wandelen, veeleer moet ik dit enkele keren
herhalen en kan het soms een half uur duren eer mijn klauwtenen terug
ontspannen zijn.
Maar de wiebelende linkervoet, en de klauwende rechtervoet is
nog het minst erge. Tijdens wat langere ritten, toertjes van 3 of meer uren
krijg ik van de ene seconde op de andere periodes van blokkage. Om te fietsen
breng je de kracht via je benen over naar de pedalen, dat doe je spontaan.
Tijdens die blokkage-periodes doe ik alle moeite om dat te doen, maar dat lukt niet. Mijn kracht kruipt in mijn armen. Ik doe niks
anders dan gewoon mijn armspieren opspannen tot deze 1000 kilo en meer wegen.
Er komt niks van power meer op mijn pedalen.
Op het vlakke, bergop, zelfs bergaf krijg ik amper de benen
rond, mijn hartslag gaat tijdens deze periode ook nooit meer boven de 115/120
slagen/minuut, soms blijft hij onder de 100 . Doe ik toch alle moeite om mijn
hartslag en omwentelingsaantal terug hoger te krijgen, door bijvoorbeeld een
spurtje te trekken, en kom ik zo tot aan een geweldige hartslag van 130, dan
betaal ik dat cash. Er rest mij niks anders dan op mijn zadel neer te ploffen
als een bloemzak. Mijn hartslag valt onmiddellijk terug tot maximum 115.
Het rare eraan is ook dat ik tijdens die blokkage-periode
ook de meest steile hellingen aankan, maar aan een extreem laag aantal
omwentelingen, zodoende fiets ik dan amper 3 a 4km/uur. Op het vlakke kom ik
niet harder dan 16 a 18 km/uur. Ook tijdens deze periode van blokkeringmoet ik amper ademhalen, ik ben of voel me
ook niet moe. Ik fiets gewoon rond met de hartslag van een mummie, draai een
maximaal omwentelingsaantal van een 150-jarige.
Ondertussen heb ik dat allemaal moeten aanvaarden, weet ik
dat ik niks anders kan doen om te wachten tot wanneer de voetproblemen en blokkeringsperiode
voorbij is. Dat gebeurt ook van de ene op de andere seconde, net zoals het
opkomt. Ik voel dit niet aankomen, en voel ook niks meer nadat dit voorbij is.
Tot op heden weet ik alleen dat het voorbijgaat. Soms snel na een tiental
minuten, maar evengoed kan het anderhalf tot twee uur duren, zoals ik dezer
dagen mocht meemaken in de tweede helft van de Crocodile Trophy. Vermoeidheid en overmatig zweten tijdens het fietsen is zeker een bepalende
factor.
Mijn neurologe heeft voor al deze dingen geen verklaring, bij
gebrek aan naslagwerk of onderzoek van andere Parkinson-patiënten die zoals zei het zegt, extreem sporten.
Ze zegt dat ik een boek of een naslagwerk moet schrijven. Om
dan te overhandigen aan haar? Zodat ze weer 55 euro kan aanrekenen voor een
bezoek? Téitekereire, ik fiets liever
Terug naar het najaar 2015;
In oktober 2015 koop ik een nieuwe mountainbike, een full
suspension (voor-en achteraan geveerd) Specialized Epic Expert Carbon 2016. En
ook nieuwe schoenen.
Ongelukkigerwijs start ik op advies van de neurologe in
dezelfde periode met andere medicijnen om Prolopa-bijwerkingen tegen te gaan. Ik start met de inname van Stalevo die
de Prolopa moet vervangen. Het opduiken van de problemen die ik ervaar wijt ik en mijn dokters
helemaal aan de nieuwe fiets en de nieuwe schoenen.
Na vele bezoeken bij dokters, neurologen die me verschillende
test laten doen, die me van kop tot teen onderzoeken, bezoeken aan podologen die
verschillende soorten en types steunzolen voorme maken, komen vooral de klauwtenen frequenter voor. Ook wanneer ik
helemaal niet fiets, bij dagelijkse handelingen. Het duurt ook veel langer eer mijn rechtervoet terug
ontspannen is. Hetzelfde geldt voor de blokkeringsperiode.
Begin februari heb ik al een drietal weken helemaal niet
gefietst en ben ik moe, zeg maar uitgeput. Op een donderdagmorgen kom ik helemaal tot
stilstand. Ik kan mijn broeksriem niet meer sluiten, en neen, ik ben niet
dikker geworden.
Ik zet mij neer, neem pen en papier, en begin op te schrijven
wat er de voorbije maanden veranderd is, hoe het in godsnaam mogelijk is dat ik
op goed drie maand 120 jaar geworden ben. Ik kom tot het besluit dat het niks
te maken heeft met nieuwe fiets of schoenen, nog minder met al of niet speciale
steunzolen. Het is de nieuwe medicatie.
Ik doe alsof de laatste drie maand er niet zijn geweest en
besluit op eigen houtje om terug een dosis oude stopgezette pillen in te nemen. Alle zes uur
een half tabletje Prolopa250. Een kwartier later krijg ik een ongelooflijke
boost. Het kan mij helemaal niet schelen wanneer één of
andere specialist toen en nu zegt dat dit niet kan, en ik wil ook niemand ertoe
aanzetten om zelf te gaan experimenteren, maar dit is wat er gebeurde die
donderdagvoormiddag.
Een half uur na inname van mijn pillen trek ik mijn nief
schoenen, kruip ik niet meer, maar spring terug opmijn nieve velo en doe een toerreke. Ik voel me herboren, kan mezelf
terug afdrogen na het douchen en een broeksband sluiten is geen enkel probleem
meer.
Het weekend daarop maak ik twee keer een mountainbiketoer van
meer dan vier uur met aardig wat hoogtemeters. Twee keer stel ik vast dat mijn
klauwtenen opduiken vier uur later nadat ik mijn pillen heb geslikt.
Mijn simpeleredenering luidt als volgt; mijn dopamine is
mijn brandstof , mijn lichaam is de benzinetank, de naftbak Mijn armen en
benen zijn de motor. En als je niet op tijd en stond naft in de naftbak kapt
stopt de moteur met rijden.
En dat is wat er is voorgevallen tijdens de herfst/winter
2015-16. Elke 6 uur een half dopaminetabletje is niet meer voldoende om dit
lijf te laten functioneren, laat staan fietsen zoals voorheen.
Omdat ik elke dag, ondanks de waarschuwingen van lijf en leden,
de klauwtenen en blokkage-problemen, de laatste restjes dopamine uit de
reservetank heb genomen ben ik langzamerhand trager en
trager gaan functioneren, om uiteindelijk helemaal stil te vallen op
"broeksband-donderdag" in februari.
Vanaf dat weekend neem ik s morgens (weer op eigen initiatief) om 6 uur ¾ tablet
Prolopa250 en vul elke 4 uur aan met een ½ tablet. En kijk, het wonder is
geschied, ik val niet meer stil en mijn klauwtenen zijn weg. Ik ben ook haast
zeker dat de nieuwe pillen Stalevo ipv Prolopa ook wel zullen werken, alleen
geldt voor de nieuwe pillen ook het naftbak-principe, en moet de dosis hoger
zijn, of de toevloed frequenter. Maar omdat ik ondertussen weer met nieuwe moed
aan de weg naar de Crocodile-Trophy begonnen ben, ga ik het overschakelen van
Prolopa naar Stalevo, pas na de Croq doen (gisteren 2 november begonnen). Dat
mijn neurologe zegt wat ze wilt, ik ben het die moet slikken.
Drie weken later heb ik een afspraakmet mijn neurologe. Opgewekt en blij vertel
ik haar mijn verhaal zoals hier beschreven, zij luistert en noteert aandachtig.
Na mijn verhaal zegt ze; Allee, das goed, ik ben blij voor u, doe zo voort,
het is 55 euro.
Drie weken na broeksband-donderdag haal ik al terug een behoorlijk
fietsniveau en schrijf mij in voor een ander meerdaagse mountainbike-race, in
Zuid-Afrika. De JoBerg2c (lees van Johannesburg to Coast), een negendaagse
race in lijn. Van Johannesburg tot Durban. 900 km, 14000 hoogtemeters, dwars
door de wondermooie schoonheid van Zuid-Afrika, door Zoeloe-land, eindigend op
de beach van Scottburgh, waar je eerst een door de golven bewegende 300 m lange
brug vlak voor de finish moet overrijden. Ga, kijk en geniet;www.JoBerg2c.co.za en
schrijf u in.
De overtreffende trap van fantastische beleving is niet
genoeg voor dit heerlijk evenement. Elke deelnemer is daar een kampioen en
wordt van de eerste tot de laatste minuut in de watten gelegd. Het enige wat je
moet doen is fietsen, eten en naar het toilet gaan. Verder wordt je daar
behandeld als koningen. Je bagage wordtgedragen, je fiets wordt elke dag gepoetst en gesmeerd, bevoorradingen
onderweg zijn buffetten die heerlijker zijn dan Romeinse schranspartijen ten
tijde van Julius Cesar, om van de avonddiners nog maar te zwijgen. Dagelijkse
filmreportages die niet moeten onderdoen voor de uitzendingen van de Tour de
France, met filmploegen in helicopters, in de koers en broadcasting op de
Zuid-Afrikaanse tv. Om duimen en vingers af te likken.Een unieke ervaring waar je natuurlijk wel voor moet getraind
hebben, maar een absolute to do marathon voor de geoefende amateur-mountainbiker.
Ik vond het alvast zo prachtig dat zolang mijn lijfhet toelaat ik elk jaar terugga, alvast in
2017.
In het begin van de zomer merk ik terug dat mijn naftbakske
dopamine alweer rapper leeg is, en slik ik noodgedwongen elke 3 ½ uur een ¾
tablet Prolopa250, zeker bij het fietsen. Desondanks komen de klauwtenen en
blokkagemomenten meer en meer voor. Ik begin er rekening mee te houden dat het
haast elke lange training of rit (meer dan 4 uur) wel het ene of het andere
opduikt.
Na mijn terugkeer uit Zuid-Afrika had was de goesting naar
meer van dit events groot. Ik zocht en vond een ander avontuur. Een zesdaagse
race in Mongolie eind augustus 2016, The Mongolia Bike Challenge.
Het enorme lege landschap is overweldigend mooi. Mooie maar
ook zware ritten vanwege de hoogtemeters, maar vooral vanwege de wind. Er is
altijd en overal wind die blijkbaar altijd tegen staat. Heb je het geluk dat hij
voluit op de rug blaast ga je natuurlijk wel vooruit, maar net vanwege deze
snelheid is het dan ook vaak snel afgelopen, en ishet terug stoempen geblazen. Van een
technisch parcours moet je zeker niet spreken, remmen heb je haast niet nodig,
een geveerde fiets is ook geen must, singletracks zijn er totaal niet, maar nog
eens, het is een overweldigend landschap.
De sfeer onder de deelnemers was super. Ik heb me geamuseerd , tijdens de ritten, en zeker ook nadien.
Het eten was ook best in orde, maar daarmee zijn alle goede punten van de
organisatoren vermeld.
Qua organisatie is het een zootje, een dikke nul
en zwaar gebuisd. Alles wat er wordt beloofd op hun website is er niet. Amper
gelegenheid tot douchen na de race, laat staan wat water om demountainbike wat op te poetsen. Als er al
water is , is het alleen koud water of een groene rivier. Ondanks de vele uren
zon komt de temperatuur overdag amper boven de 15 graden vanwege de hoogte en
de wind. De overjaarse gps routes zijn al jaren niet ge-update, er is weinig of
geen correcte bepijling. Deze twee factoren zorgen voor veel ellende bij de
deelnemers en leidt tot nachtelijke zoektochten naar deelnemers. Zelf ben ik enkele
uren aangehouden omdat ik onwetend op militair gebied aan het fietsen was.
Slapen in tenten waar meer gaten dan zeildoek aanwezig was, en dit terwijl de
organisatoren elke nacht in een hotel verblijven. Bevoorradingsposten hebben
water en chips, met wat geluk is er ook nog cola en thats it. Transport van de
mtbikes gebeurt op open bouwtrucks, waar voor enkele honderduizenden euros aan
fietsen op staat, zonder enige bescherming tussen de fietsen. Deze worden tegen
elkaar getrokken door koorden alsof het oud ijzer is, en zo kan ik nog wel
doorgaan.
Mijn persoonlijk advies (maar ik ben er natuurlijk wel
geweest); Wegblijven!De vertrekplaats
Ulaanbataar, tevens hoofdstad, is een echte hel voor fietsers, fietsen is
levensgevaarlijk. Maar een avontuur is het zeker wel.
En dan nu het hoofdstuk waar ik deze blog voor heb gemaakt.
De Crocodile Trophy (niet 2014) maar
de 22ste editie in 2016. Jaren van gedroomd en nu werkelijkheid.
Na mijn hoofdstuk Mongolie merk ik dat de conditie niet
opperbest meer is. Ik heb in september de kaap van 10.000 kms op mijn mtbike
overschreden, en weer krijg ik sneller, klauwtenen, wiebelvoeten of blokkage.
De duurtijd om erover te komen duurt vaak ook langer. Maar ik weiger nu pertinent
om nog meer dopamine te slikken, of de inname tijd nog te verkorten.
Gesteund en aangemoedigd doorop de eerste plaats mijn eega
Geja, mijn drie beste jeugdmaten den Toinkes, den Biste, en de Fluppe,
alsook hun respectievelijke wederhelften, vertrek ik op 17 oktober met een
klein hartje en dikke peurre met mijne kopman Parkinson richting Cairns.
Mijn doelstellingen zijn in twee jaar wel veranderd, in
eerste plaats vanwege mijn aandoening, in tweede plaats vanwege mijn val. Ik wil
uitrijden, overleven, aankomen en heb op 51-jarige leeftijd niet meer de
gedachte, wat een ander kan, kan ik ook.
Aan de ellenlange vlucht lijkt geen einde te komen. Uiteindelijk
land ik toch op het kleine vliegveld in Cairns, waar de shuttle mij staat op te
wachten om mij naar het luxueuze Paradise Palm Resort te brengen. Daar
aangekomen ontmoet ik alvast andere enthousiaste deelnemers die net als ik den
bibber hebben. Neen, niet van Parkinson, maar van de uitdaging. Op
vrijdagnamiddag worden alle deelnemers per shuttle overgebracht naar de
briefingplaats in een mooi park in het centrum van Cairns. Daar krijgen we ons
rugnummer en info. Onmiddellijk valt op dat de Crocodile
Trophy organisatie toch ook wel een beetje leuke chaos kent, en een beetje wanorde
troef is. Dit zal tijdens de race ook blijken. Tijdens deze briefing leer ik de
andere deelnemers kennen, Belgen, Neder-en andere buitenlanders die ik regelmatig
lees in uitslagen. Ik ontmoet ook enkele Australische kerels die ik heb leren kennen
in Mongolie. Het is een blij weerzien in dat kleine wereldje.
Na drie dagen losfietsen gaat op zaterdag 22oktober de eerste
etappe van start op het technisch uitgetekende World-Cup parcours in
Smithfield.Vier rondjes van bijna 8 km,
nadien in lijn naar de finish die voor de deur van het Paradise Palm Resort
ligt. Op dat parcours is er geen 10 meter rechtdoor. Draaien, keren, slingeren,
omhoog en omlaag door het tropisch woud, 95% singletrack. Geweldig.
Het startsein wordt gegeven omstreeks 12.30 uur. Onmiddellijk
wordt er gespurt naar de eerste meter singletrack. Ik doe het zeer rustig en
draai als voorlaatste van de 99 starters het parcours op. Gestaag haal ik in,
en ik amuseer me rot. In de derde ronde kom ik zowaar een kameleon opmijn weg tegen. Het beestje duikt weg als hij
mij ziet, komt op zijn beslissing weer, en duikt recht onder mijn
voorwiel. Ik kan niet stoppen en rij helemaal op zijn langse zijde over dat
mooie dier zijn gladde rug. Mijn achterwiel doet net hetzelfde en zowel de
kameleon als ik belanden in het decor. Het beestje schiet vervolgens de jungle
in en ik kruip terug op mijn fiets, met spijt dat ik over dat dier ben gereden.
Na 4 ronden draaien we af naar de finish, maar daarvoor
moeten we een 2 km lange muur over. Of hoe noem je een helling die van
zeeniveau klimt naar 450 meter hoogte in 2 km? Das gemiddeld meer dan 20%.
Enkele echte elite-renners raken boven, de anderen moeten net zoals ik het
overgrote deel van de klim wandelen. En tijdens dat wandelen roept mijne kopman
Parkinson mij. Hij kruipt op mijne rug en ik wandel trager en trager. Het
wordt zo erg dat ik op een bepaald moment mijn voeten niet meer vooruitkrijg,
en ik moet gaan zitten om alzo zittend opnieuw te leren stappen. Een blokkage
tijdens het stappen, het was weer een nieuwe ervaring. Uiteindelijk raak ik
boven, 20 andere deelnemers (ik tel ze om aan iets anders te denken) zijn mij ondertussen voorbijgewandeld. Tijdens de levensgevaarlijke extreem technische
afdaling wordt ik nog door enkelen voorbij gereden, omdat ik hier en daar afstap.
Uiteindelijk kom ik op de 60ste plek in de rangschikking. Maar ik
ben best tevreden over mijn prestatie als ik over de meet rij. Iedereen heeft
het nadien over de zwaarte van die wandelklim.
s Anderendaags moeten we gepakt en gezakt om 8.00 uur in het
hotel klaarstaan in koerstenue. Onze bagage moet deels naar het tentenkamp in
Atherton worden gebracht. Atherton is de aankomstplaats van de volgende drie
ritten. De fietskoffers en bagagespullen die we niet gebruiken tijdens de
koersdagen moeten speciaal gelabeld zijn en worden naar de eindstreep in Port Douglas
gebracht. Maar de trucks die dit moeten brengen zijnte laat, en wanneer ze uiteindelijk toekomen
ook niet groot genoeg. Zo blijven alle valiezen en koffers in de receptie van het
hotel terwijl een deel van de groep al per shuttle overgebracht wordt naar de start
van de tweede etappe. Enkelen moeten nog wat wachten want er blijken ook te
weinig shuttlebussen te zijn. Heerlijke chaos dus.
Uiteindelijk raakt iedereen aan de startplaats in het centrum
van Cairns, waar de start noodgedwongen met een uur is uitgesteld. Tweede
etappe gaat van Cairns naar Atherton over 130 km inclusief de neutralisatie en
3200 hoogtemeters.
Na de eigenlijk start 14 km buiten Cairns beginnen we
onmiddellijk met zijn allen aan een wandelklim. Iedereen moet uiteindelijk te
voet naar boven klefferen, alhoewel de elite renners langer in het zadel kunnen
blijven, vooraleer ook zij moeten wandelen net als de amateur-deelnemers zoals ik.
Om 12.00 uur heb ik 28 km op mijn teller staan, het wordt een
loodzware lange dag.
Vanwege de chaos aan de start en de vroege inval van de nacht
(om 18.30 uur is het pikdonker), besluit de organisatie en de UCI
commissarissen om de koers voor de tragere deelnemers om 16.00 uur, aan de laatste
bevoorradingspost op 15 km van de finish met nog een zeer zware klim, stop
te zetten en hen een berekende tijd mee te geven in de rangschikking. Ze worden
niet uit de wedstrijd gezet omdat de fout niet bij de rijders ligt waarom de
koers zo laat van start is kunnen gaan.
Ik ben de eerste die gestopt wordt om 16.02 uur en zie voor
mij in de verte een andere renner die wel mag doorrijden omdat hij net voor 16.00
uur is gepasseerd. Dit gebeurd op de volgende manier nadat een UCI commissaris
mij dit heeft meegedeeld;
Ik; Look man, im here to ride the full Crocodile,
and thats what im going to do, I wont stop.
UCI;You must stop, we decide to stop you.
Ik; Fuck man, to stop me , you
must shoot me, Im going.
UCI; We gonna give you an
extra time penalty!!!
Ik; You can disqualify me, but
I ride the whole tour!!!
UCI; Its youre descission
and responsibility!!!!!
Ik; Yeah, yeah, ciao! En weg was ik.
Ik was netjes voor de donkerte binnen om 17.40uur en heb nog drie
rijders ingehaald. Ik krijg niet mijn effectieve tijd, maar de berekende tijd
zoals diegenen die na 16.00 uur aan de bevoorrading braaf zijn gestopt, maar ook eenextra time penalty
van bijna 30 minuten vanwege het niet opvolgen van het bevel van een UCI
commissaris. Het kan me niet schelen, ik heb de rit uitgereden.
En dan was er plots chaos. Na het overschrijden van de meet
zocht ik mijn bagage. Die was er niet, evenmin die van een andere deelnemer. Ik
moet mijn bagage hebben, ook vanwege mijn spullen, maar vooral voor mijn
medicatie. Na de melding en de daaropvolgende discussie ging men een auto
opsturen om in Port Douglas onze spullen op te halen, over en weer meer dan
400km. Maar alle voertuigen waren weg naar de laatste bevoorrading om de gestopte
rijders en hun fietsen op te halen. Rond 18.45 uur vertrok de wagen. Ik reed
mee want zo won ik enkele uren om mijn pillen sneller te kunnen slikken.
Mijnlaatste dopamine-inname gebeurde
rond 15.30 uur. Aangekomen in Port Douglas zat ik helemaal geblokkeerd en nam
ik zo snelmogelijk mijn pillen.
Omstreeks 23.40 uur kwamen we terug toe in het tentenkamp
waar alle rijders al vredig enkele uren sliepen. Voor mij stond er nog wat
koude pasta onder een zilverpapier. Ik kreeg vanwege Regina Schneider en
Gerhard Schonbacher ter compensatie een hotelkamer aangeboden om het leed wat
te verzachten. Iets wat ik in dank aanvaarde. Tot bleek dat het 45 minuten
duurde eer ik in mijn hotelkamer was omdat geen van beide organisatoren de
weg naar het hotel wist. Uiteindelijk lag ik na een snelle douche
om 01.15 uur in bed. Om 5.15 uur moest ik er weer uit omdat ze mij om 5.45 uur
kwamen ophalen om naar het tentenkamp terug te keren. Ik was niet echt
uitgerust en fris die ochtend.
Derde etappe Atherton-Atherton 65 km waarvan twee rondjes van
25 km op alweer een zeer technisch WorldCup circuit, 1700 hoogtemeters. Een
zeer mooie etappe bood zich aan.
En dat was het ook, op en af , slingeren tussen bomen rotspartijen,
rotsblokken, draaien en keren, geen tien meter rechtdoor en geen meter vlak. Er
was een bevoorrading bij het opdraaien van ronde twee en daar vroeg een Belg of
er iemand een reserve binnenbandje teveel bij had, omdat hij het zijne had
weggegeven aan een dame die lek gereden was.
Ik heb er altijd twee bij en gaf er dus ééntje aan hem. Ook
omdat ik nog een wiekenset voor herstelling van tubeless-banden bijheb en ook enkele rustinnekes of bandenplakkers. Ook allerlei
gereedschap en tools sleur ik mee, want
wanneer ik pech heb ben ik niet zo handig meer met mijn Parkinson vingertjes.
Ik stop in de tweede ronde bij een pechvogel wiens ketting tussen de
pion en de spaken geklemd zat. Met vier handen en geholpen door een nijptang
die ik bijheb, lukte het ons om de ketting los te krijgen. Thank you en weer
verder op dit heerlijke circuit.
15 km voor het einde , plat achteraan, stoppen en herstellen
, het steken van een binnenbandje duurt altijd een half uur of langer vanwege mijn vingertjes. Uiteindelijk is de taak volbracht en kan ik terug de
singletrack op. Drie km verder in een heerlijke curp-stone bocht tijdens de
afdaling ontploft mijn voorband, de latex spat uit het gat. Mijn fiets is onbestuurbaar
en ik vlieg over de curpstone voor de tweede keer in drie dagen het decor in. Zonder erg, wat krassen en blutsen op het vege lijf, maar dat hoort nu eenmaal
bij het mountainbiken. Erger is dat ik geen binnenband meer heb. Ik probeer het
gat in mijn voorband met een wiek te dichten, maar ook dat duurt
altijd lang. Uiteindelijk lukt dat ook. Natuurlijk ben ik teleurgesteld
door het vele tijdverlies, maar er is weinig aan te doen. Op 5 km van de finish
wacht weer een ellenlange zeer steile wandelklim waar geen enkele renner al
rijdend bovenkomt, ook geen enkele van de elite renners. Iedereen vraagt zich
af wat de meerwaarde is van dit soort beklimmingen. Ook ik kruip naar boven om
nadien de even steile afdaling aan te vatten. In deze afdaling krijg ik terug
een klapband, nu achteraan met nog 3 km te gaan. De moed zakt in mijn schoenen
en de wanhoop is nabij. Het gat is veel te groot om een wiek in te steken maar
ik heb geen binnenband meer, dus twee wieken in het gat en pompen maar. Weer
enorm tijdverlies en ikmoet nog vier
keer stoppen om bij te pompen vooraleer ik volledig pissed off over de meet
rij. Ik ben zo kwaad dat ik mijn fiets weggooi en mij wegtrek om mijn woede te
verwerken. Ik wil niemand zien of horen. Maar uiteindelijk moet ik na een
douche mijne velo terug gaan ophalen en herstellen wil ik de volgende dag
starten. Ondertussen verneem ik dat de Luc aan wie ik mijn tweede reservebandje
heb gegeven overkop gegaan is en een AC luxatie heeft opgelopen. Tiens, waar
ken ik dat van. Nog erger is dat deze man in 2014 aan de start stond voor zijn
eerste Crocodile Trophy. Hij is toen in de eerste rit zwaar gevallen en heeft
toen ook moetenopgeven. Nu opgave in
rit drie. Ze bestaan dus nog, grotere pechvogels dan ik.
Ik moet terug beroep doen op een wagen van de organisatie om
in het stadje Atherton twee nieuwe tubeless banden te
kopen. Omstreeks 19.30 uur is mijn fiets terug in orde en proper voor de volgende etappe en kan ik naar de eettent voor
mijn diner. Alle andere renners hebben hun avondmaal dan allang achter de kiezen. Rond halftien kruip
ik in mijn slaapzak. Moe en toch nog wat gefrustreerd.
Rit 4 Atherton - Atherton; 78 km, loodzwaar met 2700
hoogtemeters.
Onmiddellijk na de start volgt een 12 km lange lastige klim,
met een gemiddelde stijgingspercentage van net geen 8% , maar wel op een goed
berijdbare bosweg. Dan afdalen tot aan de eerste bevoorrading, gevolgd door een 45
km lange lus door een natuurpark, en weerom dezelfde beginklim maar dan in de
andere richting. Ook deze dag is het broeierig warm met temperaturen van +40 graden, gelukkig rijden we veel in de
schaduw door de jungle.
De hellingen in het natuurpark zijn nooit extreem lang, maar
waanzinnig steil, met als toppunt een 300 meter lange beklimming op een gladde
rots met stukken die gaan tot 41%. Wie verzint zoiets, wie kan daar nu op
fietsen. Dat is bergbeklimmen met een mountainbike in je hand of op je rug. Rijders
moeten elkaar helpen om boven te geraken. Uiteindelijk lukt dat toch. De ene steile beklimming volgt op de
andere, dan de tweede bevoorrading om vervolgens de zeer lastige beginklim in
de andere richting aan te vatten. Bovengekomen dalen we af op een zeer
technisch stuk van het WorldCup circuit van deetappe gisteren, heerlijk geconcentreerd mtbiken is dat, en daardoor
vergeet ik haast alle ellendige klauterpartijen van deze dag. Beneden consternatie alom want ook nu jaagt de organisatie ons nog eens over die laatste
onberijdbare wandelklim van gisteren. Waarom toch? Bovengekomen op dit stuk ellende denk ik aan
mijn derde lekke band van gisteren en kies bewust voor een andere track. Ik zoef naar
beneden en zie op de plek waar ik gisteren mijn band hersteld heb een Crocodile
wegwijzerpijl hangen. Das mijn souvenir, ik stop en plooi deze in mijn
camelbag. Ik zet mij terug in het zadel en stel vast dat ik
OPNIEUW PLAT sta achteraan. Dit is erover, dit kan niet, dit is Guantanamo in de hel. Straft "de Heer" onmiddellijk voor het stelen
van een plastieken pijltje. Mijn gevloek en getier doet alle
kangeroes, krokodillen en andere beesten die me gadeslaan wegkruipen. Moest dit
in Belgie zijn, ik liet alles achter en kwam te voet terug naar huis. Maar hier
kan ik niet anders dan opnieuw herstellen. De twee rijders die mij
voorbijrijden stoppen gelukkig niet, maar zeggen beiden en zonder enig
leedvermaak; Oh no Jan, not again, on the same spot. Morgen kunnen zij het
zijn. De harde wet van het mountainbiken, pech en tegenslag rijden altijd mee.
Uiteindelijk sukkel ik weerom over de meet, zoek nog maar
eens voor de derde dag op rij een wagen met chauffeur. Weer om een nieuwe
achterband te kopen. Als dat geregeld is krijg ik bijstand van andere
Belgische deelnemers die met mij te doen hebben. Merci Bart, bedankt Michel,
deze superkerels gaan voor mij naar de winkel, vervangen mijn band, en poetsen
mijn fiets. Nochtans staan zij hoog in de algemene rangschikking, ze winnen alletwee ook enkele etappes in hun categorie. Maar ze weten ook wat het betekent om
door pech en ellende achtervolgd te worden. Door de hulp van deze gasten kan ik voor de eerste keer in drie dagen toch
nog een beetje extra rusten in de late namiddag na drie loodzware dagen. En
met nog meer zware etappes de volgende dagen is deze extra rust welgekomen. Ik kan
ook voor de eerste keer in drie dagen samen het avondeten nuttigen met de
andere deelnemers. Gasten nog eens bedankt!
Mijn cijfers van deze vierde etappe; net geen 80 km, die ik
in 5 uur 56 min heb afgelegd, of een gemiddelde snelheid van 13,5km/uur. 2800
hoogtemeters over 29 km geeft een gemiddelde stijgingspercentage van 8% !!! aan, en aan
deze klimpartijen heb ik 3 uur 42min plezier beleefd. Mijn benen doen
terug pijn als ik dit lees.
Vijfde etappe Atherton-Skyburry, 141 km en
alweer venijnig met 2800 hoogtemeters en iets over halfkoers dertig km waanzin.
Vanwege de lastigheid moet ongeveer de helft van de nog 80 in
koers zijnde deelnemers , de tragere rijders (ik dus ook) een uur vroeger
starten. Om 7.00 uur ipv om 8.00 uur.
Dat komt me prima uit, ik ben toch steeds vroeg wakker, en zo rijden we
toch een uur minder in de broeierige hitte fietsen.
Onmiddellijk na de start terug die lastige beginklim van
gisteren. Tot nu toe heeft elke racedag mijne kopman Parkinson aan mijn zadel
gehangen tijdens mijn blokkage-uurtje", maar nu wordt ik na enkele
klimkilometers geconfronteerd met klauwtenen. Noodgedwongen moet ik wel een
tiental keer van mijn fiets om te wandelen en zo mijn voet te ontspannen.
Maar omdat het altijd maar weer onmiddellijk duwen is nadat ik terug in het
zadel zit keren de klauwtenen vanwege de druk op mijn pedalen snel terug. Ik
kom als allerlaatste van de vroegstarters boven op deze lange lastige klim.
Nadien tijdens de heerlijke afdaling komt mijn voet tot rust, en voor we aan de
eerste bevoorrading zijn heb ik er al terug enkele ingehaald. Na de
bevoorrading is het 30 km golvend, op en af en het gaat prima. Regelmatig haal
ik rijders bij en laat ze ter plaatse. Halfweg deze rit beginnen de
elite-rijders die op de reguliere starttijd, 8.00 uur gestart zijn ook mij voorbij
te rijden. En dan duiken we de 30 km lange waanzin in. Extreem steile hellingen
en afdalingen over niets anders dan losse rotsblokken, rond en zo groot als een
voetbal. Het lijkt wel of de Griekse
Goden hier hun knikkers hebben uitgestrooid, je rolt en bolt van links naar
rechts, schokt van boven naar onder, allemaal in een poging om een goede track
te vinden en vooral om recht te blijven.
Mick Jagger heeft hier zijn naam uitgevonden van zijn
muziekbandje, dat kan niet anders.
Ook liggen tussen deze rotsblokken metersdiepe putten en
sleuven, het is waanzinnig en blijft duren. Uiteindelijk ben ik voorbij de
rotspartij en komen we onmiddellijk in helwit losliggend zand terecht. Dit doet
gewoon pijn aan de ogen, ondanks de goede zonnebril, stoempen, zweten, hijgen
en puffen, het stopt niet, ik vervloek alles en iedereen, en vind mezelf de
grootste onnozelaar, de grootste ezel en dommerik dat ik hieraan begonnen ben.
Het lijden wordt een beetje verzacht wanneer er af en toe een elite renner mij
voorbij kruipt, ook traag en onderworpen aan dezelfde ellendige lijdensweg. Aan
alle miserie komt een einde, dus uiteindelijk hier ook, maar wat verder onderga ik de wet van mijn kopman Parkinson en blokkeer ik. Deze keer duurt het lang, zeer
lang, de vermoeidheid, het vele zweetverlies, het zal zeker meespelen. Maar na
anderhalf uur tergend traag fietsen, met benen die weinig
omwentelingen aankunnen en een lage hartslag max.115 gaat het plots weer
beter. Ineens heb ik terug power in de benen. Ik drink net als die
andere lange etappe op dag twee bijna meer dan 10 liter zoutaanvullende
energiedrank, eet meer dan genoeg energiebars en gellekes onderweg, en aangevuld met heerlijke
ananas, bananen, meloen en watermeloen tijdens de bevoorradingen, zit ik die
dag 8 ½ uur op mijn zadel om 141 km af te leggen en de 2800 hoogtemeters te
overbruggen. In het programmaboekje worden slechts 1700 hoogtemeters vermeld.
Drukfoutje. Ook deze dag worden net als alle andere dagen rijders die uitgedroogd zijn afgevoerd naar een medische post of klein hospitaal.
Tijdens deze lijdensweg kom ik tot het besluit dat dit echt
niet meer voor mij is, dit is te lastig, te zwaar. Ik begin wel te beseffen dat
ik het einde ga halen als er mij geen ongelukken overkomen. Die wetenschap
beurt me dan weer op. Maar ik ben moe, zeer moe als ik die dag over de finish rij.
Dat geldt ook voor de anderen, iedereen is precies 10 jaar ouder geworden
tijdens deze etappe. De heerlijke campingplaats op een koffieplantage maakt die
avond veel goed. De sfeer onder de rijders is heerlijk. Er wordt veel plezier
gemaakt maar om 21.00 uur slaapt iedereen.
Stage zes lijkt een feestdag, slechts 54 km en amper 400
hoogtemeters. Voor mij en sommige tragere rijders die niks om hun klassement
geven is het dat wel. Voor de elite renners en rensters, en de amateurs die er echt
voor gaan is het anders. Het gaat waanzinnig hard tegen onzacht onder hen in
deze stoffige etappe.
Eerst is er een kleine neutralisatie en worden we pas echt
van start geschoten na het kruisen van een lokale highway. Ik voel onmiddellijk
na enkele meters dat mijne kopman Parkinson aan mijn zadel hangt en kom geen
meter vooruit. Op een stuk asfaltweg vals plat naar beneden toe kan ik
niemand volgen. Ik rij niet harder dan 18km/u en weer met een hartslag van een
mummie. Het lijkt of het hele peleton wegdemmareert en ik alleen blijf zitten.
De met de wagen volgende UCI-commissarissen komen zelfs vragen of er niks mis
is, vragen mijn naam, waar ik ben en wat ik aan het doen ben. Ik verzeker hen
dat alles in orde is.
Na een tiental km heb ik anderhalve minuut achterstand. Daar
draaien we van de asfaltweg een park in waar we twee rondjes rond een meer moeten
rijden. Het is stoempen vanwege het losse zand, rotsblokken liggen er amper. Ik
vind onmiddellijk op dat zand mijn tempo terug, mijne kopman afgegooid en hij kan mijn kloten kussen, ik ben weg en begin aan
een hoog tempo mijn pedalen rond te draaien. Ik zie ook enkele Walibis en één
echte kangoeroe rondhuppelen die verdwaasd staan te kijken, en lees hun gedachten, daar zijn
ze weer, de gekken op hunne velo met hun onnozel kostumeke, de
wielerterroristen.
Na één ronde heb ik al enkele rijders bijgehaald en
achtergelaten. Ik rij tijdens ronde twee nog een 15-tal rijders voorbij en rij
met een goed gevoel over de aankomst, waar nog steeds enkele elite-renners
liggen uit te hijgen van hun hoge snelheidskoers. Het is duidelijk te zien dat
het voor hen geen plezierritje was. Ook die avond is het prettig toeven op de
terrassen van de koffieplantage met een fantastisch uitzicht op de outback.
Etappe zeven; Skyburry Weatherby Station 115 km en 1500
hoogtemeters
De trage rijders mogen weer een uur vroeger op pad. Deze
groep is ondertussen aangegroeid tot meer dan de helft van het deelnemersveld. Het zegt genoeg over de lastigheidsgraad door de
opeenvolging van de helletochten. De etappe lijkt gemakkelijker, maar we geloven allang Gerhard en Regina niet meer tijdens de briefing. Onder de rijders wordt dikwijls gelachen
met de dagelijkse kleine chaos over alles en nog wat en
het gezegde ontstaat ; Het gemakkelijkste aan de Crocodile zijn de etappes,
heerlijk toch.
Dit is ook weer aan de orde bij deze start. Vertrek om 7.00
uur voor de tragere rijders, maar om 6.50 uur wordt het peleton 10 minuten te
vroeg op gang geschoten. Ikzelf en nog enkele anderen missen daardoor de start
en zijn onmiddellijk op achtervolgen aangewezen. Maar mijn benen zijn goed na
een pijnlijke maar deugddoende massage de dag voordien door Bompa Lawijt , een
levende legende/verzorger in het profpeleton (Daf-trucks, PDM etc ). Ik heb
power op overschot, en samen met enkele anderen die de te vroege start hebben
gemist slagen we vrij snel om de grote groep in te halen. We gaan erop en erover omdat we ons tempo aanhouden. Tot km 75 is het
heerlijk rijden over het golvende parcours met een snelheid die nooit onder de
35km/uur gaat op het vlakke. Er is op dat moment nog geen enkele elite renner
die ons heeft ingehaald. Maar dan moet ik ineens weer mijn
kopman dienen, de profiteur. Ik moet mijn groepje laten gaan. Vervolgens wordt ik regelmatig
voorbijgereden door andere groepjes, want ik rij weer bijzonder traag en mijn
hartslag gaat alweer niet hoger dan anders tijdens dit "kopmanuurtje". Tijdens
deze periode komen er ook langere en steilere beklimmingen in het parcours,
maar dat geeft geen probleem. Ik kan ze allemaal aan zonder moeite, maar oh zo traag. Ondertussen sjeesen ook de eerste elite-renners voorbij. Ergens hoop ik dat ze te laat komen om de eerste
tragere rijders in te halen, dat zou wat zijn. Maar dat gebeurt niet. De tragere rijders vallen één voor één dood, vanwege het naar het
einde toe steeds lastiger wordende parcours. Mijn kopman mag een goed uur op
mijn rug zitten, maar dan gooi ik hem in een fractie van een seconde weer af en
kan ik mijn trapfreqwentie gevoelig verhogen, en ook mijn hart bonkt weer. Het
is een dagelijks ritueel geworden, helaas onvoorspelbaar. De laatste dertig km
gaan goed, en in gedachten weet ik dat ik het einde van de Crocodile Trophy zal
halen. Morgen, de laatste etappe, 35 km tijdrijden waarvan de laatste 20 km
bergaf door het tropisch regenwoud, de laatste 5 kms vlak tot de finish in Port Douglas. Het geeft een
heerlijk gevoel, ik ga hem uitrijden, deze ellendige vervloekte extreme
mountainbiketocht, maar ook o zo jammer, het is zo rap gegaan, dit heerlijk avontuur,
zo intens beleefd, zo mooi, het is raar. Deze bedenkingen vloeien door elkaar
in t koppeke. Maar in de Crocodile Trophy ligt er overal gevaar, en in een
flauwe bocht licht bergaf schrik ik me rot, het angstzweet breekt mij uit. Daar
ligt hij dan, een echte krokodil, opmijn gekozen traject, moeder Gods. Hij schrikt zo hard van mij als ik van hem en kruipt vliegensvlug weg en zo zie ik dat ik
het mis heb. Dit is een varaan, een reuzenvaraan, wat een machtig dier. Hij kruipt snel een boom in en geschrokken als ik ben doe ik bijna hetzelfde, langs de andere kant van het
bospad, maar ik kan de boom nog net ontwijken. Joengejoenge en ik begin te
lachen, hard te lachen. Ik weet weer wat te vertellen thuis en tegen dat ik wat later over de aankomst rij herzie ik mijn gedachte en belofte van eergisteren. Ik kom terug,
volgend jaar. Dat zeg ik ook die avond aan mijn eega, Geja. Ze klinkt niet echt
verbaasd, ondanks alle klaagzang en ellende die ze via ons dagelijks telefoontje de voorbije dagen
heeft moet aanhoren. Maar morgen is er nog de tijdrit. Wel jammer dat ik later die dag nog
het moment heb gemist toen een meterslange Python zonder kloppen de
massageruimte binnensloop.
Day 8 Final Stage;
35 km, 400 hoogtemeters in de eerste 8kms
Elke 30 seconden start er een rijder. De laatst gerangschikte
als eerste om 10.00 uur, ikzelf om 10.16 uur. Iedereen is vroeg uit de veren,
want de keuken van het camp wordt afgebroken om 7.30 uur.De tijd na het ontbijt tot de start duurt
lang, veel te lang. Iedereen suft maar wat rond, ikzelf val nog in slaap op
mijn campingbedje.
En dan is het ineens 10.00 uur, daar start de eerste dame,
plots is het 10.16 uur en dan start ik, Jan Buelens, wie had dit nu gedacht. Ik
ben de eerste kms weer geblokt en op het tweede hellingkje van de dag, amper
twee km na de start, zijn er al 4 rijders mij voorbijgereden. Maar het
maaktmij niks uit. Enkele kms verder is
mijn Parkinson moment over en kom ik definitief op gang. Ik pak enkele rijders
terug en begin aan de heerlijk slingerende afdaling via een singletrack door
het tropisch regenwoud. Kilometer na kilometer dalen van een hoogte van 450 meter naar
zeeniveau. Toch altijd geconcentreerd blijven. En ineens kom ik uit het
regenwoud, dwars door een parkje in Port Douglas, en plots fiets ik op de eindeloze
stranden van Queensland. Links van mij de laatste bomen van het
regenwoud, voor en achter mij eindeloos ver, alleen maar wit zand, rechts van
mij het koraalrif, het fantastisch blauwe zeewater van de Stille Oceaan, het
grote barrièrerif.
Dit alles ligt er heel even voor mij alleen, geen mens te
bespeuren, een waanzinnig moment, alsof het regenwoud mij uitwuift recht naar
de aankomst. Ik schreeuw terug naar het regenwoud, merci, merc, merci . Mijn
ogen schieten vol, muziek van Creedence Clearwater Revival klinkt in mijn
oren ..Vier kilometer nog met mijn mountainbike te fietsen over naar wat heet de
mooiste beach ter wereld. Plots kom ik tot het besef dat ik veel te hard
fiets, ik stop deze keer bewust met trappen, ik moet hiervan genieten, zo lang
mogelijk, wat kanhet mij nu schelen dat
ik nog twintig minuten langer in dit decor kan rijden. Niet
mijn rijtijd is van belang, maar het intens plezier dat ik daar, op datmoment beleef, dat telt .
Ik schreeuw en roep naar elke andere held die mij voorbij
rijdt met de fiets, go,go,go,go . Supergevoel, en elke omwenteling brengt mij korter
bij de finishlijn .. daar komt er weer één aan, go,go,go,go,go .. en ik kijk
rond, kijk om me heen, adem, geniet en beleef... ik haal het einde.
En dan rijik over de
finishlijn, mijn naam schalt door de speakers op zijn Australisch, Dzjaan
Buèleeeeeeens from Belgiuuuuuum!!! Iedereen klapt, joelt en roept .iedereen
feliciteert iedereen, er
wordt gehandshaket, geschouderklopt, of het nu de eerste, de twintigste of de laatste in
de ranking is, dat telt daar niet, we zijn allemaal winnaars, allemaal blij, voor onszelf, voor elkaar
Ik heb het gehaald , na twintig jaar
twijfelen en talmen, omdat ik dat ook eens graag zou willen doen.En
wat ik gisteren dacht, bevestig ik daar ter plekke, ik kom terug. Elke inspanning, elke druppel zweet, elke training, hoe lastig en zwaar ook, het is het
allemaal waard, alleen al voor die laatste vier kilometer.
Ik heb nu al een gentlemans agreement met Regina, dat ik pas
begin oktober 2017 moet betalen als ik terugkom, omdat niemand weet hoe mijn
aandoening evolueert. Het zal zeker niet beter worden dan wat het op dit
eigenste moment is. Maar mijne kopman, Mr Parkinson zal straf uit de hoek moeten komen wil hij mij thuishouden.
Het is gebeurd. Pech zit in een klein hoekje, of in mijn
geval, in een diepe put tijdens een afdaling in de buurt van Ciney, afgelopen
zaterdag de DERTIENDE september. De Crocodile Trophy 2014 gaat van start met
minstens één deelnemer uit Belgie minder. Me, myself and i , of ikke Jan
Buelens.
Nadat ik vorige week mijn voorbereiding had hervat met twee
mtb-trainingen in de streek van Bertem, ben ik zaterdagmorgen vol vertrouwen
naar de tweedaagse toertocht de Transcondroz vertrokken. Onmiddellijk na de
start van de eerste 115 km lange etappe had ik benen vol power. Na enkele kms
reed ik helemaal alleen, iedereen achterlatend. Het ging zo goed dat ik de
eerste (verplaatste) controle na 40km niet eens had gemerkt, en dat men mij
telefonisch op de hoogte bracht dat ik er voorbij was. Ook omdat de
controlestand nog niet volledig in orde was.
Aan km 85, tweede controleblad, voorsprong meer dan 20
minuten. Rustig voorraad eten en drinken aangevuld, en verder. Tien km later
hopeloos de gps-track kwijtgeraakt aan de oever van een rivier. Toen ik
uiteindelijk doorhad dat we de rivier moesten oversteken via een (niet meer in
gebruik zijnde) spoorwegbrug, was ik zo goed als alle voorsprong kwijt. Aan de
overkant gekomen vond ik onmiddellijk mijn tempo terug en reed weer alleen
verder.
En dan km 101. Een steile afdaling in een bos, vol
rotsblokken. Geconcentreerd slingerend tussen putten en rotsen. Bijna beneden,
uit het bos, zie ik het onmiddellijk. Ik zit in het verkeerde spoor. Twee diepe
putten vlak na elkaar, remmen is onmogelijk vanwege de hellingsgraad. Ik voel
dat het zeer gaat doen, de eerste put lukt wonderwel, de tweede is er teveel
aan. Een keiharde smak overkop op de rotsgrond. Hoofdpijn, groggy en duizelig,
ik moet bijna braken, mijn rechterschouder!
Er komen nog deelnemers aan. Die kunnen mij niet zien vanwege
het bos dat daar eindigt. Mijn fiets en ikzelf moeten hier weg, enik moet ze verwittigen om nog meer
tuimelpartijen te voorkomen. Ik slaag in mijn opzet net op het moment dat ik
drie mtbikers hoor afkomen, en begin te roepen dat ze moeten stoppen. Daarna
wordt ik door hen geholpen (nadien nog door vele anderen), waarvoor oprechte
dank. Zij zien wat ik niet kan zien, mijn sleutelbeen steekt 5 cm hoger. Omdat
ik nog steeds wat groggy en misselijk ben en vooral barstende hoofdpijn heb,
voel ik niet echt schouderpijn. Maar wel dat ik mijn arm niet kan tillen.
Nadat mijn helpers gsm verbinding hebben gevonden, ben ik al
wat van de slag bekomen en wandel ik mijn rechterarm steunend in mijn linker,
rustig het bos uit. Tijdens die wandeling van een half uur vraagt iedere
deelnemer die mij voorbij rijdt of ze kunnen helpen. Ik bedank hen, maar wil
eigenlijk even mijn teleurstelling alleen verwerken want ik besef dat mijn jaar
voorbereiding voor niks is geweest. In de laatste rechte lijn naar de start ben
ik Murphy tegengekomen. Pech, tegenslag, niks aan te doen. Geen Crocodile
Trophy 2014 voor mij. Ik wordt met de wagen opgehaald, en besluit om thuis naar
het hospitaal te gaan ipv in Dinant.
Nadat ik Geja heb verwittigd om me op te halen, wordt ik
langs alle kanten geholpen door collega-mtbikers. De hulp bij de warme douche
na de ijskoude (teleurstelling) deed deugd, veel deugd.
Om halfnegen s avonds toegekomen op de Spoed in het
St-Maarten ziekenhuis in Mechelen. Wat later de chirurg met de conclusie, maar
ik had eerst een vraag voor hem. Kan ik binnen vier weken starten in Australie?
Het antwoord was kort, krachtig en duidelijk. NEEN!
Geen botbreuk, wel gescheurde pezen en spieren of in hun
taaltje AC-luxatiegraad 3
rechterschouder. Een botbreuk was simpeler geweest. Donderdag 18/9 eerste
operatie, zes weken later een tweede.
16 dagen niet gefietst. Na mijn doktersbezoek ivm met mijn
overbelaste rechterenkel, verplichte rust, en aansluitend 9 days with on the
road in Europe. Met vrouw, pak en zak op onze Harleys deze keer. Het is nu de
hoogste tijd om de trainingen te hervatten. Het is ook van 27 juli geleden dat
ik nog op de mountainbike heb gezeten.
Gisteren dinsdag 9 september ben ik met de mtb, op mijn
vertrouwd trainingsparcours in de Bertemse bossen en bergen, en een bang hart
mijn enkel en conditie gaan testen. 75 km en 900 hoogtemeters. Awel, het ging
beter dan verhoopt. Voorlopig denk ik dat mijn enkelprobleem is opgelost, en de
conditie is nog goed. Misschien is de 2 kilo aanwinst in gewicht de voorbije veertien
dagen dan toch spiervolume ipv van vet. Spiervolume gekweekt door gas te geven
op de Harley, dat zou pas wat zijn.
Morgen donderdag staat er een rit van 110 km en dik 1500 htm
op het programma. Maar pas na het weekend zal ik weten hoe het zit. Dan rij ik
de Transcondroz, 2-daagse, dik 200 km en ongeveer 5000 hoogtemeters.
Nog één maand vooraleer ik het vliegtuig opstap naar het
grote avontuur.
Mijn 3 weken Alpen-avontuur zitten erop. En het heeft pijn
gedaan, moeite gekost om me naar het einde te slepen. 20 dagen in de bergen
vertoeft, waarvan 16 dagen gefietst. Ik heb mijn onhaalbaar programma wat
moeten aanpassen door enerzijds enkele regendagen, waardoor ik drie keer een
aangepaste of halve etappe heb gefietst, anderzijds door de vele verplaatsingen.
Tent opzetten, tent afbreken en de verplaatsing over cols met een camionette neemt
ook wel wat tijd in beslag. In totaal heb ik 41 bekende en minder bekende cols
beklommen, (Franse bergjes of zogenaamde cotes tel ik niet mee). De laatste
vijf ritten heb ik gereden met een verband rond mijn rechterenkel/scheenbeen.
Overbelast en ontstoken. Net zoals enkele maanden terug (tijdens de LCMT) heb
ik mijn rechterbeen overbelast, toen mijn knie, nu mijn voet. Ik leg ook nu de
oorzaak van dit euvel bij mijn Parkinson-aandoening. Want maar al te vaak merk
ik tijdens het fietsen dat ik veel minder of amper kracht zet op mijn
linkerbeen. Ook bij het stappen sleep ik regelmatig mijn linkerbeen mee. Ik
moet daar echt beter opletten, soms lukt dat, vaak ook niet.
Op 16/08 heb ik de Izoard (vanuit Guillestre) beklommen, en
had een echte off-day. Tijdens de beklimming ben ik volgens mijn gevoel door
1000 andere fietsers voorbijgereden. Ik kon me niet echt oppeppen omdat ik toch
nog 2 dames en 3 oudere (volgens mij waren het zelfs 90-plussers) heren ben
voorbijgesneld tijdens de klim. Een echte baaldag was het, tong tussen mijn
wielen, flanellen benen, en niks kracht. Als toemaatje kreeg ik, toen ik
eindelijk na 95 km terug aan de tent was gesukkeld, nog behoorlijk op mijn
donder van mijn wederhelft Geja. Bleek dat ik haar in het afdalen van de mont
Dauphin gekruist heb, terwijl zij deze aan het beklimmen was. Ze had me zien
afkomen, begon te zwaaien en te roepen, maar pieredood als ik was heb ik daar
niks van gemerkt. Ik heb al mijn overredingskracht moeten gebruiken, samen met
het harde cijfermateriaal van mijn fietscomputertje dat ik stikkapot zat, of ik
had die dag zelf mijn potje moeten koken. Uiteindelijk heb ik de gemoederen
kunnen sussen door te trakteren op een etentje, maar ik heb toch in een
apart bed moeten slapen. Net als alle anderen dagen trouwens want om te wennen
aan het slapen op een veldbedje in een tent tijdens de Crocodile Trophy heb ik
mij zon beddeke aangeschaft. En dat lukt wel, zeker als je zo moe bent dat je
amper je tent nog kan openritsen.
sAnderendaags opgestaan en direct gevoeld dat hetmet mijn rechterpoot niet in orde was. En
vermits ik mijn wijnzuiperij fors heb verminderd kan het niet van de alcohol
(het pootje) zijn, zelfs niet van het wijnvertier tijdens het goedmaaketentje.
Ondanks de licht gezwollen enkel en de pijn in mijn rechterscheenbeen toch maar
de col de Vars langs twee zijden beklommen. 85 km en goed voor 2300
hoogtemeters. Zomaar opgeven doe ik niet. Een dag later was het rustdag omwille
van de verplaatsing vanuit Guillestre naar Bourge dOisans.
Het gevolg na deze rit was dat de pijn en de zwelling toenam.
Dus tijdens de rustdag toch maar gestopt bij de apotheek om
ontstekingsremmers, gel en een verstevigingsverband te kopen. Ideaal is dat
niet want rusten zou veel beter zijn. Maar zoals ik net zei, zomaar opgeven doe
ik niet. Een levende mens moet af en toe wat afzien. En omdat ik toch al gewend
ben aan het slikken van mijn dagelijkse dosis bibberpillen kan er een pilletje
meer ook wel bij.
In Bourge dOisans goot het water de 18e augustus,
vroeg op de morgen. Daardoor heb ik mijn langste en zwaarste rit opgedeeld in
twee etappes, verdeeld over evenveel dagen. En daardoor zou ik mogelijk mijn
enkel iets minder belasten. Na de extra tweede fietsdag (ritje van 47 km en
2300 htms, met beklimming van het geitepad col de Sarenne) hebben we opgekraamd en ons tentje tegen de
avond aan rechtgezet in St Jean de Maurienne voor de laatste twee zware
Alpentochten.
Dat was toch het plan, maar de Alpen hebben gewonnen van mij.
Ik heb de eerste rit aangevat met de col du Mollard. Boven gekomen voelde ik
echt dat mijn 132 km lange geplande rit teveel van het goede zou zijn. Ik ben
gestopt, heb mijn enkelverband harder aangespannen om toch nog de col de la
Croix de Fer te beklimmen en zo enigszins nog wat hoogtemeters (2200 in totaal)
op het conto te hebben. Voor de afdaling en de beklimming van de col du Glandon
heb ik gepast.
Mijn esposa Geja daarentegen werd beter met de dag want zij
heeft haar eerste echte grens van 1000 hoogtemeters op één col diezelfde dag doorbroken.
Ook zij is de col du Mollard opgefietst, waarvoor proficiat. Dat kost mij dan
weer een etentje, want een Hollander trakteert niet als hij iets te vieren
heeft, den Belg draait ervoor op.
Dat de Alpen mij pijn gedaan hebben, zeker weten, of ze mij
overwonnen hebben, dat oordeel laat ik aan anderen over, want mijn 16e
en laatste etappe over de Galibier heb ik toch niet geschrapt. Hoewel ik lang
getwijfeld heb, zelfs tot vlak voor aanvang van mijn laatste rit, heeft mijn
koppige aard het toch maar gedaan. Vanuit onze camping (waar alles in het teken
van de fiets staat, straatjes hebben namen van befaamde cols etc, echt een
aanrader!!!), is het klimmen van de eerste meter tot op de top van de Galibier
ofte 49 km aan één stuk met een totaal op de Galibiertop van 2300 hoogtemeters.
Een kado is het niet als je nog moet vertrekken. Maar mijn wilskracht heeft
mijn ontstoken enkel overwonnen, en het deed enorm deugd toen ik toekwam op de
top van de Galibier na meer dan 3,5 uur klimmen, gestaag tot steil, stoempend
en beukend tegen de wind op een hoogte van meer dan 2600 meter. En dan 49 km
bergaf!!!
Mijn 3 weken fietsavontuur is voorbij gevlogen. Mijn lichaam
is eventjes aan rust toe, maar ik denk dat ik hiervan binnen enkele weken in
Australie de vruchten pluk. Dat hoop ik toch. En zoniet was dit toch een
prettige ervaring. Zeker voor herhaling vatbaar.
Mijn talloze uren klimmen op mijn Tacx hebben hun nut
bewezen. Maar mijne heren Tacx, ondanks jullie verwoede pogingen (die zeker een
proficiat verdienen), staat jullie rollensysteem nog ver verwijderd van de
beleving in het echt. Klimmen in de bergen is veel lastiger en zwaarder dan
eender welke simulatie, maar vooral zoveel mooier.
De cijfers volgens mijn fietscomputer
Sigma Rox 8.0 van deze Alpenfietsvakantie;
16 ritten voor een totaal van 1598 km of net geen 100 km/rit.
De kortste afstand was 50 km, de langste 140. Bijna 81 uur in het zadel gezeten
en dat geeft een gemiddelde snelheid van 19,73 km/uur over de hele afstand, een
gemiddelde omwentelingscadans van 69/min aan een hartslag van 131 gemiddeld.
Kalorieverbruik 46463 eenheden.
Van de 1598 km waren 656 km bergop met een totaal aan
hoogtemeters verdeeld over de 41 cols van 39467 hoogtemeters of 2467 htm/rit.
52 uur geklommen aan een gemiddelde snelheid van 12,14 km/uur en een gemiddeld
stijgingspercentage van 5,25% over die 656 klimkilometers.
O ja, thuisgekomen en onmiddellijk op de weegschaal gaan
staan + 2,5 kilo!!!!!! U leest dat
goed, 2,5 kilo bijgekomen. Mijn buikvolume is sterk verminderd, mijn
beenspieren voelen aan als beton en zijn fors verdikt. Het is dus waar,
spiermassa is zwaarder dan vet, of zou ik dan toch weer teveel gellekes en
energiebars gegeten hebben?
Wat wel duidelijk is als ik voor de spiegel sta, is dat ik
mijn rechterbeen veel meer gebruik dan mijn linkerpoot. De omtrek van mijn
dijbeen is rechts bijna 5 cm dikker dan links, de kuit + 3 cm.
En nu rust, ontsteking verzorgen, fietsconditie onderhouden
en de eerste week van september met den toeffer naar Faakersee!!!
Het is
vandaag 12 augustus. Over exact twee maanden vertrekt mijn vliegtuig naar de
andere kant van de wereldbol, om daar de Crocodile Trophy te rijden. Het is al
meer dan negen maanden geleden dat ik me heb ingeschreven. Negen maanden
aftellen, trainen en voorbereiden. Het lijkt of het gisteren was om maar eens
een clichè te gebruiken.
Sinds
gisteren zit ik over de helft van mijn hoogtestage in de Franse Alpen. Acht
ritten en 950 km gefietst met tot op heden ongeveer 20000 hoogtemeters op het
conto. Vanwege het weer in een iets andere volgorde dan op mijn schema. Het
gaat me beter af dan ik had verhoopt. Maar het is blazen, puffen, zweten en
doorbijten. Je voelt de roes van de overwinning elke keer weer wanneer je
bovenkomt op een prestigieuze col in dit majestieus landschap. En dan volgt er
de afdaling als beloning, jammer dat dat zo snel voorbij is vooraleer het weer
stoempen is.
Het zegt
misschien niks, maar het geeft mij voldoening dat er tot op vandaag maar 2
fietsers zijn die mij hebben voorbijgereden tijdens het vele klimwerk, en dat
ik er vele tientallen heb ingehaald. Het geeft de mens moed. Ik ben tot op
vandaag ook nog geen andere wielertoerist tegengekomen die net zoals ik gek
genoeg is om hier toertochten van meer dan 110 km, met telkens 3 tot 5 cols
erin, samen met mij af te haspelen. Die gekken zijn dun gezaaid blijkbaar.
Toen ik op
zondag 3 augustus mijn eerste col aanvatte (col de la Colombiere) trapte ik aan
een tempo van gemiddeld 65 omwentelingen bergop. Ondertussen ligt de cadans al
rond de 75, en kan ik een gemiddelde van 10 a 12 km/u aanhouden wanneer de
hellingsgraad tussen de 6% en 11% bedraagt, met een hartslag tussen de 140 en
150 slagen.
Na mijn
eerste beklimming van de col dIseran moest ik in volle afdaling naar Val dIsere
stevig in de remmen na een bocht voor een overstekende marmot. Vermoedelijk
schrok het beestje harder dan ik want ondanks dat het beestje al 2/3 van het
wegdek was overgestoken, besloot ze toch vierklauwens op haar poten terug te
keren, naar de kant waar ze vandaan kwam. De glimlach van de omhoogfietsende
mountainbiker zei genoeg toen ik hem passeerde.
Ik heb al
vele bekende colsbeklommen maar het
zijn vooral enkele mindere gekende die me het meest pijn deden aan mijn benen.
Zoals gisteren toen ik na 90 km te hebben afgelegdendaarbij al 2 cols te hebben beklommen, de col de la Couillole op mijn bord kreeg. Vanuit
St Saveur sur Tinèe, 21 km klimmen aan een gemiddelde van 7 procent op een
slecht wegdek. Dat doet wat met een mens zijn door warmte en dorst vermoeid
lijf. Ook sinds gisteren op die klim heb ik beloofd nooit nog te lachen met een
Bmw-motard, want ik was maar al te blij dat ik van één van die voor mij vreemde
wezens een flesje water aangereikt kreeg op 3 km van de top, en het was begot
nog een Hollander ook.
De
beklimming die het meest in mijn benen kroop was de 8 km lange col naar het
plateau des Glières (vanaf de D12). Niet zozeer vanwege de laatste 5 km asfalt,
nauwelijks de naam van een veredeld geasfalteerd geitepad waardig, maar wel
vanwege de steiltegraad. Vijf km nooit onder de 11% en met pieken tot 17%. Mijn
cadans bedroeg op die stukken dan ook soms maar 38 omwentelingen. Eigenlijk
tegen het omvallen af moest er zijwind geweest zijn. Beestig, en dan kom je
boven op een 3 km lange zandweg. Maar ik wist waar ik aan begon, want ook met
de Harleys zijn we hier al enkele keren overgereden, maar das wel stukken
makkelijker.
En om bij de
beesten te blijven, eergisteren de col des Champs opgereden vanuit Villards-Colmars.
Twaalf km , gemiddeld 8%, ook hier en daar wat asfalt neergegooid op een oud
bospad, want 3/4 van deze klim gaat door een bos. Vliegen, tientallen vliegen
rond mijn hoofd, lijf, armen en benen, en vooral om één of andere reden op mijn
handschoentjes. Je weet onmiddellijk waarom een koe of ne meutte het opgeeft
om vlieg-attacks te bestrijden. Het is gewoon onmogelijk. Op de stukken waar
het zonlicht door de bomen priemden zag ik op de schaduw op het asfalt een
zwerm vliegen rond mijn helm hangen. En de eerste kms deed ik alle moeite om
regelmatig die beesten rond mijn kop weg te slagen, tevergeefs. Op deze klim
reed ik ook een groepje van vier man voorbij. En jawel, ook zij hadden overal
vliegen rondom zich die traag maar gestaag met hen meeklommen. Er was echter één
fietser bij die geen vliegen rondom zich had. Te wijten aan de lijfgeur van
zijn maten (en dus ook de mijne)? Of stonk hij te hard? Alleszins bizar. Eens
de boomgrens voorbij, op de meer winderige hoogvlaktes waren de beestjes ook
onmiddellijk weg.
Nu resten er
nog zeven ritten. Met uitzondering van één rit, steeds meer dan 3000
hoogtemeters, over vooral vele gekende tourcols. De apotheose volgt ergens
volgende week, 150 km met 3800 hoogtemeters. Volgens de gps althans, en dat
beestje durft ook wel eens liegen. Soms in het voordeel (minder htms), soms
in het nadeel (meer htms).
Als binnen
exact twee maanden vanaf vandaag het vliegtuig naar Australie vertrekt zal het
niet aan mijn trainingsijver gelegen hebben moest ik het einde van de Crocodile
Trophy niet halen. Dat is wel zeker. Nu nog wat rusten met een hazenslaapje
vanmiddag.
Waar blijft in
godsnaam de onplatbare band? Hoe is het mogelijk dat deze anno 2014 nog
steeds niet is uitgevonden (zie ook in mijn blog Banden(service) en pillekes).
Bandjes vervangen zal nooit mijn dada zijn, of beter gezegd vanwege mijn
Parkinson-aandoening nooit mijn dada meer worden.
Vanmorgen
ben ik om 8.00 uur vertrokken voor mijn laatste trainingsrit vooraleer ik en
Geja met de fiets de Alpen gaan opklauteren. Omdat ik daar gedurende drie weken
toch wel deftig wil gaan trainen heb ik deze week mijn koersfiets (Scott Addict
2014) wat vernieuwd, gesmeerd en afgeregeld. Ketting en cassette vervangen,
twee nieuwe buitenbandjes opgelegd en alleen met die nieuwe buitenbanden ben ik
anderhalf uur zoet vanwege mijn vinger- en gewrichtenstijfheid. Vloeken,
sakkeren en zweten hoort daar allemaal bij.
Maar goed,
vanmorgen de fiets op. Na 11 km kom ik op een recht stuk weg waar men asfalt
aan het wegfrezen is, fietsers kunnen door op het fietspad. Ik ben ook wel eens
een wielerterrorist maar maak toch veel gebruik van het fietspad, dus ik rij
door. Wat verderop zie ik al een tijdje een wagen op de weg geparkeerd staan.
Maar wanneer ik genaderd ben tot op enkele meters draait die wagen plots toch
de oprit van een huis op, over het fietspad waar ik rij. Ik smijt mij op de
weg en onmiddellijk plat achteraan, de eerste keer dit jaar na bijna 3000km koersfietskilometers.
Een snakebite want vanwege de freeswerken is de borduurrand scherp. Tegen de
tijd dat ik stilsta is de auto natuurlijk allang gedraaid en weggereden, en moet
ik tegen mijn eigen vloeken. Maar goed ook want door ruzie te maken komt er
toch geen lucht in de bandjes. Aan de kant en een nieuw binnenbandje steken,
binnenbandje oppompen en op het moment dat ik het wiel terug in mijn fiets wil
zetten ploft dat splinternieuwe bandje aan het ventiel. Godverdoemmes helpen
echt niet, dus buitenband er voor de tweede keer af zonder één meter te hebben
gereden en dan maar een tweede nieuw binnenbandje plaatsen, oppompen, rotzooi
inpakken, en terug naar huis want de goesting om te fietsen is samen met de
bandenlucht ontsnapt en weg. Ik had ook maar twee reservebandjes mee en zat dus
zonder. Thuisgekomen na een geweldige trainingstocht van 20 km heb ik mijn
drinkbussen in de gootsteen gekieperd, de energiebars terug in de koekendoos
gegooid, mijn fietskledij uitgetrokken en de tweebandjesrotzooi de vuilbak
ingekapt.
En nu ga ik
mijn fietsspullen, tent en campingspullen inpakken om zaterdag te vertrekken
naar Frankrijk en de Alpen te gaan platrijden.
Dromen we
niet allemaal om op onze oude dag fit en gezond te zijn en vooral te blijven? Ik
denk dat je dat niet verkrijgt door een heel leven lang alleen maar te werken.
Sinds enkele weken zeg ik ook met grote zekerheid dat je dat ook niet bekomt
door gezond te leven. Aandacht besteden aan gezonde voeding, voldoende beweging
en sporten, een goede nachtrust etc, brengt helemaal niks op, dat dient tot
niks. De toverformule is je hele leven lang volgieten met drank, booze, alcohol
en gelijkaardige rotzooi, je lijf volpompen met drugs en andere vuiligheid,
deelnemen aan orgieen en andere excessen, helemaal geen aandacht besteden aan
rust en regelmatig slaapritme. Want dan sta je op je 72ste nog uren
rond te springen als een jong veulen op een groene weide. Kortom, de Rolling
Stones waren geweldig tijdens hun meer dan twee uur durende muzieksessie op
Werchter Classic. En ik ook. De dag nadien was het veel minder. Het urenlange
rechtstaan op de weide was een regelrechte aanslag op mijn gewrichten. Het
voelde aan of er een kilometerslange goederentrein over mijn aangetaste
ledematen was gedenderd. Ik zal nooit weten hoe Mick Jagger en zijn kornuiten
zich voelen de dag na hun optredens. Maar het was de moeite waard.
Enkele dagen
later kwam ik op een ritje met de mtb ten val. Tijdens een steile bosklim in
Pecrot ritste ik weg en kwam met mijn dijbeen op een boomwortel te recht. Pijn!
Tegen de tijd dat ik rechtgeklefferd was en drie keer gewreven had op de
geteisterde spier had ik zeven dazenbeten. En das de manier om ondanks de pijn
toch snel terug op je fiets te springen en te maken dat je wegkomt vooraleer
je huid helemaal is opgevreten door die vervelende beestjes. Ik heb de eerste
twee dagen met moeite op de wc-pot kunnen zitten omdat de bloeduitstorting mijn
dijbeen zo had laten zwellen dat ik amper mijn been kon plooien, laat staan er
nog kracht opzetten. Weer vijf dagen rust erbij, deze keer verplicht.
Toen de
zwelling minder werd en ik mijn been terug kon plooien ben ik op 6 juli de TT
in Oud Heverlee gaan rijden. Met de mtb heen en terug + de toertocht, goed
voor 150 km. Twee dagen later was onze Belgische topzomer elke dag het
hoofditem in de nieuwsberichten. En in regenweer fiets ik niet. De week regen-
en onweersbuien zijn ondertussen weer verdwenen en nu ben ik (angstig) de dagen
aan het aftellen om begin augustus naar de Alpen te trekken. Want dat was het
oorspronkelijke plan vooraleer de Crocodile Trophy uitdaging de kop kwam
opsteken (zie item proloog bij de start van deze blog). Drie weken
fietsavontuur over de hoge Alpencols met de koersfiets. Het oorspronkelijke
fietsschema kan wat aangepast worden omdat ik ook mijn mtbike meeneem. Zo kan
ik ook enkele keren met dit vehikel de cols op. Benieuwd of ik dan ook zal
denken Its only R&R, but i like it
Na de
kwaaltjesmaand in mei en de fantastische LCMT heb ik een rustige maand juni
ingepland. En maar goed ook, gelet op mijn mindere weerbaarheid en de overbelaste
knie. De week na de LCMT heb ik nog kleine op souplesse gerichte tochtjes op de
weg gemaakt. En ondanks mijn voorinschrijvingen voor twee zware mtb-marathons
in juni heb ik deze niet gereden .
Omwille van
de opspelende knie ben ik met Geja een dag vroeger naar Kroatie gereden voor
onze eerste geplande motorvakantie dit jaar, in plaats van op 9 juni in La Reid
de Ardennes Trophy te betwisten. In die negen gemotoriseerde tweewielerdagen
hebben we meer kms en hoogtemeters afgemaald dan al die maanden voordien dit
jaar. Zalig als je ipv met wils- en spierkracht wielen in beweging te brengen,
je dit kan doen door gewoon aan een gashendeltje op onze Harley Davidsons te draaien.
Het kleine electronicaprobleem aan Gejas motor onderweg en de verkeersboete
voor het inhalen over de witte lijn in Oostenrijk behoren alweer tot het
verleden en zijn zo goed als vergeten.
Na die dikke
week op onze motoren ben ik sinds vorige week donderdag terug rustig met de
mountainbike het veld ingedoken. Afgelopen zondag ben ik de TT in Wezemaal gaan
rijden. Nochtans stond de 115 km lange marathon Raid Des Hautes Fagnes op mijn
programma, maar dit zou dom geweest zijn om me daarvoor naar Vielsalm te
verplaatsen na meer dan twee weken fietsloos geweest te zijn.
Aanstaande
zaterdag 28 juni staat Werchter Classic met de Rolling Stones op het programma
om vanaf volgende week gaat de trainingsarbeid terug gestaag op te drijven. In
eerste instantie om in augustus drie weken in de Franse Alpen te fietsen en zo
de conditie op peil te brengen. Aansluitend terug een weekje de fiets aan de
haak, om onze tweede week motorvakantie te nemen en zo ook om wat recupuratie
in te lassen. Vijf weken later zal het al inpaktijd zijn om het vliegtuig naar
Australie te nemen. Als ik er zo over denk en de kalender bekijk komt het grote avontuur al kort bij. Godverdoemme,
ik begin nu al zenuwen te krijgen.
Mei,
lentemaand bij uitstek. Het was de eerste weken toch wel wat minder in
vergelijking met maart en april. Ook wat betreft mijn gestel. Ergens halverwege
een fikse verkoudheid, met een dikke week verplichte rust tot gevolg. En op
het einde van de maand, tijdens de LCMT (Luxemburgse Cycling & Mountainbike
Tour) een rechterknie die begon op te spelen, overbelasting met een begin van
ontsteking tot gevolg. Op doktersadvies verplichte rust de volgende dagen en alleen
een beetje op souplesse wat rond fietsen.
De LCMT ,
4-daagse mountainbiketocht in de streek van Houffalize, ongeveer 400 km en net
geen 9000 hoogtemeters. Een organisatie die ik aangestipt heb als tweede grote test
richting Australie. Iets waar ik naar uitkeek. Toch stond ik op Hemelvaartsdag
in Marche en Famennemet een bang hartje
aan de startlijn, na mijn eerste kwaaltje van de afgelopen maand. Er stonden
naast mij nog een 220 andere recreanten aan de start. Voor ons nog een
100-tal wedstrijdrijders. Als één van de oudere ratten van t pak stond ik
helemaal achteraan in het peloton.
Om halfelf
werden we op gang geschoten, en mijn benen voelden onmiddellijk goed aan. Er
zat power of tenminste goei poeier in. Deelnemer na deelnemer fietste ik vlot
voorbij in de beklimmingen. Net na de eerste bevoorrading werden de bergen
steiler, en de afdalingen technischer, maar het bleef goed gaan tot ik plots
vooraan niet meer op mijn groot kettingblad kon schakelen. Gelukkig was het
niet andersom of ik zou dikwijls moeten wandelen hebben in de beklimmingen.
Door dit schakelprobleem werd ik in de afdalingen, op de vals plat oplopende en
de vlakke stukken terug voorbij gevlamd door diegenen die ik tijdens het
klimmen op achterstand had gezet. Er was nog dik 20 km te rijden tot
bevoorrading twee waar ook mechanische bijstand verleend werd (zoals op alle
bevoorradingsposten trouwens). Het werd uiteindelijk meer dan 25 km vanwege een
afslag gemist. Eigen schuld natuurlijk, want de pijl hing er wel degelijk. Aan
de post kon de mechanieker van dienst
het euvel oplossen, en na wat testwerk kon ik een kwartiertje later verder.Ondertussen had ik ook de innerlijke mens
versterkt. Het moet gezegd, de bevoorradingsposten waren rijkelijk voorzien van
eten en drank, sandwiches, rijstpap, gedroogde en verse vruchten, koeken en
vlaaien allerlei.
Onmiddellijk
vond ik mijn tempo terug. Wat later was er aan een camping in La Roche de
bergprijs, een om bang van te krijgen beklimming met percentages rond de 28%.
En dat om bang van te krijgen kan je letterlijk nemen, vermits de hele
bergkant (met uitzondering van de electriciteitspylonen) helemaal gerooid was
waardoor je een zicht had tot boven enkele honderden meters verder. En na die
top volgde een bocht en ging het feestje uw lijf naar boven sleuren op een
onmogelijke helling nog eens door. Velen gingen te voet en waren eigenlijk net
zo rap of traag boven als zij die fietsten. Ik ben ook tot boven geraakt maar kon
amper nagenieten van het panorama daar. Nahijgen ging vanzelf. En dan de
beloning, bergaf! Nadien bleef ik steeds regelmatig deelnemers inhalen alhoewel
de frequentie wat minder werd. Na die zware beklimming ging ik nog een
honingwafeltje oppeuzelen. Krak! Hard stukske honing dacht ik, tot ik na het
verorberen van mijn koekje merkte dat er een stuk van één van mijn kiezen
mankeerde. Hard op de tanden bijten kan gevolgen hebben. Toch besloot ik door
te bijten en zo heb ik de laatste 20 km behoorlijk nog wat mtbikers opgeraapt.
Ik kon duidelijk nog enkele tanden groter dan velen rondstampen. Na dik 90 km
en een slordige 2400 htms reed ik over de finish in Houffalize aan ons logement
hotel Old Fosse dOuth, waar Geja mij stond op te wachten. Zij had in Marche
eerst nog een fietstocht gemaakt en was dan met de auto naar Houffalize
gereden.
Uiteraard
was ik nieuwsgierig naar mijn uitslag. Stomverbaasd was ik dat ik te horen
kreeg dat ik 25ste was geeindigd bij de recreanten. Ikke, een ouwe
vent tussen veelal veel jongere deelnemers. En dat na mijn verlies van tijd
door mijn versnellingsprobleem en verkeerd rijden. Ik was content. De Aquarius
en de pannekoek die je kreeg vanuit de organisatie smaakte plots zeer goed, en
mijne moraal klom tot ongekende hoogtes. Fiets afspuiten, douchen, en nadien
aan tafel in de enorme eetzaal van het hotel voor een rijkelijk voorzien
eetbuffet. Om 21.00 uur briefing voor de tweede rit, nog een afsluitende
trappist als slaapmuts en dan het bed in. Met schuldgevoel. Want ik had mijn
fiets wel afgespoten, maar echt blinken deed die niet, dit in tegenstelling tot
vele anderen die wel tijd maakten om hun tuig te doen schitteren.
Na een
onrustige nacht stond ik met shampoo en spons om zes uur smorgens aan de poetsstand
om alsnog voor de start van de tweede etappe mijn Specialized deftig te
poetsen. Mijn schuldgevoel weg en om zeven uur een koffiekoek, spek met eieren,
vijf pistolets,en een yoghurtje. Allee,
een stevig ontbijt, voor wat komen moest.
Dag twee, de
koninginnerit 105 km (of een light versie van 90 km). Start om 9.30 uur (trots
met mijn netjes gekuiste Specialized) aan onze verblijfplaats. Het officiële
wedstrijdgedeelte voor de wedstrijdrijders zou om 10.45 uur plaatsvinden, 28 km
na het vertrek aan de eerste bevoorrading.
Toen ik
weerom achteraan stond om te starten, ontmoette ik één van de twee Crocodile
Trophy deelnemers die ik in januari had gezien op de Croc-voorstelling in
Aarschot. De tweede, de jongste, een ongezond ogende dokter (vetpercentage 6%)
reed mee bij de elites in de LCMT, en stond bij de wedstrijdrijders vooraan in
het startveld. Hem zou ik na de rit terugzien. Diegene die bij mij stond was de
dag voordien nietgestart in Marche
vanwege buikloop.
Na het
startschot voelde mijn benen weer goed aan en begon het spelletje inhalen
opnieuw. Goed voor het moreel, achteraan starten en dan regelmatig trage
rijders in het vizier krijgen en als mikpunt gebruiken om zo een goed tempo te
kunnen houden.
Aan de
eerste bevoorrading aangekomen vond ik het niet nodig om te stoppen en reed
deze voorbij. Wat later, toen ik al een hele tijd amper nog deelnemers in mijn
vizier kreeg werd ik op een stevige helling door enkele mtbikers ingehaald.
Niet goed voor de moral. Even later opnieuw, en opnieuw Verdoemme het gaat
niet goed, de twijfel begon te overheersen. Bovengekomen draaiden we een
asfaltweg op om enkele honderden meters verder links richting Durbuy, het bos
in te duiken voor een zeer technische afdaling. Ik had alle concentratie nodig
om deze goed in te schatten en schrok me een bult toen ik door gekken langs
alle kanten werd voorbijgestoken. Zotten waren het, en ze bleven komen. Beneden
aan de afdaling zag ik dat het allemaal rode startnummers waren. Rode
startnummers waren de wedstrijdrijders, de zwarte nummers waren voor de
recreanten. Pas dan besefte ik dat al voor de start van de eigenlijke wedstrijd
aan de eerste bevoorrading was gepasseerd. Daarom werd ik vlot voorbijgereden
op die vorige beklimming, dat waren de koplopers, ik zat midden in de koers. Ik
sprong van mijn bike en liet de kop van de wedstrijdrijders passeren op de
singletrack beklimming. Even daarna kon ik verder klimmen en werd ik af en toe
nog voorbij gereden door een rood nummer.
Wat later,
na bevoorrading twee, was er de splitsing, shorcut of een ommetje van 15 km
voor twee zeer stevige kuitenbijters voor de bergprijs. Natuurlijk ging ik voor
de lange afstand. Dat ommetje duurde uiteindelijk meer dan een uur vanwege de
moeilijkheidsgraad. En het was ook een zeer eenzaam uurtje, want ik zag alleen
nog maar aan de sporen en pijlen dat ik op de juiste track zat. Geen zwarte
biker tegengekomen. De samenvloeiing van de korte en de lange afstand viel aan
bevoorradingspost drie. Van toen af raapte ik terug recreanten op.
Aan de
aankomst had ik 108 km en 2600 htms, en was ik toegekomen op plaats 37.
Onmogelijk uit te maken hoeveel van de 36 bikers voordien de korte afstand
hebben gereden ipv de veel zwaardere lange afstand. Maar mijn gevoel was goed. Mijn
fiets direct goed gepoetst en veilig weggezet in de bewaakte fietsstalling. Toen
ik de trappen van het hotel opliep ik voelde ik plots pijnscheuten in mijn
rechterknie. Dat was nadien ook goed voelbaar telkens dat ik van een stoel kwam
en recht stond. Na een aperitiefje in de tuin van hethotel besloot ik om na het avondeten de dokters
(die door de organisatie voorzien waren) op te zoeken.
Overbelasting
en opletten voor een ontsteking. Ontstekingsremmers nemen en ijs op de
gevoelige knie leggen. En op souplesse rijden. Dat was het doktersadvies. Na
hetbezoek aan het dokterskabinet ging
ik naar de bar waar de ex-renner Nico Mattan anekdotes en ander verhalen
vertelde uit zijn rennersverleden. Toppunt was dat hijin 2005 na de Ronde van Vlaanderen,savonds met Van Peteghem (derde toen) 15
pinten dronk. Drie dagen later won Mattan Gent Wevelgem. Mogelijk is in de loop
der jaren de komma tussen de één en de vijf kleiner en kleiner geworden tot
deze helemaal verdwenen was, zoals dat gaat bij vele anekdotes. Maar het was
een aangenaam uurtje. Na het interview praatte ik wat met een nog oudere
deelnemer, 53 jaar en die bij de wedstrijdrenners deelnam. Die man was ook al
van bij hem thuis in drie weken naar de Noordkaap gefietst, met pak en zak.
Respect!
Derde
etappe. Tijdens de briefing de avond voordien werd deze aangekondigd als
overgangsetappe. Aan het einde van deze rit had ik toch nog 102 km op de teller
en 2100 htms.
Start om
9.30 uur, weerom stond ik op mijn vaste stek achteraan. Samen met de wat
ziekjes andere Croc deelnemer. Hij was de dag voordien aangekomen (weliswaar de
light versie), maar veel power in de benen had hij niet. Het startschot klonk
en onmiddellijk ging ook de echte koers van start met de beklimming van de muur
van Houffalize ( de St Roch), na één kilometer. Lastig! Het doktersadvies in
acht genomen heb ik geprobeerd om zoveel mogelijk mijn knieen te ontzien en op
souplesse te rijden. Maar hoe rij je in godsnaam op souplesse bij zon
onderneming? Na de zware start waren de beklimming inderdaad meestal minder
lastig dan de twee voorgaande dagen. Ook op het vlakke en voor die dag vele
asfaltbeklimmingen lukte het me om toch minder te stoempen en te sleuren. Net
na de eerste bevoorrading stond plots Geja langs de kant van de weg te
supporteren. Ze had een fietstochtje gepland die langs de drie
bevoorradingsposten ging. Ik was verbaasd te horen dat ik eigenlijk vooraan
fietste. Ik vermoed dat ditgewoon mijn
plaats was. Bij de eerste twintig in de recreantenkoers. Na dit gehoord te
hebben zou ik het nog rustiger doen richting post twee. Een unieke plaats, aan
de poorten van de abdij van Clervaux. Pittig stuk wel, langs de vier kanten
omhoog en omlaag met telkens mooie tot adembenemende vergezichten van de abdij
met haar torens. Mooi. En ook daar stond Geja langs de kant van de weg. Ze
vertelde me dat ik wel wat plaatsen verloren was. Dat had ik ook gemerkt, want
vooral op de vlakkere stukken en de beklimmingen op de weg werd ik regelmatig
ingehaald omdat ik weigerde mijn groot kettingblad te gebruiken, zo goed en
kwaad het kon gevolg gevend aan het doktersadvies.
Toch
eindigde ik nog 35ste. Deze rit was inderdaad wat saaier dan de
vorige, zoals gebrieft, een overgangsetappe. Na de wasbeurten van mijn
Specialized en mij nagenieten in de tuin met aperitief en een grote ijszak ter
afkoeling van mijn rechterknie.
Die avond
was er na het diner en de briefing een optreden van een cover-rockband genaamd Replay.
Hoewel die zeer enthousiast waren was het publiek dat wat minder.
Waarschijnlijk een foute inschatting van de organisatie. Wat praten en babbelen
met andere deelnemers over de goede organisatie, de gemoedelijke sfeer, het
fantastische parcours etc, in de hotelbar is vermoeiend genoeg na drie zware
fietsdagen. En zeker met de aankondiging dat de laatste rit terug een stevige zou
zijn. De bergprijs voor de laatste rit zou percentages hebben tot 33%. U
leesthet goed , drieëndertig procent.
Om halftwaalf na de muziek-scene hetbed
in.
Dag vier.
Terug naar de vertrekplaats Marche en Famenne. Vertrek om 9.00 uur, 85 km en
2900 htms.
Op mijn
vaste stek in de laatste gelederen één onderwerp. De helling van 33%!!! Om zot
van te worden. Na het startschot weerom zoals de dag voordien direct de muur
van Houffalize op. Dan direct naar beneden, en terug omhoog, en nog nog nog. De
éné zware beklimming na de andere. Zwaar! En toch proberen om mijn knieen niet
te zwaar te belasten. Halverwege de rit, daar lag hij dan. DE HELLING! Van een
muur gesproken! Enkele honderden meters lang! Om in uw broek te doen van
schrik! Je staat onderaan en als je je hoofd naar de top draait heb je risico
van een spier te verrekken in je nek. Niet te doen en onneembaar. Niemand heb
ik naar boven zien fietsen, ik zeker ook niet. Er zullen ongetwijfeld wel
bikers naar boven gefietst zijn, maar het zullen er weinigen zijn. En je bent
een hele tijd onderweg om deze te voet op te klauteren met je velo aan je hand,
die je ook nodig hebt om ondersteuning te vinden. Het zijn nu éénmaal
mtb-schoenen met plaatjes en geen bergschoenen. Bovengekomen loopt het snot
evenzeer uit de neus en heb je hijgend en proestend wat tijd nodig om effe op
adem te komen. Maar de rit gaat onherroepelijk verder en na deze beklimming voelde
ik aan mijn rechterknie terug opkomende pijnscheuten. Na enkele omwentelingen
was het gelukkig snel over.
Vlak voor de
derde en laatste bevoorrading was er een zeer technische afdaling. Super! De
gespreksonderwerpen aan deze laatste post, de 33% naar boven gereden? (Niemand
gehoord die ja zei). En dat mooie stukje afdaling. Daarvoor doen we het etc.
Kortom het was mooi, en iedereen tevreden dat hij al zo ver gekomen was. De
laatste 25 km heb ik terug voluit gereden. Ik voelde niks meer in mijn knie, en
heb nog enkele bikers ingehaald en dan op een bepaald moment zag ik er geen
meer voor mij. Ik was weerom op mijn plaats aangekomen in het peloton.
Ik zou 50
minuten na de eerste (wedstrijd)- en andere deelnemers de aankomstlijn in
Marche overschrijden. Ergens rond plaats 30 a 35. Het was niet belangrijk meer.
Ik had het gehaald, en samen met mij vele andere recreanten-mtbikers. Aan de
aankomstlijn zag ik mijn vurigste supporter Geja in haar handen klappen. Elke
deelnemer kreeg een glaasje cava. Dat smaakte echt niet na zoveel kms met
sportdrank, energybars en gellekes. Toch werd het met volle goesting achterovergekapt.
Een mens is op zon moment meer dan tevreden en gelukkig, je voelt je voor even
een kleine kampioen. Nog wat nagekeuveld met kameraden uit de mtb-club "De Jeirdollen" uit Rijmenam over deze vier
superdagen, en het was voorbij. Te snel, te rap, getuige dat het goed was.
Merci LCMT-organisatoren, dankuwel aan alle medewerkers en aan alle bikers voor
de zeer gemoedelijke sfeer. Ik boek mijn kamer alvast voor volgend jaar.
Thuisgekomen
onmiddellijk op de weegschaal. Ik heb die vier dagen meer dan 15000 calorieen
tijdens het fietsen verbrand . TWEE kg BIJGEKOMEN. Volgend jaar dan toch iets
minder zoetigheid op de bevoorradingsposten, iets minder eten, iets minder
dessert, iets minder trappist, iets minder spek en enkele pistolekes minder ..
maar wel 15 pinten.
Bleiter!Sukkelaar!Toon karakter
godverdoemme! En meer van dat moois flitste er door mijn hoofd afgelopen dinsdagmorgen
20/05 rond 08.00 uur s morgens. Op dat moment fietste, neen sukkelde ik op
mijn eerste beklimming van de dag, den Tomme in Meerbeek. Ik draaide terug de
berg af om 100 meter verder weerom mijne velo te draaien de heuvel op. Hopende
op beterschap zou ik toch mijn gepland ritje op de weg van 110 km fietsen. Wat
was er aan de hand
Afgelopen 2 weken heb ik weer aardig
wat kilometers en hoogtemeters bij elkaar gefietst en gemountainbiket. Na het
schitterende weer in het openingsweekeinde van mei hebben de weergoden besloten
om het wat minder te doen boven ons (voorlopig nog) Belgisch grondgebied. De
natuur heeft ondertussen het broodnodige water gekregen. Dat was duidelijk te
merken tijdens de loodzware TT in Stree lez Huy op 11 mei. 75 km tegen een
gemiddelde van amper 13,8 km/uur. Het leek daar wel een oefentocht voor de 100
km lange Dodentocht in Bornem (voor een goed begrip, dat is een wandeltocht).
Vele beklimmingen in de streek van Huy waren door modder en stenen overspoeld
waardoor erop fietsen onmogelijk was. Dikwijls heb ik gedacht dat ik
verschrikkelijk slecht reed, maar als ik al één van de weinige andere mtbikers
tegenkwam op de grote afstand, deed die vooral hetzelfde als ik, vloeken,
sakkeren en ..wandelen, stoempend en sleurend met hun fiets aan de hand de
berg op. Het éné weekend is duidelijk het andere niet, ook niet wat het weer
betreft. Gelukkig is de zon de dagen daarna terug gaan schijnen zoals altijd na
regen, toch
Afgelopen weekend heb ik op zaterdag
17/5 de 130 km lange TT , de Herdersmarathon in Schorisse (Maarkedal) gaan
fietsen, goed voor 2600 hoogtemeters. In de Vlaamse Ardennen ligt duidelijk
veel meer beton en asfalt dan in dEchte Ardennen. Gelukkig waren er ook
leuke bosstukken. Na 100 km bos- en teveel betonfun sloeg er een dik stuk
ijzerdraad in mijn achterderailleur. Resultaat, een geplooide kooi (dat deel
waar de twee kleine wieltjes zich in bevinden). Op gevaar van afbreken heb ik
toch dat stuk voorzichtig kunnen rechtplooien om verder te fietsen. Het was dat
of onmiddellijk de hulpcentrale bellen. Na wat gesukkel lukte het om verder te
fietsen. Maar dan wel onmiddellijk naar het eindpunt, zodat ik nog op tijd bij
mijn fietsenmaker kon geraken om de derailleur te vervangen. Ik wou sanderendaags
graag de TT in Couvin rijden. Als een indiaan gebruikmakend van de
windrichting, zonnestand, de maan en de sterren vond ik vrij snel de aankomstplaats.
Ook omdat ik regelmatig de weg heb gevraagd aan de lokale bevolking. Ik had
toch nog 118 km en 2450 htms. Ondertussen was het 15.00 uur en nadat ik de
Freddy van Cycle Passion (mijn fietswinkel) via de telefoon op de hoogte had
gebracht, mocht ik tegen sluitingstijd nog langsgaan om mijn beschadigde
derailleur te vervangen. Merci Freddy.
Zondagmorgen vertrok ik om 9.00 uur
in Couvin voor een mooie TT. 70 km, 1500 htm, stevige hellingen,vele
kuitenbijters, technische afdalingen, weinig beton en veel bos. Belgie kan ook
mooi zijn, vooral bij onze vrienden, de Walen. Onmiddellijk bij de eerste
beklimming schortte er iets met mijn schakelsysteem. Bij de grootste drie
kronen achteraan, schoot mijn ketting automatisch vooraan van het grote naar
het kleine kettingblad. De ketting liep achteraan op de tanden ipv ertussen.
Nadat ik doorhad wat er aan de hand was, was hetgewoon kwestie van op tijd te schakelen en te
switchen tussen het grote en kleine kettingblad vooraan. De TT verliep verder
probleemloos op een fikse over de kop tuimelpartij na tijdens een bijzonder
steile technische afdaling. Maar dat overkomt elke mtbiker wel eens.
Aan de bevoorrading werd er ook zwaar
bier uit de abdij van Chimay geschonken. Groot verschil weer tussen Vlamingen
en Walen. De Vlaamse mtbikers lieten dat aan hen voorbij gaan en dronken
sportdrank en water, de Waalse mtbikers daarentegen stonden gretig voor de
trappist Chimay aan te schuiven.
Na afloop reed ik tevreden huiswaarts
me afvragend waarom ik mijn drie grootste kronen achteraan niet kon gebruiken.
Zondagavond na de was- en smeerbeurt van mijn mtbike werd het euvel niet
verholpen door het bijregelen van de derailleur. Maandagmorgen heb ik dan de
derailleurpad vervangen. Mogelijk was die ook geraakt door de ijzerdraad. Het
leek nadien beter te gaan. Maar voor alle zekerheid zou ik woensdag mijn mtb
bij Cycle Passion binnendoen om na te laten kijken door Nicolas
(mtb-specialist). Die was er zaterdag niet omdat hij gaan koersen was. Mijn
fiets afgeleverd woensdagmorgen en in de namiddag mocht ik hem terug ophalen.
Het was geregeld, na aardig wat zoek- en testwerk! De Freddy kwam onmiddellijk naar
mij en de Nicolas afgelopen met de melding dat ik mijn Shimano XT ketting er
verkeerd had opgelegd. Ikke? Freddy, GIJ hebt die eraf gehaald zaterdag bij het
plaatsen van de nieuwe achterderailleur! Jaja, maar gij hebt ze gereinigd
nadien. Das waar, maar ik haal nooit mijn ketting eraf bij het reinigen. Enfin,
om maar te zeggen Verdoemme Freddy! Vanaf nu weet ik(en Cycle Passion en ook
de Freddy) dat er bij dat type ketting een linkse en rechtse kant zit. Aan de
rechterkant staat er op elke schakel Shimano, en die kant moet rechts van de
fiets liggen, aan de linkerkant staat er niks in de schakels gedrukt. Goed dat
er Nicolassen zijn op deze wereld.
Maar nu terug naar de dag voordien op
den Tomme in Meerbeek. Ik heb mijn gepland tochtje zwoegend, zwetend, puffend
en vooral futloos afgelegd. Geen power in de benen. Onderweg dikwijls gedacht, Joenge,
verkoopt uwen boel en ga met de Harley rijden. Route 66, Grand- (en andere)
Canyon(s), Monument Valley. USA met den brommer, ipv Australie met de velo. Etc
etc.
Dit is nu de derde keer in enkele
maanden dat ik zo futloos ben. Zou ik last hebben van pollen en hooikoorts? Eén
of ander tekort in mijn bloed, teveel getraind, over mijn toeren, kortom is het
vat af?
Woensdag naar de dokter, bloed laten
trekken, ontleden en kijken of ik allergisch ben voor pollen. Onmiddellijk een
neusverstuiver gekregen tegen hooikoorts. Ik heb drie dagen snuivend, hoestend
en puffend bij de minste inspanning rondgelopen. Dikke ogen, dikke oren, druk
overal in mijn hoofd. De binnenkant van mijn neus lijkt nu van karton door het
overvloedig snuiten. Uit de analyse blijkt alvast dat er niks schort met mijn
bloed en dat ik geen hooikoorts heb. Voor de derde keer dit jaar een
snotvalling, een verkoudheid dus.
Zo ondervind ik weer dat er alleen
maar waarheid in de grote wielerbijbel staat; Wanneer je scherp staat of de
conditie goed is, ben je tegelijkertijd ook vatbaarder voor allerlei kwaaltjes
en andere (snot)-vallingen Profeet DeCauwer vers 117.
Nu is het zaterdag en sinds de
kwakkelrit van dinsdag heb ik niet meer gefietst. Ondertussen voel ik me terug
watfitter. Vandaag had ik een vrij
zware, 140 km lange mtb tocht gepland. Maar ik fiets hem niet, eerst
herstellen. Als het morgen zondag (verkiezingsdag) nog wat beter is zal ik op
het gemak naar Werchter fietsen om daar de vrij vlakke TT te rijden en terug te
keren. Op de terugrit zal ik mijn Belgische plicht doen en langs het
verkiezingshokje passeren. Bij thuiskomst zal ik dan toch 100 km op mijn mtbike
gezeten hebben.
De volgende dagen zal ik dan elke dag
een uurtje of twee, drie op de weg fietsen zodat ik donderdag met een bang hart
in de 4-daagse LCMT (Luxemburgse Cycling&Mountainbike Tocht) van start kan
gaan. Vier dagen mtbiken met klassement en tijdsregistratie, in de streek van
Houffalize. Goed voor een totaal van ongeveer 400 km en 8000 hoogtemeters. Hopelijk
vind ik terug wat power en haal ik het einde.
Na de verkiezingsuitslag van morgen
zal blijken of Houffalize nog een tijd in Belgie zal liggen, of moeten we om
daar te geraken een nieuwe grens over?
Eerste testweekend ; 278 km en 7100 hoogtemeters in 3 etappes.
Verlengd weekend, vier dagen thuis, drie dagen mtbiken in
Luxemburg.
Do 1mei;Tellin(Transforestrière)
Topparcours en super georganiseerd. Geen 2 km asfalt op
de langste afstand van 87 km en net geen 2000 hoogtemeters. Alleen maar bos,
pittige hellingen, mooie afdalingen etc. Maar het is in Tellin verdekke opletten
geblazen bij de bevoorradingen, of je komt vetter, dikker en zwaarder thuis dan
je vertrokken bent. Al mijn collega-mountainbikers die ooit zeuren en
opmerkingen maken (of maakten) over niet genoeg eten dat men krijgt voor het
inschrijvingsgeld moeten hier zijn, in Tellin!!! Naast tientallen verschillende
koeken, fruit, etc staat de barbecue te branden in het bos met-bbqvlees, satekes,
spek met eieren a volonté. Aan de laatste bevoorrading stond zelfs een
biertapinstallatie , 20 km voor het einde. Het viel echt wel op dat de wat
dikkere rondere mountainbiker eerder franstalig was, en de kortere afstanden
fietste ( naar de heren Saussice en Faits Divers, in mijn nota
Belgische politiek versus mountainbike-organisaties van 22/4). Ik prijs me
gelukkig dat ik nooit aan alle bevoorradingen stop, want het is niet
gemakkelijk bij mooi weer om te weerstaan aan die verleidingen. Dit heb ik nog
nooit meegemaakt. Subliem. 88km, 2000 hoogtemeters, en een gemiddelde van 18,6
km/uur. Leuke toertocht.
Vrij 2mei;
Shoppen bij Van Eyck in Aalst
Ik heb de laatste weken behoorlijk wat last van drukpijn
aan mijn voeten. Voornamelijk bij de 2 nieuwe paar schoenen die ik begin dit
jaar aankocht. Het is zo erg, dat ik van mijn splinternieuwe SIDI wegschoenen
zelfs een stuk bovenaan de tong heb weggeknipt, met goed resultaat overigens.
Net op het moment dat ik dacht dat het over was, krijg ik hetzelfde met mijn
nieuwe Specialized mtb-schoenen. Bij dat model is het niet zo eenvoudig om de
tong bij te knippen. Daarom heb ik vorige week mijn oude schoenen uit de kast
gehaald. Maar bij het vernieuwen van de schoenplaatjes braken de in de zool
ingebouwde bevestingsplaatjes af. Dat is onherstelbaar, dus weg ermee, en
shoppen for new Shoes.
Een gedreven
fietser heeft wat meer nodig dan één koersbroek en één trui. Ik denk trouwens
ook dat ik nooit genoeg spullen heb voor mijn trip naar Australie. Samen met mijn
wederhelft Geja naar de fietsshop, schoenen, twee paar mtb handschoenen, nog
een truitje, wat ander materiaal, idem voor Geja want die zou zaterdag en
zondag voor de eerste keer wat bergop gaan fietsen in Luxemburg. Een vrouw wil
er ook modieus uitzien op haar wegfiets. Plots zag ik in een glazen kast een
mooie fietsbril liggen met rood montuur en witte glazen. Prijs, 39,00 euro. Dat
kon ik niet laten liggen, dus vroeg ik aan de winkeljuffrouw om de kast te
openen en de bril eens te passen. Zegt de winkeljuf nog; De glazen passen zich
automatisch aan, aan de zon- en lichtsterkte, dus geen gedoe meer met het
vervangen van het glas naargelang zonnig of bewolkt weer, handig toch! Gooi
maar in mijn mand. Afrekenen. Kortingskaart getoond, totaal ong 850,00 euro.
Fietsen is zeker niet goedkoop. Toch niet voor een blinde mol, want dat mooie
Oakley-brilletje (Oakley? Wat ken ik nu van brilletjes, laat staan van merken)
kostte 239,00 euro ipv de 39,00 die ik zag staan. Even slikken, want voor een
habbekrats heeft een mens vandaag algauw een leesbril. Vanaf heden staat die
merknaam in mijn geheugen gebeiteld, en zal ik steeds twee keer goed naar de
prijs kijken, wanneer prullaria in een winkel achter slot en grendel liggen. En
binnenkort toch een leesbrilletje aanschaffen?
Extra
toelichting;
Toen ik mij enkele maanden geleden heb ingeschreven voor
de Crocodile Trophy, was ik mij zeer bewust dat dit toch wat voorbereiding en
training zou vragen. Daarom heb ik mij toen onmiddellijk ingeschreven in voor
mij totaal onbekende marathon-evenementen allerlei. Doorslaggevend daarbij was
steeds de locatie (Ardennen en Luxemburg, afstand en vooral de lastigheid
vertaald in hoogtemeters). Daar was ook de voor de eerste keer in Belgie
georganiseerde Roc dArdenne bij, georganiseerd op 4 mei in Houffalize. Nadien
ontdekte ik via het internet een site waar vele, zoniet alle zware
mtb-marathons in binnen- en buitenland op staan vermeld. Grote massa
happenings, maar ook de kleinere (en voor mij) veel leukere tochten. Ik
ontdekte (te laat) ook dat de Roc dArdenne een organisatie is van het
professionele evenementenbedrijf Golazo. Vandaar de hoge deelnamekost van 45,00
euro, dit in tegenstelling tot de kleinere amateur-organisaties/clubs waar de
inschrijvingsprijs ergens tussen de 3,00 en 6,00 euro ligt (uitzonderlijk
8,00). De meeste van die amateurorganisaties trekken veel minder volk (dus
aangenamer fietsen) alhoewel er ook verschillende zijn die duizenden fietsers
aantrekken. Ze bieden minstens dezelfde kwaliteit (en soms betere)
bevoorradingen aan, zijn ook goed afgepijld, kortom moeten in niks onder doen
dan Golazo. Ik heb niks tegen geld verdienende professionele organisaties en/of
bedrijven. Maar ik probeer mijn centen nuttiger te besteden (zoals de aanschaf
van een Oakley brilletje) dan af te geven aan Golazo, terwijl er elke week vele
kleinere toertochten worden georganiseerd. Maar ieder zijn meug. En zo ontdekte
ik pas vorige week zondagavond dat er in Vielsalm een kleine tot 40 deelnemers
beperkte gps rit werd georganiseerd. Daags voor de Roc dArdenne. Geja erbij
betrokken en zaterdagmorgen bij het eerste hanengekraai op weg voor een weekend
Luxemburg.
Za 3mei;
Vielsalm (Heikkis Groete Ploate Guerilla Ride)
Start om 9,00 uur aan het station in Vielsalm. Opdracht
95 km af te rijden met behulp van een gps track. Geen bevoorradingen, geen hulp
bij pech onderweg. Trek uwe plan! (Dat doen we vandaag de dag al zo
weinig).Beetje avontuur dus en das
meer mijn ding. Geja zou terwijl ik mijn parcours afhaspelde, op haar fiets
over en weer (65 km) naar Houffalize rijden om mijn inschrijvingsnummer af te
halen.Zo zou ik dat zondagmorgen niet
in de massa (meer dan 4000 deelnemers) moeten doen. Tof vrouwke! Tegelijkertijd
zou zij ook de eerste keer echt bergop fietsen.
Bij de veertig deelnemers in Vielsalm was er ook een
vrouw die dit jaar (en voor de tweede keer al) zou deelnemen aan de Crocodile
Trophy. Veel gelegenheid om te babbelen was er niet want na enkele honderden
meters stond er direct een zware beklimming van 25% voor onze neus. En als er
iets is waar ik last van heb is onmiddellijk na de start zon muur
opklimmen. Rustig de beklimming aanvatten en niet op mijn adem trappen is de
boodschap. Bovengekomen was het kaf al direct van het koren gescheiden en lag de
hele groepver uit elkaar, ik op vijf na
de laatste. Gaandeweg en met het vorderen der kilometers en beklimmingen reed
ik een 25-tal te snel gestarte deelnemers voorbij. Na een dertigtal pittige
kilometers zag ik niemand meer voor of achter mij, tot ik plots enkele
deelnemers die ik al vroeger had ingehaald terug voorbij reed. Dat gebeurde
later in de rit nog eens. Hadden zij nu een ander gps parcours dan ik? Ik moest
wel eens terugdraaien omdat ik af en toe een afslag miste, of kenden zij
binnenwegen? Dat zal wel eigen zijn aan gps- en trek uw plan-ritten. Het
gaf altijd aanleiding tot wat plezante praat onderweg. Alleszins was het een
lastige track, niet in het minst omdat we ook bospaden aandeden waar allang
geen mens meer was gepasseerd en het bospad overwoekerd was. Steile hellingen,
zware beklimmingen, pittige afdalingen, technische stukken, regelmatig een
riviertje door en vloekend terug bergop omdat ik door concentratie bij het
afdalen de afslag niet zag op de gps. Het parcours had alles. Aan km 65 had ik
al haast twee uur geen deelnemer meer gezien. Af en toe zag ik in de modder
enkele afdrukken van een mtb-band. Of dit van diegenen was die voor mij daar
hadden doorgereden of van andere passanten, kom ik nooit te weten. Ik was bijna
vier uur onderweg en besloot om even te stoppen en te wachten of er nog
deelnemers kwamen, kwestie om te weten dat ik nog wel degelijk juist reed.
Volgens mijn gps wel. Ik at een energiereepje en wou via sms eens kijken of
Geja in Houffalize was geraakt. Ze was verdorie al terug! Met mijn startnummer.
Proficiat
Enkele minuten later zag ik vier andere deelnemers
afkomen. Toch wel hetzelfde groepje dat ik vroeger op de dag al drie keer had
ingehaald. Ze stopten en vroegen of ze juist waren. Bij vergelijking hadden ze 10
km minder op hun teller staan. Straf! En weer verder op zoek naar Vielsalm. Aan
km 80 hield het klimmende bospad plots op aan een koeieweide met prikkeldraad.
Dat was meegedeeld bij de start, je moest er gewoon rondrijden. Een halfuur
heb ik gekeerd, gedraaid, gezocht. Als je op mijn gps mijn parcours bekijkt is
er die dag geen konijn, haas of ander vierpotig dier dat zoveel bewegingen
heeft gedaan op zon kleine plaats dan ik. Het lijkt wel of ik op zoek ben naar
een goudader. Ik vond geen spoor, en er kwamen ook geen andere mtbikers toe. Ik
heb mijn velo over de prikkeldraad gezet, en tussen de verbaasd kijkende koeien
de bergweide rechtdoor te voet omhoog klauterend overgestoken, zoals mijn
gps-track aangaf. Bovengekomen weerom de prikkeldraad over, en stond ik terug op een
weg. Maar mijn poten die al nietgewend
zijn aan wat wandelen waren goed stijf van het bergklimmen. Het heeft wat
geduurd eer ik terug wat vlotter mijn verzet kon ronddraaien. Na 98 km en 2700
hoogtemeters tegen een gemiddelde wandel-en fietssnelheid van 14,8 km/uur
kwam ik voldaan toe aan het vertrekpunt. Goed geamuseerd!
En dan op weg naar ons hotel in Vianden, lekker gegeten
en om 21.15 ons beddeke in.
Zo 4mei;
Houffalize (Roc dArdenn)
Vermits Geja vanuit Vianden de 68 km zou fietsen naar
Houffalize was ik om halfacht vertrokken met de auto, en parkeerde ik mij op 3
km van de start in het onooglijk dorpje Vissoule, waar zij ook zou langskomen.
Rond negen uur reed ik op mijn mtb het mekka voor de mtb-sport voor één dag
binnen. Ik draaide op goed geluk ergenslinksaf en werd onmiddellijk door de organisatie naar mijn startplaats
geleid. Vanwege het hoge aantal deelnemers waren er afhankelijk van de
categorie en afstand, verschillende starturen en startgroepen van telkens
ongeveer 200 man. Ik was ingedeeld in de voor de 81 km marathon vierde en
laatste startgroep. Mijn startgroep bestond uit de rugnummers 1000 en +. Deze
zou van start gaan om 9.35 uur, 5 minuten na de vorige die weer 5 minuten na de
vorige enz
Omdat ik ruimschoots op tijd was stond ik in mijn
startgroep helemaal vooraan aan het startlint. In het aangename ochtendzonnetje,
want het was behoorlijk fris. Wel met een zeer vuile fiets van daags voordien
tussen door de zon blinkende andere rijtuigen. 10 minuten later dan gepland
werd onze groep van start geschoten. Direct weer zon muur op , de eerste
beklimming uit Luik Bastenaken Luik van dit jaar, de Cote de Saint Roche (of de
muur van Houffalize). Onmiddellijk werd ik langs alle kanten voorbij gesneld
door de andere deelnemers, in diemate
dat ik eraan dacht dat ik weer bij de laatsten ging bovenkomen. Maar halverwege
de klim begon mijn rustig starttempo vruchten af te werpen, want algauw begon
ik zwaar hijgende en naar adem happende snelle starters in te halen. Ik voelde
me direct goed, en bovengekomen schakelde ik vlot op de grote plateau, zette
aan en haalde bij tientallen tegelijk deelnemers in, tot we op de singletrack
afdaling kwamen. Waar ik voor vreesde, geschiedde ook, allemaal in eendenpas
achter elkaar bergaf (en dat ging nog). Maar beneden aan de afdaling , scherp
links steil omhoog het vervolg van de singletrack, geen mogelijkheid tot
voorbij steken, regelmatig stoppen, voet aan de grond, wachten en weer verder
sukkelen voor enkele meters. Links en rechts toch een gehaaste deelnemer die
voorbijstak waar het niet kon, met nog meer gesukkel tot gevolg. Enfin.
Zoetjesaan en na het nodige getalm kon er meer en meer gefietst worden tot
plots iedereen na enkele kms stilstond. Geen doorkomen aan, wachten en wachten,
geen beweging. Zeker 20 minuten later kon ik het euvel zien, een riviertje waar
moest doorgewandeld worden van 3 meter breed. Gelet op de wachttijd was het net
of we het Albertkanaal, ieder op zijn beurt, moesten overzwemmen. Toen dacht ik
al, éné keer maar nooit meer zon massagedoe en dacht ik met weemoed aan de rit
van 40 deelnemers daags voordien. Enkele kms na deze hindernis splitste het
parcours zich voor de kortere afstand van 50 km en ging het fietsen heel wat
vlotter. Aan de derde bevoorrading (de laatste op de afsplitsing voor de lange
afstand), voor we terug op het algemene traject kwamen, besloot ik te stoppen
voor een hap en een plaspauze. De plaspauze was geen probleem, maar gezouten
TUC-koekjes als bevoorrading? Neen, bedankt Golazo. En met weemoed dacht ik
terug aan de bbq en spek met eieren drie dagen eerder in Tellin. Ik at mijn
zelf meegebracht energiereepje op en reed verder. En ik moet zeggen, na deze
stop leek het wel of ik plots gouden benen had. Op de hellingen op souplesse
naar boven, op het platte het grote mes op souplesse ronddraaiend maakte ik
echt meters, en haalde op een vlotte manier daar waar het kon, vele deelnemers
in. Toen we nadien terug het gemeenschappelijke parcours van alle afstanden
opreden werd het inhalen nog makkelijker. Honderden deelnemers reed ik voorbij,
mannen, vrouwen, jong en oud, ik vloog tot aan km 73. Halverwege een steile
afdaling, stoppen, stilstaan, wachten, en nog langer wachten, vijf minuten, een
kwartier en nog langer. Inderdaad, een riviertje waar weer iedereen één voor
één door moest rijden, 3 meter breed om aan de andere oever te stoppen en daar
een anderhalve meter hoge, goed van slijk voorziene berm moest opklimmen. Tegen
deze berm zat een fotograaf een voor het nageslacht te bewaren fotos van je
leven te maken (aankoopprijs 6,00 euro). Belachelijk gewoon dat iedere
deelnemer door dat stuk moest terwijl ik zeker ben dat dat vlot te omzeilen
was. Maar Golazo denkt ook aan de kleine centjes van vele deelnemers. Daar
besliste ik dat ik het echt gehad heb met Golazo. Na mijn oversteek van dat
beekje (neen ik heb die foto niet gekocht), had ik terug last van stijve poten,
net zoals ik dat altijd heb bij de start van een rit. Dat zal wel een stukje de
leeftijd zijn, maar ook mijnParkinson-aandoening speelt daar parten mee, dat weet ik zeker. Dat voel
ik dagelijks in de normale gang van het leven ook. Twintig minuten stilzitten
en mijn verstijfde knoken spelen op. Het duurt altijd wat eer ikme terug vlotter kan bewegen.
Soit, het op souplesse draaien was voor een stuk weg. Bij
de laatste beklimming in eendenpas achter elkaar draaide iedereen voor mij
rechtsaf, slaafs volgend degene die voor hem reed. In mijn ooghoek zag ik enkele pijlen tegen de
grond liggen, maar ik volgde ook mijn voorrijder en draaide mee rechts. Omdat
ik de gps track had gedownload en deze aanstaan had, ging algauw de pieper af
dat ik verkeerd reed. Ik zette me opzij, stopte, anderen reden mij voorbij, en
begon rond te kijken. Ik ben geen trouwe volgeling van gps, maar deze keer had
hij gelijk, ik zag de dorpskern van Houffalize in de vallei links van me liggen,
draaide mijn bike, en reed tegen het opkomende mtb verkeer terug. Wat verder
zag ik terug de pijlen hangen. De laatste km was de meest technische afdaling
van de hele rit. Overal zag je deelnemers sukkelen en zwaar tegen de grond
gaan, zo ging een dame voor me overkop en kwam drie meter lager met een smak
tegen de grond, hopelijk zonder erg. Beneden aan de voet was de finish en daar
zag ik mijn Geja, die al enkele uren op mij stond te wachten, trots dat ze meer
dan 1000 hoogtemeters had afgefietst op haar 68 km van Vianden. En dat mag ze!
Ik had 92 km (incl op en af naar de wagen), 2400
hoogtemeters, gemiddelde wacht-wandel en fietsnelheid 16,5km/uur
Mijn conclusie;
Als ik vandaag mijn eigen fietsplezier of fietsergernis wegdenk
was het organisatorisch af. Goed afgepijld, en op alle gevaarlijke
oversteekplaatsen seingevers. Je moet natuurlijk al een "gestampten
boer" zijn om in die streek geen mooi parcours te maken. Je moet wel
degelijk een "gestampten boer" zijn ipv een professionele organisatie
met meer dan genoeg ervaring, om voor 45 zo'n afschuwelijk (en
hoogstwaarschijnlijk gesponsord) t-shirt te geven aan elke deelnemer. Geef dan niks,
dan valt het zo niet op en kan daar alvast geen opmerking over gemaakt worden.
Als ik met dit t-shirt mijn groene gazon ga afrijden , gaat mijn pelouse
onmiddellijk verdrogen door de aanblik ervan. Ik denk niet dat ik ooit iemand
met dit shirt zal tegenkomen op straat. De enige bevoorrading die ik aandeed
was zeker geen knaller, evenmin die 2 onnozele riviertjes wetende dat je met
zon massa deelnemers daar enorme wachttijden krijgt, uitgezonderd de eerste
wave deelnemers. Enfin, ik ben content dat ik de Roc dArdenne eens gereden heb.
Zeer blij dat ik de dag voordien in Vielsalm de 95 km van "Heikki's gruute
plateau marathon" heb gereden. En ik heb nog meer respect voor de talloze
organisatoren van TTs elke week. Ik zie organisatorisch echt geen verschil,
behalve de deelname prijs. Meestal 1/10 van de 45 euro Golazo prijs.
En dan mijn
resultaat of uitslag van de Roc dArdenne 2014;
Algemene uitslag van de 81 km marathon; 297ste op 663 deelnemers
Juistere
analyse met toelichting; Ik kan onmogelijk geloven dat ik 1 uur 38 minuten na
de winnaar zou zijn toegekomen. Vanwege de ordening in de startgroepen op basis
van rugnummers zou de winnaar uit mijn wave zijn gekomen. Deze man (en er zijn
er nog enkele anderen) zou dus ALLE deelnemers van de vorige waves moeten zijn
voorbij gereden die 5, 10 en 15 minuten voor hem zijn gestart, geen last hebben
gehad van stilstaan en wachten. Hij zou ook op zijn minst enkele honderden
deelnemers van de 50 km moeten hebben voorbijgereden. Bijgevolg geen last
hebben van tragere en sukkelende medebikers. Hun tijd alsouwe vos is bijna net zo snel als vele
vooraan geeindigde elite-renners die allemaal hun zonen zouden kunnen zijn. Neen,
dat maken ze mij niet wijs. Ik denk dat dit anciens zijn die truken van de
foor toepassen, en geregistreerd zijn door over de startlijn te rijden en vlak
voor alle groepen zijn gestart.
Zeer
grondige analyse van de deelnemers 45+ die in mijn (4e en laatste) groep
zijn gestart, inclusief de winnaar dus en andere verdachte foefelaars;
22ste op 74 deelnemers
DE ENIGE ECHTE JUIST ANALYSE;
Algemene uitslag ;
Bij de
deelnemers met een neurotische aandoening ( zij die het weten en nog niet
weten) met zekerheid op het podium.
Leeftijdscategorie 45+ met Parkinson;
Waarschijnlijke
winnaar Roc dArdenne 2014 ; JAN BUELENS
Kampenhout.
Desondanks;
nooit meer Golazo voor mij, niet op de wegfiets, niet op de mtbike.
Extra
info;Superbrilleke van Oakley!!! Werkt
perfect en onmiddellijk in de overgang van schaduw, licht, donker en felle zon .
En zo reed
ik samen met Geja tevreden huiswaarts van een leuk fietsweekend Luxemburg,
dromend van meer.
Belgische politiek versus mountainbike-organisaties
Afgelopen paasweekend
ben ik zoals eerder vermeld 2 dagen (met wisselend succes), hoogtemeters gaan
opzoeken in TT-marathons.
Zondag 20/4 in Huissignies;
Een ramp, une
catastrophe. Dan staat er op de marathonkalender 80 km en 2200 hoogtemeters
(gegevens verstrekt door de organisatoren). Een parcours samengesteld op basis
van die gegevens moet een lekkernij zijn voor een mountainbiker. Op de kaart
zie je dat die regio donkergroen kleurt vanwege bossen in de buurt van het kasteel
van Beloeil en het bois de Stambruges. Een ouwe vent als ik denkt dan dat
hij daar zijn poten kan gaan trainen.
Extra toelichting;
We weten
allemaal dat politiekers vooral beloven, toch wat de Vlaamse betreft en de Waalse politiekers moeten zeker niet onderdoen.
Integendeel, die roepen altijd harder en beloven nog meer. Niet in het minst Di
Rupo of Magnette. Wat ik niet wist was dat de modale Waal nog beter zijn best
doet dan de Rooie strik, en andere Madam Nons, en duidelijk ook les heeft
gekregen van Papa dArdenne en andere Andres (doden en levenden). Op hun
rapport zouden de organisatoren van deze TT, van hun Waalse politiekers zeker een grote
onderscheiding op hun lokale pensenkermis of festivale locale gekregen hebben.
Van mij en andere mountainbikers die op basis van de door hen verstrekte
gegevens op de marathonkalender hun kar naar Huissignies hebben gekeerd, NUL op
tien, ZERO, gebuisd en terug naar het Jezuietenklooster. Om te leren tellen en
vooral het liegen af te zweren door boetedoening. In Noord Korea en bij de
Chinezen wordt een mens voor minder geëxecuteerd (tenzij de regering de TT
organiseert en zichzelf alle lof toedient, en zo komen we terug bij onze Waalse
politiekers).
Terug naar de TT;
Ik kan
alleen maar spreken over de langste afstand, de 80 km. Maar die is zoals overal
gebaseerd op de kortere afstanden door middel van extra lussen. Er was niks
maar dan ook niks te beleven wat in het grote draaiboek van een mooie TT staat.
Veel asfalt, eindeloos vlakke saaie rechte wegen door het bos (genre waar
paarden met karren/koetsen elkaar zelfs vlot kunnen kruisen. Af en toe eens een
plat stukje verbindingsweggetje (meestal een zelf aangelegd platgestampt pad),
dwars door het bos om vervolgens een ander karrenspoor te nemen. Er was welgeteld
3 km leuk speelplezier, lokaal gekend als het Mer de Sable. Hoogtemeters ;
amper 600, in plaats van de vooraf aangekondigde 2200!!!!. Moest een Vlaming
zoiets organiseren, en door middel van de leugen proberen deelnemers te lokken,
daarvoor dan 6 euro te vragen, ze zouden de eerste zijn om en masse scandaleuse
et le sale menteure(nvdr; schandalig, de vuile leugenaar!!!) te roepen! De
vakbond werd gemobiliseerd, en
vervolgens zou door betogingen en stakingen het land plat-(juiste woordspeling)gelegd
worden. Ik heb geen enkel probleem met inschrijvingsgeld, je weet vooraf
hoeveel of weinig je betaalt. Ik heb wel een probleem als de leugen het doel
heiligt. Dan voel ik me vooral bedrogen en ben ik behoorlijk misnoegd. Toen ik
daarover op hun forum mijn mening uitte kreeg ik vooral te horen dat dat
inschrijvingsgeld toch wel weinig was. Je kreeg bij de inschrijving lokale
saussice, paté en andere versnaperingen. Iets wat je weinig of niet tegenkomt
in Vlaanderen. Ja jongens, voor een pensenkermis rij ik niet naar ginder hè, ik
ga om te mountainbiken. Ik hoef mijn inschrijvingsgeld niet op te eten. Dat leugentje
om bestwil ivm de hoogtemeters, deed men af als een faits divers. Hun Mer de
Sable doortocht was volgens hen toch iets om duimen en vingers af te likken. In
mijn regios Hageland en Druivenstreek rij ik elke keer parcoursen die voor
80% bestaan uit hun 3 km lange Mer du Sable. Een regio is wat het is , maar een
organisator van TTs of van eender welk evenement, moet eerlijk communiceren
over zijn regio of organisatie, zodat een deelnemer of bezoeker weet waaraan
hij zich kan verwachten. Nadien bleek dat de forumheren Saussice et Faits
Divers zich tevreden stelden met de tocht van 30 km. En zo is de link weer
gelegd met de heren Waalse Politiekers dieook de kunst verstaan om zichzelf
te bewieroken met te roepen dat ze goed bezig zijn. Nooit meer Huissignies voor
mij, das een zekerheid.
Gelukkig was
er in de namiddag de Amstel Gold Race. Met toch wel een Waal als winnaar zeker!
Maar wel éné die wel (goed) Vlomsch klapt. Maar ook weer éné die de vruchten
plukt aan de meet, van zijn noeste hardwerkende Vlaamse ploegmaat onderweg.
Tiens? Is koers dan inderdaad hetzelfde als de Belgische politiek? U mag zelf
het antwoord geven.
Paasmaandag 21/4 in Messancy. Opgestaan om 04.45 uur, en een uur
later vertrokken richting Luxemburg. Starten voor de 100 km kon maar tot 08.00
uur. Of wat een mens allemaal moet doen om zijn vormpeil te bereiken. De
gegevens op de marathonkalender; 100km en ook nu weer 2200 hoogtemeters.
Wat gisteren
in Huissignies niet was, had het hier in Messancy allemaal. Mountainbikegenot
pur sang. Singletraks, technische stukken, spectaculaire afdalingen, zware
slingerende steile hellingen, adembenemende decors, allemaal in overvloed. En
als afsluiter in het bois de 7 bosses, een om schrik van te krijgen stelletje
steile afdalingen. Enkel te nemen met de ogen dicht als ik er nu over denk. Ik
heb 6 uur en 3 minuten plezier gehad over de 100 km, die denk ik maar door een
deelnemer of 15 gereden is. Aan de bevoorradingsposten van de 40 en 60 km was
er wel wat volk. Op de extra lussen voor de langere afstanden, ben ik zeer
sporadisch een anderedeelnemer
tegengekomen en voorbij gereden. Ik was gaar gekookt ofte meurrig zoals wij
dat hier zeggen bij aankomst. Mijn snelheidsgemiddelde was amper 16,5 km/uur,
vooral door de inderdaad 2200 hoogtemeters, die op de extra lussen altijd meer
dan 20% hellingsgraad hadden en lang waren. Zoniet in meters maar wel in tijd,
want wat duurt het lang eer je 100 meter hebt overbrugd met die kleine
versnelling (24x36 of amper 1,54 meter per omwenteling).
Moe, content
en tevreden. Maar ik was ook zeer snel gerecupereerd. En eerlijkheidshalve was
ik in eerste instantie ook blij dat de hoogtemeters de dag voordien zeer
beperkt zijn gebleven. Wat wel wennen is, is de bewegwijzing. In Vlaanderen hangen er meestal goed zichtbare gele pijltjes
op bomen en palen. In Wallonie spuit men pijlen op de (bos)grond. Meestal maar één
en net op het moment dat je moet afdraaien. Dus af en toe verkeerd rijden of te
laat indraaien hoort erbij.
Bijzonder
eigenaardig en verwarrend was dat het parcours drie keer een prachtig mooi golfterrein
dwars kruiste, zonder dat er eigenlijk een zichtbaar pad of weg was. In het
mooie perfect onderhouden gazonnetje, zag je enkel wat afdrukken van mtb-banden
van andere deelnemers. Je twijfelt toch wel echt of je daarover moet. Ik ga
ervan uit dat dat golfterrein over een publieke trage weg (zoals dat vandaag
heet) is aangelegd, en dat men deze niet mag afsluiten. Maar wie is er dan verantwoordelijk
als je als fietser, voetganger of paardrijder een golfballetje tegen je hoofd
of lijf krijgt? Zou daar iets van in het verkeersreglement staan? Of je zal
maar een balletje dat op je weg ligt achteloos wegstampen of wegrijden terwijl
zon golfer net zijn allereerste perfecte Tiger Woods slag heeft geslagen. Hoop
dan maar dat die golfer niet binnen golfstok-afstand staat als je daar
passeert. Wat zou er daarover in het grote golfboek-reglement staan?
TT in
Messancy ; Een uitmuntende geslaagde toer. 10/10 voor de organisatie. Nadien op
de terugweg uit Luxemburg, file file en file. Uiteindelijk kon mijn op mijn
thuiskomst wachtende madam mij begroeten om 18.30 uur, en was het avondeten
welgekomen.
Het is niet
eens half april en toch heb ik deze maand reeds meer dan 750 km (waarvan 250 km
met de koersfiets), en een totaal van een kleine 11000 hoogtemeters. Ik vind
van mezelf dat ik stevig bezig ben. Ik ben sinds de aanvang van mijn campagne
10 kilo vet kwijtgeraakt. Een hoop vlees als je dat zou zien liggen. Mijn
gewicht ligt al enkele weken rond de 75 kg, het mag voorlopig zo blijven. De
conditie is goed (denk ik). Dat leid ik af uit het afgelopen weekend waar ik
net geen 300 km in toertochten heb gefietst en bijna dertien uur op het zadel
heb gezeten.
Afgelopen
zaterdag reed ik de Willy Teirlinck Classic in Liedekerke. Goed voor 145 km en
1450 htm. Gestart in eenkoud, vochtig,
mistig weertje. Dat zijn we dit jaar niet gewend geweest. Ik was dan ook zeer
verheugd dat ik toch maar een dikker jasje en lange broek aanhad. Als ik
sommige deelnemers zag in korte mouwen en broek, bibberen deden ze, stuk voor
stuk. Het duurde bijna twee uur eer de zon doorbrak en het aangenaam werd. De
eerste 50 km heb ik het moeilijk om op gang te komen, om soepel te draaien zeg
maar. Komt het door mijn leeftijd of door mijn bibberaandoening? Het zal wel
een combinatie van beide zijn. Feit is dat wanneer ik éénmaal op gang kom er
bitter weinig volk mij nog voorbij rijdt, veeleer andersom. En hoe langer de
afstand wordt, hoe beter ik fiets. Dat leid ik af wanneer het klimmen is en ik
de één na de ander soepel voorbijsukkel. Mijn tempo is na 140 km nog steeds
even snel of traag (afhankelijk van hoe je het bekijkt) als bij de eerste kms.
Op de koersfiets draait dat op het vlakke rond de 30 a 32 km/uur, en dat
vertaalt zich dan tot een uiteindelijk gemiddelde van rond de 28 km/uur, voornamelijk alleen fietsend en hoe
lang de rit ook mag zijn.
Gisteren
zondag ben ik met de mtbike de toertocht in Rillaar gaan rijden. Vertrokken om
7.15 uur (het uur dat mijn buurman Marc na zijn nachtdienst thuiskomt op zijn
koersvelo). Met de fiets naar Rillaar (goed voor 31 km). In Rillaar de marathon
van 85 km gereden, en terug met de wind vol tegen naar huis. 145 km en 1650
htm, goed voor bijna zeven uur met de mtbike. Het is verbazingwekkend dat we
nauwelijks het grondgebied Rillaar verlaten en dat er toch zoveel weggetjes,
landwegels en boswegen door het Hageland slingeren. Amper asfalt of beton tegengekomen
of het was om deze te kruisen en terug het veld in te duiken. Mooi parcours,
droog en stoffig. Met het mistige weer van zaterdag in gedachten ben ik
gisteren vertrokken met dikker jasje en lange broek. En dat heb ik geweten. Op
de heenrit, in de ochtendstond ging dat nog, maar na 20 km door veld en bos,
zwetend als een otter besloot ik toch maar te strippen in het bos, uit de
wind. Niet zo evident om in een camelbag, gevuld met anderhalve liter water,
een door het zweet doorweekte herfstjas en lange broek in de bijzakjes te
proppen. Het fietsen voelde onmiddellijk veel beter aan bij surplus aan meer
lucht en afkoeling. Maar de rugzak hobbelde en bobbelde onaangenaam op mijn
rug. Net zolang tot door het drinken van het water de druk wat afnam van mijn
rugzak. Maar 5 km na mijn strip-act, reed ik lek achteraan. Tubelessbanden en
latex, ik heb er mijn gedacht ondertussen van. Ondanks het miniscule gaatje
werkte het dichtingsmiddel (weer) niet. Het was niet moeilijk om het gaatje te
vinden want het witte latexproduct pruttelde door het gat ipv het te dichten.
Met mijn boerenverstand, en nadat ik mijn lange broek en jasje met vechten weer
uit de camelbag had gesleurd, kwam ik op het lumineuze idee dat ermogelijk te weinig druk in de band stond om
de fit te dichten met latex. Bommetje op het ventiel en hetgas de band in. Noppes dus, de latex
pruttelde gewoon sneller door de fit. Handschoentjes aan en dan toch maar de
binnenband erin. Ik herkende de situatie van enkele weken terug. Uiteindelijk
ben ik snel veertig minuten bezig
geweest met de stripact en het sukkelen bij het lekrijden. Na de rugzak weer
met al mijn overtollige kledingstukken te hebben volgepropt ( wat had ik spijt
dat ik niet mijn been- en armstukken had aangedaan), terug het veld in om de
rest van dezemooie tocht af te haspelen.
Ook gisteren had ik moeite om het juiste tempo te vinden, zelfs na mijn
opwarmingsrit naar Rillaar. Maar éénmaal de cadans gevonden geef ik die niet
meer af, hoe groot de afstand, en hoe steil de beklimmingetjes ook mogen zijn. Gisteren
ben ik ook (na meer dan 100 km op mijn teller) eens gestopt bij een
bevoorradingspost, de laatste op het parcours. Omdat ik wist dat ze daar
rijsttaart op het menu staan hadden. En na de energiebars- en koekjes smaakt
zon stuk rijsttaart overheerlijk. Ik heb er dan maar twee genomen en mijn
drinkbus laten bijvullen. Bij het vertrek van deze bevoorradingspost op een
boerenerf moesten we door de achterdeur, de koeienstal door, om door de grote
staldeur terug op het parcours te komen. Leuk gevonden.
Tijdens het
laatste technische deel op en rond de konijntjesberg zag ik dat ik weer veel
beter was dan vele, vooral jongere bikers. De laatste 5 km sloot ik net op de
top van een helling aan bij een groepje jongere mannen. Ik (en dat doe ik
alleen als ikme goed voel om hen
helemaal te demoraliseren) vroeg hen lachend of ze geen goesting meer hadden.
Was er toch een leeftijdsgenoot van mij bij die antwoordde dat ze nog wel met
de fiets terug naar huis moesten, 20 km! Ikke nog 31 !!!, en heb nu net 110 km
gereden. En dat inspireerde mij om er tijdens de laatste beklimming op het oude
trainingsparcours van Roland Liboton er nog eens een ferme lap op te geven, en
dan remmend in de afdaling naar Rillaar toe me terug te laten inlopen door de
jongerenbende en éné ouwe vos. Nog lachend de laatste twee km samen afgereden,
en dan de 31 km eenzame tocht, vechtend tegen de wind huiswaarts, met steeds
dat liedje spokend door mijn hoofd (Boudewijn de Groot De Zwemmer).
Gelukkig
hadden de echte renners in Parijs Roubaix ook stevige tegenwind, want op mijn
tv reed Terpstra pas om 19.15 uur over de meet. Alles opgenomen en in één keer
uitgekeken zonder in slaap te dommelen. Daaruit kan ik alleen maar concluderen
dat de conditie goed is. Afstand is op dit moment geen probleem meer, maar
vanaf volgend weekend ga ik regelmatig de Ardennen in voor een veelvoud aan
hoogtemeters te trainen op die afstand.
Vooral door
het uitzonderlijke lenteweer is maart een goed fietsmaand geweest. Wat mij
betreft mag dat zo blijven. Vanaf april gaat het zoetjesaan richting Ardennen
voor de langere en zwaardere MTB-marathons. Duimen (of juist niet) voor goed
weer tijdens het Paasweekend. Dan is er een eerste test. Op Paasdag en
Paasmaandag twee zware marathons na elkaar met telkens meer dan 2000
hoogtemeters. Afhankelijk van de benen fiets ik eerst nog op zaterdag de 160 km lange Van
Peteghem Classic in Aalst met de racefiets. Om dan op 4 mei in Houffalize de
Roc dArdenne (www.sport.be/rocdardenne/2014/nl)
als eerste grote uitdaging in 2014 te rijden.