Project Black Book
Inhoud blog
  • Het incident
  • Mijn vroegste herinnering.
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Christiaan Beeken
    Ik ben een man en woon in Hasselt (België) en mijn beroep is schrijver in spe.
    Ik ben geboren op 04/06/1994 en ben nu dus 29 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Schrijven / film.
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Door de ogen van een kind
    07-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het incident
    HERINNERING 2: HET INCIDENT

    Deze herinnering dateert ook uit mijn vierde levensjaar, dit is een van mijn pijnlijkere herinneringen waar ik letterlijk dagelijks mee word geconfronteerd. Een van de redenen waarom ik niet graag in een spiegel kijk. Het is ook mijn eerste herinnering van zwaardere agressie van mijn moeder.

    Het was eigenlijk een zeer normale dag, ik werd gewekt door mijn mama, wat wel vaker gebeurde. Toen ik beneden kwam maakte ik me klaar, ontbeet en ging naar school. Zoals gewoonlijk werden ik en mijn zus gebracht door mijn vader. Ik kwam aan op school, ging netjes in de rij staan en doorliep de schooldag onwetend over wat me die avond te wachten zou staan. Op het einde van de dag kwam mijn moeder ons ophalen. Ze leek wat gepikeerd toen we in de wagen stapte, iets waar ik me geen zorgen over baarde. Dat was wel vaker het geval, zeker in die tijd. Mijn moeder en vader maakte in die tijd vaak ruzie. Veel van de ruzies werden 's avonds gevoerd, wanneer wij net slapen waren. Wat op zich goed bedacht is, maar helaas konden ik en mijn zus die ruzies altijd perfect volgen. Door het bulderende geschreeuw van mijn moeder.

    Eenmaal thuis maakte mijn zus haar huiswerk op de keukentafel en ik speelde wat met lego, terwijl mijn moeder het avond eten was aan het bereiden. Even voor het eten klaar was kwam mijn vader thuis van zijn werk. Hij zei niets toen hij binnenkwam wat indiceerde dat er weer ruzie gemaakt ging worden. Er was niet veel nodig om de spanning te voelen tussen die twee. Mijn vader liep zonder iets te hebben gezegd naar het bureel langs de living en deed de deur dicht.

    Tijdens het avondmaal werd er totaal niet gesproken aan de tafel, mijn ouders zeiden niets dus durfde wij ook maar niets te zeggen. Het was echt een pijnlijke stilte, die voor eeuwig leek te duren. Ik dacht destijds dat het aan de spruitjes lag, er was niemand behalve mijn moeder die dat lekker vond. Een conclusie was dus snel gemaakt, die achteraf bekeken fout was natuurlijk. Toen mijn vader klaar was stond hij op en vertrok opnieuw naar het bureel. Mijn moeder begon de tafel langzaam af te ruimen en begon aan de afwas.

    Tot nu toe was er nog geen woord gesproken, de spanning was echt te snijden. Mijn zus en ik hielpen braaf met de afwas, mijn zus droogde af en ik zette de dingen weg die in de onderste kasten moesten gezet worden (omdat ik nog niet boven het werkblad kwam). Ik probeerde zo goed en stil mogelijk alles weg te zetten wat mij lukte, tot die laatste tas waar ik de gevolgen van zal moeten gaan dragen. De tas glipte uit mijn handen en spatte uiteen op de grond, ik was verstijfd. Ik wist dat dit gevolgen ging hebben. Mijn moeder schrok bij het horen van het brekend porselein, wat razendsnel omsloeg naar woede. Zo kwaad had ik haar nog nooit gezien, die blik die ik toen zag ging ik nog vaak zien. Haar ogen waren zo angstaanjagend, zo waanzinnig vol woede. Ze schreeuwde: IN DE HOEK! Verstijfd van angst probeerde ik me al stotterend te verontschuldigen. IN DE HOEK, NU! krijste ze, waarop ik me zo snel mogelijk begaf naar de hoek die ze vol woede aanwees. Onderweg naar daar was ze zo gevuld van woede dat ze me een harde trap in de rug gaf. Ik schreeuwde het uit van de pijn en angst, maar de trap was zo hard dat ik bijna letterlijk in de hoek vloog. Ik smakte met mijn gezicht tegen de plastic wand.

    Ik hoorde een luide krak en voelde een stekende pijn door mijn wang. Ik probeerde recht te staan en merkte dat er iets in mijn gezicht stak. Er was een stuk plastic van de muur terecht gekomen in mijn wang. Mijn vader kwam direct op het geschreeuw af, hij keek ontzet naar mij en de schade die mijn moeder had aangericht. Ik probeerde door alle tranen heen spijt te zien in de ogen van mijn moeder, maar vond ze niet. Ze bleef me even woedend aankijken, alsof ik dat had verdiend. Alsof ze er van genoot. Mijn vader probeerde het stuk plastic uit mijn wang te trekken, dat was ook de eerste keer dat ik zoveel van mijn eigen bloed zag. Ik was zo ontzet en bang door de reactie van mijn moeder, dat ik niet eens voelde dat mijn vader het stuk plastic uit mijn wang had getrokken.

    De schade die mijn moeder had aangericht was toen pas echt duidelijk, twee grote gapende wonden in mijn wang die zo diep waren dat ik mijn adem er door voelde vloeien. Mijn vader nam me op en probeerde me zo snel mogelijk in de wagen te krijgen. Ik moest de wonden bedekken met een washandje van mijn vader onderweg naar het ziekenhuis. Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis werd ik naar een kamer gebracht met een soort brancard, waarna een arts me begon te sussen en een plaatselijke verdoving toe diende. Gedurende het hele proces bleef mijn vader bij me terwijl hij me probeerde aan het lachen te brengen, iets wat de arts niet op prijs stelde omdat hij mijn wonden probeerde te hechten. Eenmaal terug thuis gekomen was mijn moeder schijnbaar gekalmeerd en zetten ze mij in bad. Terwijl ze me waste zei ze iets tegen mij wat ik nooit had verwacht en nooit zal vergeten. “dit is niet zo gebeurd als gij denkt, gij zijt naar de hoek gelopen en zijt gevallen. Ik heb u niet geschopt tot in de hoek, begrijpt ge? Zei ze op indringende toon. Ik knikte ja geschrokken door de geheel onverschillige en vreemde reactie van haar. Ik dacht dat ze spijt zou hebben en mij zou proberen vertederen door liefde, maar dat deed ze niet. Sterker nog, ze zei daarop “daar word ge hard van” een zin die ik nog vaak ging horen maar nu pas begrijp. Mijn eerste ervaring met de monsterlijke kant van mijn “mama”.

    Het incident.

    07-10-2014, 12:49 Geschreven door Christiaan Beeken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn vroegste herinnering.
    HERINNERING 1: MIJN RIJZENDE HELD

    Mijn vroegste herinnering dateert van mijn vierde levensjaar, ongeveer dan toch. Mijn vader woonde destijds nog thuis, wat toch een van de positievere herinneringen is. Mijn (tweede) geboortebeer zoals ik het noem was en is nog steeds een van de belangrijkste materiële dingen in mijn leven waar ik ongelofelijk veel waarde aan hecht. Mijn echte geboorte beer raakte ik helaas kwijt in het tweede of derde kleuterklasje. Ik zat destijds op de mozaïek school in de zegestraat, te Hasselt (banneux-wijk), wat niet ver van mijn thuis was. Ik woonde namelijk in godsheide, in de zandstraat (deze gespecificeerde plaatsen lijken irrelevant maar zijn voor mij essentieel).

    Mijn dag begon toen zoals gewoonlijk, ik werd gewekt door mijn moeder en zij hielp me om mij klaar te maken voor school. Tijdens het ontbijt kwam de gedachte bij me op om mijn “beertje” mee te nemen naar de school. Ik zei dit tegen mijn ouders, waarop zij me onmiddellijk zeiden dat dit een slecht idee was. Ondanks het protest van mijn moeder en vader, besliste ik toch om hem mee te nemen. Dit deed ik weliswaar stiekem, om toch maar niet “ongehoorzaam” over te komen. Mijn moeder had dit zichtbaar door, maar deed niets om me tegen te houden. Wat ik achteraf pas begreep. Het was mijn vader die ons die dag naar school bracht. Ik stapte in zijn wagen, een donkerblauwe Ford mondeo van 1995 met een kleine spoiler vanachter op het kofferdeksel. Mijn vader was destijds nogal ijdel als het op zijn wagen neer kwam. Hij had bijvoorbeeld een grote donkerblauwe badhanddoek gelegd op de achterbank, zodat wij niet de zetel zouden besmeuren met onze schoenen. Ook mochten wij niet met onze schoenen tegen de zetel voor ons schoppen, nog met onze handen tegen de ruiten komen. Iets wat ik en mijn zus desondanks deden.

    Mijn zus en ik zaten op dezelfde school, maar de school was in twee verdeeld. Het eerste tot en met het derde kleuterklasje was gescheiden van het eerste, tweede en derde leerjaar. Het vierde, vijfde en zesde leerjaar werd ondergebracht onder de mozaïek school in de kiewitstraat. Aangezien mijn zus drie jaar ouder was dan mij, zat zij in het eerste of tweede leerjaar. Dus gescheiden van mij.

     Toen wij aankwamen op de school, begon de dag normaal. Mijn juf, juffrouw Ellen was een lieve en zachtaardige vrouw van ongeveer 27 of 30 jaar. Iets wat voor mijn leeftijd oud leek. Ze had lichtbruin haar, had een lief gezicht en brede heupen. Ze kwam ons zoals elke dag halen als we flink in de rij stonden, door op de aangeduide stippen te gaan staan als de bel ging. De kleur van die stippen was voor mijn klas toen geel. De dag begon met juffrouw Ellen die een verhaaltje voorlas, namelijk het verhaal van goudlokje en de drie beren. Wat mij er terug aan herinnerde dat ik mijn geboorte beer bij had. Ik stond abrupt op en liep naar mijn boekentas. Ik haalde hem eruit en ging terug bij de juf zitten, luisterend naar het spannende verhaal met de veiligheid van mijn knuffel. Ik weet niet wat het precies is aan die knuffel dat het me veilig liet voelen, maar ik betrapte mezelf er steeds op dat ik vaak aan de knuffel rook. Geur is nu eenmaal een van de sterkste factoren om een herinnering op te roepen, die me in dit geval me aan thuis deed denken. 

    Alles wat er na gebeurde tijdens die dag kon en kan ik me niet meer herinneren. Ik herinner me alleen nog het einde van de schooldag. Mijn vader kwam me ophalen, ik begon mijn boekentas te maken en pakte mijn jas. Toen ik richting mijn vader wandelde voelde ik dat er iets ontbrak, ik wist alleen niet wat. Toen ik me de dag probeerde herinneren, kon ik dat niet. Dit was een moment dat ik heel bang was. Ik probeerde te herinneren wat er die dag was gebeurd, waar het was misgegaan. Maar buiten het begin van de dag wist ik niets meer. Zelfs niet meer wat ik had gegeten. Het leek alsof ik de rest niet had meegemaakt, alsof het begin van de dag het einde van de dag was geworden.

    Ik raakte volledig in paniek, bijna hysterisch. Toen sloeg het in als een bom, ik wist niet meer waar mijn beertje was. Het gene waar ik zo waar gehecht aan was, het gene waarvan ik me nog nooit had van kunne voorstellen zonder te moeten leven. Ik barstte in tranen uit, ik was zo in de war. Ik rende terug naar de klas, begon hysterisch te zoeken. Wat ik ook deed, hoe hard ik ook zocht, ik vond hem maar niet. Ik rende naar de speelplaats, terwijl mijn vader achter mij aan rende. Ik keek in elke hoek, elke vuilbak. Tot mijn vader voorstelde om bij de verloren voorwerpen te kijken. Daar had ik nog niet aan gedacht, ik kreeg weer hoop. Ik was bijna euforisch, dat ik daar nog niet had gekeken was absurd. Ik rende onmiddellijk naar de verloren voorwerpen, een mand vol met vergeten speelgoed en knuffels. Hoe meer ik er in graaide, hoe meer hoop ik kreeg. Tot ik de bodem bereikte.

    Ik was kapot. Mijn wereld viel in duigen, alsof er een direct familielid gestorven was. Ik huilde en huilde, maar niks bleek de pijn te verzachten. Mijn vader kon toen mijn pijn voelen, maar kon alleen maar zeggen dat het waarschijnlijk was dat een andere leerling hem had meegenomen. Ik had zo een verdriet en was zo gefrustreerd. Had ik maar geluisterd naar mama en papa gierde door mijn hoofd. Eenmaal in de auto bleven mijn tranen maar rollen over mijn gezicht, mijn vader probeerde me te sussen maar dat had weinig effect. Hoe kon iemand begrijpen wat ik voelde. Hoeveel hij voor me betekende. Hoe ik uiteen gereten werd door schuld. Ik had moeten luisteren, schreeuwde het in mijn hoofd.

    Toen ik thuis aankwam rende ik naar mijn kamer, wat het nog pijnlijker maakte. Ik kroop voor het eerst in bed zonder mijn knuffel. Ik voelde me zo leeg, zo zwak en kwetsbaar. Ik probeerde te slapen maar dat lukte niet. Toen het me uiteindelijk wel lukte, maakte mijn vader mij net wakker. Hij verborg iets achter zijn rug, ik kon niet zien wat. Mijn vader zei “ik heb met u zus gepraat, ze is niet zo gehecht aan haar knuffel dus krijg je de hare”. Hij haalde de knuffel tevoorschijn en zei “Ik weet dat het niet hetzelfde is, maar ze lijken erg op elkaar hè?”. Ik keek mijn vader met grote dankbaarheid aan. Niet zozeer voor de knuffelbeer, maar voor de verborgen boodschap. Dat hij er altijd zou zijn voor mij, wat er ook gebeurd. Dat hij me altijd zou laten lachen wanneer ik het niet kon. Dat hij mijn pijn altijd zou proberen te verzachten, omdat hij mijn papa is.

    Mijn rijzende held.

    07-10-2014, 12:45 Geschreven door Christiaan Beeken  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 06/10-12/10 2014


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Laatste commentaren


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs