De gsm was kwijt. Alweer.
Alleen was het nu eens die van haar en niet die van mij, wat de tussenstand bracht op 4 - 338. (Maar in 2009 is de stand nog maar 1 - 8, hoeba).
Als ervaringsdeskundige zowel in het verliezen als in het terugvinden, nam ik het onderzoek meteen in handen.
Ik ging tegenover haar aan tafel zitten, lamp d'erop en doorvragen, good cop bad cop:
- Waar waart gij den negende januari toen den draadloze telefoon, zijnde van het merk Samsung, verdween? (Ik voelde de Maurice Dewilde in mij opzwellen van trots.)
- Tsja, als ik dat wist, dan had ik hem niet verloren.
Hmmm, ook waar. Overnieuw:
- Waar hebt gij den negende januari den draadloze telefoon, zijnde van het merk Samsung, laatst gezien?
- In mijn hand.
Lap, dat werd een taai onderzoek. Ik zette mezelf een shot cocaine, fiedelde een eindje weg en ging verder met het kruisverhoor: En je hand is sedert gisterenavond nog niet van plaats veranderd? Ik kon maar proberen. When you have eliminated the impossible, whatever remains, however improbable, must be the truth"
- Toch wel. Nu is mijn hand hier, kijk, neusknijp. Maar toen zat mijn hand in mijn handtas die toen op het stoeltje lag dat naast mij stond in café De Klok.
Yup, nijdig onderzoekje, veel gezwam.
- En hij zit niet in je handtas?
- Neen, heb ik al gecheckt.
- En je zat zeker in de Klok?
- Inderdeed.
Maar Inspector Moose laat zich niet zo gemakkelijk uit zijn lood slaan. Ik trommelde de veertigste van Mozart op de tafel, dronk mijn pint leeg en drong aan:
- Je bent dat echt heeeeeel zeker van die Klok?
- Dat zeg ik je toch! Ik weet het zeker, want daarvoor zat ik bij de chinees en toen was de gsm uit mijn sjakkosj gevallen en ik vond hem bij het afrekenen. Daarna gingen we nog iets drinken op café en daar wees Karen me erop dat mijn gsm weer uit mijn handtas was gevallen en toen ik heb terugstopte, wel toen zag ik hem voor het laatst. Zo goed?
- Sorry, gewoon even bad cop.
- Huh?
- Nikske.
Ik wreef mijn snor en merkte scherpzinnig op: - Ma chère amie, en sedert wanneer valt die gsm altijd uit je handtas?
- Sedert de chinees.
Bon, dus laatst heb je hem gezien toen je hem in je lekke handtas propte.
- Stopte.
- Stopte?
- Stopte, niet propte.
- Evidemment.
Na ja, Stephan, vielleicht moessen wir simpelweg anrufen?
Ja, stumm, moesten we al veel eerder aan gedacht hebben.
"Diez izze chief inspecteur Mouseau speakin on ze feun"
"Oooooo, je overvalt mij. Ik ben er even niet, maar ik zal je..." 't Is niks, 't is je antwoordapparaat.
- Oei dat wil dus zeggen dat... iemand die gevonden heeft en mijn SIM-kaart eruit genomen heeft, de vuile dief. Gelukkig stond er niet veel belwaarde meer op.
- De kans dat er iemand je achttienjaar oude gsm wil herbruiken lijkt me toch scheren aan het absolute nulpunt, schat. Jouw gsm werkt nog op steenkool.
- Dan is het misschien een 'domme' vuile dief.
- Of misschien is je gsm gewoon uitgevallen, lege batterij op zo. Da's dan wel een beetje vervelend. Stel dat die domme vuile dief een eerlijke vinder is, dan kan nooit meer te weten komen van wie die gsm is. Hij neemt die mee naar huis, laadt die op, maar dan kan hij die toch niet opstarten omdat hij jouw PIN-code niet kent.
- Pfff, alsof we er wel iets mee zouden zijn, moest hij die PIN-code wel weten. Zowat de enige contactpersoon die erin staat is "Moose" en jij pakt je gsm toch nooit op. Kan hij mijn hele belkrediet optoeteren vooraleer jij het merkt.
- Laten we eventjes niet aan doemdenken doen en uitgaan van het meest logische: Hij is uit je handtas gevallen in het café. Ondertussen is de batterij leeg. Wij gaan naar het café, want daar heb je hem laatst gezien, en hebben ze hem er niet gevonden, dan volgen we de weg naar waar je auto stond ... hij ligt toch niet in de auto?
- Neen, zeker niet, heb ik ook nagekeken. En Krulzap en Minizap hebben ook nog eens gezocht. Niks te vinden.
- Okee, we vatten de telefoon bij de hoorn: we vertrekken nu om de gsm te zoeken.
- Ja, doen we, maar eerst ga ik toch mijn kleren aandoen. Ik huppel hier nog in pyjama.
- Euh, dat zie ik toch ook?
- Ja, maar de lezers niet.
Twintig minuten huppelt ze de trap af: Ik ben er, kom we zijn weg.
- Heb jij je geschminkt om een gsm te zoeken?
- Euh ja, om naar de politie te gaan.
- ?
- Aan de overkant van het café is een politiebureau en ik dacht misschien heeft de vinder hem daar wel binnengebracht...
- Zot.
- Maar, neen, dat kan toch?
- Jahoor, en jij moet geschminkt zijn voor de polies.
- Ja, het kan maar helpen...
- O-o-o, die madam is geschminkt, we zullen haar gsm teruggeven. O-o-o, die madam heeft prut in haar ogen, laten we haar gsm stiekempje houden?
- Doe niet zo dwaas.
- Waar zijn de autosleutels, trouwens?
- In mijn sjakkosj.
- Al een geluk dat die er niet uitgevallen zijn, anders stond je nog voor dat café. Hoewel, ik vind die autosleutels toch niet hoor...
- Toch wel in dat zijvakje met dat ritssluitingetje.
- ...dat vakje waar die gsm in zit?
- Ja daar... oeps.
|