Met hun drieën kwamen ze aangesloft : Lange Rikken, Korte Rikken en de Franco. In grijze overall met "I-Technics" op de rug. De beide Rikken droegen hem dichtgeknoopt, Franco liep in opgestroopte hemdsmouwen, zijn overbehaarde armen showend. Met hun drieën kwamen ze kijken naar het hieltje van Dorien. Een fraai hieltje daarnietvan maar drie voor één hieltje was toch wel overdreven.
Dorien kwam de lift uitgestormd, met een stapel paperassen onder de arm, in gele en oranje gekreukte kaften. Haar pen, een rode, hield ze tussen haar tanden geklemd, als een trapper op oorlogspad, met zijn bowiemes. Ze rikketikte op haar hoge laarzen door de gang en hield halt voor de deur van de vergaderzaal die ze met een vrije elleboog openduwde. Achter zich trok ze de deur weer dicht met de tip van haar laars. En dat had ze niet moeten doen.
De laars stak zijn middelvinger op en bromde, hiervoor ben ik geen laars geworden, en prompt brak de hak af. Op wankele poten stond Dorien in de vergaderzaal. Ze sukkelde terug tot aan haar bureau, gooide haar stapel papier in de kast en sakkerde de wereld bij elkaar.
Die wereld bestond vandaag uit Kurt, praktische mens bij uitstek en Hill, al even praktisch, vooral als het er echt niet toe doet.
Dorien daarentegen panikeerde alsof de wereld zopas vergaan was.
- Ze liep nooit op hoge hakken, het ging haar al niet af, en nu was die hak er nog eens afgebroken, nu kon ze elk moment haar benen breken, wat moest ze nu, ze zou nooit de trein halen, ik zal naar huis moeten bellen dat ze mij komen oppikken, en mijn ventje moest vandaag overwerken, ai ai ai,
Wij, de praktische mensen, lieten haar eventjes doorrazen.
- O neen, en vanmiddag dan, hoe ga ik in de refter geraken op één hak, jongens kunnen jullie mijn eten naar beneden brengen, ik zal jullie mijn proton meegeven... Wij, rotsen in de branding, hielden het hoofd koel. - Het is toch waar zeg, die dag zal ik niet gauw vergeten, en ik moet straks nog naar die vergadering, kun jij mij verontschuldigen ik kan toch niet op mijn sokken naar die vergadering gaan, bel jij even... Wij, zwijgzame boomstronken, lieten haar eventjes stoom afblazen. - Net nu, het zal je maar overkomen, net vandaag als ik de tram moet nemen dan breekt die hak af en... Wij, lichtjes geïrriteerde mannenmenschen, probeerde haar zachtjes te sussen.
- Gottogottogot, hoe is dat nu toch mogelijk...
Dorien. Dorien! DO-RIEN!
Ze ontwaakte uit haarzelf.
- Huh ? Grote verbaasde slaapoogjes keken ons aan, even maar en meteen ratelde ze weer door.
Hier hielp geen lievemoederen aan. Dit noopte tot doortastende actie. Dit vroeg om mannelijk probleemoplossend denken.
Kurt draaide een verkort nummer, de 6000, en ik hoorde hem bellen met de mannen van Facility Management. (Of de klusjesmannen van het bedrijf, zo je wil).
Ze waren net verwikkeld in een heel complexe verhuis, iets met een metalen archiefkast die niet in de lift kon, terwijl ze daar een viertal maanden geleden nog vlotjes in paste. Metaal dat is entwat raars, jong. Dat leeft en dat zet zich en dat zwelt. Wreed groot probleem allemaal. Maar ze zouden de kast wel eventjes de kast laten en naar boven tenen. Met de lift.
Goeiendag uffra, u heeft een probleem met de bot? We zullen eens kijken, zie. De laars én Dorien werden aan een uitgebreid onderzoek onderworpen en hun voordehandliggende conclusie was dat ze de laars wel eventjes zouden lijmen. Met colle-tout waarmee het nooit niet meer zou lossen. Ze hebben er in den tijd nog de horloge van de Sint-Medarduskerk in Vloesem mee vastgeplakt en is die ooit losgekomen ? Neen of neen ? Wij schudden allemaal van neen. Niemand van ons was ooit in Vloesem geweest, laat staan dat hij wist dat daar een kerkje was met loshangende wijzerplaat, maar als Lange Rikken dat zei, dat zou dat wel zo zijn.
Als driekwart Daltons sloften ze weer naar hun metalen kast. Misschien dat die nu al iet of wat ontzwollen was, met de laars tussen duim en wijsvinger vasthouden. Om ze niet te schenden.
Een klein kwartiertje daarna stond de laars, met gelijmd hieltje al weer te glimmen op Doriens bureau. De brave kerels hadden ze zelfs nog opgeblonken ook.
Dorien putte zich uit in dankbetuigingen, de Rikken kreeg net geen kus vol op de mond, zelden iemand zo gelukkig gezien.
Ze trok al één knie op om de laars aan te passen, toen Rik droogweg waarschuwde : Jamaar uffra, wacht daar nog een beetje mee. Die lijm moet wel twaalf uur drogen.
20-02-2007, 20:49 geschreven door Hill
|