Daknam een Oostvlaamse deelgemeente van Lokeren ligt aan de Durme, een zijrivier van de Schelde. Bij de Onze-Lieve-Vrouwenkerk treffen we een achtzijdige zandstenen vieringstoren aan. De klokkentoren met spitsvormige galmgaten heeft in de 15de eeuw zijn romaanse voorganger vervangen. Van de eenbeukige kruiskerk in Doornikse kalksteen in breuksteenverband zijn nog muurresten herkenbaar in de west -en noordgevel van het schip en in de noordelijke transeptarm, die in de eindgevel nog een oorspronkelijke smalle deur omvat. Van de hooggeplaatste rondboogvenstertjes die het bescheiden schip verlichtten zijn er nog twee bewaard gebleven in de noordelijke zijgevel. De binnenzijde van de westgevel is aan beide zijden van het portaal versierd met gekoppelde rondboognissen met een middenzuiltje met teerlingkapiteel. De romaanse kerk, die gepatroneerd was door de Gentse Sint-Baafsabdij, werd voor het eerst in 1156 vermeld en kwam vermoedelijk in de eerste helft van de 12de eeuw tot stand.
Bronnen :
- R. Lemaire in De Romaanse bouwkunst in de Nederlanden; Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Kunsten n° 6, Brussel 1952. - A. Demey in Eenbeukige Romaanse kerken in Oost-Vlaanderen; Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, n° 5 Gent 1985.
Sint-Lievens-Houtem
is een Oost-Vlaamse gemeente gelegen in de omgeving van Zottegem. Het
bezit door zijn architecturale rijkdom, een merkwaardige uitzondering in
deze streek, waar de meeste dorpskerken uiterst bescheiden waren. Het
feit dat de kerk afhankelijk was van de machtige Sint-Baafsabdij van
Gent, alsook de aantrekkingskracht als bedevaartsoord met de verering
van de relieken van Sint-Lieven, waren daar niet vreemd aan. Religie en
handel waren er nauw verbonden. Het was een driebeukige kruiskerk
uit de 11de - 12de eeuw, gekenmerkt door een vieringstoren, geflankeerd
door twee traptorentjes en met zijkapellen aan de oostzijde van de
transeptarmen. Rond 1150 werd in Houtem met de bouw van een Romaanse
kerk begonnen, die in 1171 officieel werd opengesteld als de eerste
bedevaartskerk voor Livius. In de loop der eeuwen onderging de kerk
diverse transformaties en nu heet ze de Sint-Michielskerk. Bij
graafwerken in 2007 werden naar alle waarschijnlijkheid de fundamenten
van deze oorspronkelijke Romaanse kerk ontdekt. Bij de graafwerken
stootten arbeiders enkele meters voor het kerkportaal op een partij
Balegemse steen. Het bleek te gaan om een solide funderingsmassa van
2,5 meter breed, de normale breedte van Romaanse torens uit de 12de
eeuw. Het zouden de funderingen geweest zijn van de ingang van de
oorspronkelijke kerk, die zoals de huidige kerk een stevige toren moet
gedragen hebben. Gezien de breedte van de gevonden fundering van 2,5
meter moet er een imposante westertoren gestaan hebben. De dikte van
het resterende Romaanse koormuren is immers maar 1,2 meter. Bij de
hedendaagste kerk is alleen het koor met de volledige zuidelijke toren
en de onderbouw van de noordelijke toren bewaard gebleven. De rest werd
dus in 1776 vervangen door een nieuw schip in classicistische stijl.
Het Romaanse gedeelte is opgetrokken in regelmatige blokken Lediaanse
zandsteen, gewonnen in steengroeven in de onmiddellijke omgeving van
Balegem. Hoge en brede rondboogvensters verlichten het diepe, halfronde
koor. De zuidelijke flankeringstoren, met vierkante basis, achtkantige
bekroning en natuurstenen spits geeft een idee hoe indrukwekkend het
vroegere volumespel moet geweest zijn. De Houtemse kerk herbergt nog
meer Romaanse overblijfselen : Aan de rechterkant bevindt zicht het
"Beenderkapelletje" uit die tijd. Aan de linkerkant verdween in de loop
der tijden een soortgelijk deel van de Romaanse dwarsbeuk.
Bronnen.
-
R. Lemaire in De Romaanse bouwkunst in de Nederlanden; Verhandelingen
van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en
Schone Kunsten van België, Klasse der Kunsten n° 6, Brussel 1952. -
Barral i Altet X in Belgique Romane et Grand-Duché de Luxembourg;
Editions "La Nuit des Temps" n° 71, Zodiaque, La Pierre-qui-Vire 1989. - Jacqueline Leclercq-Marx in L'Art Roman en Belgique; Editions J-M. Collet 1997.