Inhoud blog
  • Montmille (Oise 60)
  • Cheveuges (Ardennes 08)
  • Malmy (Ardennes 08)
  • Monthermé (Ardennes 08)
  • Courville (Marne 51)
    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
  • Algemene opmerkingen (John Palmer)
        op Crupet (Belg. Prov de Namur)
  • jouw reactie (Belibaste)
        op Campet-Lamolère (Landes 40)
  • Aangenaam om te lezen (Kathleen Bruyland)
        op Campet-Lamolère (Landes 40)
  • Kasteel van Franchimont (John Palmer)
        op Theux; kasteel Franchimont (Belg. Prov de Liège)
  • Zoeken in blog

    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)
  • Romaanse kunst, middeleeuwse versterkingen

    06-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Versigny (Aisne 02)

    De kerk Sint-Maarten van Versigny

    Beschrijving.

    De kerk van Versigny is samengesteld uit een schip geflankeerd met twee zijbeuken, een transept met op de kruising een klokkentoren en een koor met polygonaal kooreinde.  Het geheel is het resultaat van drie grote constructie- en restauratiefazen als men de heropbouw van de klokkentoren na de Eerste Wereldoorlog hierbij rekent.  De eerste had plaats in de 12de eeuw, de volgende gaat terug tot het einde van de 15de eeuw of begin 16de eeuw en de laatste dus in de vorige eeuw. 
    Zoals talrijke romaanse kerken in de Aisne behoort zij tot eenzelfde reeks zoals deze van Remies, Saint-Aubin of Merlieux en heeft zij verschillende consolideringswerken ondergaan die de buitenste aankleding zichtbaar heeft gewijzigd vooral dan aan het westelijke deel.  Men rekent hierbij de oprichting van een sacristie, de reconstructie van de zijbeuken, de hernemingen van het westelijke deel en de talrijke hernemingen van het metselwerk bij het ganse gebouw. 
    Het schip, het transept en het koor hebben daarentegen bijna hun ganse originaliteit behouden.  Het schip en het transept vormen een homogeen geheel door hun gelijktijdige oprichting.  De dakgoten en het bandwerk die hieronder doorlopen zijn versierd met mouwstrepen aan de noordelijke zijde van het schip.  De staafvormige kanteelversiering aan de zuidelijke arm van het transept en het gestileerd gebladerte aan de noordelijke arm van het transept.  Het gaat hier om een versiering behorende tot het einde van de tweede helft van de 11de eeuw en nog steeds gebruikt tot en met het midden van de volgende eeuw. 
    Het geplafonneerde schip van het basilicale type telt vier traveeën en twee verdiepingen.  De grote boogreeksen van het schip zoals deze van het transept zijn in rondboog en met een eenvoudige niet versierde cilinder.  Zij steunen zich op de rechthoekige pijlers van imposten voorzien.  De hoge vensters, eveneens in rondboog, zijn gesitueerd in de as van de boogreeksen.  Deze samenstellingen zijn eveneens klassiek in de streek tijdens deze periode. 
    Deze datering is bevestigd door de herstel in zijn oorspronkelijke staat van het oorspronkelijke plan van de kerk.  De aanwezigheid van boogreeksen aan de oostelijke zijde van het transept laat de aanwezigheid veronderstellen van oostelijke gericht kapellen waarschijnlijk in halfkoepel en openden zich op elk van de transeptarmen.  Deze kapellen moesten waarschijnlijk een apsis van hetzelfde plan invullen.  Nu zijn deze vervangen door een flamboyant kooreinde.  De kerk van Versigny stelde aldus een kerk voor van hetzelfde plan als het merendeel van de kerken in de streek van Laôn en zou kunnen dateren van de eerste helft van de 12de eeuw. 
    Op het einde van de 15de eeuw werd het koor gereconstrueerd en geeft alle kenmerken terug van deze stijl.  Samengesteld uit een rechte travee met polygonaal kooreinde, wordt het verlicht door vijf uitgestrekte bogen waarvan er vier zijn versierd met een flamboyante boogvulling.  De boog in het centrum is van het type met een straalsgewijze opvulling.  Het koor is overdekt met een kruisgewelf van ribben met verbindingsbalken.  De half bolvormige steunen zijn versierd met kapitelen.
    De kerk van Versigny bezit uitgezonderd een doopfontein, geen enkel stuk meubilair dat teruggaat tot de Middeleeuwen.

    Bronnen :

    - Anne Prache in Île-de-France Romane; La Nuit des Temps 60, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1983.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.



     



     



     



     



     



     



     




     



     




     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    06-01-2015 om 21:33 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Molinchart (Aisne 02)
    De kerk Saint-Martin te Molinchart

     



     



     



     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://http://atlas-roman.blogspot.fr   

    06-01-2015 om 21:10 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oulchy-la-Ville (Aisne 02)
    De kerk Saint-Pierre te Oulchy-la-Ville

     



     



     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    06-01-2015 om 20:51 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    29-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Faucoucourt (Aisne 02)
    De kerk Saint-Martin te Faucoucourt

     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr    

    29-12-2014 om 04:01 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    27-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lierval (Aisne 02)

    Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartskerk te Lierval

    Beschrijving.

    De kerk van Lierval is vastgelegd op een pittoreske site, hoog geplaatst op een beboste heuvelkam en zijn massa wordt gedomineerd door de centrale klokkentoren.  De kerk helt een paar honderd meter over naar het dorp gescheiden door een ravijn van de Moulin d'Eduits. 
    Het gebouw is gelegen te midden van een kerkhof en houdt een schip in met vier traveeën, een transept met lage kruisbeuken waarbij het centrale gedeelte de klokkentoren ondersteunt, een koor geassocieerd met een rechte travee en een absis verlicht door drie vensters. Tenslotte wordt het gebouw eveneens beëindigd door twee absidiolen; deze in het zuiden is halfrond maar is een herneming; de andere in het noorden vormt een vierkant overwelfd met ribben waar de band verdund is aan de hoeken door de hollijsten.  Zij dient nu als sacristie en is volledig herdaan geweest na de Eerste Wereldoorlog. 
    Het schip waarvoor men enkele trappen moet afdalen, is zeer verheven.  Zij is gescheiden van de collateralen door zeer grote hoge bogen met een dubbele cilinder maar met scherpe hoeken die terugvallen op de kruisvormige pijlers met eenvoudig gemoluurde imposten.  De zijde uitkijkend op het schip, is vlak aan de zuidelijke zijde; de hoge rondboogvensters doorbreken de hoogte van de muren.  Een plafond met zichtbare balken overdekt dit schip.  Voor de Eerste Wereldoorlog zag men er valse ribgewelven.  Het plafond van de collateralen rust op deze horinzontale diafragmabogen; aan de zuidelijke zijde zijn hun imposten geplaatst op een lager niveau dan deze die de grote bogen ontvangen.
    De oostelijke gedeelten van de kerk geven een minder strenge stijl weer en zij zijn zelfs bijzonder elegant.  De pijlers van de kruising zijn gevormd door de machtige massieven begiftigd met een serie van colonetten voortbestemd om de ribben en de draagmuren van de kruising, kruisbeuk en sanctuarium te ontvangen.  Hun kapitelen zijn heel erg verwant met deze van de oostelijke gedeelten van Nouvion-le-Vineux of met deze van de tribunes van de kathedraal van Laôn.
    Het gewelf van de absis is passend samengevoegd zoals deze van een halfkoepel, maar deze is hier versterkt door de nerven voorstellend drie voetringen in profiel.  Dit gewelf zoals deze van de kruising is sterk bolvormig.  Zijn nerven vallen terug op de colonetten, tussen de vensters, en getrokken in een rondboog en zijn ook geflankeerd met colonetten.  Al de kapitelen van dit gedeelte van het gebouw zijn van een buitengewone kwaliteit.
    De westelijke gevel is verstevigd door de steunberen met uitsteeksels.  In het midden past een klein fronton goed bij het portaal, getrokken in een gebroken boog en zijn twee gemoluurde cilinders rusten op twee groepen van twee zuiltjes waarvan de kapitelen zijn versierd met dun gebladerte, zich oprollend in krullen aan de hoeken.  Bovenaan is het venster doorbroken in een rondboog waarbij de interne cilinder terugvalt op een zuiltje vormend een terugkeer aan de hoek.  Een ander rondboogvenster, gegiftigd met een krachtige druiplijst, verlicht de puntgevel.  
    De collateralen, zoals de bovenste gootmuren zijn doorbroken met rondboogvensters en zijn voorzien van omkaderingszuiltjes maar hun archivolt valt terug, welke twee gemarkeerde horizontale lijnen vormt, op het bovenste niveau waar de steunberen afwezig zijn, terwijl voor de collateralen zij heel uitstekend zijn. 
    Een eenvoudige deur opent zich in het zuiden op het niveau van de tweede travee, een deur doorbroken met een klein portaal is overdekt door een afdak, op het niveau van de derde travee.  Aan de binnenzijde zijn twee wijwatervaatjes verenigd met de pijlers, op het niveau van deze ingangen.
    Twee horizontale rijen omhorden de oostelijke gedeelten vanaf de zuidwestelijke hoek aan de zuidelijke arm tot en met de verbinding van de noordelijke kapel met de absis waar zij zich onderbreken om opnieuw te verschijnen op de puntgevelmuur van de noordelijke kruisbeuk.  De eerste kenmerkt de onderbouw van de muur, de andere loopt op het niveau van de steun van de vensters.  Enkelen gaan terug van de archivolten van de absis tot en met de steunberen.  De dakgoot rust op een serie van gezichten aldus vormend de modillons.  De valse kruising is gedomineerd door een mooie centrale toren waarbij de twee verdiepingen zijn opengewerkt, op elk van hun zijden, door twee vensters waarvan de drie weelderige versierde cilinders rusten op de bundels van de zuiltjes.  Aan de basis van het afdak loopt samengesteld in de as van de constructie, een dakgoot eveneens gevormd met gezichten.

    Beeldhouwwerk te Lierval.

    Volgens de gewoonten van de regio is het gebeeldhouwde decor van de kerk van Lierval geconcentreerd op de kruising van het transept en het koor.  Deze, in opgericht gebladerte, rankenversiering en fabelachtige dieren, verdelen zich in het decor met kapiteellichamen en zoals dit type van levendig gehouden motieven in een lange traditie.  Men noteert hier een tendens om het reliëf te benadrukken en om het nog langer te laten begrenzen aan de massa van het kapiteel met de uitstekende gedeelten, te zeggen de opgerolde uiteinden van het gebladerte.
    In het noordoosten vervolgen zich opgericht acanthusgebladerte en met een kapiteellichaam vervoegen er zich twee hoeken aan het bovenste gedeelte, met gebladerte met loten waarbij zich fabelachtige dieren vermengen.
    In het noordwesten zijn de korte palmetten en de rankenversiering geassocieerd met waterplanten en gebladerte, beëindigd met een verticale nerf doorbroken met gaten en met engelen.
    In het zuidwesten vindt men rankenversiering terug met waterplanten en met gebladerte beëindigd door oprollingen in bolletjes. 
    Tenslotte in het zuidoosten, waterplanten met loten oprijzend uit vlak opgestapeld gebladerte en tegenover elkaar gestelde leeuwen.  Deze dragen een gedeeltelijke vernieuwing van de gewone modellen rond het midden van de 12de eeuw.  Door hun krachtige techniek met een mooi decoratief effect, door hun reliëf en door de invoering van nieuwe elementen in het ontwerp, tellen deze kapitelen temidden van de meest interessante van de regio in een uitgebreide kerk die zich nochtans invoegt zonder moeilijkheden in de uit die tijd artistieke beweging.  Deze ontwerpen kunnen vergeleken worden met de kapitelen van de oostelijke gedeelten van Nouvion-le-Vineux en met deze van de tribunes van de kathedraal van Laôn bij het begin van de constructie rond 1160.

    Bronnen :

    - Anne Prache in Île-de-France Romane; La Nuit des Temps 60, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1983.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr    

    27-12-2014 om 22:33 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    15-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Merlieux-et-Fouquerolles (Aisne 02)

    De kerk Sainte-Geneviève te Merlieux-et-Fouquerolles

     



     



     




     



     



     



     



     




     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    15-12-2014 om 00:59 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    17-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nouvion-le-Vineux (Aisne 02)

    De kerk Saint-Martin te Nouvion-le-Vineux

    Beschrijving.

    Het is niet verbazend dat de invloed van de kathedraal van Laôn zich laat gelden bij de landelijke kerken in de onmiddellijke omgeving.  Deze van Nouvion-le-Vineux, aanpalend aan de voet van de eerste hellingen, scheidend het dal van de Ardon en de Ailette, is er een mooi voorbeeld van.  We vinden er een klein portaal van de 14de eeuw terug, aanpalend aan de gevel van een kort, gedrongen schip met twee traveeën, waarvan de tweede travee met zijn zuidelijke collaterale overeenkomt met het blok van  de klokkentoren.  Het transept is sterk ontwikkeld en op het eerste zicht stelt zijn kruising het aspect van een lantaarntoren voor.  Op dit transept verbinden zich twee halfronde, cirkelvormige absidiolen en een ontwikkeld koor, verbindend een rechte travee en een half cirkelvormige apsis.  De kerk is totaal overwelfd met ribben uitgezonderd de basis van de klokkentoren.  Dit zou het oudste gedeelte van gans het ontwerp zijn. Het ribgewelf valt terug op vier cilinders die zich samenstellen elk met twee elementen verbonden door een staaf.  De boog verbindend de travee met schip is primitief.  De impost, aan de oostelijke zijde, stelt een ineengestrengelde rij voor, omkaderd door staafvormige kanteelversiering.  Deze in het westen draagt een inscriptie met de datum 1051 en de naam van de bisschop van Laôn, Hélinand.  De twee bogen die zich openen op de oostelijke en westelijke zijden van de travee onder de klokkentoren zijn later doorbroken geweest om een band met de zuidelijke kruisbeuk en het schip te leggen.  Oorspronkelijk moest de klokkentoren zich in een positie bevinden buiten het ontwerp, op de flank van een uniek schip. 
    De klokkentoren is één van de meest werkwaardige van het noorden van Frankrijk.  Hij is het resultaat van verschillende werkcampagnes.  Bovenaan zijn sokkel stellen zich drie verdiepingen voor met openwerkingen, twee per zijde, uitgezonderd op de derde verdieping waar zij in aantal van drie zijn.  De onderkant en het eerste niveau van de bogen vormen een homogeen geheel, een slinger en een rankenversiering die het verdelen.  De vensters van deze eerste verdieping zijn weinig verheven en getrokken in een rondboog.  Hun cilinders vallen terug op drie colonetten.  In het midden bevinden zich twee colonetten waarvan paarsgewijs, hun kapitelen versierd zijn met rankenversiering, met lofwerk en met gebladerte.  De derde cilinder is versierd met soorten van bijennesten en de omkadering is gedaan met een rij van staafvormige kanteelversiering die terugkeert om de steunberen aan de hoek te omhorden.  Het middelste niveau is rijkelijker getrokken.  De colonetten zijn hier meer verheven en hun archivolten vallen terug op iedere zijde van de vier colonetten.  De buitenzijde wordt hier gebroken door een colonet die strepen vormt.  De hoek van de verdieping is hier verzacht door drie andere colonetten.  Het decor van de bogen is rijkelijk en men vindt er palmetten, bloemen met vier bladeren terug.  Het bovenste niveau is eenvoudiger en minder verheven.  De archivolten van de drie bogen die elk van de zijden openwerkt zijn glad en de kapitelen zijn eenvoudiger versierd met platte bladeren.  De kleine maskers ondersteunen de dakgoot onder het moderne paviljoen van het dak.  De ondersteuning en de eerste verdieping zijn gerealiseerd geweest in de loop van het eerste kwart van de 12de eeuw.  Het middelste niveau moet behoren van rond het midden van deze 12de eeuw en het derde niveau moet gerealiseerd zijn op het einde van de 12de eeuw.
    De hoofdapsis verlengt zich hier door een altaarnis, hier verborgen aan de binnenzijde door het hoofdaltaar, aan de buitenzijde is zijn uitstek ingepakt door een drievoudige topgevel waarbij de top het niveau van de dakgoot bereikt.  Aan de binnenzijde is de ingangsboog omsloten door twee staven die terugvallen op twee colonetten.  Hun dekstukken verlengen zich om zich te verenigen met deze van de colonetten die de boog op het einde omkaderen. Dit om de aanvang van het kleine tongewelf te markeren, overdekkend deze nis.  Het inkerven van altaarnissen op een rechte muur, zoals het geval is te Nouvion dat een halfcirkel verlengt, is niet uitzonderlijk.  Men vindt hiervan andere voorbeelden terug te Berzy-le-Sec en te Courmelles. 
    Het koor te Nouvion-le-Vineux is uitgestrekt.  Het heeft vijf vensters waarvan deze van de nis het verlichten.  Het is overwelfd met ribben waarbij de zes nerven schitteren rond een centrale sleutel.  De overwelving is dus gemeen met de rechte travee en het halfrond.  Deze overwelving is rond gemaakt maar de aanzetten zijn loodrecht op elkaar en zijn passend samengevoegd met de zijdelingse muren en niet met concentrische aureolen zoals dit het geval is te Courmelles.  De steunen zijn gevormd door groepen van drie colonetten waarbij de kapitelen versierd zijn met versnipperd acanthusgebladerte.  De kapellen zijn eveneens overwelfd met ribben.  Hun twee nerven botsen op de ingangsboog die terugvalt op vier colonetten waarbij twee rusten op de versierde onderzijden van een mannen of vrouwenhoofd.
    Zoals te Urcel en te Bruyères bezit de kerk van Nouvion-le-Vineux geen werkelijke kruising van het transept.  Aan de oostelijke pijlers heeft men bovenaan de twee colonetten, een nieuwe stomp van de colonetten getooid om de rib te ontvangen.  De kapitelen zijn lager geplaatst en ontvangen de cilinder van de ingangsboog van het koor en van de twee kruisbeuken.  Aan de westelijke zijde zijn de voorbestemde kapitelen geplaatst op een hoger niveau dan de anderen.  Men bemerkt eveneens dat de ingangsboog van de kruisbeuken de binnenste hoeken van de bogen insnijden van de pseudo-lantaarntoren ttz dat hun taluud door hun kromming meer gebroken is dan deze van de ingangsboog van het koor.  De verbindingsboog van het schip neemt ook zijn aanvang op het meer verheven niveau dan deze geopend op de kruisbeuken.  Enkel de noordwestelijke pijler is totaal vrij.  De anderen verbinden zich met de muren van de kruisbeuken en van het koor.  De kapitelen als de colonetten van deze steunen zijn van een buitengewone kwaliteit.
    De pseudo-kruising is overdekt met een gewelf van acht nerven.  Hun verbindingsbalken komen tegen de muur te steunen om vervolgens hun verticaliteit te vervolgen terwijl hun gedeelte overeenkomend met het gewelf met een klein muurtje is uitgerust.  Het type van de aangenomen overdekking, de aanwezigheid van de bogen op elk van de drie zijden van deze ruimte, zich richtend naar het noorden, het zuiden en het oosten, kennen het aspect van een lantaarntoren toe. 
    In de loop van het derde kwart van de 12de eeuw is de klokkentoren bewaard die afhing van het kapittel van Laôn, vernieuwd geweest.  Men heeft vastgehouden aan een type met breed gebruikte gedeelten in de regio; de lage kruisbeuken, het drievoudige koor.  De koornissen vormden de verwante oplossingen voor de constructeurs van hun tijd.  In de loop van de werken heeft men in de geest van modernisering, het kruisgewelf op de pseudo-kruising en aan de kruisbeuken aangebracht.  In de loop van de 13de eeuw heeft men het schip met twee traveeën laten verlengen.  Het ontbreken van bronnen, de sterke onstabiliteit van het terrein zijn de reden van deze onderbreking geweest.  Het schip van het einde van de 12de eeuw, of begin 13de eeuw is gekenmerkt door de invloed van de kathedraal van Laôn maar zijn structuur schrijft zich in met een verderzetting van de formules tijdens de Romaanse periode.  Nouvion-le-Vineux situeert zich met de overgang van twee architecturale periode.  Het gebouw is nog Romaans door de organisatie van zijn massa's maar hun trekking is reeds verder gevorderd. 


    Bronnen :

    - Raymond Oursel in Nord Roman ; La Nuit des Temps 76, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1988.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.



     



     



     



     



     



     




     




     




     



     




     





     




     




     



     



     



     




     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    17-11-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    16-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pommiers (Aisne 02)
    De kerk Saint-Martin te Pommiers













    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    16-11-2014 om 01:48 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    15-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trucy (Aisne 02)
    De kerk Notre-Dame te Trucy

    Beschrijving.

    De kerk van Trucy is een constructie van de 12de eeuw dat een schip met vier traveeën inhoudt, een vals transept met lage kruisbeuken waarop twee afgeronde kapellen zijn geënt, en een koor samengesteld uit een rechte travee met een apsis in halfrond. 
    Het gebouw heeft echter veranderingen ondergaan in 1720 met muren van het koor die opgehoogd geweest zijn. Echter zijn deze verdwenen en zijn haar oorspronkelijke vormen opnieuw vastgelegd geweest.  De klokkentoren bevindt zich aan de zuidelijke buitenzijde van het schip en de schijn aanneemt van een kruising.  Deze klokkentoren is echter een bescheiden constructie met afdak.
    De pijlers van het schip zijn eenvoudige rechthoekige massieven die enkel pijlers bezitten aan de enige kant van de collaterale.  De terugvallen laten zich op drie imposten versierd met palmetten, aan de derde noordelijke pijler; met strepen, aan de eerste noordelijke pijler; met geplooide lintvormige versieringen, aan de tweede zuidelijke pijler, of met soorten van grote bloemen met vier bladen ingeschreven in de rechthoeken, aan de tweede pijler in het noorden.  De grote bogen zijn in rondboog, hun cilinder is weinig inspringend door overeenkomst met de dikte van de muur.  De hoogte van de totaal vlakke gootmuren is op iedere zijde doorbroken door vier vensters in rondboog, waarvan de afwatering zeer ingesneden is.  Een plafond in hout overdekt de hoofdbeuk.  De collateralen zijn verdeeld in traveeën door de diafragmabogen die rusten op de voorafgaande vermelde pijlers en op andere half in de muur gemetselde zuilen in de buitenste muren.  De helling van het dak rust direct op het ingesneden hellend vlak van deze bogen, volgend een geregeld hernomen procedé in deze regio.
    De diafragmaboog versnijdt een pseudo-kruising die zoals de pijlers van het schip rusten op eenvoudige imposten.  Deze zijn merkwaardig genoeg versierd met muziekinstrumenten met verlengde snaarinstrumenten.  De musicus is enkel gesuggereerd door een hand en een gezicht.  De pijlers zijn er ingewikkelder; zij stellen er twee bijgevoegde zuilen voor.  
    Daar de kruisbeuken niet reiken aan de hoogte van de centrale travee, is deze verlicht op zijn twee zijdelingse zijden door twee kleine vensters in rondboog.  Aan de twee armen ontvangen zij het licht dankzij een venster vastgelegd in hun westelijke muur.
    De apsis die getooid is met een halfkoepel, verlichten drie rondbogen het geheel en de onderzijde is versierd met rechthoekige nissen begrensd met zuiltjes steunend op een kroonwerk.  De rechte travee die het geheel voorafgaat, is overdekt met een tongewelf.  De absidiolen zijn voorzien op dezelfde manier maar zij zijn enkel verlicht door één enkele boog en zijn voorzien van een lage boogreeks.
    De buitenzijde van het gebouw is verzorgd.  Het portaal van de westelijke gevel is omkaderd met twee boogringen in rondboog, rijkelijk versierd met palmetten, met vegetarische of geometrische motieven en met andere verschillende onderwerpen.  Het timpaan is versierd met op maat gemaakte stenen in loten.  De kerk wordt via een andere ingang betreden, vastgelegd in de tweede travee van de zuidelijke collaterale.  Zijn boogronding is versierd met strepen, met palmetten en met gevarieerde motieven waarbij enkelen hergebruikt zijn.  Een klein portaal heeft vroeger deze ingang getooid waarbij de kapitelen zijn versierd met gebladerte en een snoet.  
    Met zijn vensters waarbij de draagmuur is versierd met zuiltjes vormt de apsis een deel van goede kwaliteit.  Deze was oorspronkelijk opgehoogd geweest in 1720 maar de restauratie na de Groote Oorlog heeft zijn oorspronkelijke samenstellingen hersteld.  Op het niveau van de grondmuur zijn de steunberen rechthoekig maar bovenaan met een decoratieve rij, vormt het een band die loopt op het niveau van de drempel van de vensters.  Zij veranderen zich in bundels van drie zuiltjes waarbij de kapitelen steunen op een brede kroonlijst.  De dakgoot is met mijterbogen rustend op modillons en bovenaan, onder het dak, loopt een fries versierd met monsters en palmetten of een rankenversiering.  Deze mijterbogen vindt men terug in de kapel van de Tempeliers te Laôn, in het schip van Vaux-sous-Laôn, te Presles en te Montchâlons.  Het hellend vlak van de puntgevel van de zuidelijke kruisbeuk zijn versierd met soorten van vlakke gezichten.  Aan de binnenzijde van de kerk bewaart men enkele restanten van de gevelversiering langs de dakgoot.  Een polygonaal torentje staat bovenop de eerste travee van de noordelijke zijbeuk nabij de hoek gevormd door de gootmuur van het schip en de gevel.  De collateralen zijn nu overdekt met eterniet, de rest van de overdekking is gedaan met kleine pannen, uitgezonderd de klokkentoren is in leisteen.
    Ondanks de strengheid van de structuur en van het zeer ruwe karakter van enkele kapitelen moet deze kerk dateren van de eerste helft van de 12de eeuw, de apsis en het decor van de westelijke gevel kenmerkend het einde van de opbouw.  Het gebouw werd in de loop van de Groote Oorlog vernield en zij is sterk gerestaureerd geweest in de jaren hierop volgend door de hoofdarchitect van de Historische Monumenten, Trouvelot.

    Beeldhouwwerk.

    Op één van de twee kapitelen van de noordwestelijke pijler van de valse kruising zijn twee personages te voet gefigureerd.  Zij zijn gekleed met een bliaud en houden elk in hun hand een bijl met dubbele snede, tussen hen geplaatst. De ruwheid van de muziekinstrumenten gebeeldhouwd op de impost van de boog verbindend het schip met de kruising waar zij verschijnen met een vastgehouden hand en gescheiden door een menselijk hoofd. Volgens E. Fleury zouden deze beeldhouwwerken dateren van de 9de of de 10de eeuw en hergebruikt zijn in het huidige gebouw.  Deze synthese is vandaag tegengesproken, door de andere kapitelen van dit gedeelte van de kerk.  Hun opgericht gebladerte, hun lofwerk, hun palmetten waarbij de stengels de mond van het menselijk gezicht verlaten zijn typisch voor de eerste helft van de 12de eeuw.  De structuur van deze kapitelen is perfect samenhangend met het metselwerk.  In het schip hebben de imposten van dezelfde periode een decor van strepen ontvangen, met geplooide banden, bloemen met vier blaadjes, ingeschreven in de viervoeters en de palmetten, dus de gewone motieven.
    De westelijke gevel van de kerk bezit het meest rijkelijk versierd portaal van de regio.  De beeldhouwkunst is er buitengewoon ontplooid op de boogringen.  Ongeveer al de motieven komen overeen met de sluitring en zijn samengesteld om straalsgewijze reden.  Palmetten en opgericht of vermengd met staarten, horden of viervoeters.  Een diabolische snoet slikt een mens in.  Gevarieerde personages die een streng georganiseerd geheel voorstellen maar vol met fantasie tot in het detail alsook een vrouw met het gezicht naar onderen en de benen omsloten.  De impost die deze moluur ontvangt, is versierd met een gegolfde stengel, geanimeerd met opgerold gebladerte en verlengt zich in een band in de lengte van de gevel.  De kapitelen bovenaan de colonetten van de voetmuren hebben een decor van dezelfde natuur.  De soepelheid van het model van de personages en van de dieren, de decoratieve rijkheid van het gebladerte, hun nerveuze en brutale trekking, hun regelmatigheid zijn vooral openbarende karakters van het midden van de 12de eeuw en vinden perfect hun plaats in de beeldhouwkunst van het Ile-de-France.  Een uitgestrekt zijdelings portaal en de kapitelen van de colonetten die de vensters en de steunberen van het koor omsluiten volgens een samenstelling die we terugvinden te Bruyères, vervolledigen het decor.

     Bronnen :

    - Raymond Oursel in Nord Roman ; La Nuit des Temps 76, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1988.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.

     






























    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    15-11-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    11-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monceau-lès-Leups (Aisne 02)

    De kerk Saint-Martin te Monceau-lès-Leups









    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr/   

    11-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    10-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Besny-et-Loizy (Aisne 02)


    De kerk Saint-Martin te Besny-et-Loizy













    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    10-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    09-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bucy-lès-Cerny (Aisne 02)

    De kerk Saint-Basle te Bucy-lès-Cerny









    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr/   

    09-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    08-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruyères (Aisne 02)

    De kerk Notre-Dame van Bruyères

    Geschiedenis.
     
    Bruyères is een heel oude lokaliteit; een kapel zou er opgericht zijn in de 7de eeuw.  Het dorp hing af van het koninklijke domein en in de 12de eeuw, ter herdenking van hun trouw ontvingen de bewoners een charter van vrijstelling.  Het was dus een klein versterkt dorpje.  In 1357 beslisten deze om zich sterker op te stellen met een omwalling in steen; een ontwerp van de 16de eeuw heeft een beeld van het dorp. Aan de binnenzijde van de muur met hoekpaviljoentjes, rond de kerk, begrensde een andere muur welke men het fort noemde.  De klokkentoren van de kerk heeft trouwens de uitstraling van een donjon.  Als hoofdplaats van een dekenij was de kerk ook een centrum van bedevaart.  De lokaliteit was welgesteld; zij leefde van de wijncultuur, het bleken van laken, zij bezat molens, een leerlooierij, zeg maar een kleine stad ipv een dorp.  
    Men weet dat men de kerk in de 11de eeuw zou vernieuwd zijn en dat een inwijding plaats had in 1083 door de bisschop van Laôn, Elinand.  De meest oude gedeelten van het monument zijn met zekerheid deze in het oosten.


    Beschrijving.

    De kerk van Bruyères is een sterk ontwikkeld gebouw dat een architecturaal decor voorstelt met een grote luxe, te zeggen aan de buitenzijde van zijn kooreinde. Dit stelt zich samen met een lang schip van vier traveeën, geflankeerd met eenvoudige collateralen.  Oorspronkelijk ging een portaal met enkel twee zuiltjes en twee kraagstenen dit voorafgegaan aan de westelijke gevel.  Men kan de kerk binnentreden langs twee zijdelingse portalen, aangelegd in de laatste travee van de collateralen, verderop vindt men het Gotische transept terug.  Zijn centrale travee is overwelfd met een ster gevormd door het spel van de kruisribben en de hulpribben en de gewelven van de kruising vallen terug op een centrale colonnet.  Deze kapellen zijn aangelegd geweest in de 13de eeuw maar zijn herwerkt in de 15de eeuw.  Naar het oosten toe is de constructie homogener.  Zij stelt zich samen met een Romaans transept maar overwelfd met ribben, met een sanctuarium voorstellend een rechte travee eveneens overwelfd met ribben en met een apsis, nauwer en overdekt met een halfkoepel en twee oostelijke gerichte kapellen.
    De klokkentoren staat bovenop de noordelijke Romaanse kruisbeuk en men betreedt hem op zijn bovenste niveau langs een vierkant torentje aanpalend aan zijn westelijke gevel naar het noorden.  Het schip is overdekt met een plafond van passend samengestelde balken maar in de 19de eeuw had men deze begiftigd met valse gewelven in plaaster.  Aan de noordelijke zijde bemerkt men het spoor van grote gebroken bogen, twee per twee, aan de pijlers afscheidend de traveeën.  Tijdens de Gotische periode had men aan deze zijde twee grote kapellen opgericht; om reden van hun slechte staat zijn deze afgebroken in 1802. Men heeft de zijbeuk opnieuw ingericht en tijdens deze periode heeft men twee zijdelingse portaals aangebracht met een verwarrende uitstraling dat zij schijnen te dateren van de 13de eeuw.  De zuidelijke collaterale heeft zijn valse ribgewelven behouden en hun gordingen komen overeen met de oorspronkelijke diafragmabogen die oorspronkelijk de traveeën scheidden.
    De kruising opent zich op het koor door een grote gebroken boog gemoluurd met voetringen en hollijsten bezaaid met kleine bloemen, die rusten op een bundel van drie colonetten.  Een bolvormig en onregelmatig langwerpig gewelf opent de rechte travee; zijn ribben met drie staven rusten op drie colonetten waarvan de kapitelen zijn versierd met gebladerte of met een gehistoriseerd decor.  Deze travee is verlicht door twee rondboogvensters en drie andere bogen werken het halfrond open.  Indien aan de binnenzijde deze vensters voorzien zijn van versiering, zijn zij aan de buitenkant rijkelijk getrokken met hun colonetten ontvangend de staven van hun omkaderingsbogen versierd met maskers, rosassen of met bloempjes.  De groepen van drie colonetten, verzwakt door de glooiing, vormen de steunberen steunend de drie apsissen; hun kapitelen stellen draakvissen, sirenes, leeuwen, viervoeters voor.  Bovenaan loopt een dubbele dakgoot geassocieerd met plantenmotieven en met fabelachtige dieren, met maskers, met verdraaide of ontwrichte naakte personen.  Het thema van de dubbele dakgoot is voluit gebruikt in de regio; men vindt er andere voorbeelden van te Urcel, Berzy-le-Sec, Dhuizel, Vieil-Arcy, Courmelles, Trucy en aan de kapel van de Tempeliers te Laôn.
    De noordelijke kruisbeuk komt overeen met de basis van de toren; hij dient vandaag als sacristie.  Hij staat in verbinding met de kruising door een boog waar de ribben elkaar raken.  De verbindingsboog is versmald geweest tijdens de periode wanneer men de klokkentoren opgehoogd heeft.  Deze uitgestrekte ruimte is dus overdekt met een kruisgewelf voorzien van schildbogen.
    In het oosten opent zich een relatief korte absidiool zoals te Presles.  De ingang van de apsis is ook verkleind geweest.  Deze beuk is verlicht in het noorden door drie rondboogvensters; de venster naar het westen toe is blind gemaakt tijdens de toevoeging van de Gotische kapel.  Bovenaan bevindt zich een hoge zaal die in verbinding staat met deze vastgelegd boven het Gotische gewelf van de kruising, door een kleine gebroken boog doorbroken met enkele treden en vastgelegd onder een grote gebroken ontlastingsboog.
    Aan de buitenzijde is de klokkentoren vastgehecht aan de steunberen, aan de hoeken geplaatst en tussen de venster die de schijn aanneemt van een schietgat.  Deze steunberen verheffen zich met één enkel ontwerp tot en met de basis van het laatste niveau dat overeenkomt met een ophoging; de zijden van deze verdieping zijn opengewerkt door twee bogen omkaderd met een naakte cilinder, met twee voetringen en met een schuin afgewerkte rij die terugvallen op drie half in de muur gemetselde zuiltjes in de tussenliggende pijler en één enkel half in de muur gemetseld zuiltje in de zijdelingse voetmuren.  Een dak in paviljoen overdekt deze toren; zij vervangt een spits, zichtbaar op het ontwerp van de 16de eeuw en verwijderd in 1793.
    de samenhang van het schip is eenvoudig.  Zijn pijlers zijn kruisvormig met een dubbele uitsprong aan de zijde van de collaterale om de diafragmaboog te ontvangen, oorspronkelijk onderlijnend het afdak.  De grote boog zijn is spitsvorm.  Bovenaan zijn de hoge rondboogvensters doorbroken.
    De westelijke gevel is eenvoudig.  Zij is vastgezet door vier steunberen met hellend vlak.  In het midden opent zich een portaal getrokken in spitsboog waarbij zes colonetten van de uitsprongen overeenkomen met de voetringen van de boogrondingen en met een gemoluurde rij doorbroken met kubische holtes.  Een volle topgevel bekroont het geheel.  De staafvormige kanteelversiering en de maskers van de modillons van de dakgoot van het schip bevestigen het meer recentere karakter ipv deze aan de oostelijke gedeelten.

    Bronnen :

    - Raymond Oursel in Nord Roman ; La Nuit des Temps 76, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1988.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.























    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr/   
    http://fr.wikipedia.org/wiki/%C3%89glise_Notre-Dame_de_Bruy%C3%A8res-et-Montb%C3%A9rault   

    08-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    07-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Septvaux (Aisne 02)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Maria-Hemelvaartkerk van Septvaux

    Beschrijving

    Ten noorden van het bos van Saint-Gobain, heeft het dorp van Septvaux een mooie Romaanse kerk bewaard, helaas ernstig verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog, heeft het schip toch zijn originaliteit bewaard.
    Terwijl al de religieuze gebouwen in de streek van Laôn, met uitzondering van Urcel, hun klokkentoren hebben vastgelegd op de kruising van een transept met lage kruisbeuken, vindt men hier twee klokkentorens terug; de ene ten westen van het schip, de andere op de kruising van een regelmatig transept.  Allebei zijn ze gedrongen en getooid met een zadeldak vastgelegd in overlangse zin.  De plaats zou zich ontwikkeld hebben waar zeven valleien elkaar ontmoeten, welke zijn naam heeft gegeven en in een lokale spelling genoemd "Septvaux"; zeven valleien, de kerk met zeven puntgevels..... !
    De kerk is hier vastgelegd om een pittoreske reden op een voorheuvel dominerend de huizen.  Zijn schip, geflankeerd met collateralen, heeft een lengte van vier traveeën.  Zijn grote bogen met eenvoudige cilinder en met een scherpe hoek zijn getrokken in een rondboog.  Zij rusten op de rechthoekige pijlers aan de licht schuin afgewerkte hoeken met daarop sokkels met twee massieven opgesteld, de ene verbonden met de andere door twee glooiingen.  Deze steunen zijn bekroond met verschillende getrokken imposten.  De ene is eenvoudig gemoluurd.  Een band met bollige en holronde krommingen met elkaar verbonden, alsook aan de zuidelijke pijler ondernomen in het oosten van het schip, aan de eerste noordelijke pijler tegenover de westelijke en aan de eerste zuidelijke pijler tegenover de oostelijke.  De andere is voorzien van een decor; de voetring verbindt zich aan de eerste zuidelijke pijler tegenover de westelijke en de band bedekt zich met een serie van geplooide palmetten in waaiervorm (de eerste zuidelijke pijler tegenover de westelijke), met een zigzagband (aan de zuidelijke pijler ondernomen in de westelijke muur van het schip en aan de tweede zuidelijke pijler tegenover de oostelijke) of met een serie van bloemen ingeschreven in de kleine vierkanteen (pijler ondernomen in het noorden van de oostelijke muur van het schip).  Het decor kan zich ook delen zoals aan de derde noordelijke pijler tegenover de westelijke waar men rechts de staafvormige kanteelversiering ziet en links met kleine schuine strepen.  De hoge vensters zijn direct doorbroken met grote bogen, enkele van hun dorpels zijn boogsgewijs uitgesneden, zelfs de sluitringen van deze.  Deze vensters laten geen licht meer door daar hun andere zijde uitgeeft op de collaterale.  Aan dezelfde zijde ziet men nog de ruimte tussen twee balken van het geraamte, vroeger overdekkend deze lage zijde.  De gootmuur van de hoofdbeuk blijft altijd zichtbaar in zijn bovenste gedeelte.  Aan de binnenzijde, bovenaan de oude bogen, in rondboog, ontwikkelt zich een grote murale ruimte.  Het is zo dat het schip opnieuw opgehoogd geweest is; dit werk moet uitgevoerd zijn doordat men het geheel van de oostelijke gedeelten veranderd heeft.
    Het transept is uitstekend en zijn armen zijn geplafonneerd maar hier zou het niet gaan om lage kruisbeuken daar zij zich verheffen op dezelfde hoogte als het schip.  Op hun oostelijke zijde voegt zich een kleine gedrongen kapel in met de maat van een altaarnis.  Hun ingangsboog is gebroken maar aan de noordelijke zijde is het kleine tongewelf overdekkend de nis in rondboog.  Aan de andere zijde is hij gebroken en op het einde opent zich een kleine boog getrokken in rondboog.  Aan de zuidelijke zijde schijnt aan het uiteinde deze venster niet doorbroken te zijn in de as van de nis.  Aan deze zijde, tussen de nis en de zijdelingse muur van het koor is een vierkante traptoren gekomen.  De muur van deze, waar de ingangsdeur is doorbroken, is uitstekend op de binnenzijde van de oostelijke muur van het transept.  Deze nissen moeten van een latere periode zijn als het transept.  Het hoge afdak dat het overdekt, heeft de venster blind gemaakt die vroeger de oostelijke muur van de kruisbeuken verlichtte.  De kruising is begrensd door vier gebroken bogen.  Deze die zijn toevoeging verzekert met het schip, heeft geen verbinding met de zijdelingse muren en zijn sleutel is gesitueerd op een meer verheven niveau dan deze van de oude vensters.  Deze bogen zijn met een dubbele cilinder.  Deze geplaatst in de binnenste positie is schuin afgewerkt aan de zijde van de zuidelijke arm en van het koor.  De twee andere zijn met een scherpe hoek.  Deze bogen rusten op imposten overeenkomend met een band en een hollijst, uitgezonderd deze van het sanctuarium waar er nog meer uitsteken, is hun algemeen profiel voorbestemd voor een brede hollijst op maat gemaakt met twee nerven, ontwerpend een soort van gescheiden voetring.  Deze kruising is overwelfd met ribben die in profiel een boogreeks voorstellen omkaderd door twee voetringen terugvallend op de gemoluurde onderzijden. 
    Het koor dat een vierkante vorm aanneemt, is met een vergelijkbare overdekking begiftigd dat van een latere periode moet zijn.  Aan de vensters zijn de omkaderingsbogen verborgen en men vindt er geen schildbogen terug.
    Twee klokkentorens domineren aan de buitenzijde de geometrische massa's van het gebouw.  Deze in het westen is verstevigd door de steunberen met drie insprongen die zich beëindigen door de verlengde afwateringen op het niveau van de bovenste verdieping.  Op het binnenste niveau is enkel de zuidelijke zijde begiftigd met een venster.  Deze van de westelijke is deze van het portaal waarbij de boogringen versierd met strepen, met een voetring en met eierlijsten terugvallen op de zuiltjes waarbij deze geplaatst in de interne positie, het thema herneemt van de gebroken staven. 
    Bovenaan het portaal staan twee kleine vensters in rondboog.  Enkel de bovenste verdieping van deze toren is dus veel breder verlicht.  Op iedere zijde opent zich een rondboog, verdeeld door een middenzuil waarbij het kapiteel kleine krullen aan de hoeken voorstelt.  Deze steunen hier op geen ondergeschikte bogen maar horizontaal op een vol timpaan.  De hoofdboog stelt geen enkel decor voor.  Het verlengt zich zonder tussenkomst van het minste kapiteel op de steunmuur.  Het oostelijke venster is voor een groot deel verborgen door het dak van het schip.  Gans dit gedeelte verraadt de economische vernieuwing.  De oostelijke toren is geopend en zijn doorbrekingen zijn in overeenkomst met de nabije daken.  Zijdelings heeft de muur twee kleine rondbogen.  De vensters van de oostelijke en westelijke zijden zijn langer en in het westen verheft hun cirkel zich op een hoger niveau met deze van de dakgoot van de puntgevel.  De andere boog opent zich bovenaan deze eerste rij van openwerkingen.
    De kerk heeft heel wat te lijden gehad van de Eerste Wereldoorlog.  De volledige gedeelten zijn herdaan geweest; de twee torens, de muur van het kooreinde, gans het westelijke gedeelte van de zuidelijke arm, een groot gedeelte van de noordelijke kruisbeuk, de zuidelijke buitenste muur, de vierde travee van het schip aan de noordelijke zijde en zijn eerste travee van de zuidelijke zijde. 
    De pracht van de restauratie vergemakkelijkt zeker niet de archeologische analyse, desalniettemin kan de geschiedenis van het gebouw nagetrokken worden.  De oprichting van het schip en de westelijke toren zou uitgevoerd zijn in de 11de eeuw.  In de daaropvolgende eeuw zou een belangrijke vernieuwing aan het ontwerp bijgedragen hebben tot de oostelijke gedeelten, erbij inbegrepen de centrale toren.  Een verandering van de voorgaande gedeelten was dus essentieel.  Het schip is verhoogd geweest, het westelijke portaal herdaan.  Het werk werd beëindigd met de aanzet van de ribgewelven op de kruising en in het sanctuarium.

    Bronnen :

    - Raymond Oursel in Nord Roman ; La Nuit des Temps 76, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1988.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr/   

    07-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    06-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vivaise (Aisne 02)
     De















    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr/   

    06-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Presles (Aisne 02)
    De kerk Saint-Georges van Presles-et-Thierry

    Beschrijving

    De kerk van Presles-et-Thierry maakt deel uit van het diocees van Bruyères tot en met de Revolutie; in de Middeleeuwen lag Presles in het ambtsgebied van de bisschop. 
    In zijn zwaar ontwerp behoort het gebouw tot de 11de eeuw, maar het heeft heel vlug enkele veranderingen ondergaan.  Het portaal, aanpalend aan de westelijke gevel is van het derde kwart van de 12de eeuw; de zuidelijke absidiool heeft bij het begin van de 13de eeuw plaats moeten maken voor een sacristie in trapeziumvorm; deze in het noorden is verheven en veranderd geweest in een traptorentje.  De hoofdapsis is eveneens opgehoogd.  Deze veranderingen, tijdens meer recentere perioden gerealiseerd hadden tot doel om aan de vlakke overdekking van het sanctiarium een dak te geven met een meer toegelaten helling om infiltraties tegen te gaan.  Oorspronkelijk waren enkel de apsis en de twee absidiolen overdekt.  De kruising en de zuidelijke kruisbeuk hebben ribgewelven ontvangen op het einde van de 12de eeuw; de noordelijke heeft pas een overdekking gekregen in 1852.  De bovenste verdieping van de klokkentoren bovenop de zuidelijke arm moet teruggaan tot het einde van de Middeleeuwen.
    In zijn oorspronkelijke staat hield deze kerk een lengte van 29 meter in zijn ontwerp in, dus een schip met vier traveeën geflankeerd door collateralen, volgde een transept met lage kruisbeuken waarop zich een apsis en twee middelmatige absidiolen inschreven.  De verhoudingen van het schip zijn klassiek in de regio tijdens de 11de eeuw; de muren met vier traveeën zijn onbenadrukt, bovenop de grote bogen, is de muur doorbroken met hoge vensters; een plafond overdekt deze beuk, oorspronkelijk was het geraamte zichtbaar.  De pijlers zijn gevormd door eenvoudige, rechthoekige massieven geflankeerd met een pijler aan de zijde van de collaterale; op drie zijden zijn zij voorzien van imposten, verschillend versierd met staafvormige kanteelversiering, met zaagtanden, met driehoekige palmetten geplooid in waaier, met palmetten samengesteld aan weerszijden met een stengel voorzien van een sinusvormige kromme lijn.  Aan de derde zuidelijke pijler bemerkt men een merkwaardige scène.  Op het niveau van deze derde pijler stellen de muren van het schip twee pijlers voor die waarschijnlijk een diafragmaboog hebben ondersteund.
    In de zuidelijke zijbeuk zijn de gebroken bogen naar boven, de driehoek van het metselwerk dat hierop staat is voorbestemd om het afdak van de overdekking te ontvangen.  Dit procedé is courant in de regio; hun bovenste gedeelte, hetzelfde als de top van de grote bogen, is nu verborgen door het plafond overdekkend dit gedeelte van de kerk.  Aan de buitenzijde zijn de steunberen later gekomen om de muur te versterken.  Aan de andere zijde is de buitenste muur reeds in de 12de eeuw, herdaan geweest en een periode waarbij de diafragmabogen verdwenen.  Boven de dekstukken heeft men een register van de aan elkaar gezette pijlers gezet om de stukken van het geraamte te dragen die in de kapconstructie, het vorsthout ondersteunen.
    Het transept is complex.  Aan de noordelijke zijde gaat het eigenlijk om een lage kruisbeuk.  De kruising is er in realiteit enkel aan het oostelijk deel van het schip dat door een diafragmaboog wegborgen was; oorspronkelijk werd deze valse kruising overdekt met een eenvoudig plafond en was zij verlicht langs twee noordelijke en zuidelijke vensters en de klokkentoren verbonden aan de zuidelijke zijde met enige doorbrekingen.  In de 12de eeuw heeft men hier een ribgewelf aangebracht; zij valt terug op de geringde zuiltjes, gedaan met dwars op de groeflegger geplaatste delen en getooid met kapitelen, versierd met waterplanten.
    Aan de zuidelijke zijde opent zich een opgehoogde, gebroken boog, op de kruisbeuk, eigenlijk aan de basis van de klokkentoren.  Om de muren te ondersteunen zijn deze van de ontlastingsboog gekomen om de normale ingangsboog te verdubbelen.  Deze bogen vallen terug op paarsgewijze zuiltjes.  Op het einde van de 12de eeuw heeft men een ribgewelf aangebracht aan het oorspronkelijke plafond.  Drie van de zijden van deze valse kruisbeuk zijn verlicht door merkwaardige vensters; van een soort halftrompen vervoegen ze zich in de binnenwaarts verwijde steunmuur.  Deze vensters geven uit op dit gedeelte met de uitstraling van een koepel.
    In het oosten stelt enkel de apsis nog zijn oorspronkelijke verhoudingen voor.  Zij is overdekt met een klein tongewelf dat verlengd is in een halfkoepel met een meer vernauwd halfrond; de basis van de muren is verdund door de rechthoekige nissen waarbij de zuiltjes versierd zijn met strepen of spiralen.
    Aan de westelijke zijde is een portaal aangebracht welk het centrale deel van de westelijke gevel heeft  verborgen, in het bijzonder zijn venster.  Zoals te Urcel bevindt men zich hier in een streek waar tussen 1150 en 1250 het de mode is geweest om dit genre van toevoeging aan te brengen, een streek die in grote mate overeenkomt met het diocees van Reims, Châlons en Troyes.  Het portaal van Presles opent zich in het westen door een brede gebroken boog, zijdelings verlicht door twee bogen, hergroepeerd onder een ontlastingsboog.  De nerven met drie voetringen van zijn gewelf vallen terug op groepen van zuiltjes.  Het portaal stelt eveneens een heel breed linteel voor, passend samengevoegd in loten.  Een rij versierd met palmetten en sterren in uitholling, omkadert de boogring van deze opening die terugvalt op de imposten, versierd met een masker en met een soort van gevleugeld paard. 
    De klokkentoren, op de noordelijke kruisbeuk gezet, is op ieder van zijn zijden verlicht van zijn Romaanse gedeelte, door twee vensters omkaderd door een rij van sterren in uitholling. Men heeft de zuidelijke zijde moeten versterken door een zware tussenliggende steunbeer.  De bovenste verdieping bekroond door een moderne spits in leisteen, is van de Gotische periode. 
    De oostelijke gedeelten van de kerk zijn sterk gewijzigd sinds de 11de eeuw.  Men heeft gezien dat de noordelijke absidiool reeds in de 13de eeuw plaats heeft gemaakt voor een sacristie, deze in het zuiden is opgehoogd geweest om te wijzigen in een traptorentje.  Wat betreft de apsis is zijn eveneens sterk opgehoogd geweest, maar de oorspronkelijke dakgoot, gedaan in mijterbogen rustend op modillons, is bewaard gebleven. 

    Beeldhouwwerk

    Het verzamelwerk van gebladerte, palmetten, rijen met krullen alsook het werk aan de voorzijde zijn allen in dezelfde traditie.
    De dekstukken en imposten zijn versierd met motieven van geplooide palmetten in waaiervorm, heel kenmerkend in de 11de eeuw in deze regio.  Enkel de impost aan de derde zuidelijke pijler maakt hierop een uitzondering.  Men ziet er een priester in koorhemd, de ster en de manipel die de arm aan het kruis houdt.  Hij staat voor het altaar met daarop een eucharistisch pyxis en in de linker hand houdt hij een geopend boek vast maar men de alfa en de omega in bemerkt dat Christus symboliseert.  Een grote gewijde vaas staat op de vloer tussen het altaar en de priester terwijl een andere wat verder is geplaatst tussen twee tegenover elkaar gestelde leeuwen waarvan men een poot schijnt te ontwaren.  Een ster scheidt hen en de bedienaar en een palmet in een mooie stijl, bezet het linker uiteinde.  Het weinige reliëf en het brute karakter van het beeldhouwwerk beantwoorden aan de ruwe en ongedwongen stijl van de 11de eeuw.  Dit ontwerp geïnspireerd door het dagelijkse leven, herinnert dat Christus de verplichte weg is die de Vader vervolgt.  Dit ontwerp schijnt geen navolging te kennen in de regio.

    Bronnen :

    - Raymond Oursel in Nord Roman ; La Nuit des Temps 76, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1988.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.




































    Bijlagen:
    http:/:atlas-roman.blogspot.fr/   

    06-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    01-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Etouvelles (Aisne 02)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De kerk Saint-Martin te Etouvelles

    Beschrijving

    Te Etouvelles bevindt zich de kerk Saint-Martin, Etouvelles dat op het huidige administratieve plan behoort tot de gemeente Chivy.  De kerk stelt zich samen uit een schip met collateralen met een lengte van vier traveeën, er is geen transept en de hoofdbeuk komt direct uit op het koor met een vlak kooreinde, dat overwelfd is met ribben.
    Onder een vlakke muur, doorbroken met rondboogvensters, vallen de grote bogen met dubbele voetring en getrokken in een gebroken boog terug op de kruisvormige pijlers, aan hun vier zijden begiftigd met gemoluurde imposten.  Deze steunen stellen anderzijds, aan de zijde van de collateralen, een pijler voor, voortbestemd om de diafragmaboog te ontvangen en verlagend het afdak.  In het westen valt de interne voetring van de grote boog terug op een zuil en een half in de muur gemetselde zuil aan de achterkant van de westelijke gevel.
    Het portaal is omkaderd door een dubbele sluitring en een archivolt, de eerste terugvallend op de zuiltje getooid met kapitelen met breed gebladerte, het bovenste venster staat hier bovenop door een archivolt met staafvormige kanteelversiering die er rond loopt, om een horizontale lijn te vormen, versperrend de ganse gevel.  De helling van de puntgevel stelt dit zelfde type van decor voor. 
    Op de zuidelijke flank, op het niveau van de tweede travee, onder een fronton, opent zich een ander iets recenter portaal.  Het is getrokken in een gebroken boog en zijn archivolt is versierd met bloemen met vier blaadjes.

    Bronnen :

    - Anne Prache in Île-de-France Romane; La Nuit des Temps 60, Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1983.
    - Pauline de La Maléne in Atlas de la France Romane; Editions Zodiaque, Abbaye Sainte-Marie de la Pierre-qui-Vire 1995.
    - Régine Pernoud en Madeleine Pernoud in Sources de l'Art Roman; Editions Berg international, Paris 1985.
    - Aurelia Stapert in l'Ange Roman dans la pensée et dans l'art; Editions Berg international, Paris 1975.
    - Fred Uhler in France Romane; Editions Ides et Calendes, Neuchâtel en Parijs 1957.
    - Marcel Durliat in l'Art Roman; Editions d'Art Lucien Mazenot, Paris 1982.

    01-10-2014 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02
    27-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chaillevois (Aisne 02)
    De kerk Saint-Pierre te Chaillevois

     



     



     



     



     



     



     



     



     



     

    Bijlagen:
    http://atlas-roman.blogspot.fr   

    27-12-2013 om 00:00 geschreven door Belibaste  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02


    Archief per week
  • 13/07-19/07 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011

    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)

  • Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog als favoriet !

    Startpagina !

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    frankloopt
    www.bloggen.be/franklo
    Categorieën
  • Kastelen België (17)
  • Kastelen Frankrijk (26)
  • Middeleeuwse festivals België (1)
  • Middeleeuwse stedelijke versterkingen België (1)
  • Romaanse architectuur België : Antwerpen (0)
  • Romaanse architectuur België : Brabant-Wallon (7)
  • Romaanse architectuur België : Hainaut (6)
  • Romaanse architectuur België : Liège (1)
  • Romaanse architectuur België : Luxembourg (1)
  • Romaanse architectuur België : Namur (1)
  • Romaanse architectuur België : Oost-Vlaanderen (15)
  • Romaanse architectuur België : Vlaams-Brabant (0)
  • Romaanse architectuur België : West-Vlaanderen (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aisne 02 (18)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Allier 03 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Ardennes 08 (4)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Aube 10 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Bas-Rhin 67 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Calvados 14 (8)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Eure 27 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Gers 32 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Haute-Marne 52 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Jura 39 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Landes 40 (10)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Marne 51 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meurthe-et-Moselle 54 (2)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Meuse 55 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Moselle 57 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Nord 59 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Oise 60 (6)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Pas-de-Calais 62 (0)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Puy-de-Dôme 63 (3)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Saône-et-Loire 71 (9)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Seine-Maritieme 76 (11)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Vosges 88 (1)
  • Romaanse architectuur Frankrijk : Yonne 89 (1)
  • Romaanse plattelandskerken in België (1)
  • Versterkte kerken België (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Aisne 02 (2)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Ardennes 08 (3)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Landes 40 (1)
  • Versterkte kerken Frankrijk : Nord 59 (0)


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs